I I DOET NIET AAN TANDENPOETSEN 1 Zelf planten opkweken geelt voldoening Hoedjes als qedichten mt Beperkte ruimte?- Slaatjes in de winter DAT LACHJE... NIEUWE LEIDSCHE COURANT Tien procent der Nederlanders Nijverheidsonderwijs vraagt leraressei bezoeken <een van "de voorwaarden om te worden toegelaten tot een cursus om lerares bij het nijverheidsonderwijs te worden) krijgen nu toch een kans. Zij kunnen nl. aan de opleiding deelnemen, als zij in het bezit zijn van het diploma Algemeen Vrouwelijke Vorming. Dat di ploma kan na een schriftelijke cursus behaald worden. Het voordeel is dat de cursus in de avonduren, dus naast het gewone werk, gevolgd kan worden. Langs deze weg zal het voor velen mo gelijk zijn een aantrekkelijke functie te verkrijgen als lerares naaien huis houdkunde of landbouwhuishoudkunde. Nadere inlichtingen worden verstrekt door de Stichting IVIO, Westeinde 13-15, Amsterdam. Deze maatregel is genomen om het grote tekort aan leraressen bij het nijverheidsonderwijs op te vangen. jT^ Zijn wij zo kraakzi I Dat dacht u maar Kraakzindelijk en proper zijn de Nederlanders. In het buitenland doen er zelfs ver halen over de ron de: ze schrobben daar in Nederland iedere week hun er zelfs de gevels van de huizen! Wij denken dan nou, dat is toch heel gewoon. Zo hóórt bet toch ook, je kunt toch niet in de rommel wo- Wel ver re elkaar zin van negen personen waren i geheel twee borstels aanwezig, aantal gezinsborstels is dus ongeveer 40 Hoe 'die borstels er uit zagen de foto's, die hierbij afgebeeld staan. voorstelling VzélAt jes de verre gaande zindelijk heid die ons volk, en dan speciaal dc vrouwen, eigen is. Bekend is dat ver haal van de brand schone boerin, die zakjes bond om de uiteinden van de staarten der koei en, en die haai man op haar rug het buis indroeg naar zijn stoel, op-dat zijn vuile sok- kevoeten toch maar vooral niet in aanraking zouden komen met baar pasgeboende gang. O. proper i precies i zindelijk ja. ja! Laten die buiten landers zich vooral maar aan ons ver gapen- En als wij op onze beurt in het buitenland zijn, zien we allereerst de smoezelige gordijnen en de onverzorg- zeggi hè? Ze dat !S Nu zal het de buitenlanders en met name de Belgen en de Fransen, waar schijnlijk steenkoud laten hoe wij over hun properheid denken. Maar de kans is groot, dat ze wèl zullen gniffelen als ze horen hoe het met onze eigen hy giëne en properheid staat. Het grapje van de vrouw, die wèl haar huis poet ste en boende tot het blonk, maar die bij de dokter haar schoenen en kousen niet durfde uit te trekken omdat haar voeten zo zwart waren, vindt daar al tijd een dankbaar gehoor. En het gnif felen zal waarschijnlijk gnuiven worden, wanneer ze horen, wat de uitslag was van een enquete over het gebruik van de 'tandenborstel in Nederland. O zeker, de kans is groot dat een soortgelijke enquête in het buitenland ook wel eens verbazingwekkende fei ten naar voren zou kunnen brengen, verwacht je toch niet dat liefst honderdduizend, dat is maar even tien procent van de bevolking, nooit hun tanden poetst. Althans dat moet wel opgemaakt worden uit het feit dat een dusdanig percentage niet in het bezit was van een tandenbor stel. bij na, deformal borstels t En welke resultaten kan men daar nu aan vast knopen? Zoals gezegd moest 10 pet bekennen, dat er helemaal geen tandenborstel in huis was. Bij de bevolkingsklasse met de laagste inkom sten liep dit aantal op tot ongeveer 30 pet van de geënqueteerden. En dan wa ren er. o griezel, 36 gevallen waarbij bleek, dat de borstel door méér dan een persoon gebruikt werd. Bij één ge- zich ongeveer 0 vormen. De enquête vond, zoals ge zegd. plaats in de laatste maanden van 1954 en het bleek dat 47 pet van de bor stels in dat jaar waren gekocht In 1953: 31.5 pet. De eindconclusie was dat onge- I veer 50 pet. dus de helft van de bor stels binnen het laatste jaar en 40 pet .twee a drie jaar geleden werd aange schaft. Ca. 10 pet was oudsr dan drie jaar. Wat een wonder, dat die borstels er soms schrikbarend uitzagen' Van één borstel werd pertinent beweerd, dat hij 1932, herhaal: 1932 was gekochtwel zei de eigenaresse, dat ze net van plan was een nieuwe te kopen. HOE VAAK Hoe vaak poetst u uw tanden? vroe gen de enquetnees ook nog. De ant woorden die daarop gegeven werden, vonden de samenstellers van de enque te, de heren O. Birman en B. Kanto- rowicz, nogal twijfelachtig. Niemand doet zich graag ..minder voor dan hij is", en dus beweerde een half procent van alle ondervraagden vier maal per dag het gebit te reinigen, 6,5 pet: 3 maal per dag; 36 pet: 2 maal per dag, 39 pet volstond met een keer per dag en 8 pet bekende: 1 lot vier maal per week. Tien procent zei helemaal niets, dat waren dus de personen ponder een tandenborstel. Bij de bezitters van een kunstgebit is het niet veel beter gesteld Bij een schriftelijke enquete was nl. al gebleken, dat 37 pet het niet nodig vond het kunstgebit ook maar één keer per dag te reinigen. GUNSTIGSTE MAAT Volgens deskundigen is de gunstigste maat voor de borstelkop 2V4 bij 1 cm. terwijl een rechte steel wordt aanbevo len. Maar de meeste tandenborstels hadden een veel langer met haar be zet vlak: nl. ongeveer 3% bij 1 cm, ter wijl de kop vaak niet in één vlak ligt met het handvat. Het bleek verder, dat 40 pet van de borstels met natuur- haar. en 69 pet met synthetisch haar bezet zijn. In borstels met natuurhaar hechten zich vaak stoffen die een voedingsbodem voor schimmel- en bacteriëngroei vor men. Borstels met synthetisch blijven veel schoner, maar daar treedt vaak de z.g. deformatie op. waardoor de borstels onbruikbaar worden. ONGEVEER GELIJK De onbruikbaarheid van de borstels was zowel bij de groepen mannen, vrou wen. meisjes en jongens ongeveer ge lijk. Het percentage versleten borstels alle groepen tezamen ca. 56 pet. Ongeveer een kwart van de me chanisch nog bruikbare borstels moest om hygiënische redenen worden afge keurd. Als men deze elf procent optelt bij de 56 van de versleten borstels, dan verkrijgt men een totaal van 67 pet on bruikbare borstels. Opgemerkt zij nog, dat de beoordeling over de bruikbaar heid over het algemeen zeer mild was. En dan tóch nog 67 pet onbruikba re borstels. En tien procent van de bevolking die nooit aan tandenpoet sen doet...Wat zeiden we ook alweer over de properheid van de Nederlan ders?! Hoedjes als gedichten nu ja niet zulke erg verheven gedichten' Het zijn eigenlijk meer rijmpjes maar met deze kwalificatie wille) we toch niets ter nadele van d' hoedjes zeggen. Een, twee, drie. vier, hoedj- van, hoedje van, een, twee, drie vier, hoedje vanpapier Nee, niet van papier, maar van gedrapeerde tafetas (de bol), die balanceert op een gegolfde rand van ettelijke lagen tulle. Niet iets om mee in de regen te lopen! Het model is uit Engeland afkomstu en we! uit de voorjaarscollectie van Digby Morton. Dc ontwerper heet Rudolf. Meer niet, alleen maar Rudolf. Ben je boos? Pluk een roos zet 'm op je hoed, dan ben je morgen weer goed. De mannequin, die hier een Hierboven het Engelse hoedje ontwerp toont van Pierre Balmain, van Rudolf, onder het Franse S„,ST„.redrh„e°™c 'flatteer* "oedje van Pierre (Balmain) haar bijzonder. Het dopje is ge maakt van glanzend zwarte stro en een vuurrode en een zacht- rose roos, plus een fraaie voile vormen de finishing touch. vermengen met de slasaus. Zono dig nog wat zout toevoegen en het slaatje versieren met een paar in plakjes gesneden augurk- Slaatjes midden in de| winter? Maar waarom eigenlijk; niet? Men koppelt nog veel te j vaak aan het woord „slaatje" de gedachte vast dat er kropsla of Voor witttekool^ met selderij- veldsla aan te pas moet komen ~"l j v%""" f' jjf °"n en die zijn zo duur.Maar van andere groenten, die in de winter volop te krijgen zijn, kool bijvoor beeld, kan men ook uitstekend zo'n voorgerecht of zelfs wel een hoofdschotel klaar maken. Sterk makende soorten, zoals prei en uien, in kleine hoeveelheden door de andere groenten gemengd, kunnen de smaak van de sla aanmerkelijk ver hogen. kunt gebruik maken van fijngesneden andijvie, grof gerapste wortel of knolraap, zuurkool of verse kool. Voor een enigszins bittere groen te. witlof of veldsla bijvoorbeeld, is een saus met wat tomatenketchup of suiker er door heel lekker. Kool komt goed tot zijn recht met een sausje van olie, azijn en geprakt ei. Goede combinaties zijn rode kool met mayonnaise; wortel met citroensap of azijn, aroma, peterselie of selderij- groen; savoyekool met augurk of pie- fijngesneden andijvie, grof geraspte sinaasappelschil; .andijvie met blokjes spek en citreetisfp of azijn, olie; kool- raép met tomaten-slasaus. Sla van twee of meer groentesoorten geeft soms ook smakelijke combinaties. Rodekool met appel en selderijknol: zuurkool met wortel; witlof met biet; savoyekool met andijvie en wortel. Een paar van deze combinaties zullen we wat uitvoeriger beschrijven. Sla van zuurkool en wortel maakt u als volgt: neem 250 gr. zuurkool; 1 flinke wortel, een slasaus, wat augurkjes en wat zout. Snijd de zuurkool fijn en maak de wortel schoon, was ze en rasp ze fijn. Zuurkool en geraspte wortel knol en biet heeft u nodig: 250 gr. wittekool, 125 gr. selderijknol, 1 ui. een slasaus, een gekookte biet en wat zout. De kool van de buitenste bladeren ontdoen en fijnschaven. De selderijknol schillen, wassen en raspen. Het uitje schoonmaken en fijnsnippe- ren. Deze ingrediënten vermen gen met de slasaus. De sla in een schaal overdoen en versie ren met de biet. die in reepjes of schijfjes is gesneden. Vraagbaak op gebied der hygiëne i liggen. De verrichtingen vrouwelijke organen en de stoornissen daarvan namen in die vragenrubriek t grote plaats in, wel een bewijs, dat veel t vrouwen met bepaalde problemen rond- tobben, waarover zij liever niet met X haar eigen arts praten. Dit is een van t de redenen waarom schrijfster en uit- geefster besloten een boekje het licht t te doen zien. getiteld „Hygiëne van de t vrouw". Daarin wordt op rustige wijze X gesproken over tal van zaken, die tot voor kort niet of nauwelijks aan de orde mochten komen. Het is verheugend, dat er in onze 2 kringen meer en meer openheid bestaat J voor deze aangelegenheid. Het boekje van dr. Pereira zal dan ook zeker zijn t weg wel vinden. „Het is," zo zegt de schrijfster zelf, „geen kunst als je zelf 1 over een bepaald onderwerp beter bent 2 ingelicht, een ander uit te lachen. Het X is echter volkomen verkeerd, niet over t dit soort onderwerpen te durven praten uit valse schaamte." Doe het zo i Gehoord: Het euvel van de geringe berg ruimte in de huidige moderne woningen of voor hen, die bij inwoning een paar kamers toege wezen kregen en dus over weinig kasten kunnen beschikken, heeft van die zindelijke Hollanders j de heer A. Emmerzeel in Bergen Zoom geïnspireerd tot het schrijven van een brief, waarin hij een paar ideeën aan de hand doet. ENQUÊTE Die enquête is nl. als volgt in zijn werk gegaan: in acht verschillende plaatsen in ons land, nl. Amsterdam, Apeldoorn, Baarn, Bussum, Hilversum, Utrecht. Weesp en Zeist werden gedu rende de maanden november en decem ber 1954 ongeveer 1000 gezinnen bezocht. Gevraagd werd, in gebruik zijnde tan denborstels in te leveren en in ruil daar voor werd een nieuwe aangeboden. Die acht plaatsen waren zodanig ver deeld in wijken, dat een redelijke kans bestond om alle lagen van de bevolking in de juiste verhouding te bereiken. In totaal verkreeg men 942 tandenborstels. Bijna de helft, nl. 40 pet, was van vrou wen afkomstig, 28 pet van mannen, 15 pet van jongens en 17 pet van meis jes. De heer Emmerzeel stelt nl. voor om, zoals al veel wordt toegepast, rond de ramen bergruimte te ma ken Voor hen, die met deze metho de niet bekend zijn, geven we gaar ne zijn advies door. Bij een diepte van 30 a 40 cm heeft men al heel wat bergruimte, wanneer men langs de kozijnen planken aanbrengt. Aan beide zijden van de ramen, langs de muur, kunnen boeken gezet wor den, en onder het raam is dan voor berging van glaswerk een vitrine. Op de hiermede verkregen brede vensterbank kunnen dan veel plan ten gezet worden. De boeken kun nen beschermd worden door gor dijntjes, maar nodig is het niet. Een variant op deze methode is, zo schrijft de heer Emmerzeel, het vol gende: tegen de planken worden paneeltjes aangebracht, zodat men bijvoorbeeld een opklapbare schrijf tafel heeft, met daarachter veel ruimte voor het opbergen van pa perassen, Ook kan een kastje op die manier gefabriceerd worden, en voorts is er voor de radio ook een plaatsje op een van de planken. Die planken kan men zo hoog aanbren gen als men wil. Er zijn natuurlijk wel enige kosten aan verbonden, want hout is duur en wanneer v het zelf niet kan maken, komt voor de installatie ook zo het en ander bij kijken. Maar voor 1 het er voor over heeft is het moeite waard dat er in de Ver. Staten 1.720.920 winkels geteld werden in 1954. De winkels van winkelconcerns zijn hierbij afzonderlijk geteld. In die winkelbedrijven waren 7.121.330 per sonen werkzaam, aan wie een bedrag van 18.179 miljoen dollar werd uit betaald. Gezien: een dubbel flanellen deken schuimplastic binnenvoering, krimpvrij is en chemisch kan i den gereinigd. Gelezen: in het Hamburger Abendblatt. dat Heidelberg 29 vrouwelijke profes soren heeft en West-Beriyn 24. Een kamerplant, die men zelf heeft opgekweekt, ook al is die lang niet zo volmaakt hls een van de bloemist, geeft zo'n heerlijke voldoening. Men wijst bezoekers op zo'n plant met woorden, waarin een zekere trots verborgen ligt: „Die heb ik zelf van een stekje opgekweekt". Zelf een plant opkweken doen de meeste dames en ook heren heel graag. Als men bij familie of kennissen komt en een aardige kamerplant ziet, dan wordt al heel gauw gevraagd: „Hè, zou ik daar een stekje van mogen hebben?" Maar dan komt men voor het vraagstuk te staan: hoe nu? Sommigen gehikt het altijd, anderen mislukt het dik wijls. Soms zet men zo'n stekje maar zo, zonder meer bij een andere bloem in de pot. Het lukt, maar vaak lukt het ook niet. Wij willen degenen, die graag zelf planten op kweken, maar er nogal eens mee tobben, op verzoek gaar ne enige wenken geven. Wat ren voldoening geeft het, als u bloei konden krijgen of als de ficus r, een plaatsje in de kam STEKKEN Bij het nemen van een stek moet men gebruik maken gladde snede krijgt Knip of nijp de stek niet af, want dan drukt men het plantenweefsel in en vermorzelt het juist op de plaats waar het gezond moet .blijven. Op deze manier zou het idee, zoals hier boven omschreven, bijvoor beeld uitgewerkt kunnen worden. QEEN TIJD voor tranen, maar hoe dikwijls komen wij in ons leven dat superieure glimlachje tegen. Da- lachje dat ontspringt aan de haat of aan onge loof en dat ons zo pijnlijk bezeren kan. Het kwetst ons wel het diepst als wij dit superieure het ontmoeten bij gelooft- genoten. Ik moge u dit met- enkele voorbeelden ver duidelijken. Wij hebben jl. vrijdag als Christenvrouwen over de hele wereld onze gebeden weer opgezonden tot God. Hoe meer wij deze Vrouwen- we i eldgebedsdag persoonlijk hebben meegemaakt, des te dieper ervaren wij de zegen en de kracht, die ervan uitgaat. En we geloven (d.i. zeker weten) dat deze gebeden van vrouwen van verschil lende rassen taal en tong, gereinigd door het bloed van Christui opklimmen tot Goas troon. Dit is een uur. dat vele vrouwen heilig is gebedsverhoring." Eén- hen de koqs af Dat zij een mede-gelovige gekwetst heb ben beseffen zij niet. Zeer dikwijls kunnen wij van een medisch zéér t superieure lachje bij kwaam Christen-arts doktoren ontmoeten. Als dit hoord. Maar hoewel ik ongelovige doktoren zijn zeer nabij wónderen van sche studenten bij hun voor bereiding op hun zwaar en verantwoordelijk werk toch vooral door onze Christen professoren doordrongen worden van dit „ten dele" kunnen wij hun eenzelfde nezing heb gezien, lachje, maar dan in erbar mende zin, retourneren. Het be- lijke eerbied leren buigen voor Hem, die alle leven in Zijn hand heeft en die uitein delijk de duur van dat leven de bepaalt. Laat niet de weten- alle hoop had opgegeven, lachje van die dokter spreekt ontmoette ik wèl bij de ons immers de duidelij- ke taal van het ongeloof. Maar als Christen-artsen in ook de knapste medi- schap hun God worden. MAAR nu ontmoeten wij ieder jaar weer mede-ge lovigen, die als wij over dit gebeds-uur spreken, ons dat superieure glimlachje schen ken. Zij hoeven er dan al gen. Dat akelige spotlachje is al meer dan genoeg. Hel zegt ons met een tikkeltje medelijden: „Ach, wees jij eenvoudig zieltje dat je bent. ik bid wel persoonlijk en zon dags in de kerk voor al die noden." En daarmee is voor hun beroep geen oog respect meer hebben het WONDER, waar hun geloof? Hoeveel duizen den malen komt het in de we reld voor, dat een patiënt, die door de wetenschap was opgegeven, bij wie geen medicament meer iets uit werkte. tóch herstelde? Dat ongelovigen dan, „ins Blaue hinein'" over de natuur, die zichzelf herstelt bazelen, of over geneesmiddelen van zo veel maanden terug, die nu nog nawerken, laat zich ver staan. Zij moeten een plausi bele reden hebben. Dat is min of meer een prestige- Maar waarom horen wij zo bitter weinig van onze Chris ten-artsen het eenvoudig, waarachtig belijden: „Ja. dit is van God. een gebeds verhoring, een wonder, dat Hij werkte. Hier stonden wij wetenschapsmensen aan de grens van ons vermogen, zui ver medisch bezien had deze man er al niet meer kunnen zijn en dat hij nu toch leeft en gezond is. zi nog wel jaren kan leven, aanwezige Christen-artsen dat superieure lachje, als wij constateerden dat dit voor der gebeden w dan dat je van een diep grieft. Men mag sceptisch staan bijv. tegenover magne tiseurs, kruidendokters enz. maar houd ook hier als 't u blieft dat superieure glim- de Hoor- lachje achterwege. Bij een is. Dat lachje, degelijk onderzoek zullen wij mede-gelovige meermalen tot de erkenning moeten komen: God heeft de- waarvan de buitenwereld niets ker wel verneemt. Zieken, die door naasten hun naaste familie-leden, door vrienden en kennissen en door de gemeente des He- zijn opgedragen aan de troon der genade. En de He- ontfermde zich en werkte de Naties dienste mogen of moeten aanwenden. Onlangs konden wij in onze dagbladen het verheugende bericht lezen, dat men de vergaderingen der Verenig- Iwars tegen alle •vachting in, het WONDER. Zijn gerechtvaardigd supe ieure glimlach ging over dt rennis, die hier nog maar Van het grootste belang zelfs dat hij acht ondergetekende hei daarom als onze medi- ge- bed wilde beginnen. De meeste landen stemden /óór Toen iemand daarover zijn dankbare blijdschap te genover een mede-Christen uitsprak, ontmoette hij óók dat misselijke glimlachje. Superieur, hatelijk, denigre -end, ongelovig, of hoe men het maar noemen wil. Laten we allen voor dit lachje op onze hoede zijn, dat door zijn ontbindende werking Gods grote werken verduisterd. MARGARITHA Mevr. M. T.—T. te D. U hebt mij verkeerd begrepen. Ik ben het nl. hartelijk met u eens. Ook ik heb zo'n man en in de schaarse uren, dat hij thuis is, ben ik even blij als u. Maar daar ging het niet'om. Lees dat stukje nog maar eens en vat het vooral niet te zwaarwichtig op. Dit laatste geldt ook voor u, mijnheer v. d. K. te R. We kunnen niet iedere dag bruine bonen met spek eten. 'n Slaatje en kip met appel moes is óók wel eens lekker. Zo ook met m'n stukjes. Nu eens zijn ze in een ernstige stemming geschreven, dan weer wat minder ernstig en soms in een jolige bui. Bij deze laatste bediene men zich van een korreltje zout. Mijnheer de V. te R. Ik blijf van mening dat u deze verschillen te laag aanslaat. Zowel zijn als héér ouders denken er .net zo over als ik. Een praktische hint of liever een positieve raad kan ie mand op een afstand zeker niet geven Waarom ik dit ook niet deed. Leest u het boekje: „Moeder en haar man" eens van prof. Wate rink of anders: „Samen op weg naar het geluk" door ds. De Jager." Mevr. G„ Z. te R. Harte lijk dank hoor voor uw ge zellige brief. U hebt daar wel een goede kijk op. M. Overige brieven D. V. de Bij houtachtige stekken is het vaak goed het stektakje voorzichtig af te scheuren, om daarna het lipje, dat hier door ontstaat, wat bij te snijden. Men noemt dit: stekken met een hieltje. Als men een stek snijdt, dan moet dit gebeuren vlak onder een oog of on der de inplanting van een blad. Daar zit nl. het meeste reservevoedsel voor het ontstaan van de wortels. In geval len, dat men de stek van boven wil in korten, snijdt men vlak boven een oog of de inplanting van een bladsteel. Snij vlak af, dus niet 6chuin. Uit sommige planten, komt na het af snijden sap te voorschijn. In zo'n geval is het noodzakelijk die snijvlakken even in houtskoolpoeder of norit, desnoods in sigaren-of sigarettenas te dopen. Bij stekken van planten, die geen sap af scheiden, is dit trouwens ook goed. Laat daarna de stek een paar uur opdrogen voor men er verder mee gaat. STEKGROND Nadat de stek wat opgedroogd is, moet ze in de grond gezet worden. Weliswaar ziet men ook wel eens. dat ze in een flesje met water gezet worden tot ze wortel hebben. Doch dat wortel zetten op water mislukt nogal eens (bij Vlij tig Liesje heeft men overigens meest al wel resultaat) en bovendien nemen alle wortels het niet, dat ze van water in aarde komen. Het beste is dus, goede stekgrond te nemen. Stekgrond moet los en luchtig zijn en niet overmatig vochtig. Om zulke grond te krijgen neme men goede bladaarde en vermengt die met bijna evenveel scherp zand. Scherp zand is hetzelfde als metselaarszand. Niet het gewone zand dus. dat is te fijn. het moet grof korrelig zijn. Ook kan men in plaats van bladaarde turfmolm nemen. Dat is vaak nog wel zo goed. Vul met dit mengsel een bloempot voor de helft en steek hierin de stekjes, na dat men ze dus heeft laten opdrogen. De onderste bladeren van het stekje, voor zover dit in de grond komt. moeten glad bij de stengel worden afgesneden. Heeft men de stekjes in de stekaarde gezet, dan drukt men de grond rond om licht aan, besproeit alles heel even en zet de pot met de stekken op een lichte plaats, maar niet in de zon. Heel goed is het om een stuk glas over de pot te leggen en de daarop zich af zettende waterdruppels telkens te ver wijderen Sproei zo nu en dan lichtjes en laat daarna de glasdaat er een poosje af Pas als de stekjes goed bewor- teld zijn en flink aan de groei, neme men het jonge plantje op en plant het in een vooral niet te grote pot met normale potaarde. Dit alles lijkt wel erg omslachtig, maar in de praktijk valt hel erg mee en men heeft op die manier de meeste kans van slagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 5