Waarom krijgsgevangenen wel en
onderduikers geen vergoeding?
Herhalingsoefeningen uitgebreid
tot maximaal 105 dagen
mi
Critiek op „soberheids"-circulaire
aan de gemeentebesturen
Gebedenboek om gebedsleven
tot nieuw leven te brengen
Overheidslonen
2
WOENSDAG 1 FEBRUARI 1956
KANTTEKENING
RECHTSTOESTAND MILITAIREN:
Tweede Kamer aanvaardde wetsonttverp
(Van onze pailementsredactie)
Waarom de militairen, die
tijdens de bezettingsjaren in
krijgsgevangenschap zijn geweest
wel financieel tegemoet te
komen en zij, die weigerden in
krijgsgevangenschap te gaan hier
van uit te sluiten? Deze vraag
heeft gisteren aanleiding gegeven
tot uitvoerige debatten in de
Tweede Kamer, toen het wetsont
werp, dat de rechtstoestand van
de militairen der Kon. Landmach4
tijdens de bezettingsjaren als nog
regelt, behandeld werd.
Het wetsontwerp werd uiteindelijk z.h.st.
aangenomen, maar de staatssecretaris
van Oorlog, mr. Kranenburg heeft het
zeker niet cadeau gekregen. Met name
de heren Ritmeester (lib) en Scheps
(soc.) kwamen met grote en naar het
aanvankelijk leek schier onoverkomen-
Üjke bezwaren-
Wanneer zij. die in krijgsgevangen
schap gingen, tegemoet gekomen wor
den. dan mag men zeker de anderen,
dus zij. die onderdoken om aan deze
krijgsgevangenschap te ontkomen, niet
vergeten, aldus de heren Ritmeester.
Scheps en later ook Haken comm.). Voor
deze laatste categorie voelde de staats
secretaris niets, althans om ze ovei
één kam met hun collega's krijgsgevan
genen te scheren. Men wil dus deze
ondergedoken militairen wel een
goeding geven, zulks in tegenstelling
met de andere onderduikers, waaronder
honderden studenten, zo reageerde
Kranenburg.
Houdt dit wetsontwerp aan voor nader
overleg, adviseerde de heer Ritmeester
(lib.) bij de renlieken. Hiervoor voelde
mr. Kranenburg echter niets: bovendien
had hij op ideële .gronden bezwaren
tegen een solitsing van de verzetslieden
n.l. oud-milita'ren en zij. die vóór 4 mei
1940 niet in militaire dienst zijn geweest
Motie-Ritmeester
Onderscheid
..Hier maakt u onderscheid tus;
groepen militairen, welke beide niet in
krijgsgevangenschap z|Jn geweest, n.l.
militairen, die naar Engeland w;
gaan en die in het eigen land onder
doken, maar de militairen in Engeland
hebben hun bezoldiging genoten", aldus
de heer Tilanus. die niets voelde
deze motie en volkomen het standpunt
van de staatssecretaris deelde.
De staatssecretaris lichtte nog toe,
dat er slechts enkele duizenden mili
tairen in krijgsgevangenschap zijn ge
raakt. maar dat er honderdduizenden
zich aan deze krijgsgevangenschap heb
ben onttrokken. Hiervan zijn er tallozen,
die een werkkring hebben gekregen, bij
de C.C.D., de brandweer of in een par
ticulier bedrijf, moeten ook deze rr
sen dan een vergoeding ontvangen,
vroeg mr. Kranenburg <zich af.
voelde er niets voor en wees de motie
Ritmeester af in verband
overzienbare consequenties en met de
onduidelijkheid.
Vooraf echter had de heer Scheps
(soc.) de motie Ritmeester zodanig
aangevuld, dat de regering werd uit
genodigd spoedig met voorstellen te ko-
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Benoemd: tot hulpprediker te Hoorn-
sterzwaag J. H. Bertelink, voorganger
Herv. evangelisatie te Valthermond.
Beroepbaar: Kand. H. E. Vermeulen,
Valeriusstraat 148b, Amsterdam-Zuid; C.
A. van Wijck Jurriaanse, voorheen pre
dikant bij de Prot. Kerk in Indonesië,
Emmalaan 13, Baarn.
Beroepen: te Ede (toez.) J. Smit te
Groot Ammers.
GEREF. KERKEN
Beroepen: te Hasselt (accl). kand. G.
v. Halsema te Hilversum; te Molenaars
graaf. kand. C. Padmos te Amsterdam
Aangenomen: naar Vinkeveen. kand.
W. J. Hoogenraad te Almelo, die bedank
te voor Knijpe; naar Apeldoorn J. P.
Haspels te Goënga, die bedankte voor
Vlaardingen.
GHR. GEREF. KERKEN
Bedankt: voor Hilversum M. Vlietstra
Eemdyk; voor Artesia (Californiël M.
te Eemdijk; voor Ar
Baan te Dordrecht.
GEREF KERKEN ART. 31 K.O.
Aan de Theologische hogeschool a
Broederweg te Kampen i
s geslaagd
gie W. L. I
GEREF. GEMEENTEN
Bedankt: voor St. Annaland H.
Gilst te Dirksland.
krij
TG„,. PSP"1
gevulde motie onaanvaardbaar achtte,
kwam de heer Vermeer (soc.) met een
tussenvoorstel. Laat ons stemmen oveï
het aanhangige wetsontwerp en daarna
in de vaste commissie voor oorlog
marine overleg plegen. Nadat de vaste
commissie haar rapport over dit over
leg zal hebben uitgebracht, zal o\ ém
motie-Ritmeester beslist kunnen
den. zo adviseerde hij.
Dit tussenvoorstel was zowel v<
staatssecretaris als voor de Kamer
aanvaardbaar, waarna het wetsontwerp
de militairen, die niet in z.h.st. werd goedgekeurd-
Tweede Kamer over dienstplichtwet
(Van onze parlementsredactie)
Gistermiddag is de Tweede Kamer
De heer Ritmeester (lib.) kwam hier-1 begonnen met de behandeling van het
na met een motie, waarin de Kamer wetsontwerp tijdelijke afwijking dienst-
als haar oordeel uitsprak, dat de mili- plichtwet, dat de mogelijkheid opent,
tairen van iedere categorie die zich dat voor 1956 de herhalingsoefening
an de krijgseevaneenschap hebben ont-voor 7731 dienstplichtigen van de derde
zich bu de strijdmacht in divisie met zes tot dertig dagen wordt
- verlengd en dus maximaal op 105 dagen
wordt gebracht
De heer Ruys de Beerenbrouck (kath.
v.p.) vroeg de minister duidelijk te ar
gumenteren, dat het voorstel voor het
op peil houden van de gevechtskracht
van ons leger onmisbaar is. Hoewel
spr. het wetsontwerp kon aanvaarden,
wilde hij er op wijzen, dat vooral de
werkstudenten door deze uitbreiding
de herhalingsoefening worden
troffen, omdat zij thans geen gelegen-
van deze uitbreiding der herhalings
oefening.
Minister Staf zal vanmiddag de spre
kers beantwoorden.
Boek
VAN DE DAG
sterdam.
HET kan me niet schelen" is de be
schrijving van een episode uit het
leven van een jonge vrouw, die als dok
ter in een Amsterdams ziekenhuis werk
zaam is. Dat is bepalend voor dit boek
je. evenzeer als de titel het is. Het
leven van die jonge vrouw wordt met
doktersogen bekeken (Nel Noordzij is
zelf ook arts) en de titel is typisch
een uitspraak van onze tijd. We had
den zo graag gewild dat het Nel Noord
zij. die zulke enorme schrijversgaven
heeft, wel kon schelen wat het lot van
die door man en vrouw begeerde jon
ge dokteres wordt. Nu is het een leeg
boek geworden, waarin klinische ob
servatie, psychologische analyse en li
terair talent goed moeten maken wat
de strekking van dit harde boekje be
derft. Tegertwoordig zeggen vele schrij
vers zo eerlijk te zijn. niets meer te
verbloemen in huichelachtig farizeïsme.
Tegen eerlijkheid hebben we geen be
zwaar. wel tegen het koketteren met
eerlijkheid. En dan eens lekker alles te
schrijven wat een gewoon mens
Nel Noordzij niet en daarom leggen
haar boekje op de onderste plank van
de boekenkast, waar meer stoffige lec
tuur ligt die beter ongeschreven had
kunnen blijven.
De heer Tilanus (c.h.) was dankbaar
voor het feit. dat men in dit geval aan
de militair, die langer d*n 85 dagen
voor herhaling in dienst moet blijven
een extra vergoeding van 5.- per dag
zal geven.
,,Laat de minister duidelijk zeggen,
waarom deze maatregel juist in een tijd
als deze met zijn tekort aan arbeids
krachten nodig ls", zo vroeg mr. Roos-
Jen (a.r.) de bewindsman. De a.r.-
woordvoerder stond achter het wetsont
werp. omdat hij van mening was, dat
Nederland de toezeggingen ten aanzien
van de NAVO dient na te komen.
Nadat de heer Haken (comm.) zich te
gen het wetsontwerp verklaard had,
deelde de heer Goedhart (soc.) mede,
dat zijn fractie het ontwerp zal steunen,
alhoewel hij het betreurde, dat bij de
voorbereiding van dit wetsontwerp niet
die zorgvuldigheid betracht is. welke
wel is gewenst.
Tenslotte sprak de heer Korthals (lib)
die evenals de heren Roosjen (a.r.1
Ruys de Beerenbrouck (kath.v.p.)
duidelijke uiteenzetting van minister
Staf vroeg over de noodzakelijkheid
MELODIE en WOORD
der Ethergolven
DONDERDAG 2 FEBRUARI 1958
versum I, 402 m. AVRO: 7.00 Nws; 1
7.20 Gram. VPRO: 7.50 Dagopeni
O: 8.00 Nws: 8.15 Gram; 9.00 Gym
ouw; 9.10 V d huisvr; 9.15 Grs
fusV. caus; 14 45 Pianorecital; 15 15 V
zieken: 16.00 Gram: 16.15 Voc fi
16 45 V ri jeugd: 17.30 T
t
R
1
P
O
der Verenigde I
tproblemen
sproken brief
19.05 C
Jeugd;
taal dr
21.30): Radiojourn
Nws;
Hilvi
7-4* Mn. m
;r; 8.15 Hoogmis: 9.50 Gra
9.55 V d vrouw. NCRV: 10.00 Gram; 10.30
Morgendienst. KRO: 1100 V d zieken: 1145
Franse chansons ;12.00 Angelus: 12 03 Gram;
12.30 Land- en tulnb meded; 12.33 V d plat
teland: 12.41 Gram; 12 55 Zonnewijzer; 13.<X
Nws en Kath nws; 13.20 Fluitrecltal; 13.4J
Gram. NCRV: 14.00 Metropole ork: 14.45 V
-a00 bijbellezing; 16.30
Jeugd; 17.30 Gi
20.20 Geva
gramma: 21.45 Gram; 22.00 Tijdschrlftenkr
22.10 Orgelconc
TELEVISIEPRÓGR
NTS: 16.00—17.30 Olympische Winterspelen
20 00 Journ en weerber; VPRO: 20 15 Vrage-
beantw; 20 24 „Maski
-23.30 Olympische
Engeland. BBC H<
V d scholenWW
Nws: 14.10
V d scholen;
16.30 Hoorsp; 18.00 V d kind;
i Lichte r
16.30 H<
19.00 Nw;
Noem
Mara
EEN
WOORD
VOOR
VAN-
DAAG
Soms zijn er in een mensenleven
zoveel tegenslagen dat men er
bitter door wordt. Ziekte, huise
lijke moeilijkheden, het gevoel
soms dat wat men verricht bij de
handen wordt afgebroken er is
zoveel, dat tot bitterheid kan
stemmen. Dat het hart in opstand
kan doen komen.
Dat verbittering
wekt jegens God
en de medemen
sen. En dat dan
dikwijls tot on
redelijkheid leidt.
Dit alles is
niets nieuws.
Lees er het ver-
haal van Naomi
maar op na, die zich bij haar te
rugkeer uit Moab niet langer
Naomi wilde laten noemen, maar
zich de naam Mara gaf: de ver
bitterde. „Want zei zij d»
Almachtige heeft mij bitterheid
aangedaan. Vol ben ik heengegaan
maar leeg heeft mij de Here deen
terugkeren!"
Mara maar haar klacht heeft
haar geloof en vertrouwen in God
en in Zijn liefde toch niet verdon
kerd. En nergens lezen we dat
haar medemensen onder die stem
ming hebben moeten lijden Inte
gendeel: in de laatste verzen van
het boek Ruth zien we haar als
een gelukkige oude vrouw, die bij
haar kennissen bijzonder geliefd
.s. Het mag ons tot voorbeeld zijn!
Aan de Rijksuhiversitelt te Utrecht pro
moveerde de heer W. G. Haye uit
Zeist tot doctor in de wis- en
tuurkunde op een proefschrift
tlteld; „Röntgenografische bepaling
van de Kristalstructuren van
misch en optisch actief a-hexachloor-
cyclohexaan". Prof. dr. J. M. Bijvoet
trad op als prómotor.
Eerste Kamer over binnenlandse zaken:
C.H.-fractievoorzitter mr. Kolff: „Geen rijksfilialen"
(Van onze par.ementsredactie)
De Eerste Kamer heefi gisteren de begroting van binnenlandse
zaken in behandeling genomen. De discussies daarover plegen se dert
jaar en dag in het teken te staan van een vurig pleidooi (met de
jaren gaat het vuur er wel af) voor verbetering van de arbeids
voorwaarden voor het overheidspersoneel. Daar bestond ditmaal wel
een bijzondere aanleiding toe, ge-oen de publikatie van het door de
commissie vanloondeskundigen uitgebrachte rapport. De meeste
afgevaardigden voelden zich eefcuer niet geroepen thans reeds een
oordeel te vellen over een materie die eigenlijk nog te jong ïs om ér
iets degelijks van te zeggen.
en verschil moeten in het georgantseerti
overleg onderzocht worden. Het zou
beslist niet van een goed beleid getui
gen, wanneer de overheid zich door de
verbetering in het bedrijfsleven in een
dwangpositie zou laten manoeuvreren.
De heer Schipper betreurde het ten
zeerste, dat door de huidige methode
van behandeling de kwestie van de
ambtenarensalarissen steeds meer wordt
verschoven van het georganiseerd over
leg naar de Staten-Generaal. De a.r
afgevaardigde bepleitte verder eer
spoedige behandeling van de kwestie
van de gehuwde en huwende ambte
nares in het kabinet en het georgani
seerd overleg.
Voor het overige heeft de Kamer
minister Beel niet bepaald voor onover
komelijke problemen geplaatst. De
vraagstukken op dit gebied blijven
trouwens elk jaar zichzelf gelijk. Even
als hun confraters in de Tweede Kamer
oefenden enkele senatoren critiek uit
op de circulaire, die de minister op 3
oktober jl. aan alle gemeentebesturen
heeft doen toekomen. Daarin wordt op
soberheid aangedrongen.
het personeel
Men hield zich dus min of meer op
de vlakte, met uitzondering van de
communist Brandenburg, die een leger
gemeenplaatsen liet aanrukken om
duidelijk te maken, dat er een hemels
breed verschil is tussen de salariëring
van het overheidspersoneel en die van
oneel in de particuliere sector.
Gou (kath.v.) hield een rustig
betoog, waarin hij o.m. opmerkte, dat
de gang van zaken in het georganiseerd
overleg stroef is en wel voornamelijk,
omdat de regeringsdelegatie aan strakke
richtlijnen gebonden is. Verder be
treurde hij het verschijnen van de door
de minister verspreide circulaire, waar
in het geven van kerstgratificaties aan
gemeentepersoneel feitelijk wordt ver
boden. Hij hoopte, dat diengaande de
houding van zijn ministeriële partijge
noot in de toekomst wat soepeler zal
worden. Naar verbetering van de se
cundaire arbeidsvoorwaarden wordt
vooral in industrieplaatsen volgens hem
reikhalzend uitgezien, zulks in verband
met zuigkracht, die het bedrijfsleven
uitoefent op het gemeentepersoneel
Tenslotte bepleitte mr De Gou een
definitieve salarisregeling voor gemeen
tesecretarissen, gemeenteontvangers en
directeuren van gemeentelijke diensten.
Nic( te lang
De heer Schipper (a.r.) zeide.
met de verbetering van de secun»
arbeidsvoorwaarden voor het c
heidspersoneel niet te lang meer moet
worden gewacht. De voorwaarden hier
voor zijn niet dezelfde als die in hel
particuliere bedrijfsleven; overeenkomst
Niet rooms, maar reformatorisch
N vrijwel alle kerken
A wordt geklaagd over
een ingezonkenheid van
het geestelijk leven.
Niettegenstaande de
vele activiteiten en or
ganisatorische initiatie
ven 5 blijft' het geloofs
leven bij de kerkleden
getuigen van slechts
geringe diepgang.
Het ingezonken geeste
lijk leven is ongetwijfed
nauw verbonden met de
allerwege te constateren
slordige kerkgang en
het daaruit weer voort
vloeiende ongeregelde
gebedsleven.
Ds. L Brink. Ned. Herv.
predikant te Velsen. schrijft
in het weekblad De Waag
schaal over de nood van
het geestelijk leven in het
gezin en legt de vinger op
vele wondeplekken.
Ds. Brink zou niet graag
willen pleiten voor een van
hogerhand verplichte kerk
gang. maar toch blijkt een
straffere leiding van boven
af veelal behoudend te wer
ken. zo meent ds. Brink. De
predikanten roepen zo
krachtig mogelijk op tot ge
trouwheid in de kerkgang,
maar het ambt wordt niet
als gezaghebbend gezien
Ouderlingen en predikanten
kunnen er wel toe oproepen
maar nu ja. daar zijn ze
ambtsdragers voor; ieder
een mag zelf weten, wat
hij met die oproep doet,
hoe hij die beantwoordt.
Als een tweede zwakke
punt noemt ds. Brink het
Bijbellezen. Er wordt wel
een Bijbel uitgereikt, maar
er wordt niet bij gezegd
(tenminste niet met gezag)
hoe dit boek eebruikt moet
worden. De één beveelt de-
Nood van het geestelijk
leven in het gezin
Slechts persoonlijke mede
delingen worden gedaan.
Velen stranden op de Oud-
Testamentische offerwetten
en voorschriften uit Exo
dus, Leviticus. Numeri of
Deuteronomium. op de pro
feten (wier prediking im
mers zwaar om te verstaan
is) of op de brieven van
Paulus met hun vaak zo
moeilijke taal.
Weer een ander punt is
het individualistisch karak
ter van het geestelijk le
ven. Dit is gedeeltelijk nog
een erfenis van de Renais
sance met zijn opwekking
tot vrij onderzoek; het ra
tionalisme heeft dit nog in
grote mate versterkt. Ieder
moet zelf zijn koers maar
bepalen; iedereen heeft
ieder ander maar te eer
biedigen. Er wordt een ze
ker gezag gemist-
Ook lijdt het geestelijk
leven schade door gebrek
aan tijd. Ieder wordt vrij
heid gelaten voor daginde
ling. gebedsleven en kerk
gang. maar zo komt er niet
veel van terecht. Al te spoe
dig is er geen tijd voor ge
bed en kerk en men vindt
het niet eens zo belangrijk.
Een gemeentelid van ds.
Brink heeft de proef op de
som genomen. Een jaar lang
heeft hij niet in de Bijbel
gelezen en is hij niet naar
de kerk gegaan en.hij
heeft het geloof behouden.
Kerkgang en Bijbellezen
achtte hij toen goed voor
zwakke zielen.
En hoe staat het met het
geestelijk leven van de pre
dikant? Hier staat het niet
te best mee, zo meent ds.
Brink. Een dominee loopt
hét ontzaglijke gévaar met
de Bijbel om te springen zo
als een timmerman met
zijn hamer en zoals de bak
ker met zijn brood. Een
predikant verzekerde on
langs ds. Brink, dat in zijn
gezin de Bijbel vrijwel
nooit gelezen wordt, ten
eerste door gebrek aan tijd,
ten tweede door de -onregel
matigheid van de maaltij
den en ten derde omdat de
predikant de Bijbel al zo
vaak bij andere gelegenhe
den open moet hebben.
W7ELKE wapenen moeten
W nu gesmeed worden te
gen deze gevaren, die het
geestelijk leven dreigen te
smoren.
Ds. Brink vraagt van de
Kerk, dat zij duidelijke
richtlijnen geeft voor het le
zen van de Bijbel. Dit
wordt nog te veel aan het
inzicht van de dominee
overgelaten, behalve dan
"wanneer deze zich zo uit
spreekt dat zijn getuigenis
de fundamenten der Kerk
aantast. Daarom weet men
in het gezin vaak geen raad
met de Bijbel.
Om het gebedsleven te
verlevendigen zou een ge
bedenboekje goede diensten
kunnen bewijzen, zo gelooft
ds Brink. Voorbeden voor
noden, waar men in het ge
wone leven niet aan denkt,
worden zo onder de aan
moet bidden, wat men moet
bidden en hoe vaak men
moet bidden. Er wordt nog
wel gebeden: voor en na het
eten. bij het naar bed gaan
en het opstaan, maar waar is
de voorbede voor alle no-
kritiek bevroedt tegen zijn
voorgestelde gebedenbundel
voert aan dat hierin niets
rooms steekt. Het boek ..Ge
beden van Calvijn" is toch
niet rooms, aldus ds. Brink.
Is het bekende boekje ..Ge
beden" van dr. O. Norel
rooms? En als u nog een
goed oud kerkboek hebt.
zijn die gebeden daar ach
terin, ontstaan in de tijd
der Reformatie, rooms?
Wie dat beweert heeft geen
ziertje van de hele Kerkher
vorming begrepen! Dan is
het dienstboek van de Ned.
Herv. Kerk zeker ook
rooms, want daarin vindt u
ook een keur van gebeden.
Ja, dan is het hele Bijbel
se Psalmboek rooms. Want
het Psalmboek is het ge
bedenboek van Oud-Israël,
aldus ds. Brink-
Uit het Psalmboek blijkt
zelfs, dat het bij de gods
dienstige Joden gebruikelijk
was zeven maal per dag te
bidden. In de eerste eeuwen
na Christus werden in de
kerk en in het gezinsleven
de Psalmenveel gebeden
(niet gelezen als stichtelij
ke lectuur, maar: gebeden).
Benedictus van Nurcia stel
de in de zesde eeuw het
Psalmbidden verplicht voor
zijn kloosterorde, de Bene
dictijnen. Helaas had het
kloostergebruik tot gevolg,
dat het gebed nu weggroei-
de uit de gemeente en het
gezin. En het is juist één
der schatten der Reforma
tie, dat de Bijbel en het
gebed aan de gemeente
werden teruggeven.
Ds. Brink besluit zijn ar
tikel met de wens uit te
spreken, dat een eventuele
leiding in het gebed ge
paard zal gaan met een lei
ding in het Bijbellezen.
Wanneer dit alles gevoed en
gestimuleerd zou worden
door de Kerk zelf, dan zou
er wellicht nog eens een
vermindering van nood te
verwachten zijn voor het
geestelijk leven in het ge-
gevaardigden verschilden op dit punt
weinig of nietmet hem van mening,
maar algemeen vond men. dat de cir
culaire te laat gekomen is. De heer
Tjalma (a.r.) veroordeelde het. dat
de gemeenten lange tijd de noodzake
lijke middelen zijn onthouden, terwijl
het Rijk zijn uitgaven steeds hoger op
voert. Voor enkele leden was de circu
lairekwestie een aanleiding om dieper
in te gaan op de financiële verhouding
tussen Rijk en gemeente.
„Geen rijhsfilialen"
De c.h. fractievoorzitter mr. Kolff
heeft hier behartigenswaardige dingen
over gezegd. Er moet volgens hem zeer
spoedig een wettelijke regeling van deze
verhouding komen. Komt ze niet spoe
dig. dan. zullen de gemeenten „rijks-
filialen" worden. Hoe langer men
wacht, hoe moeilijker een oplossing
wordt. De huidige verhouding oefenteen
veel te generaliserende Invloed uit op
de gemeenten. Ze ondermijnt de finan
ciële verantwoordelijkheid omdat ze de
gemeentebesturen geen eigen belasting-
mogelijkheden biedt. Daarom stellen
vooral de kleinere gemeenten zich op
het standpunt: het Rijk betaalt wel. Dat
er op die manier met geld gesmeten
wordt, behoeft geen betoog.
De heer De Vos van Steenwijk (lib.)
kon zich hierbij aansluiten en wees er
op, dat de grotere gemeenten de zaak
vaak voor de kleinere bederven. Beide
categorieën dienen op gelijke voet be
handeld te worden. Het is onjuist om
de grote gemeenten de vrije hand te
laten. Deze spreker was weinig gepor
teerd voor de invoering van een w
plaatsbelasting. Volgens hem zal dit
fnuikend zijn voor het financieel
antwoordelijkheidsgèvoel van de
meentebesturen.
Gelijksoortige bezwaren had de heer
Tjalma. Hij zette uiteen, dat men met
de woonplaatsbelasting weer een ver
schillend belastingpeil krijgt. Het leek
hem beter, het volledige rapport va
commissie-Oud af te wachten.
Gemeentegrenzen
Min of meer uitvoerig is overigens
gesproken over het vraagstuk van de
streekplannen en gemeentegrenzen. De
heer Kolff betreurde het. dat de m'
ter geen oplossing heeft weten te
den voor de abnormale groei vai
grotere gemeenten. De heer De Loor
(soc.). burgemeester van Delit. was van
mening, dat het aaneengroeien van ge
meenten niet voldoende is gestuit. Vol
gens hem dient de annexatie-procedure
versneld te worden. De Haagse agglo
meratie groeit snel en de gemeente
Delft heeft nog maar 5 ha grond over
voor recreatie. De uitbreiding van Den
Haag kan alleen doeltreffend worden
opgevangen door annexatie, aldus de
heer De Loor. Hij sprak de hoop uit, dat
de vorige week ingediende wet op de
ruimtelijke ordening een snellere ver
wezenlijking van de uitbreidingsplannen
mogelijk zal maken.
Tot RUksgecommltteerde bij de In 1956
te houden eindexamens van het Am
sterdams Conservatorium te Amster
dam, het Toonkunst Conservatorium
te Rotterdam en het Conservatorium
van de afdeling Utrecht van
Maatschappij tot bevordering
Toonkunst te Utrecht is benpemd dr.
C. L. Walther Boer te 's-Gravenhage.
48.
24.00 Nw:
PUZZEL NO. 329
Horizontaal: 1 Aanraking, afk. gentel de
uwe. 2. nakomeling, grof. slede.. 3. spellet-
ding half 4 hoestmiddel, ontkenning, ri
vier in Italic. 5 onbep. voornaamwoord,
wennen. 6- afk. de naam onbekend, bestaat,
vaartuig, water In Friesland. 7 Jaarbo» kje.
boomloot. 8. tijdperk, planeet. 9. afk laatst
leden. handelsgoed.
Vertikaal: 1. Fraaie vogel. 2. voorzetsel,
bovenaards wezen. 3. handel, rondhout, 4.
uitstapje, spil. grappenmaker
Ind. gewoonten
J 13.00 Pari
1.00 Dansmuz;
rouw; 16.00 Ge'
17.15 Mrs. Dale
Orgelspel; 18.15
J jeugd; 19 4:
Sport: 20.30 Hoe
llng.
lldw
tijdperk, stre-
weefsel. gebouw. 8 gedwee, wortel,
ord. 9 drietal, keurig, maat.
OPLOSSING PUZZEL NO. 328
Vertikaal: 1. Praal. 2. s
ss. 10. pi. 11. loods, 12. i
50 Weerver; 0 55—1 00 N'
Brussel 324 m 1145
00 Amus muz: 12 30 W
_.00 Nws; 13.15 Orgeln
13.45 Orgelrecital: 14-00
45 V d kind; 15.00 V d
muz; 16.45 Lichte muz;
)agt>; 17.30 Caus; 17.45
conc; 19.00 ram: 19.30
ioorsp; 20.00 Nws; 20.25
met muz; 21.00 Gevar
beantw; 22 00 Ork conc:
23 20 Lichte muz; 24.00
0.45 Progr. overz;
deren: 16.15 Koorzang; 16.30
Nws: 17.10 Gram; 17.15 V d kir
18.30 V d sold; 19.00 Nws; 1?
Gram: 19.50 Pol caus; 20.00 Gi
Verz progr: 21.30 Jazzmuz: 22 00
Gewijde muz: 22 55—23.00 Nws.
Brussel 484 m. 12 00 Gram:
13 00 Nws; 14.15 Gram; 15.00 Ork
Gram: 17 00 Nws; 17.15 Gram:
spelen: 22 00 Nws: 22 15 Klankb;
Na het licht in de apotheek leek de lange gang
eigenaardig donker en beschaduwd en het groe
ne licht boven de lessenaar was mijlen ver. Het
was helemaal niet bij mij opgekomen om hulp
té roepen, en wij repten ons voort naar dat don
kere einde van de vleugel, waarvoor wij om
goede redenen 20 bang waren. De deur van ka
mer 18 stond wagenwijd 'open!
Zij was, voor zover ik wist, niet open geweest,
nadat de politie die kamer verlaten had. Alle
verpleegsters hadden haar geschuwd. Wie had
haar opengedaan? Wie zou haar hebben durven
openen?
Wie was er in dat donkere vertrek?
Een lange huiverende zucht kwam uit Maida's
mond naast mij en ik voelde haar koude hand
mijn pols vastgrijpen. De aanraking bracht mij
van streek en ik deed iets wat, naar ik later be
sefte, heel mal was.
Ik deed een paar stappen vooruit, liep naar de
deur van die griezelkamer, stak een bevende arm
door de open deur, tastte naar het knopje van
het electrisch licht en draaide het om. Van de
koude witte koepel van het plafond stroomde het
licht de kamer binnen.
Er was niets bijzonders te zien.
Daar stonden het eenvoudige dressoir, het tafel
tje bij het ledikant, twee stoelen, het tocht-
scherm en het hoge. smalle ledikant niets an
ders.
ccne'^iSMI kreeg een brok in mijn keel toen ik een blik
2000Hoor- naar het bed en naar de kastdeuren wierp.
22.55 Nws. I „De kast! fluisterde Maida naast mij.
Agelse7'ut71 zu^ rï'e toc^ niet opGn doen!" toen ik
3 m.) een beslister stap verder in de kamer deed. Het
Cl0ic
Door HJ6HÖH
6. EBERHART
het
lerber; 12.34 Gram;
cltal; 13.30 Gram
Engelse les;
was niet gemakkelijk om zo iets te doen, want
ik wist heel goed dat de ondiepe kasten toch
groot genoeg waren om iets te bevatten wat
een ervan had bevat.-
Zij waren ditmaal geen van beide op slot. En
er was niets in!
Ik keerde mij naar Maida toe, wier bleke ge
zicht tijdens het ogenblik van vreselijke span
ning naast mij geweest was. Zonder een woord
te zeggen, gingen wij naar ae gang terug.
„Weet je zeker dat je iets gezien hebt?"
vroeg ik, met hese stem.
„Ik weet het stellig." fluisterde Maida. „Je
moet weten dat ik juist naar Veertien ging om
dat die zijn seinlicht had opgedraaid, waardoor
ik tamelijk dicht bij Achttien kwam. Ik kwam
uit de deur en wilde naar de lessenaar toe gaan
toen iets ik weet niet wat een geritsel of
ander geluid misschien mij om deed kijken,
met het gezicht deze kant uit. zodat ik de deur
op het zuiden kon zien. En ik was juist bij
tijds om een soort van beweging bij de deur van
Achttien te zien."
Haar handen gingen naar haar keel toe, toen
zij sprak en ik voelde mij zelf niet erg op mijn
gemak.
„Kan het niet een van de patiënten geweest
zijn?" zei ik zacht.
„Neen! Niet een van hen ik in staat om te lo
pen."
„Wie kan dan
„Of wat zei Maida.
Een restje gezond verstand behoedde mij, ge
loof ik, voor doodsangst; ik kreeg mijn verbeel
ding onder bedwang.
„Onzin." zei ik beslist, maar nog altijd om de
een of andere reden op fluisterende toon. „Er
zijn immers geen Ik wil zeggen, dat de
schim die jij gezien hebt of een gezichtsbedrog
of een levend mens die adem haalt geweest
moet zijn."
„Zeker," beaamde Maida en zij voegde e
consekwent aan toe: „Ik begrijp niet hoe een
levend mens langs ons heen gekomen kan zijn
door die lange gang, zonder dat een van ons
hem het gezien heeft."
Mijn ogen vielen op de deur op het zuiden
vlak bij ons; de kleine ruiten zagen mij zwart
aan toen ik er naar toe liep, de geelkoperen
knop beetpakte en trok. De deur ging langzaam
open en er kwam een koude, met mist beladen
tocht naar binnen.
„Nu, zie je wel?" zei ik tot Maida.
..Alleen een stoffelijk schepsel heeft een deur
nodig om binnen of buiten te komen."
„Ik zie niet in. dat wij daar veel vérder mee
komen," zei zij. „Ik heb die deur vanavond zelf
op slot gedaan. Het bewijst alleen dat hier wer
kelijk iemand geweest is, dat de moordenaar
nog altijd in het ziekenhuis rondloopt."
(Wordt vervolgd)
JJET rapport van de Commissie
Loondeskundigen over de vraag,
of de salariëring van het lagere
rijkspersoneel ongunstig afsteekt bij
dat van overeenkomstige functiona
rissen in het particuliere bedrijfsleven,
heeft ons niet direct vervuld met de
zekerheid: zo is het.' Integendeel, wjj
hadden na de lezing en de bestude
ring een onbevredigde indruk: hier
is op vrij onzekere gronden een oor
deel uitgesproken, waardoor de con
clusie getrokken kon worden: de
overheidslonen zijn zo ongeveer gelijk
aan die in het vrije bedrijf.
Nu richt zich dit verwijt maar in
betrekkelijke zin tegen de commissie.
Zij stond in feite voor een onmoge
lijke opdracht. Zij moest twee groot
heden gaan vergelijken: de overheids
lonen en die in het particuliere be
drijf, welke in wezen onvergelijkbaar
zijn.
Eenmaal de opdracht aanvaard, is
zij gaan vergelijken met materiaal,
dat maar zeer betrekkelijke waarde
had.
Daarbij kwam dan nog de spoed,
waarmee gewerkt moest worden. Op 2
juni werd haar de opdracht verstrekt,
in december was zij met haar arbeid
gereed. Uit het feit, dat één harer
leden reeds in september naar de
Verenigde Staten vertrok, kan afge
leid worden, dat toen reeds de hoofd
lijnen van het rapport gereed waren
en dat nog slechts de nadere uit- en
afwerking moesten volgen.
TAEZE tijd nu was veel te kort. Voor
het trekken van meer zekerheid
biedènde conclusies zouden nog wel
een dubbel aantal maanden van be
rekeningen nodig geweest zijn. De
commissie erkent zelf trouwens op
verscheidene plaatsen in haar rap
port, dat haar gegevens slechts
betrekkelijke waarde hebben.
Daar komt nog iets bij. De com
missie heeft bij haar vergelijking met
de lonen in enkele bedrijfstakken
verschillende factoren buiten beschou
wing gelaten. Dat zij geen „zwarte
lonen" in aanmerking nam, kunnen
wij billijken. Dat zij echter ook
winstdeling (die in de metaalindustrie
vrijwel algemeen is) en ook de in
vloed van tariefionen buiten beschou
wing liet, is o.i. minder juist.
Maakt door deze dingen het rapport
een zwakke indruk, er is iets anders,
dat ons nog meer bezwaart.
J}E algemene tendens van het rap
port is: de overheidslonen zijn
vrijwel gelijk aan de lonen in het
particuliere bedrijf. Aan het slot van
haar rapport schrijft de commissie
dan nog, dat voordelen, die vroeger
de overheidsdienst aantrekkelijk
maakten, als pensioen, vakantie e.d.,
hoe langer hoe minder als het spe
ciaal privilege van het overheidsper
soneel gelden, waardoor men bereid
was, in overheidsdienst te treden, ook
als dit dezelfde of zelfs iets lagere
salariëring gaf.
Wij hebben ons altijd thuis gevoeld
in de stelling, dat de overheid als
werkgeefster een voorbeeld moest zijn.
Die stelling is zeer zeker niet de ach
tergrond van dit rapport. Integendeel,
het zet uiteen; de lonen zijn nagenoeg
gelijk. De conclusie is dan: ze kunnen
dus zo blijven en het enige, dat ge
daan moet worden, om psychologische
redenen: geef ook wat van de „verfij
ningen", die het particulier bedrijf
kent, als toeslagen in allerlei vorm,
aan het overheidspersoneel en de
zaak is gered.
pjIERMEE is het „voorbeeld-stand-
punt" geheel verlaten.
Wij menen, dat op deze wijze alle
aantrekkelijkheid om een functie bij
de overheid te gaan vervullen zal ver
dwijnen. Zal dit de oorzaak zijn, dat
er op de duur een aantal maatregelen
moet worden genomen, inmiddels
blijven zij, die thans in overheids
dienst zijn, een aantal jaren in de
beperkte positie zitten.
Want zelfs de „verfijning", die men
wil, kan maar niet van vandaag op
morgen worden ingevoerd. Het uit
werken van een volledige werkclassi-
ficatie voor het overheidspersoneel
bijv. zal zeker geruime tijd vergen.
Dus, als wij het geheel van dit rap
port overzien, begrijpen wij niet,
waarom het compromis-voorstel, dat
vorig jaar o.m. door de Christelijké
Centrale van Overheidspersoneel werd
ingediend, toen niet aanvaard is en
waarom niet in overweging worlt
gegeven, thans nog in deze richting
te gaan.
De onbevredigdheid, die er bij het
overheidspersoneel heerst, ls ons in
het licht van dit rapport in fe'.te
duidelijker geworden. Terwijl het
rapport bedoelt aan te tonen: daar
voor is geen aanleiding.
C.P.N. wil minister Mansholt
interpelleren
(Van onze parlementsredactie)
In de gistermiddag gehouden verga
dering van de Tweede Kamer heeft de
heer Haken (comm) verlof gevraagd
minister Mansholt te mogen interpelle
ren over de wijze, waarop de hoogte
van de garantieprijs voor de melk is
vastgesteld.
Vanmiddag zal over deze interpella
tie-aanvraag worden beslist.