EEN NACHTMERRIE
AAN DE MISSISSIPPI
Kerstcantate
van Leo Mens
Cultureel
venster
Vlucht naar de Vrijheid
Uren der
Zangkunst
LEZERS
PELGRIMAGE
Duizenden verwacht op de
Kirchentag in Frankfort
Dominees-Koorddansers
NIEUWE LEIDSCHE COUHANT
ER ZIT EEN MAN in de gevangenis, ter dood veroordeeld
wegens een moord gepleegd bij een bankoverval. In
dezelfde cel zit een rondtrekkend evangelist wegens dief
stal. Op de vingers van zijn ene hand heeft hij letters getatoe-
eerd, die samen het woord „Hate" vormen, op zijn andere hand
de letters „Love". Bij zijn toespraken laat hij zijn magere
vingers op een griezelige manier vechten om de strijd tussen
goed en kwaad te demonstreren. In zijn jaszak draagt hij een
groot dolkmes mee. De dominee probeert van Ben Harper te
weten te komen waar hij het geld gelaten heeft. Hij belooft
hem een tabernakel te bouwen om zo zijn schuld te verzoenen.
Maar niets mag baten. Harper sterft zonder zijn geheim prijs
gegeven te hebben.
Als de dominee ontslagen is,
zoekt hij het dorpje op, waar
Harpers weduwe met haar bei
de kinderen woont. Hij dringt
zich bij haar in. trouwt zelfs
met haar om haar het geheim
te ontfutselen. Maar Willa Har-
e?r weet niet waar het geld is.
aar man vond haar te licht
zinnig om het haar tbe te ver
trouwen, want hij had het voor
zijn kir.deren gestolen.
De dominee kwam er achter
dat de 10-jarige John en zijn
zusje het wel weten. Maar ze
moord gevonden wordt vluchten
de kinderen in een oude boot.
Zwervend zakken ze de rivier
af en vinden tenslotte
i onderkomen bij eer
verschijnt, houden we ons hart
vast, omdat wé al voelen hoe
dit moet aflopen, en toch ver
flauwt onze aandacht geen
ogenblik. Grubb komt ol. niet
plompverloren met de gang van
zaken voor den dag maar ont
hult alles stap voor stap. Schijn-
blii-
baar onbeduidende detail
ken later voorboden te zijn
schokkende gebeurtenissen.
Er is wel eens geconstateerd
dat het in Amerikaanse romans
hevig en dramatisch moet toe
gaan. In deze roman is dat ook
het geval, maar toch maakt het
geheel geen onnatuurlijke in
druk. Integendeel, var het be
gin af voelt de lezer dat hier een
oude boerenv
hen als haar eigen kin
deren opneemt. De man
volgt het spoor en dringt
binnen in de boerderij
van de weduwe, maar
de kordate oude dame
schiet hem neer. Dan
belt ze om de politie,
die hem allang zocht.
En tenslotte wordt hij
uit de gevangenis ge
sleept en door een woe
dende menigte ge-
lyncht.
Dit is <ïe inhoud van ..De
nacht van de weerwolf" van
Davit Grubb, een Amerikaanse
auteur. Een roman van beklem
mende spanning, die de schrij
ver stap voor stap tot verschil
lende hoogtepunten opvoert.
Van de half-krankzinnige do-
•miné weten we bijv. dat hij con
necties pleegt aan te knopen
met trouwlustige weduwen, die
hij dan met zijn dolkmes ver
moordt, om hun geld en omdat
hij een abnormale afkeer van
vrouwen heeft. Als hij dan in
de omgeving van Willa Harper
scheen bij Uitgeverij J. N. Voor
hoeve te Den Haag een Kerst
cantate voor gemengd koor, twee
solostemmen (sopraan en tenor)
en piano. Zonder deze cantate een
vooruitgang te kunnen noemen in
de koorliteratuur, menen we toch
dat vele koren het werk g*-aag
zullen uitvoeren. Het levert noch
technische, noch muzikale proble
men op. De gebruikte teksten van
deze cantate zijn ontleend aan
Lucas 2 en Mattheiis 2. Deze tek
sten worden voor het grootste
deel door de solisten, speciaal de
tenor. weergege%'en als gezongen
recitatief. Het koor zingt enkele
op deze teksten betrekking heb
bende Kerstliederen, oude en nieu
we. waarvoor Leo Mens de mu-
°k schreef of de bestaande me
lodie harmoniseerde. Dat is alle
maal heel sober gedaan, zonder
enig effect, pretentieloos. Daar
door leent het werk zich bijzon
der goed voor kerkelijke Kerst
samenkomsten, Er is ruimte ge
laten voor een meditatie en er is
de mogelijkheid, dat alle aanwe
zigen een couplet der liederen
meezingen. Als zodanig heeft deze
Kerstcantate zeker haar verdien
sten. Men moet deze cantate niet
als een concertstuk zien. De uit
gave is goed verzorgd.
noodlottige ontwikkeling gaande
is, die niet te stuiten valt. Zelfs
de dominee is aanvaardbaar: af
gezien van zijn waanzin zijn er
dergelijke verwilderde opwek
kingspredikers op het platteland
van Amerika. Hij is zo scherp
getekend, dat de schrijver hem
wel ontmoet kon hebben.
Dat het boek geen onwaar
schijnlijkheden bevat wil ik niet
beweren. Dat een Blauwbaard
als de dominee nog maar steeds
op vrije voeten is en dat een
alombekend type als hij op een
gestolen paard langs de rivier
kan trekken zonder gepakt ie
worden, is nauwelijks aan te ne
men. Maar als John in ljet huis
van zijn pleegmoeder hem van
uit zijn dakvenstertje psalm
zingend ziet komen aanrijden
door de nevelige maannacht
krijgen we een schok. Ook is
het moeilijk in te denken dat
de kinderen weerstand kenden
bieden aan zijn duivelse pi
De sfeer van angst en spanning,
die eerst eindigt als we weten
dat de kinderen veilig onder de
hoede van hun vrome pleeg
moeder zijn, is zo reëel moge
lijk. Een zeer knappe roman!
Dr. J. Wytxes.
..De nacht van de weerwolf-
door Davis Grubb. Uit*. Van
Leghum Slate rus, N.V., Arnhem.
Loslippige
Constantijn
Het citeren van de titel van
dit bundeltje sneldichten van
Huygens is, voor wie tussen de
regels door kan lezen, op zich
zelf reeds een bespreking.
..Een oèfening in stillezen bij
eengezocht uit de nijpdichten
van de zeventiende-eeuwse cal.
vinist en componist, hoveling
en filosoof, geleerde en dichtér
-onstantijn Huygens, 1596
1687, de ideale echtgenoot en
voortreffelijke vader. Voor da
mes, nonnen, paters, noch voor
gereformeerde school
hoofden, mais pour
nous et nos compag-
nes. In baldadige bui
en secuur geselecteerd
door Har Scheepens"
en uitgegeven door
Nijgh van Ditmar te
's-Gravènhage Huy
gens nam in zijn korte
gedichtjes geen blad
voor de mond en ver
maakte zichzelf en an
deren graag met boer
tige grafschriften op
rijm en puntige versjes over
alles wat met vrijen en trou
wen en de verhouding der sek
sen in het algemeen samen
hangt. Over nonnen en paters
kan ik niet oordelen, maar
men kan de verzamelaar ge
ruststellen door de mededeling,
dat de meeste gereformeerde
schoolhoofden bij dt hoofd
akte-studie in hun jeued met
deze laag-komische zijde van
onze 17e eeuwse dichter heb
ben kennisgemaakt. Zij kun
nen nu, met of zonder spijt,
nota nemen van de mededeling,
dat de heer Scheepens ze niet
tot zijn kornuiten rekent. Ove
rigens staat nergens dat ver
koop van dit boekje aan gere
formeerde schoolhoofden ver
boden is. Deze mensen worden
dus blijkbaar uitgenodigd het
boekje toch te kopen
Hebreeën 11-.
Ik drink Zijn wondren in als een van dorst versmachte
hoe was ik tot bestaan op nop. by machte
wist ik niet hoe Zijn hand nog steeds kan scheiden
de waatren van bedrog ter linke' en rechterzijde,
Hij met gerechtigheid mijn honger kan verzaden,
Zijn engel mij beschermen kan voor al het kwade,
Hij mij, de moedelozezoveel moed kan geven
dat, zonder vrees, ik onder mensen zelfs durf leven.
A. HagtingiusSeger.
<wonömd<Msqeöichten
-trtr-trtrirïrirïrïririrtrtrtrtrirtrtriiir
■b-to-b-iztrfT-ir-fctr-iririr-trirtr-trtrictririctrfrtrtrtr
De Heer H. te Merwe heeft
opnieuw een bundel kerstver
halen samengesteld, thans on
der de titel ,,Het Lichtende
Feest".
Bij het lezen van deze ver
telsels ontkomt men niet aan
dc indruk dat de meeste van
deze verhalen bedacht zijn en
niet geboren. En zodra er van
opzettelijkheid sprake is voelen
we al dat er iets mis is.
Vaak moet er dan met grof
geschut worden gewerkt om nog
enige indruk te maken. Men is
dan als recensent al blij als er
in zo'n bundel twee of drie ver
halen voorkomen welke boven de
middelmaat uitkomen. Dat is
hier gelukkig wel het geval
J- —n G. H.
i Ma-
de Vodden
man). Jan E. Niemeijer (Het
Zwarte Schaap) en Ina van Veen-
van der Vlies (De taak die bleef).
Het verhaal van Van Maren is
zeer goed bruikbaar voor de Zon
dagsschool, terwijl dat van Nie
meijer voor élke kerstfeestviering
gebruikt kan worden. Ina van
Veen-van der Vlies deed een po
ging om iets van de kerstbood-
Jk wil niet stervenEer
waarde, ik ben nog maar vijf
tien jaar en ik ben ontzettend
bang voor de dood, ik wil nog
leven". Deze woorden worden
gesproken in de kelder van
der grote warenhuizen in
dapest, waar Christine Arnóthy,
die na vijf jaar oorlog niet meer
weet wat leven is, tijdens
drie maanden durend beleg de
dood elk ogenblik in het aan
gezicht moet zien.
Onder de tienduizenden vluchte
lingen uit de landen achter he'
ijzeren gordijn bevond zich de
zelfde Christine, die tot voor kort
in België werkte als gouvernante
en kamermeisje. Haar man. even
eens een Hongaar, die als taxi-
ohauffeur het collegegeld voor
zijn studie in de rechtswetenschap
pen verdiende, vertaalde het door
Christine in een schoolschrift ge
schreven dagboek van het door
haar als vijftienjarig meisje mee
maakte beleg van Budapest. Zij
besloten het verhaal in te zenden
voor een door de ..Parisien Libé-
ré" uitgeschreven prijsvraag
„voor het meest waarheidsgetrou
we litteraire werk".
De jury bekroonde haar inzen
ding. waardoor haar boekje in gro
te oplagen verscheen in het Duits,
Engels, Fins, Frans, Hongaars.
Japans, Nederlands en Spaans.
„Voor het meest waariheidge-
trouwe literaire werk". Ik weet
niet wat de Parisien Libéré daar
precies mee bedoelt, doch wan
neer men dit aangrijpend en toch
sober vertelde relaas van Chris
tine Arnóthy heeft gelezen beseft
men dat de keuze van de jury
moeilijk anders kon uitvallen.
Het ging hier dus niet in de
allereerste plaats om .verbeel
ding" der werkelijkheid doch om
een persoonlijk getuigenis van
een zelf beleefde werkelijkheid en
dit in een litterair verantwoorde
Zoals het boekje nu voor ons
ligt zal het wel niet letterlijk door
de vijftienjarige Christine ge
schreven zijn, doch ongetwijfeld
heeft haar dagboek er de stof
voor geleverd.
Wat allereerst opvalt is. dat
het verhaal zo sober is gehouden,
hoewel er de gruwelijkste dingen
in beschrewen worden, waardoor
de schrijfster heeft bewezen dat
het volstrekt niet noodzakelijk is
om de lezer door onsmakelijke en
onzindelijke detailibeschrij vingen
iets „ergs" te suggereren. Juist
het ontbreken van alle overbodige
adjectieven de simpele mede
deling van de „naakte waarheid"
door gebruik van het enig juiste
woord geeft aan dit verhaal van
leed en ontbering een accent van
echtheid.
Doch. ondanks de opeenstapeling
van oorlogsgruwelen tijdens het
beleg, waarin o.m. het leed van
de hongerige en dorstige paarden
met een ontroerende liefdp is be
schreven. zijn het de laatste blad
zijden van het boek. welke de le
zer een beklemmende spanning
bezorgen De beschrijving van de
wijze waarop en de omstandig
heden waarin Christine en haar
ouders op illegale wijze de grens
oversteken, hun gevoelens bij het
afscheid van hun kleine landhuis
en hun drieren. de angsten in de
trein, de onmenselijkheid van de
man die hun tot welke prijs!
r de grens helpt, dit alles
maakt de mens van 1955 be
schaamd en opnieuw verontfust.
Een boekje als dit is veel
meer dan een bekroond verbaal
het is een appèl op ons gewe
en. op onze voortdurende waak-
:aamheid. een aansporing tot een
>nversaagd en geduldig arbeiden
•oor de vrede en de vrijheid.
P. J. Rlsseeuw.
schap te laten doorklinken in
ontredderd familieleven van deze
tijd. Reeds het feit dat zij niet
met het traditionele recept werkte
is vermeldenswaard. Ik wil daar
mee niet beweren dat een tradi
tioneel recept niet goed kan zijn.
Van Maren en Niemeijer bewij
zen het tegendeel. Maar menigeen
maakt zich er te gemakkelijk van
af. Let nu eens op hoe een zèer
begaafd schrijfster als mevrouw
C. M. van Hille-Gaerthé er kans
toe ziet ook van het meest tradi
tionele gegeven iets bijzonders
te maken. Zij kent het geheim
van de beperking: zij weet het
overbodige te weren. Haar nieuw
ste. zo juist verschenen bundel
„In 't midden van de nacht" heb
ik van de eerste tot de laatste
voudigste middelen juist die sfeer
te scheppen, welke onontbeerlijk
is voor wat wij plegen te verstaan
onder een „kerstverhaal".
Zeer juist gezien opent de bun
del met het kerstverhaal uit Ixicas
2. De overige verhalen „rondom
kerstmis" voldoen aan het verlan
gen van menig kind en volwassene
te horen vertellen van kerstfeest
vieringen in andere landen.
Wij hebben ons alleen afge
vraagd of de schrijfster er niet
goed aan zou doen voortaan de
nieuwe vertaling te citeren, juist
omdat haar werk een open deur
vindt bij zovele niet-kerkelijke
mensen P.J.R.
„Het Lichtende Feest". Kerst
verhalen verzameld door H. te
Merwe. Uitf. Melnema-Delft.
De viering van het H. Avond
maal is voor het kerklid het hoog
tepunt van religieus beleven. In de
regel is hij in zijn jeugd gedoopt.
De doop aan volwassenen toebe-
diend gaat doorgaans aan de eer
ste viering van het avondmaal on
middellijk vooraf en vormt er één
plechtigheid mee. Bij de kinder
doop is het kind als ontvangende
centraal, hoezeer ook dit sacra
ment voor de ouders en toeschou
wers betekenis heeft. Zo blijft het
avondmaal de plek, waar voor het
besef van velen, om een dichter
te citeren, „de hemel het dichtst
aan de aarde raakt."
In dit licht bezien mag het ver
wonderlijk heten, dat er in de ker
ken betrekkelijk weinig avond-
maalsliederen gangbaar zijn. D<
bestaande Hervormde bundel heeft
er acht. waarvan er een. Gezang
250. als ik mij goed herinner al
jaren geleden officieel ongeschikt
is genoemd. De nieuwe Lutherse
bundel telt er zeven, waarvan no.
135 overeenkomt met Herv. Gez.
252. De Gereformeerden hebben in
hun bundel Enige Gezangen gèen
rechtstreeks avondmaalslied
En nu citeer ik uit de Inleiding
van de door dr. J van Ham ver
zorgde en bij J. N. Voorhoeve te
Den Haag voornaam-eenvoudig
uitgegeven bundel Avondmaalsge
dichten: „Verreweg het belang
rijkste en omvangrijkste deel der
Protestantse poëzie is didactisch
en stichtelijk van karakter. Onder
de tienduizenden religieuze verzen
zijn slechts enkele tientallen ge
wijd aan de verheerlijking van
het Sacrament des Avondmaals".
De schaarste aan avondmaalslle-
deren in de kerk. die overwegend
nog uit vertalingen bestaan, kan
ten dele verklaard worden uit de
schaarste aan echte Nederlandse
avondmaalspoëzie in het algemeen
en aan daaronder voor kerkelijk
gebruik geschikte avondmaalslie-
deren in het bijzonder. Men krijgt
ook niet de indruk, dat bij de door
dr. Van Ham bijeengelezen verzen
liederen 2ijn die men zonder meer
op muziek zoukunnen zetten en
in de kerk zóu kunnen zingen, het
zij omdat de taal een gerestau-
reérde tekst vereist, hetzij omdat
de toon te individueel of te zeer
door de tijdgeest gekleurd is. ten
zij het metrum bezwaar oplevert
of omdat de verzen te breedvoerig
zijn.
Maar dit alles is ook niet in het
geding. We hebben hier met een
verzameling verzen te doen. die.
zoals ze daar in de bundel staan,
bedoeld zijn om te worden gelezen.
De uitgave is mede geschied om
als belijdenisgeschenk te dienen,
waartoe de fraaie reproductie van
Rembrandts schilderij ..Christus
te Emmaus" on de omslag het ha
re bijdraagt. Wat dr Van Ham
in deze bloemlezing bijeengebracht
heeft ..mag een ruime keuze heten
uit wat in onze literatuur over dit
onderwerp te vinden is", ja de kun
dige verzamelaar heeft z°lfs .ige-
meend naar een betrekkelijke vol
ledigheid te móeten streven".' Wk
al zijn niet alle opgenomen ver
zen „poëtisch even fraai." Hierbij
heeft de bedoeling voorgezeten te
stichten natuurlijk, maar ook het
historisch inzicht vaft de lezer te
Boymans-
agenda
voor 1956
Museum Boymans in Rotterdam
heeft een zeer bijzondere agenda
uitgegeven voor 1956. In verband
met de Rembrandt-herdenking vol
gend jaar Rembrandt werd op
15 Juli 1606 in Leiden geboren
is de agenda geheel gewijd aan
het werk van Rembrandt en zijn
leerlingen. Behalve de schilderijen
van Rembrandt in Boymans aan
wezig, zijn er 25 van zijn mooiste
tekeningen uit het museumbezit
afgebeeld. Verder schilderijen en
tekeningen van meesters als Jan
Lievens. Ferd. Bol. Govert Flinck,
Philips Koninck, Carel Fabritius,
Nicolaas Maes en Aert de Gelder.
In totaal zijn 56 reproducties in
rotogravure opgenomen. De ka
lenderbladen van de weekagenda
zijn tweetalig: Nederlands en En
gels. Een uitvoerige toelichting
i het slot en enkele levensdata
de achtste maal dat Boy
mans een agenda uitgeeft Dit
keer is hét wei een heel kostbaar
bëzit.
verrijken, „door te letten op de wij
ziging. die de toon en de per jn-
lijke verhouding tot het onderw >rp
in het verloop der jaren hebben
ondergaan Nu mij dezer dagen
een nieuw uitgegeven bundeltje
van Huygens met korte gedichtjes
van over het geheel laag-comisch
karakter in handen kwam. treft
bij het onderhavige boekje met
avondmaalsliederen te meer het
feit. dat er acht kortere en lange
re verzen van Huygens' hand in
staan, waarvan sommige, naar de
samensteller ons.verzekert, tot zijn
beste v
i behoren.
Merkwaardig ook. dat de „ver
standelijke" dichter Huygens in de
ze mystieke stof beter werk le
vert dan de bevindelijke Van Lode-
steyn hoezeer ook uit diens
avondmaalspoëzie een innig gevoel
spreekt. In de verzen van de late
re jaren der 18e eeuw voelt men
enerzijds iets van de kilte der
verstandelijkheid, het klimaat van
de Verlichting, en als tegenpool de
cultus van het aandoenlijke en
van het gevoel, meer dan eens in
hetzelfde vers. Men werkt met
puntjes, uitroeptekens en vraag
tekens, maar evengoed redeneert
men op rijm er lustig op los. Dan
komt de 19e eeuw met in sommi
ge verzen een verknussing en ver-
huiselljking van het religieus be
leven. waar de avondmaalsgang,
om met dr. Van Ham te spreken,
„een familiefeestje is geworden",
en nadert men de zoveel meer ge
differentieerde nieuwe tijd. die
moeilijker te karakteriseren is
omdat we er nog zo dicht bij
Om deze vergelijkingsmoge
lijkheden, maar natuurlijk nog
meer om de gedichten zelf, is de
ze bundel als plan een vondst, als
uitgave een welkome verschijning
en als boek een gewaardeerd be
zit. Velen zullen het meer dan
eens omtrent Avondmaalstijd ter
C. RUnsdorp
(Herv. Zendingsblad)
Voor de operaliefhebbers is Leo
Riemens geen onbekende meer.
Zijn radiolezingen met heel oude
grammofoonplaten en smakelijke
anecdotes van vroegere zangers
en zangeressen worden overal ge
waardeerd. Dat het verleden door
Leo Riemens altijd geïdealiseerd
•■vit, vindt de doorsnee luiste
raar niet erg. Het is allemaal
interessant. Onder de titel
„Uren der zangkunst" heeft Leo
Hiemens nu een boek uitgegeven,
waarin over verschillende zang
kunstenaars wordt geschreven,
o.a. Enrico Caruso, Richard Tau-
ber. Roland Hayes, Nellie Melba,
Kathleen Ferrier. Jacques Urlus
en Gré Brouwenstijn. Opnieuw
heel leesbare lectuur met veel
wetenswaardigheden en met enke
le mooie foto's.
Het is echter én voor de radio
luisteraar èn voor de lezer van
dit boek zaak. Leo Riemens al
leen in zijn wetenswaardigheden
te volgen. Anecdotes en levens
geschiedenissen worden door Leo
Riemens werkelijk bijzonder pret
tig verteld en ook kan hij de in
houd van opera's heel aangenaam
en kundig weergeven. Maar men
moet even de oren of de ogen
sluiten als Leo Riemens gaat
aesthetiseren. als hij muzikale
conclusies gaat trekken of tot een
artistiek waarde-oordeel komt ten
aanzien van vocalisten of opera's.
Want dan gaat het bijna altijd
fout; dan ontbreekt hem het juis
te inzicht. In een inleiding zegt
Leo Riemens zelf dat hij „noogst
bevooroordeeld" is. Dat is op
zichzelf niet zo erg. als dat voor
oordeel dan maar gegrond is. En
Juist daaraan ontbreekt het nog
wel eens bij Riemens Jammer,
want vertellen kan hij wel. Leo
Riemens is namelijk verzame
laar. geen musicus of musicoloog.
Dit boek moet dus met onder
scheid worden gelezen.
..In 't midden
Gaerthé. Uitg. A.
Leiden.
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllinilllllllllllllllllllllHIMIIHIIIIMIIIIIIIIIIIIIIillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
is dit zich nauwelijks bewust.
Men begrijpt, als men hem ziet,
hoe de volksmond tot de uit
drukking „melkmuil" is geko
men. Men voelt aankomen, dat
deze jongen het moeilijk gaat
krijgen en men realiseert zich,
hoe in een oorlog tienduizenden
van zulke halfvolwassen jon
gens de aardse hel worden in
gezonden, om ei misschien, en
hoe?, uit terug te keren. Dan
zegent men. om met Goethes
Faust te spreken. „Fried' und
Friedenszeiten", en men pakt
zijn krant maar weer op, omdat
dit fantaseren toch zijn natuur
lijk einde moet vinden; omdat
men nu eenmaal niet van iedere
figuur, die men ontmoet, een
romanheld kan maken.
M™, kreeg maar even een
glimp van hem te zien, toen
de reizigers uit de trein naar
de uitgang liepen, maar een
enkele blik kan soms meer
openbaren dan een lang bekij
ken Het was een jongen van
18 of 19 jaar, blootshoofds, met
een bril op en gekleed in een
gewone gabardine regenjas.
Zijn blonde haar en brosse was
weer goed toonbaar, na blijk
baar in de groentijd gemilli
meterd geweest te zijn. De brii
was iets te groot; vermoedelijk
was de jongen in die eerste
maanden een paar kilo afge
vallen, want ook de jas zat
hem tamelijk ruim. Een bril
die te groot is zakt een beetje
af en de meeste mensen zetten
hem dan onophoudelijk recht,
ook als het niet nodig is, maar
deze jongen leek van die ver
zakte bril geen last te hebben,
of zo onpractisch te zijn, dat
hij niet op de gedachte kwam
hem wat naar bonen te schui
ven. Hu zijn aan dat (taffen
op bepaalde uren studenten een
vast verschijnsel. Wat was aan
deze knaap dan het treffende?
Ik heb eens een voortreffelijke
preek beluisterd, waarbij de
dominee bij de overgang
het eerste naar het tweede
punt onwillekeurig loensde,
dat hij met het linker oog het
eerste punt peinzend nakeek
terwijl hy zich reeds opgewekt
met het rechter oog tot de
tweede gedachte wendde. Bij
deze eerstejaars student trof mij
óók iets dubbelzinnigs, n.l. de
gelijktijdigheid van kinderlijk
heid en een ietwat zorgelijke
studieusheidHij had eigenlijk
nog een echt schooljongensge
zicht, maar die iets afzakkende
bril en zijn manier van kijken
verrieden, dat voor hem aan
de hogeschool reeds nu een
wereld was opengegaan, waar
over hij zich al niet meer ver-
oaasde, maar die hem met een
ietwat gedrukte, studieuze ernst
vervulde.
Is, men tot dusver la Sher
lock Holmes te werk gegaan,
men vervolgt met fantaseren.
Een werkstudent blijkbaar
een jongen, die zijn studie al in
het eerste jaar serieus neemt
en niet veel aan het studenten
leven zal kunnen deelnemen
Hij heeft zijn eerste decepties
vermoedelijk al te pukken, maar
JNEENS zie ik hem, juist nu
de trein zich weer in betue-
ging zet, beneden op straat
lopen, met een wat trage pas
voor zo'n jonge vent, maar
gelijkmatig en rustig, als een
man zijn toekomst tegemoet-
tredend Nu ik dit lopen zie.
zou ik zijn leven in een roman
tot een goed einde willen bren
gen. Maar de trein heeft alweer
vaart en, terwijl weilanden en
sloten aan de ramen voorbij
cirkelen, is de eerstejaars stu
dent opgenomen in de menigte
van de veel-te-velen, die in
ons overbevolkte Holland een
plaatsje onder de zon moeten
peroreren.
CR.
Oecumenische manifestatie
van 8 tot 12 Augustus 1956
Duitse Evangelische Kir
chentag, die volgend jaar
8 tot 12 Augustus in Frank
fort aan de Main wordt ge
houden, zal sterk ln het te
ken van de oecumene staan.
Men rekent op vier duizend
bezoekers uit het buitenland,
voornamelijk uit de Weste
lijke landen, o.a. van
Bloeiende Bap
tistengemeenten
In het Jaar 1953 werden
12 000 zielen toegedaan tot de
gemeenten der Evang. Baptis
tengemeenten in Rusland. De
candidaten krijgen een jaar
wachttijd: een „proeftijd".
Beneden de 18 jaar mogen
geen leden worden aangenomen.
Ze erkennen geen andere doop
dan die door onderdompeling is
bediend. Dogmatisch oftewel
leerstellig bekeken zijn ze
fundamentalisten. Het is de geest
der eerste (Apostolische) ge-
meentèn die onder hen werkt
en hen een brandende ijver voor
Christus inblaast en eenvoudig
doet zijn in geloofsopvatting en
gemeentelijk samenleven.
In heel de Unie, die de ge
meenten in gans het uitgestrek
te Rusland (Europees en Azia
tisch) omvat, wordt de eerste
Zondag van elke maand het
Avondmaal gevierd. De Raad
der gemeente wordt gevormd
door drie personen: de Voor
ganger. de secretaris en een
ander gemeentelid. BelangrMke
zaken worden voor de gemeen
tevergadering gebraoht.
Aan zulken, die de gave ei
voor heDben ontvangen, wordt
toegestaan de gemeenten door
prediking te dienen.
Financieel zorgen de gemeen
ten voor zichzelf. Zij ontvangen
uit geen andere bron giften.
Vijf maal per jaar wordt in el
ke gemeente een collecte gehou
den ten behoeve van de Unie.
Dit geld is o.a. nodig voor
het voorgenomen drukken van
bijbels en liederboeken.
Zij hebben reeds contact met
baptisten in andere landen der
wereld doch hopen dit te ver
stevigen en uit te breiden. Van
tijd tot tijd worden in alle ge
meenten preken gehouden, die
handelen over vrede, vriend
schap en broederschap tussen
de volken en steeds wordt er
vurig gebeden voor de vrede
op het rond der aarde.
De Russische Baptisten doen
een krachtig beroep op alle
christenen met hen de „koude
oorlog" te veroordelen opdat
hij niet oversla in een bloedige
oorlog, en met hen te veroor
delen de bewapeningswedloop en
het vervaardigen en gebruik van
de wapens voor massaslachting.
(Uit: De Christen)
honderd Schotten. Met het
oog hierop worden maatre
gelen getroffen voor het ge
bruik van de Engelse taal op|/^®^
de Kirchentag. Ook uit de ker
ken achter het IJzeren Gordijn
verwacht men veel belangstel
ling en zelfs van de jonge Azia
tische en Afrikaanse kerken.
Dit deelde dr. Von Thadden—
Trieglaff, de president van de
Kirchentag mee aan zijn mede
werkers uit de Duitse lekenbewe
ging, van wie er 15.000 worden
verwacht. Dr. Von Thadden ziet
ln deze bijeenkomst een machti
ge manifestatie van de oecumenl
sche gedachte en een bindende
factor voor de Evangelische
Christenheid in Duitsland.
Met het oog op het aantal be
zoekers heeft men aan het stads
bestuur van Frankfort verzocht
een groot terrein, dat 40.000
mensen kan bergen, in de nabij
heid van de Dom en de oude St.
Nicolaaskerk voorlopig niet te
bebouwen. Aan dit verzoek heeft
men voldaan. Op dit terrein zal
de openingsdienet worden gehou
den. De werkgroepen komen bij
een in de markthallen, de namid-
dagbijeenkomsten worden gehou
den in het Gruneburgpark, ,De
Jeugd komt bijeen in het Stadion.
De massale slotbijeenkomst
wordt gehouden op het terrein
van de vroegere militaire vlucht-
haven Rebslock, die meer dan
500.000 mensen een plaats kan
bieden.
Calvijn over de ene
katholieke kerk
Dc Oecumenische Raad van
Kerken in Nederland heeft een
boodschap doen uitgaan ter
gelegenheid van de Oecume
nische Zondag (de eerste of de
tweede Zondag m December)
met een citaat uit de Institutie
van Joh. Calvijn (hoofdstuk
IV: 1, 2). De grote Kerkher
vormer geeft hierin een defi
nitie over de eenheid der
kerk. HU schrot:
niet onder
Christus, ons Hoofd, ver
enigd z\jn met alle overige le
dematen, wacht ons geen hoop
op het toekomende erfdeel.
Daarom wordt de kerk ge
noemd katholiek of algemeen,
omdat men geen twee of drie
kerken kan vindenzonder dat.
Christus verscheurd wordt:
wat onmogelijk is. Ja, de uit
verkorenen Gods zijn allen
in Christus zo verbonden, dat
ze, evenals ze aan één Hoofd
hangen, zo ook als het ware
tot één lichaam saamgroeien,
door zulk een verbinding met
elkaar samenhangend als de
leden ran eenzelfde lichaam;
in waarheid één geworden,
daar ze door één geloof, hoop
en liefde, en door dezelfde
Geest Gods tezamen levenge
roepen niet alleen tot dezelfde
erfenis des eeuwigen levens,
maar ook tot de gemeenschap
aan de éne God en Christus.
Hoewel dus de sombere
woestenij, die we overal aan
treffen, uitroept, dat er niets
van de kerk overgebleven is,
laat ons nochtans weten, dat
Christus' dood vruchtbaar is,
en dat God op wonderbare
wijze zijn kerk als in schuil
hoeken bewaart.
OUDE KERK IN ,,'T RIJKE WOUDT"
TAOMLNEES KOMEN er in ae literatuur, ook op het toneel,
gewoonlijk niet best af. Het zijn vaak van die half-zachte
mannen, die iets onwezenlijks aan zich hebben. Ook glimlachen
en praten ze te veel en komen niet tot de daad. Of ze zijn
zo steil en zelfgenoegzaam, dat ze ver van de gewone mi
staan. Om nog maar te zwijgen van de huichelaars, die we
in boeken ontmoeten.
zij bv. vlak vóór de preek
al te rustig zijn. is helemaal
geen kwaad teken. Is het me
kunstenaars juist de groots'»
vóór hun optreden anders? Ei
blijkt uit, dat zij die weergave
van een diep innerlijke beleving
voor publiek of gemeente niet
maar zo vanzelfsprekend vinden.
Maar verder stellen zij er hun
leven op in, r.iet anders dan an
ders te zijn. Zelfkri'ick en ge
voel voor hunor behorde hen er
voor „hemelbode" te willen spe
len. De verzoeking van de preek
toon op of onder de kansel we
ten ze van zich te houden en z«
schamen zich het al te mense
lijke niet. En zoals de dans met
de negerkinderen van de Antil
len niets verstoord heeft van de
majesteit van onae Koningin, zo
behouden zij ook op het platte
In een stukje auto-biografie
heeft een in ons land populaire
schrijfster onlangs over haar va
der verteld, die dominee was.
Hoe gejaagd hij Zondagsmorgens
aan het ontbijt zat, over zijn
preek en of de kerk wel vol zou
zijn. Een slappe en dus in dit
geval komische figuur. Zijn
vrouw stelt hem dan gerust, dat
*t immers elke Zondagmorgen
zo is en dat het altijd goed gaat.
Aldus heeft deze schrijfster
het als kind meegemaakt (deze
ouders leken wel model te zitten
voor het echtpaar Doorsnee) en
als zij dan bij haar vader ter
kerke ging. was het haar niet
dan verveling en verschrikking.
Geen wonder dat zij later dwaze
versjes zou maken, waarin stee
vast de dominee voorkomt. Zo
hoort men graag over de predi
kant. zelfs als hy Je vader is.
De Camera heeft immers *1 ge
zegd. dat er niets grappigers be
dacht kan worden dan met de
kerk te spotten.
dominees zeker wel
tot dergelijke spot.
het type, dat ons
i bijster aanstaat, al
aak door deze buiten-
ien. Maar hebben do
minees meer de eigenaardighe
den van hun ambt dan bv no
tarissen. onderwijzers of officie
ren? Ik meen van niet. En. do
minees hebben het in dit opzicht
moeilijk. Zij hebben immers een
zeker koorddansersbedrijf uit te
oefenen. Ze hebben te gaan. te
rweven tussen hemel en aarde.
Van hen wordt verwacht, dat ze
de dingen alt .d weer zien en
laten zien „ln het licht der eeu
wigheid" en het is niet zo een
voudig daarbij een gewoon, nuch
ter aards mens te blijven en de
juiste toon te vinden. Bovendien
verwachten vele mensen nu een
maal altijd iets buitengewoons
in hun optreden. Een dominee
behoort een zekere glans om
zich heen te dragen! „Hoe kan
U nu dominee worden. U
aanleiding
Wij kennen
ook niet zo
leren wij i
kant heen i
•lak de waardigheid, die bij het
mbt past. Als de mensen dit
u maar ranvaarden willen en
hebben leren verstaan, dat Juist
zó de weleerwaarden het best
hun roeping kunnen volgen Over
de spot. die met dezen gedrcv ->
wordt, kunnen we dan alleen
de schouders ophalen.
(Door
•ekhl
•olijk!'
hoorde
student zich eens toevoegen.
Men moet, zo vinden velen, het
de dominee aan kunnen zien, zo
al niet meer aan zijn klederen
dan toch aan zijn hele houding
Vele lieden hébben niet het
recht over een dominee te glim
lachen als hij wat zonderling is.
zij wensen het immers zelf zo.
We kunnen overigens gelukkig
constateren, dat er tegenwoordig
nogal heel wat „gewone" domi
nees zijn. die juist als zodanig
hun ambt met vrucht vervulltn.
Dat de spanningen daarvan hun
wel eens de baas worden en dat
De Schotse Baptistenkerk
heeft haar uittreden uit de We
reldraad van Kerken gemotiveerd
op grond van het feit. dat „de We
reldraad haar grondslag prijsgeeft
m maar zoveel mogelijk kerken
ls leden te winnen" Dit besluit
eenparig
De LierDelft een oude kerk, de
Ned. Hen. Kerk van 't Woudt,
omgeven donr grote boerderijen
met rieten daken en rood-groen
geschilderde blinden, een oase
te midden van het wijde polder-
De boerderijen en arbeiders-
en bet Gotische kerkje nog ouder.
De ingebouwde toren dateert uit
de 14de eeuw en de kerk werd
in de lbde eeuw herbouwd.
In 1277 al kreeg 't JToudt van
graaf Floris de V het recht een
eigen xielcherder te kiexen. In de
Middeleeuwen kreeg het gehucht
de bijnaam ,,'t rijke IFoudl".
In de hexettingstijd kwam de
naam 'l Woudt nog eren in het
nieuws torn de héxettert meldden
in het legerhericht, dat „een voor
stad van Delft" uas veroverd. De
enige buit was de oude torenklok,
n later gelukkig weer terug-
Sedert lange tijd werd aan hel
oude gebouw nietgedaan en bet
aki hoe langer hoe meer in
rval.
De bewonen van het plaatsje,
t kerkbestuur en ook de stichting
oi Monumentenxorg, hebben de
odxaak van een grondige resiau
lie al jaren geleden ingexien. De
plannen tol herstel xijn tot nu toe
alleen nog maar plannen
gebleven.
van Hervormd Den
Hoorn en 't Woudt is echter te
klein om voor de ha
dergelijke
opdra
mheder
alle.
Broederhand na 't Avondmaal
Dr. M. H. Bolkestein. Hervormd predikant te Zeist, herinnert
er in „Woord en Dienst" aan, dat in onze kerkdiensten
een belangrijk ding gemist wordt, dat de nieuwtestamentische
gemeente bezat: de broederkus. Hij schrijft:
De kus is van betekenis veranderd BIJ ons heeft de handdruk de
de kus ingenomen. Maar is het dan niet mogelijk, deze
de liturgie'' Zouden wij elkaar aan het
uitdrukking
ianddruk op te
vondmaal niet de broederhand kunn«
•an de daar gevonden gemeenschap in de Heer
Sinds enkele jaren geschiedt dit in mijn wljkkerk. Na de
•oor het verlaten van de tafel, geven de deelnemers elkaar de hand;
ieder geeft zijn rechter- en linkerbuurman de hand. Ook wanneer
dit toevallig een familielid of echtgenoot is. De verbondenheid ln
Christus is een andere dan de bloedverwantschap of de huwelijks
and. Zij ligt dieper en ia van andere aard.
Door elkaar de hand te geven, erkennen en aanvaarden de avond-
maalsgangers de band van de familia Dei. het huisgezin Gods
De gemeente voelt dit aan als van groot belang. Het is gebeurd,
dat door het geven van deze broederhand mensen dichter tot elkaar
zyn gekomen Plotseling beseften zij. dat zij in het avondmaal op
I bijzondere wijze, onontkoombaar, aan elkaar vèrbonden
De ge woon-menselijke verhouding, die niet sterk was. kreeg
I gje broederhand gegeven