De man en de vrouw van dit jaar
iff""
Zij hield de vuren brandende
en moed in de harten
Minister dr J. Zijlstra
i mevrouw M. Bournan
m -
E Ve econoom-politicus
Uitslag van
onze enquête
L
Lezers en redactie samen over:
Op de foto links luistert mevrouw Bouman aandachtigterwijl getuige Fritz Baden
wordt verhoord. Van links naar rechts beklaagde JungschlagerBaden en aanklager
Soeharjó
En op de rechter foto: Mevrouw Bouman in de rechtszaal te Djakarta, als verdedigster
in een der processen tegen de gearresteerde Nederlanders. Op de voorgrond Schmidt,
rechts Jungschlager
zijn onder ons volk. Deze enquête heeft
dat nog eens ondubbelzinnig bewezen.
Met name hun reis naar de West wordt
in de antwoorden van vele lezers ge
noemd als motivering van de keuze.
Doch naar goede gewoonte blijven zij
buiten het geding, nu wij mede naar
aanleiding van de uitslag der enquête
tot een keuze komen van de man en
de vrouw van 1955..
Wij menen thans als de man van het
jaar te mogen stellen: professor dr. J.
id i-r, Zijlstra, minister van economische za-
Een minister van economische ken. En als de vrouw van het jaar:
1,e zaken opent nogal eens een ®°™Tian- verdedigster in de
't- r. processen tegen de gearresteerde Ne-
nieuwe fabriek.. Gebruikelijk derlanders in Djakarta. Elders op deze
,p Isymbool: het drukken op een Pa8ina verklaren wij, waarom. En wij
weten dat tallozen het met ons eens
n- I knop.... zulten Jjjn
3E lof van minister Zijlstra is
al in alle toonaarden bezon
gen. Toen hij in het begin
ran December 1952 voor het eerst
ijn begroting verdedigde in de
n Tweede Kamer, doopte Het Parool
n ïem tot „enfant chéri", het lieve-
ingetje van de volksvertegen-
voordiging en men kan Het
i- 3arool toch niet van anti-revolu-
lionaire sympathieën beschuldi-
n [en! En nog in dat zelfde j.
a iromoveerde De Telegraaf hem
ot de-man-van-het-jaar, omdat
nen in hem de kampioen gevon-
len meende te hebben in de
itrijd tegen overheidsinmenging.
En sedertdien is hij heel wat ge
feest: de man van het aardgas, cie
lan die verhinderd heeft dat op het
s odaproject het staatsmonopolistisch
tempel werd .gedrukt, de man die de
artels overwon, die de prijzenslag
ie overwinnaar werd in de strijd
en vrijere loonvorming. Ja
^.wierookt als
oorvechter vo
itegratie.
Van zoveel lof zou een mens ijdel
borden maar aldus niet de Fries
elle Zijlstra Niet dat hij onwezenlijk
t escheiden is: hij kent zijn uitzonder-
Ijk grote capaciteiten en hij is daar-
oor Vol zelfvertrouwen. Als hij
ijn ministerskamer zit, tengere figuur
chter dat grote bureau; als hij zijn
ingertoppen tegen elkaar legt en gaat
'.oceren, dan spreekt hij over zijn
L )erk en over zijn streven even dui-
elijk en open als over hetgeen hij in
et verleden bereikt heeft. En met de
rootste voldoening kan hij vertellen
oe het hem gelukt is zijn zin te krij-
en. „Echt een gewone jongen!" zo
geerde iemand hem. En dat klopt
Maar als een mens een hoog doel
esteld heeft, dan wordt hij niet zo
lug ijdel. En de politicus Zijlstra
8 treeft zulk een hoog doel na. Omdat
•j ij behalve staatsman ook professor is,
r en man van wetenschap. En omdat
ij nooit zal vergeten dat hij bij het
erdedigen van zijn proefschrift een
^-♦elling geponeerd heeft, die handelt
.ver de christelijke politicus en in het
ijzonder over de christelijke politicus
ie zich met de economische vraag-
lukken bezighoudt. Dit schreef hij:
,De mogelijkheid ener christelijke
economie ligt in eerste instantie in
het vlak van de economische poli
tiek; het probleem van de verdeling
dient daarbij op de voorgrond te
staan.
er8- Bij de uitwerking van een chris-
telijke economische politiek is de
d® steun van de theoretische economie
in engere zin onmisbaar; een der-
gelijke uitwerking behoort tot de
taak van de vakeconoom."
deB Zeven, jaar is het geleden dat deze
lelling werd geponeerd. Door een vak-
conoom bij uitstek die kort daarna
endrofessor werd. Een man dus die steun
Ocjende te verlenen aan de uitwerking
d'a'her christelijke economische politiek.
otndie vier jaar later minister van
nel-0nomische zaken werd in dit ge-
V3lhl dus de man werd die die christe
lijke economische politiek in practijk
^P-loest gaan brengen.
'oor zie, dat is het doel
jjlstra, hem bij de
t'ysünisteriële loopbaan gesteld door de
niePristen-econoom Zijlstra. Een hoog
we zeiden het al. Maar voor
christen ook een mooi doel, dat
werk uittilt boven de dagelijkse
en dat hem verhindert ijdel te
vanorden.
Nu gaat ge begrijpen waarom
vanirofessor Zijlstra voor ons de man
het jaar is. Voor zijn politieke
uccessen bij allerlei gelegenheden
we niets dan waardering
maar pas als men dit alles sa-
als men erkent dat deze
/e^.tian enkele schreden gevorderd
-efts op het pad dat leidt naar een
nlilhristelijke maatschappij eerst
ïü)lan ziet men ten volle zijn ver
dienste.
veg Deze uitspraak zal mogelijk bij deze
det gene reacties oproepen en tegen-
ite-praak uitlokken. Zij zullen beweren dat
be-;at door minister Zijlstra gedaan is,
olitieke successen zijn en geen princi-
iële. Hier zij dan een voorbeeld,
ter* Men zal zich herinneren dat in 1954
lonen en prijzen ,.over elkaar getui-
amleld zijn". De ene loonronde volgde
as"p de andere en werd telkens weer
ca'oor prijsstijgingen achterhaald en
gemaakt. In elke opgetrok-
III econ<
de politicu
J7EN wervelwind van namen is in de Decembermaand over ons heen
gegaan. Van Heuven Goedhart. Mevrouw Bouman. Philippe Clay.
Annie M. G. Schmidt. Sinterklaas. De huisvrouw.... Namen, namen,
namen de uitslag van de enquête, die wij schriftelijk en mondeling
onder onze lezers hebben gehouden: wie is dé man en wie dé vrouw van
het jaar? Zoveel hoofden, zoveel zinnen, zucht men als men de stapels
brieven en briefkaarten doorneemt. Maar dan blijkt dat er een aantal
namen uitspringen, nog eens en nog eens genoemd worden: Schweitzer,
Zijlstra, Margaret, Madame Coty.
TA, wü wisten wel dat koningin MFNST ÏFVFNDHFÏD
J Juliana en prins Bernhard geliefd 1UE1T3L1L Y LDDnElL»
Treffend is het, dat juist zij die mens
lievend werk verrichten, en zij die men
selijk medegevoel opwekken, zo vaak
genoemd worden in de inzendingen die
ons bereikten. Waarom bijvoorbeeld
kozen velen PRINSES MARGARET
ROSE van Engeland? Enkele verpleeg
sters schrijven ons: .Zij heef Leen dap
per besluit genomen toen zij meedeelde
niet met kolonel Townsend te trouwen
Wij vinden deze houding van de Prin
ses in één woord: koninklijk, en zi;
heeft zeker diep respect afgedwongen
ioor dit besluit." Een andere lezeres
meent: ,,Zij is een voorbeeld voor alle
jonge mensen, dat plicht voor eigen il
gaat."
Wij noemen een ander: DR. G. J
VAN HEUVEN GOEDHART, hoge com
missaris voor de vluchtelingen van dt
Verenigde Naties, winnaar van de No
belprijs voor de vrede. En wij laten
opnieuw de lezers aan het woord: ,,Hij
besteedt de „opbrengst" van de Nobel
prijs voor "de vluchtelingen". „Omdat hij
met zoveel kracht en enthousi;
strijdt voor dat prachtige menslievende
werk van het internationale vluchtelin
gencomité".
Natuurlijk, de zendeling-medicus-ohi-
losoof-musicus ALBERT SCHWEITZER,
zou hij één jaar als candidaat ontbre
ken? En naast hem mensen als BIL
LY GRAHAM, wiens prediking in
sterdam en Rotterdam zulk een grote
indruk maakte en die ook als mens
populair is en hoog geacht; of ZUSTER
HAAYER, die al meer dan 25 jaar haar
moeilijke, prachtige evangelisatiewerk
in Rotterdam verricht.
WEINIG BUITENLANDERS
„Iedereen zal EISENHOWER wel ne
men," schreef ons een lezeres, die zelf
Schweitzer als man van het jaar n>
de. En inderdaad de Amerikaanse
president met zijn onschatbare
diensten voor de vrije wereld verwierf
op zijn naam. Doch
weinig bui-
kwam dat minister Zijlstra in zo'n bres
sprong en de prijsverhogingen te lijf
ging. En dat niet alleen: hij ging ook
bestaande prijzen controleren om te
zien of ze niet naar beneden konden.
Een gigantische taak, die de minis
ter grotendeels zelf verricht heeft. Als
de muren van zijn werkkamer konden
spreken zouden ze heel wat kunnen
tellen over de urenlage gesprekken
allerlei mensen, die met hun dikwijls
gerechtvaardigde wensen en verlan
gens de minister benaderden. Ze zijn
niet altijd getroost heengegaan maar
het Nederlandse volk zag de resultaten:
de prijzen gingen niet omhoog!
Waarom heeft minister Zijlstra der«3
zware taak op zijn .schouders genomen
Omdat hij dit zag als een landsbe
lang. Dat staat vast. Maar daarnaas'
moeten we teruggrijpen naar de bewus
te stelling die we zo- juist geciteerd
hebben. Naar deze zin dat het pro
bleem van de verdeling op de voor
grond dient te staan in een christelijk-
economische politiek. Met die verde
ling dreigde het mis te gaan
al voor een deel misgegaan. Want
van heel die loon- en prijsbeweging zijn
de „vergeten groepen" de dupe gewor
den. Zij deelden niet mee in de loons
verhogingen maar ze betaalden wel
mee aan de prijsstijgingen. Hier werd
sociaal onrecht gepleegd. Want
zelvig sociaal vooral niet met socialis
tisch met als ondergrond de gedachte
dat sociaal handelen identiek is met op
komen voor de arbeider. Sociaal han
delen is opkomen voor de rechten van
de sociaal zwakken. En dat zijn in de
niet meer in de eerste plaats
de arbeiders. Tot op zekere hoogte red
den die zich wel, dank zij de sterke
vakorganisaties maar hoe moeten de
rentetrekkers, de gepensionneerden, de
mensen die van een klein kapitaaltje
moeten rondkomen, hoe moeten die zich
redden?
Voor hen in de bres te springen. Niet
iet woorden maar met daden dat
Is christelijk-sociale politiek. En dat in
de practijk uit te werken is de taak
is het wat minister Zijlstra heeft na
gestreefd, hierin bijgestaan door de vak-
econoom Zijlstra. En daarom verdient
hij alle hulde van een krant die zich
christelijk nationaal noemt!
Vlechten we daarmee een aureool
rond een mensenhoofd? Doen we al-
mensverheerlijking? Wie dat
hierin leest, moet zich vergissen. Want
de ondertoon van dit artikel is dank
baarheid. Dankbaarheid dat er in ons
nationale leven mensen gevonden wor
den die bekwaam zijn leidende posten
te bekleden èn die op die posten hun
christelijk beginsel tot gelding willen
brengen. Een van die mensen is Jelle
Zijlstra. Ook al lijkt hij maar een
doodgewone jongen
J. D. TROOSTHEIDE.
dan één
verhoud ini
tenlanders bij de uitsla
quête. MENDÈS-FRANCÏ, ADENAUER
KOLONEL TOWNSEND een enkele
maal, dat waren ze met de reeds ge
noemden wel ongeveer. Em onder de in
zendingen voor „de vrouw": wijlen
MADAME COTY, in leven presidents
vrouw in Frankrijk: MEVROUW ROO
SEVELT, vroeger presidentsvrouw in
Amerika: koningin-moeder ELISABETH
in België.
Des te meer populaire figuren uit
eigen land! Daar is JAC. KLEIBOER,
organisator van de E 55 te Rotterdam;
„ongeëvenaard" noemt iemand hem.
En^ dan PROF. DR. P. S. GERBRAN-
m zijn nimmer vc-rsagend strij-
>or het recht van Ambon. IR.
MARIS, om „zijn" Deltaplan en
zijn vooraanstaande positie in de strijd
tegen de zee, MR. K. P. VAN DE
MANDELE, de eminente voorzitter van
de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor Rotterdam, die onlangs zeven
tig jaar is geworden.
DE GEWONE MAN
En dan nog... de gewone mar
mgeen vond zijn eigen vrouw, haar
eigen man, „de" vrouw of man vai
jaar. Hulde! Een ander noemt
het jaar een hulp in de huis
houding die 35 jaar lang tro
milie diende. Natuurlijk ook de Rotter
dammer J. VROMANS, die hoewel
hij niet kon zwemmen toch een kind
uit het water redde. Het zijn de slecht-
sten niet, die, mondeling naar de vrouv
van het jaar gevraagd, ons zonder aar
zelen antwoordden: „Mijn moeder!"
Minister Zijlstra is veel op reis.
Veel te veel, vinden Irene en
Ane Jelle. Geen wonder dat ze
vader om de hals vliegen, als
hij eindelijk weer thuis komt
Tante Mieke zal 'ons er door helpen
1944 kwamen weer vracht
auto's volgeladen met vrouwen
en kinderen in het kamp Lam
persari bij Semarang aan.
Een vrouw, die slechts met
moeite vooruit kwam, omringd
door haar vier kinderen, kwam
er met tientallen lotgenoten uit.
Ziek van angst en ellende, dode
lijk bevreesd, omdat ze haar
oudste jongen, die ze op bevel
van de Jappen in het vorige kamp
had moeten achterlaten, toch mee
gesmokkeld had.
Zonder hoop meer op uitkomst,
zich alleen voortslepend omdat dc
mens, ook al verwacht hij de
dood op elke volgende wegkrut-
sing, toch verder gaat
Toen stond daar, klein maar
stoer in haar verschoten jurk, een
andere vrouw. De moeder wees
op haar en zei dit tot haar kinde
ren: „Daar is tante Mieke, zij zal
ons er door helpen".
deren, hun echtgenoot en vader, ds. W.
Sikken (nu te Groningen); de man van
tante Mieke, mr. H. A. Bouman en tan
te Mieke zelf.
Heel de wereld kent deze tante Mie
ke als mevrouw Bouman, die nu dag
aan dag in de kleine benauwde rechts
zaal in Djakarta vecht voor het recht,
vecht voor twee Nederlanders, die reeds
langer dan twee jaar onder onbeschrij
felijke omstandigheden wachten. Wach
ten op dc ontwaking van het geweten
der Indonesische rechters; wachten ook
op de daad van een Nederlander, die
eindelijk de kleine vermoeide vrouw,
die onverdroten trouw blijft aan haar
gegeven woord, zal aflossen en even
loedig de verdediging wil voeren.
„Gelukkig dat de Siamezen t
Fries bloed
Zij stamt uit een oud-Fries geslacht,
rouw Bouman: in het Fries mu-
"i te Leeuwarden hangt het portret
haar grootmoeder Troostenburg de
Bruyn en de bloedkoralen op dat schil
derij afgebeeld, draagt mevrouw Bou-
Begaafd met een groot verstand en
m dorst naar wetenschap ging zij in
Groningen oude letteren studeren. Daar
ontmoette zij de Leidse student Bou
man en nog voor ze haar doctoraal kon
doen, trouwden zij en vertrokken in 1935
naar Semarang.
Al spoedig gaf ze het leventje van
nietsdoen, zoals de Hollandse huisvrouw
dat in Indië beschoren was. op en werd
lerares aan het gymnasium in Sema
rang.
Intussen studeerde zij Maleis, een
die die haar later een autoriteit
maken, die zelfs door de Indonesische
regering oprecht erkend werd.
In zijn vrije uren beoefende het echt-
lar sport. Allereerst zeilen en dan nog
de vliegerij. Was zij (en is ze nog) een
waardig stuurman van de draak, waar
door ze menige prijs in de wacht sleep
te, ook als pilote deed ze zich gelden.
Tot de oorlog kwam, haar man als oor
logsvlieger in dienst ging en tenslotte
beiden in gevangenschap geraakten. Zij
in het kamp Lampersari, hij in een Ja
panse loodmijn.
Wat zij ook verloren mocht hebben,
haar geestkracht bleef ongebroken. Me
nige kampgenote denkt nog met dank
baarheid aan die kleine mevrouw Bou
man, die altijd nog een sprankje humor
wist te brengen, die altijd klaar stond
voor de zwakkere. Zij waste a
niet meer wassen kon, ze beurde de
wanhopigen op en hield 's nachts de
vuren brandende als de anderen uitge
put sliepen.
Reeds was haar man bevrijd, toen
Lampersari nog bezet was. Door vrien
den met wie mr. Bouman contact had
weten te krijgen was afgesproken, dat
een veilig ogenblik een wit laken
worden uitgespreid, 'j
sportvliegtuig zou kunnen landen
rijn vrouw, die ernstig aan beri-beri
leed, te komen halen.
Juist toen het vliegtuigje rondcirkel-
ontstond er een vuurgevecht, maar
en had geen tijd om in de verwar
ring het laken weg te halen. Terwijl
de kogels om zijn oren floten, landde
mr. Bouman en vond zijn zieke, ver
zwakte maar innig gelukkige vrouw te
ug.
Samen gingen ze naar Australië er
'andaar naar Wellington in Nieuw Zee
land. Daar kwamen zij tot rust en za
gen de vraag onder ogen: „Wat nu?'
Een vraag waarop zij beiden maai
één antwoord-hadden: „Terug naar In
dië".
Terug in Indië
„We houden van het land, we houden
van de bewoners, daar zijn onze v
den, daar willen we werken".
Zo gingen ze terug. Mr. Bouman
tigde zich als advocaat in Djakarta. Ook
nu wilde mevrouw Bouman niet stilzit
ten. Zij werd het hoofd van de radio
uitzendingen voor de Nederlandse rege
naar Nederland voor een verlof
half jaar.
De familie drong aan:'„Blijf in Ne
derland".
Maar weer hadden- ze dezelfde argu
menten: „Neen, ons werk ligt ginds,
we moeten terug".
Ze gingen terug.
De uren, die mr. Bouman op kantoor
doorbracht, besteedde zijn vrouw i
de opdrachten, welke zij ontving van
Indonesische regering: het vertalen
het Indonesisch van officiële stukken
wetten. Moeizaam moést zij zoeken na«»
de juiste woorden, die de wetenschappe
lijke en juridische termen goed inter
preteerden. Ook werkte zij aan de sa
menstelling van een Indonesisch woor
denboek.
Maar 's avonds
J Zó dachten zij er over.
„Weet u wie ik
eigenlijk dè vrouw van
het jaar vind? De huis-
iuui, de heel gewo-
huisvrouw, die geen
Olympische records
verbreekt, die niet be
roemd is geworden als
„de best geklede vrouw
ter wereld" en die niet
door een bijzonder hei
verstand uitblinkt
boven haar medezus-
Nee, de gewone
huisvrouw, die zorgt
dat haar man het pret
tig vindt na het werk
r huis" te gaan, die
haar kinderen zo ver
zorgt en opvoedt, dat
zij later hun taak in de
maatschappij naar be
horen kunnen vervul-
Dat is ook de
vrouw, die wel eens
moppert als zij die hele
grote was weer moet
doen, maar die er toch
voor zorgt dat
alles in orde komt zo
als het moet. En die
vrouw, die hele gewone
huisvrouw, zou ik nu
graag zien uitgeroepen
als dè vrouw van het
jaar." (Mejuffrouw H.
van der Z.. secretares
se, 26 jaar).
„Wij, drie verpleeg
sters uit een ziekenhuis
in Rotterdam, hebben
ons beraden over de
vraag: „Wie is dé man
van het jaar?" Wij heb
ben alle drie dezelfde
mening. Wij vinden
namelijk onze verloof
den dé man van het
jaar. Geen van deze
drie mannen heeft ooit
een Nobelprijs gewon
nen, nooit een grote
uitvinding gedaan en
nooit tijdens één voet
balwedstrijd vier goals
gemaakt. En nu kunt
u misschien meewarrig
uw hoofd schudden
over die drie groen
tjes in het blauw",
maar toch blijven wij
er bij: „onze verloofde
is voor ons dè man van
het jaar!" (Zuster B.
v. d. H., 22 jaar; zuster
H. van B.. 23 jaar en
zuster C. N.. 23 jaar).
Prinses Wilhelmina
(de vrouw): Eens was
zij onze Koningin, Ont
roerend in haar men-
senmin. Zij zoekt nog
steeds 's lands onderda
nen, Een goede „veil'ge
weg" te banen!
Albert Schweitzer
(dè man): Belangeloos
stelt hij zijn leven, In
dienst, om stakkerds
vreugd te geven. Wie
maakte zoveel droeven
blij? Wie gaf zich
de
zij het luisterend
die graag vertel
de gevallen, die hij in zijn prac
tijk behandelde.
Haar scherpzinnigheid opende hem
dikwijls nieuwe gezichtspunten, terwijl
haar fabelachtig geheugen de kleinste
bijzonderheden weer naar voren kon
brengen.
Zo kwam de zaak-Jungschlëger
1 Bouman. De dossiers groeiden, de
getuigenverklaringen werden steeds ver-
rder. De Indonesische verdedigster
moest zich terugtrekken, tegen mr. Bou-
werd een complot beraamd.
Liefde en plicht
verloofden"
„De vrouw van 't jaar
is Ik vind dat is de
Koningin. Ik vind haar
erg lief, omdat ze altijd
in de krant staat met
kinderen.
De man van 't jaar
is: Billy Graham. De
bekendste man is Billy
Graham. Wij kennen
hem allemaal, omdat
hij zo veel voor de Here
Jezus reist." (Gerda
Gijzenij, 8 jaar. school
Hoogl. Kerkgracht,
Haarlemmerweg 62,
Leiden).
Wat er uitgestreden is in de harten,
zal nooit iemand kunnen doorgronden.
Voor mevrouw Bouman was cr maar
één zekerheid: haar man moest weg
gaan. Zijn leven liep gevaar, voor dc
voile honderd procent, daar was geen
twijfel aan.
Maar mocht ook zij vertrekken?
Zij. die het dossier tot in alle bij
zonderheden kende? Mocht zij twee
landgenoten in zulk een nood verkerend,
in de steek laten?
Zo viel het besluit, het enige wat ge-
•men kon worden door een vrouw, die
liefde èn plicht wilde dienen.
Dat was Mei 1955.
Sindsdien vecht mevrouw Bouman
)or het recht...
Alleen...
e des avonds thuis komt, is er
niemand tegen wie ze kan spreken over
ringen van die dag. Maar naar
Nederland schrijft zij: „Gelukkig dat
de Siamezen er zijn..."
Want Siamezen zijn steeds de vrien-
:n van mr. en mevrouw Bouman ge-
eest. Het zijn er nu achttien. Ze be
groeten hun vrouwtje met tevreden
mauwerauws" als zij de galerij op
stapt en 's avonds zoeken ze een knus
plaatsje om de schemerlamp, waaron
der hun bazinne de brieven uit Holland
leest.
Soms ratelt de telefoon en dan spre-
sn man en vrouw, in Holland en Dja-
een herdenking van kerk
vaders als Augustinus en
Willibrord, geen assemblée
van de Wereldraad van Kerken,
geen „evenementen" werpen hun
schaduwen op het kerkelijk leven,
vooruit. Hetgeen niet wegneemt
dat er ook op kerkelijk gebied
over 1956 wel iets te zeggen is.
De Nederlands Hervormde Kerk zal
de worsteling om tot een oplossing van
het probleem der modaliteiten te komen,
onverminderd moeten voortzetten. Het
afgelopen jaar leerde wel dat in som
mige gemeenten de richtingsstrijd nog
aan de orde is. De midden-orthodoxen
anderzijds voeren in hoofdzaak het ge
sprek met de min of meer vrijzinnigen.
Duidelijk loont zich een verschuiving
van de vrijzinnigheid in een positiever
richting af, waardoor op den duur het
belijden der Kerk naar artikel X van
de Kerkorde („in gemeenschap met het
belijden der vaderen") concreter aan
de orde kan worden gesteld. In de Her
vormde Kerk ontwikkelt zich een acti
viteit op vele terreinen. Al zal 1956 wel
geen jaar worden waarin opnieuw een
herderlijk schrijven zoveel vragen aan
de orde zal stellen als het jongste over
atschappij, er zijn vraagstukken
genoeg, die wijsheid vergen.
Ook de Gereformeerde Kerken heb
ben binnenshuis hun zorgen. Ongetwij
feld zal de in het voorjaar in Leeuwar
den voort te zetten synode belangrijke
beslissingen moeten nemen. De nieuwe
Kerkorde die in ontwerp aan de kerken
is voorgelegd, roept vragen en zelfs be
zwaren op. Aandacht vragen ook de vele
suggesties die de synode hebben be
reikt om te komen tot opheffing van de
zg. Vervangingsformule, did door sommi
gen wordt gezien als een struikelblok
op de weg tot betere verhoudingen met
de Geref. Kerken onderhoudende art.
31 K.O. en de Chr. Geref. Kerken.
De Christelijke Gereformeerde Ker
ken kampen nog steeds met een tekort
aan predikanten, hoewel het de vraag
is of de vele thans herderloze kleine
gemeenten een predikant zouden kun
nen onderhouden zonder over te gaan
bijv. tot combinatie. Er komt nog bij
dat een drietal kerkgemeenschappen in
Amerika en Canada (zowel dc Chr. Ref.
Church als de Free- en de Old-Chr. Ref.
Church) van tijd tot tijd beroepen op
Chr. Geref. predikanten uitbrengen.
De Geref. Kerken (art. 31 K.O.) zien
zich in het nieuwe jaar voor de taak
gesteld, twee moeilijke zaken op haar
generale synode te Enschede tot een
goed einde te brengen: de zaak-Goos-
sens en de kwestie-Kralingen. Na de
langdurige zitting zal de synode in Ja
nuari er zeker enige weken voor moeten
uittrekken.
Predikantentekort openbaart zich al
heel duidelijk bij de Geref. Gemeenten
met haar meer dan honderd vacante
plaatsen, alsook bij de Geref. Gemeen
ten in Nederland.
Wü moeten het bij deze kerken
laten, en memoreren ten slotte nog
dat de oecumenische samenwerking
in Nederland nog altijd vast zit op
de houding der Geref. Kerken, die
zich noch bij de Wereldraad noch
bij de I.C.C.C. annsloten, maar het
gehele vraagstuk van de oecumene
deputaten in studie fjaven.
karta, met elkaar. Woorden, alleen voor
die beiden bestemd, maar waarvan een
ieder zich kan voorstellen dat het woor-
van verlangen, van troost en ook
hoop op een spoedig weerzien zul-
Een weerzien, dat niet te lang meer
mag worden uitgesteld. De spanning
vermoeienis tasten de gezondheid
mevrouw Bouman aan. De beri-
beri, die haar in het kamp tot het uiter
ste verzwakte, komt met telkens her
nieuwde aanvallen terug.
Reeds heeft zij enige malen de Hoge
Commissaris gevraagd, dat de Neder
landse regering toch spoed mag be
trachten met het zenden van een kun
dig verdediger.
Een verdediger, die voor dc beklaag-
;n aanvaardbaar is in hun moeilijk
proces.
Zou Nederland zo'n man niet bezitten?
brengt het niet genoeg in het
laatje?
„De vrouw van het Jaar" heeft een
nzaam Kerstfeest gehad, straks zal ze
het Jonge Jaar zien binnentreden. Zal
het beladen zijn met zorgen, met ziek
te, met verdriet of zal het tc rechter
tijd hulp zenden en haar terugvoeren
naar haar man, die met zorg maar
machteloos haar komst verbeidt? Ne
derland heeft haar tot vrouw van het
verkozen, moge ditzelfde Neder
land de plicht beseffen, die bet tegen-
haar heeft!
A. Ch. P. Blaauw-de Ridder