De man en de vrouw van dit jaar iff"" Zij hield de vuren brandende en moed in de harten Minister dr J. Zijlstra i mevrouw M. Bournan m - E Ve econoom-politicus Uitslag van onze enquête L Lezers en redactie samen over: Op de foto links luistert mevrouw Bouman aandachtigterwijl getuige Fritz Baden wordt verhoord. Van links naar rechts beklaagde JungschlagerBaden en aanklager Soeharjó En op de rechter foto: Mevrouw Bouman in de rechtszaal te Djakarta, als verdedigster in een der processen tegen de gearresteerde Nederlanders. Op de voorgrond Schmidt, rechts Jungschlager zijn onder ons volk. Deze enquête heeft dat nog eens ondubbelzinnig bewezen. Met name hun reis naar de West wordt in de antwoorden van vele lezers ge noemd als motivering van de keuze. Doch naar goede gewoonte blijven zij buiten het geding, nu wij mede naar aanleiding van de uitslag der enquête tot een keuze komen van de man en de vrouw van 1955.. Wij menen thans als de man van het jaar te mogen stellen: professor dr. J. id i-r, Zijlstra, minister van economische za- Een minister van economische ken. En als de vrouw van het jaar: 1,e zaken opent nogal eens een ®°™Tian- verdedigster in de 't- r. processen tegen de gearresteerde Ne- nieuwe fabriek.. Gebruikelijk derlanders in Djakarta. Elders op deze ,p Isymbool: het drukken op een Pa8ina verklaren wij, waarom. En wij weten dat tallozen het met ons eens n- I knop.... zulten Jjjn 3E lof van minister Zijlstra is al in alle toonaarden bezon gen. Toen hij in het begin ran December 1952 voor het eerst ijn begroting verdedigde in de n Tweede Kamer, doopte Het Parool n ïem tot „enfant chéri", het lieve- ingetje van de volksvertegen- voordiging en men kan Het i- 3arool toch niet van anti-revolu- lionaire sympathieën beschuldi- n [en! En nog in dat zelfde j. a iromoveerde De Telegraaf hem ot de-man-van-het-jaar, omdat nen in hem de kampioen gevon- len meende te hebben in de itrijd tegen overheidsinmenging. En sedertdien is hij heel wat ge feest: de man van het aardgas, cie lan die verhinderd heeft dat op het s odaproject het staatsmonopolistisch tempel werd .gedrukt, de man die de artels overwon, die de prijzenslag ie overwinnaar werd in de strijd en vrijere loonvorming. Ja ^.wierookt als oorvechter vo itegratie. Van zoveel lof zou een mens ijdel borden maar aldus niet de Fries elle Zijlstra Niet dat hij onwezenlijk t escheiden is: hij kent zijn uitzonder- Ijk grote capaciteiten en hij is daar- oor Vol zelfvertrouwen. Als hij ijn ministerskamer zit, tengere figuur chter dat grote bureau; als hij zijn ingertoppen tegen elkaar legt en gaat '.oceren, dan spreekt hij over zijn L )erk en over zijn streven even dui- elijk en open als over hetgeen hij in et verleden bereikt heeft. En met de rootste voldoening kan hij vertellen oe het hem gelukt is zijn zin te krij- en. „Echt een gewone jongen!" zo geerde iemand hem. En dat klopt Maar als een mens een hoog doel esteld heeft, dan wordt hij niet zo lug ijdel. En de politicus Zijlstra 8 treeft zulk een hoog doel na. Omdat •j ij behalve staatsman ook professor is, r en man van wetenschap. En omdat ij nooit zal vergeten dat hij bij het erdedigen van zijn proefschrift een ^-♦elling geponeerd heeft, die handelt .ver de christelijke politicus en in het ijzonder over de christelijke politicus ie zich met de economische vraag- lukken bezighoudt. Dit schreef hij: ,De mogelijkheid ener christelijke economie ligt in eerste instantie in het vlak van de economische poli tiek; het probleem van de verdeling dient daarbij op de voorgrond te staan. er8- Bij de uitwerking van een chris- telijke economische politiek is de d® steun van de theoretische economie in engere zin onmisbaar; een der- gelijke uitwerking behoort tot de taak van de vakeconoom." deB Zeven, jaar is het geleden dat deze lelling werd geponeerd. Door een vak- conoom bij uitstek die kort daarna endrofessor werd. Een man dus die steun Ocjende te verlenen aan de uitwerking d'a'her christelijke economische politiek. otndie vier jaar later minister van nel-0nomische zaken werd in dit ge- V3lhl dus de man werd die die christe lijke economische politiek in practijk ^P-loest gaan brengen. 'oor zie, dat is het doel jjlstra, hem bij de t'ysünisteriële loopbaan gesteld door de niePristen-econoom Zijlstra. Een hoog we zeiden het al. Maar voor christen ook een mooi doel, dat werk uittilt boven de dagelijkse en dat hem verhindert ijdel te vanorden. Nu gaat ge begrijpen waarom vanirofessor Zijlstra voor ons de man het jaar is. Voor zijn politieke uccessen bij allerlei gelegenheden we niets dan waardering maar pas als men dit alles sa- als men erkent dat deze /e^.tian enkele schreden gevorderd -efts op het pad dat leidt naar een nlilhristelijke maatschappij eerst ïü)lan ziet men ten volle zijn ver dienste. veg Deze uitspraak zal mogelijk bij deze det gene reacties oproepen en tegen- ite-praak uitlokken. Zij zullen beweren dat be-;at door minister Zijlstra gedaan is, olitieke successen zijn en geen princi- iële. Hier zij dan een voorbeeld, ter* Men zal zich herinneren dat in 1954 lonen en prijzen ,.over elkaar getui- amleld zijn". De ene loonronde volgde as"p de andere en werd telkens weer ca'oor prijsstijgingen achterhaald en gemaakt. In elke opgetrok- III econ< de politicu J7EN wervelwind van namen is in de Decembermaand over ons heen gegaan. Van Heuven Goedhart. Mevrouw Bouman. Philippe Clay. Annie M. G. Schmidt. Sinterklaas. De huisvrouw.... Namen, namen, namen de uitslag van de enquête, die wij schriftelijk en mondeling onder onze lezers hebben gehouden: wie is dé man en wie dé vrouw van het jaar? Zoveel hoofden, zoveel zinnen, zucht men als men de stapels brieven en briefkaarten doorneemt. Maar dan blijkt dat er een aantal namen uitspringen, nog eens en nog eens genoemd worden: Schweitzer, Zijlstra, Margaret, Madame Coty. TA, wü wisten wel dat koningin MFNST ÏFVFNDHFÏD J Juliana en prins Bernhard geliefd 1UE1T3L1L Y LDDnElL» Treffend is het, dat juist zij die mens lievend werk verrichten, en zij die men selijk medegevoel opwekken, zo vaak genoemd worden in de inzendingen die ons bereikten. Waarom bijvoorbeeld kozen velen PRINSES MARGARET ROSE van Engeland? Enkele verpleeg sters schrijven ons: .Zij heef Leen dap per besluit genomen toen zij meedeelde niet met kolonel Townsend te trouwen Wij vinden deze houding van de Prin ses in één woord: koninklijk, en zi; heeft zeker diep respect afgedwongen ioor dit besluit." Een andere lezeres meent: ,,Zij is een voorbeeld voor alle jonge mensen, dat plicht voor eigen il gaat." Wij noemen een ander: DR. G. J VAN HEUVEN GOEDHART, hoge com missaris voor de vluchtelingen van dt Verenigde Naties, winnaar van de No belprijs voor de vrede. En wij laten opnieuw de lezers aan het woord: ,,Hij besteedt de „opbrengst" van de Nobel prijs voor "de vluchtelingen". „Omdat hij met zoveel kracht en enthousi; strijdt voor dat prachtige menslievende werk van het internationale vluchtelin gencomité". Natuurlijk, de zendeling-medicus-ohi- losoof-musicus ALBERT SCHWEITZER, zou hij één jaar als candidaat ontbre ken? En naast hem mensen als BIL LY GRAHAM, wiens prediking in sterdam en Rotterdam zulk een grote indruk maakte en die ook als mens populair is en hoog geacht; of ZUSTER HAAYER, die al meer dan 25 jaar haar moeilijke, prachtige evangelisatiewerk in Rotterdam verricht. WEINIG BUITENLANDERS „Iedereen zal EISENHOWER wel ne men," schreef ons een lezeres, die zelf Schweitzer als man van het jaar n> de. En inderdaad de Amerikaanse president met zijn onschatbare diensten voor de vrije wereld verwierf op zijn naam. Doch weinig bui- kwam dat minister Zijlstra in zo'n bres sprong en de prijsverhogingen te lijf ging. En dat niet alleen: hij ging ook bestaande prijzen controleren om te zien of ze niet naar beneden konden. Een gigantische taak, die de minis ter grotendeels zelf verricht heeft. Als de muren van zijn werkkamer konden spreken zouden ze heel wat kunnen tellen over de urenlage gesprekken allerlei mensen, die met hun dikwijls gerechtvaardigde wensen en verlan gens de minister benaderden. Ze zijn niet altijd getroost heengegaan maar het Nederlandse volk zag de resultaten: de prijzen gingen niet omhoog! Waarom heeft minister Zijlstra der«3 zware taak op zijn .schouders genomen Omdat hij dit zag als een landsbe lang. Dat staat vast. Maar daarnaas' moeten we teruggrijpen naar de bewus te stelling die we zo- juist geciteerd hebben. Naar deze zin dat het pro bleem van de verdeling op de voor grond dient te staan in een christelijk- economische politiek. Met die verde ling dreigde het mis te gaan al voor een deel misgegaan. Want van heel die loon- en prijsbeweging zijn de „vergeten groepen" de dupe gewor den. Zij deelden niet mee in de loons verhogingen maar ze betaalden wel mee aan de prijsstijgingen. Hier werd sociaal onrecht gepleegd. Want zelvig sociaal vooral niet met socialis tisch met als ondergrond de gedachte dat sociaal handelen identiek is met op komen voor de arbeider. Sociaal han delen is opkomen voor de rechten van de sociaal zwakken. En dat zijn in de niet meer in de eerste plaats de arbeiders. Tot op zekere hoogte red den die zich wel, dank zij de sterke vakorganisaties maar hoe moeten de rentetrekkers, de gepensionneerden, de mensen die van een klein kapitaaltje moeten rondkomen, hoe moeten die zich redden? Voor hen in de bres te springen. Niet iet woorden maar met daden dat Is christelijk-sociale politiek. En dat in de practijk uit te werken is de taak is het wat minister Zijlstra heeft na gestreefd, hierin bijgestaan door de vak- econoom Zijlstra. En daarom verdient hij alle hulde van een krant die zich christelijk nationaal noemt! Vlechten we daarmee een aureool rond een mensenhoofd? Doen we al- mensverheerlijking? Wie dat hierin leest, moet zich vergissen. Want de ondertoon van dit artikel is dank baarheid. Dankbaarheid dat er in ons nationale leven mensen gevonden wor den die bekwaam zijn leidende posten te bekleden èn die op die posten hun christelijk beginsel tot gelding willen brengen. Een van die mensen is Jelle Zijlstra. Ook al lijkt hij maar een doodgewone jongen J. D. TROOSTHEIDE. dan één verhoud ini tenlanders bij de uitsla quête. MENDÈS-FRANCÏ, ADENAUER KOLONEL TOWNSEND een enkele maal, dat waren ze met de reeds ge noemden wel ongeveer. Em onder de in zendingen voor „de vrouw": wijlen MADAME COTY, in leven presidents vrouw in Frankrijk: MEVROUW ROO SEVELT, vroeger presidentsvrouw in Amerika: koningin-moeder ELISABETH in België. Des te meer populaire figuren uit eigen land! Daar is JAC. KLEIBOER, organisator van de E 55 te Rotterdam; „ongeëvenaard" noemt iemand hem. En^ dan PROF. DR. P. S. GERBRAN- m zijn nimmer vc-rsagend strij- >or het recht van Ambon. IR. MARIS, om „zijn" Deltaplan en zijn vooraanstaande positie in de strijd tegen de zee, MR. K. P. VAN DE MANDELE, de eminente voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrie ken voor Rotterdam, die onlangs zeven tig jaar is geworden. DE GEWONE MAN En dan nog... de gewone mar mgeen vond zijn eigen vrouw, haar eigen man, „de" vrouw of man vai jaar. Hulde! Een ander noemt het jaar een hulp in de huis houding die 35 jaar lang tro milie diende. Natuurlijk ook de Rotter dammer J. VROMANS, die hoewel hij niet kon zwemmen toch een kind uit het water redde. Het zijn de slecht- sten niet, die, mondeling naar de vrouv van het jaar gevraagd, ons zonder aar zelen antwoordden: „Mijn moeder!" Minister Zijlstra is veel op reis. Veel te veel, vinden Irene en Ane Jelle. Geen wonder dat ze vader om de hals vliegen, als hij eindelijk weer thuis komt Tante Mieke zal 'ons er door helpen 1944 kwamen weer vracht auto's volgeladen met vrouwen en kinderen in het kamp Lam persari bij Semarang aan. Een vrouw, die slechts met moeite vooruit kwam, omringd door haar vier kinderen, kwam er met tientallen lotgenoten uit. Ziek van angst en ellende, dode lijk bevreesd, omdat ze haar oudste jongen, die ze op bevel van de Jappen in het vorige kamp had moeten achterlaten, toch mee gesmokkeld had. Zonder hoop meer op uitkomst, zich alleen voortslepend omdat dc mens, ook al verwacht hij de dood op elke volgende wegkrut- sing, toch verder gaat Toen stond daar, klein maar stoer in haar verschoten jurk, een andere vrouw. De moeder wees op haar en zei dit tot haar kinde ren: „Daar is tante Mieke, zij zal ons er door helpen". deren, hun echtgenoot en vader, ds. W. Sikken (nu te Groningen); de man van tante Mieke, mr. H. A. Bouman en tan te Mieke zelf. Heel de wereld kent deze tante Mie ke als mevrouw Bouman, die nu dag aan dag in de kleine benauwde rechts zaal in Djakarta vecht voor het recht, vecht voor twee Nederlanders, die reeds langer dan twee jaar onder onbeschrij felijke omstandigheden wachten. Wach ten op dc ontwaking van het geweten der Indonesische rechters; wachten ook op de daad van een Nederlander, die eindelijk de kleine vermoeide vrouw, die onverdroten trouw blijft aan haar gegeven woord, zal aflossen en even loedig de verdediging wil voeren. „Gelukkig dat de Siamezen t Fries bloed Zij stamt uit een oud-Fries geslacht, rouw Bouman: in het Fries mu- "i te Leeuwarden hangt het portret haar grootmoeder Troostenburg de Bruyn en de bloedkoralen op dat schil derij afgebeeld, draagt mevrouw Bou- Begaafd met een groot verstand en m dorst naar wetenschap ging zij in Groningen oude letteren studeren. Daar ontmoette zij de Leidse student Bou man en nog voor ze haar doctoraal kon doen, trouwden zij en vertrokken in 1935 naar Semarang. Al spoedig gaf ze het leventje van nietsdoen, zoals de Hollandse huisvrouw dat in Indië beschoren was. op en werd lerares aan het gymnasium in Sema rang. Intussen studeerde zij Maleis, een die die haar later een autoriteit maken, die zelfs door de Indonesische regering oprecht erkend werd. In zijn vrije uren beoefende het echt- lar sport. Allereerst zeilen en dan nog de vliegerij. Was zij (en is ze nog) een waardig stuurman van de draak, waar door ze menige prijs in de wacht sleep te, ook als pilote deed ze zich gelden. Tot de oorlog kwam, haar man als oor logsvlieger in dienst ging en tenslotte beiden in gevangenschap geraakten. Zij in het kamp Lampersari, hij in een Ja panse loodmijn. Wat zij ook verloren mocht hebben, haar geestkracht bleef ongebroken. Me nige kampgenote denkt nog met dank baarheid aan die kleine mevrouw Bou man, die altijd nog een sprankje humor wist te brengen, die altijd klaar stond voor de zwakkere. Zij waste a niet meer wassen kon, ze beurde de wanhopigen op en hield 's nachts de vuren brandende als de anderen uitge put sliepen. Reeds was haar man bevrijd, toen Lampersari nog bezet was. Door vrien den met wie mr. Bouman contact had weten te krijgen was afgesproken, dat een veilig ogenblik een wit laken worden uitgespreid, 'j sportvliegtuig zou kunnen landen rijn vrouw, die ernstig aan beri-beri leed, te komen halen. Juist toen het vliegtuigje rondcirkel- ontstond er een vuurgevecht, maar en had geen tijd om in de verwar ring het laken weg te halen. Terwijl de kogels om zijn oren floten, landde mr. Bouman en vond zijn zieke, ver zwakte maar innig gelukkige vrouw te ug. Samen gingen ze naar Australië er 'andaar naar Wellington in Nieuw Zee land. Daar kwamen zij tot rust en za gen de vraag onder ogen: „Wat nu?' Een vraag waarop zij beiden maai één antwoord-hadden: „Terug naar In dië". Terug in Indië „We houden van het land, we houden van de bewoners, daar zijn onze v den, daar willen we werken". Zo gingen ze terug. Mr. Bouman tigde zich als advocaat in Djakarta. Ook nu wilde mevrouw Bouman niet stilzit ten. Zij werd het hoofd van de radio uitzendingen voor de Nederlandse rege naar Nederland voor een verlof half jaar. De familie drong aan:'„Blijf in Ne derland". Maar weer hadden- ze dezelfde argu menten: „Neen, ons werk ligt ginds, we moeten terug". Ze gingen terug. De uren, die mr. Bouman op kantoor doorbracht, besteedde zijn vrouw i de opdrachten, welke zij ontving van Indonesische regering: het vertalen het Indonesisch van officiële stukken wetten. Moeizaam moést zij zoeken na«» de juiste woorden, die de wetenschappe lijke en juridische termen goed inter preteerden. Ook werkte zij aan de sa menstelling van een Indonesisch woor denboek. Maar 's avonds J Zó dachten zij er over. „Weet u wie ik eigenlijk dè vrouw van het jaar vind? De huis- iuui, de heel gewo- huisvrouw, die geen Olympische records verbreekt, die niet be roemd is geworden als „de best geklede vrouw ter wereld" en die niet door een bijzonder hei verstand uitblinkt boven haar medezus- Nee, de gewone huisvrouw, die zorgt dat haar man het pret tig vindt na het werk r huis" te gaan, die haar kinderen zo ver zorgt en opvoedt, dat zij later hun taak in de maatschappij naar be horen kunnen vervul- Dat is ook de vrouw, die wel eens moppert als zij die hele grote was weer moet doen, maar die er toch voor zorgt dat alles in orde komt zo als het moet. En die vrouw, die hele gewone huisvrouw, zou ik nu graag zien uitgeroepen als dè vrouw van het jaar." (Mejuffrouw H. van der Z.. secretares se, 26 jaar). „Wij, drie verpleeg sters uit een ziekenhuis in Rotterdam, hebben ons beraden over de vraag: „Wie is dé man van het jaar?" Wij heb ben alle drie dezelfde mening. Wij vinden namelijk onze verloof den dé man van het jaar. Geen van deze drie mannen heeft ooit een Nobelprijs gewon nen, nooit een grote uitvinding gedaan en nooit tijdens één voet balwedstrijd vier goals gemaakt. En nu kunt u misschien meewarrig uw hoofd schudden over die drie groen tjes in het blauw", maar toch blijven wij er bij: „onze verloofde is voor ons dè man van het jaar!" (Zuster B. v. d. H., 22 jaar; zuster H. van B.. 23 jaar en zuster C. N.. 23 jaar). Prinses Wilhelmina (de vrouw): Eens was zij onze Koningin, Ont roerend in haar men- senmin. Zij zoekt nog steeds 's lands onderda nen, Een goede „veil'ge weg" te banen! Albert Schweitzer (dè man): Belangeloos stelt hij zijn leven, In dienst, om stakkerds vreugd te geven. Wie maakte zoveel droeven blij? Wie gaf zich de zij het luisterend die graag vertel de gevallen, die hij in zijn prac tijk behandelde. Haar scherpzinnigheid opende hem dikwijls nieuwe gezichtspunten, terwijl haar fabelachtig geheugen de kleinste bijzonderheden weer naar voren kon brengen. Zo kwam de zaak-Jungschlëger 1 Bouman. De dossiers groeiden, de getuigenverklaringen werden steeds ver- rder. De Indonesische verdedigster moest zich terugtrekken, tegen mr. Bou- werd een complot beraamd. Liefde en plicht verloofden" „De vrouw van 't jaar is Ik vind dat is de Koningin. Ik vind haar erg lief, omdat ze altijd in de krant staat met kinderen. De man van 't jaar is: Billy Graham. De bekendste man is Billy Graham. Wij kennen hem allemaal, omdat hij zo veel voor de Here Jezus reist." (Gerda Gijzenij, 8 jaar. school Hoogl. Kerkgracht, Haarlemmerweg 62, Leiden). Wat er uitgestreden is in de harten, zal nooit iemand kunnen doorgronden. Voor mevrouw Bouman was cr maar één zekerheid: haar man moest weg gaan. Zijn leven liep gevaar, voor dc voile honderd procent, daar was geen twijfel aan. Maar mocht ook zij vertrekken? Zij. die het dossier tot in alle bij zonderheden kende? Mocht zij twee landgenoten in zulk een nood verkerend, in de steek laten? Zo viel het besluit, het enige wat ge- •men kon worden door een vrouw, die liefde èn plicht wilde dienen. Dat was Mei 1955. Sindsdien vecht mevrouw Bouman )or het recht... Alleen... e des avonds thuis komt, is er niemand tegen wie ze kan spreken over ringen van die dag. Maar naar Nederland schrijft zij: „Gelukkig dat de Siamezen er zijn..." Want Siamezen zijn steeds de vrien- :n van mr. en mevrouw Bouman ge- eest. Het zijn er nu achttien. Ze be groeten hun vrouwtje met tevreden mauwerauws" als zij de galerij op stapt en 's avonds zoeken ze een knus plaatsje om de schemerlamp, waaron der hun bazinne de brieven uit Holland leest. Soms ratelt de telefoon en dan spre- sn man en vrouw, in Holland en Dja- een herdenking van kerk vaders als Augustinus en Willibrord, geen assemblée van de Wereldraad van Kerken, geen „evenementen" werpen hun schaduwen op het kerkelijk leven, vooruit. Hetgeen niet wegneemt dat er ook op kerkelijk gebied over 1956 wel iets te zeggen is. De Nederlands Hervormde Kerk zal de worsteling om tot een oplossing van het probleem der modaliteiten te komen, onverminderd moeten voortzetten. Het afgelopen jaar leerde wel dat in som mige gemeenten de richtingsstrijd nog aan de orde is. De midden-orthodoxen anderzijds voeren in hoofdzaak het ge sprek met de min of meer vrijzinnigen. Duidelijk loont zich een verschuiving van de vrijzinnigheid in een positiever richting af, waardoor op den duur het belijden der Kerk naar artikel X van de Kerkorde („in gemeenschap met het belijden der vaderen") concreter aan de orde kan worden gesteld. In de Her vormde Kerk ontwikkelt zich een acti viteit op vele terreinen. Al zal 1956 wel geen jaar worden waarin opnieuw een herderlijk schrijven zoveel vragen aan de orde zal stellen als het jongste over atschappij, er zijn vraagstukken genoeg, die wijsheid vergen. Ook de Gereformeerde Kerken heb ben binnenshuis hun zorgen. Ongetwij feld zal de in het voorjaar in Leeuwar den voort te zetten synode belangrijke beslissingen moeten nemen. De nieuwe Kerkorde die in ontwerp aan de kerken is voorgelegd, roept vragen en zelfs be zwaren op. Aandacht vragen ook de vele suggesties die de synode hebben be reikt om te komen tot opheffing van de zg. Vervangingsformule, did door sommi gen wordt gezien als een struikelblok op de weg tot betere verhoudingen met de Geref. Kerken onderhoudende art. 31 K.O. en de Chr. Geref. Kerken. De Christelijke Gereformeerde Ker ken kampen nog steeds met een tekort aan predikanten, hoewel het de vraag is of de vele thans herderloze kleine gemeenten een predikant zouden kun nen onderhouden zonder over te gaan bijv. tot combinatie. Er komt nog bij dat een drietal kerkgemeenschappen in Amerika en Canada (zowel dc Chr. Ref. Church als de Free- en de Old-Chr. Ref. Church) van tijd tot tijd beroepen op Chr. Geref. predikanten uitbrengen. De Geref. Kerken (art. 31 K.O.) zien zich in het nieuwe jaar voor de taak gesteld, twee moeilijke zaken op haar generale synode te Enschede tot een goed einde te brengen: de zaak-Goos- sens en de kwestie-Kralingen. Na de langdurige zitting zal de synode in Ja nuari er zeker enige weken voor moeten uittrekken. Predikantentekort openbaart zich al heel duidelijk bij de Geref. Gemeenten met haar meer dan honderd vacante plaatsen, alsook bij de Geref. Gemeen ten in Nederland. Wü moeten het bij deze kerken laten, en memoreren ten slotte nog dat de oecumenische samenwerking in Nederland nog altijd vast zit op de houding der Geref. Kerken, die zich noch bij de Wereldraad noch bij de I.C.C.C. annsloten, maar het gehele vraagstuk van de oecumene deputaten in studie fjaven. karta, met elkaar. Woorden, alleen voor die beiden bestemd, maar waarvan een ieder zich kan voorstellen dat het woor- van verlangen, van troost en ook hoop op een spoedig weerzien zul- Een weerzien, dat niet te lang meer mag worden uitgesteld. De spanning vermoeienis tasten de gezondheid mevrouw Bouman aan. De beri- beri, die haar in het kamp tot het uiter ste verzwakte, komt met telkens her nieuwde aanvallen terug. Reeds heeft zij enige malen de Hoge Commissaris gevraagd, dat de Neder landse regering toch spoed mag be trachten met het zenden van een kun dig verdediger. Een verdediger, die voor dc beklaag- ;n aanvaardbaar is in hun moeilijk proces. Zou Nederland zo'n man niet bezitten? brengt het niet genoeg in het laatje? „De vrouw van het Jaar" heeft een nzaam Kerstfeest gehad, straks zal ze het Jonge Jaar zien binnentreden. Zal het beladen zijn met zorgen, met ziek te, met verdriet of zal het tc rechter tijd hulp zenden en haar terugvoeren naar haar man, die met zorg maar machteloos haar komst verbeidt? Ne derland heeft haar tot vrouw van het verkozen, moge ditzelfde Neder land de plicht beseffen, die bet tegen- haar heeft! A. Ch. P. Blaauw-de Ridder

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 17