JAC.
coim
B&soski
Ook aanbidding in de Schilderkunst
och beantwoordde het feest
aan zijn doel
„Voor Christus en „Na Christus
KERSTBIJLAGE DECEMBER 1955
S
De Larense schilder, die eens als kluizenaar leefde:
O O R
ERGENS VER WEG. verscholen tussen komen en struiken, staat eer
klein houten huis in het Gooise Laren. Het was oorspronkelijk eer
bungalow op een groot landgoed. Het was er heerlijk rustig, zelfs
de bomen schenen te fluisteren. Een dorado voor een wereldschuw
mens, een ideaal voor de natuurminnaar. Is het zo verwonderlijk, dat juis
dit huisje in 1924 gevonden werd door zo'n man? Door een schilder wiens
enige verlangen was afgezonderd te leven met zijn kunst en de natuur. Ah
een kluizenaar kon hij hier wonen, onbespied, ongehinderd, ver buiter
de wereldse ideeën van z'n kunstbroeders.
Noël anders dan onze Kerst
(reest
van een
sgezindheid en samenhorig
heid
HET WAS eigenlijk helemaal geen
kerstfeestviering. zoals ik mij die
in Holland had voorgesteld en eerlijk
heidshalve moet ik bekennen, dat ik
er even vreemd tegenover stond. Maar
toen ik na afloop in bed lag en er
nog eens over nadacht, kwam ik tot
de conclusie, dat hoe anders het
ook was dit feest toch aan zijn be
doeling had beantwoord.
Enkele maanden tevoren was lk in de
Franse provinciestad aangekomen, kersvers
uit het Hollandse jeugdwerk met zijn clubs,
bijeenkomsten en bijbellezingen, zon leken
spelen, gezelligheid en kolder. En ik was
terecht gekomen in een pensionaat voor
meisjes, dat. hoewel in opzet hetzelfde als
die in ons land, in de dagelijkse gang van
zaken enorm verschilde.
De aankleding van de kamers was naar
l onze begrippen afschuwelijk en de gezellig-
I heid, die zo typisch Hollands is, ontbrak.
Je zag de meisjes eigenlijk alleen aan de
maaltijden en dan was het nog vaak te
druk om een praatje te maken. Na tafel
ging ieder haars weegs en slechts eens in de
maand hadden we een gezellig avondje met
de jarigen uit die periode. Dan zaten we
om de grote schemerlamp in een hoek van
de huiskamer en bepraatten de dingen van
de foyer", van het huis. Gewend aan uit
bundig lawaai en gelach vond ik alles in huis
nogal rustig, ondanks de 35 pensionnaires,
die we hadden. Slechts twee waren protes
tant. De meeste meisjes waren omstreeks
Kerstmis en Nieuwjaar een week of tien da
gen naar huis, hetzij omdat zij vrij hadden
luisterden
Zoals het Franse straatbeeld verschilt
van het onze. zo is ook de viering
van Noël anders dan bij ons.
van de cursus, die zij volgden, of omdat zij
in het bedrijf of de fabriek een paar dagen
vacantie hadden opgenomen. Daarom vierden
wij ons feest al de 20ste.
T~tE voorbereidingen namen ons dagen lang
in beslag. Op de markt kochten we een
grote boom en zetten die in de huiskamer.
De directrice «haalde uit alle hoeken en ga
ten versierselen te voorschijn en toen de
boom geheel opgetuigd was. waren we zelf
tevreden over het resultaat.
De concierge had al maanden tevoren bij
familie op het land enkele kalkoenen be
steld, die 'zij nu ging haien. Haar man
maakte ze schoon op de binnenplaats onder
grote belangstelling en uitvoerig commen
taar van zijn beide dochtertjes. Daar onze
ovens te klein waren mochten we ze bij de
bakker brengen, die ze wel in de zijne wilde
braden. Met drie grote braadsleeën brach
ten we 's middags de boutjes erheen.
Büche <Ie Noël
i Kerst-
De traditionele tractatie wa.
krans, maar een ..büehe de Nocl. een
..boomstam", rijkelijk met mokka bespoten.
We bestelden er een van vier meter lengte.
Maar het tere punt was de verdeling van
de cadeautjes. Wij besloten het nicest prac-
tische systeem toe te passen van alle na
men op een briefje en alle briefjes m een
hoed in de hoop, dat niemand de naam van
het meisje dat ze absoluut niet kon uit
staan, zou trekken. Want er jvaren onder
ling heel wat haken en ogen. De verschei
denheid van de beroepen was hieraan niet
vreemd, maar ook konden wij onmogelijk be
weren, 'dat al onze pupillen een vriendelijk
en inschikkelijk karakter hadden. De verlo
ting bleek niet ongunstig te zijn uitgevallen
en met ruiling werden nog enkele oneffen
heden bijgeschaafd, naar wij achteraf ver
namen.
DE 20ste was de drukste dag. De keuken
werkte op volle toeren en direct na de
middagmaaltijd begonnen de directrice en ik
dé tafels uit de eetzaal over te brengen naar
Jezus stilt de storm, een reusach
tige tekening van Jac Eriks, ge
maakt in een moeilijke tijd, maar
nog steeds een krachtgevend sym
bool van Gods almacht en liefde.
D.:e schilder was Jac. Eriks, een
kunstenaar in hart en nieren, maar
ook een kluizenaar. In de wereldstad
Amsterdam werd hij geboren en aan
de Rijksacademie kreeg hij zijn op--
leidmg. Hoe vol ontzag spreekt hij
nog over de professoren Jurres en
Van der Pluym. „Zij hebben mij de
geheimen geleerd, ook Roland Holst,
maar met zijn opvattingen kon ik het
niet altijd eens zijn", zegt Eriks,
„vooral niet als hij zei dat de kunst
van Rembrandt aan touwtjes lag." Er
komt dan iets van een heilige veront
waardiging bij Eriks op als er mis
prijzend gesproken wordt over onze
grote meester uit de 17e eeuw.
de huiskamer, waar we ze in een vierkant
rangschikten. Enkele meisjes, die die mid
dag thuis waren hielpen ons een handje met
dekken. We gaven de tafels eei. vrolijk
aanzien <*>or er kleurige papieren lopers over
te leggen en zochten de minst beschadigde
borden uit de keukenkast. De vloer ./as glim
mend gewreven. Alleen het glaswerk was ho
peloos. Verder dan dikke waterglazen kwa
men we niet, want de foyer muntte niet uit
door het bezit van fijn serviesgoed. Schemer
lampen zorgden er voor, dat alles met e®n
verzachtend licht werd overgoten. Tcnsiotte
zetten we de menukaarten, die vijf pension
naires hadden getekend; tussen de borden.
Tegen zevenen verzamelden de meisjes
zich in de gang. Wij staken de kaarsen op
de tafels aan en openden de deuren. Er
klonken kreten van bewondering. Expres had
den wij geen tafelschikking gemaakt, want
dan zouden enkelen zich tekort gedaan voe
len. Nu zochten zij zelf haar plaatsen en
vormden zij groepjes met vriendinnen en
kamergenoten. Zo voelden allen zich pret
tiger.
IK WAS VERBAASD
Over het verloop van de avond hadden de
directrice en ik uitvoerig gesproken. Ik was
verbaasd, dat in een pensionaat van een
Chr. vereniging het Kerstfeest gevierd zou
worden zonder dat er maar met één woord ge
rept zou worden over het Kind in de kribbe.
Zij op haar beurt, begreep niets van een
bijeenkomst, zoals wij die kennen op elke
club en vereniging: met zang. muziek, een
verhaal of lekenspel.
Tenslotte werden we het eens Aan samen-"
zang viel niet te denken en dus kochten we
een gramofoonplaat met bekende kerstliede
ren en we zouden Lucas 2 voorlezen. Daar
de directrice nog nooit zoiets bij de hand
had gehad, werd dit mijn taak. Tiji
voorlezen was het doodstil en e
er meer dan ik had verwacht.
Nadat de liederen hadden geklonken, die
sommigen voor het eerst moeten hebben ge
hoord, begon de maaltijd.
De stemming zat erin. Weldra werd om
muziek gevraagd en ons hele platenrepertoire
werd gedraaid. Het waren hoofdzakelijk wal
sen en tango's, afgewisseld met een enkele
foxtrot, alle overbekende melodieën,
In het gewone doen was ons menu zeer
eenvoudig en daarom werd dit diner zo ge
waardeerd. Het dessert met - naar 's lands
wijs - een glaasje lichte wijn, was hiervan
de bekroning. Toen verdeelden wij de pak
jes, die onder de boom w a rati gelegd. Zij
brachten menige verrassing en kleine at
tentie. Alleen Gisèle was gegriefd om het ge
schenkje, waaraan kennelijk weinig zorg
was besteed. Maar het was wel een beetje
haar eigen schuld. In die zes maanden, dat
ze in de foyer woonde, was ze slechts nu
en dan met een van de meisjes bevriend
geraakt, wat telkens met een hevige woor
denwisseling eindigde. Ze sloot zich verder
bij niemand aan en hield zich ook aan ta
fel afzijdig.
HOE BESTAAT HET
Toen gebeurde er iets, waarvan ik bij me
zelf dacht: Hoe bestaat het!, wetend hoe
moeilijk de meisjes tot dit soort dingen te
krijgen waren. Janine ging achter de piano
zitten en speelde een sonate. Daarop volgde
Frangoise met een Italiaans lied-je-en tenslot
te, zongen Yvonne en Anette samen enkele
Bretonse wijsjes. Deze prestaties betekenden
Maar er moest beweging komen. We had
den de hele avond stilgezeten en er heers
te een prima stemming. De enige ruimte,
die vrij was. was de holle, kale eetzaal met
haar kille neonverlichting, maar we togen er
heen. Pick-up en platen waren snel over
gebracht en reeds zwierden de eersten in
het rond. Ik bedacht, dat zoiets bij ons vol
slagen onmogelijk zou zijn. Maar ik was niet
thuis en tijd om te denken was er niet. De
vlotsten amuseerden zichzelf, maar de ande
ren stonden of hingen tegen een muur te
praten in een afwachtende houding. Maar ook
voor haar moest dc avond een succes zijn.
En zo draaide ik even later in het rond,
twee. drie. vier platen achter elkaar tot we
lachend en duizelig op een stoel neervielen.
In de loop der maanden had ik het dansen
wel geleerd, want dit was de enige tijdpas
sering. die algemeen gewaardeerd werd
Voor lezen of ping-pongen voelden maar heel
weinigen. En met deze platen hadden we al
menige Zondagmiddag de saaiheid verdre-
In de gezellige huiskamer leest Jac Eriks graag eens iets voor uit een boek
dat hem lief is. Mevrouw Eriks luistert aandachtig en de dochter Hanneke
neemt op zo'n moment met genoegen de moeite thee voor vader in te
schenken.
-<3*aïciHas<a>WHaï<a§c*<sescs<SQSaHScgaK»csa^
Ter afwisseling
want het begrip groepsspel 1
vreemd. Het was al over twaalven, toen de
een na de ander stilletjes naar haar ka
mer verdween Daarom maakten we met een
van de lievelingsplaten een eind aan dit
feest.
Dat het inderdaad en feest is geweest
bleek uit de spontane bedankjes van meis
jes, van wie wij het beslist niet hadden ver
wacht. Er had een geest van eensgezindheid
en saamhorigheid geheerst, zoals nog nooil
was voorgekomen. En is dit niet de geest,
die onder alle Christenen moet heersen? En
is dit niet het thema waarover bij voorkeur
op Kerstfeest wordt gepreekt?
Ja 't was voor mij een vreemde kerst
feestviering Ik zou ze niet graag bij ons
Hollandse jeugdwerk zien ingevoerd. En toch
denk ik nog vaak met voldoening terug aar
die avond in het Franse meisjes-pensionaal
HUBERTHA BIJTEL
W7"1J zijn niet gewoon, er bijzondere
W aandacht aan te besteden en aan-
vaaiden dus zonder meer, dat in de
eeschiedenis gerekend wordt met de
jaren „voor Christus" en „na Christus".
Maar telkens, als we die woorden ge
bruiken, wordt feitelijk uitgesproken:
met Christus' geboorte is alles in de
wereld anders geworden. Hij bracht
het grote keerpunt in de wereldge
schiedenis.
Echte anti-Christelijke godsdiensten
hebben daarom een andere jaartelling.
En echte revolutionnairen hebben
altijd gepoogd, een nieuw uitgangs
punt voor de geschiedenis, een nieuw
middelpunt daarvan te stellen.
Voor de gehele ontwikkeling van het
menselijke samenleven heeft de geboorte
van onze Heiland ook doorslaggevende be
tekenis. De Heiland heeft van Zichzelf ge
tuigd, dat Hij gezonden is, om voor ge
vangenen vrijheid
uit te roepen en
voor gebondenen
opening der ge
vangenis. Dit was
van Hem voor
zegd. En hij kon
verkondigen, he
den is deze
Schrift in uw
Hoe is in de
loop der geschie-
nis dit woord
voor de ogen van
geworden.
GEBONDENHEID
Sinds de zondeval in het paradijs was
de mens naar Gods beeld tot vrijheid
geschapen hoe langer hoe meer de weg
der gebondenheid opgegaan. In deze zin,
dat hij was „gebonden door de zonde"
maar ock in die directe werkelijkheid dat
de one mens de slaaf werd van de ander.
De banden van vleselijke slavernij wer
den over heel de wereld om de schouders
/an hoe langer hoe meer mensen gelegd.
Naarmate de zondemacht groeide, groei
de ook de slavernij. Gehele volken werden
door anderen tot dienstbaren gemaakt
men denke aan de Israëlieten in Egypte
In de volheid der tijden, waarin de Hei
land ter wereld kwam, zuchtte een groot
deel der mensheid in de diepste knechting.
De Grieken zagen, op voetspoor van Pla
to. in de slaaf nog ,,ecn bezield werktuig"
Maar in het Romeinse recht was hij niet
meer dan een zaak, een voorwerp, dat
van hand tot hand kon gaan en waarmee
ie heer kon doen, wat hij wilde.
„UITVERKOREN VOLK"
Temidden van de heidenwereld was het
/nik Israël een „uitverkoren volk" ook in
dit opzicht, dat de slaven daar een heel
andere positie hadden. Zij werden daar
beschermd. Op het doden of wonden van
?en slaaf stond straf. De slaaf werd tot het
gezin gerekend en genoot religieuze voor
echten. De Hebreeuwse slaaf had zelfs
recht op vrijlating bij het jubeljaar.
De lijn, die op dit punt in de Mozaïsche
wetgeving als een schaduw was gesteld,
werd na Christus' geboe-rte principieel voor
heel de wereld doorgetrokken. De arbeid,
met name ook de handenarbeid, die bij
Grieken en Romeinen en in hun voet-spoor
bij vele andere volken in verachting was,
werd in ere hersteld. Het was niet zonder
zin. dat de apostel der heidenen als ten
tenmaker door handenarbeid in zijn onder
houd voorzag. In de jonge gemeenten
kreeg de eenvoudige slaaf een niet min
der eerbare plaats dan de man met de
gouden ring. Terecht kon dan ook Talma
in zijn belangrijkste geschrift reeds in de
titel spreken van „vrijmaking van de ar
beid."
VRIJHEID AAN ALLEN
Want Christus' evangelie predikte vrij
heid aan allen, die gebonden waren. Niet
revolutionnair, in deze zin, dat de verhou
dingen in één slag werden omgekeerd.
Maar vrijheid daardoor, omdat het Evan
gelie een omkering bracht in de geesten en
i inzag, dat de
iet keerpunt in cle
geschiedenis
werkelijkheid
medemens niet
slavernij van een
ander mocht zijn.
De gedachte, die
slavernij mogelijk
maakte, werd uit
gehold en moest
tenslotte geheel
wijken. Naarmate
het Evangelie
over de wereld
voortging, naar
die mate ver
dween ook de slavernij.
Hij, die van de hoge hemel neerkwam,
om in dienstknechtsgestalte rond te gaan
Hij. die aan de mens, de nederigste
mens gelijk werd Hij heeft die mens
herst'eld op de hoogste plaats, die hem
toekomt: beelddrager te zijn, van de ho
ge God. In Christus mag hij dit ook zijn
in een gevallen wereld. Hij mag in zijn
arbeid, in het scheppen met zijn geest en
met zijn handen vertonen het beeld van
Hem, die de werelden dacht. Hij mag staan
om in dienstknechtsgestalte rond te gaan
in die arbeid, als vrije mens, alleen afhan
kelijk van Hem, Wiens beelddrager Hij is.
VRIJMAKING NAM EEl EN
De geschiedenis van die vrijmaking
heeft eeuwen in beslag genomen. Zoals de
Joden zondigden tegen de Mozaïsche wet
geving, zo zondigden de Christenen legen
de wetten van het Evangelie van Jezus
Christus, van Hem, die elk hunner tnt
hoeder van zijn broederen gesteld heeft.
Die geschiedenis als het ware
begonnen bij de slaaf Onesimus, die Pau-
lus terug zond aan zijn heer Filcmon,
maar nu niet meer als slaaf, doch als een
geliefde broeder is lang. veel te lang.
Zij bezat ook vele duistere bladzijden.
Maar juist in onze tijd en zeker in ons
land mag gezien worden, dat de grondsla
gen van Christus' evangelie hoe langer
Enkele jaren leefde Eriks in dat kleini
houten huis aan het Larense Koloniepac
als een kluizenaar. Hij was zo'n beetjï
een man als de 19e eeuwse Amerikaanse
denker-dichter Henry Thoreau, die geheel
alleen een hut in de eenzame wildernis
bouwde en toen schreef: „Ik heb nooit
een metgezel aangetroffen met wie ik zc
toed kon opschieten als de eenzaamheid".
Iriks meende zó zijn kunst te kunnen
dienen en alleen zó te kunnen leven als
Christen-kunstenaar. Maar hij vergiste
zich, zoals hij nu zelf toegeeft. Hij dacht
noch aan het woord van Goethe: „Es bil-
det ein Talent sich in der Stille sich
ein Charakter in dem Strom der Welt", 1)
noch aan de Faust-uitroep: „Die schlech-
teste Gesellsehaft lasst dich fühlen dass
Du ein Mensch mit Menschen bist". 2)
noch aan zijn enorme taak als Christen
midden in de wereld, die met haar vol
heid des Heren is.
Eriks is tot die erkenning gekomen.
Hij bleef in het huisje wonen, maar zette
de deuren wagenwijd open. Zeven en twin
tig jaar geleden trad hij in het huwelijk
en nu is hij vader van drie dochters, van
wie alleen de jongste, de 16-jarige Hanne
ke, nog thuis is. Het huisje werd te klein,
maar Eriks wist er raad op. Hij bouwde
er gewoon een kamer bij en ook nog een
atelier. Met het gezin groeide ook het
huis. Zo actief neemt hij nu aan het kunst
leven deel, dat hij al 10 jaar lang voor
zitter is van de befaamde Schilderskring
Laren-Blaricum.
NIET ISOLEREN
„De Christen mag zich niet isoleren
maar moet in het openbaar van zijn ge
loof getuigen. Hij moet een voorbeeld zijn,
waar hij ook is. Geen doetje, geen zeur
kous, geen moralist, maar een voorbeeld.
Ook in zijn werk. Dus niet meedoen met
het nihilisme op kunstgebied, maar in el
ke slreek die hij met het penseel doet,
komen tot de aanbidding van Hem, die
ons de gaven en de schoonheid schonk.
Met die gaven en talenten, hoe klein ze
ook zijn, moeten we wat doen: we mogen
ze niet in een zweetdoek bewaren." Zo
spreekt Jac. Eriks thans, de kunstschil
der uit het nog steeds verscholen huisje
in Laren.
In de loop der iaren heeft Eriks enorm
veel geschilderd. Hij maakte reizen naar
de Alpen, naar Parijs, naar de Ardennen,
hij schilderde in Limburg en in Drenthe.
En hij portretteerde veel en goed. Van
prof. Waterink maakte hij twee grote por
tretten. De hoogleraren Woltjer, Severijn
en Hugo de Vries werden ook door hem
vereeuwigd. En vlak voor dr. H. Colijn
tijdens de oorlogsjaren naar Duitsland
werd vervoerd, heeft Jac Eriks nog even
met hem gesproken en zijn portret bij
zonder expressief getekend. Voor de raad
zaal in het stadhuis te Huizen maakte hij
een levensgroot portret van Koningin Ju
liana en thans heeft hij een nieuw klaar
voor een andere gemeente, een prachtig
werk. De trouwzaal van het stadhuis in
Huizen kreeg van hem een enorme muur
schildering met een heel mooie symbo
liek. (zie afbeelding). Ook voor de Moby-
lette-fabriek in Arnhem heeft hij in het
trappenhuis een grote muurschildering
geniaakt, de voordelen en noodzakelijk
heid van de mobylette voorstellend.
GODS GROOTHEID
Als schilder van Bijbelse taferelen
kreeg Eriks ook grote bekendheid, al
schildert hij deze de laatste tijd maar
hoogst zelden. „De Christenschilder on
derscheidt zich niet van de anderen door
het schilderen van Bijbelse taferelen. Uit
elk werk, onverschillig of het een stads
gezicht, een landschap of een Bijbelver
haal is, moet de aanbidding blijken. En
hoe kan hij niet juichen om Gods groot
heid en wijsheid bij het zien van een land
schap. Er zijn moderne schilders die me
nen het allemaal beter te kunnen doen
dan God. Zij zijn eigenlijk normloos ge
worden. Maar ze vergeten dat ze maar
heel klein zijn, al kunnen ze dan nog zo
Nog met het palet in de hand kijkt
Jac Eriks even over de onderdeur
als de klopper gaat. En men voelt
het: dit is de stuurman van het
schip.
knap met verf omgaan. Die Koningen in
Bethlehem waren heel rijke vorsten; maar
toch voelden ze zich klein bij dat Kind in
de kribbe. Ze knielden voor dat Kind, ze
aanbaden Het. Als de Christen-kunste
naar dat ook doet in zijn werk, dan zal
de wereld er naar kijken en de inhoud be
grijpen."
GOUDEN GLANS
Dan staat Jac Eriks op, neemt ons mee
naar het atelier en toont ons daar een
zeer groot aantal schilderijen. Heel veel
landschappen uit Frankrijk, prachtig van
sfeer, rijk van toon, knap van behande
ling. Soms is het alsof er een gouden
glans over het landschap ligt, soms is de
ochtenddauw schier tastbaar. Overal is er
de verrukking om de Schepping. Links
aan de wand hangt een grote tekening. Ze
is uit 1933, uit een periode toen Erik^ het
nog wel eens moeilijk had met zichzelf,
toen de storm hem bijna te zwaar werd.
Toen ontstond dit werk, voorstellende de
storm op zee, die door Jezus gestild werd
(zie afbeelding). De angst van de aposte
len om die wind en die enorme golven.
Maar daar midden tussen hen staat Jezus,
de hand omhoogheffend en de storm stil
lend. „Bij elke moeilijkheid is dit werk
me telkens weer een troost. 'Want dan
voel ik ook die hand van Jezus in mijn
leven". Even zwijgt Eriks.... het is alsof
op dit moment zijn hele leven aan hem
voorbijgaat.
In de kleine gezellige huiskamer drin
ken we nog wat thee. Het is er gezellig
met die oude meubelen, met de portret
ten van de kinderen, met die grote land
schappen in grijze lijsten. De vrouw des
huizes is een voorbeeld van een blijmoe
dige Christin, zij schertst en lacht. Zij
was het die licht in dat kluizenaarsleven
bracht. Van haar ook heeft dc 16-jarige
Hanneke die sprankelende geest. Van haar
vader het artistieke gevoel, dat haar al
heel jong deed dichten en tekenen. In dit
gezin staat Jac Eriks echt als het type
van een pater familias. Als hij u binnen
laat, na eerst even over het onderdeurtje
te hebben gekeken, voelt ge al direct een
warme sfeer. En dan is het alsof er boven
de deur geschreven staat: Pax Intranti-
bus vrede zij met de binnentredenden.
Gelukkige mensen, gelukkige kunst.
Talei
i de
In de trouwzaal van hel stadhuis te Huizen maakte Jac Eriks een grote
muurschildering. In hel midden wordt de bevestiging van het huwelijk
gesymboliseerd (man, vrouw en engel). Links is er de verloving en rechts
de voltooiing van het huwelijk in het gezin. De groepen op de achter
grond symboliseren tegenslag (storm) en voorspoed (oogst binnenhalen).
In beide gevallen zal de man voor vrouw en kind moeten zorgen, net als
de vogels doen, die onder aan het schilderij zijn aangebracht.
«k*<4KSfOK»C«c$
hoe meer ingang vinden. De eer van de
arbeid, de erkenning van het bedrijfsge-
noot zijn van ieder, die in het arbeids
proces staat, werd zelfs in onze wetgeving
neergelegd.
Wordt de waarde daarvan ten volle
beseft?
Wordt ook gezien, wat de oorsprong
is van dit alles?
Kerstfeest moet ons ook hieraan
doen denken. Het Evangelie heelt de
beloften, niet alleen voor het eeuwige,
maar ook voor dit aardse leven.
„Voor Christus" en „na Christus"
markeert het keerpunt in de historie
van de menselijke verhoudingen in
deze wereld. R. HAGOORT