GEEN ZEEVROUWEN
Ik wist niet
Z
ijn er
meer?
WARM ETEN: yERLEDEliï'Dv
Engelsen gaan Nederlandse
gerechten proeven
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
dat er zulke grappige verhalen in stonden
De beste breister laat wel eens
een steek vallen
Moeilijk leven wordt vaak dubbel
zo zwaar
„Na ieder afscheid is er een
weerzien en zo zyn er nooit
twee onprettige dingen achter
elkaar.
„Er zijn een hoop meisjes, die verloofd zijn
met een zeeman, maar zo gauw ze getrouwd
zijn moet manlief van zee. Ik kreeg verkering
met een zeeman, ben verloofd daarna en nu
getrouwd. Toen we gingen verloven werd ik van
alle kanten gewaarschuwd of ik wel wist wat ik
deed. Nu, dat wist ik heel goed, anders was ik
niet gaan verloven
Dit lezen we in „Quo Vadis". het maandblad
van de Nederlandse Christen Zeelieden Vereni
ging, waarin een tijd lang een onderwerp in dis
cussie is, dat men in het algemeen zou kunnen
samenvatten onder de titel: de animo voor de
zeevaart gaat achteruit. De oorzaak voor dat ver
schijnsel is in verschillende omstandigheden te J|
zoeken: men verkiest bijv. een baan „aan de wal" w
met de geregelde werktijden boven het leven aan m
boord, waar rnen „nooit klaar" is. Er zijn nog zo
veel factoren meer, die daarin een woordje mee
spreken.
En van die factoren is er
wel in het bijzonder op de
slaat. Meer dan vroeger het geval wai
schijnt het thans te gebeuren, dat eer
zeeman zijn werk in de meest letter'
lijke betekenis van het woord „laat
i het spel is.
„Er zijn geen zeevrouwen meer", heet
het dan en dat wil zeggen, dat veel
vrouwen tegenwoordig niet meer de
kracht kunnen opbrengen om zich té
verzoenen met een bestaan, dat vrijwel
voortdurend alléén doorgebracht moet
worden. De goeden niet te na gespro
ken natuurlijk!
MEISJE IN HET SPEL
In het zelfde nummer van .Quo Va-
dis"*schrijft de heer L. Wiersma dat van
de leerlingen aan de Willem Barentz-
school op Terschelling slechts 25 pet. de
le rang behaalden. Reeds na hun 3e of
2e rang vallen velen af en volgens een
leraar aan deze school is de oorzaak,
dat, zodra een meisje in het spel komt.
de lust om het zeegat uit te gaan aan
merkelijk gaat verflauwen en er al heel
vaak een minder betaald baantje aan
de wal wordt gezocht. Ook gaan ver
schillende stuurlieden naar de marine en
luchtvaart over. waar ze een veel gere
gelder leven hebben.
In de Nieuwe Rotterdamse Courant
heeft de heer H. Geijsen, chef van de
afdeling arbeidszaken van de Kon. Rot
terdamse Lloyd als redenen opgegeven:
de sterke industrialisatie van het land,
de nadelige gevolgen van de oorlog, de
lange duur der reizen, de fiscale poli
tiek. de sterk gewijzigde omstandighe
den in bepaalde havens, de huisvestings
moeilijkheden. en de houding van ver
loofde resp. echtgenote
..Ze vroegen me of ik wel wist wat ik
deed", schrijft mevrouw C. P. A. v. d
Nol-Hesse uit Winschoten in de hierbo
ven aangehaalde brief.
STEEDS ALLEEN
Zij is blijkbaar een van de vrou
wen, die zich heel goed bewust zijn,
wat het betekent om in je huwelijk
vrijwel steeds alleen te zijn. ,.Ik wist
het heel goed, anders was ik niet
gaan verloven. En dat is de fout bij
heel veel vrouwen", gaat de schrijf
ster voort. „Als ze toch wel weten
dat ze er niet tegen kunnen, kunnen
ze het beter niet tot een verloving
laten komen of het voor die tijd met
elkaar bepraten. Vaak houden ze zich
nog goed, denken: als we maar eerst
getrouwd zijn dan gaat hij wel van
zee; en ze maken de man er niet ge
lukkiger mee."
Het is de moeite waard om ook de
rest van deze brief, die mevrouw v. d
Nol schreef aan ,.Quo Vadis" naar aan
leiding van een discussie over het on
derwerp „zevaart in discrediet", te le
zen. Zij schrijft nl. verder: „Zelf kom
ik niet uit een zeemansfamilie, maar ik
weet dat het m'n taak is een goede
steun voor m'n man ts wezen als hij op
zee is. Ik geef toe dat het natuurlijk ho
peloos is, als ze.in het begin weer weg
zijn, maar je moet het zo opgewekt mo-
die I gelijk opvatten.
Na elk afscheid
men er nooit twee
onprettige dingen
achter elkaar! Wat
helpt het als je er
tegen aan zit te
kankeren. En als
dat a
het meest logi
sche? Dat hij van
zee gaat. Wees
dan dan ook altijd
opgewekt in brie-
Het kan wel eens voorkomen,
zo schrijft ds. D. Solinger in het
Evangelisch Luthers Weekblad,
j dat een dameskrans of zusterkring
°en vergaarbak is van allerlei
dames, die elders niet terecht
kunnen. Let u goed op, dames,
ik zeg niet dat het altijd zo is,
maar het komt wel eens -voor!
De dames komen er dan niet
gesticht te worden, doch om te breien
en vooral om te praten, zo gaat de
schrijver verder in dit artikeltje, dat
als ondertitel heeft „Blunders die wij
maken". Het is vooral de niet gemak
kelijke taak van de predikantsvrouw,
orde te scheppen in die chaos. Ten
minste. zo vatte een gewetensvol do
mineese het op, natuurlijk trouw bijge
staan door haar êchtgenoot, die zoiets
ook niet ko-n dulden.
„De Bijbel wordt er niet gelezen
geen gezangvers gezongen, daar moet
eens wat aan gedaan worden", was de
conclusie waartoe de echtelieden kwa
men. De domineese of ..mevrouw", zoals
ze in de wandeling genoemd wordt, stap
te er op die kringavond moedig op af
Zij zou niet gaarne bekend hebben, dat
haar hart van rikketik ging Toen zij.
eindelijk, na veel handgeschud en hoofd-
geknik aan de tafel zaten, begon „me-
vróuw" te spreken.
Zij meende, dat een vereniging,
die zo nauw aan de kerk verbonden
was, toch wel meer aandacht mocht
besteden aan de geestelijke dingen.
Zij wilde daarom, aan het begin
ieder samenzijn, uit de Bijbel lezen
en een lied zingen. Moedig sloeg zij
de Bijbel op en begon te lezen. Daar-
gaf zij een lied op, dat, hoewel
bekend, maar aarzelend werd mee
gezongen. Dapper tierelierde „me
vrouw" er boven uit.
Na het lied barstte de bom. „Wij
zitten hier niet in de kerk", was de
mening. „Wij willen pratèn en niet luis
teren". Mevrouw wilde echter van geen
wijken wegen ,,U heeft nog tijd genoeg
te praten", meende zij. Niet heel
gewillig gaf men toe, namokkend en
mopperend. De stemming was er uit
die avond, of was er nog niet geweest.
van de kringle-
mee. „U moet de
boog niet te strak spannen", raadde deze.
.Forceren helpt niets. Wissel het eens
af. Lees u nu eens uit de Bijbel en
ïardig verhaal uit een
boek. Het went heus wel."
Mevrouw beloofde er over na te
denken en er met haar man over te
spreken. Half gebroken kwam zij de
pastorie binnen en het „uitspreken"
duurde tot middernacht. Het echtpaar
ook gevolg daarvan is, dat zulke vrouwtjes
nooit eens een eigen plekje hebben, ter-
ze dit toch eigenlijk, juist omdat ze
il alleen voor staan, vaak nog
nodig hebben dan anderen. Bij
sommige walbetrekkingen is meestal
aak binnen korte tijd pph huis beschik-
iaar, wat natuurlijk ook erg lokt. Zo
wordt het moeilijke leven dikwijls nog
dubbel zo zwaar.
De schrijfster wijst erop. dat
gevallen zijn waarbij de rollen zijn
gekeerd en waarbij de vrouw zich wel
weet aan te passen, may de man met.
In zo'n geval kan de vrouw hem toch
niet dwingen te blijven varen. Ook ma
ken ze elkaar "op zee het hoofd wel op
hol door te zeggen: ,Joh, je bent gek,
kap er toch mee, nu ben je nog jong,
ik wou dat ik vroegerenz". Maar
ik geef toe. zo zegt de schrijfster, dat
het meestal aan de vrouwen ligt. -Een zeemansvrouw zo besluit
Er zijn dus minder „zeevrouwen" dan vrouw v. d. Nol haar epistel, moei
vroeger - maar hoe komt dat? Ook hie: goed doorzettingsvermogen hebben
spreekt de woningnood, en vaak in nog alles zoveel mogelijk van de zonnige
schrijnender mate. een woordje mee. .kant bekijken. En dat er haast geen
Vaak wordt geredeneerd: een zeemans- .zeevrouwen" meer zouden zyn, geloof
vrouw is immers toch maar alleen en ik toch niet helemaal. De echte „zee-
heeft een woning niet zozeer nodig. Het'vrouwen" hoor je meestal niet
I Maakt u het zich gemakkelijk j
^lllllllllllllllllllliilllllillllllllillllllllllli
Men moet zich op zijn gemak voe
len bij het plaats nemen voor de
toilettafel, men moet lekker kunnen
zitten en zich niet in allerlei bochten
moeten wringen om zichzelf te be
kijken. Want we zijn moe aan het
eind van de dag en dan- brengen we
vaak de moed niet meer op om onze
schoonheidsplichten te vervullen.
Hoe is het licht? Zacht rose en flat
terend. verborgen in een lief lampe-
kapje" Ju. dat werkt wel aanmoe
digend. maar het is spijtig: het is
glad verkeerd. Dat hchf jokt, het
doet u mooier schijnen dan u in
werkelijkheid bent. Op ieder ander
ogenblik van de dag is dat ge
oorloofd, maar hier nu juist niet,
hier moet het licht sterk en mee
dogenloos zijn.
Lw spiegel moet de waarheid kunnen
spreken, net als die in het verhaal
van Sneeuwwitje. Alleen u be
hoeft de schoonste vrouw van
't land niet te zijn. Welnee, wat
moet u er mee? Zoiets brengt u
maar tot boze gedachten, net als dat
gebeurde bij de boze stiefmoeder.'
Illllilllllll!ll!!ll!l!!ll||l!lll|llllll!llllirr
Het licht moet vrij en vlak op het
gezicht vallen, opdat ieder rimpel
tje en vlekje scherp te zien zal zijn.
Het prettigs'.: licht is een dubbel
licht, aangebracht aan beide kanten
van de spiegel, een buislamp bij
voorbeeld.
Wat staat er al2o op de toilettafel?
Natuurlijk de dream die u nodig
heeft, de huidolie en de poeder.
Verder een naglvijl, een nagel
schaartje, een pmceet, een wenk-
brauwborsteitje, een klein schaaltje
voor water om de stukken tvatten
in uit te knijpen, een doos gezichts-
Na afloop liep
besloot toen de raad van het welwillen
de lid van de kring op te volgen.
„Neem maar een grappig stukje'",
zei dominee, ..bijvoorbeeld van Hervriët-
te van Eijk of iets dergelijks." Mevrouw
deed het. Het werd een groot suci
Toen zij uitgelezen had. merkte één
de dames op: „Sjonge, sjottge, ik wist
niet dat er zulke grappige verhalen
de Bijbel staan."
De domeneer en
't kenien
De domeneer van Emmel-
oord ad een kenien, en bij de ke
nien wol ie kliene kenienties em.
Nou weet zelfs de domeneer,
da'j deur een ram veur neudig
em. Deurumme ging ie nao een
van zien gemeenteleden toe en
ie zeeg. „Kan 'k oe ram kriegen
veur mien kenien?"
„Jaowel domeneer", zeeg 't
gemeentelid, en de domeneer
ging nao uus met de ram on
der de narm. Maar toen 't een
paar weken eduurd ad. ging de
gemeentenaar ies nao de dome
neer toe umme te vraogen of
ie zien ram ies weer terug
kreeg.
„Foi toch," zeeg de domeneer,
toen ie aon de deur stin, „dié
ek al lange opegeten". „Maar",
zeeg ie der tot troost achter an,
„as der strak kliene kenientjes
bin. krie'j der wel eentien mee".
En dè's eerluk echt gebeurd. m
('t Nieuws voor Kampen)
maar het sal je
gebeuren dal je in
lange mantel een
steek laat vallen, en
dan liefst flink diep.'
Aangenomen althans,
dat u de moed hebt
so'n omvangrijk werk
stuk op de naalden
Ien. Zo'n kort
jasje
i nog te doen.
Iets anders is, of
,ulke mantels leuk
en. Wij
inden
wel het geval met
dat korte jasje, maar
die langeErg
praktisch lijkt dia
ons niet, er sullen
wel gauw .Jcnieën"
in komen en het ge
heel lijkt
h ij
lang
agen nogal
slobberig te worden.
De mantels komen
uit Amerika
ontuorpen door Bel-
doch Popper.
VOOR VELE BEJAARDEN
Haarlem telt ongeveer 16.0001 met een bezorgsysteem van war-
bejaarden. Onder 3.000 van hen me maaltijden aan alleenwonende
oejaarden. Een vijftigtal oudjes
zal drie maal per week een
warme maaltijd worden opgediend.
Achthonderd bejaarden, te oud, te
me. té afgeleefd om de energie op te
brengen elke dag een een- óf tweeper-
sóonsmaaltje te koken, zo lezen wij in
het Fries Dagblad (chr. nat De acht
honderd in Haarlem bekenden, dat ze
le warme maaltijd uit hun bestaan ge-
ichrapt hadden hoevelen durven er
heeft men een enquête gehouden
om te weten te komen, hoe vaak
zij een warme maaltijd gebruiken.
Er bleken ongeveer 800 te zijn,
die weinig of geen warme maal
tijden meer genieten. Dé Uniè
van Vrouwelijke Vrijwilligers
heeft nu een aanvang genomen
Groot Brittannië gebruikt thans meer
levensmiddelen dan voor de oorlog, zo
heeft een secretaris .van het Britse mi
nisterie van landbouw, visserij en voed
selvoorziening medegedeeld. Men ver
bruikt thans half zoveel melk, tien pro
cent meer kaas, zeven procent meer
suiker en vet. Ook de consumptie var,
vlees en eieren is groter dan voor de
oorlog.
Het vertiruik van boter is nog niet he
lemaal tot het vooroorlogse peil geste
gen. Toch consumeert Groot Brittannië
60 procent meer boter per hoofd van
de bevolking dan de zoveel rijkere Ver.
Staten.
Ondanks dit alles schijnen de orga
nisatoren van de „Holland in Sheffield
week" toch te menen, dat Groot Brit
tannië er met al deze stijging van le
vensmiddelen er nog niet in geslaagd
is, werkelijk smakelijke maaltijden op
te dienen. Dat zou men althans kunnen
opmaken uit het feit, dat de huisvrou-
i in Sheffield gedurende deze week.
van 3 tot 10 maart gehouden wordt,
de gelegenheid worden gesteld om
s te kijken, hoe ze smakelijke Ne
derlandse gerechten kunnen bereiden.
Mejuffrouw M. E. van den Berg, van
d- Nederlandse ambassade in Londen,
zal kookdemonstraties geven. Mejuf
frouw Van den Berg heeft haar oplei
ding ontvangen aan een Nederlandse
huishoudschool en zij heeft in Gr-»ot
ittannië al naam gemaakt als kook-
expert. Ze gaf reeds verscheidene de
monstraties voor de televisiedienst van
de BBC.
Overigens zullen de Engelsen niet al
leen iets te weten komen over onzé
prestaties op het gebied van koken. Op
de universiteit van Sheffield zal
model van het Deltaplan te zien
alsmede een van de drooglegging
de Zuiderzee. En om alvast een indruk
krijgen van ons land, zullén tw
journalisten uit Sheffield en een verte
genwoordiger van de BBC vóór de Ne
derlandse week begint een bezoek aan
ons land brengert.
niet
te komen?
Onze grootmoeders, die heus wel
raad wisten met hun tijd en hun vijf,
zes, zeven gulden in de week, kook
ten soep van vlees en groenten en
stuurden de kinderen er met panne
tjes op uit naar dezt zieke buurvrouw
en die oude buurman, elke dag als
het moest. Ze rekenden het tot hun
eenvoudige plicht uit een gul hart te
zorgen voor hen, die niet voor zich
zelf konden zorgen. Neem maar aan.
dat er in die tijd in geen dorp of
stad acht of tachtig of achthonderd
gevonden werden, die voorbij gingen
van warm eten.
Maar hoe redeneren wij? Van de wieg
tot het graf wordt er voor allen gezorgd,
in de vorm van geld althans, zorgvul
dig uitgebeend tot de laatste cent. die
het minimale levensonderhoud vergt; in
de vorm van bejaardentehuizen, voor wie
de opname kan betalen, en voor wie
doodarm en doodongelukkig is. valt er
nog een plaatsje open in een inrichting,
want het is onze trots, dat niemand op
straat van honger en ellende sterft.
Maar tussen de wieg en het graf lig
gen zoveel mogelijkhedi
vloeitjes en dé wattenpot. En dan
natuurlijk uw haarborstel en kam.
Weet u wat ook een prettig bezit is?
Een verstuiver voor eau de cologne i
of lotion, en een vergrootglas of een
vergrotend spiegeltje. Wanneer u al
deze voorwerpen binnen uw bereik
hebt staan zal de kleine plicht van
iedere dag geen vervelexid corvee,
maar een prettige bezigheid zijn.
Bij het mantelpak
Een correct blousje bij ons mantel
pakje kunnen we altijd wel gebruiken.
Dit modelletje heeft een boog, klein
kraagje en platte plooitjes in het voor
pand. De mouwtjes worden ingezet en
hebben een smal manchetje. De be
nodigde hoeveelheid stof is 1.65 m 90
cm breed.
Patroon nr 211 is verkrijgbaar in de
maten 42, 44 en 46. De patronen zijn i
f 0.40 bij onze bureaux verkrijgbaar.
Ook kunt u per post bestellen en wel
V -f door aan de adreszijde van dé brief
en—»'! kaart, waarop u deze bestelling doet.
naast de gewone frankeerzegel f 0.50
aan postzegels te plakken. Na 3 maart
kunnen geen bestellingen meer worden
aangenomen.
Och, clacir denk je zo gauw niet aan
IN ons jachterig bestaan De rest gelooft het wel, of meenschap met zijn mede-
bedienen we ons nogal meent het te druk te hébben mensen. Wij ..sloffen^' ze
uitvlucht:
„Och, daar denk je zo gayu
niet aan". Uitvlucht,
Iemand legt in zo'n g
de vinger op een wonde wijls
plek in ons leven, we voe
len ons schuldig en dat
doet pijn. Die pijn. dat op
eens zo nauwe geweten,
daar ontvluchtpn wij aan
met de goedkope veront
schuldiging: „Och,
denk je zo gauw niet aan.
't Leven is ook zó druk."
met gewichtiger zaken.
Hier ligt een briefje v
van iemand, die al ja
de keel. Hoe kan
bezoekje je goed doen".
Deze zieke sluit een stukje bij
haar brief in. geschreven door
een andere zieke, die óók al
jaren ligt, een stukje dat haar
uit het hart gegrepen was
Hieruit citeer ik: „Ook al lig-
daar gen we te bed. we horen toch
nog bij het leven. De mensen
hoeven Je dan heus niet te
_t deze dingen. Ik voél
mezelf hierin ook schuldig.
Het dringend beroep op
aadwerkelijke naastenl
i dezen is dan ook mede tot
zelf gericht. Wij vergeten
gauw. Als God eens zo met
bij het opgroeien van haar
kinderen? En weet u. bij wie
u toch ook eens vrij geregeld
moet binnenlopen? Bij onze
in de maan-
avonden in de week niet
■at het voornaamste
Dan maar met een middag
winkelen, die japon naaien,
aan die trui voor Kees brei
en, het koper poetsen. Eerst
scheid-nemen voor maanden
behoeven door te maken.
Een gezagvoerder van onze
koopvaardij schreef mij on
langs hierover: „Mijn thuis
komst en thuis zijn is een
tijd van vreugde en feest in
ons gezin, maar de dag van
vertrek is zó moeilijk, dat bij
na niemand dit kan besef
fen. Als ik alles achter moet
laten wat ik op aarde bezit,
terwijl ieder ander dit i
deren hebben, levén we op de
avond aan, als vader met zijn zelfsprekend heeft
van God verkregen gezag, het niet eens dankbaar
verlossende woord zal spre- maakt dit ons wel
ken. Onze zeemansvrouwen standig".
daar
ior is.
Maar beseffen wij wel. dat ^eautie
die dingen waar wij zo
gauw niet aan denken
meestal juist de diensten
z{jn, die God nar, ons
vraagt? Mag ik nanr aan-
leidinn van enkele brieven
die ik ontving, een paar
>-an die liefde-diensten voor nog bij het j
God en voor de naasten -en en eeer
concreet noemen
met
allés
deautjes. Daar
duur voor en het zou ons
maar gaan bezwaren. Nee,
als ze enkel maar eens ko
men praten. En dan gewoon
Draten. gewoon vertellen wat
ze op elk ander bezoek óók
zouden vertellen Dan houden
wij dat gevoel, dat
Overpeinzingen van Margaritha
jaren in dat ziekenhuis, dat
sanatorium ligt. Toen hij (zij)
pas ziek was bent u er van- ken tot
zelfsprekend een paar maal
geweest en u bracht nog een
bloemetje mee ook. Maar
toen dat maanden en jaren
1uurd<\ ja. toen eing ook dikwijls
dif zieke behoren tot h
Moeten wij. met
"rouwen ons niet schamen
dat er. in een zich altijd nos
Christelijk noemende natie,
•ulke roepstemmen
naar die zieke. En zoals ge
vraagd: gewoon praten. Niet
denken: 'k zal maar niet over
toch dat feestje praten, niet die
hp- mop vertellen, want dat is
Idje oijnlijk voor iemand, die £iek
ligt Dat is beslist fout ge-
W1J dacht. Met onze vermeend-"
'iingevoelieheid, bewijzen wii
de zieke juist geen dienst.
moeten het maar alleen zien
te rooien. Laten we haar toch
óók zoveel dit in ons vermo
gen ligt met raad en daad
bijstaan. Haar en de wedu-
de geschei- grond kwade zinnetje
je sterven"
scheid toch eigenlijk is. Wat
is het dan voor zo'n m"an op
zee een steungevende ge
dachte. dat zijn vrouw en kin
deren hier zijn opgenomen in
één levende gemeenschap
der heiligen Voorzichtig dus
met dat luchtige maar in de
i haar vaak i
Een zieke hoort graag iets
Heus, deze dfngen maken
iet hart van onze Godsdienst
uit. Weg met al die vrome
wóórden, die voos en pron
zaamheid mag in de kerk
Christus niet voorkomen. En
daar schrijft me een zieke-
.de eenzaamheid krulnt nv
■VRVM de -Weel". Zi'
'eniet de gemeenschap mei
^ar Heer en Heiland, ma»'
-laarom heeft »i>n men* toch
ook nog behoefte aan de ge
komen? Een- vrolijks, iets blij's en gevoel kend. ja Goddeloos zijn, al!
.Och. daar denk je
Leven voor de ander en z<
werken voor God.
MARGARITHA
humor is bij velen ge-
'ukklg nog aanwezig.
Dit dan over de langdurig-"
'leken Maar we denken toch
'Ok bij voortdiiur aan de we
luwen" Realiseren wij ons
•vel. dat hoe langer zij haa-
man moet missen, te schrij
nender de eenzaamheid wordt
baar Laten we het toch niet Dit was de uitgestoken hand
inden dat we gezond zijn.
o ijselfjk vanzelfsprekend
at we elkaar als man er
rouw nog bezitten, dat onz*
isnnen altijd thuis zijn er
'ij nooit dat vréselijke af-
je hemelse Vader. Be
waar Jezelf zuiver en rein,
•oals Hij dit van al Zijn kin-
leren vraagt. Daaruit alléén
can echt levensgeluk opbloei
en. Een stevige hand van M.
aanspraak te mogen maken op een
in de overvolle ziekenhuizen en In
richtingen, redde zichzelf, al trillen de
oude handen, al weigeren de versleten
benen dienst. Wie niet rijk genoeg is
een plekje in een bejaardentehuis
..iet arm genoeg om gesteund te wor
den, redde zichzelf op de benauwde
grens van de karigheid.
de zorg voor het eten. mindert de ener
gie om zichzelf en de woning schoon te
houden.
gen! Maar hoeveel bejaarden zijn kinder
loos of hebben zoons en dochters, die
veraf wonen en die ze niet bezwaren wil
len met klachten. Vooral 'oude vrouwen
:ijn dikwijls te trots om hun ware toe
stand van hulpbehoevendheid te erken-
?n, zelfs tegenover hun kinderen!
Kookt er niemand meer soep met
vlees en groenten, de voornaamste voe-
?smiddelen, die éen oud mens be-
t? Worden ér nergens meer kinde-
i op pad gestuurd met een pannetje
n. gewikkeld in een nette, schone
doek. met de boodschap: „Toe bern.
bring dat gau efkes nei dy en dy. en
hurd rinne, hear, oars wurdt it kóld?"
iToe kind, breng dit eens gauw even
tjes naar die of die. ên vlug lopen, hoor,
nndérs wordt 't koud.) De noodzaak voor
deze vorm van burenplicht is allesbehal
ve opgeheven in 1956. De enquête in
Haarlem bewijst het!
Lever met rozijnen
Rozijnen behoeven we heus niet allyd
in krentenbrood of ander gebak te
verwerken. Er zjjn ook nog andere
gerechten, die zich met rozijnen heel
goed laten combineren: lever bijvoor
beeld.
Voor gebakken lever met rozijnen
heeft u nodig als er op vier personen
gerekend wordt) 4 plakken runder- of
varkenslever van ongeveer 75 gram elk,
wat zout, bloem, 80 gram boter en 50
gram rozijnen.
De lever licht zouten, in bloem wente
len en in boter bruin bakken. Intussen
de rozijnen wasSen en in 1 dl warm
water wellen. Bij het stoven van de
lever de rozijnen toevoegen evenals het
vocht. Na 10 a 15 min. de leverplakken
uit de jut nemen, met een schuimspaan
de rotjjnen over de lapjet verdelen.
De jus eventueel nog iets verdunnen,
doorwarmen en over de lever gieten.
Met appelmoes en gebakken aardappe
len ia dit een uitstekende combinatie.
Wij kunnen heus wel
rekenen!
Wij kunnen heus wel rekenen en wij
Maar één miljoen is het zelfde els
„honderdduizenden", en nu is juist dat
achtervoegsel „én" weggevallen de vo
rige week in ons artikel over het ge
bruik v^a de tandenborstel In Neder
land. Daardoor zou de indruk gewekt
kunnen worden, dat tien procent van
de Nederlandse bevolking, die zijn tan
den niet poetst, 100.000 personen omvat
ten zou volgens ons.
Gehoord:
dat voor kleuters de niet-vette
vleesstukken en vleeswaren door
hun groter gehalte aan opbou
wende voedingsstoffen waarde
voller tijn dan seer vet vlees,
spek en vette worst.
Gezien:
een plastic pasklaar douchegor
dijn, In de borensoom vaarvan
gaten sijn gemaakt (gelast)
waardoor plastic haken gehaakt
kunnen worden, die sowel over
een gewone ronde roede als door
de oogies van rail-ringetjes ge
haald kunnen worden.
Gelezen:
in Ladies' Home Journal, dat de
combinatie blauwe wollen kousen
en groene rokken bij de Ameri
kaanse jongedames veel bijval
ontmoet. Niet alleen in Amerika,
dachten wij zo