D S^et wonder van onó mm m mm a m m m s m T)E ZOEKER /iUJ^W/iO.inLAW 12 rvOVKIWDtn 1W5 NUCHTERE mensen geloven niet in wonderen, en omdat wij graag voor nuchtere mensen doorgaan, geloven wij er ook niet aan. Er was een tijd, waarin dorpelin gen de naam hadden van achterlijk en bijgelovig te zijn, maar deze tijd ligt ver achter ons. Wij lachen om heksen en spoken en vermaakt glim lachen wij als oude mensen ons ver tellen van wonderlijke ontmoetingen, die zij in hun jeugd gehad zouden hebben met meervallen zo lang als de hoogste kerktoren hoog is en zo dik als een eeuwenoude eikenboom. Maar uv is er iets gebeurd dat ons doet zeggen: Als je naar Pietje Terlouw kijkt, zou je weer in won deren gaan geloven Meen nu niet, dat Pietje een vrouw is, al zou zijn voornaam zulks doen vermoeden. Pietje is een kerel waar uit met gemak twee volwassen man nen gesneden zouden kunnen worden. Hij is iets meer dan twee meter lang en zijn omvang is navenant. Juist omdat hij zo'n geweldig mens is, noemen wij hem Pietje, dat is een van de grappen waarin ons dorp zo sterk is. Pietje is een reus en hij is sterk als twee beren. Tot zijn vijftigste jaar had hij nog nooit een cent bij de dokter behoeven te brengen en dat was toch niet omdat hij zichzelf zo ontzien heeft. Hij was altijd in de weer en bij nacht en ontij was Pietje nog langs de weg om zijn inkomen te vergroten. Of dit op een eerlijke manier gebeurde durven wij niet be weren. Er worden hierover rare din gen verteld, maar over het algemeen genomen is Pietje altijd een ordente lijke kerel geweest, die een ieder het zijne gaf. TVT Pietje werd opeens zwaar ziek. Hij klaagde over pijn in zijn lijf, over onhoudbare hoofdpijnen en over zijn rug, die niet meer rechtop wilde. Het ergste was echter, dat hij geen trek meer had in zijn eten en zien derogen schrompelde de reus ineen tot een mannetje, dat door een school jongen omver geblazen zou kunnen worden. Zijn vrouw liet de dokter halen en Pietje moest onder de wol. Hij trok zijn kleren uit en legde zijn pruim tabak op de bedsteeplank, zoals hij gewoon was elke avond te doen. Daar lag Pietje tot aan zijn neus onder de dekens en er was van de geweldenaar niets meer over dan een hoopje pijn en ellende. Onze dokter is een geleerde baas maar aan Pietje wist hij toch niets te doen. Geen pillen en geen drank jes konden Pietje weer op de been brengen. In het dorp werd er al rekening (Vervolg van pap. 1) Zo sleten de patiënten hun dagen temidden van een onbeschrijflijk mi serabele en smerige omgeving. Slech te voeding op ongeregelde tijden, feen ventilatie, geen verlichting Het én nog ellendiger dan het ander. On der lakens die stonken van het vuil en dekens die alleen nog maar een verzameling lompen waren. Haggard zegt van Hotel Dleu (een bekend ziekenhuis in Parijs In die da gen) „De lucht op de ongeventlleer- de ziekenzalen was 's morgens zo slecht, dat de verzorgsters de zaal niet durfden te betreden zonder .een in azijn gedrenkte spons voor het ge laat te houden. Overleden patiënten bleven als regel 24 uur op zaal lig gen tussen de andere patiënten voordat ze werden verwijderd; soms nog langer Er waren wel kinder bedden, namelijk een stuk of acht, Ja vroeger ging dat allemaal heel wat eenvoudiger. Wat wist men af van pijnverdovende middelen? Een bezoek aan zo'n ..tandarts" was dan ook niet bepaald een pretje. mee gehouden, dat Pietje nooit weer op zou staan om voor zijn gezin de kost te verdienen. Alle buren brachten soep bij Pietje en biefstukken, die wi. zelf in ge zonde dagen nooit over onze lippen krijgen. Maar Pietje was ziek en wij gunden hem van harte het beste wat er te krijgen was Doch wat wij hem ook brachten. Pietje was ziek en hij bleef ziek. Onder elkaar spraken we al eens over de weduwe, die zou achterblij ven en de arme weesjes, die nog te jong waren om de kost te verdienen Ons dorp is net een groot huisgezin: als de één lijdt, voelt de ander de pijn mee en we besloten dat het ge zin van Pietje niets te kort zou ko men, wat er ook mocht gebeuren Met instemming konden wij dan ook met het hoofd knikken toen do minee de volgende Zondag toevallig een prachtige preek had over de naas tenliefde. Aan mooie woorden had een mens in nood niets, er moesten daden ge steld worden en dat hadden wij ge daan. Wij brachten Pietje nog meer soep en nog meer biefstukken en wij wisten van ons zelf, dat we brave mensen waren Ook gaven we de kin deren van Pietje veel appelen en pe ren, maar hieraan kwam een einde toen de meester onj vertelde, dat we de kinderen ziek voerden met züur en zoet fruit. En Pietje zelf lag daar maar alsof hij geen interess» meer had in de dingen van deze aarde Er werd al gefluisterd, dat Pietje reeds gestor ven was terwijl zijn lichaam nog leef de. Als we bij de dokter informeerden, schudde deze geleerde man beden kelijk zijn hoofd en wij konden niet anders doen dan met hem het hoofd schudden. y O stonden de zaken, toen er op- eens een zonderling gerucht door het dorp cirkelde. Onze dominee is door de bank ge nomen nog al een ernstig man van zijn eigen, maar de buren hadden ge zien hoe hij na een ziekenbezoek bij Pietje lachend op zijn fiets sprong, die samen ongeveer 200 zuigelingen en kinderen herbergden. Toch was de gemidelde sterfte er niet groter dan twintig procent". En welke jonge moeder zou er in •en kraamkliniek willen liggen, waar van de ramen enerzijds op de snijka mer en anderzijds op het kerkhof uit keken? Waar je werd ..geholpen" door studenten uit die snijkamer, die zonder toepassing van hygiënische maatregelen zelfs werden soms niet eens de handen gewassen as sistentie verleenden? Is het wonder dat het sterftecijfer in die inrichtin gen schrikbarend hoog was? II ET was in die dagen niet altijd een onverdeeld genoegen dokter te zijn. want in de meeste gevallen draaide het er op uit, dat hij de schuld kreeg, wanneer een patiënt stierf. Kwam daarbij nog het onge luk. dat zijn overleden patiënt van koninklijke bloede was. dan kon hij er op rekenen, zijn testament te kun nen opmaken. Zo is het o.a gebeurd in 1522, dat een dokter uit Hamburg, die de euvele moed bezat als vrouw verkleed de geboorte van oen nieuwe wereldburger bij te wonen, zijn leven eindigde op de brandstapel Het was namelijk voor een man op straffe des doods verboden bii een derge lijke gebeurtenis aanwezig te zijn. Naast de talrijke vorderingen die de genees- en heelkunde langzaam maar zeker begon te maken, heeft de 19de eeuw tevens een omwente ling gebracht op het terrein der zie kenverpleging. De grote stuwkracht hiertoe is ongetwijfeld geweest de jonge Engelse vrouw Florence Nigh tingale. Vtx»r die tijd waren ..ver pleegsters" in feite niets anders dan drankzuchtige zaalmeiden en prosti- tué's. Vrouwen van het minste allooi, die alleen maar reageerden op een reeks stokslagen. U zei toch. „die goeie, ouwe t{jd" nietwaar? Laten we eens veronder stellen, dat we op een bepaald moment plotseling verstoken werden van heel die medische bescherming als een jongen die van een feestje komt. Zij begrepen er niets van en mee levend vroegen zij de vrouw van Pietje: Dominee zag er zo hups uit, is het met Pietje wat beter? Er is nog weinig verandering in de toestand, antwoordde de vrouw en als vanzelf gleden onze gezichten weer in de plooi van beklag, die be tamelijk is bij ernstige gelegenheden. Maar wij bleven met de vraag zit ten waarom dominee zo opgewekt het huis van Pietje had verlaten. Nu zijn wij mensen, die niet graag met vragen blijven rondlopen, en een paar van ons togen naar de pastorie om dominee een verklaring te gaan vragen. Dominee ontving de vragers vrien delijk. zij kregen een sigaar en een kop koffie, maar toen zij met hun vraag voor de dag kwamen, stuurde hij hen met een kluitje in het riet. Het bezoek bracht dus geen ophel dering, maar wel had het nieuwe vra gen opgeleverd. Wij konden nog wel begrijpen, dat een dominee, die alles in het geeste lijke ziet, lachend van een ziekbed komt waar uitzicht is op een ster ven, dat een getuigenis kan worden voor de omstanders. Maar zo was Pietje niet, dat wisten wij heel zeker. In het godsdienstige was hij zo dood als een pier. Maar waarom lachte dominee dan? Pietje zou hem geen grap verteld hebben, en als hij dat wel had ge daan was het nog niet betamelijk, dat een dominee zou lachen om de grap van een man, die met één been reeds in het graf stond. Op zulke dingen zijn wij in ons dorp heel pre cies, er zijn van die dingen die op zichzelf heel onschuldig lijken, doch die wij zeer beslist niet doen. Weer togen wij naar de pastorie en nu om dominee ter verantwoor ding te roepen. Dominee ontving ons weer vriende lijk en weer kregen wij een sigaar en een kop koffie, maar toen wij met onze opmerkingen voor de draad kwamen, betrok zijn gezicht. Een tijdlang sprak hij geen woord, hij zag ons maar aan alsof wij mis- Breu-amputatie in de 16e eeuw. Ook dit gebeurde by volle bewust zijn van de patiënt. waarmee we tegenwoordig omringd worden. Beseft u u>at hiervan de conse quenties zouden zij n? Dit rou be tekenen. dat we, nog eer er tien jaar verstreken waren, de klok hadden kunnen terugzetten tot het tijdperk der Middeleeuwen. Dat in een ds- bestek van nog geen vyftien jaar het overgrote deel van ons volk zou zijn gestorven als gevolg van het terugkeren van die ontzettende epi demieën. Besmettelijke ziekten, di» t'ooral in onze hedendaagse dicht bevolkte wooncentra catastrophme gevolgen zouden hebben Dan zm het aantal slachtoffers nog wel eens heel wat hoger kunnen zyn dan in de 14e eeuw. toen in Europa teng*- volge van een pestepidemie 2S 000 000 mensen stierven. Misschien dat we dan wat meer waardering zouden kunnen opbrengen voor tenminste deze zegening der moderne tijd de medische verzorging t'an de mens ANTON KOOIJMAN. dadigers waren, die voor de recht bank geroepen waren. Van de een naar de ander zag hij en wij begon nen een raar gevoel rondom ons hart te krijgen. Een dominee is niet zo maar een kwajongen, die er. van houdt zijn bezoekers te plagen. Er was met Pietje iets en het was nogal van belang, begonnen wij te begrijpen, anders zou dominee niet zo vreemd doen. T")OCH opeens veranderde dominee 1-' weer in een beminnelijk man. Hij zoog een dikke rookwolk uit zijn si gaar en lachend zag hij ons aan. Jullie wilt weten hoe het met Pietje is? vroeg hij en wij zagen hoe daarbij zijn ogen spottend glansden. Zwijgend knikten wij, want het is in ons goede dorp onbetamelijk om al te duidelijk nieuwsgierigheid te la ten blijken. Ja die Pietje, vervolgde dominee en weer talmde hij lang met verder te spreken. Wij zaten op spijkers, want onze belangstelling was zuiver als be proefd goud en bijbedoelingen hadden Bovendien hadden wij recht op een eerlijke verklaring door al de soep en biefstukken die wij bij Pietje ge bracht hadden, warer. wij belangheb benden geworden. Tja, begon dominee weer, het is een vreemd geval met Pietje. Zeg toch wat het is, gilden wij onhoorbaar in ons zelf. Maar dominee had geen haast. Hij vertelde ons eerst nog van enkele ziektegevallen, die ook vreemd wa ren, doch die ons niet interesseerden, omdat wij voor Pietje waren geko men. Na vele tierelantijntjes kwam dominee eindelijk tot de zaak. Doch eerst liet hij ons nog plechtig belo ven, dat we zijn verhaal niet door het gehele dorp zouden rondbazuinen. Wij beloofden dit en weer was het alsof de ogen van dominee verdacht glinsterden. Na al deze voorbereidingen begon dominee dan toch te vertellen: Toen hij van de ziekte van Pietje hoorde was hij de patiënt gaan opzoeken. Hij vond Pietje in bed zuchtend en zwe tend onder een hele stapel wollen de kens. En. hoe gaat het? vroeg hij. Slecht dominee.... slecht, ant woordde Pietje, pijn hier en pijn daar, overal heb ik pijnen. het is voor een mens bijna niet te dragen... en de dokter zegt maar dat het niets is dan snert die me in de weg zit. Snert? vroeg dominee verwon derd. De vrouw van Pietje vertelde toen het verhaal van de snert. Ja dominee, dat zit zomijn man is dol op snert en daarom heb ik toen het wat kouder werd een gro te pot snert gekookt. Vette snert, meer spek en kluiven dan erwten. Van de boer waar mijn man een paar weken werk had gevonden, bracht hij een groot stuk van de .slacht" mee naar huis Vier borden vol at mijn man van die vette snert, ik heb hem nog gewaarschuwd, maar hij wilde niet horen. In de nacht daarop begon het al. Hij klaagde over Kijn in zijn lijf en driemaal moest hij et bed uit. Dat ging zo een hele dag door en toen had hij geen benen meer om op te staan. En nu ligt hij daar, de dokter zegt dat hij het bed uit moet omdat de pijn al lang geleden is. maar u weet hoe mijn man is. Hij zegt dat hij zwaar ziek is en niemand praat hem dat uit zijn hoofd. Heeft nog iemand van jullie na delige gevolgen van die snert-eterij ondervonden? vroeg dominee. -- Neen dominee, ik eet maar een half bordje en de jongens zullen geen hap snert eten of we moeten het hun in de keel gieten. EER zweeg dominee even en toen hoorden wij dan eindelijk van het wonder. Ik ben bij de boer van wie Pietje "het spek meegebracht had gaan in formeren, vertelde dominee, en daar hoorde ik hoe de vork in de steel zit. Pietje heeft dat spek niet gekre gen, doch hij heeft het stil meege nomen. De boer had het hem eigen lijk al te gemakkelijk gemaakt. Hij had er Pietje met de neus vlak bij gebracht en dat was te veel voor de man. De boer had Pietje al lang ver dacht van lange vingers te hebben, en nu meende hij een goede kans te hebben om Pietje op de proef te stel len. In onzichtbare sneden en diep in het spek had hij een aantal casea- retabletten gestopt er door zijn ziekte bewijst Pietje nu dat de praatjes over zijn rappe vingers niet uit de duim zijn gezogen. En dit is nu het wonder waarover Medische bescherming van moderne mens ZONDAGSBLAD 12 NOVEMBER 1955 7 Correspondentie betreffende deze rubriek aan de heer W. Jurg, Jan Luykenlaan 12. Den Haag. ORIGINEEL WERK DE hier volgende vraagstukken voor de ladderwedstrijd zijn alle drie van hetzelfde auteursduo en toch bevatten ze elk weer iets geheel aparts. Uw bijzondere aandacht vragen wij voor het motief van no. 326, een slechts enkele zetten diep eindspelletje dat niet moeilijk, maar waarschijnlijk wel ge heel nieuw is. Om die eindstand te voor schijn te brengen zullen de meeste oplos tot het gewenste doel moet leiden. De beide voorafgaande problemen zijn minder lastig, vooral no. 324, een origi nele bewerking van een bekend slot en uitermate geschikt voor de wat minder geroutineerde oplossers. Het middelste is gecomponeerd op een idee van J. Burggraaff. op zeldzaam fraaie wijze gebracht. Ook van deze be hoeft de eindstand niet geheel uitge werkt te worden. ten, die verleden jaar nog maar tweede in de promotieklasse was, nu met Dio- nis de derde en vierde plaats mocht delen. King eindigde totaal ontmoedigd op de zevende plaats. Slechts de «uit de toon vallende Algerijn Hosanna wist hij onder zich te houden. Op de dag dat Verso zijn 50ste ver jaardag vierde schonk de oud-kampioen hem de volgende winst. A. Verse 8 m m m q e f* ft- a 0 0 g 0 gj Zwart: 2/4, 6. 8. 12/19, 21. 23. 24. Wit: 27. 28, 30 32, 33. 35/38. 40, 42. 43. 45. 47/49. i de surprise te kunnen "incasseren. Er volgde 24—29, 33x29. 18—22. 21—27, 24x13 '32x21 komt op hetzelfde neer), 8x19, 32x21, 23x14 en wit verloor het stuk op 21. later ook de partij. Ofschoon de meeste sterke spelers deze slagzet wel kennen, wordt hij toch gemakkelijk over het hoofd ge zien zoals uit het bovenstaande wel blijkt en voor de minder ster ke partijspelers is hU bijzonder leer- Ik vroeg een dag om te verrijzen en in geen nacht zal ik vergaan. Ik zocht verborgen paradijzen, maar 't leven heb ik niet verstaan- Ik zocht de oorsprong van het licht, dit licht, dat stijgend van de kimmen naar 't zenith van 't heelal zou klimmen en naar geen nacht zijn stralen richt. Maar 't licht werd mij een speels phantoom, dat door geen listen was te iwngen, de grond voor ongestild verlangen en 't spinsel van een vage droom. Dit leven heb ik niet verstaan. Ik zocht verborgen paradijzen. Heer, laat mij in Uw dag verrijzen en in geen nacht zal ik vergaan. ANTHONIE STOLK. Oplossingen Zwart: 1. 6/8. 10. 16. 25. 30. 39. Wit: 18. 19. 21. 24. 27. 32. 33. 35, 38. 41. 44. No. 325. V. d. Elzen en Scheijen. No. 314 (J. Sant). Zwart: 1. 6. 7. 9. 14. 17 18, 25. 40. Wit: 16. 20 24. 30. 33. 38. 39. 43. 48. Opl.: 39—34. 48—42. 43—39. 16—11, 11x4. 4—15. 15x2 Alix! No. 315 (J. A. Bouwman). Zwart: 5. 7. 8. 13. 15. 17/19. 22. 23. 30 34. 40. Wit: 14 20. 25. 31/33. 37. 39. 41. 43. 48/50. Opl.: 32—27. 49—44. 48—43. 27—21. 43—38. 37x19. 25x3. 3x19 (10— 14). 19x10. 50—44. De eerste zetten van dit probleem doen wellicht niet zo fraai aan. maar wat na 4338 volgt doet alles vergeten. Een waar lijk verrassende wending! No. 316 (A. d. Elzen en J. H. H. Scheijen). Zwart: 1. 3. 7. 11. 15, 18. 22. 27. 31. 32. 35. 37. Wit: 12. 16. 19. 28/26. 29. 34 42/44, 4B. Opl.: 19—13. 44—39. 16x7. 43—38. 42—38. 48—42, 26x8. 34—30, 29x40! 25x3, (35x24), 3x 20, 4034. Een leuk slot, dat goed verborgen ligt en buitengewoon mooi ingeleid. De slag 25x3 zou men in de aanvangsstand niet licht vermoeden. Dit waren de laatste problemen van de zomerserie. Nu volgen de eerste ladderopgaven. No. 317. (H. Meggelen en J. H. H. Scheijen). Zwart: 8. 10. 20. 25. 26. 32. Wit: 18 23. 31. 34. 35. 42 Opl.: IR—12. 12x3. 35x4. <32—37 wint op 3238 volgt 415 en 1520. terwijl 25—30 faalt op 3—25, 4—15 enz.), 3— 20. 23—19. 4—10 '29—33). 10x41. 33 38). 4132—49. Zoals we reeds op- merktcrf*ls het heel moeilijk dit klas sieke slot in een behoorlijke schijven- stand te bewerken. De beide auteurs zijn er evenwel op voortreffelijke wij ze in geslaagd. No. 311 (J. Dubbeldeman). Zwart: I. 6/9, 11. 14. 19. 27. 37. Wit: 21. 22. 25/28 38, 43. 48. 49 Opl.: 49—44, 48—42. 3R—33. 21x3. 26x17. 25—20, 6aan wij tekenen DOOR 80R48 PRAMVIO No. 326. V. d. Elzen Zwart: 7/9, 12. 19. 23. 27 29. 31. 32. 36 37. 44. Wit: 25. 26. 28. 30. 38. 39. 42 43. 47 48. 50. Voor alle drie geldt: wit begint en wint. Oplossingen binnen drie weken na plaatsing in te zenden Uil de partij Daar de liefhebbers van het practi sed spel anders wat te lang zouden moeten wachten, onderbreken wc deze keer de bespreking der Scherpe Regels om U iets te vertellen over het kam pioenschap van Frankrijk dat in Sep tember werd gehouden te Les Sables d'Olonnes. een badplaats in hc-t Westen. De Parijzenaar King Chinees van ge boorte. had er de titel te verdedigen, wat hem slecht afging, want reeds bij de start verloor hij van een andere in woner van de lichtstad, de hier te lande eveneens bekende speler Verre, die het kampioenschap voor de derde maal in zijn loopbaan op zijn naam bracht. Tweede werd Cournier uit Toulon, ter wijl de merkwaardige coming man Hi- zard, een 20-jarige student in de rech- Les 34 1. Er is zo'n grote verschei denheid in vogels, dat wij, wan neer wij er een willen tekenen genoodzaakt zijn een type te vinden, dat in grootte en in vorm toonaangevend is voor al le soorten. In 1 wordt U een eenvoudig schema getoond, dat uit een cirkel, ellips en lijntjes bestaat. 2 Laat ons het sche ma zien met de snavel, ogen, vleugels en de poten aange vuld. Teken dit voorbeeld op andere grootte na en doe het ook een keer in spiegelbeeld. 2. Een vliegende vogel is een moeilijke tckenopgave, maar daar wij ook hier op de gebruikelijke manier met een eenvoudig opbouwschema be ginnen. bevinden wij ons op be kend terrein. Zoals U zelf wel kunt opmaken gaat het hier bij na uitsluitend om segmenten, die het schema vormen. Schets 4 laat ons het eindresultaat zien waar met enkele lijnen aan de mus dat korte cn ge vulde uiterlijk is gegeven. 3. De voorbeelden voor deze opgave zijn zo gekozen, dat ie dereen in staat is de vogels waar het om gaat in de natuur te zien en ze daar te bestude ren. Hier is in schets 5 een kip schematisch weergegeven, die in 6 is afgetekend. Maar wanneer U de voorbeelden op groter formaat hebt nagetekend denk er dan vooral aan dat U het daarbij niet moet laten. Ga op de ingeslagen weg voort en teken de modellen in ver schillende houdingen en laat U er niet van weerhouden door te zetten als U moeilijkheden ondervindt No. 319. (G. v. d. Linde). Zwart: 5, 8/10, 11. 14. 17, 20, 21. 24, 31. 36, 37. 45. Wil 22. 23, 28 29, 32. 34. 35, 40. 41. 44. 46. 47. 50. Opl.: 32—27 <21x 32» A. 47—42, 23—18, 44—39, 50x39, 39—33. 35x2. 2x26, (5—10 of?). 46—41, 26x5 en daar staan de beide kemp hanen weer! A: op <24x33), 27x7 (3742) 47x 29, (36x47). 34—29, 7—2. 2x45 en zwart kan wel opgeven! Jammer dat ook wint: 22—18. 23—18. 44—39 en nu direct 39—33, 35x2. 2x26 ol eerst 47— 42 en dan 39—33 enz. Feitelijk twee bu-oplossingen dus. No. 320. (H. v. Zeilen). Zwart: 7. 9. 12. 19. 20. 22 24/26. Wit 29. 31. 33. 35. 38. 40 43. 45. 48. Opl 33—28! <22 x42 want op 24x42 volgt 28x8. 43 38. 4H—42. 40—34, enz.). 48x37.' 43— 38. 37x48. 48—42. 40—34 35x4 Na deze op zichzelf iceds kunstige inlei ding volgt een eindspel, waarvan het slot onze lezers al bekend moet znn: <25—30). 4—15. <20—25>. 15—29. <12 —17). 29x1. (17—22). 1—40 (22—28) 4035, (30—34). 35—30. (34—40). 45x 34. (28—33). 30—24. (25—30». 24x38. 3849. Een fantastisch geheel' Deze laatste opgave gold niet voor de lad derwedstrijd. Kruiswoordraadsel Horisontaal: 1 Verrukkelijk. 7 bloem. 8 I•ergplu.its, 9 deel van de bijbel. 11 voegwoord. 12 klap. 13 vogel 15 bezit ting. 16 ge/inslid 17 bosgod, 18 bcveL 19 -toet. 21 pers. voornaamwoord, 22 plezier. 25 deel van de bijbel. 26 me talen b«k. 27 bezigheid. 29 buomloofc 30 geheel de uwe. 31 rondhout, 32 grondtoon. 33 warm. 35 gepast. Verticaal1 Huisdier. 2 bijwoord. 3 diefstal. 4 groente, ft bevroren wa ter. 6 zeerover. 8 juichkreet. 10 gezwcL 12 schaukterm 14 dierenroep 15 sooed. 17 hoofddeksel. 1H bast. 20 lussen. 22 vissoort. 23 munt. 24 paard je. 25 voorzetsel, 27 sprakeloos. 28 ge meen. 30 dicht, 33 luitenant. 34 aan hef bovenaan circulaires. Inzending per briefkaart voor a.t. Donderdag aan bureau van dit blad. In de linkerbovenhoek aan de adres» OploHHing kruiHWoordraadriel van 5 Novembrr verRaad. ma^Ador. van Daal peni bel. kolOncl. kotRicr, benEpen. lam» Pion, barOnes, malltonc, kasl'oor, ma- tElot. wieRodk. RADIO-REPORTER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 8