Het kind in de kerk
DUECENTO,
Riskante
filosofie
«Vorst van de Ballingschap»
Cultureel
venster
LEZERS PELGRIMAGE
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
een zwerftocht door Italies late middeleeuwen
Het mee*t geprezen en veelgelezen werk van wijlen
dr. Huizinga „Herfsttij der middeleeuwen" is allesbehalve
gemakkelijke lectuur. Dat standaardwerk is in zijn over
vloedige rijkdom een bewijs van de bewonderenswaardige
eruditie van de historicus, die in dat herfsttij thuis was
als in de omgeving van zijn woning, neen als in zijn
huis zelf. Het is van een saamgedrongenheid, die nog al
vermoeiend doet lezen, maar taal en stijl zijn voornaam
op elke bladzij.
Bewonderenswaardig niet minder
Is Dueeentnvan Hél Noltheniu.»,
wier naam* als schrijfster voor de
meesten onzer onbekend was tot-
da' ze dit deeltje uit de prisma
reeks lazen We lezen op de om
slag van haar dat zij muziekweten
schappen studeerde en in 1948 pro
moveerde op een proefschrift: „De
oudste melodie van Italië", ge
titeld. Haar naam lees je nog al
eens in de K R O -gids als schrijf
ster van hoorspelen.
Zij heeft zich in dit boekje
nders dan Huizinga. beperk'
ate literatuur Je zou hier ondeu
gend willen zeggen: wijd en glo
rieus als de ijdele pronk van haar
belezenheid spant zij de pauwen
staart harer eruditie ivrij naar L
van Deyssel. die zo grapte over
Dr Schaepmani.
Het boekje is rijk en instruerend
geïllustreerd. Hoe zeer ze thuis i.«
in het Italiaans, bewijzen haar tal
rijke pnëtisch-knappe vertalingen
van de toenmalige verskunst
meermalen vergezeld van het
notenschrift der melodie.
Om kort te gaan: Hélène Noltho-
één land en één eeuw: Italië ir de nius heeft onze kennis van de rijke
13e eeuw Het slot luidt: ..Wij heb- pr.-e-renaissancistische cultuur der
ben het Duecento vooral gezien late middeleeuwen verrijkt op een
en beschreven als een voorstelling I wijze die slechts bewondering
tussen hel en hemel, tussen boks- I wekken kan.
poot en aureool: het schoonste Hoe vervoerend de hemelse
mysteriespel van Europa's
historie. Moge het er
allen vergaan zijn als de
toeschouwer* van de
middeleeuwse mysterie
spelen zelf. die zich even
zeer bij het drama be
trokken wisten als de ac
teurs. en hun rol van
lachen, wensen, roepen en
zingen vervulden tot de
laatste^ woorden waren
Iemand die zo eindigen
durft, moet wel van haar
onderwerp zo bezeten zijn
Nooit
de Europest
een Boek van
héLène noltnenius
een Jiddisch juweeltje
Een Jiddisch juweeltje, zo mag men het boek van M.
Wertheim „Vorst van de Ballingschap" wel noemen. Het is
het portret van de Rotterdamse Jodenbuurt uit de jaren
1825—1850 ten voeten uit. Een levendige, bontgekleurde
schilderij, rijk gestoffeerd met een overdaad van personages
en tafereeltjes. Een uitermate boeiend boek.
amengaan van filosofie en lite
ratuur geweekt, als fhans het
geval is vaak in dezelfde per
sonen hij 'r existentiële den
ken en bepaalde uitingen der
moderne literatuur.
En al zijn
gew
•nders verwacht van de lezers dan minne
een geïnteresseerd, een mee-
ge.'leept medeleven in het ontzag
wekkend „mysteriespel" der 13e
eeuw. hier voor onze ogen opge-
toverd. We zeggen hier geen woord
Want niet alleen is haar
kennis van die eeuw fenomenaal
naar alle kanten, maar ze schrijft
er over in een zo klare beeldende
en dus boeiende stijl dat je eerst
leest maar graag ook weer her
leest én vanwege het schouwspel
én vanwege de vertelkunst Fa en
een citaatje uit de proloog „Dit
is het relaas van een tijd. die hols
en heilig was met een felheid die
ouderdom bant Oude en nieuwe
«dachten voeren er verbeten
rijg. klare waterspiegels worden
tot maalstromen en eindigen even
plotseling in een moeras. Pausen
en Keizers verheffen zich. steden
en staten belagen elkaar. Tyrannen
trekken brandschattend van Noord
naar Zuid en door het wapen
gekletter is menige troubadoura-
snaar gesprongen Kruisvaarders
keren bedelend uit den vreemde
weer. melaatsen, geselaars en pro
feten lopen te jammeren van stad
tot stad Het is een eeuw van ver-
achrikking, maar in de kapellen
worden geduldig wonderen aan de
wand geschilderd. Bij kaarslicht
zingt men er lied na lied en boven
alle gewoel waait de glimlach van
een straatarme heilige zo bevrij
dend als een voorjaarswind". Zij
beheerst de stof volkomen en or
dende die massa in drie boeken,
het eerste handelt over: de Germa
nen, de pausen, de steden en de
burgers; het tweede over: de hei
ligen. de gelovigen, de zondaars en
de boetelingen; het derde over:
de geleerden, de aesthetcn. de zan-
Sers der aardse en de zangers der
cmclse missie.
Achterin volgt voor elk hoofd
stuk een commentaar, verwijzend
naar de bronnen en de voornaam-
Eén op de zeven
een bloemlezing uit de gedichten
van S. Vestdijk verschenen, die
door de schrijver zelf Is
een keuze uit zi
i de
bloemlezing ls verklaard. De bun
del telt ongeveer 140 bladzijden en
•r staat heel wat in. zodat <ie le
ger een tamelijk volledig beeld van
VestdUks eigenaardig dichter
schap ontvangt. Men merkt ver
wantschap met Slauerhoff en de
afeor van het tijdschrift Forum:
men bewondert de vaardigheid in
de versificatie en de knapheid van
het geheel, zonder dat men dit
werk als poëzie nu zo hoog waar
deert Dit te minder, omdat de
geest van desa verzen niet aan
trekkelijk is.
C. R.
dat tijdperk van Francis-
cus van Assisi zich zingend uitte,
bewijst het volgende lied. door
Jacopone da Todi. een franciscaan
se troubadour, gedicht naar som-
t Kwam mij nooit in
de zin,
O Jesu, om te dan sen,
maar nu 'k Uw licht zie
glanzen,
nu dans ik niettemin.
Verbaast U, broeders, niet
nu gij mijn trage voeten
zo rap bewegen ziet;
Ook gij zoudt dansen moeten,
bij 't horen van zijn iied,
in rusteloze stoeten.
Wie danst om Hem te
ontmoeten
Kan nergens meer beklijven
en nooit vreugd
beschrijven
en danst de hemel in
We denken onwillekeurig aan
een middeleeuwse visie op de
hemel: in de hemel is ene
dans
A. Wapenaar.
1300, dus: 13a eeuw.
Wat fascineert echter
zo? Ongetwijfeld de le
vendigheid aer waarne
ming. weJte het stempel
van de echtheid draagt,
maar vooral daarnaast
gende elementen: het
idyllische en het geeste
lijke. Eerst dat idylli
sche: de schrijver heeft
met een grote liefde dit
leven gadegeslagen.
Neen. niet dat hij ge
tracht heeft de feue
kleuren te temperen. Hij
heeft geen engelen getekend maar
mensen, aan wie niets menselijks
vreemd is; ja. bij wie dit al te
menselijke door hun hartstochte
lijke aard in vele gevallen eerder
versterkt dan verzwakt was. En
toch draagt deze gemeenschap iets
van een veilige beslotenheid. Het
is volop Biedermeyertijd en de
Rotterdamse Jodenbuurt, waar
van de bewoners geschaard zijn
rond hun kohan Abraham Lezer,
plukken de eerste zoete vruchten
van de na-Napoleontische emanci
patie: zij zijn oogeslo^en In het
ghetto, maar ook nog niet de ont
wortelde liberalen van later tijd.
Talmud en Tora genieten nog de
onbetwiste aut<
deze samenle'
aanzien. De zich
profiteert, begint 'zic'h te^doên 'geï' i gestalte verkieeg. Allen
den. Het Jodendom wordt door de I bijeen: de patriarchen en uv .v..-
niet-Joden aanvaard in een wei- ters. de profeten en de dichters,
dadige geest van algemene men- i de moeders in Israel en de doch-
senmin. Ieder spoor van anti-se- j ter
mietlsme ontbreekt. Anderzijds de
zijn ook de Joden tolerant: de te- kent
genstelling tussen Portugezen
Idylle niet voldoende
Idylle alleen is echter niet vol
doende: zij leidt hoogstens tot een
vluchtige sentimenta.iteit. De biij-
vende betekenis var, Werthgims
boek moet eerder gez - ht worden
in het geestelijke po,'. t. dat hij
van deze gemeenschap lekent. Hier
in iigt de quintessens van zijn
werk. Niet in het verhaal op zien-
sïeHTS 1SÏS
conceptlt ,«n Mn Querido, een mkW.ll.l* een v.r.re.el, ..We-
voorbij eenre. Wel uit het vet- j ter. mijn grote ,u,ter. doe ons u.t
b.,1 on. diep treil en hij zal blij I hel ritselend benauwend opper
ven is de tekening van het trouwt
Joodse geloof, dat cleze gemeen
schap bijeen hield. Hoe
r in de buitenland-
vooral de Franse,
be'.ere voorbeelden van dit ver
schijnsel te v.nden dan in de Ne
derlandse letteren men denke
aan figuren als A. Malraux. J P.
Sartre. Simone de Beauvoir
toch is een goed begrip van. of
beter nog. een juist meevoelen
met prozaïsten als Simon van het
Reve. W. F. Hermans. Jo Boer.
Anna Blaman en velen der zen.
experimentele dichters, onmoge
lijk. zonder ingewijd te zijn in
wat Van Peursen ..riskante filoso
fie" noemt. i
..Riskante Filosofie" is dan vnl.
het existentialisme in de ruime
zin van 't woord; de schrijver ver
staat er immers onder die stro
ming. waarin ,.de denkende mens
zijp eigen tekort ervaart tegen
over het transcendente, dat het fi
losoferen te boven en te buiten
gaat". <blz. 15'.
Hij stelt drë begrip tegenover
't ..magische denken." waarin de
mens zich in staat acht „om het
wezen van de totaliteit, waarte
genover hij gesteld is. in woorden
volledig te vertolken" (blz. 13).
Dit uitgangspunt van 't existen
tiële denken, dit wantrouwen in
't woord, kunnen we ook vinden
bij verschillende experimentele
dichters, ik geef slechts een voor
beeld: „het leven hangt buiten
het bereik van de klanken zin
nen en woorden" (Simon Vinken
oog. Lasten ia).
En wanneer de schrijver ons
wijst op de nadruk, die de „ris-
zweet". iJan G. Elburg, Water.
verlenen I
JWMMHH
als van Jonas van Gogh n
ren. Hij .s Bijbelventer
feet, steeds op reis en
weer terug om met een n:
ziende gerechtigheid zijn
op te roepen tot de Wet
Getuigenis. Jonas spreekt
beheksten en als hij deze n
klau, bij de hand heeft,
hij ze zelf.
i dat
overtuigend
ontdekkend, alsof de
ving een patriarchaal zelf sprak. Jonas is het symbool j
zich herstellende wel- van deze gemeenschap, waarin 1 J„ hj
•an vooral de handel het Oude Testament ven levende k J.jne
Duitse
tg t
begint verzwakken;
het Christendom wordt een
verzoenends houding aangenomen.
Later zal dit alles anders worden,
maar in deze periode heerst de
vrede. Vrede met de Joodse tradi
tie. vrede met de goilm, vrede
ook. ondanks gesappel en zorgen
met het lot. Het is in onze ver-
Roman van een buitenafwerker
De roman „Vrouw en Verten"
van Leo Lceuwis is. ronduit ge
zegd. een uitstekend volksboek.
Het verhaal van Dirk de Geus die
geen hoepelmaker wilde blijven
en. aangetrokken door de zee en
verre landen, met een aantal Slie-
drcchtenaars de wereld intrekt,
spiegelt het leven van de Holland
se buitenafwerker zoals dat reilde
zeilde in het begin van deze eeuw.
Zonder te vervallen in goedkope
dramatisering van de slechte so
ciale toestanden omstreeks de
eeuwwisseling, geeft Leeuwis in
de figuur van Dirks vader, de
oude Reijers. een rake tekening
van de ..hoepmaker" zoals deze,
na een zestienurige werkdag, met
de kousenvoeten op de ijzeren
voet van de potkachel zit te suf
fen. omstreeks negen uur met
opengesperde mond gaapt en na
een kapittel gelezen te hebben ge
nacht zegt.
..Zoals hij daar iedere avond
stond, moe en knoestig en de
hand gekromd om het uurwerk
..Tijd. Jongens", zei Moe, ,,'t is
morgen weer vroeg dag."
Maar zijn zoon Dirk wordt ge
lokt door de verten. Hij zal vreem
de landen zien. hard moeten wer
ken. een goed loon verdienen, en
beurtelings geslingerd worden tus
sen het verlangen naar de vrouw
en het werk in de ..verten".
..Vrouw en Verten een titel
die gedekt wordt door de inhoud.
Leeuwis heeft kans gezien de
avonturen van Dirk de Geus op
een waarlijk onbekommerde
boeiende manier te vertellen. Hij
heeft de eenvoudige stijlmiddelen
waarover hij beschikt niet gefor
ceerd en gezorgd voor de nodige
afwisseling. Daar is een man als
Jongeneel die nergens door wordt
beroerd en voor wie Sliedrecht de
hoofdstad vande wereld blijft,
daar ls Saan Hulzer. de deugniet,
daar is ten slotte Dirk de Geus
zelf die het ervaart dat een bui
tenafwerker véél vergeving nodig
heeft, en aan wie het kindergeloof
wel eens dreigt te ontzinken.
Maar bij de zwerflust van de
Sliedrechtenaren hoort ook de
trekpleister thuis. Voor Dirk de
Geus is dat Annigje. de „Donau
Prinses", die het maar moeilijk
heeft bij haar schoonmoeder. Dat
Leeuwis de figuur van Annigje
sterk heeft geromantiseerd veree
ven we hem. omdat hij het met
hart en ziel heeft gedaan
P. J. R.
lltf. MIJ Wacenlneen (1955).
flNLANGS kwam ik ergens
een kamer binnen en zag
daar op een laag tafeltje een
krant, een schaar en een paar
knipsels liggen. De journalist en
kerkbode-redacteur
expressief kan een mensenhand
zijn, zodat Albrecht Diirer een
handenpaar tekent en Auguste
Rodin er een modelleert. Op
zulke momenten vertegenwoor
digt de hand de gehele mens
ambtshalva met schaar en lijm- j coorat de ziel van die mens.
pot, maar het u ern gelukkig j
T andere belangstelling.
mensen z<jn. die bv het leze»,
van de krant een schaar niet ver
Uit de buurt hebben liggen. Het
mag dan waar z\jn, dut veel xn
een courant aan de dap toebe
hoort. aan de ander* kant staat
er vank zoveel traardevoU »n,
dat het zonde en jammer u dit
in de hademloze put van het
verleden te laten verzinken. Er
zal vel niemand run die niet
enkele knipsels bewaart; in por- j
tefeui'les. dozen en mapjes kan
men ze pinden, advertentie* van
peboorfe tu overlijden verslagen
van jubilea met portret, een
anecdote of een bijzonder ge-
tlaagde caricatuur. Soms zijn de
knipseltjes oud en vergeeld en
als het ware één met het plekje,
waar ze opgeborgen zijn. Liefde
vol of smartelijk herdenken
buigt er zich overheen en de
voorzichtigheid, waarmee het
oude stukje bedrukt papier glad
gestreken en weer op t\jn
plaatsje wordt weggeborgen, is
er waarborg voor. dat het nog
lang zal worden bewaard Hoe
onbewust welsprekend kan het
handgebaar zijn bfj het aan het
Heht brengen en opbergen van
ruik een stukje verleden Hoe
der persoonlijk, meer op de zaak
gericht Het kan het verslag van
een lezing wezen, of de bespre
king van een boek; de aankon
diging van een nieuwe maat
regel. of een overdenking, die
de lezer getroffen heeft. Het
leven van de meesten onzer is
gehaast; toch zal soms zulk een
groeiende verzameling knipsels
worden ingeplakt of ordelijk op
geborgen. Maar het is al veel
wanneer er een kleine verzame
ling ontstaat: het geeft bevredi
ging. te zien dat de haastige tijd
iets heeft achtergelaten waarop
men kan teruggrijpen. Krant en
schaar kunnen zo eikaars bond
genoten worden.
yOLGEND jaar Mei zal het 25
jaar geleden zijn, dat de
kunstcriticus en romanschrijver
Joh. de Meester overleed. In een
interview, dat hem eens door
F d'OUveira werd afgenomen.
zei h(j zo op de grens van ironie
en sarcasme; „Wij, journalisten,
werken toch maar voor een ze
kere gelegenheid." De Meester
gebruikte een krassere term.
Gelukkig is dit niet helemaal
waar Bovendien, ook al wordt
de courant weggeworpen, er
gaat toch invloed van uit. De
ontmoeting en het gesprek met
de lezer mag vluchtig zijn. ze
herhaalt zich elke dag. Verstan
dig de lezer, die bij zijn dage
lijkse krantenlectuur een schaar
tje bij de hand heeft. Het ver
zamelen van knipsels zal wel
nooit een rage worden zoals
het opsparen van lucifersmer
ken. sigarenbandjes en derge
lijke maar het is ongetwijfeld
em veel intelligenter bezigheid
en die meer voldoening ver
schaft. Tot het ..pluk de dag
behoort ook het vasthouden aan
het merkwaardige en goede, dat
op zu'k een dag aan ons voor
bijtrekt en de krantenlezer met
de schaar is op dit punt een
levenskunstenaar in het klein
HU geen ijdel mens want met
een verzameling knipsels valt
niet te pralen, maar als hij op
een rustige avond z(jn oude
cahiers met de ingeplakte knip
sels weer eens doorbladert, be
leeft hij een eigensoortig en vol
doening schenkend genoegen-
met oordeel te hebben gelezen
niet alleen, maar iets te hebben
doen ontstaan, waarvan de
u-aarde met de jaren toeneemt
C. R.
Lente": ,.De bomen
staan als vrouwen die zich kle
den. de armen heffende boven
het haar
Zo vinden we bij voortduring,
dat dezelfde verschijnselen zich
voordopn in de moderne wijsbe
geerte en de moderne literatuur;
tofulu I de ruimte voor verdere voorbeel-
d™ - rnk VOO- d, romankunst
geven ontbreekt
hier. maar ik kan de verze-
:t 7li I kering geven éat voor iedere min
de rich- n"r d*r hedendaagse letteren de
1 '"zing van Van Peurson's boek
itermatc waardevol zal zijn.
Z,£!' vdoeik"dlet"d«n WÏÏ IS "{móL® tS'tt
juichen, dat deze dissertatie door
een herdruk in bredere kring ver
spreid kan worden.
Want de schrijver leidt ons tot
zijn stof in, niet vanuit een a prio
ri alles afwijzend en geen imma
nente critiek toelatend standpunt,
maar hij beleeft met de door hem
beschreven denkers hun proble
matiek, trachtend van binnenuit
hun denken te verstaan.
Wattneëfr men dit vergelijkt met.
wat prof. Zuidema her en der over
deze materiè. gepubliceerd heeft,
kan men niet anders dan dank
baar zijn, dat ook deze beschou
wingswijze die toch ook duide
lijk constateert, dat er „geen con
tinue overgang is tussen deze filo
sofie en Christelijke religie" 'blz.
143) vanuit een Calvinistische
overtuiging mogelijk is.
Boven hen uit troont als
Mle-eeuwse Rotterdamse Mo-
zes, Abraham Lezer, de onbetwis
te leidsman; door niemand daar
toe officieel aangesteld, maar door
ieder eikend. Op zijn 70ste jaar
wordt hij ln de synagoge gehul
digd, een grote uitzondering.
Dat ls kort, nadat een cholera-
epidemie de gemeenschap gruwe
lijk hei -g||
geteisterd. Abraham is
ai du ellende gekomen tot,
een soort Hegeliaanse berusting m
de wereldregering; tot een filoso
fisch geloof in een vage Eeuwige
Oneindigheid, die het al omsluit:
het goed en het kwaad, de dag
en de nacht. Abraham heeft God
verklaard en geeft uiting aan zijn
nieuwverworven inzicht. Zijn rij
ke zwager. Manuel Belmonte. wijst
hem echter op het Griekse
redeneringen: het Jodendi
RüügiPRPleert
geen filosofie; het Jodendom is
een daad: gehoorzaamheid aan de
Wet. Bij de uitdeling van de gif
ten der barmhartigheid leest A-
braham voor de armen Deuterono-
mium 6: 49 en 11: 1417 en hij
zegt: „Ik weet. dat het voor u.
die hier komt in armoede en met
pijnen moeilijk is te geloven, dat
God rechtvaardig was jegens u.
Vraagt niet. want er zal geen ant
woord zijn, maar volgt de Godde
lijke bevelen op God heeft een
doel"
God. die geen 1
een God. die r
dig is;
ichtans rechtvaar-
te rekenen met
v...^ inzichten of filosofieën, want
deze God legt geen rekenschap af
aan het menselijk verstand. Hij
is te hoog. God wacht niet tot on
ze Inzichten Hem begrepen heb
ben. maar vraagt gehoorzaamheid
aan Zijn Wet en dienst aan onze
naaste. Dit is een oeroud Joods
getuigenis en daarom mag Abra
ham Lezer de erenaam dragen,
die door de Joden in de verstrooi
ing oudtijds slechts aan hun voor-
naamsten gegeven werd: Risj Ga-
loeta Vorst van de Balling
schap. Een opmerkelijke Joodse
stem. dit bock. dat in de Elsevier-
reeks verscheen.
Ev. Grolle.
Onder de Roos
Harriet Laurey en Ton Neelis
sen. die elkaar kennelijk geen
kwaad hart toedragen, hebben
van liefde gezongen en de dich
terlijke resultaten daarvan, in een
bundeltje verenigd, bij de Uitg.
Mij. Holland te Amsterdam doen
drukken. Zij achten blijkbaar hun
liefde van algemeen belang en
hebben daarin, gezien het alge
meen-menselijke van h< ver
schijnsel liefde, ongetwijfeld ge
lijk. vooral omdat we hier niet al
leen dragelijke, maar zelfs op
meer dan éen punt goede po; j
aantreffen.
C. R.
M. Bcinema.
J. Paris, Am
Windrozen per Bos
De U.M.Holland te Amsterdam
heeft uit de serie dichtbundeltjes
„De Windroos", ter gelegenheid
van het eerste Lustrum van de
ze serie, een bloemlezing laten
samenstellen. Ad 3n Besten was
uiteraard daarvoor de aangewe
zen man In een Ten Geleide
geeft hij in het kort rekenschap
van zijn keuze, of liever van de
keuze der dichters zelf, want aan
hen ls overgelaten wat ze er in
wilden hebben, binnen de omvang
die door de opzet van Let boek
je geboden was. Het resultaat is
een interessant bundeltje van een
goede 50 blz.. dat werk bevat van
een 27 tal poëten, waarbij het
mannelijk element zeer sterk
overheerst.
Wie weten wil wat sinds
1950 aan belangrijks of veelbelo
vends op dichterlijk gebied in
Nederland van de hand van jon
geren aan het licht is gekomen,
krijgt hier een goed
verzicht.
soms stevig ergeren, precies zo
als in het leven! Want aan de
nieuwere poëzie is niets mense
lijks vreemd. Gelukkig da* de
recensent niet voor een litteraire
„eeuwigheid" behoeft uit te ma
ken. wat eigenlijk van blijvende
waarde is. De grote schifter en
criticus Tijd. in wiens schaduw
de recensent leeft en werkt en
die voorlopig maar half geïnte
resseerd toekijkt, zal 'e zijner
tijd wel spreken ..of de boel zwij
gend terzijde schuiven.
DE ENGEL-
Waarom is er geen Engel der Gemeente
met opdracht speciaal voor deze stad?
En tussen hoop en houvast zulk een leemte?
Ik wou dat ik wat meer bevinding had.
Nu ga ik soms gelaten, dan geladen
en dikwijls op de vlucht voor schamp en spot.
We spreken onder ons wel graag van daden
maar kletsen die bij voorbaat reeds kapot.
Op het gezicht de zorgelijke trekken
van 't zakenleven is mijn thuiskomst koel.
Laat voor mijn part de hele boel verr
Daar ligt de Bijbel open voor mijn stoel.
FRANK DAEN
NEGEN PUNTEN VOOR DE PREDIKANT, K'Vu'lÏTÏ5
WAAR HIJ ACHT OP MOET GEVEN
tiding op de preek óf
betrachting zijn.
Op gemeente-avonden, op
huisbezoek zullen de ouders
opgewekt, voorgelicht wor
den. hoe de kerkgang ook
voor hun kinderen een vreug
de kan worden. („Hoe vro
lijk gaan de stammen op!")
bij elkaar, maar daarover
kan men lang twisten!) zul
len zich in onderling overleg
bezinnen hoe de taal der
kerk het best „de kinderen
ingeprent" (Deut. 6: 7) kan
Kin-
Het hindert niet als hun i
dacht weer verflauwt
gebeurt bij de grote me
als
beurt krijgen.
4e. De diensten mogen niet
lang zijn (X 10 minu
schreef eens een wijs ir
X is dan de grens van
De Zondagsscholen
derkerken worden weer te
ruggebracht tot hun oor
spronkelijke functie: evange-
lisatiepost.
De humor en de fantasie
(facetten van de liefdei, het
getrouwevoorbee'.d. de voor
bede én de vrijheid kun.ien
hier alleen van kracht zijn.
Dwang en angst zijn taboe.
HET KIND IN DE KERK. Draaiend, verveeld aan het
spelen met alles wat hem maar in de handen komt.
Diep zuchtend zeurt het vader of moeder om een
pepermuntje. En vijf minuten eerder had de kleine er
pas één gehad! Om van het gezeur af te zijn krijgt de
jeugdige kerkganger zijn zin. De pepermuntrol slinkt 7e. School en huis en kerk (na:
onrustbarend gelukkig nog even zingen en dan volgt rnijn „gevoelen" horen
het verlossende amen. Zo gaat het maar al te vaak.
Vandaar dat we met belang- werken om die psalm of dat
stelling een artikel laren van f,"„zin1g„r^ ",^^1 Vod
G. d Olivat in het blad, „In waarlijk mee kan zingen,
de Waagschaal", waarin een 3e Het kind zal in de kerk toe
vergelijking wordt getrokken F.es.P.r<?^n moeten worden,
tussen de drie grootste kerk-
formaties in ons land. In de
Gereformeerde Kerken heeft
het kind een plaats, althans
ruimtelijk gesproken. In de
Ned. Hervormde Kerk, zo con
stateert de schrijver, zijn kind
en kerk van elkaar vervreemd.
En waar de vervreemding een
maal voet krijgt, daar keert
de toegenegenheid niet zo
maar terug.
De R.K. kerk heeft het kind
wel vastgehouden.
Vele bijbelse en theologische
bezwaren zullen aangevoerd kun
nen worden. En ze zullen naar
hervormde maatstaf ongetwijfeld
juist zijn. Er kunnen traumata
ontstaan, verdringingen plaats
vinden: ook dat zal wel eens ge
beuren. Maar er zullen toch ook
wel vele priesterlijke harten zijn.
die, zelf geen kinderen hebbende,
de kinderen om Christus" wil lei
den. vermanen en vertroosten.
Zouden dan de predikanten, die
zich toch meestal mogen verheu
gen in kinderbezit. niet in staat
zijn om de kinderen in de kerk
naar protestantse wijze priester
lijk en profetisch te leiden?
Krijgt Petrus niet de opdracht
om ook de lammeren te weiden?
De volgende tien punten wor
den ter overweging gegeven:
le. Om met het uiterlijke te be
ginnen. Het interieur van de
kerk zal op een verantwoor
de wijze o.a. door bloemen,
door gekleurde ramen het
kind moeten toespreken.
2e. Wellicht, dat de predikant
en de school tezamen kunnen
..tot aan het einde der aarde..
Kleding voor Nederl.
gemeente in Berlijn
De predikante van de Neder
landse gemeente in Berlijn,
mejuffrouw A. E. Ruys, zou
gaarne gedragen kleding ont
vangen om te verdelen onder
gemeenteleden, die daaraan
dringend behoefte hebben. Al
les ls welkom, doch vooral
jongens- en mannenkleding.
De kleren kunnen gezonden
worden aan mejuffrouw Ruys,
Limonenstrassc 26, Berlin-
Lichterfelde. Ook is het moge
lijk dit te doen via het Bureau
voor Oec. Hulp aan Vluchte
lingen, Achter St. Pieter, T N
Utrecht. Door de kleren even-
wel direct aan mej. Ruys te beschutting gevi
zenden kunnen deze spoediger predikant met
aan hen, die het nodig hebben, „Snowball", die
worden uitgereikt, waardoor te- Webster zyn ge
vens een meer persoonlijke getrouw aan hei
band ontstaat met mej. Ruys wereld en pred
en haar arbeid. einde der aard,
"dikInt' wel bijzondere
verend J. H. Webster,
iermine iriet zijn hond
zijn slee gaat dominee
van elkaar verwijderd.
Gnat dan heen in de gehele
Tot
het
Unie van Baptisten gemeenten
bestaat weldra 75 jaar
TA E Unie van Baptistengemeenten ln Nederland zal volgend
jaar in Groningen het 75-jarig bestaan herdenken. Van de
ruim 50 gemeenten, die bij de Unie zijn aangesloten, worden
er niet minder dan 30 in de drie noordelijke provincies ge
vonden. De Baptisten in ons land aanvaarden als grondslag
de openbaring Gods in de Bijbel en de apostolische geloofs
belijdenis.
Tot de wetenschappelijke theo- ken met ca. 18 millioen leden,
logie dragen zij niet veel bij: voornamelijk verdeeld over de
over het algemeen zijn zij wei- National. American en Southern
nig dogmatisch en vertoont hun Baptist Convention. Tot de Zui-
geloofstype methodistische trek- delijke Baptisten, die het meest
ken. Met dit laatste hangt onge- orthodox zijn (fundamentalls-
twijfeld samen de grote zen- tisch) behoort dc bekende Evan-
dings- en evangelisatie-activi- gelist Billy Graham. Ook Tru-
teit. Zij beminnen de vrij- man. de oud-president van
held ook in politicis en zijn Amerika is Baptist.
afkerig van vaste vormen in de
eredienst en van kerkelijk ge- In de Groninger veenkolo-
zag. Een van hun idealen is niën ontstonden Baptistenge-
thans de oprichting van een meenten doordat de Hervorm-
eigen theologische opleiding. de predikant dr. Feisser zich
Doordat de Baptisten behoren tegen de kinderdoop verzette
n*n in ^CKmunHC!lCgh.,?edei,SvCni^' en deswege werd afgezet.
teUing in 1947 gaven 15.584 per- Door een Hamburgse Bijbel-
sonen op, dat zij Baptist waren colpolteur werd hij m het
is men geneigd over het kanaal gedoopt,
hoofd te zien, dat het Baptisme
In Friesland nodigden een
13.5 millioen gedoopte leden. In zekerheid geraakt over de kin-
de Ver. Staten vormen de Bap- derdonp. de Hamburgse Bap
tisten een van de grootste ker- tistenleraar Johannes de Neui
uit. Daar werd in 1866 de
eerste Baptistengemeente in
Ti i j Ü?ntrun\ van Sao Friesland geïnstitueerd met
Paulo, de millioen inwo-
veertig geaoopten. Van daar
wordt een Gutt.ef Adolthuu uit ""neeliseerde De Netti in
geopend.
Wonder in de
Congo
Op het zendingsterrein in de
Congo doet God een wonder. Wat
is het handjevol Belgische Pro
testanten tegenover deze
1 500.000 kleurlingen, die in de af
gelopen tientallen jaren tot Je-
Christus zijn gekomen!
de Belgische Congo. Wijst het
niet duidelijk op het boven-natio-
nale van de Kerk van Christus,
dat de enige
zendingspost van Belgische af
komst gevestigd is te Ruanda-
Urundi, een vroegere Duitse
kolonie1
Weldra zullen de Belgische ker
ken zich gesteld zien voor ge
weldige problemen met betrek
king tot Afrika, in het bijzonder
die van het onderwijs aan de in
heemsen en het probleem van
het wegtrekken van de Protes
tantse Inheemse bevolking naar
de grote industriesteden.
De synode van de orthodoxe
kerk in Griekenland heeft be
slist, dat de kinderen in de toe
komst alleen gedoopt mogen
worden als zij naar heiligen wor-
jrnoemd. Slavische
of
ket1*i
ww.. W.....U... verre omtrek en zo ontstonden
arbeid der Luthêrs-Evan*- verscheidene gemeenten,
geltsehu gemeente aldaar. (Friese Koerier)
oorsprong zijn niet langer toe
gelaten. De politic zal zo dat
nodig mocht blijken de geeste
lijken bij de tenuitvoerlegging
dezer maatregelen ter jg«de
staan
In het blad voor de T-,/-1y-wT-r_,TTw T niet meer kunnen bena(*e-
Gereformeerde gezindte ALU LH II) jlVTTR ren- De ontferwe
„Eenigheid des geloofs" -TAJ. kJv^( 1XJ_jJ_LJ \_r I jII. zjch over zijn verdeelde
hebben de (Geref.) dr. mTTTiATTinTr volk! En Hij doe door Zijn
F. L. Bos uit Vlaardingen h k ITT\T r"T H Tv Geest nog eens het tuinhek
en (de Chr. Geref.) ds. AIUjI X U XI11 IXliXV. invallen, al was het sterker
J. H. Velema te Apeldoorn dan de muren van Jericho,
in een zeventiental artikelen met elkander ge- Ds. Velema hoopt vurig dat het gesprek zal
discussieerd over hetgeen de Gereformeerde hebben bijgedragen tot het zien van de nood-
Kerken en de Christelijk Gereformeerde Kerken zaak van de opheffing der Vervangingsformuh
gescheiden houdt. Broederlijk gesprek over het
tuinhek, was de titel van deze artikelenreeks,
waarbij het al of niet Ieren van de veronder
stelde wedergeboorte wel een van de belang
rijkste punten was. Dr. Bos besluit zijn laatste
artikel met een verzuchting over zijn diepe
beschaamdheid.
Wat is het toch diep treurig met Gods kerk
gesteld, zo schrijft hij, dat broeders van het
zelfde buis, die wederzijds de gereformeerde
belijdenis liefhebben en willen bewaren, elkaar
in de Geref. Kerken en tot terugkeer tot de
klassiek-reformatorische verbondsleer, zoals die
is vastgelegd in Zondag 31.
Ondanks alle ellendigheden en gebreken, die
ons kerkelijk les-en aankleven, blijf ik van
ganser harte Chr. Gereformeerd, achter het
tuinhek staande, maar met het gezicht
kijkend naar de tuin van de buurlui, uitziende
naar de vereniging van allen, die de verschij
ning van Christus liefhebben en staan op de
bodem der Gereformeerde belijdenis.