Juliana van Stolberg, stammoeder der Oranjes onze j€^qó-p&qinó^= Sally en de kegels Komen en gaan 6 ZONDAGSBLAD 25 FEBRUARI 1956 VERTELLING VAN NEL VEERMAN (Vervolg). „Hè ja, vader, doet u dat!" riep Plo- nie. Dn Dirk had er nu ook schik in „Wanneer gebeurt het?" vroeg hij. „Volgende week." zei vader, „als ik eens een avond tijd heb." Sally glom bijna van blijdschap. Wat zou dat heerlijk zijn, als de kegels een nieuw gezicht kregen! Maar ze zouden er eerst nog wel verschrikkelijk kwaad om zijn' Wat zouden ze een drukte ma ken als ze weer op hu-n eigen plaatsje in de kast lagen. Ja, wat zouden ze wel niet allemaal zeggen! Ja, Zc waren verschrikkelijk kwaad. En ze maakten heel erg ruzie met el kaar. En toen ze de volgende dag een poosje met Sally alleen waren in een hoek van de kamer, zeiden ze allerlei lelijke dingen tegen haar. Dat Sally zich niets hoefde te verbeelden omdat zij nu toevallig haar eigen gezicht mocht houden. Zo mooi was dat gezicht van Sally nu toch ook niet. En dat ze Dirk zijn gezicht dan ook wel af mochten schuren. Moest je maar eens zien, hoe lelijk hij keek als hij met die akelige harde houten bal naar hen gooide. En dat het eigenlijk allemaal de schuld van Sally was en van Teddy ook. Want die hadden toen 's nachts op zolder zo'n lawaai gemaakt dat de oude mevrouw er wakker van was geworden. En daarom was Grada toen boven komen kijken. En daarom waren ze toen naar beneden gehaald. Ja, het was allemaal de schuld van Sally. ,,'t Is nietes, 't is allemaal de schuld van die nare beer met zijn kale vel." snibde er toen één. En daar kregen ze toen zo maar weer ruzie over. De één zei, dat het de schuld van Teddy was en de ander dat het Sally's schuld was. En toen begon nen ze elkaar te stompen en één van de kegels viel zo maar vanzelf onderste boven en stootte heel hard zijn hoofd togen de muur. Toen viel er nog een tweede omver, die bonkte met zijn hou ten voorhoofd tegen Sally's wang. Sally beet op haar tanden, zo'n pijn deed het. Toch wilde ze het niet laten merken. De kegels zeiden, dat het niet goed voor haar was. dat zij ook maar eens moest voelen hoe het was als er zo iets hards tegen je hoofd aan kwam. Zo mopperden ze nog een poosje door tot vader en moeder en Plonie en Dirk van de wandeling terug kwamen. Wat wat Sally blij toen Plonie haar weer op haar arm natn. Ze hoopte maar, dat ze nooit van z'n leven weer met de kegels alleen hoefde te zijn. Eigenlijk hoopte ze ook, dat ze de kegels nooit van z'n leven weer terug hoefde te zien. Maar dat zou wel niet kunnen, dacht ze. En dat gebeurde ook niet. Want toen ze een paar dagen later op Plonie's arm door de keuken gedragen werd, zag ze de kegels terug. Ze stonden op een hoek van het fornuis. Daar moes ten ze drogen want ze waren opnieuw geverfd. En wat waren ze veranderd! Ze hadden allemaal nieuwe gezichten gekregen, blijde, vriendelijke, lachen de gezichten. Dat was zo leuk! Sally had wel in haar handen willen klap pen van plezier. Maar zouden de kegels zelf nu ook veranderd zijn? Als ze nog eens alleen met hen was, zouden ze dan even vriendelijk tegen haar praten als ze er uitzagen? Sally begon er haast naar te verlan gen, nog eens samen met de kegls opgeborgen te worden. Maar ze wilde het toch niet helemaal echt graag, want stel je voor. dat ze nog even boos en onvriendelijk waren als vroeger.... Niet zo heel lang daarna hoorde Sally vader en moeder en iedereen in huis praten over verhuizen. Alweer verhuizen, dacht ze Bah, waar zou ik nu weer heen moeten! Maar al gauw begreep ze, dat Plonie meeging. Toen was ze niet meer zo ongerust. Maar toch schrok ze heel erg toen ze op een dag met de kegels in één cloos werd gelegd. Wat zou dat weer worden! Maar het viel erg mee. Toen het deksel op de doos was ge daan, begonnen de kegels meteen te fluisteren. En Sally wist niet, wat ze hoorde. Ze zeiden deze keer niets geen nare, akelige dingen. Ze zeiden juist al lerlei leuks. Dat ze zo blij waren, dat ze gingen verhuizen want dat ze in zo'n mooi, nieuw huis kwamen met zo'n fijne tuin erbij. Dat hadden ze de moeder van Dirk horen zeggen. En dat Dirk toch eigenlijk wel een aardige jongen was Hij gooide wel eens een beetje hard met een houten bal tegen hen aan, maar dat bedoelde hij niet zo kwaad. Hij deed het maar voor de grap om met he-n te spelen. En zij waren im mers juist om mee te spelen! En dat ze het zo prettig vonden om Sally weer te zien. En dat ze die rode jurk van Sally toch zo mooi vonden! „En ik vind jullie ook zo mooi," zei Sally toen. Op het eerste ge zicht zal dit mis schien een beetje vreemd, zijn. maar ik zal je gauw vertellen wat je doen moet. Je knipt de blokken uit en dan ga je ze op een andere kaar passen. Je krijgt dan van zelf een leuke tekening. Succes hoor! Vergeet leeftijd in de brief te schrijven. Voor het beantwoorden van briefjes ko men die kinderen in aanmerking, van wie de ach ternamen begin nen met de let ters O tot en met Z. „Maar wij hebben toch geen jurken aan zeiden de kegels. „Nee, maar jtillie hebben zulke mooie nieuwe gezichten. Ik vind dat jullie alle maal zo.... ehvrolijk kijken." Toen begonnen de kegels te lachen. Ze rolden tegen elkaar van de pret en rie pen maar „Ik ook! Ik ook!" „St," zei er toen één, „pas op, ze horen ons!" Maar nauwelijks waren ze stil, of ze sr elkaar uit gekheid weer een duw- Sn de pret begon opnieuw. Sally begon vanzelf mee te lachen. Dat moest Teddy eens kunnen horen, dacht ze. En Hansje. Ze zouden het niet kunnen ge- En toen ze aan Teddy en Hansje (Volgende wrok verder). onze BRievenBus Beste allemaal, Fijn, dat jullie schilder Jan zo goed hebt geholpen. Hier is de oplossing: Hier koopt U prettiger en voordeliger vooral beter. Kees Klop heeft de hoofd prijs gewonnen met zijn keurig verzorgde oplossing, en de troostprijzen zijn voor Lenie v. d. Kaaij, Ria den Hollander en Heleentje de Jong. Lenie, jij moet je volledig adres even schrijven, je had alleen je naam maar in de brief gezet. Weet jullie wat ik niet leuk vind Dat er zoveel kinderen zijn, die als maar om een prijs zeuren. Je weet, dat er per keer maar vier prijzen kunnen worden uitgeloofd. Ik schrijf vrecies op wie er prijzen gewonnen hebben en wanneer dat was. Jullie krijgen heus allemaal wel een beurt. Het is niet prettig, hoor, dat er kin deren zijn die me schrijven dat ik „oneerlijk" die prijzen verdeel! In het vervolg doe ik het zo: de brieven van de kindereii, die zeggen dat ze „nou wel eens een keertje een prijs willen hebben", gooi ik gewoon weg, en die krijgen dus geen antwoord. Jullie kennen dat rijmpje toch wel „Kinde ren die vragen, worden overgesla gen?" Hier volgen de briefjes van de kinde ren, van wie de achternamen met de letters H tot en met N beginnen. Daar is allereerst Hillie de Leeuw den Bou- ter, die me vertelt dat ze moeder al zo fijn helpt met boodschappen doen en tafel dekken en kopjes wassen. Flink zo! Het kleine zusje van Marian Mulder, Ida, lacht zo grappig. Jij had een mooie fruitwinkel getekend. Ria v. d. Haven. Is je verkoudheid alweer over? Wat een leuke kleertjes heeft jouw pop. Hernia Muysson heeft vrij gekregen omdat haar onderwijzer ziek was, en toen heeft ze moeder geholpen. An nie van Klaveren schrijft: als mijn broertje en mijn neefje in de tuin met de sneeuw bezig zijn, lijken het net twee sneeuwpoppen. 'Ben jij zo'n postze gelverzamelaarster geworden. Monica Munting? Groeten aan Evelijn, hoor. Freddy Kranenburg heeft op het ijs een hardrijder ingehaald! Jennie Hobo ziit op de huishoudschool, maar ze krijgt ook wel ijsvrij. Ik vind dat jij keurig schrijft, Ria v. d- Lelie, heb je dat in die korte tijd geleerd? Jij boft niet. Hans van Leeuwen, dat je de bof heb'! Heb je je boeken al uit? Nou, als je zusje ligt te zingen in bed zal ze wel gauw weer beter zijn. Tinie van Noort. Is je sjaal lekker warm? Wat kun Jij al keurig schrijven, Leo Koornneef. Dus op het laatste moment kon jij de oplossing vinden. Dlkkie v. d. Heij den, nog wel bedankt voor dat foto'tje van jou en Ria Wat eem avontuur, Carol Haisma, dat je zomaar in het water rolde, gelukkig, dait die meneer jou er uithaalde. Ja, Joke van de Niet, ik vind ook dat de schilder een leuk sikje heeft. Bedank Ineke maar voor haar mooie tekening. Vond je het schaatsen op de verlichte ijsbaan niet leuk, Janny Leeuwenburgh? Rietje Moen heeft fijn in de sneeuw ge speeld met haar broertje Fransje Ge lukkig maar. Bram van Hemert, dat het met die brand nog goed is afge lopen. Ben jij nog gaan kijken? Laat Joke ook maar meedoen. Greet je en Bram Maan. Wat een mooie dingen heb jij op je verjaardag gekregen, Ine ke van Herp. Dat bevalt jou zeker wel, hè Adriaan van Leerdam, om steeds ijsvrij te krijgen. Heb jij wel eens in een arrcslee gezeten, Agnes van Hoogen? Lenie Kroesbergen schrijft dat ze al aardig kan schaatsen, zonder te vallen. Ja. dat vallen is me wat, e zin van Haarlem. Ja, ik kan me wel voorstellen dat je moeder die vorst niet prettug vindt, Albert Jonker- Dat moet wel een flinke babypop zijn. die jij gekregen hebt. Joke Non kers. Carla Nieboi'g is ook al een week lang ziek geweest, maar gelukkig is ze weer opgeknapt. Ja, het is wel een mooi gezicht, hè Jan Keesje van Kleef, die arresleden en die paarden met die rinkelende belletjes. Jij bent dus oojt fijn aan het glijden en sleeën, Pietje Klcppc, heb je meegeholpen die baan te maken? Rinus Nijland en zijn broertje kijken altijd verlangend naar het Zondagsblad uit. Truus MacLean heeft kunstschaatsen en ze kan al voor- en achteruit rijden. Keesje heeft nieu we schaatsen van papa gekregen. Hoe is *t met de nieuwe jas. Adri Namink? Ja, jammer van die ijsbrekers, jong, maar er is nu eenmaal niets aan te doen! Ik hoop dat je verkoudheid alweer over is, Sieb van Hoog en dat je nu weer fijn kunt schaatsen. Wat een lief, klein zusje heb je, Marga de Koo- ter, je houdt zeker wel veel van haar. Ja, dat was een grappige tekening, Petra van der Kaaden, hoe kwam je op het idee? Johnny v. d. Heiden is ook al ziek en nu kan hij niet sleeën, 't Komt wel weer. hoor! Dat was ook wel een beetje dom van je. Jenneke van Krimpen, om net zo lang over het ijs te lopen tot je natte voeten had. Houd jij veel van muziek. Jan Moer kerken? Ja, wel een domme schil der, hè Hans Hoogerwcrf, in werkelijk heid doen schilders dit natuurlijk niet. Verlang jij al naar de Paasvacan- tie, Tlnie v. d. Hout? En verlang je ook naaj je Paasrapport? Dat was zeker een zendingsfilm die jij gezien hebt, Marry v. d. Kaaden- Tiny Hoede- maker is op 29 februari jarig. Alvast hartelijk gefeliciteerd, hoor, ik ben be nieuwd of je een mooi cadeau krijgt nu je echt jarig bent! Mag jij je vader wel eens helpen mert het verzorgen van de vogels, Nlci Knol? Hartelijk be- bedankt voor je mooie kaart, Dick van Leeuwen! Heeft je zusje zich erg bezeerd, Erica Labrijn? Wat zullen iullie zijn geschrokken! Fijn, dat je een mooie kaart hebt uitgezocht voor Cockie, Mieke Moerman. Kun je al „los" schaatsen, Franclneke Hilbers of doe je het nog met een stoel? Leuk, Gerda Lengkeck, dat je in de Paasva- cantie bij je tante mag logeren. De brieven kan ik niet bewaren, Tilly Lang straat. Als je nog niet goed kunt schrijven mag moeder het natuurlijk wel voor je doen, Nely Koen Mag je nu al weer naar school, Marrie de Jong cn is het helemaal in orde met je? Ik hoop dat het goed gegaan is met je keeltje, Joke Krul, en du>t je nu alles weer mag eten. L; Ma rijke ook maar meedoen, Adric Jonker. Hoe is het nu met papa? Fijn, dat je naar de Huishoudschool gaat. Tineke Harting. Is Hansje ook al op school? Nou, die meester van jullie zal heit misschien helemaal niet leuk vinden dat jullie hem zo'n rare naam gegeven hebt, Aartine Mourik. Kun jij ook al een beetje schaatsen. Jan Minnaard? Zo, Marlies Janse, dat zal een fijn cadeau worden, kunstschaatsen met ho ge witte schoenen Kees Kelderman heeft de derde prijs gehaald bij schaats wedstrijden voor jongens. Ria Heu- velman, Mezenstraat 13, Leiden, zou graag willen weten wie er mot iemand uit Zweden correspondeert. Ben je zomaar eens op visite geweest in Vlaar- dingen, Piet Keijzcr? Om het huis van Dicki Jongejan zijn allemaal sloten, dus nu kan hij fijn schaatsen. Is Adrie Oosthoek een vriendinnetje van je, Ton- ny Mast? De tijd komt wel weer, Jannie v. d. Hil, dat je weer met alles mag mee doen. Doe voorlopig nog maar kalm aan. Wanneer ga je nu hele da gen r.aar school? Grectje Mostcrt is ook jarig geweest en ze heeft een fijne dag gehad- Wat een grappig versje was dat, Nelly v. d. Kruk, schud je dat zomaar uit je mouw? Dus jij spaart plaatjes van auto's. Geert Klijn, is je album al haast vol? Dicky Ippel moest naar het ziekenhuis voor een blin dedarmoperatie. maar hopenliik is ze al weer beter. Adrie schrijft dat ze al veel platen van de prinsesjes hebben gekregen. Ja, je hebt nu wel gele genheid om goed schaatsen te leren, hè Jan Heijstek? Nou, Piet Moolenaar, ik wacht maar af wat je allemaal zult schrijven over je cadeaux. De moe der van Gerrit en Henny van Houwelin- gen schrijft dat Gerrit en Henny 's avoinds na het schaatsen zo'n honger en slaap hebben. Aart Koren heeft zo geschaatst, dat hij haast niet kon lopen, zo moe was hij. Het zusje van Corrle Nell heeft de eerste prijs gewonnen met schaatsen, wat leuk is dat, zeg! Hier komen de nieuwelingen: Wini fred Karstens, Henk Korving, Adri Koudstaal, Koos van der Keur, Lia van 't Hof, Pirn Hageman, Woutjc van Harten, EUi Kuivenhoven, Astrid van Ieperen, Nellie Kloosterman, Denise Nij- man, Carla v. d. Kraan, Frits en Gijs Kamphorst, Marga de Kooter, Leo Mor bus en Dik Niesing. Dag allemaal, tot de volgende week. Dan beantwoord ik de briefjes van kin deren, van wie de achternaam begint met de letters O tot en met Z. ZONDAGSBLAD 25 FEBRUARI 1956 3 Een vrouw, die haar geloof met daden bewees 'jSJ.'. Alles maakte zij dienstbaar aan de grote zaak der vrijheid EEN HERDENKING van de 450e ge boortedag van de Stammoeder der Oranjes zou zonder meer weinig zin Iets anders is, als we haar naam even in de aandacht terugroepen bij de herinnering aan de dag, waarop onze koningin Juliana gedoopt werd in de Juliana ook haar volk ving heeft koningin Wilhelmin leen haar kind. willen binden aan de naam aer moe der van Willem de Zwijger, wiens be tekenis voor de geschiedenis van Ne derland nooit zou te verstaan zijn zon der het stempel, door haar op zijn jongp leven gedrukt. Het zou eenzijdig zijn, bij dat woord „stempel" alleen te denken aan de le vensbeschouwing van deze moeder, die als een overtuigde Christin de opvoe ding van haar twaalf kinderen geleid heeft. Zij toch heeft haar belijdenis moeten beleven in de smart om het verlies van haar zonen Lodewijk en Hendrik tijdens de veldslag bij Mook, die evenals hun broers Jan en Adolf ,n de strijd voor een vrij Nederland hun bes4e krachten gegeven hebben Tekenend in dit verband is de reac tie van prins Willem, toen hij de ramp tijding van het sncuvelèn zijner broers vernam en aam zijn broer Jan schreef: „Al zouden wij ^llen moeten sterven en al werd dit gehele ongelukkige volk vermoord of verdreven, dan zouden wij toch moeten vertrouwen, dat God de Zijnen niet verlaat". TN ZULKE WOORDEN hoien wij de 1 echo der vele die Juliana van Stol berg gericht heeft tot haar kinderen bij haar opvoedende taak. Groen van Prinsterer getuigde van haar „tedere vroomheid", hem toesprekende uit haar brieven. Zij heeft in volle overtuiging la met gedurig gebci'. haar grote zoon prins Willem van Oranje bijgestaan in zijn kamp voor het goed en recht der Refor matie. In zijn studie over „De grondlegger der gewetensvrijheid" noemt J. vam de Linde daarvan een treffend bewijs. Toen in 1573 Requesens was opgetre den als landvoogd met de opdracht, om door gematigd optreden de door zijn voorganger Alva verwekte spanningen te verminderen, en hij een vrede aan bood zoudcr godsdienst- en gewetens vrijheid. stortte prins Willem zijn hart voor zijn moeder uit. Zij begreep hem. En hoewel haar plaats als moeder ken nende onbevoegd om raad te geven in staatszaken was haar antwoord: ,.Tot geen prijs moogt ge loslaten het der lihertcit van de consciën- beginsel i Dat hij dit beginsel zelfs heeft moe- tem verdedigen tegenover zijn aanhan kelijke vriend Ma'rnix vam St. Aldegon- de, moet voor de zoon van zulk een moeder wel heel pijnlijk zijn geweest. „Door vast te houden aan die eis", aldus Mamix, „stelt gij uw werk in de Nederlanden moedwillige!) in de waagschaal". In zijn biografie van Marnix van St. Aldegonde werpt prof. dr. A. A van Schelven daarop eem zij licht door zijn mening, dat Mamix „godsdienstvrijheid niet tengevolge van een algemeen en abstract, religieus of wijsgerig principe heeft voorgestaan". Alleen practische vrijheid voor de aan hangers der Reformatie stond hem voor ogen maar niet voor de Doopsgezinden DOCH WIJ keren terug naar Juliana van Stolberg. Zij was geboortig uit een oud Duits adellijk geslacht en is 74 jaar oud geworden. Haar huwelijk met Willem graaf van Nassau-Dillen- burg was een tweede; baar eerste ge maal was de graaf van Nassau, die in 1529 overleed; zij was toen dus pas 23 jaar. Met graaf Willem bevorderde zij, die de leer van Luther van heler harte was toegedaan, de verbreiding daarvan in de gebieden, welke haar Prins Willem heeft zijn moeder hoog geacht en zeer bemind. Zij eerde in hem het hoofd van haar nageslacht en beweesdat ook door na de dood van haar mam in 1559 hem te raadplegen bij de opvoeding vam zijm jongste broer Hendrik. Het middelpunt van haar taak als moeder was het stamslot Dillenburg, waar ook prins Maurits geboren is. Maar dit. in 1760 door oorlogsgeweld verwoeste kasteel, (waarvan de waarde inclusief het interieur werd geraamd op 1.800.000 guldens van die tijd) was meer: jarenlang was het ook het mid delpunt van de strijd tegen Spanje Er zijn daar zowel diplomatieke onderhan delingen gevoerd als krijgsplannen ge smeed. En Juliana van Stolberg heeft daar. evenals haar naamgenoot van nu op paleis Soestdijk, gezanten ontvangen, uit Kopenhagen cn Wenen, uit Madrid en Rome. Bovendien was Dillenburg het hoofdkwartier van Prins Willem's le- Uit Nederland stroomden officieren en manschappen derwaarts, om zich onder zijn vaandel te scharen. Een uit de bombardementen gespaarde eeuwen oude Unde herinnert aan de plek, waar de Prins in 1568 de Hollandse gezanten VOOR AL deze zamelingen was ruimte genoeg. Hoog boven een 300 meter lange en 20 meter hoge slotmuur, die nog van de ruïnes is staande gebleven, verheft zich sedert 1850 een 40 meter hoge toren. Boven de ingang van die toren is het wapen teen pelikaan) uitgebeeld, waaromheen het de- is gegrift: (Kalm te midden der woedende baren). Langs een wenteltrap met 157 treden bereikt men de bovenste galerij. En op de derde verdiepingen zijn drie za len ingericht, waarin vele herinneringen worden bewaard aan wat in vroeger en later tijd de betekenis van het slot Dillenburg voor de Reformatie is ge weest. Zo is de Willemstoren een in drukwekkend monument aan hen, die als geloofshelden en als mannen van de daad gestreden hebben, indirect en di rect, voor de Nederlanden in de 80- jarige oorlog. Zowel bekers en oud-porcelein, als munten, perkamenten en documenten zijn hier tentoongesteld En natuurlijk veel schilderijen en portretten tot dat van koningin Wilhelmina toe. Een gips model vam het verwoeste slot geeft een indruk van de uitgebreidheid. Er is ook ..Zoolang de Heere God gedenkt aan Zijn Verbond Blijft de Oranjestam geplant op Neer lands grond". TN DE GEDACHTENISZAAL van de 1 Willemstoren zijn vier grote en vier kleine schilderijen aangebracht in de omlijsting der gothische panelen Ook deze voeren de gedachten heen naar de vrouw, die op haar zoon Willem zo'n grote invloed gehad heeft; men ziet hem daar bij de troonsafstand van Ka- rel V te Brussel, bij de aanbieding van het smeekschrift der edelen, en bij zijn eedsaflegging als Stadhouder der Ne derlanden in de kerk te Brussel Drie momenten, die terugwijzen op een op voeding, die gegeven werd vanuit hot Evangelie, de bron, waaruit Juliana van Stolberg de kracht putte om te volharden en haar zonen te doen vol harden. Toen in 1566 de benauwenissen onder Spaanse druk voor de Nederlanden en dus voor prins Willem ten top stegen, was het weer zijn vrome moeder, die hem vermaande niets te doen tegen Gods Woord en te bidden om de Hei lige Geest. In de brief, waarin dat ge schreven stond, sloot zij een kort ge bed in met de dringende opwekking, het dagelijks te bidden. Slot Dillenburg TEKENEND voor het geesteaklimaat van Juliana van Stolberg was. dat zij, hoewel kinderlijk verheugd met el ke glimp van licht over de toestand in de Nederlanden, het meest verblijd was met het feit, dat prins Willem de beginselen der Reformer ie met beslist heid omhelsde. Hoewel zij meer Luthers en haar zoon meer Calvinistisch ge oriënteerd was. volkomen één waren zij in het geloof, dait bergen verzet Dit geloof werd mot daden bewezen: „Het vermogen en de familiebetrekkin gen van ons Huis", zo schreef'zij aan prins Willem, „moeten dienstbaar ge maakt worden aan de grote zaak" En ook dit is gerealiseerd: tot de Jan •aaf •r de strijd der Nederlanden te stijven, behoorde er ook van zijn moe der. Terecht heeft dr. Dönges in zijm boek over Willem de Zwijger (1909) de slotsom getrokken: „Zonder de hulp van het Huis Dillenburg zou de zaak der Nederlanden verloren zijn geweest". Er is. dunkt ons, thans alle aanlei ding om de vrouw te gedenken, wier naam onze Koningin draagt. En te dan ken voor een op haar kracht zo be proefde band, als tussen Nederland on Oranje eens gelegd, eeuwen lang sAerk gebleven en tussen 1940-1945 nog weer •ens bezegeld is. Er waren velen die kwamen en gingen. Mare. 6:31b. J"WEE stromingen kruisen elkaar in het zesde hoofdstuk van het Johannes-evangelie: het komen der menigte tot Jezus en het weggaan van hen èn het komen van Jezus tot de zijnen en het blijven der zijnen bij Wij lezen i?i vers 2, dat Hem een grote schare volgde. Jezus was ver moeid en ging scheep om naar de andere zijde van de zee over te varen. Doch de schare liet Hem niet los. Het was niet zo'n erg lange reis om lo pend naar de andere kant te komen. Een karavaan van minstens 5000 men sen ondernam de tocht van enkele uren. Welk een belangstelling voor JULIANA VAN Naar een foto var STOLBERG het origine e l.) Jezus; menig predikant zou er jaloers op kunnen worden. Maar Jezus ging aan de overzij gekomen de berg op. Als Jezus na het gebed de ogen opslaat, ziet Hij de grote schare als een kudde zonder herder cn in Zyn ontferming geeft Hij hun brood en toespijs, overvloedig. Maar als ze dan wéér komen opzetten en Hem willen huldigen, ja, het plan hebben om Hem koning te maken, dan trekt Hij zich wederom terug. Zij kómen Hij gaat. En als zij, die de nacht zijn over gebleven, de volgende morgen het scheepje der discipelen niet meer langs de oever zien liggen en ook Jezus niet zien, nemen zij een „lift" naar de overzij en zoeken Jezus in Kapemaum. Zij vinden Hem in de synagoge. Het schijnt hun toch wel ernst te zijn met het volgen van Jezus. Wat heerlijk dat op te merken. Hoevelen willen niét luisteren! Zouden de men sen uit onze tijd die moeiten er voor over hebben? Ik geloof van wel, ge zien de duizenden die ter bedevaart gaan of naar genezers-op-gebed. Dan spelen tijd en geld geen rol. Want het is bij velen als toen: de scharen volg den Hem om de wonderen en om die alleen. Dat blijkt ook uit het einde van hef verhaal: „toen keerden velen zich van Hem af', ja, zó velen, dat Jezus tot Zijn twaalven zegt: ..gij ivilt toch ook niet weggaan?" Aan het eind zijn de rollen omge keerd; Hij kwam zij gingen. Wat is daarvan toch de reden? Wel, tussen het begin en het eind van Joh. 6 ligt de prediking van Jezus, recht op de man af: Ik ben niet gekomen om alle ziekten weg te nemen: Ik ben niet gekomen om het brood vraag stuk op tc lossenIk ben niet gekomen om koning over de joden te worden. Ik ben gekomen om de zielen gezond te maken; Ik ben het Levende Broocl; Ik wil ko ning zijn over Israël, d.i. over de geestelijke kinderen van Abraham, de gelovigen; Ik vraag gelóóf; Ik vraag of u van genade wilt leven. En dat wil de mens niet. Toen niet en nu niet. Het zelf-willen-ver- dienen beheerst alle menselijke reli gies; het zit diep in aller hart. Maar die Jezus zoeken als hun Verzoener wan zonden; die waarachtig geloven dat Hij hen kan verlossen en zalig maken, die .blijven. Als wij het wagen met Hem en zeggen met Petrus: „Tot wie zouden wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven en wij hebben geloofd en erkend dat Gij zijl de Heilige Gods", dan blijft Hij bij ons. Niemand hurmer zal verloren gaan: zij blijven in eeuwige relatie met de Levende. Hij is, als zij in nood zijn gezeten, in nacht en ontij bij hen 1:19); Hij brengt hen veilig aan de oever. Ziet, Ik ben met u, al de dagen tot aan de voleinding der wereld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 9