EEN WIJZE KEERDE TERUQ A D Een fantasie die op onze eeuw slaat H Omschrijving izlen KERSTBIJLAGE DECEMBER 1955 ZIJN naam was Melchior. Bijna tweeduizend jaar had hij geslapen, maar precies wist hij 't niet meer. Met Balthasar en Caspar had hij eens neert elke week je twee keiier en aan het eind een armvol flessen ,,Ja." beaamt^ de mar uitvinding. we hebben. Verbijsterd laat Melchior zich opnieuw in het mensenkluwen opnemen. Hij wordt het irenhuis Selfridge's binnengezogen, dat zijn ster gevolgd, die schoner was ge- hele gevel met monster-grote afbeeldingen 6 6 1 P van Kprstmanneties en rendieren beslagen Orion. Nacht in, nacht uit hadden hun ogen het onmetelijke heelal in- getuurd en nooit had het geheimzinnig verschenen hemellichaam hen in de steek gelaten. Na een oneindig lijkende zwerftocht in Westelijke richting waë de ster plotseling met een schok tot stilstand gekomen. Een regen van vonken was naar beneden gesproeid en had de omgeving even fel verlicht. Langzaam was de ster toen naar de aarde ge daald, tot zij met haar wonderlijk schijnsel een stal had beschenen, die net zo onooglijk was geweest als alle andere stallen in het vreemde land. Mari lucht rendieren beslagen Dt die van wekkers en boodschappentassen toe, ziet hij de woorden: Vrolijk Kerstfeest staan of papieren slin gers. pistaches en engelenhaar hangen. En als hij, moe. van het kijken en lopen, op dc vierde verdieping belandt, ontwaart hij daar. tot zijn grote verrassing, ook stalletjes en kindekes. Het is op de speelgoed-afdeling. Met een hese stem roept de verkoper hem toe: ,,Ik heb ze in alle soorten en maten, meneer!Met of zonder ster! Met tien of twintig beestjes!Net wat u hebben wilt! E volgende dag Dinsdag, 20 De cember, 1955 loopt Melchior op een landweggetje in de Oostenrijkse Alpen. Hij bevindt zich ten Zuiden van Klagenfurt. vlak bij het plaatsje Elend in de provincie Karinthië. De s ijl. de sneeuw ligt blinkend op de bergmassieven van de Karavanken en de spar ren. slank cn sterk, lijken de hellingen tot ber stens toe te vullen. ..Eerste weg links," heeft een bergbewoner ge/.egd. ,.Het atelier staat rechts, ongeveer vijfhonderd meter verder...." Melchior sloft het steile pad op en staat zo nu en dan stil om op adem te komen. De na tuur om hem heen ligt in een diepe winter slaap verzonken en de vergezichten zijn van een schoonheid, die men alleen maar kan beleven. Zwaar draait de deur in haar hengsels, als hij het atelier binnentreedt. Er is geen mens te zien en op de werkbanken liggen kerfmesjes, penselen en meetlatjes in grote wanorde door elkaar. In een reuachtige kist op de grond bevinden zich kleine, houten vrouwenrompen, die armen en benen, maar geen hoofden hebben. In een andere ruimte, die bezwangerd is met de geur van lak en vernis, struikelt Mel chior bijna over een kartonnen doos, die met houten vrouwenhoofden is gevuld. De gezicht jes zijn stuk voor stuk fijn besneden, maar het stompe stokje onder aan de hals en de grote overeenkomst tussen de gelaatstrekken, maken het geheel vrij onzinnig. Dan komt Melchior in de zaal, waar de hoofden aan de rompen worden bevestigd, en waar. na enig bijwerken Madonna-beeld jes ontstaan. Als soldaten op een rij staan ze keurig afgewerkt op een tafel. Een stapel satijnachtig vloeipapier ligt komt. krijgt hij wat meer belangstelling. Niet voor de kunstwerken uit de Franse, oe Vlaamse of de Hollandse school, maar voor die uit de tijd der Italiaanse Renaissance. Stil hangen de uit diep religieuze gevoelens geboren schilderijen aan de muur: de Botti celli's, de Chirlandaio's en* de Mategna's Do geloofssymboliek is meesterlijk uitgebeeld en de kleuren zijn van een gloeiende warm- In een hoek van de zaal staat de Gioconda van da Vinei. Melchior loopt er heen, maar als ccn gids zijn afgekauwd verhaaltje be gint af te draaien, gaat hij er toch weer van daan. 't Zal wel mooi zijn, denkt hij, t zal ook wel wereldberoemd zijn. Maar het haalt toch niet bij die werken, die Christus' ge boorte verkondigen. Dan invadeert een groep vreemd geklede lieden de zaal. De jongens hebben baarden en verwilderde haren, en de meisjes dragen donkerblauwe jeans en Monty-coats. Voor da Vinci s Gioconda blijven ze staan en een wat oudere man met een dikke, zwart-hoornen bril en een rood-fluwelen jasje neemt het woord. Zeker een kwartier lang oreert deze over de kwaliteiten van het schilderij. Hij ge bruikt een heleboel kennersjargon en beant woordt ook een heleboel vragen. door Link van Bruggen de verwarring weg te komen. En gniffelend staan de handelaars naar de wanhoop van hun concurrent te kijken, zonder oök maar een hand ter redding uit te steken. Met de wrede gezichten der kooplieden nog voor de ogen, zwerft Melchior later op de avond over de Charlottenburger Chaussee. Bij de Brandenburger Tor blijft hij staan en af wezig staart hij naar het donkere, oostelijke deel van de stad, dat streng door de Volkspoli- tie wordt bewaakt. Ook andere mensen, die uit het gewoel van het westelijk lichtpaleis naar de stilte van de oostelijke duisternis zijn gekomen, kijken de schaars verlichte Unter den Linden af. waar de ruines der gebouwen als waarschuwende vingers tegen de sterrenhemel afsteken. Weinig Kerstfeest daar." merkt een heer op, die. te oordelen naar zijn zwarte bffje en witte boord, een geestelijke moet zijn. „Christus hebben ze daar officieel afgeschaft en over een paar jaar zal er ook in de huizen geen plaats meer voor het wiegje zijn." DE grote farm, die Melchior op Vrij dag. 23 Decemer betreedt, ziet er armetierig en verlaten uit. Hij ligt in de Amerikaanse staat Nebraska, de staat, die beroemd is om zijn Kerstkalkoenen. Kippen zijn er genoeg: vuil witte, magere scharminkels met zwabberen de, naar beneden hangende kammen. Ze ren nen als estafette-lopers over de kale velden. koorts bevangen, strompelt hij verder.... kast vol plastic had de omgeving fel verlicht Gefascineerd en als vastgenageld aan hun zadels hadden ze het natuurverschijnsel aan schouwd. Maar hun oosterse kennis van mystieke en paranormale krachten had hen onmiddellijk doen begrijpen: De wegwijzer, die God hun geopenbaard had. had hen op hun plaats van bestemming gebracht. Die in gloed gehulde stal, die had geston— diere punt van hun vermoeiende gang gew Zonder iets te zeggen, waren ze va kamelen afgestegen. Ze hadden hun aba opgetrokken en waren, wadend door de mod der en het vuil op de grond, de stal gena derd. En op de tenen waren ze naar binnen gegaan, verstomd door de vreemde stilte, die hen had omgeven en die hun de adem bijna uit de keel had geperst. In een hoek, flauw beschenen door een olielampje, had een vrouw gelegen. Een he melse glimlach had om haar lippen ge speeld. En in een kribbe, die met wat droog stro was opgevuld, had een kind geslapen, dat het eerste zonlicht nog moest begroeten. Niet ver er vandaan had een man gezeten. Hij had het hoofd gebogen en was in diepe gedachten verzonken geweest. Als door een gebiedende stem bevolen, wa ren ze gedrieën bij het kindeke neerge knield. Geen argumenten, geen bewijzen, geen preken ook, hadden ze nodig gehad om de aanwezigheid van een koning tc ervaren. Een geloof, groter dan hun wijsheid, had hen doen beleven van aangezicht tot aange zicht met de Koning der koningen te verke ren, met dc Heiland der mensheid en de Ver losser der wereld. In hun gebeden hadden ze Hem vereerd en later nog eens met rijke gaven. En toen ze. niet lang daarna, de terugreis hadden aanvaard, was hun vermoeidheid pijnloos ge maakt door de Geest, die hun. als eersten, de verwezenlijking van Gods Belofte aan het mensdom had doen zien. Ja. Melchior wist zich alles nog goed te herinneren. IN.de kromming van Londens Regent Street, opgenomen in een dichte mensenmassa, schuifelt Melchior over het trottoir. Het is Maandag, 19 December 1955 cn het winkel centrum van de grootste stad der we reld is op een vrolijk Kerstfeest afgestemd. Op de hoek, bij Oxford Circus, bevindt zich een enorm modehuis. Felle schijnwer pers belichten de etalage-stukken, die iets warms, maar, bij cntische beschouwing, toch ook iets verkillends hebben. Lange slin gers van sparregroen en zilverpapier zijn langs dc gevel gedrapeerd en op de ruiten schreeuwen de reclame-letters: Koopt Uw Kerstgeschenken hier! Voor een etalage, die op artistieke wijze met avondkleding is gevuld, blijft Melchior staan. De lovertjes glinsteren op tule en zij de. en de nylonstoffen lijken nu eens een zilveren dan weer een gouden glans te weer kaatsen. De dames, die voor en achter hem staan, die hem bijna tot benauwens toe om ringen, zijn in een sfeer van distinctie ge huld. Ze dragen chique kleren, zijn licht ge parfumeerd en spreken een verfijnd Oxford- ..Wat een beeldige jurk, mams!" hoort Melchior een bakvisje uitroepen. „Zou dat niet iets voor mijn Kerstbal zijn?.." „Maar je hebt toch pas een avondjurk ge had, kind," antwoordt de moeder, lichtelijk ontstemd. „Dat weet ik. maar ik heb dat ding al twee keer aangehad. Hè, toe nou. mams." fleemt het meisje verder, er op Kerstavond mooier moet ooit. Het is het leukste bal v en iedereen heeft iets nieuws aó In de nimmer aflatende r volgt Melchior zijn weg. Groot i len om hem heen, blijven stilstaan, passe ren hem weer of drentelen terug. Uit het cacophonisch orkest, dat hem lijkt te omrin gen, dringen flarden van Kerstliederen tot hem door, die ergens op een gramofoon staan te schetteren. Enorme spiegelruiten, die vele honderden flessen buiten handbereik houden, kijken hem dan als holle oogkassen aan. Op de eti ketten leest hij woorden als Whisky, Bran dy. Port en Sherry, cn hetzelfde sparre groen en zilverpapier hangt wezenloos om de korte halzen. Een lange rij mensen staat ge duldig voor de ingang van de winkel te ..Wat een uitvinding toch, die Kerstclubs," zegt een vrouw tegen een man. „Je depo- hoek bevindt zich hoezen. Plotseline rinkelt er lang ccn bel. En nog voor het doordringende geluid is weggestor ven. vult het atelier zich met een zwaar ge- roezerrioes van stemmen. Het zijn de werkers, die uit het schaftlokaal terugkeren: ontwer pers. kunstschilders, houtbewerkers en pak- meisjes. Als iedereen zijn plqats heeft ingenomen, beginnen overal machi'rtes te draaien. Cirkel zagen zetten zich rinkelend in beweging, ver- nisspuiten worden meedogenloos op de houten rompen en hoofden gericht en in alle hoeken van het atelier lijkt het te daveren en te sis- Niemand merkt Melchior op. Niemand al thans vindt het vreemd, dat hij er vis. Hoe vaak komen er geen bezoekers in het beroem de atelier'' Hoeveel mensen hebben zich niet van de wereldbekende Madonna-indu^rje, qp 'de hoogte gesteld? De dikke man, die even later met een vuurrood gezicht de afdeling houten hoofden binnenstormt, heeft Melchior al evenmin in de gaten. „Heinz!" bekt hij, „Heinz! Kom onmiddel lijk hier! Als Heinz tot op zijn bot verbleekt voor zijn baas staat, daalt een regen van stric- mende verwijten op hem neer. die zó lang s het eind- aanhoudt, dat een paar andere arbeiders schichtig omkijken. ..M n hele export naar de. Verenigde Staten heb je met je stomme geknoei een naam be zorgd, die met geen tienduizend schilling is goed te maken." jammert de dikke, dwars door de zwakke protesten van zijn werkne mer heen. „Vijfhonderd Madonna's hebben, ze me teruggestuurd, omdat de afwerking niet deugde, Slecht gevernist, zeggen ze! Slecht gevernist! De verf houdt niet op de gezichten1! Heinz, hoe kun je me dat ET is guur in Parijs op Woensdag. 21 December 1955. De mensen heb ben zich van de terrasjes terugge trokken en de bomen in het Bpis de Bologne zwiepen wild in de wind. Hevige regen- en hagelbuien hebben de bou levards schoongeveegd. Het water van de Seine is asgrauw en alle fleur en kleur is uit de stad verdwenen. Op de Avenue des Champs Elysées. diep weggedoken in zijn kraag, dwaalt Melchior eenzaam onder de bomen. De Are de Triomphe heeft hem niet kunnen bekoren en doelloos loopt hij in de richting van de Place de la Concorde. Voorzichtig werkt hij zich door het snelverkeer heen cn via dc Jardin des Tuileries komt hij tenslotte voor de in gang van het Louvre. Het monumentale museum, dat eens een paleis is geweest, trekt hem eigenlijk niet aan. Maar de kou buiten en de warmte bin nen doen hem na enig aarzelen toch besluiten het bordes te beklimmen. Melchior voelt zich klein tussen de kolossa le Korintische zuilen. Zijn voetstappen op de marmeren vloer echoën door de ruimten cn als hij zijn gezicht in een vitrine bekijkt, meent hij een zweem van angst te bespeuren. Zonder ook maar iets te bekijken, loopt h j de Romeins-Byzantijnse afdeling door. De zeldzame, archaeologische verzamelingen op de Oosterse afdeling interesseren hem niet en ook de Venus van Milo laat hem koud. Pas als hij in de galerijen met schilderijen Na nog wat praten en kijken, drentelt de groep in de richting van Melchior, die net een Christuskind van Bellini aan 't bewon- deren is en zich in de gedachten en de ge voelens van de schilder tracht in te leven. ..Ongelooflijk mooi," hoort hij de leider van het gezelschap zeggen. ..Welk een kleuren weelde: welk een bekoorlijke schoonheid." De schildersklas omsingelt hem nu. zó zelfs, dat hij noch naar voren, noch naar ach teren kan. „Kijk eens naar die ogenpartij," galmt de stem van de leraar verder. ,,Is die mondlijn niet realistisch getrokken? Die warme, dro merige achtergrond, dat wat gi-oenachtige blauw, dat romige wit en dat dicp-glanzende zwart doen zó sterk aan de Hollandse mees ter Vermeer denken, dat men moeilijk kan aannemen, dat Vermeer Bellini's werken niet gekend heeft." Verder praat de leraar, alsmaar verder. Maar met geen woord rept hij over het Kerst- wonder, dat juist de schilder zo diep moet hebben ontroerd en dat hij, in de vorm van een geschilderd Bijbelverhaal, het nageslacht heeft geschonken. LS Melchior op Donderdag. 22 De cember 1955 in Berlijn arriveert, is de avond al gevallen. De hele stad - het westelijk deel dan wel te ver staan bevindt zich in een uitbun dige Kerstroes en iedereen lijkt vol vreugde te zijn. Op de Kurfürstcndamm, onder duizenden twinkelende lichtjes, deint een rusteloze men senzee langs dc etalages en de pakjes, die meegedragen worden, zouden de grootste zaal van de wereld kunnen vullen. Een me nigte van adventskransen is als een Olym pisch ringenspcl aan de gevels bevestigd. Op de luifels en hier en daar ook wel op straat rijen zich grote en kleine Kerstbomen in een onafzienbare lichtbaan aaneen. Bij de geblakerde muren van de Gedacht- nis-Kirehe staat een bos van sparren op ruwhouten kruisen. Handelaars prijzen de bo men aan, de ene nog luidruchtiger dan de „Vijftien mark!" hoort Melchior iemand schreeuwen. De man houdt een middelgrote Kerstboom in de hand en» gesticuleert hevig. Ook bij andere standhouders kosten middel grote Kerstbomen vijftien mark cn voor de kleinere wordt een bedrag van tien mark gevraagd. Iets in de sfeer op de Kerstboom-markt be valt Melchior niet. Sommige handelaars schreeuwen als bezetenen om de aandacht te trekken: anderen trachten de omstanders hun waren op te dringen en derden staan weer geheimzinnig met elkaar te fluisteren. Er wordt gekonkeld. Melchior merkt het wel. En steeds weer ziet hij de mannen met vijandige blikken naar een hoek van het marktterrein kijken, waar het koperspubliek dicht opeengepakt staat. „Een onderkruiper!" schreeuwt er een. „Een beunhaas!" roept een ander. En een derde, wiens ogen een duivelse glans afstralen, is zijn zelfbeheersing volledig kwijt geraakt en staat luid te razen en te Wanneer Melchior zich tussen de koopgra ge mensen in de hoek heeft ingedrongen be grijpt hij onmiddellijk waar het om gaat. „Tien mark!" schreeuwt de verguisde met overslaande stem. De middelgrote Kerst boom. die hij van de grond optilt, wordt hem bijna uit de vingers gegrist en hij blijkt han den te kort te komen om zijn hoog opgesta pelde voorraad kwijt te raken. „Vijf mark goedkoper dan al mijn con currenten!" jubelt de succesvolle handelaar nog eens en triomfantelijk kijkt hij in de richting van de andere kooplieden. Dan plotseling, een hevig gegil. Mannen springen opzij, vrouwen vluchten en kinderen jammeren om hun moeder. Een vlam, zo klein als een kaarspitje begonnen, lekt dan send en springend door de voorraad van de koopman heen en in een oogwenk zijn z'n bomen tot een grote vuurzee vervormd. Een jongetje, dat de brand tegen een be loning van een mark heeft gesticht, weet in weet. dat ik tzien dan klein tol- of zoeken in gaatjes of hoekjes naar verloren geraakt voedsel. Maar de hokken van de kal koenen, die hier bij duizenden werden opge fokt, zijn leeg. De hekken liggen op de grond en de omgewoelde aarde is bezaaid met grauwe veren en pluisjes. In de verte, aan de zoom van een bos, loopt een man. Hij heeft het hoofd gebogen en staat zo nu en dan stil om iets in z'n hand te be kijken. Dan steekt de man het voorwerp re soluut in z'n zak, draait zich om en stapt ge haast op een grote, bruine schuur toe. die een paar honderd meter verder staat. Ook Melchior begeeft zich naar het plan ken geval. dat. buiten de hokken van kippen en kalkoenen, het enige bouwwerk in de wij de omtrek is. Als hij vlak bij de schuur is, hoort hij bin nen een paar gedempte stemmen. En zonder het bewust te willen, is hij getuige van een gesprek, dat bij stukken en brokken tot hem doordringt. „Ik zei je al. John." zegt een opgewonden stem. „ik heb 't niet!" „Dan moet je maar zorgen, dat je 't krijgt. Allan, anders moet Ik m'n maatregelen ne men." De man, uit wiens mond deze woor den komen, spreekt duidelijker en ook rusti ger dan de anderen en lijkt wat ouder te zijn. ,,Ik zit volkomen aan de grond, John, en dan ook helemaal. Het voer is duur geweest, de helft van m'n kalkoenen heb ik aan de pest verloren, er. de andere heeft maar een schijntje opgebracht van wat ik verwacht had." „Dat kan me niet schelen," is het vinnige antwoord. „Die vijfduizend dollar moet ik mor gen hebben en als ik ze niet krijg, laat ik je hele boeltje verkopen." ..Wacht nog even. John," zegt de schulde naar angstig. ,,Gun me nog even de tijd.. Denk aan m'n vrouw en kinderen.. Over drie maanden heb ik misschien alles bij el kaar. „Aan misschien heb ik niks" de stem van de schuldeiser klinkt koud „Twee maanden geleden heb je me met 't zelfde kluitje in 't riet gestuurd en nu wil ik niet langer wachten." ..Ik heb 't niet, joh. ik heb 't niet!" jam mert de pluimveehouder wanhopig. „Als je er werk van maakt, gaat m'n hele zaak er aan alles, waar ik tien jaar voor geploe terd heb." „Daar koop ik niks voor, Allan. Morgen heb ik je cheque cn als je verzuimt, vraag ik je faillissement aan." ..O ja. o ja!" schreeuwt de ongelukkige nu. ..Dat wil ik zien!.. Je bent hier nog niet.. Je komt hier niet meer Melchior hoort dan het gesteun van worste lende mannen. En nog voor hij bij de deur is. klinkt er een schot, gevolgd door een ake lig gekreun. Dan even niets meer. Onmiddellijk daarna wordt de deur openge gooid. Een man rent naar buiten, struikelt, staat weer op, en vliegt het veld in. Hij ver andert twee keer van richting, springt met een reuzensprong over een sloot en verdwijnt tenslotte in het bos. Als Melchior de schuur binnenkomt, ziet hij een roerloze gestalte op de grond liggen. Een doos met kaartjes is over hem heen gevallen kaartjes, waarop de woorden: Vrolijk Kerstfeest, staan. Ze dienen om aan de hals stompjes van geslachte kalkoenen te worden gehangen, als deze. in koelwagens, naar de poelier gaan. Dit verhaal wordt op pagina 10 be sloten. t>Vijfhonderd Madonnus hebben ze me teruggestuurd 1IEEL 'T GEZIN OM DE TAFEL: Eerste prijs: f 40.- Twccdc prijs: f 25.- Derde prijs f 15.- Er is met de Kerstdagen altijd veel te doen. Man, vrouw en kindeien moe ten er vaak op uit om een feestelijke samenkomst bij te wonen. Daar is natuurlijk niets op tegen. Maar laten we toch vooral ook zorgen, dat er uren zijn, waarop héél 't gezin thuis is. In dit Kerstnummer kunt u -lezen wat er zoal gedaan kan worden om de huiselijke sfeer en gezelligheid te verhogen. En wat denkt u van 't plan om samen een grote puzzle op te lossen? Als bijvoorbeeld vader de omschrij ving voorleest en vraagt: „We moe ten een woord voor „lekkerbek" hebben en 't moet uit 9 letters be staan", dan kunnen moeder en de kinderen prachtig meehelpen. Deze puzzle kan heel wat uurtjes vullen. Want er moeten bijna 200 woorden worden gezocht.Voor één keer is dat wellicht te veel. Maar men kan dit over verscheidene middagen en avonden verdelen. Als men maar zorgt, dat dc oplossing uiterlijk Zaterdag 14 Januari 1956 in ons bezit is. Inzendingen adressere men aan liet bureau van dit blad. In de linker bovenhoek van de envelop duidelijk ver melden „Kerstpuzzlc". Wij loven drie prijzen uit: eerste ƒ40,-. tweede 25.- en derde 15.-. HORIZONTAAL: 1 Zenuwpijn, 8 lek kerbek, 16 soort haaq, 18 oppervlakte uitgestrektheid, 19 stoomschip, 21 maaltand. 22 gevangenis, 24 hecht- nagel, 25 zuster. 26 inhoudsmaat, 28 de naam onbekend, 29 rivier in Frankrijk, 31 bijwoord, 32 deel van een ambtsgewaad, 33 modegek. 35 voorgeven, veinzen, 38 verdwenen, 39 warmtebron. 41 meisjesnaam, 42 vod, 43 keren, tegenhouden 45 vesting, 48 gereed schap, 49 het Rom. rijk. 51 aangeslibd land, 53 reptiel, 55 rijstbrandewijn, 56 vo gel, 57 gevangeniskamer. 59 ongewenste toeschouwer, 60 insekt 61 gemeente in Noordbrabant, 62 bijwoord 63 traag persoon, 64 in het jaar onzes Heren. 65 insekt, 66 water doorlatend 67 hoon, 69 vlug. 71 keurig. 72 bijwoord 73 Chin maat, 74 zijde, 76 insekt, 77 grondtoon. 79 Chin. maat. 80 zonder gevoel, 82 insekt, 83 vreemde munt, 85 vissoort, 86 banaan, 88 vacht, 89 al, 91 woonplaats, 93 voorzetsel. 95 heden, 96 gevangenis, 97 boom, 99 land bouwgereedschap. 100 te zijner plaatse. 101 plaats in Zwitserland. 103 loot, 106 maal, 108 bevel, 109 veter. .snoer. 110 Fr. voegwoord, 111 vissoort, 113 stad in de oudheid, 114 naam, eer, 115 onderricht. 116 in de gunst, 118 maand, 119 slede. 12b ten jare, 121 delfstof. 122 opschik. 124 de naam onbekend, 125 prooi. 128 gebak, 130 Fr school. 132 dier, 134 drank, 136 juist gewicht, 138 op de wijze van, 139 bandiet. 142 duw 143 plaats in België, 144 Kilo- Watt, 145 opmaken, 146 maanstand, 148 muts, 150 voorzetsel, 151 drank, 153 ongebonden. 154 maal, 156 zangnoot. 157 reistas 159 hondensoort, 161 snaar instrument, 162 draaiorgel. 4 dier, 5 een weinig scheel. 6 verlaagde toon, 7 binnen, 9 gezinslid. 10 gemeente m Noordholland, 11 wijzer maken, 12 onbe varen matroos, 13 wijnmaat, 14 reeds, 15 lef, 17 zeepost. 20 rustbank, 22 scherprechter, 23 klem,. 25 overwinning, 27 deel van een wiel, 29 blaam, 30 god der liefde. 32 hoop. 34 kneedbak. 36 binnen, 37 bijwoord, 38 teken. 39 fig. een buitengewoon sterk man 40 hoestmiddel 43 goederen, 44 vlijtig, 46 bende, 47 knaagdier 48 tree, 50 elk. 52 deel van de keel. 53 schel, 54 grote bijl, 55 doornachtige plant, 56 bedehuisje, 58 erg poreus. 60 mager, 67 overschot, 68 hoeveelheid, 69 vreemde munt, 70 pracht en praal, 73 twee aan twee rangschikken, 75 duur zaam materiaal, 76 ganzevoetachtig plan tengeslacht 78 langzaam. 80 beet, 81 verlaagde toon, 83 lusje, 84 eind. 87 stelling, steigerwerk, 89 kledingstuk, 90 baardje, 92 vogel, 94 Arab, titel 96 juist gewicht. 98 kledingstuk voor 100 kei, 102 sluis, 104 gelaatskleur. 105 vissoort, x07 eens op een tijd, 108 reken kundige lOgave. 111 vruchtvliesje, 112 sneeuwschoen. 116 verbond, 117 edelgas. 120 gehoorzaal, 123 smalle strook, 125 drieriemige lasso, 126 moeite, 127 denk beeld, idee, 129 wapen, 131 kledingstuk, 132 lidwoord, 133 bezigheid ter ontspan ning, 134 krijgsgod. 135 en dergelijke, 137 metselspecie, 139 werkdoek. 140 god van de liefde. 141 schande. 143 menselijk geluid, 144 gewicht, 147 honingdrank 149 vochtmaat. 151 onder dompeling, 152 koor, 154 dier. 155 vertra- gi.gstoestel 157 Verenigde Naties. 158 slecht nieuws, 159 onmeetbaar getal, 160 Fr. lidwoord.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 21