D
S^et wonder van onó
mm m
mm a
m m m s
m
T)E ZOEKER
/iUJ^W/iO.inLAW 12 rvOVKIWDtn 1W5
NUCHTERE mensen geloven
niet in wonderen, en omdat
wij graag voor nuchtere
mensen doorgaan, geloven
wij er ook niet aan.
Er was een tijd, waarin dorpelin
gen de naam hadden van achterlijk
en bijgelovig te zijn, maar deze tijd
ligt ver achter ons. Wij lachen om
heksen en spoken en vermaakt glim
lachen wij als oude mensen ons ver
tellen van wonderlijke ontmoetingen,
die zij in hun jeugd gehad zouden
hebben met meervallen zo lang als
de hoogste kerktoren hoog is en zo
dik als een eeuwenoude eikenboom.
Maar uv is er iets gebeurd dat ons
doet zeggen: Als je naar Pietje
Terlouw kijkt, zou je weer in won
deren gaan geloven
Meen nu niet, dat Pietje een vrouw
is, al zou zijn voornaam zulks doen
vermoeden. Pietje is een kerel waar
uit met gemak twee volwassen man
nen gesneden zouden kunnen worden.
Hij is iets meer dan twee meter lang
en zijn omvang is navenant. Juist
omdat hij zo'n geweldig mens is,
noemen wij hem Pietje, dat is een
van de grappen waarin ons dorp zo
sterk is.
Pietje is een reus en hij is sterk
als twee beren. Tot zijn vijftigste
jaar had hij nog nooit een cent bij
de dokter behoeven te brengen en
dat was toch niet omdat hij zichzelf
zo ontzien heeft. Hij was altijd in de
weer en bij nacht en ontij was Pietje
nog langs de weg om zijn inkomen
te vergroten. Of dit op een eerlijke
manier gebeurde durven wij niet be
weren. Er worden hierover rare din
gen verteld, maar over het algemeen
genomen is Pietje altijd een ordente
lijke kerel geweest, die een ieder het
zijne gaf.
TVT Pietje werd opeens zwaar ziek.
Hij klaagde over pijn in zijn
lijf, over onhoudbare hoofdpijnen en
over zijn rug, die niet meer rechtop
wilde.
Het ergste was echter, dat hij geen
trek meer had in zijn eten en zien
derogen schrompelde de reus ineen
tot een mannetje, dat door een school
jongen omver geblazen zou kunnen
worden.
Zijn vrouw liet de dokter halen en
Pietje moest onder de wol. Hij trok
zijn kleren uit en legde zijn pruim
tabak op de bedsteeplank, zoals hij
gewoon was elke avond te doen.
Daar lag Pietje tot aan zijn neus
onder de dekens en er was van de
geweldenaar niets meer over dan een
hoopje pijn en ellende.
Onze dokter is een geleerde baas
maar aan Pietje wist hij toch niets
te doen. Geen pillen en geen drank
jes konden Pietje weer op de been
brengen.
In het dorp werd er al rekening
(Vervolg van pap. 1)
Zo sleten de patiënten hun dagen
temidden van een onbeschrijflijk mi
serabele en smerige omgeving. Slech
te voeding op ongeregelde tijden,
feen ventilatie, geen verlichting Het
én nog ellendiger dan het ander. On
der lakens die stonken van het vuil
en dekens die alleen nog maar een
verzameling lompen waren.
Haggard zegt van Hotel Dleu (een
bekend ziekenhuis in Parijs In die da
gen) „De lucht op de ongeventlleer-
de ziekenzalen was 's morgens zo
slecht, dat de verzorgsters de zaal
niet durfden te betreden zonder .een
in azijn gedrenkte spons voor het ge
laat te houden. Overleden patiënten
bleven als regel 24 uur op zaal lig
gen tussen de andere patiënten
voordat ze werden verwijderd; soms
nog langer Er waren wel kinder
bedden, namelijk een stuk of acht,
Ja vroeger ging dat allemaal heel
wat eenvoudiger. Wat wist men af
van pijnverdovende middelen? Een
bezoek aan zo'n ..tandarts" was
dan ook niet bepaald een pretje.
mee gehouden, dat Pietje nooit weer
op zou staan om voor zijn gezin de
kost te verdienen.
Alle buren brachten soep bij Pietje
en biefstukken, die wi. zelf in ge
zonde dagen nooit over onze lippen
krijgen. Maar Pietje was ziek en wij
gunden hem van harte het beste wat
er te krijgen was Doch wat wij hem
ook brachten. Pietje was ziek en hij
bleef ziek.
Onder elkaar spraken we al eens
over de weduwe, die zou achterblij
ven en de arme weesjes, die nog te
jong waren om de kost te verdienen
Ons dorp is net een groot huisgezin:
als de één lijdt, voelt de ander de
pijn mee en we besloten dat het ge
zin van Pietje niets te kort zou ko
men, wat er ook mocht gebeuren
Met instemming konden wij dan
ook met het hoofd knikken toen do
minee de volgende Zondag toevallig
een prachtige preek had over de naas
tenliefde.
Aan mooie woorden had een mens
in nood niets, er moesten daden ge
steld worden en dat hadden wij ge
daan. Wij brachten Pietje nog meer
soep en nog meer biefstukken en wij
wisten van ons zelf, dat we brave
mensen waren Ook gaven we de kin
deren van Pietje veel appelen en pe
ren, maar hieraan kwam een einde
toen de meester onj vertelde, dat
we de kinderen ziek voerden met
züur en zoet fruit.
En Pietje zelf lag daar maar alsof
hij geen interess» meer had in de
dingen van deze aarde Er werd al
gefluisterd, dat Pietje reeds gestor
ven was terwijl zijn lichaam nog leef
de.
Als we bij de dokter informeerden,
schudde deze geleerde man beden
kelijk zijn hoofd en wij konden niet
anders doen dan met hem het hoofd
schudden.
y O stonden de zaken, toen er op-
eens een zonderling gerucht door
het dorp cirkelde.
Onze dominee is door de bank ge
nomen nog al een ernstig man van
zijn eigen, maar de buren hadden ge
zien hoe hij na een ziekenbezoek bij
Pietje lachend op zijn fiets sprong,
die samen ongeveer 200 zuigelingen
en kinderen herbergden. Toch was de
gemidelde sterfte er niet groter dan
twintig procent".
En welke jonge moeder zou er in
•en kraamkliniek willen liggen, waar
van de ramen enerzijds op de snijka
mer en anderzijds op het kerkhof uit
keken? Waar je werd ..geholpen"
door studenten uit die snijkamer, die
zonder toepassing van hygiënische
maatregelen zelfs werden soms
niet eens de handen gewassen as
sistentie verleenden? Is het wonder
dat het sterftecijfer in die inrichtin
gen schrikbarend hoog was?
II ET was in die dagen niet altijd
een onverdeeld genoegen dokter
te zijn. want in de meeste gevallen
draaide het er op uit, dat hij de
schuld kreeg, wanneer een patiënt
stierf. Kwam daarbij nog het onge
luk. dat zijn overleden patiënt van
koninklijke bloede was. dan kon hij
er op rekenen, zijn testament te kun
nen opmaken. Zo is het o.a gebeurd
in 1522, dat een dokter uit Hamburg,
die de euvele moed bezat als vrouw
verkleed de geboorte van oen nieuwe
wereldburger bij te wonen, zijn leven
eindigde op de brandstapel Het was
namelijk voor een man op straffe
des doods verboden bii een derge
lijke gebeurtenis aanwezig te zijn.
Naast de talrijke vorderingen die
de genees- en heelkunde langzaam
maar zeker begon te maken, heeft
de 19de eeuw tevens een omwente
ling gebracht op het terrein der zie
kenverpleging. De grote stuwkracht
hiertoe is ongetwijfeld geweest de
jonge Engelse vrouw Florence Nigh
tingale. Vtx»r die tijd waren ..ver
pleegsters" in feite niets anders dan
drankzuchtige zaalmeiden en prosti-
tué's. Vrouwen van het minste allooi,
die alleen maar reageerden op een
reeks stokslagen.
U zei toch. „die goeie, ouwe t{jd"
nietwaar? Laten we eens veronder
stellen, dat we op een bepaald
moment plotseling verstoken werden
van heel die medische bescherming
als een jongen die van een feestje
komt.
Zij begrepen er niets van en mee
levend vroegen zij de vrouw van
Pietje: Dominee zag er zo hups
uit, is het met Pietje wat beter?
Er is nog weinig verandering in
de toestand, antwoordde de vrouw en
als vanzelf gleden onze gezichten
weer in de plooi van beklag, die be
tamelijk is bij ernstige gelegenheden.
Maar wij bleven met de vraag zit
ten waarom dominee zo opgewekt het
huis van Pietje had verlaten.
Nu zijn wij mensen, die niet graag
met vragen blijven rondlopen, en een
paar van ons togen naar de pastorie
om dominee een verklaring te gaan
vragen.
Dominee ontving de vragers vrien
delijk. zij kregen een sigaar en een
kop koffie, maar toen zij met hun
vraag voor de dag kwamen, stuurde
hij hen met een kluitje in het riet.
Het bezoek bracht dus geen ophel
dering, maar wel had het nieuwe vra
gen opgeleverd.
Wij konden nog wel begrijpen, dat
een dominee, die alles in het geeste
lijke ziet, lachend van een ziekbed
komt waar uitzicht is op een ster
ven, dat een getuigenis kan worden
voor de omstanders. Maar zo was
Pietje niet, dat wisten wij heel zeker.
In het godsdienstige was hij zo dood
als een pier.
Maar waarom lachte dominee dan?
Pietje zou hem geen grap verteld
hebben, en als hij dat wel had ge
daan was het nog niet betamelijk,
dat een dominee zou lachen om de
grap van een man, die met één been
reeds in het graf stond. Op zulke
dingen zijn wij in ons dorp heel pre
cies, er zijn van die dingen die op
zichzelf heel onschuldig lijken, doch
die wij zeer beslist niet doen.
Weer togen wij naar de pastorie
en nu om dominee ter verantwoor
ding te roepen.
Dominee ontving ons weer vriende
lijk en weer kregen wij een sigaar
en een kop koffie, maar toen wij met
onze opmerkingen voor de draad
kwamen, betrok zijn gezicht.
Een tijdlang sprak hij geen woord,
hij zag ons maar aan alsof wij mis-
Breu-amputatie in de 16e eeuw.
Ook dit gebeurde by volle bewust
zijn van de patiënt.
waarmee we tegenwoordig omringd
worden.
Beseft u u>at hiervan de conse
quenties zouden zij n? Dit rou be
tekenen. dat we, nog eer er tien jaar
verstreken waren, de klok hadden
kunnen terugzetten tot het tijdperk
der Middeleeuwen. Dat in een ds-
bestek van nog geen vyftien jaar
het overgrote deel van ons volk zou
zijn gestorven als gevolg van het
terugkeren van die ontzettende epi
demieën. Besmettelijke ziekten, di»
t'ooral in onze hedendaagse dicht
bevolkte wooncentra catastrophme
gevolgen zouden hebben Dan zm
het aantal slachtoffers nog wel eens
heel wat hoger kunnen zyn dan in
de 14e eeuw. toen in Europa teng*-
volge van een pestepidemie 2S 000 000
mensen stierven.
Misschien dat we dan wat meer
waardering zouden kunnen opbrengen
voor tenminste deze zegening der
moderne tijd de medische verzorging
t'an de mens
ANTON KOOIJMAN.
dadigers waren, die voor de recht
bank geroepen waren. Van de een
naar de ander zag hij en wij begon
nen een raar gevoel rondom ons hart
te krijgen. Een dominee is niet zo
maar een kwajongen, die er. van
houdt zijn bezoekers te plagen.
Er was met Pietje iets en het was
nogal van belang, begonnen wij te
begrijpen, anders zou dominee niet
zo vreemd doen.
T")OCH opeens veranderde dominee
1-' weer in een beminnelijk man. Hij
zoog een dikke rookwolk uit zijn si
gaar en lachend zag hij ons aan.
Jullie wilt weten hoe het met
Pietje is? vroeg hij en wij zagen hoe
daarbij zijn ogen spottend glansden.
Zwijgend knikten wij, want het is
in ons goede dorp onbetamelijk om
al te duidelijk nieuwsgierigheid te la
ten blijken.
Ja die Pietje, vervolgde dominee
en weer talmde hij lang met verder
te spreken.
Wij zaten op spijkers, want onze
belangstelling was zuiver als be
proefd goud en bijbedoelingen hadden
Bovendien hadden wij recht op een
eerlijke verklaring door al de soep
en biefstukken die wij bij Pietje ge
bracht hadden, warer. wij belangheb
benden geworden.
Tja, begon dominee weer, het
is een vreemd geval met Pietje.
Zeg toch wat het is, gilden wij
onhoorbaar in ons zelf.
Maar dominee had geen haast. Hij
vertelde ons eerst nog van enkele
ziektegevallen, die ook vreemd wa
ren, doch die ons niet interesseerden,
omdat wij voor Pietje waren geko
men. Na vele tierelantijntjes kwam
dominee eindelijk tot de zaak. Doch
eerst liet hij ons nog plechtig belo
ven, dat we zijn verhaal niet door het
gehele dorp zouden rondbazuinen.
Wij beloofden dit en weer was het
alsof de ogen van dominee verdacht
glinsterden.
Na al deze voorbereidingen begon
dominee dan toch te vertellen: Toen
hij van de ziekte van Pietje hoorde
was hij de patiënt gaan opzoeken. Hij
vond Pietje in bed zuchtend en zwe
tend onder een hele stapel wollen de
kens.
En. hoe gaat het? vroeg hij.
Slecht dominee.... slecht, ant
woordde Pietje, pijn hier en pijn
daar, overal heb ik pijnen. het is
voor een mens bijna niet te dragen...
en de dokter zegt maar dat het niets
is dan snert die me in de weg zit.
Snert? vroeg dominee verwon
derd.
De vrouw van Pietje vertelde toen
het verhaal van de snert.
Ja dominee, dat zit zomijn
man is dol op snert en daarom heb
ik toen het wat kouder werd een gro
te pot snert gekookt. Vette snert,
meer spek en kluiven dan erwten.
Van de boer waar mijn man een
paar weken werk had gevonden,
bracht hij een groot stuk van de
.slacht" mee naar huis Vier borden
vol at mijn man van die vette snert,
ik heb hem nog gewaarschuwd, maar
hij wilde niet horen. In de nacht
daarop begon het al. Hij klaagde over
Kijn in zijn lijf en driemaal moest hij
et bed uit. Dat ging zo een hele dag
door en toen had hij geen benen meer
om op te staan. En nu ligt hij daar,
de dokter zegt dat hij het bed uit
moet omdat de pijn al lang geleden
is. maar u weet hoe mijn man is. Hij
zegt dat hij zwaar ziek is en niemand
praat hem dat uit zijn hoofd.
Heeft nog iemand van jullie na
delige gevolgen van die snert-eterij
ondervonden? vroeg dominee.
-- Neen dominee, ik eet maar een
half bordje en de jongens zullen geen
hap snert eten of we moeten het hun
in de keel gieten.
EER zweeg dominee even en toen
hoorden wij dan eindelijk van
het wonder.
Ik ben bij de boer van wie Pietje
"het spek meegebracht had gaan in
formeren, vertelde dominee, en daar
hoorde ik hoe de vork in de steel
zit. Pietje heeft dat spek niet gekre
gen, doch hij heeft het stil meege
nomen. De boer had het hem eigen
lijk al te gemakkelijk gemaakt. Hij
had er Pietje met de neus vlak bij
gebracht en dat was te veel voor de
man. De boer had Pietje al lang ver
dacht van lange vingers te hebben,
en nu meende hij een goede kans te
hebben om Pietje op de proef te stel
len. In onzichtbare sneden en diep
in het spek had hij een aantal casea-
retabletten gestopt er door zijn ziekte
bewijst Pietje nu dat de praatjes
over zijn rappe vingers niet uit de
duim zijn gezogen.
En dit is nu het wonder waarover
Medische bescherming van moderne mens
ZONDAGSBLAD 12 NOVEMBER 1955
7
Correspondentie betreffende deze
rubriek aan de heer W. Jurg,
Jan Luykenlaan 12. Den Haag.
ORIGINEEL WERK
DE hier volgende vraagstukken voor
de ladderwedstrijd zijn alle drie van
hetzelfde auteursduo en toch bevatten
ze elk weer iets geheel aparts.
Uw bijzondere aandacht vragen wij
voor het motief van no. 326, een slechts
enkele zetten diep eindspelletje dat niet
moeilijk, maar waarschijnlijk wel ge
heel nieuw is. Om die eindstand te voor
schijn te brengen zullen de meeste oplos
tot het gewenste doel moet leiden.
De beide voorafgaande problemen zijn
minder lastig, vooral no. 324, een origi
nele bewerking van een bekend slot en
uitermate geschikt voor de wat minder
geroutineerde oplossers.
Het middelste is gecomponeerd op
een idee van J. Burggraaff. op zeldzaam
fraaie wijze gebracht. Ook van deze be
hoeft de eindstand niet geheel uitge
werkt te worden.
ten, die verleden jaar nog maar tweede
in de promotieklasse was, nu met Dio-
nis de derde en vierde plaats mocht
delen.
King eindigde totaal ontmoedigd op de
zevende plaats. Slechts de «uit de toon
vallende Algerijn Hosanna wist hij
onder zich te houden.
Op de dag dat Verso zijn 50ste ver
jaardag vierde schonk de oud-kampioen
hem de volgende winst.
A. Verse
8 m m m
q e
f* ft- a
0 0 g
0 gj
Zwart: 2/4, 6. 8. 12/19, 21. 23. 24.
Wit: 27. 28, 30 32, 33. 35/38. 40,
42. 43. 45. 47/49.
i de
surprise te kunnen "incasseren. Er
volgde 24—29, 33x29. 18—22. 21—27,
24x13 '32x21 komt op hetzelfde neer),
8x19, 32x21, 23x14 en wit verloor het
stuk op 21. later ook de partij.
Ofschoon de meeste sterke spelers
deze slagzet wel kennen, wordt hij
toch gemakkelijk over het hoofd ge
zien zoals uit het bovenstaande
wel blijkt en voor de minder ster
ke partijspelers is hU bijzonder leer-
Ik vroeg een dag om te verrijzen
en in geen nacht zal ik vergaan.
Ik zocht verborgen paradijzen,
maar 't leven heb ik niet verstaan-
Ik zocht de oorsprong van het licht,
dit licht, dat stijgend van de kimmen
naar 't zenith van 't heelal zou klimmen
en naar geen nacht zijn stralen richt.
Maar 't licht werd mij een speels phantoom,
dat door geen listen was te iwngen,
de grond voor ongestild verlangen
en 't spinsel van een vage droom.
Dit leven heb ik niet verstaan.
Ik zocht verborgen paradijzen.
Heer, laat mij in Uw dag verrijzen
en in geen nacht zal ik vergaan.
ANTHONIE STOLK.
Oplossingen
Zwart: 1. 6/8. 10. 16. 25. 30. 39.
Wit: 18. 19. 21. 24. 27. 32. 33. 35,
38. 41. 44.
No. 325. V. d. Elzen en Scheijen.
No. 314 (J. Sant). Zwart: 1. 6. 7. 9.
14. 17 18, 25. 40. Wit: 16. 20 24. 30.
33. 38. 39. 43. 48. Opl.: 39—34. 48—42.
43—39. 16—11, 11x4. 4—15. 15x2 Alix!
No. 315 (J. A. Bouwman). Zwart:
5. 7. 8. 13. 15. 17/19. 22. 23. 30 34.
40. Wit: 14 20. 25. 31/33. 37. 39. 41.
43. 48/50. Opl.: 32—27. 49—44. 48—43.
27—21. 43—38. 37x19. 25x3. 3x19 (10—
14). 19x10. 50—44. De eerste zetten
van dit probleem doen wellicht niet
zo fraai aan. maar wat na 4338
volgt doet alles vergeten. Een waar
lijk verrassende wending!
No. 316 (A. d. Elzen en J. H. H.
Scheijen). Zwart: 1. 3. 7. 11. 15, 18.
22. 27. 31. 32. 35. 37. Wit: 12. 16. 19.
28/26. 29. 34 42/44, 4B. Opl.: 19—13.
44—39. 16x7. 43—38. 42—38. 48—42,
26x8. 34—30, 29x40! 25x3, (35x24), 3x
20, 4034. Een leuk slot, dat goed
verborgen ligt en buitengewoon mooi
ingeleid. De slag 25x3 zou men in de
aanvangsstand niet licht vermoeden.
Dit waren de laatste problemen van
de zomerserie. Nu volgen de eerste
ladderopgaven.
No. 317. (H. Meggelen en J. H.
H. Scheijen). Zwart: 8. 10. 20. 25. 26.
32. Wit: 18 23. 31. 34. 35. 42 Opl.:
IR—12. 12x3. 35x4. <32—37 wint op
3238 volgt 415 en 1520. terwijl
25—30 faalt op 3—25, 4—15 enz.), 3—
20. 23—19. 4—10 '29—33). 10x41. 33
38). 4132—49. Zoals we reeds op-
merktcrf*ls het heel moeilijk dit klas
sieke slot in een behoorlijke schijven-
stand te bewerken. De beide auteurs
zijn er evenwel op voortreffelijke wij
ze in geslaagd.
No. 311 (J. Dubbeldeman). Zwart:
I. 6/9, 11. 14. 19. 27. 37. Wit: 21. 22.
25/28 38, 43. 48. 49 Opl.: 49—44,
48—42. 3R—33. 21x3. 26x17. 25—20,
6aan wij tekenen
DOOR 80R48 PRAMVIO
No. 326. V. d. Elzen
Zwart: 7/9, 12. 19. 23. 27 29. 31.
32. 36 37. 44.
Wit: 25. 26. 28. 30. 38. 39. 42 43.
47 48. 50.
Voor alle drie geldt: wit begint en
wint. Oplossingen binnen drie weken
na plaatsing in te zenden
Uil de partij
Daar de liefhebbers van het practi
sed spel anders wat te lang zouden
moeten wachten, onderbreken wc deze
keer de bespreking der Scherpe Regels
om U iets te vertellen over het kam
pioenschap van Frankrijk dat in Sep
tember werd gehouden te Les Sables
d'Olonnes. een badplaats in hc-t Westen.
De Parijzenaar King Chinees van ge
boorte. had er de titel te verdedigen,
wat hem slecht afging, want reeds bij
de start verloor hij van een andere in
woner van de lichtstad, de hier te lande
eveneens bekende speler Verre, die het
kampioenschap voor de derde maal
in zijn loopbaan op zijn naam bracht.
Tweede werd Cournier uit Toulon, ter
wijl de merkwaardige coming man Hi-
zard, een 20-jarige student in de rech-
Les 34
1. Er is zo'n grote verschei
denheid in vogels, dat wij, wan
neer wij er een willen tekenen
genoodzaakt zijn een type te
vinden, dat in grootte en in
vorm toonaangevend is voor al
le soorten. In 1 wordt U een
eenvoudig schema getoond, dat
uit een cirkel, ellips en lijntjes
bestaat. 2 Laat ons het sche
ma zien met de snavel, ogen,
vleugels en de poten aange
vuld. Teken dit voorbeeld op
andere grootte na en doe het
ook een keer in spiegelbeeld.
2. Een vliegende vogel is
een moeilijke tckenopgave,
maar daar wij ook hier op de
gebruikelijke manier met een
eenvoudig opbouwschema be
ginnen. bevinden wij ons op be
kend terrein. Zoals U zelf wel
kunt opmaken gaat het hier bij
na uitsluitend om segmenten,
die het schema vormen. Schets
4 laat ons het eindresultaat
zien waar met enkele lijnen
aan de mus dat korte cn ge
vulde uiterlijk is gegeven.
3. De voorbeelden voor deze
opgave zijn zo gekozen, dat ie
dereen in staat is de vogels
waar het om gaat in de natuur
te zien en ze daar te bestude
ren. Hier is in schets 5 een
kip schematisch weergegeven,
die in 6 is afgetekend. Maar
wanneer U de voorbeelden op
groter formaat hebt nagetekend
denk er dan vooral aan dat
U het daarbij niet moet laten.
Ga op de ingeslagen weg voort
en teken de modellen in ver
schillende houdingen en laat U
er niet van weerhouden door
te zetten als U moeilijkheden
ondervindt
No. 319. (G. v. d. Linde). Zwart: 5,
8/10, 11. 14. 17, 20, 21. 24, 31. 36, 37.
45. Wil 22. 23, 28 29, 32. 34. 35,
40. 41. 44. 46. 47. 50. Opl.: 32—27 <21x
32» A. 47—42, 23—18, 44—39, 50x39,
39—33. 35x2. 2x26, (5—10 of?). 46—41,
26x5 en daar staan de beide kemp
hanen weer!
A: op <24x33), 27x7 (3742) 47x
29, (36x47). 34—29, 7—2. 2x45 en
zwart kan wel opgeven! Jammer dat
ook wint: 22—18. 23—18. 44—39 en nu
direct 39—33, 35x2. 2x26 ol eerst 47—
42 en dan 39—33 enz. Feitelijk twee
bu-oplossingen dus.
No. 320. (H. v. Zeilen). Zwart: 7. 9.
12. 19. 20. 22 24/26. Wit 29. 31. 33.
35. 38. 40 43. 45. 48. Opl 33—28! <22
x42 want op 24x42 volgt 28x8. 43
38. 4H—42. 40—34, enz.). 48x37.' 43—
38. 37x48. 48—42. 40—34 35x4 Na
deze op zichzelf iceds kunstige inlei
ding volgt een eindspel, waarvan het
slot onze lezers al bekend moet znn:
<25—30). 4—15. <20—25>. 15—29. <12
—17). 29x1. (17—22). 1—40 (22—28)
4035, (30—34). 35—30. (34—40). 45x
34. (28—33). 30—24. (25—30». 24x38.
3849. Een fantastisch geheel' Deze
laatste opgave gold niet voor de lad
derwedstrijd.
Kruiswoordraadsel
Horisontaal: 1 Verrukkelijk. 7 bloem.
8 I•ergplu.its, 9 deel van de bijbel. 11
voegwoord. 12 klap. 13 vogel 15 bezit
ting. 16 ge/inslid 17 bosgod, 18 bcveL
19 -toet. 21 pers. voornaamwoord, 22
plezier. 25 deel van de bijbel. 26 me
talen b«k. 27 bezigheid. 29 buomloofc
30 geheel de uwe. 31 rondhout, 32
grondtoon. 33 warm. 35 gepast.
Verticaal1 Huisdier. 2 bijwoord.
3 diefstal. 4 groente, ft bevroren wa
ter. 6 zeerover. 8 juichkreet. 10 gezwcL
12 schaukterm 14 dierenroep 15
sooed. 17 hoofddeksel. 1H bast. 20
lussen. 22 vissoort. 23 munt. 24 paard
je. 25 voorzetsel, 27 sprakeloos. 28 ge
meen. 30 dicht, 33 luitenant. 34 aan
hef bovenaan circulaires.
Inzending per briefkaart voor a.t.
Donderdag aan bureau van dit blad.
In de linkerbovenhoek aan de adres»
OploHHing kruiHWoordraadriel
van 5 Novembrr
verRaad. ma^Ador. van Daal peni
bel. kolOncl. kotRicr, benEpen. lam»
Pion, barOnes, malltonc, kasl'oor, ma-
tElot. wieRodk. RADIO-REPORTER.