JAC. coim B&soski Ook aanbidding in de Schilderkunst och beantwoordde het feest aan zijn doel „Voor Christus en „Na Christus KERSTBIJLAGE DECEMBER 1955 S De Larense schilder, die eens als kluizenaar leefde: O O R ERGENS VER WEG. verscholen tussen komen en struiken, staat eer klein houten huis in het Gooise Laren. Het was oorspronkelijk eer bungalow op een groot landgoed. Het was er heerlijk rustig, zelfs de bomen schenen te fluisteren. Een dorado voor een wereldschuw mens, een ideaal voor de natuurminnaar. Is het zo verwonderlijk, dat juis dit huisje in 1924 gevonden werd door zo'n man? Door een schilder wiens enige verlangen was afgezonderd te leven met zijn kunst en de natuur. Ah een kluizenaar kon hij hier wonen, onbespied, ongehinderd, ver buiter de wereldse ideeën van z'n kunstbroeders. Noël anders dan onze Kerst (reest van een sgezindheid en samenhorig heid HET WAS eigenlijk helemaal geen kerstfeestviering. zoals ik mij die in Holland had voorgesteld en eerlijk heidshalve moet ik bekennen, dat ik er even vreemd tegenover stond. Maar toen ik na afloop in bed lag en er nog eens over nadacht, kwam ik tot de conclusie, dat hoe anders het ook was dit feest toch aan zijn be doeling had beantwoord. Enkele maanden tevoren was lk in de Franse provinciestad aangekomen, kersvers uit het Hollandse jeugdwerk met zijn clubs, bijeenkomsten en bijbellezingen, zon leken spelen, gezelligheid en kolder. En ik was terecht gekomen in een pensionaat voor meisjes, dat. hoewel in opzet hetzelfde als die in ons land, in de dagelijkse gang van zaken enorm verschilde. De aankleding van de kamers was naar l onze begrippen afschuwelijk en de gezellig- I heid, die zo typisch Hollands is, ontbrak. Je zag de meisjes eigenlijk alleen aan de maaltijden en dan was het nog vaak te druk om een praatje te maken. Na tafel ging ieder haars weegs en slechts eens in de maand hadden we een gezellig avondje met de jarigen uit die periode. Dan zaten we om de grote schemerlamp in een hoek van de huiskamer en bepraatten de dingen van de foyer", van het huis. Gewend aan uit bundig lawaai en gelach vond ik alles in huis nogal rustig, ondanks de 35 pensionnaires, die we hadden. Slechts twee waren protes tant. De meeste meisjes waren omstreeks Kerstmis en Nieuwjaar een week of tien da gen naar huis, hetzij omdat zij vrij hadden luisterden Zoals het Franse straatbeeld verschilt van het onze. zo is ook de viering van Noël anders dan bij ons. van de cursus, die zij volgden, of omdat zij in het bedrijf of de fabriek een paar dagen vacantie hadden opgenomen. Daarom vierden wij ons feest al de 20ste. T~tE voorbereidingen namen ons dagen lang in beslag. Op de markt kochten we een grote boom en zetten die in de huiskamer. De directrice «haalde uit alle hoeken en ga ten versierselen te voorschijn en toen de boom geheel opgetuigd was. waren we zelf tevreden over het resultaat. De concierge had al maanden tevoren bij familie op het land enkele kalkoenen be steld, die 'zij nu ging haien. Haar man maakte ze schoon op de binnenplaats onder grote belangstelling en uitvoerig commen taar van zijn beide dochtertjes. Daar onze ovens te klein waren mochten we ze bij de bakker brengen, die ze wel in de zijne wilde braden. Met drie grote braadsleeën brach ten we 's middags de boutjes erheen. Büche <Ie Noël i Kerst- De traditionele tractatie wa. krans, maar een ..büehe de Nocl. een ..boomstam", rijkelijk met mokka bespoten. We bestelden er een van vier meter lengte. Maar het tere punt was de verdeling van de cadeautjes. Wij besloten het nicest prac- tische systeem toe te passen van alle na men op een briefje en alle briefjes m een hoed in de hoop, dat niemand de naam van het meisje dat ze absoluut niet kon uit staan, zou trekken. Want er jvaren onder ling heel wat haken en ogen. De verschei denheid van de beroepen was hieraan niet vreemd, maar ook konden wij onmogelijk be weren, 'dat al onze pupillen een vriendelijk en inschikkelijk karakter hadden. De verlo ting bleek niet ongunstig te zijn uitgevallen en met ruiling werden nog enkele oneffen heden bijgeschaafd, naar wij achteraf ver namen. DE 20ste was de drukste dag. De keuken werkte op volle toeren en direct na de middagmaaltijd begonnen de directrice en ik dé tafels uit de eetzaal over te brengen naar Jezus stilt de storm, een reusach tige tekening van Jac Eriks, ge maakt in een moeilijke tijd, maar nog steeds een krachtgevend sym bool van Gods almacht en liefde. D.:e schilder was Jac. Eriks, een kunstenaar in hart en nieren, maar ook een kluizenaar. In de wereldstad Amsterdam werd hij geboren en aan de Rijksacademie kreeg hij zijn op-- leidmg. Hoe vol ontzag spreekt hij nog over de professoren Jurres en Van der Pluym. „Zij hebben mij de geheimen geleerd, ook Roland Holst, maar met zijn opvattingen kon ik het niet altijd eens zijn", zegt Eriks, „vooral niet als hij zei dat de kunst van Rembrandt aan touwtjes lag." Er komt dan iets van een heilige veront waardiging bij Eriks op als er mis prijzend gesproken wordt over onze grote meester uit de 17e eeuw. de huiskamer, waar we ze in een vierkant rangschikten. Enkele meisjes, die die mid dag thuis waren hielpen ons een handje met dekken. We gaven de tafels eei. vrolijk aanzien <*>or er kleurige papieren lopers over te leggen en zochten de minst beschadigde borden uit de keukenkast. De vloer ./as glim mend gewreven. Alleen het glaswerk was ho peloos. Verder dan dikke waterglazen kwa men we niet, want de foyer muntte niet uit door het bezit van fijn serviesgoed. Schemer lampen zorgden er voor, dat alles met e®n verzachtend licht werd overgoten. Tcnsiotte zetten we de menukaarten, die vijf pension naires hadden getekend; tussen de borden. Tegen zevenen verzamelden de meisjes zich in de gang. Wij staken de kaarsen op de tafels aan en openden de deuren. Er klonken kreten van bewondering. Expres had den wij geen tafelschikking gemaakt, want dan zouden enkelen zich tekort gedaan voe len. Nu zochten zij zelf haar plaatsen en vormden zij groepjes met vriendinnen en kamergenoten. Zo voelden allen zich pret tiger. IK WAS VERBAASD Over het verloop van de avond hadden de directrice en ik uitvoerig gesproken. Ik was verbaasd, dat in een pensionaat van een Chr. vereniging het Kerstfeest gevierd zou worden zonder dat er maar met één woord ge rept zou worden over het Kind in de kribbe. Zij op haar beurt, begreep niets van een bijeenkomst, zoals wij die kennen op elke club en vereniging: met zang. muziek, een verhaal of lekenspel. Tenslotte werden we het eens Aan samen-" zang viel niet te denken en dus kochten we een gramofoonplaat met bekende kerstliede ren en we zouden Lucas 2 voorlezen. Daar de directrice nog nooit zoiets bij de hand had gehad, werd dit mijn taak. Tiji voorlezen was het doodstil en e er meer dan ik had verwacht. Nadat de liederen hadden geklonken, die sommigen voor het eerst moeten hebben ge hoord, begon de maaltijd. De stemming zat erin. Weldra werd om muziek gevraagd en ons hele platenrepertoire werd gedraaid. Het waren hoofdzakelijk wal sen en tango's, afgewisseld met een enkele foxtrot, alle overbekende melodieën, In het gewone doen was ons menu zeer eenvoudig en daarom werd dit diner zo ge waardeerd. Het dessert met - naar 's lands wijs - een glaasje lichte wijn, was hiervan de bekroning. Toen verdeelden wij de pak jes, die onder de boom w a rati gelegd. Zij brachten menige verrassing en kleine at tentie. Alleen Gisèle was gegriefd om het ge schenkje, waaraan kennelijk weinig zorg was besteed. Maar het was wel een beetje haar eigen schuld. In die zes maanden, dat ze in de foyer woonde, was ze slechts nu en dan met een van de meisjes bevriend geraakt, wat telkens met een hevige woor denwisseling eindigde. Ze sloot zich verder bij niemand aan en hield zich ook aan ta fel afzijdig. HOE BESTAAT HET Toen gebeurde er iets, waarvan ik bij me zelf dacht: Hoe bestaat het!, wetend hoe moeilijk de meisjes tot dit soort dingen te krijgen waren. Janine ging achter de piano zitten en speelde een sonate. Daarop volgde Frangoise met een Italiaans lied-je-en tenslot te, zongen Yvonne en Anette samen enkele Bretonse wijsjes. Deze prestaties betekenden Maar er moest beweging komen. We had den de hele avond stilgezeten en er heers te een prima stemming. De enige ruimte, die vrij was. was de holle, kale eetzaal met haar kille neonverlichting, maar we togen er heen. Pick-up en platen waren snel over gebracht en reeds zwierden de eersten in het rond. Ik bedacht, dat zoiets bij ons vol slagen onmogelijk zou zijn. Maar ik was niet thuis en tijd om te denken was er niet. De vlotsten amuseerden zichzelf, maar de ande ren stonden of hingen tegen een muur te praten in een afwachtende houding. Maar ook voor haar moest dc avond een succes zijn. En zo draaide ik even later in het rond, twee. drie. vier platen achter elkaar tot we lachend en duizelig op een stoel neervielen. In de loop der maanden had ik het dansen wel geleerd, want dit was de enige tijdpas sering. die algemeen gewaardeerd werd Voor lezen of ping-pongen voelden maar heel weinigen. En met deze platen hadden we al menige Zondagmiddag de saaiheid verdre- In de gezellige huiskamer leest Jac Eriks graag eens iets voor uit een boek dat hem lief is. Mevrouw Eriks luistert aandachtig en de dochter Hanneke neemt op zo'n moment met genoegen de moeite thee voor vader in te schenken. -<3*aïciHas<a>WHaï<a§c*<sescs<SQSaHScgaK»csa^ Ter afwisseling want het begrip groepsspel 1 vreemd. Het was al over twaalven, toen de een na de ander stilletjes naar haar ka mer verdween Daarom maakten we met een van de lievelingsplaten een eind aan dit feest. Dat het inderdaad en feest is geweest bleek uit de spontane bedankjes van meis jes, van wie wij het beslist niet hadden ver wacht. Er had een geest van eensgezindheid en saamhorigheid geheerst, zoals nog nooil was voorgekomen. En is dit niet de geest, die onder alle Christenen moet heersen? En is dit niet het thema waarover bij voorkeur op Kerstfeest wordt gepreekt? Ja 't was voor mij een vreemde kerst feestviering Ik zou ze niet graag bij ons Hollandse jeugdwerk zien ingevoerd. En toch denk ik nog vaak met voldoening terug aar die avond in het Franse meisjes-pensionaal HUBERTHA BIJTEL W7"1J zijn niet gewoon, er bijzondere W aandacht aan te besteden en aan- vaaiden dus zonder meer, dat in de eeschiedenis gerekend wordt met de jaren „voor Christus" en „na Christus". Maar telkens, als we die woorden ge bruiken, wordt feitelijk uitgesproken: met Christus' geboorte is alles in de wereld anders geworden. Hij bracht het grote keerpunt in de wereldge schiedenis. Echte anti-Christelijke godsdiensten hebben daarom een andere jaartelling. En echte revolutionnairen hebben altijd gepoogd, een nieuw uitgangs punt voor de geschiedenis, een nieuw middelpunt daarvan te stellen. Voor de gehele ontwikkeling van het menselijke samenleven heeft de geboorte van onze Heiland ook doorslaggevende be tekenis. De Heiland heeft van Zichzelf ge tuigd, dat Hij gezonden is, om voor ge vangenen vrijheid uit te roepen en voor gebondenen opening der ge vangenis. Dit was van Hem voor zegd. En hij kon verkondigen, he den is deze Schrift in uw Hoe is in de loop der geschie- nis dit woord voor de ogen van geworden. GEBONDENHEID Sinds de zondeval in het paradijs was de mens naar Gods beeld tot vrijheid geschapen hoe langer hoe meer de weg der gebondenheid opgegaan. In deze zin, dat hij was „gebonden door de zonde" maar ock in die directe werkelijkheid dat de one mens de slaaf werd van de ander. De banden van vleselijke slavernij wer den over heel de wereld om de schouders /an hoe langer hoe meer mensen gelegd. Naarmate de zondemacht groeide, groei de ook de slavernij. Gehele volken werden door anderen tot dienstbaren gemaakt men denke aan de Israëlieten in Egypte In de volheid der tijden, waarin de Hei land ter wereld kwam, zuchtte een groot deel der mensheid in de diepste knechting. De Grieken zagen, op voetspoor van Pla to. in de slaaf nog ,,ecn bezield werktuig" Maar in het Romeinse recht was hij niet meer dan een zaak, een voorwerp, dat van hand tot hand kon gaan en waarmee ie heer kon doen, wat hij wilde. „UITVERKOREN VOLK" Temidden van de heidenwereld was het /nik Israël een „uitverkoren volk" ook in dit opzicht, dat de slaven daar een heel andere positie hadden. Zij werden daar beschermd. Op het doden of wonden van ?en slaaf stond straf. De slaaf werd tot het gezin gerekend en genoot religieuze voor echten. De Hebreeuwse slaaf had zelfs recht op vrijlating bij het jubeljaar. De lijn, die op dit punt in de Mozaïsche wetgeving als een schaduw was gesteld, werd na Christus' geboe-rte principieel voor heel de wereld doorgetrokken. De arbeid, met name ook de handenarbeid, die bij Grieken en Romeinen en in hun voet-spoor bij vele andere volken in verachting was, werd in ere hersteld. Het was niet zonder zin. dat de apostel der heidenen als ten tenmaker door handenarbeid in zijn onder houd voorzag. In de jonge gemeenten kreeg de eenvoudige slaaf een niet min der eerbare plaats dan de man met de gouden ring. Terecht kon dan ook Talma in zijn belangrijkste geschrift reeds in de titel spreken van „vrijmaking van de ar beid." VRIJHEID AAN ALLEN Want Christus' evangelie predikte vrij heid aan allen, die gebonden waren. Niet revolutionnair, in deze zin, dat de verhou dingen in één slag werden omgekeerd. Maar vrijheid daardoor, omdat het Evan gelie een omkering bracht in de geesten en i inzag, dat de iet keerpunt in cle geschiedenis werkelijkheid medemens niet slavernij van een ander mocht zijn. De gedachte, die slavernij mogelijk maakte, werd uit gehold en moest tenslotte geheel wijken. Naarmate het Evangelie over de wereld voortging, naar die mate ver dween ook de slavernij. Hij, die van de hoge hemel neerkwam, om in dienstknechtsgestalte rond te gaan Hij. die aan de mens, de nederigste mens gelijk werd Hij heeft die mens herst'eld op de hoogste plaats, die hem toekomt: beelddrager te zijn, van de ho ge God. In Christus mag hij dit ook zijn in een gevallen wereld. Hij mag in zijn arbeid, in het scheppen met zijn geest en met zijn handen vertonen het beeld van Hem, die de werelden dacht. Hij mag staan om in dienstknechtsgestalte rond te gaan in die arbeid, als vrije mens, alleen afhan kelijk van Hem, Wiens beelddrager Hij is. VRIJMAKING NAM EEl EN De geschiedenis van die vrijmaking heeft eeuwen in beslag genomen. Zoals de Joden zondigden tegen de Mozaïsche wet geving, zo zondigden de Christenen legen de wetten van het Evangelie van Jezus Christus, van Hem, die elk hunner tnt hoeder van zijn broederen gesteld heeft. Die geschiedenis als het ware begonnen bij de slaaf Onesimus, die Pau- lus terug zond aan zijn heer Filcmon, maar nu niet meer als slaaf, doch als een geliefde broeder is lang. veel te lang. Zij bezat ook vele duistere bladzijden. Maar juist in onze tijd en zeker in ons land mag gezien worden, dat de grondsla gen van Christus' evangelie hoe langer Enkele jaren leefde Eriks in dat kleini houten huis aan het Larense Koloniepac als een kluizenaar. Hij was zo'n beetjï een man als de 19e eeuwse Amerikaanse denker-dichter Henry Thoreau, die geheel alleen een hut in de eenzame wildernis bouwde en toen schreef: „Ik heb nooit een metgezel aangetroffen met wie ik zc toed kon opschieten als de eenzaamheid". Iriks meende zó zijn kunst te kunnen dienen en alleen zó te kunnen leven als Christen-kunstenaar. Maar hij vergiste zich, zoals hij nu zelf toegeeft. Hij dacht noch aan het woord van Goethe: „Es bil- det ein Talent sich in der Stille sich ein Charakter in dem Strom der Welt", 1) noch aan de Faust-uitroep: „Die schlech- teste Gesellsehaft lasst dich fühlen dass Du ein Mensch mit Menschen bist". 2) noch aan zijn enorme taak als Christen midden in de wereld, die met haar vol heid des Heren is. Eriks is tot die erkenning gekomen. Hij bleef in het huisje wonen, maar zette de deuren wagenwijd open. Zeven en twin tig jaar geleden trad hij in het huwelijk en nu is hij vader van drie dochters, van wie alleen de jongste, de 16-jarige Hanne ke, nog thuis is. Het huisje werd te klein, maar Eriks wist er raad op. Hij bouwde er gewoon een kamer bij en ook nog een atelier. Met het gezin groeide ook het huis. Zo actief neemt hij nu aan het kunst leven deel, dat hij al 10 jaar lang voor zitter is van de befaamde Schilderskring Laren-Blaricum. NIET ISOLEREN „De Christen mag zich niet isoleren maar moet in het openbaar van zijn ge loof getuigen. Hij moet een voorbeeld zijn, waar hij ook is. Geen doetje, geen zeur kous, geen moralist, maar een voorbeeld. Ook in zijn werk. Dus niet meedoen met het nihilisme op kunstgebied, maar in el ke slreek die hij met het penseel doet, komen tot de aanbidding van Hem, die ons de gaven en de schoonheid schonk. Met die gaven en talenten, hoe klein ze ook zijn, moeten we wat doen: we mogen ze niet in een zweetdoek bewaren." Zo spreekt Jac. Eriks thans, de kunstschil der uit het nog steeds verscholen huisje in Laren. In de loop der iaren heeft Eriks enorm veel geschilderd. Hij maakte reizen naar de Alpen, naar Parijs, naar de Ardennen, hij schilderde in Limburg en in Drenthe. En hij portretteerde veel en goed. Van prof. Waterink maakte hij twee grote por tretten. De hoogleraren Woltjer, Severijn en Hugo de Vries werden ook door hem vereeuwigd. En vlak voor dr. H. Colijn tijdens de oorlogsjaren naar Duitsland werd vervoerd, heeft Jac Eriks nog even met hem gesproken en zijn portret bij zonder expressief getekend. Voor de raad zaal in het stadhuis te Huizen maakte hij een levensgroot portret van Koningin Ju liana en thans heeft hij een nieuw klaar voor een andere gemeente, een prachtig werk. De trouwzaal van het stadhuis in Huizen kreeg van hem een enorme muur schildering met een heel mooie symbo liek. (zie afbeelding). Ook voor de Moby- lette-fabriek in Arnhem heeft hij in het trappenhuis een grote muurschildering geniaakt, de voordelen en noodzakelijk heid van de mobylette voorstellend. GODS GROOTHEID Als schilder van Bijbelse taferelen kreeg Eriks ook grote bekendheid, al schildert hij deze de laatste tijd maar hoogst zelden. „De Christenschilder on derscheidt zich niet van de anderen door het schilderen van Bijbelse taferelen. Uit elk werk, onverschillig of het een stads gezicht, een landschap of een Bijbelver haal is, moet de aanbidding blijken. En hoe kan hij niet juichen om Gods groot heid en wijsheid bij het zien van een land schap. Er zijn moderne schilders die me nen het allemaal beter te kunnen doen dan God. Zij zijn eigenlijk normloos ge worden. Maar ze vergeten dat ze maar heel klein zijn, al kunnen ze dan nog zo Nog met het palet in de hand kijkt Jac Eriks even over de onderdeur als de klopper gaat. En men voelt het: dit is de stuurman van het schip. knap met verf omgaan. Die Koningen in Bethlehem waren heel rijke vorsten; maar toch voelden ze zich klein bij dat Kind in de kribbe. Ze knielden voor dat Kind, ze aanbaden Het. Als de Christen-kunste naar dat ook doet in zijn werk, dan zal de wereld er naar kijken en de inhoud be grijpen." GOUDEN GLANS Dan staat Jac Eriks op, neemt ons mee naar het atelier en toont ons daar een zeer groot aantal schilderijen. Heel veel landschappen uit Frankrijk, prachtig van sfeer, rijk van toon, knap van behande ling. Soms is het alsof er een gouden glans over het landschap ligt, soms is de ochtenddauw schier tastbaar. Overal is er de verrukking om de Schepping. Links aan de wand hangt een grote tekening. Ze is uit 1933, uit een periode toen Erik^ het nog wel eens moeilijk had met zichzelf, toen de storm hem bijna te zwaar werd. Toen ontstond dit werk, voorstellende de storm op zee, die door Jezus gestild werd (zie afbeelding). De angst van de aposte len om die wind en die enorme golven. Maar daar midden tussen hen staat Jezus, de hand omhoogheffend en de storm stil lend. „Bij elke moeilijkheid is dit werk me telkens weer een troost. 'Want dan voel ik ook die hand van Jezus in mijn leven". Even zwijgt Eriks.... het is alsof op dit moment zijn hele leven aan hem voorbijgaat. In de kleine gezellige huiskamer drin ken we nog wat thee. Het is er gezellig met die oude meubelen, met de portret ten van de kinderen, met die grote land schappen in grijze lijsten. De vrouw des huizes is een voorbeeld van een blijmoe dige Christin, zij schertst en lacht. Zij was het die licht in dat kluizenaarsleven bracht. Van haar ook heeft dc 16-jarige Hanneke die sprankelende geest. Van haar vader het artistieke gevoel, dat haar al heel jong deed dichten en tekenen. In dit gezin staat Jac Eriks echt als het type van een pater familias. Als hij u binnen laat, na eerst even over het onderdeurtje te hebben gekeken, voelt ge al direct een warme sfeer. En dan is het alsof er boven de deur geschreven staat: Pax Intranti- bus vrede zij met de binnentredenden. Gelukkige mensen, gelukkige kunst. Talei i de In de trouwzaal van hel stadhuis te Huizen maakte Jac Eriks een grote muurschildering. In hel midden wordt de bevestiging van het huwelijk gesymboliseerd (man, vrouw en engel). Links is er de verloving en rechts de voltooiing van het huwelijk in het gezin. De groepen op de achter grond symboliseren tegenslag (storm) en voorspoed (oogst binnenhalen). In beide gevallen zal de man voor vrouw en kind moeten zorgen, net als de vogels doen, die onder aan het schilderij zijn aangebracht. «k*<4KSfOK»C«c$ hoe meer ingang vinden. De eer van de arbeid, de erkenning van het bedrijfsge- noot zijn van ieder, die in het arbeids proces staat, werd zelfs in onze wetgeving neergelegd. Wordt de waarde daarvan ten volle beseft? Wordt ook gezien, wat de oorsprong is van dit alles? Kerstfeest moet ons ook hieraan doen denken. Het Evangelie heelt de beloften, niet alleen voor het eeuwige, maar ook voor dit aardse leven. „Voor Christus" en „na Christus" markeert het keerpunt in de historie van de menselijke verhoudingen in deze wereld. R. HAGOORT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 15