GEEN ZEEVROUWEN Ik wist niet Z ijn er meer? WARM ETEN: yERLEDEliï'Dv Engelsen gaan Nederlandse gerechten proeven NIEUWE LEIDSCHE COURANT dat er zulke grappige verhalen in stonden De beste breister laat wel eens een steek vallen Moeilijk leven wordt vaak dubbel zo zwaar „Na ieder afscheid is er een weerzien en zo zyn er nooit twee onprettige dingen achter elkaar. „Er zijn een hoop meisjes, die verloofd zijn met een zeeman, maar zo gauw ze getrouwd zijn moet manlief van zee. Ik kreeg verkering met een zeeman, ben verloofd daarna en nu getrouwd. Toen we gingen verloven werd ik van alle kanten gewaarschuwd of ik wel wist wat ik deed. Nu, dat wist ik heel goed, anders was ik niet gaan verloven Dit lezen we in „Quo Vadis". het maandblad van de Nederlandse Christen Zeelieden Vereni ging, waarin een tijd lang een onderwerp in dis cussie is, dat men in het algemeen zou kunnen samenvatten onder de titel: de animo voor de zeevaart gaat achteruit. De oorzaak voor dat ver schijnsel is in verschillende omstandigheden te J| zoeken: men verkiest bijv. een baan „aan de wal" w met de geregelde werktijden boven het leven aan m boord, waar rnen „nooit klaar" is. Er zijn nog zo veel factoren meer, die daarin een woordje mee spreken. En van die factoren is er wel in het bijzonder op de slaat. Meer dan vroeger het geval wai schijnt het thans te gebeuren, dat eer zeeman zijn werk in de meest letter' lijke betekenis van het woord „laat i het spel is. „Er zijn geen zeevrouwen meer", heet het dan en dat wil zeggen, dat veel vrouwen tegenwoordig niet meer de kracht kunnen opbrengen om zich té verzoenen met een bestaan, dat vrijwel voortdurend alléén doorgebracht moet worden. De goeden niet te na gespro ken natuurlijk! MEISJE IN HET SPEL In het zelfde nummer van .Quo Va- dis"*schrijft de heer L. Wiersma dat van de leerlingen aan de Willem Barentz- school op Terschelling slechts 25 pet. de le rang behaalden. Reeds na hun 3e of 2e rang vallen velen af en volgens een leraar aan deze school is de oorzaak, dat, zodra een meisje in het spel komt. de lust om het zeegat uit te gaan aan merkelijk gaat verflauwen en er al heel vaak een minder betaald baantje aan de wal wordt gezocht. Ook gaan ver schillende stuurlieden naar de marine en luchtvaart over. waar ze een veel gere gelder leven hebben. In de Nieuwe Rotterdamse Courant heeft de heer H. Geijsen, chef van de afdeling arbeidszaken van de Kon. Rot terdamse Lloyd als redenen opgegeven: de sterke industrialisatie van het land, de nadelige gevolgen van de oorlog, de lange duur der reizen, de fiscale poli tiek. de sterk gewijzigde omstandighe den in bepaalde havens, de huisvestings moeilijkheden. en de houding van ver loofde resp. echtgenote ..Ze vroegen me of ik wel wist wat ik deed", schrijft mevrouw C. P. A. v. d Nol-Hesse uit Winschoten in de hierbo ven aangehaalde brief. STEEDS ALLEEN Zij is blijkbaar een van de vrou wen, die zich heel goed bewust zijn, wat het betekent om in je huwelijk vrijwel steeds alleen te zijn. ,.Ik wist het heel goed, anders was ik niet gaan verloven. En dat is de fout bij heel veel vrouwen", gaat de schrijf ster voort. „Als ze toch wel weten dat ze er niet tegen kunnen, kunnen ze het beter niet tot een verloving laten komen of het voor die tijd met elkaar bepraten. Vaak houden ze zich nog goed, denken: als we maar eerst getrouwd zijn dan gaat hij wel van zee; en ze maken de man er niet ge lukkiger mee." Het is de moeite waard om ook de rest van deze brief, die mevrouw v. d Nol schreef aan ,.Quo Vadis" naar aan leiding van een discussie over het on derwerp „zevaart in discrediet", te le zen. Zij schrijft nl. verder: „Zelf kom ik niet uit een zeemansfamilie, maar ik weet dat het m'n taak is een goede steun voor m'n man ts wezen als hij op zee is. Ik geef toe dat het natuurlijk ho peloos is, als ze.in het begin weer weg zijn, maar je moet het zo opgewekt mo- die I gelijk opvatten. Na elk afscheid men er nooit twee onprettige dingen achter elkaar! Wat helpt het als je er tegen aan zit te kankeren. En als dat a het meest logi sche? Dat hij van zee gaat. Wees dan dan ook altijd opgewekt in brie- Het kan wel eens voorkomen, zo schrijft ds. D. Solinger in het Evangelisch Luthers Weekblad, j dat een dameskrans of zusterkring °en vergaarbak is van allerlei dames, die elders niet terecht kunnen. Let u goed op, dames, ik zeg niet dat het altijd zo is, maar het komt wel eens -voor! De dames komen er dan niet gesticht te worden, doch om te breien en vooral om te praten, zo gaat de schrijver verder in dit artikeltje, dat als ondertitel heeft „Blunders die wij maken". Het is vooral de niet gemak kelijke taak van de predikantsvrouw, orde te scheppen in die chaos. Ten minste. zo vatte een gewetensvol do mineese het op, natuurlijk trouw bijge staan door haar êchtgenoot, die zoiets ook niet ko-n dulden. „De Bijbel wordt er niet gelezen geen gezangvers gezongen, daar moet eens wat aan gedaan worden", was de conclusie waartoe de echtelieden kwa men. De domineese of ..mevrouw", zoals ze in de wandeling genoemd wordt, stap te er op die kringavond moedig op af Zij zou niet gaarne bekend hebben, dat haar hart van rikketik ging Toen zij. eindelijk, na veel handgeschud en hoofd- geknik aan de tafel zaten, begon „me- vróuw" te spreken. Zij meende, dat een vereniging, die zo nauw aan de kerk verbonden was, toch wel meer aandacht mocht besteden aan de geestelijke dingen. Zij wilde daarom, aan het begin ieder samenzijn, uit de Bijbel lezen en een lied zingen. Moedig sloeg zij de Bijbel op en begon te lezen. Daar- gaf zij een lied op, dat, hoewel bekend, maar aarzelend werd mee gezongen. Dapper tierelierde „me vrouw" er boven uit. Na het lied barstte de bom. „Wij zitten hier niet in de kerk", was de mening. „Wij willen pratèn en niet luis teren". Mevrouw wilde echter van geen wijken wegen ,,U heeft nog tijd genoeg te praten", meende zij. Niet heel gewillig gaf men toe, namokkend en mopperend. De stemming was er uit die avond, of was er nog niet geweest. van de kringle- mee. „U moet de boog niet te strak spannen", raadde deze. .Forceren helpt niets. Wissel het eens af. Lees u nu eens uit de Bijbel en ïardig verhaal uit een boek. Het went heus wel." Mevrouw beloofde er over na te denken en er met haar man over te spreken. Half gebroken kwam zij de pastorie binnen en het „uitspreken" duurde tot middernacht. Het echtpaar ook gevolg daarvan is, dat zulke vrouwtjes nooit eens een eigen plekje hebben, ter- ze dit toch eigenlijk, juist omdat ze il alleen voor staan, vaak nog nodig hebben dan anderen. Bij sommige walbetrekkingen is meestal aak binnen korte tijd pph huis beschik- iaar, wat natuurlijk ook erg lokt. Zo wordt het moeilijke leven dikwijls nog dubbel zo zwaar. De schrijfster wijst erop. dat gevallen zijn waarbij de rollen zijn gekeerd en waarbij de vrouw zich wel weet aan te passen, may de man met. In zo'n geval kan de vrouw hem toch niet dwingen te blijven varen. Ook ma ken ze elkaar "op zee het hoofd wel op hol door te zeggen: ,Joh, je bent gek, kap er toch mee, nu ben je nog jong, ik wou dat ik vroegerenz". Maar ik geef toe. zo zegt de schrijfster, dat het meestal aan de vrouwen ligt. -Een zeemansvrouw zo besluit Er zijn dus minder „zeevrouwen" dan vrouw v. d. Nol haar epistel, moei vroeger - maar hoe komt dat? Ook hie: goed doorzettingsvermogen hebben spreekt de woningnood, en vaak in nog alles zoveel mogelijk van de zonnige schrijnender mate. een woordje mee. .kant bekijken. En dat er haast geen Vaak wordt geredeneerd: een zeemans- .zeevrouwen" meer zouden zyn, geloof vrouw is immers toch maar alleen en ik toch niet helemaal. De echte „zee- heeft een woning niet zozeer nodig. Het'vrouwen" hoor je meestal niet I Maakt u het zich gemakkelijk j ^lllllllllllllllllllliilllllillllllllillllllllllli Men moet zich op zijn gemak voe len bij het plaats nemen voor de toilettafel, men moet lekker kunnen zitten en zich niet in allerlei bochten moeten wringen om zichzelf te be kijken. Want we zijn moe aan het eind van de dag en dan- brengen we vaak de moed niet meer op om onze schoonheidsplichten te vervullen. Hoe is het licht? Zacht rose en flat terend. verborgen in een lief lampe- kapje" Ju. dat werkt wel aanmoe digend. maar het is spijtig: het is glad verkeerd. Dat hchf jokt, het doet u mooier schijnen dan u in werkelijkheid bent. Op ieder ander ogenblik van de dag is dat ge oorloofd, maar hier nu juist niet, hier moet het licht sterk en mee dogenloos zijn. Lw spiegel moet de waarheid kunnen spreken, net als die in het verhaal van Sneeuwwitje. Alleen u be hoeft de schoonste vrouw van 't land niet te zijn. Welnee, wat moet u er mee? Zoiets brengt u maar tot boze gedachten, net als dat gebeurde bij de boze stiefmoeder.' Illllilllllll!ll!!ll!l!!ll||l!lll|llllll!llllirr Het licht moet vrij en vlak op het gezicht vallen, opdat ieder rimpel tje en vlekje scherp te zien zal zijn. Het prettigs'.: licht is een dubbel licht, aangebracht aan beide kanten van de spiegel, een buislamp bij voorbeeld. Wat staat er al2o op de toilettafel? Natuurlijk de dream die u nodig heeft, de huidolie en de poeder. Verder een naglvijl, een nagel schaartje, een pmceet, een wenk- brauwborsteitje, een klein schaaltje voor water om de stukken tvatten in uit te knijpen, een doos gezichts- Na afloop liep besloot toen de raad van het welwillen de lid van de kring op te volgen. „Neem maar een grappig stukje'", zei dominee, ..bijvoorbeeld van Hervriët- te van Eijk of iets dergelijks." Mevrouw deed het. Het werd een groot suci Toen zij uitgelezen had. merkte één de dames op: „Sjonge, sjottge, ik wist niet dat er zulke grappige verhalen de Bijbel staan." De domeneer en 't kenien De domeneer van Emmel- oord ad een kenien, en bij de ke nien wol ie kliene kenienties em. Nou weet zelfs de domeneer, da'j deur een ram veur neudig em. Deurumme ging ie nao een van zien gemeenteleden toe en ie zeeg. „Kan 'k oe ram kriegen veur mien kenien?" „Jaowel domeneer", zeeg 't gemeentelid, en de domeneer ging nao uus met de ram on der de narm. Maar toen 't een paar weken eduurd ad. ging de gemeentenaar ies nao de dome neer toe umme te vraogen of ie zien ram ies weer terug kreeg. „Foi toch," zeeg de domeneer, toen ie aon de deur stin, „dié ek al lange opegeten". „Maar", zeeg ie der tot troost achter an, „as der strak kliene kenientjes bin. krie'j der wel eentien mee". En dè's eerluk echt gebeurd. m ('t Nieuws voor Kampen) maar het sal je gebeuren dal je in lange mantel een steek laat vallen, en dan liefst flink diep.' Aangenomen althans, dat u de moed hebt so'n omvangrijk werk stuk op de naalden Ien. Zo'n kort jasje i nog te doen. Iets anders is, of ,ulke mantels leuk en. Wij inden wel het geval met dat korte jasje, maar die langeErg praktisch lijkt dia ons niet, er sullen wel gauw .Jcnieën" in komen en het ge heel lijkt h ij lang agen nogal slobberig te worden. De mantels komen uit Amerika ontuorpen door Bel- doch Popper. VOOR VELE BEJAARDEN Haarlem telt ongeveer 16.0001 met een bezorgsysteem van war- bejaarden. Onder 3.000 van hen me maaltijden aan alleenwonende oejaarden. Een vijftigtal oudjes zal drie maal per week een warme maaltijd worden opgediend. Achthonderd bejaarden, te oud, te me. té afgeleefd om de energie op te brengen elke dag een een- óf tweeper- sóonsmaaltje te koken, zo lezen wij in het Fries Dagblad (chr. nat De acht honderd in Haarlem bekenden, dat ze le warme maaltijd uit hun bestaan ge- ichrapt hadden hoevelen durven er heeft men een enquête gehouden om te weten te komen, hoe vaak zij een warme maaltijd gebruiken. Er bleken ongeveer 800 te zijn, die weinig of geen warme maal tijden meer genieten. Dé Uniè van Vrouwelijke Vrijwilligers heeft nu een aanvang genomen Groot Brittannië gebruikt thans meer levensmiddelen dan voor de oorlog, zo heeft een secretaris .van het Britse mi nisterie van landbouw, visserij en voed selvoorziening medegedeeld. Men ver bruikt thans half zoveel melk, tien pro cent meer kaas, zeven procent meer suiker en vet. Ook de consumptie var, vlees en eieren is groter dan voor de oorlog. Het vertiruik van boter is nog niet he lemaal tot het vooroorlogse peil geste gen. Toch consumeert Groot Brittannië 60 procent meer boter per hoofd van de bevolking dan de zoveel rijkere Ver. Staten. Ondanks dit alles schijnen de orga nisatoren van de „Holland in Sheffield week" toch te menen, dat Groot Brit tannië er met al deze stijging van le vensmiddelen er nog niet in geslaagd is, werkelijk smakelijke maaltijden op te dienen. Dat zou men althans kunnen opmaken uit het feit, dat de huisvrou- i in Sheffield gedurende deze week. van 3 tot 10 maart gehouden wordt, de gelegenheid worden gesteld om s te kijken, hoe ze smakelijke Ne derlandse gerechten kunnen bereiden. Mejuffrouw M. E. van den Berg, van d- Nederlandse ambassade in Londen, zal kookdemonstraties geven. Mejuf frouw Van den Berg heeft haar oplei ding ontvangen aan een Nederlandse huishoudschool en zij heeft in Gr-»ot ittannië al naam gemaakt als kook- expert. Ze gaf reeds verscheidene de monstraties voor de televisiedienst van de BBC. Overigens zullen de Engelsen niet al leen iets te weten komen over onzé prestaties op het gebied van koken. Op de universiteit van Sheffield zal model van het Deltaplan te zien alsmede een van de drooglegging de Zuiderzee. En om alvast een indruk krijgen van ons land, zullén tw journalisten uit Sheffield en een verte genwoordiger van de BBC vóór de Ne derlandse week begint een bezoek aan ons land brengert. niet te komen? Onze grootmoeders, die heus wel raad wisten met hun tijd en hun vijf, zes, zeven gulden in de week, kook ten soep van vlees en groenten en stuurden de kinderen er met panne tjes op uit naar dezt zieke buurvrouw en die oude buurman, elke dag als het moest. Ze rekenden het tot hun eenvoudige plicht uit een gul hart te zorgen voor hen, die niet voor zich zelf konden zorgen. Neem maar aan. dat er in die tijd in geen dorp of stad acht of tachtig of achthonderd gevonden werden, die voorbij gingen van warm eten. Maar hoe redeneren wij? Van de wieg tot het graf wordt er voor allen gezorgd, in de vorm van geld althans, zorgvul dig uitgebeend tot de laatste cent. die het minimale levensonderhoud vergt; in de vorm van bejaardentehuizen, voor wie de opname kan betalen, en voor wie doodarm en doodongelukkig is. valt er nog een plaatsje open in een inrichting, want het is onze trots, dat niemand op straat van honger en ellende sterft. Maar tussen de wieg en het graf lig gen zoveel mogelijkhedi vloeitjes en dé wattenpot. En dan natuurlijk uw haarborstel en kam. Weet u wat ook een prettig bezit is? Een verstuiver voor eau de cologne i of lotion, en een vergrootglas of een vergrotend spiegeltje. Wanneer u al deze voorwerpen binnen uw bereik hebt staan zal de kleine plicht van iedere dag geen vervelexid corvee, maar een prettige bezigheid zijn. Bij het mantelpak Een correct blousje bij ons mantel pakje kunnen we altijd wel gebruiken. Dit modelletje heeft een boog, klein kraagje en platte plooitjes in het voor pand. De mouwtjes worden ingezet en hebben een smal manchetje. De be nodigde hoeveelheid stof is 1.65 m 90 cm breed. Patroon nr 211 is verkrijgbaar in de maten 42, 44 en 46. De patronen zijn i f 0.40 bij onze bureaux verkrijgbaar. Ook kunt u per post bestellen en wel V -f door aan de adreszijde van dé brief en—»'! kaart, waarop u deze bestelling doet. naast de gewone frankeerzegel f 0.50 aan postzegels te plakken. Na 3 maart kunnen geen bestellingen meer worden aangenomen. Och, clacir denk je zo gauw niet aan IN ons jachterig bestaan De rest gelooft het wel, of meenschap met zijn mede- bedienen we ons nogal meent het te druk te hébben mensen. Wij ..sloffen^' ze uitvlucht: „Och, daar denk je zo gayu niet aan". Uitvlucht, Iemand legt in zo'n g de vinger op een wonde wijls plek in ons leven, we voe len ons schuldig en dat doet pijn. Die pijn. dat op eens zo nauwe geweten, daar ontvluchtpn wij aan met de goedkope veront schuldiging: „Och, denk je zo gauw niet aan. 't Leven is ook zó druk." met gewichtiger zaken. Hier ligt een briefje v van iemand, die al ja de keel. Hoe kan bezoekje je goed doen". Deze zieke sluit een stukje bij haar brief in. geschreven door een andere zieke, die óók al jaren ligt, een stukje dat haar uit het hart gegrepen was Hieruit citeer ik: „Ook al lig- daar gen we te bed. we horen toch nog bij het leven. De mensen hoeven Je dan heus niet te _t deze dingen. Ik voél mezelf hierin ook schuldig. Het dringend beroep op aadwerkelijke naastenl i dezen is dan ook mede tot zelf gericht. Wij vergeten gauw. Als God eens zo met bij het opgroeien van haar kinderen? En weet u. bij wie u toch ook eens vrij geregeld moet binnenlopen? Bij onze in de maan- avonden in de week niet ■at het voornaamste Dan maar met een middag winkelen, die japon naaien, aan die trui voor Kees brei en, het koper poetsen. Eerst scheid-nemen voor maanden behoeven door te maken. Een gezagvoerder van onze koopvaardij schreef mij on langs hierover: „Mijn thuis komst en thuis zijn is een tijd van vreugde en feest in ons gezin, maar de dag van vertrek is zó moeilijk, dat bij na niemand dit kan besef fen. Als ik alles achter moet laten wat ik op aarde bezit, terwijl ieder ander dit i deren hebben, levén we op de avond aan, als vader met zijn zelfsprekend heeft van God verkregen gezag, het niet eens dankbaar verlossende woord zal spre- maakt dit ons wel ken. Onze zeemansvrouwen standig". daar ior is. Maar beseffen wij wel. dat ^eautie die dingen waar wij zo gauw niet aan denken meestal juist de diensten z{jn, die God nar, ons vraagt? Mag ik nanr aan- leidinn van enkele brieven die ik ontving, een paar >-an die liefde-diensten voor nog bij het j God en voor de naasten -en en eeer concreet noemen met allés deautjes. Daar duur voor en het zou ons maar gaan bezwaren. Nee, als ze enkel maar eens ko men praten. En dan gewoon Draten. gewoon vertellen wat ze op elk ander bezoek óók zouden vertellen Dan houden wij dat gevoel, dat Overpeinzingen van Margaritha jaren in dat ziekenhuis, dat sanatorium ligt. Toen hij (zij) pas ziek was bent u er van- ken tot zelfsprekend een paar maal geweest en u bracht nog een bloemetje mee ook. Maar toen dat maanden en jaren 1uurd<\ ja. toen eing ook dikwijls dif zieke behoren tot h Moeten wij. met "rouwen ons niet schamen dat er. in een zich altijd nos Christelijk noemende natie, •ulke roepstemmen naar die zieke. En zoals ge vraagd: gewoon praten. Niet denken: 'k zal maar niet over toch dat feestje praten, niet die hp- mop vertellen, want dat is Idje oijnlijk voor iemand, die £iek ligt Dat is beslist fout ge- W1J dacht. Met onze vermeend-" 'iingevoelieheid, bewijzen wii de zieke juist geen dienst. moeten het maar alleen zien te rooien. Laten we haar toch óók zoveel dit in ons vermo gen ligt met raad en daad bijstaan. Haar en de wedu- de geschei- grond kwade zinnetje je sterven" scheid toch eigenlijk is. Wat is het dan voor zo'n m"an op zee een steungevende ge dachte. dat zijn vrouw en kin deren hier zijn opgenomen in één levende gemeenschap der heiligen Voorzichtig dus met dat luchtige maar in de i haar vaak i Een zieke hoort graag iets Heus, deze dfngen maken iet hart van onze Godsdienst uit. Weg met al die vrome wóórden, die voos en pron zaamheid mag in de kerk Christus niet voorkomen. En daar schrijft me een zieke- .de eenzaamheid krulnt nv ■VRVM de -Weel". Zi' 'eniet de gemeenschap mei ^ar Heer en Heiland, ma»' -laarom heeft »i>n men* toch ook nog behoefte aan de ge komen? Een- vrolijks, iets blij's en gevoel kend. ja Goddeloos zijn, al! .Och. daar denk je Leven voor de ander en z< werken voor God. MARGARITHA humor is bij velen ge- 'ukklg nog aanwezig. Dit dan over de langdurig-" 'leken Maar we denken toch 'Ok bij voortdiiur aan de we luwen" Realiseren wij ons •vel. dat hoe langer zij haa- man moet missen, te schrij nender de eenzaamheid wordt baar Laten we het toch niet Dit was de uitgestoken hand inden dat we gezond zijn. o ijselfjk vanzelfsprekend at we elkaar als man er rouw nog bezitten, dat onz* isnnen altijd thuis zijn er 'ij nooit dat vréselijke af- je hemelse Vader. Be waar Jezelf zuiver en rein, •oals Hij dit van al Zijn kin- leren vraagt. Daaruit alléén can echt levensgeluk opbloei en. Een stevige hand van M. aanspraak te mogen maken op een in de overvolle ziekenhuizen en In richtingen, redde zichzelf, al trillen de oude handen, al weigeren de versleten benen dienst. Wie niet rijk genoeg is een plekje in een bejaardentehuis ..iet arm genoeg om gesteund te wor den, redde zichzelf op de benauwde grens van de karigheid. de zorg voor het eten. mindert de ener gie om zichzelf en de woning schoon te houden. gen! Maar hoeveel bejaarden zijn kinder loos of hebben zoons en dochters, die veraf wonen en die ze niet bezwaren wil len met klachten. Vooral 'oude vrouwen :ijn dikwijls te trots om hun ware toe stand van hulpbehoevendheid te erken- ?n, zelfs tegenover hun kinderen! Kookt er niemand meer soep met vlees en groenten, de voornaamste voe- ?smiddelen, die éen oud mens be- t? Worden ér nergens meer kinde- i op pad gestuurd met een pannetje n. gewikkeld in een nette, schone doek. met de boodschap: „Toe bern. bring dat gau efkes nei dy en dy. en hurd rinne, hear, oars wurdt it kóld?" iToe kind, breng dit eens gauw even tjes naar die of die. ên vlug lopen, hoor, nndérs wordt 't koud.) De noodzaak voor deze vorm van burenplicht is allesbehal ve opgeheven in 1956. De enquête in Haarlem bewijst het! Lever met rozijnen Rozijnen behoeven we heus niet allyd in krentenbrood of ander gebak te verwerken. Er zjjn ook nog andere gerechten, die zich met rozijnen heel goed laten combineren: lever bijvoor beeld. Voor gebakken lever met rozijnen heeft u nodig als er op vier personen gerekend wordt) 4 plakken runder- of varkenslever van ongeveer 75 gram elk, wat zout, bloem, 80 gram boter en 50 gram rozijnen. De lever licht zouten, in bloem wente len en in boter bruin bakken. Intussen de rozijnen wasSen en in 1 dl warm water wellen. Bij het stoven van de lever de rozijnen toevoegen evenals het vocht. Na 10 a 15 min. de leverplakken uit de jut nemen, met een schuimspaan de rotjjnen over de lapjet verdelen. De jus eventueel nog iets verdunnen, doorwarmen en over de lever gieten. Met appelmoes en gebakken aardappe len ia dit een uitstekende combinatie. Wij kunnen heus wel rekenen! Wij kunnen heus wel rekenen en wij Maar één miljoen is het zelfde els „honderdduizenden", en nu is juist dat achtervoegsel „én" weggevallen de vo rige week in ons artikel over het ge bruik v^a de tandenborstel In Neder land. Daardoor zou de indruk gewekt kunnen worden, dat tien procent van de Nederlandse bevolking, die zijn tan den niet poetst, 100.000 personen omvat ten zou volgens ons. Gehoord: dat voor kleuters de niet-vette vleesstukken en vleeswaren door hun groter gehalte aan opbou wende voedingsstoffen waarde voller tijn dan seer vet vlees, spek en vette worst. Gezien: een plastic pasklaar douchegor dijn, In de borensoom vaarvan gaten sijn gemaakt (gelast) waardoor plastic haken gehaakt kunnen worden, die sowel over een gewone ronde roede als door de oogies van rail-ringetjes ge haald kunnen worden. Gelezen: in Ladies' Home Journal, dat de combinatie blauwe wollen kousen en groene rokken bij de Ameri kaanse jongedames veel bijval ontmoet. Niet alleen in Amerika, dachten wij zo

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 13