Het kind in de kerk DUECENTO, Riskante filosofie «Vorst van de Ballingschap» Cultureel venster LEZERS PELGRIMAGE NIEUWE LEIDSCHE COURANT een zwerftocht door Italies late middeleeuwen Het mee*t geprezen en veelgelezen werk van wijlen dr. Huizinga „Herfsttij der middeleeuwen" is allesbehalve gemakkelijke lectuur. Dat standaardwerk is in zijn over vloedige rijkdom een bewijs van de bewonderenswaardige eruditie van de historicus, die in dat herfsttij thuis was als in de omgeving van zijn woning, neen als in zijn huis zelf. Het is van een saamgedrongenheid, die nog al vermoeiend doet lezen, maar taal en stijl zijn voornaam op elke bladzij. Bewonderenswaardig niet minder Is Dueeentnvan Hél Noltheniu.», wier naam* als schrijfster voor de meesten onzer onbekend was tot- da' ze dit deeltje uit de prisma reeks lazen We lezen op de om slag van haar dat zij muziekweten schappen studeerde en in 1948 pro moveerde op een proefschrift: „De oudste melodie van Italië", ge titeld. Haar naam lees je nog al eens in de K R O -gids als schrijf ster van hoorspelen. Zij heeft zich in dit boekje nders dan Huizinga. beperk' ate literatuur Je zou hier ondeu gend willen zeggen: wijd en glo rieus als de ijdele pronk van haar belezenheid spant zij de pauwen staart harer eruditie ivrij naar L van Deyssel. die zo grapte over Dr Schaepmani. Het boekje is rijk en instruerend geïllustreerd. Hoe zeer ze thuis i.« in het Italiaans, bewijzen haar tal rijke pnëtisch-knappe vertalingen van de toenmalige verskunst meermalen vergezeld van het notenschrift der melodie. Om kort te gaan: Hélène Noltho- één land en één eeuw: Italië ir de nius heeft onze kennis van de rijke 13e eeuw Het slot luidt: ..Wij heb- pr.-e-renaissancistische cultuur der ben het Duecento vooral gezien late middeleeuwen verrijkt op een en beschreven als een voorstelling I wijze die slechts bewondering tussen hel en hemel, tussen boks- I wekken kan. poot en aureool: het schoonste Hoe vervoerend de hemelse mysteriespel van Europa's historie. Moge het er allen vergaan zijn als de toeschouwer* van de middeleeuwse mysterie spelen zelf. die zich even zeer bij het drama be trokken wisten als de ac teurs. en hun rol van lachen, wensen, roepen en zingen vervulden tot de laatste^ woorden waren Iemand die zo eindigen durft, moet wel van haar onderwerp zo bezeten zijn Nooit de Europest een Boek van héLène noltnenius een Jiddisch juweeltje Een Jiddisch juweeltje, zo mag men het boek van M. Wertheim „Vorst van de Ballingschap" wel noemen. Het is het portret van de Rotterdamse Jodenbuurt uit de jaren 1825—1850 ten voeten uit. Een levendige, bontgekleurde schilderij, rijk gestoffeerd met een overdaad van personages en tafereeltjes. Een uitermate boeiend boek. amengaan van filosofie en lite ratuur geweekt, als fhans het geval is vaak in dezelfde per sonen hij 'r existentiële den ken en bepaalde uitingen der moderne literatuur. En al zijn gew •nders verwacht van de lezers dan minne een geïnteresseerd, een mee- ge.'leept medeleven in het ontzag wekkend „mysteriespel" der 13e eeuw. hier voor onze ogen opge- toverd. We zeggen hier geen woord Want niet alleen is haar kennis van die eeuw fenomenaal naar alle kanten, maar ze schrijft er over in een zo klare beeldende en dus boeiende stijl dat je eerst leest maar graag ook weer her leest én vanwege het schouwspel én vanwege de vertelkunst Fa en een citaatje uit de proloog „Dit is het relaas van een tijd. die hols en heilig was met een felheid die ouderdom bant Oude en nieuwe «dachten voeren er verbeten rijg. klare waterspiegels worden tot maalstromen en eindigen even plotseling in een moeras. Pausen en Keizers verheffen zich. steden en staten belagen elkaar. Tyrannen trekken brandschattend van Noord naar Zuid en door het wapen gekletter is menige troubadoura- snaar gesprongen Kruisvaarders keren bedelend uit den vreemde weer. melaatsen, geselaars en pro feten lopen te jammeren van stad tot stad Het is een eeuw van ver- achrikking, maar in de kapellen worden geduldig wonderen aan de wand geschilderd. Bij kaarslicht zingt men er lied na lied en boven alle gewoel waait de glimlach van een straatarme heilige zo bevrij dend als een voorjaarswind". Zij beheerst de stof volkomen en or dende die massa in drie boeken, het eerste handelt over: de Germa nen, de pausen, de steden en de burgers; het tweede over: de hei ligen. de gelovigen, de zondaars en de boetelingen; het derde over: de geleerden, de aesthetcn. de zan- Sers der aardse en de zangers der cmclse missie. Achterin volgt voor elk hoofd stuk een commentaar, verwijzend naar de bronnen en de voornaam- Eén op de zeven een bloemlezing uit de gedichten van S. Vestdijk verschenen, die door de schrijver zelf Is een keuze uit zi i de bloemlezing ls verklaard. De bun del telt ongeveer 140 bladzijden en •r staat heel wat in. zodat <ie le ger een tamelijk volledig beeld van VestdUks eigenaardig dichter schap ontvangt. Men merkt ver wantschap met Slauerhoff en de afeor van het tijdschrift Forum: men bewondert de vaardigheid in de versificatie en de knapheid van het geheel, zonder dat men dit werk als poëzie nu zo hoog waar deert Dit te minder, omdat de geest van desa verzen niet aan trekkelijk is. C. R. dat tijdperk van Francis- cus van Assisi zich zingend uitte, bewijst het volgende lied. door Jacopone da Todi. een franciscaan se troubadour, gedicht naar som- t Kwam mij nooit in de zin, O Jesu, om te dan sen, maar nu 'k Uw licht zie glanzen, nu dans ik niettemin. Verbaast U, broeders, niet nu gij mijn trage voeten zo rap bewegen ziet; Ook gij zoudt dansen moeten, bij 't horen van zijn iied, in rusteloze stoeten. Wie danst om Hem te ontmoeten Kan nergens meer beklijven en nooit vreugd beschrijven en danst de hemel in We denken onwillekeurig aan een middeleeuwse visie op de hemel: in de hemel is ene dans A. Wapenaar. 1300, dus: 13a eeuw. Wat fascineert echter zo? Ongetwijfeld de le vendigheid aer waarne ming. weJte het stempel van de echtheid draagt, maar vooral daarnaast gende elementen: het idyllische en het geeste lijke. Eerst dat idylli sche: de schrijver heeft met een grote liefde dit leven gadegeslagen. Neen. niet dat hij ge tracht heeft de feue kleuren te temperen. Hij heeft geen engelen getekend maar mensen, aan wie niets menselijks vreemd is; ja. bij wie dit al te menselijke door hun hartstochte lijke aard in vele gevallen eerder versterkt dan verzwakt was. En toch draagt deze gemeenschap iets van een veilige beslotenheid. Het is volop Biedermeyertijd en de Rotterdamse Jodenbuurt, waar van de bewoners geschaard zijn rond hun kohan Abraham Lezer, plukken de eerste zoete vruchten van de na-Napoleontische emanci patie: zij zijn oogeslo^en In het ghetto, maar ook nog niet de ont wortelde liberalen van later tijd. Talmud en Tora genieten nog de onbetwiste aut< deze samenle' aanzien. De zich profiteert, begint 'zic'h te^doên 'geï' i gestalte verkieeg. Allen den. Het Jodendom wordt door de I bijeen: de patriarchen en uv .v..- niet-Joden aanvaard in een wei- ters. de profeten en de dichters, dadige geest van algemene men- i de moeders in Israel en de doch- senmin. Ieder spoor van anti-se- j ter mietlsme ontbreekt. Anderzijds de zijn ook de Joden tolerant: de te- kent genstelling tussen Portugezen Idylle niet voldoende Idylle alleen is echter niet vol doende: zij leidt hoogstens tot een vluchtige sentimenta.iteit. De biij- vende betekenis var, Werthgims boek moet eerder gez - ht worden in het geestelijke po,'. t. dat hij van deze gemeenschap lekent. Hier in iigt de quintessens van zijn werk. Niet in het verhaal op zien- sïeHTS 1SÏS conceptlt ,«n Mn Querido, een mkW.ll.l* een v.r.re.el, ..We- voorbij eenre. Wel uit het vet- j ter. mijn grote ,u,ter. doe ons u.t b.,1 on. diep treil en hij zal blij I hel ritselend benauwend opper ven is de tekening van het trouwt Joodse geloof, dat cleze gemeen schap bijeen hield. Hoe r in de buitenland- vooral de Franse, be'.ere voorbeelden van dit ver schijnsel te v.nden dan in de Ne derlandse letteren men denke aan figuren als A. Malraux. J P. Sartre. Simone de Beauvoir toch is een goed begrip van. of beter nog. een juist meevoelen met prozaïsten als Simon van het Reve. W. F. Hermans. Jo Boer. Anna Blaman en velen der zen. experimentele dichters, onmoge lijk. zonder ingewijd te zijn in wat Van Peursen ..riskante filoso fie" noemt. i ..Riskante Filosofie" is dan vnl. het existentialisme in de ruime zin van 't woord; de schrijver ver staat er immers onder die stro ming. waarin ,.de denkende mens zijp eigen tekort ervaart tegen over het transcendente, dat het fi losoferen te boven en te buiten gaat". <blz. 15'. Hij stelt drë begrip tegenover 't ..magische denken." waarin de mens zich in staat acht „om het wezen van de totaliteit, waarte genover hij gesteld is. in woorden volledig te vertolken" (blz. 13). Dit uitgangspunt van 't existen tiële denken, dit wantrouwen in 't woord, kunnen we ook vinden bij verschillende experimentele dichters, ik geef slechts een voor beeld: „het leven hangt buiten het bereik van de klanken zin nen en woorden" (Simon Vinken oog. Lasten ia). En wanneer de schrijver ons wijst op de nadruk, die de „ris- zweet". iJan G. Elburg, Water. verlenen I JWMMHH als van Jonas van Gogh n ren. Hij .s Bijbelventer feet, steeds op reis en weer terug om met een n: ziende gerechtigheid zijn op te roepen tot de Wet Getuigenis. Jonas spreekt beheksten en als hij deze n klau, bij de hand heeft, hij ze zelf. i dat overtuigend ontdekkend, alsof de ving een patriarchaal zelf sprak. Jonas is het symbool j zich herstellende wel- van deze gemeenschap, waarin 1 J„ hj •an vooral de handel het Oude Testament ven levende k J.jne Duitse tg t begint verzwakken; het Christendom wordt een verzoenends houding aangenomen. Later zal dit alles anders worden, maar in deze periode heerst de vrede. Vrede met de Joodse tradi tie. vrede met de goilm, vrede ook. ondanks gesappel en zorgen met het lot. Het is in onze ver- Roman van een buitenafwerker De roman „Vrouw en Verten" van Leo Lceuwis is. ronduit ge zegd. een uitstekend volksboek. Het verhaal van Dirk de Geus die geen hoepelmaker wilde blijven en. aangetrokken door de zee en verre landen, met een aantal Slie- drcchtenaars de wereld intrekt, spiegelt het leven van de Holland se buitenafwerker zoals dat reilde zeilde in het begin van deze eeuw. Zonder te vervallen in goedkope dramatisering van de slechte so ciale toestanden omstreeks de eeuwwisseling, geeft Leeuwis in de figuur van Dirks vader, de oude Reijers. een rake tekening van de ..hoepmaker" zoals deze, na een zestienurige werkdag, met de kousenvoeten op de ijzeren voet van de potkachel zit te suf fen. omstreeks negen uur met opengesperde mond gaapt en na een kapittel gelezen te hebben ge nacht zegt. ..Zoals hij daar iedere avond stond, moe en knoestig en de hand gekromd om het uurwerk ..Tijd. Jongens", zei Moe, ,,'t is morgen weer vroeg dag." Maar zijn zoon Dirk wordt ge lokt door de verten. Hij zal vreem de landen zien. hard moeten wer ken. een goed loon verdienen, en beurtelings geslingerd worden tus sen het verlangen naar de vrouw en het werk in de ..verten". ..Vrouw en Verten een titel die gedekt wordt door de inhoud. Leeuwis heeft kans gezien de avonturen van Dirk de Geus op een waarlijk onbekommerde boeiende manier te vertellen. Hij heeft de eenvoudige stijlmiddelen waarover hij beschikt niet gefor ceerd en gezorgd voor de nodige afwisseling. Daar is een man als Jongeneel die nergens door wordt beroerd en voor wie Sliedrecht de hoofdstad vande wereld blijft, daar ls Saan Hulzer. de deugniet, daar is ten slotte Dirk de Geus zelf die het ervaart dat een bui tenafwerker véél vergeving nodig heeft, en aan wie het kindergeloof wel eens dreigt te ontzinken. Maar bij de zwerflust van de Sliedrechtenaren hoort ook de trekpleister thuis. Voor Dirk de Geus is dat Annigje. de „Donau Prinses", die het maar moeilijk heeft bij haar schoonmoeder. Dat Leeuwis de figuur van Annigje sterk heeft geromantiseerd veree ven we hem. omdat hij het met hart en ziel heeft gedaan P. J. R. lltf. MIJ Wacenlneen (1955). flNLANGS kwam ik ergens een kamer binnen en zag daar op een laag tafeltje een krant, een schaar en een paar knipsels liggen. De journalist en kerkbode-redacteur expressief kan een mensenhand zijn, zodat Albrecht Diirer een handenpaar tekent en Auguste Rodin er een modelleert. Op zulke momenten vertegenwoor digt de hand de gehele mens ambtshalva met schaar en lijm- j coorat de ziel van die mens. pot, maar het u ern gelukkig j T andere belangstelling. mensen z<jn. die bv het leze», van de krant een schaar niet ver Uit de buurt hebben liggen. Het mag dan waar z\jn, dut veel xn een courant aan de dap toebe hoort. aan de ander* kant staat er vank zoveel traardevoU »n, dat het zonde en jammer u dit in de hademloze put van het verleden te laten verzinken. Er zal vel niemand run die niet enkele knipsels bewaart; in por- j tefeui'les. dozen en mapjes kan men ze pinden, advertentie* van peboorfe tu overlijden verslagen van jubilea met portret, een anecdote of een bijzonder ge- tlaagde caricatuur. Soms zijn de knipseltjes oud en vergeeld en als het ware één met het plekje, waar ze opgeborgen zijn. Liefde vol of smartelijk herdenken buigt er zich overheen en de voorzichtigheid, waarmee het oude stukje bedrukt papier glad gestreken en weer op t\jn plaatsje wordt weggeborgen, is er waarborg voor. dat het nog lang zal worden bewaard Hoe onbewust welsprekend kan het handgebaar zijn bfj het aan het Heht brengen en opbergen van ruik een stukje verleden Hoe der persoonlijk, meer op de zaak gericht Het kan het verslag van een lezing wezen, of de bespre king van een boek; de aankon diging van een nieuwe maat regel. of een overdenking, die de lezer getroffen heeft. Het leven van de meesten onzer is gehaast; toch zal soms zulk een groeiende verzameling knipsels worden ingeplakt of ordelijk op geborgen. Maar het is al veel wanneer er een kleine verzame ling ontstaat: het geeft bevredi ging. te zien dat de haastige tijd iets heeft achtergelaten waarop men kan teruggrijpen. Krant en schaar kunnen zo eikaars bond genoten worden. yOLGEND jaar Mei zal het 25 jaar geleden zijn, dat de kunstcriticus en romanschrijver Joh. de Meester overleed. In een interview, dat hem eens door F d'OUveira werd afgenomen. zei h(j zo op de grens van ironie en sarcasme; „Wij, journalisten, werken toch maar voor een ze kere gelegenheid." De Meester gebruikte een krassere term. Gelukkig is dit niet helemaal waar Bovendien, ook al wordt de courant weggeworpen, er gaat toch invloed van uit. De ontmoeting en het gesprek met de lezer mag vluchtig zijn. ze herhaalt zich elke dag. Verstan dig de lezer, die bij zijn dage lijkse krantenlectuur een schaar tje bij de hand heeft. Het ver zamelen van knipsels zal wel nooit een rage worden zoals het opsparen van lucifersmer ken. sigarenbandjes en derge lijke maar het is ongetwijfeld em veel intelligenter bezigheid en die meer voldoening ver schaft. Tot het ..pluk de dag behoort ook het vasthouden aan het merkwaardige en goede, dat op zu'k een dag aan ons voor bijtrekt en de krantenlezer met de schaar is op dit punt een levenskunstenaar in het klein HU geen ijdel mens want met een verzameling knipsels valt niet te pralen, maar als hij op een rustige avond z(jn oude cahiers met de ingeplakte knip sels weer eens doorbladert, be leeft hij een eigensoortig en vol doening schenkend genoegen- met oordeel te hebben gelezen niet alleen, maar iets te hebben doen ontstaan, waarvan de u-aarde met de jaren toeneemt C. R. Lente": ,.De bomen staan als vrouwen die zich kle den. de armen heffende boven het haar Zo vinden we bij voortduring, dat dezelfde verschijnselen zich voordopn in de moderne wijsbe geerte en de moderne literatuur; tofulu I de ruimte voor verdere voorbeel- d™ - rnk VOO- d, romankunst geven ontbreekt hier. maar ik kan de verze- :t 7li I kering geven éat voor iedere min de rich- n"r d*r hedendaagse letteren de 1 '"zing van Van Peurson's boek itermatc waardevol zal zijn. Z,£!' vdoeik"dlet"d«n WÏÏ IS "{móL® tS'tt juichen, dat deze dissertatie door een herdruk in bredere kring ver spreid kan worden. Want de schrijver leidt ons tot zijn stof in, niet vanuit een a prio ri alles afwijzend en geen imma nente critiek toelatend standpunt, maar hij beleeft met de door hem beschreven denkers hun proble matiek, trachtend van binnenuit hun denken te verstaan. Wattneëfr men dit vergelijkt met. wat prof. Zuidema her en der over deze materiè. gepubliceerd heeft, kan men niet anders dan dank baar zijn, dat ook deze beschou wingswijze die toch ook duide lijk constateert, dat er „geen con tinue overgang is tussen deze filo sofie en Christelijke religie" 'blz. 143) vanuit een Calvinistische overtuiging mogelijk is. Boven hen uit troont als Mle-eeuwse Rotterdamse Mo- zes, Abraham Lezer, de onbetwis te leidsman; door niemand daar toe officieel aangesteld, maar door ieder eikend. Op zijn 70ste jaar wordt hij ln de synagoge gehul digd, een grote uitzondering. Dat ls kort, nadat een cholera- epidemie de gemeenschap gruwe lijk hei -g|| geteisterd. Abraham is ai du ellende gekomen tot, een soort Hegeliaanse berusting m de wereldregering; tot een filoso fisch geloof in een vage Eeuwige Oneindigheid, die het al omsluit: het goed en het kwaad, de dag en de nacht. Abraham heeft God verklaard en geeft uiting aan zijn nieuwverworven inzicht. Zijn rij ke zwager. Manuel Belmonte. wijst hem echter op het Griekse redeneringen: het Jodendi RüügiPRPleert geen filosofie; het Jodendom is een daad: gehoorzaamheid aan de Wet. Bij de uitdeling van de gif ten der barmhartigheid leest A- braham voor de armen Deuterono- mium 6: 49 en 11: 1417 en hij zegt: „Ik weet. dat het voor u. die hier komt in armoede en met pijnen moeilijk is te geloven, dat God rechtvaardig was jegens u. Vraagt niet. want er zal geen ant woord zijn, maar volgt de Godde lijke bevelen op God heeft een doel" God. die geen 1 een God. die r dig is; ichtans rechtvaar- te rekenen met v...^ inzichten of filosofieën, want deze God legt geen rekenschap af aan het menselijk verstand. Hij is te hoog. God wacht niet tot on ze Inzichten Hem begrepen heb ben. maar vraagt gehoorzaamheid aan Zijn Wet en dienst aan onze naaste. Dit is een oeroud Joods getuigenis en daarom mag Abra ham Lezer de erenaam dragen, die door de Joden in de verstrooi ing oudtijds slechts aan hun voor- naamsten gegeven werd: Risj Ga- loeta Vorst van de Balling schap. Een opmerkelijke Joodse stem. dit bock. dat in de Elsevier- reeks verscheen. Ev. Grolle. Onder de Roos Harriet Laurey en Ton Neelis sen. die elkaar kennelijk geen kwaad hart toedragen, hebben van liefde gezongen en de dich terlijke resultaten daarvan, in een bundeltje verenigd, bij de Uitg. Mij. Holland te Amsterdam doen drukken. Zij achten blijkbaar hun liefde van algemeen belang en hebben daarin, gezien het alge meen-menselijke van h< ver schijnsel liefde, ongetwijfeld ge lijk. vooral omdat we hier niet al leen dragelijke, maar zelfs op meer dan éen punt goede po; j aantreffen. C. R. M. Bcinema. J. Paris, Am Windrozen per Bos De U.M.Holland te Amsterdam heeft uit de serie dichtbundeltjes „De Windroos", ter gelegenheid van het eerste Lustrum van de ze serie, een bloemlezing laten samenstellen. Ad 3n Besten was uiteraard daarvoor de aangewe zen man In een Ten Geleide geeft hij in het kort rekenschap van zijn keuze, of liever van de keuze der dichters zelf, want aan hen ls overgelaten wat ze er in wilden hebben, binnen de omvang die door de opzet van Let boek je geboden was. Het resultaat is een interessant bundeltje van een goede 50 blz.. dat werk bevat van een 27 tal poëten, waarbij het mannelijk element zeer sterk overheerst. Wie weten wil wat sinds 1950 aan belangrijks of veelbelo vends op dichterlijk gebied in Nederland van de hand van jon geren aan het licht is gekomen, krijgt hier een goed verzicht. soms stevig ergeren, precies zo als in het leven! Want aan de nieuwere poëzie is niets mense lijks vreemd. Gelukkig da* de recensent niet voor een litteraire „eeuwigheid" behoeft uit te ma ken. wat eigenlijk van blijvende waarde is. De grote schifter en criticus Tijd. in wiens schaduw de recensent leeft en werkt en die voorlopig maar half geïnte resseerd toekijkt, zal 'e zijner tijd wel spreken ..of de boel zwij gend terzijde schuiven. DE ENGEL- Waarom is er geen Engel der Gemeente met opdracht speciaal voor deze stad? En tussen hoop en houvast zulk een leemte? Ik wou dat ik wat meer bevinding had. Nu ga ik soms gelaten, dan geladen en dikwijls op de vlucht voor schamp en spot. We spreken onder ons wel graag van daden maar kletsen die bij voorbaat reeds kapot. Op het gezicht de zorgelijke trekken van 't zakenleven is mijn thuiskomst koel. Laat voor mijn part de hele boel verr Daar ligt de Bijbel open voor mijn stoel. FRANK DAEN NEGEN PUNTEN VOOR DE PREDIKANT, K'Vu'lÏTÏ5 WAAR HIJ ACHT OP MOET GEVEN tiding op de preek óf betrachting zijn. Op gemeente-avonden, op huisbezoek zullen de ouders opgewekt, voorgelicht wor den. hoe de kerkgang ook voor hun kinderen een vreug de kan worden. („Hoe vro lijk gaan de stammen op!") bij elkaar, maar daarover kan men lang twisten!) zul len zich in onderling overleg bezinnen hoe de taal der kerk het best „de kinderen ingeprent" (Deut. 6: 7) kan Kin- Het hindert niet als hun i dacht weer verflauwt gebeurt bij de grote me als beurt krijgen. 4e. De diensten mogen niet lang zijn (X 10 minu schreef eens een wijs ir X is dan de grens van De Zondagsscholen derkerken worden weer te ruggebracht tot hun oor spronkelijke functie: evange- lisatiepost. De humor en de fantasie (facetten van de liefdei, het getrouwevoorbee'.d. de voor bede én de vrijheid kun.ien hier alleen van kracht zijn. Dwang en angst zijn taboe. HET KIND IN DE KERK. Draaiend, verveeld aan het spelen met alles wat hem maar in de handen komt. Diep zuchtend zeurt het vader of moeder om een pepermuntje. En vijf minuten eerder had de kleine er pas één gehad! Om van het gezeur af te zijn krijgt de jeugdige kerkganger zijn zin. De pepermuntrol slinkt 7e. School en huis en kerk (na: onrustbarend gelukkig nog even zingen en dan volgt rnijn „gevoelen" horen het verlossende amen. Zo gaat het maar al te vaak. Vandaar dat we met belang- werken om die psalm of dat stelling een artikel laren van f,"„zin1g„r^ ",^^1 Vod G. d Olivat in het blad, „In waarlijk mee kan zingen, de Waagschaal", waarin een 3e Het kind zal in de kerk toe vergelijking wordt getrokken F.es.P.r<?^n moeten worden, tussen de drie grootste kerk- formaties in ons land. In de Gereformeerde Kerken heeft het kind een plaats, althans ruimtelijk gesproken. In de Ned. Hervormde Kerk, zo con stateert de schrijver, zijn kind en kerk van elkaar vervreemd. En waar de vervreemding een maal voet krijgt, daar keert de toegenegenheid niet zo maar terug. De R.K. kerk heeft het kind wel vastgehouden. Vele bijbelse en theologische bezwaren zullen aangevoerd kun nen worden. En ze zullen naar hervormde maatstaf ongetwijfeld juist zijn. Er kunnen traumata ontstaan, verdringingen plaats vinden: ook dat zal wel eens ge beuren. Maar er zullen toch ook wel vele priesterlijke harten zijn. die, zelf geen kinderen hebbende, de kinderen om Christus" wil lei den. vermanen en vertroosten. Zouden dan de predikanten, die zich toch meestal mogen verheu gen in kinderbezit. niet in staat zijn om de kinderen in de kerk naar protestantse wijze priester lijk en profetisch te leiden? Krijgt Petrus niet de opdracht om ook de lammeren te weiden? De volgende tien punten wor den ter overweging gegeven: le. Om met het uiterlijke te be ginnen. Het interieur van de kerk zal op een verantwoor de wijze o.a. door bloemen, door gekleurde ramen het kind moeten toespreken. 2e. Wellicht, dat de predikant en de school tezamen kunnen ..tot aan het einde der aarde.. Kleding voor Nederl. gemeente in Berlijn De predikante van de Neder landse gemeente in Berlijn, mejuffrouw A. E. Ruys, zou gaarne gedragen kleding ont vangen om te verdelen onder gemeenteleden, die daaraan dringend behoefte hebben. Al les ls welkom, doch vooral jongens- en mannenkleding. De kleren kunnen gezonden worden aan mejuffrouw Ruys, Limonenstrassc 26, Berlin- Lichterfelde. Ook is het moge lijk dit te doen via het Bureau voor Oec. Hulp aan Vluchte lingen, Achter St. Pieter, T N Utrecht. Door de kleren even- wel direct aan mej. Ruys te beschutting gevi zenden kunnen deze spoediger predikant met aan hen, die het nodig hebben, „Snowball", die worden uitgereikt, waardoor te- Webster zyn ge vens een meer persoonlijke getrouw aan hei band ontstaat met mej. Ruys wereld en pred en haar arbeid. einde der aard, "dikInt' wel bijzondere verend J. H. Webster, iermine iriet zijn hond zijn slee gaat dominee van elkaar verwijderd. Gnat dan heen in de gehele Tot het Unie van Baptisten gemeenten bestaat weldra 75 jaar TA E Unie van Baptistengemeenten ln Nederland zal volgend jaar in Groningen het 75-jarig bestaan herdenken. Van de ruim 50 gemeenten, die bij de Unie zijn aangesloten, worden er niet minder dan 30 in de drie noordelijke provincies ge vonden. De Baptisten in ons land aanvaarden als grondslag de openbaring Gods in de Bijbel en de apostolische geloofs belijdenis. Tot de wetenschappelijke theo- ken met ca. 18 millioen leden, logie dragen zij niet veel bij: voornamelijk verdeeld over de over het algemeen zijn zij wei- National. American en Southern nig dogmatisch en vertoont hun Baptist Convention. Tot de Zui- geloofstype methodistische trek- delijke Baptisten, die het meest ken. Met dit laatste hangt onge- orthodox zijn (fundamentalls- twijfeld samen de grote zen- tisch) behoort dc bekende Evan- dings- en evangelisatie-activi- gelist Billy Graham. Ook Tru- teit. Zij beminnen de vrij- man. de oud-president van held ook in politicis en zijn Amerika is Baptist. afkerig van vaste vormen in de eredienst en van kerkelijk ge- In de Groninger veenkolo- zag. Een van hun idealen is niën ontstonden Baptistenge- thans de oprichting van een meenten doordat de Hervorm- eigen theologische opleiding. de predikant dr. Feisser zich Doordat de Baptisten behoren tegen de kinderdoop verzette n*n in ^CKmunHC!lCgh.,?edei,SvCni^' en deswege werd afgezet. teUing in 1947 gaven 15.584 per- Door een Hamburgse Bijbel- sonen op, dat zij Baptist waren colpolteur werd hij m het is men geneigd over het kanaal gedoopt, hoofd te zien, dat het Baptisme In Friesland nodigden een 13.5 millioen gedoopte leden. In zekerheid geraakt over de kin- de Ver. Staten vormen de Bap- derdonp. de Hamburgse Bap tisten een van de grootste ker- tistenleraar Johannes de Neui uit. Daar werd in 1866 de eerste Baptistengemeente in Ti i j Ü?ntrun\ van Sao Friesland geïnstitueerd met Paulo, de millioen inwo- veertig geaoopten. Van daar wordt een Gutt.ef Adolthuu uit ""neeliseerde De Netti in geopend. Wonder in de Congo Op het zendingsterrein in de Congo doet God een wonder. Wat is het handjevol Belgische Pro testanten tegenover deze 1 500.000 kleurlingen, die in de af gelopen tientallen jaren tot Je- Christus zijn gekomen! de Belgische Congo. Wijst het niet duidelijk op het boven-natio- nale van de Kerk van Christus, dat de enige zendingspost van Belgische af komst gevestigd is te Ruanda- Urundi, een vroegere Duitse kolonie1 Weldra zullen de Belgische ker ken zich gesteld zien voor ge weldige problemen met betrek king tot Afrika, in het bijzonder die van het onderwijs aan de in heemsen en het probleem van het wegtrekken van de Protes tantse Inheemse bevolking naar de grote industriesteden. De synode van de orthodoxe kerk in Griekenland heeft be slist, dat de kinderen in de toe komst alleen gedoopt mogen worden als zij naar heiligen wor- jrnoemd. Slavische of ket1*i ww.. W.....U... verre omtrek en zo ontstonden arbeid der Luthêrs-Evan*- verscheidene gemeenten, geltsehu gemeente aldaar. (Friese Koerier) oorsprong zijn niet langer toe gelaten. De politic zal zo dat nodig mocht blijken de geeste lijken bij de tenuitvoerlegging dezer maatregelen ter jg«de staan In het blad voor de T-,/-1y-wT-r_,TTw T niet meer kunnen bena(*e- Gereformeerde gezindte ALU LH II) jlVTTR ren- De ontferwe „Eenigheid des geloofs" -TAJ. kJv^( 1XJ_jJ_LJ \_r I jII. zjch over zijn verdeelde hebben de (Geref.) dr. mTTTiATTinTr volk! En Hij doe door Zijn F. L. Bos uit Vlaardingen h k ITT\T r"T H Tv Geest nog eens het tuinhek en (de Chr. Geref.) ds. AIUjI X U XI11 IXliXV. invallen, al was het sterker J. H. Velema te Apeldoorn dan de muren van Jericho, in een zeventiental artikelen met elkander ge- Ds. Velema hoopt vurig dat het gesprek zal discussieerd over hetgeen de Gereformeerde hebben bijgedragen tot het zien van de nood- Kerken en de Christelijk Gereformeerde Kerken zaak van de opheffing der Vervangingsformuh gescheiden houdt. Broederlijk gesprek over het tuinhek, was de titel van deze artikelenreeks, waarbij het al of niet Ieren van de veronder stelde wedergeboorte wel een van de belang rijkste punten was. Dr. Bos besluit zijn laatste artikel met een verzuchting over zijn diepe beschaamdheid. Wat is het toch diep treurig met Gods kerk gesteld, zo schrijft hij, dat broeders van het zelfde buis, die wederzijds de gereformeerde belijdenis liefhebben en willen bewaren, elkaar in de Geref. Kerken en tot terugkeer tot de klassiek-reformatorische verbondsleer, zoals die is vastgelegd in Zondag 31. Ondanks alle ellendigheden en gebreken, die ons kerkelijk les-en aankleven, blijf ik van ganser harte Chr. Gereformeerd, achter het tuinhek staande, maar met het gezicht kijkend naar de tuin van de buurlui, uitziende naar de vereniging van allen, die de verschij ning van Christus liefhebben en staan op de bodem der Gereformeerde belijdenis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 6