EEN NACHTMERRIE AAN DE MISSISSIPPI Kerstcantate van Leo Mens Cultureel venster Vlucht naar de Vrijheid Uren der Zangkunst LEZERS PELGRIMAGE Duizenden verwacht op de Kirchentag in Frankfort Dominees-Koorddansers NIEUWE LEIDSCHE COUHANT ER ZIT EEN MAN in de gevangenis, ter dood veroordeeld wegens een moord gepleegd bij een bankoverval. In dezelfde cel zit een rondtrekkend evangelist wegens dief stal. Op de vingers van zijn ene hand heeft hij letters getatoe- eerd, die samen het woord „Hate" vormen, op zijn andere hand de letters „Love". Bij zijn toespraken laat hij zijn magere vingers op een griezelige manier vechten om de strijd tussen goed en kwaad te demonstreren. In zijn jaszak draagt hij een groot dolkmes mee. De dominee probeert van Ben Harper te weten te komen waar hij het geld gelaten heeft. Hij belooft hem een tabernakel te bouwen om zo zijn schuld te verzoenen. Maar niets mag baten. Harper sterft zonder zijn geheim prijs gegeven te hebben. Als de dominee ontslagen is, zoekt hij het dorpje op, waar Harpers weduwe met haar bei de kinderen woont. Hij dringt zich bij haar in. trouwt zelfs met haar om haar het geheim te ontfutselen. Maar Willa Har- e?r weet niet waar het geld is. aar man vond haar te licht zinnig om het haar tbe te ver trouwen, want hij had het voor zijn kir.deren gestolen. De dominee kwam er achter dat de 10-jarige John en zijn zusje het wel weten. Maar ze moord gevonden wordt vluchten de kinderen in een oude boot. Zwervend zakken ze de rivier af en vinden tenslotte i onderkomen bij eer verschijnt, houden we ons hart vast, omdat wé al voelen hoe dit moet aflopen, en toch ver flauwt onze aandacht geen ogenblik. Grubb komt ol. niet plompverloren met de gang van zaken voor den dag maar ont hult alles stap voor stap. Schijn- blii- baar onbeduidende detail ken later voorboden te zijn schokkende gebeurtenissen. Er is wel eens geconstateerd dat het in Amerikaanse romans hevig en dramatisch moet toe gaan. In deze roman is dat ook het geval, maar toch maakt het geheel geen onnatuurlijke in druk. Integendeel, var het be gin af voelt de lezer dat hier een oude boerenv hen als haar eigen kin deren opneemt. De man volgt het spoor en dringt binnen in de boerderij van de weduwe, maar de kordate oude dame schiet hem neer. Dan belt ze om de politie, die hem allang zocht. En tenslotte wordt hij uit de gevangenis ge sleept en door een woe dende menigte ge- lyncht. Dit is <ïe inhoud van ..De nacht van de weerwolf" van Davit Grubb, een Amerikaanse auteur. Een roman van beklem mende spanning, die de schrij ver stap voor stap tot verschil lende hoogtepunten opvoert. Van de half-krankzinnige do- •miné weten we bijv. dat hij con necties pleegt aan te knopen met trouwlustige weduwen, die hij dan met zijn dolkmes ver moordt, om hun geld en omdat hij een abnormale afkeer van vrouwen heeft. Als hij dan in de omgeving van Willa Harper scheen bij Uitgeverij J. N. Voor hoeve te Den Haag een Kerst cantate voor gemengd koor, twee solostemmen (sopraan en tenor) en piano. Zonder deze cantate een vooruitgang te kunnen noemen in de koorliteratuur, menen we toch dat vele koren het werk g*-aag zullen uitvoeren. Het levert noch technische, noch muzikale proble men op. De gebruikte teksten van deze cantate zijn ontleend aan Lucas 2 en Mattheiis 2. Deze tek sten worden voor het grootste deel door de solisten, speciaal de tenor. weergege%'en als gezongen recitatief. Het koor zingt enkele op deze teksten betrekking heb bende Kerstliederen, oude en nieu we. waarvoor Leo Mens de mu- °k schreef of de bestaande me lodie harmoniseerde. Dat is alle maal heel sober gedaan, zonder enig effect, pretentieloos. Daar door leent het werk zich bijzon der goed voor kerkelijke Kerst samenkomsten, Er is ruimte ge laten voor een meditatie en er is de mogelijkheid, dat alle aanwe zigen een couplet der liederen meezingen. Als zodanig heeft deze Kerstcantate zeker haar verdien sten. Men moet deze cantate niet als een concertstuk zien. De uit gave is goed verzorgd. noodlottige ontwikkeling gaande is, die niet te stuiten valt. Zelfs de dominee is aanvaardbaar: af gezien van zijn waanzin zijn er dergelijke verwilderde opwek kingspredikers op het platteland van Amerika. Hij is zo scherp getekend, dat de schrijver hem wel ontmoet kon hebben. Dat het boek geen onwaar schijnlijkheden bevat wil ik niet beweren. Dat een Blauwbaard als de dominee nog maar steeds op vrije voeten is en dat een alombekend type als hij op een gestolen paard langs de rivier kan trekken zonder gepakt ie worden, is nauwelijks aan te ne men. Maar als John in ljet huis van zijn pleegmoeder hem van uit zijn dakvenstertje psalm zingend ziet komen aanrijden door de nevelige maannacht krijgen we een schok. Ook is het moeilijk in te denken dat de kinderen weerstand kenden bieden aan zijn duivelse pi De sfeer van angst en spanning, die eerst eindigt als we weten dat de kinderen veilig onder de hoede van hun vrome pleeg moeder zijn, is zo reëel moge lijk. Een zeer knappe roman! Dr. J. Wytxes. ..De nacht van de weerwolf- door Davis Grubb. Uit*. Van Leghum Slate rus, N.V., Arnhem. Loslippige Constantijn Het citeren van de titel van dit bundeltje sneldichten van Huygens is, voor wie tussen de regels door kan lezen, op zich zelf reeds een bespreking. ..Een oèfening in stillezen bij eengezocht uit de nijpdichten van de zeventiende-eeuwse cal. vinist en componist, hoveling en filosoof, geleerde en dichtér -onstantijn Huygens, 1596 1687, de ideale echtgenoot en voortreffelijke vader. Voor da mes, nonnen, paters, noch voor gereformeerde school hoofden, mais pour nous et nos compag- nes. In baldadige bui en secuur geselecteerd door Har Scheepens" en uitgegeven door Nijgh van Ditmar te 's-Gravènhage Huy gens nam in zijn korte gedichtjes geen blad voor de mond en ver maakte zichzelf en an deren graag met boer tige grafschriften op rijm en puntige versjes over alles wat met vrijen en trou wen en de verhouding der sek sen in het algemeen samen hangt. Over nonnen en paters kan ik niet oordelen, maar men kan de verzamelaar ge ruststellen door de mededeling, dat de meeste gereformeerde schoolhoofden bij dt hoofd akte-studie in hun jeued met deze laag-komische zijde van onze 17e eeuwse dichter heb ben kennisgemaakt. Zij kun nen nu, met of zonder spijt, nota nemen van de mededeling, dat de heer Scheepens ze niet tot zijn kornuiten rekent. Ove rigens staat nergens dat ver koop van dit boekje aan gere formeerde schoolhoofden ver boden is. Deze mensen worden dus blijkbaar uitgenodigd het boekje toch te kopen Hebreeën 11-. Ik drink Zijn wondren in als een van dorst versmachte hoe was ik tot bestaan op nop. by machte wist ik niet hoe Zijn hand nog steeds kan scheiden de waatren van bedrog ter linke' en rechterzijde, Hij met gerechtigheid mijn honger kan verzaden, Zijn engel mij beschermen kan voor al het kwade, Hij mij, de moedelozezoveel moed kan geven dat, zonder vrees, ik onder mensen zelfs durf leven. A. HagtingiusSeger. <wonömd<Msqeöichten -trtr-trtrirïrirïrïririrtrtrtrtrirtrtriiir ■b-to-b-iztrfT-ir-fctr-iririr-trirtr-trtrictririctrfrtrtrtr De Heer H. te Merwe heeft opnieuw een bundel kerstver halen samengesteld, thans on der de titel ,,Het Lichtende Feest". Bij het lezen van deze ver telsels ontkomt men niet aan dc indruk dat de meeste van deze verhalen bedacht zijn en niet geboren. En zodra er van opzettelijkheid sprake is voelen we al dat er iets mis is. Vaak moet er dan met grof geschut worden gewerkt om nog enige indruk te maken. Men is dan als recensent al blij als er in zo'n bundel twee of drie ver halen voorkomen welke boven de middelmaat uitkomen. Dat is hier gelukkig wel het geval J- —n G. H. i Ma- de Vodden man). Jan E. Niemeijer (Het Zwarte Schaap) en Ina van Veen- van der Vlies (De taak die bleef). Het verhaal van Van Maren is zeer goed bruikbaar voor de Zon dagsschool, terwijl dat van Nie meijer voor élke kerstfeestviering gebruikt kan worden. Ina van Veen-van der Vlies deed een po ging om iets van de kerstbood- Jk wil niet stervenEer waarde, ik ben nog maar vijf tien jaar en ik ben ontzettend bang voor de dood, ik wil nog leven". Deze woorden worden gesproken in de kelder van der grote warenhuizen in dapest, waar Christine Arnóthy, die na vijf jaar oorlog niet meer weet wat leven is, tijdens drie maanden durend beleg de dood elk ogenblik in het aan gezicht moet zien. Onder de tienduizenden vluchte lingen uit de landen achter he' ijzeren gordijn bevond zich de zelfde Christine, die tot voor kort in België werkte als gouvernante en kamermeisje. Haar man. even eens een Hongaar, die als taxi- ohauffeur het collegegeld voor zijn studie in de rechtswetenschap pen verdiende, vertaalde het door Christine in een schoolschrift ge schreven dagboek van het door haar als vijftienjarig meisje mee maakte beleg van Budapest. Zij besloten het verhaal in te zenden voor een door de ..Parisien Libé- ré" uitgeschreven prijsvraag „voor het meest waarheidsgetrou we litteraire werk". De jury bekroonde haar inzen ding. waardoor haar boekje in gro te oplagen verscheen in het Duits, Engels, Fins, Frans, Hongaars. Japans, Nederlands en Spaans. „Voor het meest waariheidge- trouwe literaire werk". Ik weet niet wat de Parisien Libéré daar precies mee bedoelt, doch wan neer men dit aangrijpend en toch sober vertelde relaas van Chris tine Arnóthy heeft gelezen beseft men dat de keuze van de jury moeilijk anders kon uitvallen. Het ging hier dus niet in de allereerste plaats om .verbeel ding" der werkelijkheid doch om een persoonlijk getuigenis van een zelf beleefde werkelijkheid en dit in een litterair verantwoorde Zoals het boekje nu voor ons ligt zal het wel niet letterlijk door de vijftienjarige Christine ge schreven zijn, doch ongetwijfeld heeft haar dagboek er de stof voor geleverd. Wat allereerst opvalt is. dat het verhaal zo sober is gehouden, hoewel er de gruwelijkste dingen in beschrewen worden, waardoor de schrijfster heeft bewezen dat het volstrekt niet noodzakelijk is om de lezer door onsmakelijke en onzindelijke detailibeschrij vingen iets „ergs" te suggereren. Juist het ontbreken van alle overbodige adjectieven de simpele mede deling van de „naakte waarheid" door gebruik van het enig juiste woord geeft aan dit verhaal van leed en ontbering een accent van echtheid. Doch. ondanks de opeenstapeling van oorlogsgruwelen tijdens het beleg, waarin o.m. het leed van de hongerige en dorstige paarden met een ontroerende liefdp is be schreven. zijn het de laatste blad zijden van het boek. welke de le zer een beklemmende spanning bezorgen De beschrijving van de wijze waarop en de omstandig heden waarin Christine en haar ouders op illegale wijze de grens oversteken, hun gevoelens bij het afscheid van hun kleine landhuis en hun drieren. de angsten in de trein, de onmenselijkheid van de man die hun tot welke prijs! r de grens helpt, dit alles maakt de mens van 1955 be schaamd en opnieuw verontfust. Een boekje als dit is veel meer dan een bekroond verbaal het is een appèl op ons gewe en. op onze voortdurende waak- :aamheid. een aansporing tot een >nversaagd en geduldig arbeiden •oor de vrede en de vrijheid. P. J. Rlsseeuw. schap te laten doorklinken in ontredderd familieleven van deze tijd. Reeds het feit dat zij niet met het traditionele recept werkte is vermeldenswaard. Ik wil daar mee niet beweren dat een tradi tioneel recept niet goed kan zijn. Van Maren en Niemeijer bewij zen het tegendeel. Maar menigeen maakt zich er te gemakkelijk van af. Let nu eens op hoe een zèer begaafd schrijfster als mevrouw C. M. van Hille-Gaerthé er kans toe ziet ook van het meest tradi tionele gegeven iets bijzonders te maken. Zij kent het geheim van de beperking: zij weet het overbodige te weren. Haar nieuw ste. zo juist verschenen bundel „In 't midden van de nacht" heb ik van de eerste tot de laatste voudigste middelen juist die sfeer te scheppen, welke onontbeerlijk is voor wat wij plegen te verstaan onder een „kerstverhaal". Zeer juist gezien opent de bun del met het kerstverhaal uit Ixicas 2. De overige verhalen „rondom kerstmis" voldoen aan het verlan gen van menig kind en volwassene te horen vertellen van kerstfeest vieringen in andere landen. Wij hebben ons alleen afge vraagd of de schrijfster er niet goed aan zou doen voortaan de nieuwe vertaling te citeren, juist omdat haar werk een open deur vindt bij zovele niet-kerkelijke mensen P.J.R. „Het Lichtende Feest". Kerst verhalen verzameld door H. te Merwe. Uitf. Melnema-Delft. De viering van het H. Avond maal is voor het kerklid het hoog tepunt van religieus beleven. In de regel is hij in zijn jeugd gedoopt. De doop aan volwassenen toebe- diend gaat doorgaans aan de eer ste viering van het avondmaal on middellijk vooraf en vormt er één plechtigheid mee. Bij de kinder doop is het kind als ontvangende centraal, hoezeer ook dit sacra ment voor de ouders en toeschou wers betekenis heeft. Zo blijft het avondmaal de plek, waar voor het besef van velen, om een dichter te citeren, „de hemel het dichtst aan de aarde raakt." In dit licht bezien mag het ver wonderlijk heten, dat er in de ker ken betrekkelijk weinig avond- maalsliederen gangbaar zijn. D< bestaande Hervormde bundel heeft er acht. waarvan er een. Gezang 250. als ik mij goed herinner al jaren geleden officieel ongeschikt is genoemd. De nieuwe Lutherse bundel telt er zeven, waarvan no. 135 overeenkomt met Herv. Gez. 252. De Gereformeerden hebben in hun bundel Enige Gezangen gèen rechtstreeks avondmaalslied En nu citeer ik uit de Inleiding van de door dr. J van Ham ver zorgde en bij J. N. Voorhoeve te Den Haag voornaam-eenvoudig uitgegeven bundel Avondmaalsge dichten: „Verreweg het belang rijkste en omvangrijkste deel der Protestantse poëzie is didactisch en stichtelijk van karakter. Onder de tienduizenden religieuze verzen zijn slechts enkele tientallen ge wijd aan de verheerlijking van het Sacrament des Avondmaals". De schaarste aan avondmaalslle- deren in de kerk. die overwegend nog uit vertalingen bestaan, kan ten dele verklaard worden uit de schaarste aan echte Nederlandse avondmaalspoëzie in het algemeen en aan daaronder voor kerkelijk gebruik geschikte avondmaalslie- deren in het bijzonder. Men krijgt ook niet de indruk, dat bij de door dr. Van Ham bijeengelezen verzen liederen 2ijn die men zonder meer op muziek zoukunnen zetten en in de kerk zóu kunnen zingen, het zij omdat de taal een gerestau- reérde tekst vereist, hetzij omdat de toon te individueel of te zeer door de tijdgeest gekleurd is. ten zij het metrum bezwaar oplevert of omdat de verzen te breedvoerig zijn. Maar dit alles is ook niet in het geding. We hebben hier met een verzameling verzen te doen. die. zoals ze daar in de bundel staan, bedoeld zijn om te worden gelezen. De uitgave is mede geschied om als belijdenisgeschenk te dienen, waartoe de fraaie reproductie van Rembrandts schilderij ..Christus te Emmaus" on de omslag het ha re bijdraagt. Wat dr Van Ham in deze bloemlezing bijeengebracht heeft ..mag een ruime keuze heten uit wat in onze literatuur over dit onderwerp te vinden is", ja de kun dige verzamelaar heeft z°lfs .ige- meend naar een betrekkelijke vol ledigheid te móeten streven".' Wk al zijn niet alle opgenomen ver zen „poëtisch even fraai." Hierbij heeft de bedoeling voorgezeten te stichten natuurlijk, maar ook het historisch inzicht vaft de lezer te Boymans- agenda voor 1956 Museum Boymans in Rotterdam heeft een zeer bijzondere agenda uitgegeven voor 1956. In verband met de Rembrandt-herdenking vol gend jaar Rembrandt werd op 15 Juli 1606 in Leiden geboren is de agenda geheel gewijd aan het werk van Rembrandt en zijn leerlingen. Behalve de schilderijen van Rembrandt in Boymans aan wezig, zijn er 25 van zijn mooiste tekeningen uit het museumbezit afgebeeld. Verder schilderijen en tekeningen van meesters als Jan Lievens. Ferd. Bol. Govert Flinck, Philips Koninck, Carel Fabritius, Nicolaas Maes en Aert de Gelder. In totaal zijn 56 reproducties in rotogravure opgenomen. De ka lenderbladen van de weekagenda zijn tweetalig: Nederlands en En gels. Een uitvoerige toelichting i het slot en enkele levensdata de achtste maal dat Boy mans een agenda uitgeeft Dit keer is hét wei een heel kostbaar bëzit. verrijken, „door te letten op de wij ziging. die de toon en de per jn- lijke verhouding tot het onderw >rp in het verloop der jaren hebben ondergaan Nu mij dezer dagen een nieuw uitgegeven bundeltje van Huygens met korte gedichtjes van over het geheel laag-comisch karakter in handen kwam. treft bij het onderhavige boekje met avondmaalsliederen te meer het feit. dat er acht kortere en lange re verzen van Huygens' hand in staan, waarvan sommige, naar de samensteller ons.verzekert, tot zijn beste v i behoren. Merkwaardig ook. dat de „ver standelijke" dichter Huygens in de ze mystieke stof beter werk le vert dan de bevindelijke Van Lode- steyn hoezeer ook uit diens avondmaalspoëzie een innig gevoel spreekt. In de verzen van de late re jaren der 18e eeuw voelt men enerzijds iets van de kilte der verstandelijkheid, het klimaat van de Verlichting, en als tegenpool de cultus van het aandoenlijke en van het gevoel, meer dan eens in hetzelfde vers. Men werkt met puntjes, uitroeptekens en vraag tekens, maar evengoed redeneert men op rijm er lustig op los. Dan komt de 19e eeuw met in sommi ge verzen een verknussing en ver- huiselljking van het religieus be leven. waar de avondmaalsgang, om met dr. Van Ham te spreken, „een familiefeestje is geworden", en nadert men de zoveel meer ge differentieerde nieuwe tijd. die moeilijker te karakteriseren is omdat we er nog zo dicht bij Om deze vergelijkingsmoge lijkheden, maar natuurlijk nog meer om de gedichten zelf, is de ze bundel als plan een vondst, als uitgave een welkome verschijning en als boek een gewaardeerd be zit. Velen zullen het meer dan eens omtrent Avondmaalstijd ter C. RUnsdorp (Herv. Zendingsblad) Voor de operaliefhebbers is Leo Riemens geen onbekende meer. Zijn radiolezingen met heel oude grammofoonplaten en smakelijke anecdotes van vroegere zangers en zangeressen worden overal ge waardeerd. Dat het verleden door Leo Riemens altijd geïdealiseerd •■vit, vindt de doorsnee luiste raar niet erg. Het is allemaal interessant. Onder de titel „Uren der zangkunst" heeft Leo Hiemens nu een boek uitgegeven, waarin over verschillende zang kunstenaars wordt geschreven, o.a. Enrico Caruso, Richard Tau- ber. Roland Hayes, Nellie Melba, Kathleen Ferrier. Jacques Urlus en Gré Brouwenstijn. Opnieuw heel leesbare lectuur met veel wetenswaardigheden en met enke le mooie foto's. Het is echter én voor de radio luisteraar èn voor de lezer van dit boek zaak. Leo Riemens al leen in zijn wetenswaardigheden te volgen. Anecdotes en levens geschiedenissen worden door Leo Riemens werkelijk bijzonder pret tig verteld en ook kan hij de in houd van opera's heel aangenaam en kundig weergeven. Maar men moet even de oren of de ogen sluiten als Leo Riemens gaat aesthetiseren. als hij muzikale conclusies gaat trekken of tot een artistiek waarde-oordeel komt ten aanzien van vocalisten of opera's. Want dan gaat het bijna altijd fout; dan ontbreekt hem het juis te inzicht. In een inleiding zegt Leo Riemens zelf dat hij „noogst bevooroordeeld" is. Dat is op zichzelf niet zo erg. als dat voor oordeel dan maar gegrond is. En Juist daaraan ontbreekt het nog wel eens bij Riemens Jammer, want vertellen kan hij wel. Leo Riemens is namelijk verzame laar. geen musicus of musicoloog. Dit boek moet dus met onder scheid worden gelezen. ..In 't midden Gaerthé. Uitg. A. Leiden. llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllinilllllllllllllllllllllHIMIIHIIIIMIIIIIIIIIIIIIIillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll is dit zich nauwelijks bewust. Men begrijpt, als men hem ziet, hoe de volksmond tot de uit drukking „melkmuil" is geko men. Men voelt aankomen, dat deze jongen het moeilijk gaat krijgen en men realiseert zich, hoe in een oorlog tienduizenden van zulke halfvolwassen jon gens de aardse hel worden in gezonden, om ei misschien, en hoe?, uit terug te keren. Dan zegent men. om met Goethes Faust te spreken. „Fried' und Friedenszeiten", en men pakt zijn krant maar weer op, omdat dit fantaseren toch zijn natuur lijk einde moet vinden; omdat men nu eenmaal niet van iedere figuur, die men ontmoet, een romanheld kan maken. M™, kreeg maar even een glimp van hem te zien, toen de reizigers uit de trein naar de uitgang liepen, maar een enkele blik kan soms meer openbaren dan een lang bekij ken Het was een jongen van 18 of 19 jaar, blootshoofds, met een bril op en gekleed in een gewone gabardine regenjas. Zijn blonde haar en brosse was weer goed toonbaar, na blijk baar in de groentijd gemilli meterd geweest te zijn. De brii was iets te groot; vermoedelijk was de jongen in die eerste maanden een paar kilo afge vallen, want ook de jas zat hem tamelijk ruim. Een bril die te groot is zakt een beetje af en de meeste mensen zetten hem dan onophoudelijk recht, ook als het niet nodig is, maar deze jongen leek van die ver zakte bril geen last te hebben, of zo onpractisch te zijn, dat hij niet op de gedachte kwam hem wat naar bonen te schui ven. Hu zijn aan dat (taffen op bepaalde uren studenten een vast verschijnsel. Wat was aan deze knaap dan het treffende? Ik heb eens een voortreffelijke preek beluisterd, waarbij de dominee bij de overgang het eerste naar het tweede punt onwillekeurig loensde, dat hij met het linker oog het eerste punt peinzend nakeek terwijl hy zich reeds opgewekt met het rechter oog tot de tweede gedachte wendde. Bij deze eerstejaars student trof mij óók iets dubbelzinnigs, n.l. de gelijktijdigheid van kinderlijk heid en een ietwat zorgelijke studieusheidHij had eigenlijk nog een echt schooljongensge zicht, maar die iets afzakkende bril en zijn manier van kijken verrieden, dat voor hem aan de hogeschool reeds nu een wereld was opengegaan, waar over hij zich al niet meer ver- oaasde, maar die hem met een ietwat gedrukte, studieuze ernst vervulde. Is, men tot dusver la Sher lock Holmes te werk gegaan, men vervolgt met fantaseren. Een werkstudent blijkbaar een jongen, die zijn studie al in het eerste jaar serieus neemt en niet veel aan het studenten leven zal kunnen deelnemen Hij heeft zijn eerste decepties vermoedelijk al te pukken, maar JNEENS zie ik hem, juist nu de trein zich weer in betue- ging zet, beneden op straat lopen, met een wat trage pas voor zo'n jonge vent, maar gelijkmatig en rustig, als een man zijn toekomst tegemoet- tredend Nu ik dit lopen zie. zou ik zijn leven in een roman tot een goed einde willen bren gen. Maar de trein heeft alweer vaart en, terwijl weilanden en sloten aan de ramen voorbij cirkelen, is de eerstejaars stu dent opgenomen in de menigte van de veel-te-velen, die in ons overbevolkte Holland een plaatsje onder de zon moeten peroreren. CR. Oecumenische manifestatie van 8 tot 12 Augustus 1956 Duitse Evangelische Kir chentag, die volgend jaar 8 tot 12 Augustus in Frank fort aan de Main wordt ge houden, zal sterk ln het te ken van de oecumene staan. Men rekent op vier duizend bezoekers uit het buitenland, voornamelijk uit de Weste lijke landen, o.a. van Bloeiende Bap tistengemeenten In het Jaar 1953 werden 12 000 zielen toegedaan tot de gemeenten der Evang. Baptis tengemeenten in Rusland. De candidaten krijgen een jaar wachttijd: een „proeftijd". Beneden de 18 jaar mogen geen leden worden aangenomen. Ze erkennen geen andere doop dan die door onderdompeling is bediend. Dogmatisch oftewel leerstellig bekeken zijn ze fundamentalisten. Het is de geest der eerste (Apostolische) ge- meentèn die onder hen werkt en hen een brandende ijver voor Christus inblaast en eenvoudig doet zijn in geloofsopvatting en gemeentelijk samenleven. In heel de Unie, die de ge meenten in gans het uitgestrek te Rusland (Europees en Azia tisch) omvat, wordt de eerste Zondag van elke maand het Avondmaal gevierd. De Raad der gemeente wordt gevormd door drie personen: de Voor ganger. de secretaris en een ander gemeentelid. BelangrMke zaken worden voor de gemeen tevergadering gebraoht. Aan zulken, die de gave ei voor heDben ontvangen, wordt toegestaan de gemeenten door prediking te dienen. Financieel zorgen de gemeen ten voor zichzelf. Zij ontvangen uit geen andere bron giften. Vijf maal per jaar wordt in el ke gemeente een collecte gehou den ten behoeve van de Unie. Dit geld is o.a. nodig voor het voorgenomen drukken van bijbels en liederboeken. Zij hebben reeds contact met baptisten in andere landen der wereld doch hopen dit te ver stevigen en uit te breiden. Van tijd tot tijd worden in alle ge meenten preken gehouden, die handelen over vrede, vriend schap en broederschap tussen de volken en steeds wordt er vurig gebeden voor de vrede op het rond der aarde. De Russische Baptisten doen een krachtig beroep op alle christenen met hen de „koude oorlog" te veroordelen opdat hij niet oversla in een bloedige oorlog, en met hen te veroor delen de bewapeningswedloop en het vervaardigen en gebruik van de wapens voor massaslachting. (Uit: De Christen) honderd Schotten. Met het oog hierop worden maatre gelen getroffen voor het ge bruik van de Engelse taal op|/^®^ de Kirchentag. Ook uit de ker ken achter het IJzeren Gordijn verwacht men veel belangstel ling en zelfs van de jonge Azia tische en Afrikaanse kerken. Dit deelde dr. Von Thadden— Trieglaff, de president van de Kirchentag mee aan zijn mede werkers uit de Duitse lekenbewe ging, van wie er 15.000 worden verwacht. Dr. Von Thadden ziet ln deze bijeenkomst een machti ge manifestatie van de oecumenl sche gedachte en een bindende factor voor de Evangelische Christenheid in Duitsland. Met het oog op het aantal be zoekers heeft men aan het stads bestuur van Frankfort verzocht een groot terrein, dat 40.000 mensen kan bergen, in de nabij heid van de Dom en de oude St. Nicolaaskerk voorlopig niet te bebouwen. Aan dit verzoek heeft men voldaan. Op dit terrein zal de openingsdienet worden gehou den. De werkgroepen komen bij een in de markthallen, de namid- dagbijeenkomsten worden gehou den in het Gruneburgpark, ,De Jeugd komt bijeen in het Stadion. De massale slotbijeenkomst wordt gehouden op het terrein van de vroegere militaire vlucht- haven Rebslock, die meer dan 500.000 mensen een plaats kan bieden. Calvijn over de ene katholieke kerk Dc Oecumenische Raad van Kerken in Nederland heeft een boodschap doen uitgaan ter gelegenheid van de Oecume nische Zondag (de eerste of de tweede Zondag m December) met een citaat uit de Institutie van Joh. Calvijn (hoofdstuk IV: 1, 2). De grote Kerkher vormer geeft hierin een defi nitie over de eenheid der kerk. HU schrot: niet onder Christus, ons Hoofd, ver enigd z\jn met alle overige le dematen, wacht ons geen hoop op het toekomende erfdeel. Daarom wordt de kerk ge noemd katholiek of algemeen, omdat men geen twee of drie kerken kan vindenzonder dat. Christus verscheurd wordt: wat onmogelijk is. Ja, de uit verkorenen Gods zijn allen in Christus zo verbonden, dat ze, evenals ze aan één Hoofd hangen, zo ook als het ware tot één lichaam saamgroeien, door zulk een verbinding met elkaar samenhangend als de leden ran eenzelfde lichaam; in waarheid één geworden, daar ze door één geloof, hoop en liefde, en door dezelfde Geest Gods tezamen levenge roepen niet alleen tot dezelfde erfenis des eeuwigen levens, maar ook tot de gemeenschap aan de éne God en Christus. Hoewel dus de sombere woestenij, die we overal aan treffen, uitroept, dat er niets van de kerk overgebleven is, laat ons nochtans weten, dat Christus' dood vruchtbaar is, en dat God op wonderbare wijze zijn kerk als in schuil hoeken bewaart. OUDE KERK IN ,,'T RIJKE WOUDT" TAOMLNEES KOMEN er in ae literatuur, ook op het toneel, gewoonlijk niet best af. Het zijn vaak van die half-zachte mannen, die iets onwezenlijks aan zich hebben. Ook glimlachen en praten ze te veel en komen niet tot de daad. Of ze zijn zo steil en zelfgenoegzaam, dat ze ver van de gewone mi staan. Om nog maar te zwijgen van de huichelaars, die we in boeken ontmoeten. zij bv. vlak vóór de preek al te rustig zijn. is helemaal geen kwaad teken. Is het me kunstenaars juist de groots'» vóór hun optreden anders? Ei blijkt uit, dat zij die weergave van een diep innerlijke beleving voor publiek of gemeente niet maar zo vanzelfsprekend vinden. Maar verder stellen zij er hun leven op in, r.iet anders dan an ders te zijn. Zelfkri'ick en ge voel voor hunor behorde hen er voor „hemelbode" te willen spe len. De verzoeking van de preek toon op of onder de kansel we ten ze van zich te houden en z« schamen zich het al te mense lijke niet. En zoals de dans met de negerkinderen van de Antil len niets verstoord heeft van de majesteit van onae Koningin, zo behouden zij ook op het platte In een stukje auto-biografie heeft een in ons land populaire schrijfster onlangs over haar va der verteld, die dominee was. Hoe gejaagd hij Zondagsmorgens aan het ontbijt zat, over zijn preek en of de kerk wel vol zou zijn. Een slappe en dus in dit geval komische figuur. Zijn vrouw stelt hem dan gerust, dat *t immers elke Zondagmorgen zo is en dat het altijd goed gaat. Aldus heeft deze schrijfster het als kind meegemaakt (deze ouders leken wel model te zitten voor het echtpaar Doorsnee) en als zij dan bij haar vader ter kerke ging. was het haar niet dan verveling en verschrikking. Geen wonder dat zij later dwaze versjes zou maken, waarin stee vast de dominee voorkomt. Zo hoort men graag over de predi kant. zelfs als hy Je vader is. De Camera heeft immers *1 ge zegd. dat er niets grappigers be dacht kan worden dan met de kerk te spotten. dominees zeker wel tot dergelijke spot. het type, dat ons i bijster aanstaat, al aak door deze buiten- ien. Maar hebben do minees meer de eigenaardighe den van hun ambt dan bv no tarissen. onderwijzers of officie ren? Ik meen van niet. En. do minees hebben het in dit opzicht moeilijk. Zij hebben immers een zeker koorddansersbedrijf uit te oefenen. Ze hebben te gaan. te rweven tussen hemel en aarde. Van hen wordt verwacht, dat ze de dingen alt .d weer zien en laten zien „ln het licht der eeu wigheid" en het is niet zo een voudig daarbij een gewoon, nuch ter aards mens te blijven en de juiste toon te vinden. Bovendien verwachten vele mensen nu een maal altijd iets buitengewoons in hun optreden. Een dominee behoort een zekere glans om zich heen te dragen! „Hoe kan U nu dominee worden. U aanleiding Wij kennen ook niet zo leren wij i kant heen i •lak de waardigheid, die bij het mbt past. Als de mensen dit u maar ranvaarden willen en hebben leren verstaan, dat Juist zó de weleerwaarden het best hun roeping kunnen volgen Over de spot. die met dezen gedrcv -> wordt, kunnen we dan alleen de schouders ophalen. (Door •ekhl •olijk!' hoorde student zich eens toevoegen. Men moet, zo vinden velen, het de dominee aan kunnen zien, zo al niet meer aan zijn klederen dan toch aan zijn hele houding Vele lieden hébben niet het recht over een dominee te glim lachen als hij wat zonderling is. zij wensen het immers zelf zo. We kunnen overigens gelukkig constateren, dat er tegenwoordig nogal heel wat „gewone" domi nees zijn. die juist als zodanig hun ambt met vrucht vervulltn. Dat de spanningen daarvan hun wel eens de baas worden en dat De Schotse Baptistenkerk heeft haar uittreden uit de We reldraad van Kerken gemotiveerd op grond van het feit. dat „de We reldraad haar grondslag prijsgeeft m maar zoveel mogelijk kerken ls leden te winnen" Dit besluit eenparig De LierDelft een oude kerk, de Ned. Hen. Kerk van 't Woudt, omgeven donr grote boerderijen met rieten daken en rood-groen geschilderde blinden, een oase te midden van het wijde polder- De boerderijen en arbeiders- en bet Gotische kerkje nog ouder. De ingebouwde toren dateert uit de 14de eeuw en de kerk werd in de lbde eeuw herbouwd. In 1277 al kreeg 't JToudt van graaf Floris de V het recht een eigen xielcherder te kiexen. In de Middeleeuwen kreeg het gehucht de bijnaam ,,'t rijke IFoudl". In de hexettingstijd kwam de naam 'l Woudt nog eren in het nieuws torn de héxettert meldden in het legerhericht, dat „een voor stad van Delft" uas veroverd. De enige buit was de oude torenklok, n later gelukkig weer terug- Sedert lange tijd werd aan hel oude gebouw nietgedaan en bet aki hoe langer hoe meer in rval. De bewonen van het plaatsje, t kerkbestuur en ook de stichting oi Monumentenxorg, hebben de odxaak van een grondige resiau lie al jaren geleden ingexien. De plannen tol herstel xijn tot nu toe alleen nog maar plannen gebleven. van Hervormd Den Hoorn en 't Woudt is echter te klein om voor de ha dergelijke opdra mheder alle. Broederhand na 't Avondmaal Dr. M. H. Bolkestein. Hervormd predikant te Zeist, herinnert er in „Woord en Dienst" aan, dat in onze kerkdiensten een belangrijk ding gemist wordt, dat de nieuwtestamentische gemeente bezat: de broederkus. Hij schrijft: De kus is van betekenis veranderd BIJ ons heeft de handdruk de de kus ingenomen. Maar is het dan niet mogelijk, deze de liturgie'' Zouden wij elkaar aan het uitdrukking ianddruk op te vondmaal niet de broederhand kunn« •an de daar gevonden gemeenschap in de Heer Sinds enkele jaren geschiedt dit in mijn wljkkerk. Na de •oor het verlaten van de tafel, geven de deelnemers elkaar de hand; ieder geeft zijn rechter- en linkerbuurman de hand. Ook wanneer dit toevallig een familielid of echtgenoot is. De verbondenheid ln Christus is een andere dan de bloedverwantschap of de huwelijks and. Zij ligt dieper en ia van andere aard. Door elkaar de hand te geven, erkennen en aanvaarden de avond- maalsgangers de band van de familia Dei. het huisgezin Gods De gemeente voelt dit aan als van groot belang. Het is gebeurd, dat door het geven van deze broederhand mensen dichter tot elkaar zyn gekomen Plotseling beseften zij. dat zij in het avondmaal op I bijzondere wijze, onontkoombaar, aan elkaar vèrbonden De ge woon-menselijke verhouding, die niet sterk was. kreeg I gje broederhand gegeven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 7