i POLLUX
De barbaren van de
2
ZONDAGSBLAD 28 JANUARI 1956
Kort verhaal van C. Baardman
IN EEN NATUURLIJKE KOM om-
kranst door hoge gronden, ligt de
stad Galats tussen de samenvloeiing
van de drie rivieren de Seret, de
Proet en de Donau.
Het is voorjaar en de Donau voert
grote massa's water aan. Angstig zien
de bewoners van Galats naar het
dreigende water.
Ook de Seret en de Proet voeren
grote hoeveelheden water aan, en al
dat water van drie rivieren moet be
neden de stad door de Donau afge
voerd worden. De meren beneden de
stad geraken vol en alsmaar blijven
De rivieren kunnen het water niet
zwelgen en zij treden buiten hun
oevers. Het water stormt over de ho
ge gronden heen en in" een verschrik
kelijke nacht valt het met donderend
geweld in de laag gelegen stad. Vele
honderden zorgeloze Roemenen ver
drinken in deze nacht.
Bijna alle huizen bezwijken onder
het geweld van het aanstormende wa
ter en als het geschreeuw van hen
die verdrinken gesmoord is in het
kolkende water, drijven daar op het
nieuw gevormde binnenmeer, op plan
ken en deuren, allen die ontkomen
zijn aan de greep van de dood.
Doch door de hoger gelegen stra
ten golft het water in snelle draaiin
gen naar de diepte, waarin gisteren
nog gelukkige mensen lachten en zon
gen, en pas nadat de diepte geheel
gevuld is kunnen de boten van de ri
vier uitvaren ter redding.
De officiële peiling stelt de volgen
de dag vast. dat ruim twee meter
water de stad bedekt
Als na enkele dagen het water gaat
zakken, blijft daar in het hart der
stad een meer over, waarop zeesla
gen geleverd zouden kunnen worden
En in dat meer liggen, onder de in
gestorte huizen, de lijken van ve'e
P)E GETROFFEN BEWONERS bllj-
ven de regering lastig vallen om
hulp en bijstand.
De regering belooft alles en zij
overweegt het graven van een ka
naal door de hoge gronden heen,
maar daar haar het materiaal ont
breekt zal dit kanaal met de hand
gegraven moeten worden.
De geestdrift om de getroffen stad
te helpen zakt aanmerkelijk, want de
Roemenen hebben een afkeer van al
le zware arbeid.
Het graafwerk kan niet doorgaan
omdat de mankrachten ontbreken.
De regering besluit nu het werk
door het leger te laten uitvoeren,
doch eer het "zover is krijgt zij van
uit Braila het advies om de raad te
vragen van de Hollandse schipper,
die met een vreemdsoortig schip op
de Donau ligt.
Omstuwd door met goud beslikte en
zwart gerokte autoriteiten bezoekt
Wim de Groot de plaats van de ramp
en zijn advies is zeer eenvoudig. Met
zijn schip zal hij het gehele meer
leegzuigen.
Ongelovig zien de deftige heren
hem aan, maar als hij zijn advies
herhaalt, geloven zij aan zijn ernst
en hij moet zo spoedig mogelijk be
ginnen.
Wim is echter een Hollander, bo
vendien komt hij van de Sliedrechtse
dijk, en daarom gaat hij geen water
dragen in emmers die geen bodem
hebben. Hij wil eerst ruggespraak
houden met zijn directie.
Dit kan en wel langs de snelste
weg Voor de eenvoudige Sliedrechtse
schipper wordt een telefonische ver
binding verzorgd over de lijnen, die
slechts door de regering en haar di
plomaten gebruikt worden.
Deze verbinding wekt verwonde
ring op het kantoor van de directie
en fluisterend wordt het doorgege
ven: De schipper van de Pollux
aan de telefoon, uit Roemenië. Ja
je weet wel, dat is die grapjas, die
zoveel geld maakt met een zandhan-
del.
De directeur neemt zelf de hoorn
en als Wim de toestand uiteen gezet
heeft, ziet de grote baas nooit ge
dachte mogelijkheden in het ver
schiet. Een rechtstreekse relatie met
de Roemeense regering is goud waard
en geeft altijd een voorsprong op
concurrenten
Ja, de schipper moet het werk aan
nemen en uitvoeren, met die zandbe-
weging heeft hij bewezen, dat het
hem wel toevertrouwd is. Hij heeft
daarom de vrije hand, al moet hij
zorgen er alles uit te halen wat er
in tit.
En Wim haalt er meer uit dan de
firma op redelijke gronden mag ver
wachten. De regering accepteert al
zijn eisen en hij kan beginnen mei
het leegzuigen van het meer midden
in de stad.
Onder het Roemeense volk groeit de
eenvoudige hopper uit tot een zee
monster, welker aanblik een verre
reis waard is.
De belangstelling wordt tenslotte
zo hinderlijk, dat de schipper de re
gering moet vragen om beschermings
maatregelen, daar zijn - bemanning
niet bij machte is de vele en al te
nieuwsgierige bezoekers van boord te
houden. Prompt zendt de regering een
detachement matrozen en onder mi
litaire bewaking werken de Sliedrech-
tenaren verder.
Ontelbaar zijn de foto's die van het
schip gemaakt worden en elke foto
graaf tracht de schipper voor de lens
te krijgen. De winkels in Boekarest
maken goede zaken met deze foto's
en in vele deftige huizen komt de
beeltenis van Wim de Groot, de een
voudige Sliedrechtse schipper, aan de
wand te hangen.
Als het werk ten einde is komt de
gehele Roemeense regering aan
boord van de Pollux. De kapitein
krijgt een orde opgespeld en als Roe
meens ridder zal Wim de Groot naar
zijn gezin weerkeren.
Dit werk brengt hem ook directe
winst, want een dag na het bezoek
van de ministers ontvangt hij een
concessie voor het zandzuigen op de
Donau
Geheel vrij in zijn handelingen,
wordt hij de grootste zandleverancier
van Roemenië en de firma vaart
daar wèl bij.
"pN DAN KOMT de uitvoerder aan
boord: de man, die vanuit
Constanza tammq rapporten aan de
directie zendt, maar die slechts zel
den een voet aan boord van een
schip zet.
OUWERKERKSE BOER
Hij schoof zijn stoel luidkrassend van het vuur.
Er was een onrust over hem gekomen
en bij de deur heeft hij zijn pet genomen,
kwam op het erf in 9t middernacht'lijk uur.
De heemhond gromde slechts voor korte duur,
want fluisterend heeft hij zijn naam vernomen.
De boer ging verder tot voorbij de bomen,
slorul roerloos in de slapende natuur.
Toen het geraas der golven was te horen,
kroop er een glimlach om zijn moede mond:
De dijk is dicht en sterker dan tevoren
ISog bleef hij wachten alsof hem iets bond,
stoer als een eik. Zijn akker is herboren
Dan boog zijn knie op de herwonnen grond.
D. VAN BOXEL JR.
Hij komt de dank van de directie
overbrengen en bij die gelegenheid
houdt hij een redevoering.
Met de borst vooruit staat hij te
genover de jongens en zijn stem
druipt van zelfgenoegzaamheid.
Mannen, zegt hij, we heb
ben weer een aardig staaltje van
Hollands kunnen weggegeven we
hebben de wereld weer eens getoond,
dat in Sliedrecht de overwinnaars
van het water wonen Onze vrouwen
zullen trots zijn en onze kinderen zul
len zeggen: Vader was daar ook bij!
Een van de dekknechts stapt naai
voren Met lijzige stem vraagt hij:
Wat zullen jouw kinderen zeggen?
De uitvoerder valt in de kuil, hij
antwoordt: Mijn kinderen zullen
hun vrienden vertellen: De kerels
van mijn vader hebben daar in Roe
menië een heel volk in beroering
gebracht omdat zij iets deden wat
nog nooit vertoond is.
Zo... zozullen zij dat ver
tellen maar zullen zij er dan ook
bij zeggen, dat die kerels hun vader
niet gezien hebben bij dat karwei?
Ja maar Piet
Niks te jamaren, waar was jjj
eigenlijk toen wij hier op de Donau
overhoop lagen met een heel leger
van gendarmen? Was jij toen aan
boord of zat je in Constanza prachti
ge brieven te schrijven, die moesten
bewijzen hoe onmisbaar je wel bent?
En nou sta je daar je eigen wel op
je borst te slaan en te zeggen: Dat
hebben wij, maar nou zal ik je eens
vertellen hoe wij over al die poeha
denken. We zijn er misselijk van....
de schipper heeft een blikkie op zijn
jas en dat gunnen we hem van harte,
maar als jij zegt „we hebben" dan
motten we wat doen.... wat denk je
er van jongens, motten we nog lan
ger naar dat gezever luisteren?
Over boord met die vent, rie
pen een paar stemmen.
Niet zo dringen jongens, zei de
eerste spreker, we motten alles net
jes doen en met overleg maar ik ben
het met ie eens als je zegt dat deze
meneer zijn mond eens goed moet
omspoelen na al die zoete woorden.,
zullen we dat dan maar doen?
Hoera! riep de bemanning van
de Pollux. Voor een grap waren zij
altijd te vinden. Gezamenlijk hesen
zij de uitvoesder op en langs het
boord van de hopper lieten zij hem
in het water van de Donau zakken.
Hij zwom naar de wal en hij nam
zich voor een vernietigend rapport te
schrijven over deze barbaren.
De jongens van de Pollux grin
nikten voldaan: We motten het
slikken, dat de kranten hier doen als
of wij mirakels wat gedaan hebben.
Lekker zit urfc dat niet, maar de
lui hier zijn niet wijzer. Zo'n uitvoer
der, die niks doet als rapportjes
schrijven, mot ons echter niet aan
de kop komen zeuren.... voor los,
Zr.igclingcnbureaus
beschermende handen rond uw Kind
volg van pao l) vaak een hechtere band te bespeuren
tussen de inwoners en zo'n bureau,
bestaat er in zekere zin een grotere
verbondenheid tussen de dorpelingen
zl,'n" enerzijds en de zuster en dokter ari*
derzijds. Typisch is dat dit ook in
het spraakgebruik tot uiting komt.
De dorpeling gaat naar „de wijk",
in de stad gaat de moeder naar het
„consultatiebureau".
Dat hier de C.B.'s vaak voor een
zeer moeilijke taak staan valt te be
grijpen. Immers, niet alle moeders
denken er eender ever. De één juicht
dit toe, een ander vindt het onzin, ter
wijl men ook met plaatselijke om
standigheden rekening zal moeten
houden De mentaliteit van de plat
telandsbevolking bijvoorbeeld is nu
eenmaal heel anders dan die der gro
te steden, wat ook in de verhouding
C.B.-publiek heel duidelijk naar vo
ren komt. In de dorpen valt er ook
IJ ET welzijn van het kind begint bij
de praenatale zorg en dat dit van
niet te onderschatten belang is. blijkt
wel uit de oprichting van talrijke
praenatale bureaus. Naast het nor
male routine-ondefzoek van deze bu-
gynaecolo-
Ondcr ot hoogtezon. Moet uw kindje op voorschrift van de arts een
dergelijke kuur ondergaan, dan kunt u daarvoor bij een C.B. terecht,
want ook dit ressorteert onder zuigelingenzorg.
gen zitting hebben met betrekking
tot bloedgroep-onderzoekingen in ver
band met de rhesusfatflor, omvat
deze zorg tevens de controle op de
gezondheidstoestand der aanstaande
mcfeder in de meest ruime zin. d.w.z.
doorlichting, röntgen-, bekken- en
urineonderzoek.
Dit is vanzelfsprekend van primai
re betekenis in die gevallen, waarin
een aanstaande moeder haar éérste
kindje verwacht Is alles in orde. dan
zal zij verder normaal onder behan
deling der vroedvrouw of verloskun
dige kunnen blijven.
Een merkwaardigheid is helaas
een bepaald vooroordeel, wat bij
sommige groepen van ons volk be
staat tegen een vroedvrouw. Of mis
schien is dit iets te sterk uitgedrukt.
Er zijn namelijk jonge aanstaande
moeders die pertinent weigeren om
wanneer het zover is door een
vroedvrouw geholpen te worden en
die de hulp van een arts inroepen.
Verhalen uit de „goede" oude tijd,
oververteld van geslacht op geslacht,
zullen hieraan wel niet geheel vreemd
Tot geruststellihg van deze moe
ders zij echter opgemerkt, dat het
tegenwoordig juist de in verschillen
de plaatsen van ons land gevestigde
opleidingsinstituten voor verloskundi
gen zijn, waar vele jonge doktoren,
vaak onder leiding van ervaren
vroedvrouwen, hun opleiding voltooi
en. Wellicht zal deze wetenschap er
mede toe bijdragen, dat men wat
meer waardering voor hun werk
krijgt
ln de liefde tot haar kind zal iedere
moeder instinctmatig trachten het
beste te zoexen en de natuurlijke ont
wikkeling der baby zoveel mogelijk
bevorderen. Beseft zij dit, dan zal zij
ook, als het zover is, de weg naar het
C.B. wel vinden m het weten, dat
daar alles in het werk gesteld zal
worden, haar kind door de eerste
moeilijke tijd zogoed mogelijk heen
te helpen.
Uw kind zal er u later dankbaar
ANTON KOOIJMAN.
7
Correspondentie en oplossingen
aan de heer H. J. J. Slavekoorde,
Goudreinetstraat 125, Den Haag.
Stahlberg en Pilnik
HET onlangs beëindigde tornooi te
Beverwijk heeft weer eens dc aan
dacht gevestigd op Stahlberg en Pilnik.
die in dit tournooi de eerste 2 plaatsen
bezetten. Met Matanovic vormden zij
het trio grootmeesters waartegen onze
landgenoten en enkele goede internalio
nalc meesters het moesten opnemen.
Laten wij eerlijk toegeven, dat de bui
tenlanders het onze landgenoten ditmaal
bijzonder lastig hebben gemaakt Het
behoort bijna tot de tradities van Bever
wijk, dat de Nederlanders daar altijd
bijzonder goed voor de dag komen, on
geacht de sterkte van het contingent der
buitenlanders.
Maar dit jaar is radicaal met de tra
ditie gebroken. Men kent de eindstand:
de eerste plaatsen voor de buitenlander*
en Bouwmeester was dé eerste Neder
lander, die zich met „slechts" 50 pet
tussen de buitenlanders kon wringen.
Grootmeester Matanovic heeft ons in
tussen aardig teleurgesteld. Indien wij
de uitslag van dit tournooi hadden moe
ten voorspellen, zouden wij de jonge Joe-
goslaviër zeker de eerste plaats, en op
z'n minst een gedeelde eerste e/i tweede
plaats hebben toegedacht.
Hoe wij Stahlberg en Pilnik zouden
hebben geklasseerd in onze voorspel
ling laten wij nu maar in het midden,
maar wij willen wel bekennen, dai wij
de enige niet zijn die Stahlberg niet he
lemaal meer als grootmeester van de
bovenste plank beschouwen. En groot
meester Pilnik, die tot onze verrassing
tegenwoordig een aardig ten goed ve>-
staanbaari woordje Nederlands spreekt
kan heel sterk schaken al# hi er maai
voldoende toe wordt geprikkeld. En dat
laatste gebeurt niet zo heel vaak.
Om op Stahlberg terug te komen We
kennen zijn naam natuurlijk heel goed
in Nederland. We hebben hem zelfs bij
herhaling in ons land gezien. En toch
weet men hier niet al te veel van hem
af. Daarom hebben wij kort geleden met
belangstelling een korte biografische
schets over Stahlberg gelezen van de
hand van de Engelse publicist Golom-
bek, als slothoofdstuk opgenomen in de
Engelse vertaling van Stahlberg"» boek
„Schaken en schaakmeesters".
Golombck schrijft o.a. het volgende:
„Evenals Najdorf begon Stahlberg voor
bet eerst ccn wereldreputatie tc krij
gen toen hij bij het uitbreken van de
tweede wereldoorlog achterbleef in Zuid
Amerika. Dit betekent niet dat hij voor
dien geen successen van betekenis had
geboekt. Zo had hij bijv. zowel Spielmann
als Nimzowitsch in matches vcrslageo
en had hij in 1938 tegen Keres 44 ge
speeld. In Zuid-Amerika nam hij aan tal
van tournooien deel, waarin Najdorf zijn
grote concurrent was. Najdorf won het
tournooi meestal, hoewel niet altijd.
In 1948 keerde hij naar Europa terug
en kwalificeerde zich voor het Candida-
tentournooi In dat Candidatentournooi
behaalde hij een redelijk secces: de 7e
plaats. Ivi de volgende jaren behaalde
hij een flink aantal internationale suc
cessen, hoewel hij nooit een eerste prijs
won. Dit had hij laatstelijk gedaan te
Tnanske Tcplice in 1949. Maar hij was
steeds een gevaarlijke concurrent voor
de eerste plaats. Zo weid hij te Amster
dam in 1950 derde en bij het Staunton
tournooi 1951 tweede. Te Boedapest
(1952' had hij lang de leiding, doch viel
te-gen het eind wat terug en moest ge
noegen nemen met een gedeelde derde
plaats, welke hij deelde met niemand
minder dan Botwinnik en Smyslow!
In 1952 klasseerde hij zich opnieuw
voor het Candidatentournooi. maar in
laatstgenoemd
best
orde
angst
meer helemaal de oude geweest en het
is dus eigenlijk -niet te verwonderen, dat
men hem niet helemaal meer beschouwt
als een grootmeester van de eerste rang
Het grote publiek vergeet immers suc
cessen maar al te spoedig.
Golombek vervolgt: „De bovenge
noemde feiten geven de loopbaan van
Stahlberg zonder meer. Maar ziin wer
kelijke grootheid als schaakspeler ligt
in de kwaliteit van zijn partijen Nie
mand onder de levende spelers heeft
zulk een elegance van stijl als Stahl
berg op z'n "best. Het is waar: hij is
niet constant. Ten dele wordt dit ver
oorzaakt door zijn wisselvallige gezond
heid, en voor een ander deel omdat hij
niet zozeer op punten uit is als wel op
spelen van mooie partijen Hij is een
groot eindspelkenner en heeft de theorie
met name het damegambiet en de
Franse partij menigmaal verrijkt."
Golombek geeft dan enkele partijen uit
Stahlbergs Zuid-Amerikaanse tijd, waar
van wij dc volgende overnemen
Wit: Stahlberg. Zwart: Michel.
Geweigerd damegambiet.
I. d4 d5: 2. c4 c6; 3. Pf3 Pf6; 4 e3-e€;
5. Pbd2 a6?
Puur tijdverlies, als gevolg waarvan
wit het initiatief heeft.
6. b3 Pbd7: 7. Ld3 Da5.
Het begin van een afruilmanoeuvrc.
8. Dc2 La3; 9. Lxa3 Dxa3; 10. 0—0 Dd6.
De beste verdediging. Na 10 0-0;
11. Pe5, gevolgd door f4 en Tf3 krijgt wit
een sterke aanval.
II. Tael 0—0; 12. c5
Hierdoor bemoeilijkt wit de ontwikke
ling van de zwarte damevleugel.
12. Dc7; 13. r4 dxc4; 14. Pxe4 h6.
Of 14. Pxe4; 15. Txe4 met de
dreiging Th4,
15. Pd6 Pe8: 16. Pc4!
Wit houdt de zwarte tiamcvlcugel on
der druk en bereidt gelijktijdig een
aanval op de koningsvleugel voor
16. Pdf6; 17. Pb6 lb8; 18. Te3! Ld7.
Na 18Pd5; 19. Pxd5 heeft wit
een duidelijk positioneel overwicht. Mi
chel probeert tegenspel te krijgen door
de witte damepion aan te vallen
19. Pe5 Td8; 20. Tg3 Lc8; 21 Dd2
Indirecte verdediging van pion d4 en
directe aanval op pion h6
21. Kh8; 22. Df4
De voorbereiding van een lange com
binatie. Indien nu 22 Ph5 dan 23.
Pg6t Kg8; 24. Dxc7 Pxc7; 25. Pe71 Kh8;
26. Pexcö Pxg3; 27 fxg3 Txc8; 28. Pxc8
Txc8; 29. Txf7 met gewonnen spel voor
wit.
22De7; 23. Tg6! Ph7.
Wat zou wit gespeeld hebben op 23.
Kg8? Hij zou gespeeld hebben: 24.
Pxc8! Txc8; 25. Dxh6! fxg«: 26. Dh8t!
Kxh8; 27. Pxgöt Kg8; 28 Pxe71 gevolgd
door Pxc8.
24. Txh6!
Tegen dit offer heeft zwart geen be
vredigende verdediging.
24txh6; 25. Dxh6 Pf6; 26. Pg4
Pe4.
De enige kans. Na 26Kg8 wint
wit door 27 Pxf6t Pxf6; 28. Dg5' Kh8;
29. Tel' Pg8; 30. Dh5t Kg7; 31. D!i7 i Kf6;
32 Dh8t Kg5; 33. Dg7enz.
27. Lxe4 f5; 28. Pe5 Tf6 (de dreiging
Pg6+ moest gepareerd worden i; 29. Dh4
Dg7; 30. Ld3 Dg5; 31. Dxg5 (het eindspel
is gemakkelijk voor wit gewonnen)
Pxg5; 32. Tel Pf7; 33. Pf3 Kg7; 34. Lc4
Kf8; 35. h4! Ke7; 36 d5 Th6; 37. Pxc8t
Txc8; 38. dxc6 Pd8; 39. Pd4 Tf6; 40. Tc5
b5; 41. cxb6 en passant. Zwart gaf het op.
Stelling na 28. c4
Eeuwfeest der walvissen
Nadat dc walvisvangst enkele eeuwen
had stil gelegen, togen stoere mannen,
nu, ongeveer een eeuw geleden, op
nieuw ter visserij uit.
Helaas, groot waren de vangsten niet
en teleurstellend was het bericht, van
slechts 2000 exemplaren, die rond het
jaar 1900 aan wal werden gebracht
Doch in de jaren vlak voor dc wereld
oorlog. waren de vangsten snel in stij
gende lijn geklommen tot 550.000 per vis-
seizoen toe!
Gedurende een eeuw zijn er nu niet
minder dan 1.200.000 zeemonsters tot
traan, enz verwerkt.
Nu bestaat de kans van uitsterven de
zer „visjes", weshalve men aandringt
op drastische maatregelen tot beteugc-
Merk waardig vogpltransport
bouwt de houtsnip zijn
droog bodemgedeeltc en niet in bomen.
Zijn de eieren uitgekomen en de jon
gen nog te klein om te vliegen, dan
zullen dc ouders, bij naderend gevaar,
de kuikens met beide poten omklem
men en zo in veiligheid brengen.
Deze manier van transport komt zel
den of nooit voor in de vogelwereld.
|Jlllllllllllllllllllllllllllllll|||||||||||||||||||||||NIIII||||||||||||||||||Uj
PUZZLE I
VAN DE VA/EEK
ïüiiiilliiliiliiiiiiiiliii!iliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii hui immuun min Hirp
Kruiswoordraadsel
Juist op het ogenblik dat Pilnik zijn
passieve houding wil opgeven verrast
zijn tegenstander hem met een goed
voorbereide tegenstoot.
28g4l; 29. fxg4 Lxg3!; 30. Pxg3
Nog droeviger wordt de situatie wan
neer de witte koning op g3 neemt. Dan
volgt Dh4t.
30Txh3!
Dit is de fraaie pointe der combinatie.
Na Kxh3 volgt mat in twee zetten.
31. gxf5
Meer tegenstand had wit kunnen bie
den met 31. Ph5. Zwart heeft dan niet
veel beter dan Dh4. waarop zou kunnen
volgen 32. Lxf5 gxh5; 33. Le6t PxeO; 34.
Dg6t Pg7; 35. gxh5.
3L Pf4t; 32. Kf3 Dh4; 33. Lf2
Niet beter is 33 Tg2 wegens Ph7; 34
Lf2 Pg5+ enz.
33. Ph7; 34. Tgl Pg5t; 35. Ke3
Te8t; 36. Kd2 Pf3t; 37. Kc3 Pxe2t; 38.
Pxe2 DxfZ; 39. Txg6t Kh8; 40. Del Te3;
41. Pf4 Tel rn wit gaf het op. Op 42
Dc2 volgt Dxd4 t enz.
Dc oplossingen
Ook over Pilnik hebben wjj wat te be
richten. Hij kwam naar Beverwijk kers
vers afkomstig uit IJsland, waar hij heel
wat geschaakt heeft. Hij won er een
klein tornooi met 8 deelnemers, speelde
in een tweekampje tegen Johansson
met 11 gelijk cn kreeg van Olafsson in
een tweekampeen flink pak slaag.
Met niet minder dan 51 werd groot
meester Pilnik geslagen.
Dit nu is typerend voor Pilnik. We
schreven reeds, dat hij heel goed kan
schaken, maar dat hij een grote stimu
lans nodig heeft om tot goede resultaten
te komen. Zijn talenten openbaren zich
vooral in de defensie en in zijn enorme
uithoudingsvermogen. Hij speelt langer
door dan wie ook, weet zich in slechte
stellingen eindeloos lang te handhaven en
wordt nimmer ongeduldig als het er om
gaat een minuscuul voordeeltje te benut-
Let wel, zo kón Pilnik spelen. Maar
hij doet het slechts als hij er zin in heeft.
Verleden jaar (of was het in 1953' liet
hij het er te Beverwijk lelijk bij liggen
Hij eindigde toen op de voorlaatste
plaats. Maar dit jaar had hij er te Be
verwijk echt zin in. Zou dit de reactie
zijn geweest op het ongezouten pak slaag
dat hij zo juist van Olafsson in ontvangst
had moeten nemen? Wie zal het zeggen.
Intussen vatte men het vorenstaande
niet op als "een verkleining van de ver
diensten van Olafsson, die inderdaad een
zeer sterk meester is cn die, onmiddel
lijk na zijn zege op Pilnik, naar Hastings
reisde en daar met grootmeester Kuren,
noi de eerste prijs in het beroemde tor
nooi van die naam deelde.
Ziehier hoe Pilnik in de 3e party van
de tweekamp verloor.
Wit: Pilnik. Zwart: Olafmon.
Russische partij.
1. e4 e5; 2. Pf3 Pf6; 3. Pxe5 d6; 4. Pf3
Pxc4; 5. «14 d5; 6. Ld3 Le7; 7. 0—0 0—0;
8. Tel Pd6; 9. Pc3 c6; 10. Lf4 Lg4; 11. h3
Lh5; 12. LU f5; 13. Pe2
Dit paard wil via f4 naar e6. Pilnik is
zelfs bereid hiervoor een dubbclpion op
f3 op de koop toe te nemen. Maar noch
het een noch het ander geschiedt.
13. K5'; 14. Pg3 Lg6; 15. Pr5 Pd7;
16. Pxg6 hxg6; 17. Dc2 Tf7; 18. PfJ Pe4;
19. f3 Pd6; 20. c3 Pf8; 21. Dc2 Pe8; 22.
Te2 Ld6.
Zeer juist. De witte loper op h2. die
sterk is in verband met dc zwakten van
wit op de zwarte velden, moet afgeruild
worden.
23. e3 Pg7; 24. Tael Df6; 25. Kg2 Pge6;
26. Lgl rd8; 27. Tdl Th7; 28. c4
was een eindspelstudie van de beroem
de Russische componist Grigoriew. Dc
oplossing berust op een manoeuvre wel
ke iedere gevorderde schaakspeler toch
eigenlijk moet beheersen. Na de inlei
ding L Ta7t Kb4; 2. b7 Tb6 gaat het er
om de witte koning in het gevecht te
betrekken. Voor de hand liggend maar
slecht ware 3, Kd5? wegens Kb5! en wit
heeft geen afwachtende zet. Daarom 3.
Kd4! hoewel de koning onmiddellijk weer
door 3Td6f verdreven worden
kan en moet. Want anders beslist 4 Ta'l!
direct. Derhalve 4. Ke5 Tb6 en nu ten
slotte toch 5. Tal! met als gedwongen
gevolg 5Kc3; 6. Telt Kb2; 7. Tc7
Kb3. Deze manoeuvre dient uitsluitend
om de witte koning dichter bij te bren
gen. Dus 8. Kd5 Kb4. Nu nog eens de
zelfde manoeuvre: 9. Tel! Ka3; 10. Talt
Kb2; 11. Ta7 Kb3; 12. Kc5! en wint
De tweede opgave tpartystelling Dri-
merCiocaltea) is eigenlijk helemaal
niet moeilijk. De partij is natuurlijk niet
remise na 1Tg8? 2. Txg8 h2. Wit
wint heel eenvoudig als volgt: 3. Kg3!
Kgl; 4. Kh3t Khl; 5. Ta8 enz
Onze opgaven
Onze opgaven liggen deze week weer
eens in het combinatoire vlak. Het is
verbazingwekkend hoeveel voorbeelden
de schaakliteratuur hiervan bevat. Be
kende wendingen komen telkens weer
in een nieuw gewaad te voorschijn, zó
nieuw, dat men soms moeite heeft het
bekende in het rieuwe te ontdekken.
Nieuw betekent hier allerminst: recent.
Onze voorbeelden zijn resp. uit 1898,
1934 en 1942 afkomstig.
Horizonl&al: l Vergezicht, b Be
zeten, 7 Gezinslid. 8 Slede, 9 Maand,
11 Boom, 13 Stremsel, 15 Onderdeel
van een uurwerk. 17 Weefsel. 19 Be
staat, 20 Zangnool, 21 Volk, 23 Ver
pakking, 25 Vogel, 26 Stengel. 27
Slotwoord, 29 Bosiand, 30 Kippenloop,
31 Violoncel, 33 Zijn, 34 Zangnoot,
35 Vreemde munt, 37 Stempelmerk,
39 Steenafval, 40 Kleefstof, 42 Knaag
dier, 44 Term in de bokssport, 45
Zangnoot, 46 Oude heer, 48 Opschud
ding.
Vertikaal: 1 Rivier in Itaiië, 2 Hoog
gelegen weide, 3 Mening, 4 Rondhout,
5 Vermoeid, 6 Zware slag, 8 Zang
stem, 10 Verlaagde toon. 11 Pers
voornaamwoord, 12 Meetk. lichaam.
14 Branden, gloeien, 16 Boom, 18
Voedsel, 20 Soort vis, 22 Dierenroep,
23 Apenbroodboom. 24 Vissoort, 26
Stuk, 28 Snijgereedschap, 29 Berg
plaats, 31 Aromatisch, 32 Heideplant,
34 Zangnoot, 36 Courantenjongen, 37
Afstandsmaat, 38 Rondhout, 41 Ly
risch gedicht. 43 Inhoudsmaat. 45 Pers.
voornaamwoord, 47 Godsdienst.
Inzendingen per briefkaart voor a.s.
donderdag aan bureau van dit blad. In
de linkerbovenhoek aan de adreszijde
vermelden: „Puzzle-oplossing".
Oplossing kruiswoord
raadsel 21 januari
s. 20 era, 21 aard, 24 na, 25 ieder
28 belet. 30 E.K.. 32 eens. 34 pok. 36 el.
37 aap, 39 ima-go, 41 spar. 42 Ina. 43 Po.
44 re, 45 pet, 46 duet, 48 geiser.
Vertikaal: 2 Af 3 raak. 4 mal. 5 ys. 6
katern, 7 cape, 9 tube. 11 tiras. 13 pu. 15
ega. 16 as. 17 taal. 19 edel, 22 riek, 23
vete. 26 deel. 27 kepi, 29 tsaar. 31 ko
miek, 33 nap. 35 kant. 36 e.o.. 38 pret,
40 ga, 41 soes. 43 pui. 46 de. 47 te.
Als e«'n dominee
intrede deed
Bij de intrede van een nieuwe predi
kant heeft men over belangstelling ge
woonlijk niet te klagen. Nu, een drietal
eeuwen geleden, was dit ook het ge
val, maar... dan speelde er vaak nog
een andere faktor een rol, nl. het cu-
lianirc motief. Het was toch gewoonte
bij zulke gelegenheden de magen eens
goed op de leest te zetten en de kerk
rekeningen zijn er. om te bewijzen, dat
de belangstellenden het zich, na de in-
trede-ceremonu- goed lieten smaken.
Zo zou in 1655 een zeJCere predikant
Thomas Noë tc Dantumawoude beves
tigd worden en zou hij daarna zijn in
trede houden. De heer Heilke Klazes.
kastelein te Dokkum was er erg goed
mee. Hij kon de Dantumawoudsc ge
meente een rekening presenteren van
98. als „derde part van dc onkosten,
getallen over de introductie" van ge
noemde predikant!