Het loon onder de loupe Kan de gehuwde vrouw ook worden ingeschakeld Het C.N.V.- blij met verandering maar nog niet voldaan TWEE SER-RAPPORTEN Verkorting van de werkweek roept economische èn sociale vragen op NIEUWE LEIDSCHE COURANT 6 MAANDAG 2 JANUARI 1956 Nederland komt handen te kort (III) String gevolgde loonpoli tiek moest komen, is wel dat bedrijfstak, die grotere ©mietten en grotere win sten maakt, de werkne mer» daarin kan doen de len door de vastgestelde loongrenzen los te laten en hier enigs rins boven De SER i Sociaal Eco- mrne welvaart in i rijfstakken men en dat men dus weer op een nieuwe loonronde moest aansturen Ook in deie richting heeft de SER onderzoekin gen gedaan en weldra zal ook over dit onderwerp Ticnlng zijn. dat roor een kleine lo< vaar In dus elke ner zoo delen. Wanneer wij nu het thans veelgebruikte woord ..coördinatie" in de loon- nische Raad) heeft in j Politiek nvoudigheldshal- aeie geest ook een advi- ve vervangen door ..her- •errnd rapport opgemaakt «lening van de lonen", en de regering doen toe- I krijgen wij dus te maken komen. Het NVV d-iaren-mrt tweeërlei streven en tegen «telde zlrh lang op «wee SFR-rapporten. bet standpunt, dat alge-1 Het eerste, reeds ver- •chenen SFR-rapport. dat steunend is voor de idee- en van het CNV. Is reeds bij de begroting van So ciale Zaken in de Tweede Kamer behandeld en mi nister Suurboff (van Soc. Zaken) heeft zich er niet tegen verklaard, maar wil wel alle voorzichtigheid In acht nemen. HIJ heeft dus gezegd, eerst een gesprek te wil len hebben met de Stich ting van de Arbeid om in deze „de spelregels" goed onder de knie te krijgen. Het is n|. een hele opgave om te zien, welke bedrijfs takken In aanmerking zou den komen voor loslating van de loongrenzen en in hoeverre dit dan kan wor den toegestaan. In elk ge val zal, zoals de SER ook heeft geadviseerd, de re gering toezicht houden op alles wat er gebeurt en daarvoor zal, wanneer al les In kannen en kruiken O AN GROOT BELANG is het om. sprekende over het werknemers tekort, ae mening te weten van de georganiseerde werknemers en dus van de Nederlandse vakbeweging In een vraaggesprek met de secretaris van het C.N.V., de heer B Roolvink, hebben wij de verschillende aspecten bekeken, vooral ook. omdat de visie van het C.N.V. op het werknemerstekort, zo nauw verbonden met de loonpolitiek, de roep van „revolutionnair" kreeg. Het eerste wat de heer Roolv:nk zei, was echter: „Wij willen in geen geval een wild-west-politiek, waarbij ineens alle loonnormen overboord worden gegooid, want dat zou alleen maar funeste gevol gen hebben". Over de jongste ontwikkeling in de loonpolitiek zeide de heer Roolvink: „Het is nu wel duidelijk gebleken, dat de regering mèt ons van oordeel is dat wij naar gedifferentieerde loonvorming moeten groeien, maar wij zijn niet enthousiast over minister Suurhoff, die de logische ontwikkeling teveel wil afremmen door nu eerst weer een gesprek met de Stichting van de Arbeid af te wachten om voorge licht te worden over „de spelregels". is, een loonraad worden benoemd, welke dan ©ver heidsbevoegdheid heeft. Dit sal alles echter niet meer In orde knnncn ko men voordat de huidige zittingsperiode van de Ka mer afloopt en dat duurt te lang. Daarom wil de minister wel alvast zover gaan. dat hij het college van Rijksbemiddelaars, dat is de instantie, welke op het ogenblik beslist over de toepassing van de CAO's, enige instructies geeft om meer loonvrlj- heid in bepaalde daarvoor in aanmerking komende bedrijfstakken goed te De minister vindt het echter niet prettig, dat be paalde groepen werkne mers, bijvoorbeeld in ue landbouw en verplegenden in ziekenhuizen, van een eventuele loonsverhoging deten :n de welvaart, met in achtneming van het feit, dat deze per bedrijfstak gedifferentieerd is. Een al- Semene loonronde zou dit alles weer oorbreken en, via de economisch ge voelige bedrijven, toch tot prijsverhogin gen moeten leiden. En dat is nu net, wat wij willen voorkomen." „Hoe denken de Chr. Werkgevers over deze stellingen?" „Zg" rijn het in grote lijnen met ons eens. Van hen is geen tegen stand te verwachten. Voor ons is nu van het eerste belang, dat het gesprek tussen de minister van Sociale Zaken en de Stichting van de Arbeid spoe dig tot stand komt. Tot zolang is er feitelijk nog weinig te zeggen over de toekomstige ontwikkeling inzake de loonpolitiek. De aarzeling van de 'allen, het blijven uitgesloten, omdat hier geen mogelijkheden tot loonsverhoging zijn, zonder dat er algemene prijsverhogingen als ge volg daarvan tot stand komen. HIJ wil bestude ren. of deze groepen dan misschien compensatie kunnen krijgen door eens betaalde vacantie e.d.. een gratificatie, wat meer hetgeen „secundaire ver ruiming van arbeidsvoor waarden" wordt genoemd Minister Zijlstra (van Ec. Zaken) heeft nlei het loonbeleld, maar het prijs beleid in handen. Deze spreekt dus. wanneer bij het woord „coördinatie" ge bruikt. over bet tweede, nog te verwachten SF.R- rapport, dat de mogelijk heid voor een algemene loonronde aantoont. Uit een algemene loonronde moeten prijsverhogingen voortvloeien en dat wil de minister In elk geval voor komen. Bedrijven welke met landbouw en voedsel voorziening hebben ie uia- ken kunnen geen opslag aan de werknemers geven, zonder die verhoogot- kn- ninlst r niet niet het streven van de ministers en de beide SfcK- rapporten. Hier lopen dus twee dingen door elkaar, welke by de behandeling in de Kamer niet altyd voor iedereen duidelijk zijn Aangezien men het werknemerstekort niet los kan denken van de loon politiek, wijden wij op deze pagina ook hieraan aandacht en geven wij in het bijzonder de mening van het CNV nog eens Kamerdebat heeft niet veel nieuws gebracht, want wat wij nodig hebben i* doortastendheid". „Nog een laatste vraag in verband met oplossingen inzake het werk- nemerstekorlHoe denkt u over het regeringsbeleid inzake de migratie en de rijkswerkplaatsen?" „De migratie dient zoveel mogelijk beperkt te worden, liever zien wij industrievestiging in de achterge bleven gebieden maar ik geef toe, dat dit gemakkelijker gezegd dan gedaan is. En de rijkswerkplaatsen? Die juich ik van harte toe. Hier wordt een algemene basisscholing gegeven, welke uitgaat botien vluchtige bijscho ling in vele bedrijven. Hieraan heeft de arbeider wat, ook in een mogelijk andere toekomst De heer Roolvink noemt het werkne merstekort een uiting van super-hoog conjunctuur. waartoe medewerken de vrij grote vraag naar Nederlandse pro ducten, zowel agrarische als industrië le. de sterk verhoogde binnenlandse con sumptie. ook al m de hand gewerkt door afbe'.alingssystemen. de grote, voorrang hebbende milHalre bestellin gen en dergelijke Dit alles vergt grote productieve In spanning en schept daardoor overvloed aan werkgelegenheid Bij het tekort aan krachten spetlt ook de lange mili taire diensttijd waardoor vele jonge mannen aan het productieproces wor den on'trokken. een grote rol. 3ij de betrekkelijk hoge consumptie- tri gelijkheden kan men niet in alle sec- ♦or-n tevreden zijn met het Nederland se loonpeil ook nl wordt de gulden ten opzichte van de buitenlandse valuta laag gewaardeerd en is de koopkracht van onze munteenheid dus vrij groot ..Hoe is de houding van de Nederland se vakbe weging ten aanzien van de loon- Alle zins gematigd, want toonhoogte «n werkgelegenheid hangen ten nauwste samen. De jaren '30—"40 liggen nog vers in het geheugen en het onmiddellijke belang van de werknemers mag geen voorrang hebben bij het grote geheel. Wij hebben ermee te rekenen, dat er toveer andere tijden kunnen komen ..Strookt dat me' uw organisatie als arbeidersbeweging?" „Zeker. Onze taak in het economische leven Is aanzienlijk toegenomen, verge leken bij vroeger. Wij zien in. dat het belang van de arbeider eerst goed wordt gediend, wanneer het gehele economi sche apparaat Juist werkt en daarom honden wij veel meer voeling met an dere organisaties. Eer wij dus loonvra- gen stellen, moeten wij behoorlijk op de hoogte zijn van de mogelijkheden daar toe en moeten wij ook de toekomst In het oog kunnen houden. DF BEDOELING „Wal is dan de bedoeling van uw loonpolitiek?" ..WIJ gaan van het standpunt uit, dat hel gereedschap dat men hanteerde om in de Jaren van rrkloosheld de armoe de te verdelen, niet kan worden ge bruikt om nu de welvaart te verdelen. WIJ geloven, dat het Juist Is. dat de eigen taak van het bedrijfsleven inzake lonen en prijzen, welke In de na-oorlog- ae lijd voor een deel door de overheid Is overgenomen, zo snel mogelijk weer ».i" de bedrijven wordt teruggegeven." Dit houd: dus ln doorbreking van de Natuurlijk. Het overleg tussen werk gevers en werknemers is het eerstaan- gewezene om de verantwoordelijkheid voor de loonvorming te dragen. Verde re vergroting van de welvaart in ons land d;cnt ook aan de arbeiders ten goe de te komen. Hiervoor is nog meer ver hoging van arbeidsproductiviteit nodig, want. worden er hogere lonen betaald, dan zou dit in geen geval prijsverhoging mogen betekenen." ..Maar hoe staat u dan tegenover de argumenten van doorberekening van verhoogde productiekosten op de buiten landse markt*" „Ik geloof dat in verschillende be drijfstakken, bijvoorbeeld in de metaal industrie speling genoeg is om de ex portprijzen nie: te verhogen, ook al wor den de lonen hoger Als ik zie. dat de metaalindustrie, zonder kostprijsverho ging door te berekenen. Italiaanse ar beiders aan het werk kan zetten en de ze ook nog onderhoudskosten vergoedt, terwijl deze arbeiders bovendien door vreemdheid van omgeving en taalmoei lijkheden niet een zo hoge productie verzekeren als de Nederlandse geschool de arbeiders, dan wordt hier toch bltjk gegeven van enige financiële ruimte'" Maar nu noemt u wel de sterkste tak van industrie De textielindustrie bijv staat er toch anders voor*" ioderdoad en ook de agrarische en andere bedrijfstakken. Naarmate de spe ling Kleine- is. zal er minder kunnen gebeuren, maar zal ook de efficiency va-, het bedrijf sterker ter hand moeten worden genomen, opdat er absoluut pro- „Het C.N.V meent toch niet, da- nu ie loonnormen kunnen w ien losgelaten?" n getn geval zomaar ineens en voor iedereen tegelijk Maar het komt ons billijk voor. dat dit be-irijfstak«eewijze en •■-•oral zeer geleidelijk gaat". ..Zal er dan geen verloop van de ene industrie naar de andere ontstaan? Stel, dat de metaalindustrie. Inclusief de scheepswerven, tot verhoogde lonen ko men. Wellicht ook de bouw. Lopen dan de textielfabrieken niet leeg?" „Dat geloof ik niet. De werknemer zal moeten begrijpen, dat overlopen van de ene bedrijfstak naar de andere eerst geruime tijd van scholing vergt en bo vendien. dat bouw en metaalnijverheid maar niet eindeloos mensen kunnen aannemen, vooral niet, wanneer er in derdaad hogere lonen worden betaald Want dat houdt in, dat het bedrijf dan tot grotere productiviteit moet komen door intensivering en vergroting van de efficiency, opdat de productie per man hoger wordt Slechts dan zal men de verhoogde kosten behoorlijk kunnen op vangen Er zou verloop kunnen ont staan. maar ik zie dat niet als een ob stakel, vooral als men eens naar het huidige, grote verloop kijkt. Dat dit in vele gevallen onverantwoordelijk is, zal langzamerhand toch wel duidelijk wor den „Zal men bovendien bij bedrijfsuit- breiding niet moeten rekenen met mo gelijke tijdsverandering?" ..Inderdaad en dat zal al een natuur lijke rem vormen voor al tevael aan trekking van arbeidskrachten. „Uw streven is dus: bedrijfstaksge- wijze en geleidelijk-aan komen tot min der gebondenheid aan loonnormen, zon der dat dit tot prijsverhogingen leidt?" „Precies. Prijsverhogingen ln het bin nenland Ls het paard achter de wagen spannen en prijsverhogingen op de bui tenlandse markt kunnen de welvaart aantasten en dan Is er helemaal niets gewonnen. Hogere lonen moeten voor een bedrijf betekenen: meer efficiency en Intensivering van de productie. Dan vangt de productieverhoging dus de kostenvergrotlng op." Loonroaden „In dit kader zou dus geen algemene loonronde meer passen?" „Neen. Het CNV streeft ernaar, de werknemer, i.e. het Nederlandse volk. Over meer vrijheid hij loonvorming 1 Over een mogelijk IN het rapport, dat de Sociaal Eco- l nomische Raad (SER) betref fende loslating van loongrenzen aan de regering heeft voorgelegd, wordt ie mening uitgesproken dat de gun stige ervaringen welke men na de ►orlog heeft opgedaan met de ge ,eide lonen, thans moeten en kun ïen worden aangepast aan de tegen voordige eisen van het economisch' •n het sociale leven. Nu er meer welvaart ls, nu som nige bedrijfstakken zich veel meer 'ouden kunnen ontplooien wanneer tij de werknemers ook meer lieten leien ln de gemaakte winsten, kan dit leiden. Idus de SER. tot een beperkte vrijheid in de loonvorming, welke bedrijfstaksgewijze met gro te geleidelijkheid dient te worden uitgevoerd. Dit zou dan slechts ten dele een doorbreking van de huidige loonpo litiek betekenen, want de SER is van mening, dat de overheid zeker de teugels in handen moet houden door loonrichtlijnen voor te blijven schrijven, welke zowel looncijfers als „secundaire arbeidsvoorwaar den" bevatten en daardoor aanwij- p loonsverhoging tot dusver de regering het voor het zeggen aangaande de gehele loonpo litiek, thans zouden dan de bedrij ven onderling tol overleg en tol voorstellen mogen komen, waarna de loonraad er al of niet toestem ming toe geeft. Het zal dan dus aan het verstan dig inzicht van de bedrijven zelf liggen en aan de mate waarop werknemersorganisaties loonvragen jaan stellen, of inderdaad het be drijfsleven in staat is binnen rede lijke grenzen zelf de gang van za ken in handen te houden. Gaat hel bedrijfsleven geen „gekk' dingen" doen. dan zal dc loonraad zich niet tegen de voorstellen behoeven te Van groot belang zullen dan de loonvragen van de werknemersor ganisaties zijn. Ook deze organisa ties zullen inzicht en zelfbeheersing moeten tonen, wil er een goed even- wicht worden behouden. i Toen het CNV indertijd met voor stellen in deze richting bij de rege- l ring kwam. zei deze. eerst het SER- rapport te willen afwachten. Thans is dit er en is het ook reeds in de lijke loonniveau Vooral maant het rapport tot gro te voorzichtigheid en geen over ijling, want anders zou er een cho os op de arbeidsmarkt ontstaan. De SER adviseert voorts, en zulks tezamen met de Stichting van de Arbeid, om goed na te gaan in wel ke bedrijfstakken meer loonvrijheid kan worden toegepast. Dit moet af hangen van de productiviteit, de werkgelegenheid en de rentabiliteit (dus de algemene opbrengst) van een bedrijf. In het kort gezegd dus: alleen bedrijven, waar het lijden kan zonder dat prijsverhogingen van te maken producten daarvan een gevolg zijn, zouden de lonen in ■ekere mate mogen worden verhoogd. Het scheppen van mogelijkheden daartoe zou aan het „bedrijfstaks gewijze overleg" moeten worden overgelaten, maar een toetsende in stantie van overheidswege zou daan op toch het oog moeten houden. Daarvoor zou dan een officiële loon- raad meten worden benoemd, wel ke alles terdege bestudeert en dan de bedrijven al of niet hun gang laat gaan. Hiermede wordt dus wel degelijk een verandering voorgesteld. Had malen de ambtelijke molens weer langzaam, té langzaam naar de me- ning van het CNV, dat elk uitstel 1 om tot coördinatie te komen, ver- loren tijd acht. 1 NOG EEN TWEEDE RAPPORT. Het NW heeft enige tijd gewan keld ten aanzien van meer bedrijfs taksgewijze loonvrijheid, omdat dit in feite tegen zijn principe in- 1 ging. Maar de natuur is hier ster ker dan de leer geweest en tenslot te zwichtte men voor beter inzicht. Dit alles neemt echter niet weg, dat de SER zijn objectiviteit toont in een tweede nog te verwachten rapport inzake de mogelijkheid van een algemene loonronde. ook al doorkruist zulk een streven in feite de stellingen van het eerste rapport. 1 Blijkt er inderdaad in de algeme- ne winstmarge ruimte te zijn voor een loonronde, dan is het aan de regering, deze al of niet voor te schrijven of voor te stellen. Het is 1 echter niet gezegd, dat het advies van het ene rapport dat van het andere uitsluit. Alleen zal minister Zijlstra zich ongetwijfeld kanten te gen alles, wat tot prijsverhoging 1 kan leiden. En van dit standpunt zal hij zeker niet afwijken. Nieuw-Guinea zou toch besproken zijn De Indonesische minister van voorlich ting. Soetan Makmoer, heeft verklaard, dat er op de Nederlands-Indonesisch® conferentie herhaaldelijk over de soe vereiniteit van Nieuw-Gulnea zou ge sproken zijn en dat de Indonesi sche delegaue reeds een ontwerp-resolutie heeft opgesteld, welke op de besprekin gen der ministers zal worden ter sprake gebracht. Tevens beweerde hij, dat de afschaf fing van de unie los zou staan van mo gelijke andere overeenkomsten. Op I januari hoopt men de financiële zaken dooi de ministers te doen behandelen. Indien dat het geval zal zijn, zullen do onderhandelingen reeds dicht de voltooi ing zijn genaderd. Donderdag vertrok Malmoen Habsah als bijzonder afgezant van premier Hara- hap naar Nederland om mededelingen over te brengen aan de voorzitter der Indonesische delegatie, de minister van buitenlandse zaken, mr Ide Anak Agoeng Gde Agoeng. Voorts wist de minister nog te vertel len, dat het Indonesische kabinet nog stevig in elkaar zit en dat de onderhan delingen met Nederland gewoon zullen voortgaan. Afscheid vice-admiraal J. W. G. van Hengel Met ingang van 1 januari is aan d® gep. vice-admiraal J. W. G. van Hengel eervol ontslag verleend als voorzitter van de commissie voor georganiseerd overleg bij de zeemacht. Deze functie bekleedde hij sedert 1 juli 1950. Hij wordt opgevolgd door de vlagofficier personeel, vice-admi raal C. W. Slot. Bij zijn afscheid is vice-admiraal Van Hengel benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. De versierselen, behorende bij deze onderscheiding, wer den hem zaterdag overhandigd door staatssecretaris Moorman. Aartsbisschop van York overleden De Anglikaanse aartsbisschop van Vork, dr Cyrill Garbett, is zaterdagochtend t® New York overleden. Hij is tachtig jaar geworden. Hij was een belangrijke figuur in de oecumenische beweging. Natuurlijk het gezin primair, maar.... Onze Nederlandse samenleving is niet hierop ingesteld EEN van de maatregelen, welke sommige groeperingen menen te kunnen treffen om in deze tjjd van hoogconjunctuur alvast wat beveili ging te bemachtigen tegen mogelijke werkloos heid by conjunctuurkeer, ls verkorting van de werkweek. Er wordt in de laatste tijd veel gediscussieerd over de „veertig-uren-week" en dit impliceert in feite, te komen tot een vjjfdagenwerkweek, waarhij men dus een vrije Zaterdag zou krijgen. Het N.V.V heeft er bij de S.E.R. op aange drongen het vraagstuk in studie te nemen, maar bij Economische Zaken is dit verzoek niet gesteund, doch met terughoudendheid genoteerd. Naar het schijnt, voelt minister Zijlstra al heel weinig voor zulk een beleid, gezien ook ifjn uitlatingen in de K.S.G. Overigens is men het er nog lang niet over eens. welk karakter zulk een 40-urige werkweek ofwel een vyf-dagen- werkweek zou moeten drager. Moet beperking van de werkweek worden ingevoerd met loonderving voor de niet- gemaakte uren, dan zou dit een verlaging van het natio nale inkomen betekenen, welke ook weer zijn terugslag op de belastingen zou hebben en dit zou ons land economisch niet kunnen dragen. Moet men de niet-gewerkte uren met behoud van loon kwijtschelden, dan zou de wijzer naar de andere kant overslaan er zou dan een indirecte loonsverhoging ont staan. welke verscheidene bedrijfstakken zeker niet zou den kunnen dragen en dus ook niet billijk zou zijn. Weer eer. ander aspect ls: de Zaterdag vrijmaken, door de dan niet gewerkte uren uit te smeren over de andere werkdagen, zodat er dan 9 of ÏH uur zou moeten wor den gewerkt Op deze wijze zou men dus economisch ge zien de schaal het meest ia evenwicht houden Vakhonrfomening Wij vroegen in dezen de mening van het CNV t.. den, dat de tijd eigenlijk nog niet rijp is voor een dee! De Nederlandse vakbeweging, zo werd ons medege deeld is uitermate voorzichtig met eisen in deze richting, omdat de ec komische toestand nu wel rooskleurig ia maar toch zeer kwetsbaar blijft CNV en KAB trekken ln dezen één fijn: zU zouden het niet onbillijk achten, wanneer de Nederlandse arbeider in de huidige welvaart deelt door arbeidsverkorting en gelo ven dat dan de beste oplossing zou zijn een vrije Zater- i de arbeidsduur op de an- Een gefundeerde mening kunnen zij nog niet uitspreken, omdat de kwestie nog intern wordt bestudeerd en er te veel aan vast zit dan dat men haastig en onberaden te werk mag gaan. Van werkgeverszijde gewerden ons allerlei bezwaren. Hier wordt op de voorgrond gesteld, dat op het ogenblik alle verkorting van werkduur zou samenhangen met het tegengestelde van productieverhoging. Nu de bedrijven kostbare investeringen moeten doen en alles er op is ge richt productie en omzet te vergroten, nu mogelijk een nieuwe loonpolitiek van kracht zal worden en men in feite toch al zoveel handen tekortkomt. is het in strijd met al i ook nog de werkduur te gaan bc- HET IS NIET ZO ONBEGRIJPELIJK dat in een tijd als deze, nu men op vele plaatsen handen tekort komt, de positie van de gehuwde Nederlandse vrouw weer ter sprake komt. Moet men het als een oplossing van het werknemerstekort zien om haar weer in het arbeidsproces op te nemen? Het antwoord hierop is nkt zo eenvoudig te geven, want, j wanneer men naar andere landen ziet, zou het antwoord grif „ja" kunnen zijn. Maar de mentaliteit van de Nederlander is nu eenmaal anders. Vreemd genoeg geldt het hier over het geheel nog als iets bijzonders, wanneer een gehuwde vrouw een dagtaak buitenshuis heeft. In Nederland, waar het gezin gelukkig primair wordt gesteld, acht men het normaal, wannee» de huisvrouw ook werkelijk en uitsluitend huisvrouw is, en als enige, zij het dan gecompliceerde, taak heeft echtgenoot, kinderen er huishouding te verzorgen. Zeker, zij heeft hiermede, vooral wanneei het gezin talrijk is, de handen vol, maar ook de huisvrouw in andere Europese landen en in Amerika hebben haar gezinnen en bovendien veelal toch een dagvullende taak buitenshuis. men reeds zuigelingen van zes weken op en dikwijls zijn deze instellingen aan de bedrijven verbonden, terwijl de moeders precies op tijd gelegenheid krijgen, in speciaal daarvoor ingerichte en vooral huiselijke zaaltjes haar ba- bies te voeden. Kleutercrèches zijn eveneens dikwijls aan de bedrijven verbonden, de lagere scholen zijn er op ingericht, dat de kin deren daar veilig en lang genoeg kun nen blijven, er hun huiswerk maken. Men denke niet. dat de afwezigheid van de moeder het huiselijk leven ont wricht of zelfs maar ongezellig maakt. Integendeel, w. i veel belangen c perken. Maar ook hier aleohti voorlopige r bestudeerde argumenten! nog geen De vrije tijd Een zeker niet te verwaarlozen factor bij het mogelijk invoeren van de vrije Zaterdag is de vrije tijdsbesteding. Enige richtlijnen hiervoor bestaan nog niet. Op het ogenblik verlangen de arbeidersvrouwen er zeker niet naar. op de drukke Zaterdagochtend „haar man over de vloer" te hebben.. Want waar moet hij heen? Op Zaterdagochtend is er mets te doen, het wordt dus long m bed liggen, rond hangen ofeven naar het café voor een praatje. Mogelijk zullen deze bezwaren t.z.t. wel worden opge lost, maar het zou in ieder geval nodig rijn, dot van tevoren zoveel mogelijk te doen, door bijv. sportclubs en andere verenigingen rich hierop te laten voorbe reiden. Want bij een vrije Zaterdagochtend zijn het niet alleen de mannen maar ook de jongelui, die dan ge noeglijk zullen leeglopen. Men zal aanvoeren, dat de vrijetijdsbesteding op de Zaterdagmiddag er ook is gekomen, maar bij een vrije tijd, welke op Vrijdag avond na het werk begint en tot Maandagochtend duurt, komt er toch nog iets anders kijken. En het probleem van werkelijk goede vrijetijds besteding is in Nederland, ook zonder die vrije Zaterdag, toch al niet uitgediend. Dit alles wil niet zeggen, dat gehuwde vrouwen in Nederland slechts spora disch buitenshuis werken. In het schoonmaakberoep vinden wij volop de gehuwde vrouw, ook als verkoop ster treedt zij op, voorts zit er nog al eens een gehuwde vrouw op kan toor en toen de nood wetten brak mocht zij ook voor de klas gaan In de intellectuele beroepen en in het vrije beroep treffen wij relatief ook nogal wat getrouwde vrouwen aan, maar daarmede is de algemene status van de gehuwde Nederlandse vrouw toch altijd nog die van huisvrouw zon der meer. Wij moeten ons hierbij realiseren, dat Nederland, dit principe toegedaan, ook sterk daarop is ingesteld. Crè ches, waar kleine kinderen behoor lijk kunnen worden ondergebracht, zijn totaal onvoldoende in aantal, kleuterscholen, ingesteld op werkelijk dagverblijf gedurende acht werkuren van de moeder, al evenzeer. De Nederlandse woning is bewerkelijk en veel te omslachtig ingericht, dan dat de huisvrouw in spaarzame vrije uren ..even" het huis kan verzorgen. De normale huiselijke gang van zaken is er op ingesteld, dat „moeder" thuis is voor. tussen en na de school tijden en dat de kinderen, zo zij al een taak hebben in huis. toch geen deel van de huishoudelijke arbeid zelfstandig kunnen verrichten, zodat moeder inderdaad buitenshuis kan De maaltijdverzorging, de methode van leveranciers aan de deur in de mor genuren. kortom, heel het maatschap pelijke leven in Nederland is er op ingericht, dat de huisvrouw, over 't algemeen gerekend, overdag thuis Wanneer er dus werkelijk sprake zou zijn van een algemeen opnemen van de gehuwde vrouw in het productieproces, wanneer zij dus niet meer normaal thuis, maar inderdaad normaal buitenshuis zou zijn overdag, dan zou hieraan een absolute verandering in het maatschappelijke leven vooraf moeten gaan. Voor de Deense huisvrouw bijv. is het buitenshuis werken geen probleem: de Deensr san ïleving is hierop to'aal ingesteld. Zeer verzorgde crèches oe- die moet werken". Bovendien coquet- kinderen na de dagtaak thuis zijn, neemt ieder een deel van de huiselijke werkzaamheden op zich en blijft er tijd genoeg over voor een gezellig maal tijd en een genoeglijk praatje, waarop de Denen bijzonder gesteld zijn. Maar ook in andere Europese landen heeft het maatschappelijke leven zich volkomen aangepast bij de gewoonte, dat de gehuwde vrouw buitenshuis een dagtaak heeft. In Amerika, kinderrijk als het is, leert de jeugd bij afwezigheid van de ouders misschien al te vroeg zelfstan digheid. hetgeen zijn gevolgen heeft, maar ook daar gaat men bij de orde ning in jeugdproblemen toch altijd uit van het feit, dat zowel man als vrouw buitenshuis werken. Trouwens, de levensstandaard laat niet toe, dat de vrouwen in deze landen niet meeverdienen voor het gezin. In Parijs zegt men schertsend, dat de man het gezin onderhoudt en de vrouw het „huisje buiten voor de oude dag" verdient, maar in werkelijkheid zou de verdienste van de vrouw niet kunnen worden gemist en dat in elke bevol kingslaag! Negatieve oplossing Komt men in Nederland aan met de stelling, dat de gehuwde vrouw toch buitenshuis zou kunnen werken om het gezinsinkomen te versterken, dan verbleken de gezichten. De Nederlandse huisvrouw voelt zich dan in haat onaantastbaarheid van „huisvrouw" belaagd en de samen leving heeft haar geleerd een beetje op „de getrouwde vrouw teert zij graag met de enorm drukke taak, welke zij als huisvrouw inder daad heeft (en die zij eigenlijk niet eens alleen af kan). Maar nogmaals: de samenleving heeft deze status zo gevormd en andere landen geven ons voorbeelden genoeg dat het ook anders kan, zon der dat man en kinderen worden verwaarloosd en de huishouding ver kommert Wil men dus als oplossing van het werknemerstekort de Nederlandse ge huwde vrouw in de bedrijven brengen, dan moet dit bij de hnidige maatschap pelijke structuur in ons land als een negatieve oplossing worden gezien. De samenleving is daar nl. nog niet op ingericht. Eerst zullen dan een aan tal practische. en sociale maatregelen moeten worden getroffen waardoor de vrouw zich beier los kan maken ran haar dagtaak in huis. Intussen zou het hartelijk aanbe veling verdienen, wanneer de Neder landse bevolking eens zou afleren een beetje meelijdend neer te zien op de werkende gehuwde vrouwen die er tóch zijn Dat „de werkster" ge trouwd is, vindt men heel gewoon en de gehuwde vrouwelijke arts ondervindt geen critiek maar een gehuwde vrouw die in vele daar- tussenliggende beroepen werkt, is i* ons land nog altijd blootgesteld aan het hoofdschuddend praatje: „Heb je gehoord, dat ze wérktZo op de toon van: „Wat zou daar aan de hand zijn?" Op dit gebied hebben we nog wal iets te leren van het buitenland. Boelganin bereid tot nieuwe conferentie Premier Boelganin van de Sowjetunie heeft zaterdagmorgen voor radio Moskou gezegd, dat een nieuwe conferentie van staatshoofden „vruchtbaar kan zijn' in dien alle deelnemers de brandende inter nationale vraagstukken benaderen met behoorlijke inachtneming van de belan gen van alle betrokken partijen. Boelganin voegde hieraan waarschu wend toe: „Het is een fout te veronder stellen, dat atoom-evenwicht tussen Oost en West automatisch een atomische oor log uitsluit." West Coast Airlines nam optie op zes F-27's (Van een onzer verslaggevers) De Fokker F. 27 Friendship, het nieuwe Nederlandse verkeersvliegtuig. dat in November zijn eerste proefvlucht maakte, trekt ook de belangstelling van buiten landse luchtvaartmaatschappijen. Than® heeft de Amerikaanse maatschappij West Coast Airlines optie genomen op zes Friendships, die door Fairchild zullen worden gebouwd. Hoewel nog geen con tracten zijn getekend, is wel zo goed al® zeker, dat deze fabriek de licentierech ten op de bouw van de F.-27 krijgt. Ook met andere buitenlandse lucht vaartmaatschappijen voert Fokker op het ogenblik besprekingen. HIIN SBURG Burgerlijke stand OVERLEDEN: H. van Iterson, 73 1r. Langsvaart 78. ONDERTROUWD: S. van der Meij. 39 jr. Hofstraat 24. en E. Slingerland. 31 jr, E. A Borgerstraat 19. Katwijk aan Zee. GEHUWD: C. W. de Mooij, 27 jr, Voor- houterweg 16, en C. T. Arink, 25 jr, He renweg 12.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1956 | | pagina 6