Juliana van Stolberg, stammoeder der Oranjes
onze j€^qó-p&qinó^=
Sally en de kegels
Komen en gaan
6
ZONDAGSBLAD 25 FEBRUARI 1956
VERTELLING VAN NEL VEERMAN
(Vervolg).
„Hè ja, vader, doet u dat!" riep Plo-
nie. Dn Dirk had er nu ook schik in
„Wanneer gebeurt het?" vroeg hij.
„Volgende week." zei vader, „als ik
eens een avond tijd heb."
Sally glom bijna van blijdschap. Wat
zou dat heerlijk zijn, als de kegels een
nieuw gezicht kregen! Maar ze zouden
er eerst nog wel verschrikkelijk kwaad
om zijn' Wat zouden ze een drukte ma
ken als ze weer op hu-n eigen plaatsje
in de kast lagen. Ja, wat zouden ze
wel niet allemaal zeggen!
Ja, Zc waren verschrikkelijk kwaad.
En ze maakten heel erg ruzie met el
kaar. En toen ze de volgende dag een
poosje met Sally alleen waren in een
hoek van de kamer, zeiden ze allerlei
lelijke dingen tegen haar. Dat Sally
zich niets hoefde te verbeelden omdat
zij nu toevallig haar eigen gezicht mocht
houden. Zo mooi was dat gezicht van
Sally nu toch ook niet. En dat ze Dirk
zijn gezicht dan ook wel af mochten
schuren. Moest je maar eens zien, hoe
lelijk hij keek als hij met die akelige
harde houten bal naar hen gooide. En
dat het eigenlijk allemaal de schuld van
Sally was en van Teddy ook. Want die
hadden toen 's nachts op zolder zo'n
lawaai gemaakt dat de oude mevrouw
er wakker van was geworden. En
daarom was Grada toen boven komen
kijken. En daarom waren ze toen naar
beneden gehaald. Ja, het was allemaal
de schuld van Sally.
,,'t Is nietes, 't is allemaal de schuld
van die nare beer met zijn kale vel."
snibde er toen één.
En daar kregen ze toen zo maar weer
ruzie over. De één zei, dat het de
schuld van Teddy was en de ander dat
het Sally's schuld was. En toen begon
nen ze elkaar te stompen en één van
de kegels viel zo maar vanzelf onderste
boven en stootte heel hard zijn hoofd
togen de muur. Toen viel er nog een
tweede omver, die bonkte met zijn hou
ten voorhoofd tegen Sally's wang.
Sally beet op haar tanden, zo'n pijn
deed het. Toch wilde ze het niet laten
merken. De kegels zeiden, dat het niet
goed voor haar was. dat zij ook maar
eens moest voelen hoe het was als er
zo iets hards tegen je hoofd aan kwam.
Zo mopperden ze nog een poosje door
tot vader en moeder en Plonie en Dirk
van de wandeling terug kwamen. Wat
wat Sally blij toen Plonie haar weer op
haar arm natn. Ze hoopte maar, dat ze
nooit van z'n leven weer met de kegels
alleen hoefde te zijn. Eigenlijk hoopte
ze ook, dat ze de kegels nooit van z'n
leven weer terug hoefde te zien. Maar
dat zou wel niet kunnen, dacht ze.
En dat gebeurde ook niet. Want toen
ze een paar dagen later op Plonie's
arm door de keuken gedragen werd,
zag ze de kegels terug. Ze stonden op
een hoek van het fornuis. Daar moes
ten ze drogen want ze waren opnieuw
geverfd. En wat waren ze veranderd!
Ze hadden allemaal nieuwe gezichten
gekregen, blijde, vriendelijke, lachen
de gezichten. Dat was zo leuk! Sally
had wel in haar handen willen klap
pen van plezier. Maar zouden de kegels
zelf nu ook veranderd zijn? Als ze nog
eens alleen met hen was, zouden ze dan
even vriendelijk tegen haar praten als
ze er uitzagen?
Sally begon er haast naar te verlan
gen, nog eens samen met de kegls
opgeborgen te worden. Maar ze wilde
het toch niet helemaal echt graag, want
stel je voor. dat ze nog even boos en
onvriendelijk waren als vroeger....
Niet zo heel lang daarna hoorde Sally
vader en moeder en iedereen in huis
praten over verhuizen.
Alweer verhuizen, dacht ze Bah, waar
zou ik nu weer heen moeten! Maar al
gauw begreep ze, dat Plonie meeging.
Toen was ze niet meer zo ongerust.
Maar toch schrok ze heel erg toen ze op
een dag met de kegels in één cloos werd
gelegd. Wat zou dat weer worden! Maar
het viel erg mee.
Toen het deksel op de doos was ge
daan, begonnen de kegels meteen te
fluisteren. En Sally wist niet, wat ze
hoorde. Ze zeiden deze keer niets geen
nare, akelige dingen. Ze zeiden juist al
lerlei leuks. Dat ze zo blij waren, dat
ze gingen verhuizen want dat ze in zo'n
mooi, nieuw huis kwamen met zo'n fijne
tuin erbij. Dat hadden ze de moeder
van Dirk horen zeggen. En dat Dirk
toch eigenlijk wel een aardige jongen
was Hij gooide wel eens een beetje
hard met een houten bal tegen hen aan,
maar dat bedoelde hij niet zo kwaad.
Hij deed het maar voor de grap om
met he-n te spelen. En zij waren im
mers juist om mee te spelen! En dat ze
het zo prettig vonden om Sally weer te
zien. En dat ze die rode jurk van Sally
toch zo mooi vonden!
„En ik vind jullie ook zo mooi," zei
Sally toen.
Op het eerste ge
zicht zal dit mis
schien een beetje
vreemd, zijn. maar
ik zal je gauw
vertellen wat je
doen moet. Je
knipt de blokken
uit en dan ga je
ze op een andere
kaar passen. Je
krijgt dan van
zelf een leuke
tekening. Succes
hoor! Vergeet
leeftijd in de brief
te schrijven. Voor
het beantwoorden
van briefjes ko
men die kinderen
in aanmerking,
van wie de ach
ternamen begin
nen met de let
ters O tot en
met Z.
„Maar wij hebben toch geen jurken
aan zeiden de kegels.
„Nee, maar jtillie hebben zulke mooie
nieuwe gezichten. Ik vind dat jullie alle
maal zo.... ehvrolijk kijken."
Toen begonnen de kegels te lachen. Ze
rolden tegen elkaar van de pret en rie
pen maar „Ik ook! Ik ook!"
„St," zei er toen één, „pas op, ze
horen ons!"
Maar nauwelijks waren ze stil, of ze
sr
elkaar uit gekheid weer een duw-
Sn de pret begon opnieuw. Sally
begon vanzelf mee te lachen. Dat moest
Teddy eens kunnen horen, dacht ze. En
Hansje. Ze zouden het niet kunnen ge-
En toen ze aan Teddy en Hansje
(Volgende wrok verder).
onze BRievenBus
Beste allemaal,
Fijn, dat jullie
schilder Jan zo goed
hebt geholpen. Hier
is de oplossing: Hier
koopt U prettiger en
voordeliger
vooral beter. Kees
Klop heeft de hoofd
prijs gewonnen met
zijn keurig verzorgde
oplossing, en de
troostprijzen zijn voor
Lenie v. d. Kaaij,
Ria den Hollander en
Heleentje de Jong.
Lenie, jij moet je
volledig adres even
schrijven, je had
alleen je naam maar in de brief gezet.
Weet jullie wat ik niet leuk vind
Dat er zoveel kinderen zijn, die als
maar om een prijs zeuren. Je weet,
dat er per keer maar vier prijzen
kunnen worden uitgeloofd. Ik schrijf
vrecies op wie er prijzen gewonnen
hebben en wanneer dat was. Jullie
krijgen heus allemaal wel een beurt.
Het is niet prettig, hoor, dat er kin
deren zijn die me schrijven dat ik
„oneerlijk" die prijzen verdeel! In het
vervolg doe ik het zo: de brieven van
de kindereii, die zeggen dat ze „nou
wel eens een keertje een prijs willen
hebben", gooi ik gewoon weg, en die
krijgen dus geen antwoord. Jullie
kennen dat rijmpje toch wel „Kinde
ren die vragen, worden overgesla
gen?"
Hier volgen de briefjes van de kinde
ren, van wie de achternamen met de
letters H tot en met N beginnen. Daar
is allereerst Hillie de Leeuw den Bou-
ter, die me vertelt dat ze moeder al
zo fijn helpt met boodschappen doen en
tafel dekken en kopjes wassen. Flink zo!
Het kleine zusje van Marian Mulder,
Ida, lacht zo grappig. Jij had een
mooie fruitwinkel getekend. Ria v. d.
Haven. Is je verkoudheid alweer over?
Wat een leuke kleertjes heeft jouw pop.
Hernia Muysson heeft vrij gekregen
omdat haar onderwijzer ziek was, en
toen heeft ze moeder geholpen. An
nie van Klaveren schrijft: als mijn
broertje en mijn neefje in de tuin met
de sneeuw bezig zijn, lijken het net twee
sneeuwpoppen. 'Ben jij zo'n postze
gelverzamelaarster geworden. Monica
Munting? Groeten aan Evelijn, hoor.
Freddy Kranenburg heeft op het ijs een
hardrijder ingehaald! Jennie Hobo
ziit op de huishoudschool, maar ze krijgt
ook wel ijsvrij. Ik vind dat jij keurig
schrijft, Ria v. d- Lelie, heb je dat in
die korte tijd geleerd? Jij boft niet.
Hans van Leeuwen, dat je de bof heb'!
Heb je je boeken al uit? Nou, als
je zusje ligt te zingen in bed zal ze wel
gauw weer beter zijn. Tinie van Noort.
Is je sjaal lekker warm? Wat kun
Jij al keurig schrijven, Leo Koornneef.
Dus op het laatste moment kon jij
de oplossing vinden. Dlkkie v. d. Heij
den, nog wel bedankt voor dat foto'tje
van jou en Ria Wat eem avontuur,
Carol Haisma, dat je zomaar in het
water rolde, gelukkig, dait die meneer
jou er uithaalde. Ja, Joke van de
Niet, ik vind ook dat de schilder een
leuk sikje heeft. Bedank Ineke maar
voor haar mooie tekening. Vond je
het schaatsen op de verlichte ijsbaan
niet leuk, Janny Leeuwenburgh?
Rietje Moen heeft fijn in de sneeuw ge
speeld met haar broertje Fransje Ge
lukkig maar. Bram van Hemert, dat
het met die brand nog goed is afge
lopen. Ben jij nog gaan kijken? Laat
Joke ook maar meedoen. Greet je en
Bram Maan. Wat een mooie dingen
heb jij op je verjaardag gekregen, Ine
ke van Herp. Dat bevalt jou zeker
wel, hè Adriaan van Leerdam, om
steeds ijsvrij te krijgen. Heb jij wel
eens in een arrcslee gezeten, Agnes van
Hoogen? Lenie Kroesbergen schrijft
dat ze al aardig kan schaatsen, zonder
te vallen. Ja. dat vallen is me wat,
e zin
van Haarlem. Ja, ik kan
me wel voorstellen dat je moeder die
vorst niet prettug vindt, Albert Jonker-
Dat moet wel een flinke babypop
zijn. die jij gekregen hebt. Joke Non
kers. Carla Nieboi'g is ook al een
week lang ziek geweest, maar gelukkig
is ze weer opgeknapt. Ja, het is wel
een mooi gezicht, hè Jan Keesje van
Kleef, die arresleden en die paarden
met die rinkelende belletjes. Jij bent
dus oojt fijn aan het glijden en sleeën,
Pietje Klcppc, heb je meegeholpen die
baan te maken? Rinus Nijland en zijn
broertje kijken altijd verlangend naar
het Zondagsblad uit. Truus MacLean
heeft kunstschaatsen en ze kan al voor-
en achteruit rijden. Keesje heeft nieu
we schaatsen van papa gekregen. Hoe
is *t met de nieuwe jas. Adri Namink?
Ja, jammer van die ijsbrekers, jong,
maar er is nu eenmaal niets aan te doen!
Ik hoop dat je verkoudheid alweer
over is, Sieb van Hoog en dat je nu
weer fijn kunt schaatsen. Wat een
lief, klein zusje heb je, Marga de Koo-
ter, je houdt zeker wel veel van haar.
Ja, dat was een grappige tekening,
Petra van der Kaaden, hoe kwam je op
het idee? Johnny v. d. Heiden is ook
al ziek en nu kan hij niet sleeën, 't
Komt wel weer. hoor! Dat was ook
wel een beetje dom van je. Jenneke van
Krimpen, om net zo lang over het ijs
te lopen tot je natte voeten had.
Houd jij veel van muziek. Jan Moer
kerken? Ja, wel een domme schil
der, hè Hans Hoogerwcrf, in werkelijk
heid doen schilders dit natuurlijk niet.
Verlang jij al naar de Paasvacan-
tie, Tlnie v. d. Hout? En verlang je ook
naaj je Paasrapport? Dat was zeker
een zendingsfilm die jij gezien hebt,
Marry v. d. Kaaden- Tiny Hoede-
maker is op 29 februari jarig. Alvast
hartelijk gefeliciteerd, hoor, ik ben be
nieuwd of je een mooi cadeau krijgt nu
je echt jarig bent! Mag jij je vader
wel eens helpen mert het verzorgen van
de vogels, Nlci Knol? Hartelijk be-
bedankt voor je mooie kaart, Dick van
Leeuwen! Heeft je zusje zich erg
bezeerd, Erica Labrijn? Wat zullen
iullie zijn geschrokken! Fijn, dat je
een mooie kaart hebt uitgezocht voor
Cockie, Mieke Moerman. Kun je al
„los" schaatsen, Franclneke Hilbers of
doe je het nog met een stoel? Leuk,
Gerda Lengkeck, dat je in de Paasva-
cantie bij je tante mag logeren. De
brieven kan ik niet bewaren, Tilly Lang
straat. Als je nog niet goed kunt
schrijven mag moeder het natuurlijk
wel voor je doen, Nely Koen Mag
je nu al weer naar school, Marrie de
Jong cn is het helemaal in orde met
je? Ik hoop dat het goed gegaan is
met je keeltje, Joke Krul, en du>t je
nu alles weer mag eten. L; Ma
rijke ook maar meedoen, Adric Jonker.
Hoe is het nu met papa? Fijn, dat
je naar de Huishoudschool gaat. Tineke
Harting. Is Hansje ook al op school?
Nou, die meester van jullie zal heit
misschien helemaal niet leuk vinden dat
jullie hem zo'n rare naam gegeven
hebt, Aartine Mourik. Kun jij ook al
een beetje schaatsen. Jan Minnaard?
Zo, Marlies Janse, dat zal een fijn
cadeau worden, kunstschaatsen met ho
ge witte schoenen Kees Kelderman
heeft de derde prijs gehaald bij schaats
wedstrijden voor jongens. Ria Heu-
velman, Mezenstraat 13, Leiden, zou
graag willen weten wie er mot iemand
uit Zweden correspondeert. Ben je
zomaar eens op visite geweest in Vlaar-
dingen, Piet Keijzcr? Om het huis
van Dicki Jongejan zijn allemaal sloten,
dus nu kan hij fijn schaatsen. Is Adrie
Oosthoek een vriendinnetje van je, Ton-
ny Mast? De tijd komt wel weer,
Jannie v. d. Hil, dat je weer met alles
mag mee doen. Doe voorlopig nog maar
kalm aan. Wanneer ga je nu hele da
gen r.aar school? Grectje Mostcrt is
ook jarig geweest en ze heeft een fijne
dag gehad- Wat een grappig versje
was dat, Nelly v. d. Kruk, schud je dat
zomaar uit je mouw? Dus jij spaart
plaatjes van auto's. Geert Klijn, is je
album al haast vol? Dicky Ippel
moest naar het ziekenhuis voor een blin
dedarmoperatie. maar hopenliik is ze
al weer beter. Adrie schrijft dat ze al
veel platen van de prinsesjes hebben
gekregen. Ja, je hebt nu wel gele
genheid om goed schaatsen te leren, hè
Jan Heijstek? Nou, Piet Moolenaar,
ik wacht maar af wat je allemaal zult
schrijven over je cadeaux. De moe
der van Gerrit en Henny van Houwelin-
gen schrijft dat Gerrit en Henny 's
avoinds na het schaatsen zo'n honger en
slaap hebben. Aart Koren heeft zo
geschaatst, dat hij haast niet kon lopen,
zo moe was hij. Het zusje van Corrle
Nell heeft de eerste prijs gewonnen met
schaatsen, wat leuk is dat, zeg!
Hier komen de nieuwelingen: Wini
fred Karstens, Henk Korving, Adri
Koudstaal, Koos van der Keur, Lia van
't Hof, Pirn Hageman, Woutjc van
Harten, EUi Kuivenhoven, Astrid van
Ieperen, Nellie Kloosterman, Denise Nij-
man, Carla v. d. Kraan, Frits en Gijs
Kamphorst, Marga de Kooter, Leo Mor
bus en Dik Niesing.
Dag allemaal, tot de volgende week.
Dan beantwoord ik de briefjes van kin
deren, van wie de achternaam begint
met de letters O tot en met Z.
ZONDAGSBLAD 25 FEBRUARI 1956
3
Een vrouw, die haar geloof met daden bewees 'jSJ.'.
Alles maakte zij dienstbaar aan de grote zaak der vrijheid
EEN HERDENKING van de 450e ge
boortedag van de Stammoeder der
Oranjes zou zonder meer weinig zin
Iets anders is, als we haar naam
even in de aandacht terugroepen bij de
herinnering aan de dag, waarop onze
koningin Juliana gedoopt werd in de
Juliana
ook haar volk
ving heeft koningin Wilhelmin
leen haar kind.
willen binden aan de naam aer moe
der van Willem de Zwijger, wiens be
tekenis voor de geschiedenis van Ne
derland nooit zou te verstaan zijn zon
der het stempel, door haar op zijn
jongp leven gedrukt.
Het zou eenzijdig zijn, bij dat woord
„stempel" alleen te denken aan de le
vensbeschouwing van deze moeder, die
als een overtuigde Christin de opvoe
ding van haar twaalf kinderen geleid
heeft. Zij toch heeft haar belijdenis
moeten beleven in de smart om het
verlies van haar zonen Lodewijk en
Hendrik tijdens de veldslag bij Mook,
die evenals hun broers Jan en Adolf
,n de strijd voor een vrij Nederland
hun bes4e krachten gegeven hebben
Tekenend in dit verband is de reac
tie van prins Willem, toen hij de ramp
tijding van het sncuvelèn zijner broers
vernam en aam zijn broer Jan schreef:
„Al zouden wij ^llen moeten sterven
en al werd dit gehele ongelukkige volk
vermoord of verdreven, dan zouden wij
toch moeten vertrouwen, dat God de
Zijnen niet verlaat".
TN ZULKE WOORDEN hoien wij de
1 echo der vele die Juliana van Stol
berg gericht heeft tot haar kinderen
bij haar opvoedende taak. Groen van
Prinsterer getuigde van haar „tedere
vroomheid", hem toesprekende uit haar
brieven. Zij heeft in volle overtuiging la
met gedurig gebci'. haar grote zoon prins
Willem van Oranje bijgestaan in zijn
kamp voor het goed en recht der Refor
matie.
In zijn studie over „De grondlegger
der gewetensvrijheid" noemt J. vam de
Linde daarvan een treffend bewijs.
Toen in 1573 Requesens was opgetre
den als landvoogd met de opdracht, om
door gematigd optreden de door zijn
voorganger Alva verwekte spanningen
te verminderen, en hij een vrede aan
bood zoudcr godsdienst- en gewetens
vrijheid. stortte prins Willem zijn hart
voor zijn moeder uit. Zij begreep hem.
En hoewel haar plaats als moeder ken
nende onbevoegd om raad te geven
in staatszaken was haar antwoord:
,.Tot geen prijs moogt ge loslaten het
der lihertcit van de consciën-
beginsel i
Dat hij dit beginsel zelfs heeft moe-
tem verdedigen tegenover zijn aanhan
kelijke vriend Ma'rnix vam St. Aldegon-
de, moet voor de zoon van zulk een
moeder wel heel pijnlijk zijn geweest.
„Door vast te houden aan die eis",
aldus Mamix, „stelt gij uw werk in
de Nederlanden moedwillige!) in de
waagschaal". In zijn biografie van
Marnix van St. Aldegonde werpt prof.
dr. A. A van Schelven daarop eem zij
licht door zijn mening, dat Mamix
„godsdienstvrijheid niet tengevolge van
een algemeen en abstract, religieus of
wijsgerig principe heeft voorgestaan".
Alleen practische vrijheid voor de aan
hangers der Reformatie stond hem voor
ogen maar niet voor de Doopsgezinden
DOCH WIJ keren terug naar Juliana
van Stolberg. Zij was geboortig uit
een oud Duits adellijk geslacht en is
74 jaar oud geworden. Haar huwelijk
met Willem graaf van Nassau-Dillen-
burg was een tweede; baar eerste ge
maal was de graaf van Nassau, die
in 1529 overleed; zij was toen dus pas
23 jaar. Met graaf Willem bevorderde
zij, die de leer van Luther van heler
harte was toegedaan, de verbreiding
daarvan in de gebieden, welke haar
Prins Willem heeft zijn moeder hoog
geacht en zeer bemind. Zij eerde in
hem het hoofd van haar nageslacht en
beweesdat ook door na de dood van
haar mam in 1559 hem te raadplegen
bij de opvoeding vam zijm jongste broer
Hendrik.
Het middelpunt van haar taak als
moeder was het stamslot Dillenburg,
waar ook prins Maurits geboren is.
Maar dit. in 1760 door oorlogsgeweld
verwoeste kasteel, (waarvan de waarde
inclusief het interieur werd geraamd
op 1.800.000 guldens van die tijd) was
meer: jarenlang was het ook het mid
delpunt van de strijd tegen Spanje Er
zijn daar zowel diplomatieke onderhan
delingen gevoerd als krijgsplannen ge
smeed. En Juliana van Stolberg heeft
daar. evenals haar naamgenoot van nu
op paleis Soestdijk, gezanten ontvangen,
uit Kopenhagen cn Wenen, uit Madrid
en Rome. Bovendien was Dillenburg het
hoofdkwartier van Prins Willem's le-
Uit Nederland stroomden officieren
en manschappen derwaarts, om zich
onder zijn vaandel te scharen. Een uit
de bombardementen gespaarde eeuwen
oude Unde herinnert aan de plek, waar
de Prins in 1568 de Hollandse gezanten
VOOR AL deze
zamelingen was ruimte genoeg. Hoog
boven een 300 meter lange en 20 meter
hoge slotmuur, die nog van de ruïnes
is staande gebleven, verheft zich sedert
1850 een 40 meter hoge toren. Boven de
ingang van die toren is het wapen teen
pelikaan) uitgebeeld, waaromheen het de-
is gegrift:
(Kalm te
midden der woedende baren).
Langs een wenteltrap met 157 treden
bereikt men de bovenste galerij. En
op de derde verdiepingen zijn drie za
len ingericht, waarin vele herinneringen
worden bewaard aan wat in vroeger
en later tijd de betekenis van het slot
Dillenburg voor de Reformatie is ge
weest. Zo is de Willemstoren een in
drukwekkend monument aan hen, die
als geloofshelden en als mannen van de
daad gestreden hebben, indirect en di
rect, voor de Nederlanden in de 80-
jarige oorlog.
Zowel bekers en oud-porcelein, als
munten, perkamenten en documenten
zijn hier tentoongesteld En natuurlijk
veel schilderijen en portretten tot dat
van koningin Wilhelmina toe. Een gips
model vam het verwoeste slot geeft een
indruk van de uitgebreidheid. Er is ook
..Zoolang de Heere God gedenkt
aan Zijn Verbond
Blijft de Oranjestam geplant op
Neer lands grond".
TN DE GEDACHTENISZAAL van de
1 Willemstoren zijn vier grote en vier
kleine schilderijen aangebracht in de
omlijsting der gothische panelen Ook
deze voeren de gedachten heen naar de
vrouw, die op haar zoon Willem zo'n
grote invloed gehad heeft; men ziet
hem daar bij de troonsafstand van Ka-
rel V te Brussel, bij de aanbieding van
het smeekschrift der edelen, en bij zijn
eedsaflegging als Stadhouder der Ne
derlanden in de kerk te Brussel Drie
momenten, die terugwijzen op een op
voeding, die gegeven werd vanuit hot
Evangelie, de bron, waaruit Juliana
van Stolberg de kracht putte om te
volharden en haar zonen te doen vol
harden.
Toen in 1566 de benauwenissen onder
Spaanse druk voor de Nederlanden en
dus voor prins Willem ten top stegen,
was het weer zijn vrome moeder, die
hem vermaande niets te doen tegen
Gods Woord en te bidden om de Hei
lige Geest. In de brief, waarin dat ge
schreven stond, sloot zij een kort ge
bed in met de dringende opwekking,
het dagelijks te bidden.
Slot Dillenburg
TEKENEND voor het geesteaklimaat
van Juliana van Stolberg was. dat
zij, hoewel kinderlijk verheugd met el
ke glimp van licht over de toestand
in de Nederlanden, het meest verblijd
was met het feit, dat prins Willem de
beginselen der Reformer ie met beslist
heid omhelsde. Hoewel zij meer Luthers
en haar zoon meer Calvinistisch ge
oriënteerd was. volkomen één waren zij
in het geloof, dait bergen verzet
Dit geloof werd mot daden bewezen:
„Het vermogen en de familiebetrekkin
gen van ons Huis", zo schreef'zij aan
prins Willem, „moeten dienstbaar ge
maakt worden aan de grote zaak"
En ook dit is gerealiseerd: tot de
Jan
•aaf
•r de strijd der Nederlanden te
stijven, behoorde er ook van zijn moe
der. Terecht heeft dr. Dönges in zijm
boek over Willem de Zwijger (1909) de
slotsom getrokken: „Zonder de hulp
van het Huis Dillenburg zou de zaak
der Nederlanden verloren zijn geweest".
Er is. dunkt ons, thans alle aanlei
ding om de vrouw te gedenken, wier
naam onze Koningin draagt. En te dan
ken voor een op haar kracht zo be
proefde band, als tussen Nederland on
Oranje eens gelegd, eeuwen lang sAerk
gebleven en tussen 1940-1945 nog weer
•ens bezegeld is.
Er waren velen die kwamen
en gingen. Mare. 6:31b.
J"WEE stromingen kruisen elkaar in
het zesde hoofdstuk van het
Johannes-evangelie: het komen der
menigte tot Jezus en het weggaan
van hen èn het komen van Jezus tot
de zijnen en het blijven der zijnen bij
Wij lezen i?i vers 2, dat Hem een
grote schare volgde. Jezus was ver
moeid en ging scheep om naar de
andere zijde van de zee over te varen.
Doch de schare liet Hem niet los. Het
was niet zo'n erg lange reis om lo
pend naar de andere kant te komen.
Een karavaan van minstens 5000 men
sen ondernam de tocht van enkele
uren. Welk een belangstelling voor
JULIANA VAN
Naar een foto var
STOLBERG
het origine e l.)
Jezus; menig predikant zou er jaloers
op kunnen worden. Maar Jezus ging
aan de overzij gekomen de berg
op.
Als Jezus na het gebed de ogen
opslaat, ziet Hij de grote schare als
een kudde zonder herder cn in Zyn
ontferming geeft Hij hun brood en
toespijs, overvloedig. Maar als ze dan
wéér komen opzetten en Hem willen
huldigen, ja, het plan hebben om
Hem koning te maken, dan trekt Hij
zich wederom terug.
Zij kómen Hij gaat.
En als zij, die de nacht zijn over
gebleven, de volgende morgen het
scheepje der discipelen niet meer
langs de oever zien liggen en ook
Jezus niet zien, nemen zij een „lift"
naar de overzij en zoeken Jezus
in Kapemaum. Zij vinden Hem in
de synagoge.
Het schijnt hun toch wel ernst te
zijn met het volgen van Jezus. Wat
heerlijk dat op te merken. Hoevelen
willen niét luisteren! Zouden de men
sen uit onze tijd die moeiten er voor
over hebben? Ik geloof van wel, ge
zien de duizenden die ter bedevaart
gaan of naar genezers-op-gebed. Dan
spelen tijd en geld geen rol. Want het
is bij velen als toen: de scharen volg
den Hem om de wonderen en om die
alleen. Dat blijkt ook uit het einde
van hef verhaal: „toen keerden velen
zich van Hem af', ja, zó velen, dat
Jezus tot Zijn twaalven zegt: ..gij ivilt
toch ook niet weggaan?"
Aan het eind zijn de rollen omge
keerd; Hij kwam zij gingen.
Wat is daarvan toch de reden?
Wel, tussen het begin en het eind
van Joh. 6 ligt de prediking van
Jezus, recht op de man af: Ik ben
niet gekomen om alle ziekten weg
te nemen: Ik ben niet gekomen om
het brood vraag stuk op tc lossenIk
ben niet gekomen om koning over
de joden te worden. Ik ben gekomen
om de zielen gezond te maken; Ik
ben het Levende Broocl; Ik wil ko
ning zijn over Israël, d.i. over de
geestelijke kinderen van Abraham, de
gelovigen; Ik vraag gelóóf; Ik vraag
of u van genade wilt leven.
En dat wil de mens niet. Toen
niet en nu niet. Het zelf-willen-ver-
dienen beheerst alle menselijke reli
gies; het zit diep in aller hart.
Maar die Jezus zoeken als hun
Verzoener wan zonden; die waarachtig
geloven dat Hij hen kan verlossen
en zalig maken, die .blijven.
Als wij het wagen met Hem en
zeggen met Petrus: „Tot wie zouden
wij heengaan? Gij hebt woorden van
eeuwig leven en wij hebben geloofd
en erkend dat Gij zijl de Heilige
Gods", dan blijft Hij bij ons. Niemand
hurmer zal verloren gaan: zij blijven
in eeuwige relatie met de Levende.
Hij is, als zij in nood zijn gezeten,
in nacht en ontij bij hen 1:19); Hij
brengt hen veilig aan de oever. Ziet,
Ik ben met u, al de dagen tot aan de
voleinding der wereld.