Sociale leven niet zonder het
religieuze te denken
fel
in gemeenschap geeft
en een recht
Leren
een
plicht
Avontuurlijke zeereis met
het vlot Kon Tiki
van het draaiboek
m)
ZATERDAG 12 NOVEMBER 1955
DS KLEERMAKER VOOR HET C.N.V.
T^TCLE MENSEN MENEN, dat het er in de Bijbel alleen maar om gaat,
hoe wij zalig moeten worden. Dat is een verkeerde opvatting. De
Bijbel verkondigt ons het Koninkrijk Gods, dat niet alleen met de ziel te
doen heeft, maar ook met het lichaam, niet alleen met het eeuwige, maar
ook met het tijdelijke leven in al zijn geledingen. Daarom geeft de Bijbel
ook richtlijnen voor het sociale leven, ofschoon wij hem niet als een hand
boek voor sociale, economische of natuurkundige aangelegenheden moeten
beschouwen.
absolutering van het stoffelijke en hit
creatuurlijke. Voorop staat, dat de ge
meenschap tussen God en ons en ons en
God kan worden beleefd.
Het feit, dat we dn een gemeenschap
zijn geplaatst, geeft ons een plicht en een
recht. De plicht om te arbeiden. Arbeid
is een Goddelijke opdracht. En wij heb
ben die uit te voeren in dienst aan God
en de medemens. Daarnaast is er het
recht op arbeidsmogelijkheid. De werk
loosheid mogen wij nooit als een natuur
verschijnsel aanvaarden. Ook de minder-
vaiiden hebben recht op zinvolle arbeid.
De samenleving moet ook zorgen voor de
/humanisering van de arbeid"; de mens
mag geen robot worden.
Deze avond sprak de heer H. H. Frese
over „De avontuurlijke zeereis met het
vlot „Kon Tiki" over de Stille Zuidzee".
De heer Frese, die een grote belangstel
ling heeft voor de scheepvaart in het Oos
ten, vertelde op onderhoudende wijze
deze tocht: de gevaren
Dat zei ds N. Kleermaker gisteravond
in de vergadering van de Leidse Christe
lijke besturenbond, waar hij sprak over
„De Bijbel en het sociale leven". De eer
ste vraag, die ds Kleermaker beantwoord
de, was, wat de Heilige Schrift zegt over
de mens in verband met het sociale leven
De mens is geschapen als een gemeen
schapswezen. Wij zijn geen losse Indi
viduen. maar mensen die tot elkaar 'n
betrekking staan. Alleen in deze weder
zijdse verhouding kan de mens aan zijn
bestemming beantwoorden. Hiermee zijn
het individualisme en de massificering
veroordeeld.
Deze staat van de mens betekend een
grote verantwoordelijkheid. „Draagt el
kanders" lasten en vervult alzo de wet van
Christus". „Als één lid lijdt, lijdgn alle
leden mee". De verantwoordelijkhs.d
voor elkaar is een van de grondslagen
van het Christelijk-sociale leven. Een van
de grootsten zonden, ook van vandaag
nog, schuilt in de vraag „Ben ik mijn«
broeders hoeder?" In de verhouding tot
de naaste moeten wij iets weerspiegelen
van de verhouding van God tot ons in
Jezus Christus.
Mens geen nummer
Welke waarde heeft de mens? Bij de
beantwoording van deze vraag merkte ds
Kleermaker op, dat de mens enerzijds in
het geheel geen waarde heeft, omdat hij
een zondig mens is met alle consequenties
van dien. Wie op humanistische wijze
spreekt over de „rechten van de mens",
ontkent daarmee de verwoestende kracht
van de zonde.
En toch: de mens is in de Bijbel alles
behalve een nummer. God zegt: „Ik ken
u bij name". Zullen alle werkgevers hun
werknemers kénnen? De Bijbel ziet de.
mens in het Ücht van het verbond, dat dekkingen. Op 28 April 1947 vertrok
God uit genade met de zondige mens vLot van zeer l'°ht hout (s.g. 0.
heeft opgericht. In en door Jezus Christus
heeft de mens grote waarde. Hij wordt
een kind Gods genoemd.
Dit legt op ons een dubbele taak. Name
lijk: dat wij in dit leven het beeld van
God moeten weerspiegelen en dat wij ook
de medemens als kind van God hebben
te zien. De verlossing door Christus houdt
Iniet alleen in, dat we van de aarde naar
de hemel gaan, maar zij is kosmisch,
allesomvattend
In deze materialistische tijd moeten wij
er voor zorgen, dat de mens niet van zijn
waarde wordt beroofd. De houding „Eerst
dc machine cn dan de mens" (te verge
lijken bij „Eerst het paard en dan de
huzaar") is er een van een zondige geest.
Vraagstukken
Ds Kleermaker wees in dit verband
op het vraagstuk van de vrije concur
rentie. Hoewel hij op de techniek
daarvan niet nader wilde ingaan,
meende hij toch het gevaar te moeten
signaleren, dat de ene mens door de
ander wtfrdt doodgedrukt. Ook ver
wees hij naar het vraagstuk van de
mindervalide arbeidskrachten en dat
van de arbeider, die werkt aan de
lopende band. Het onderscheid In
kwaliteit en gave is er. maar men
taste vooral de persoonlijkheid van de
mens niet aan. De predikant meende,
dat de werking van een bedrijfspsy-
chologiscbe dienst voor de bedrijfsge-
noten van grote betekenis zal zijn.
Hierdoor kan immers worden bereikt,
dat de arbeider werkt op de plaats,
waar hij krachtens verschillende fac
toren hoort,
j Het streven naar lotsverbetering zag de
predikant als bijbels geheel verantwoord.
Men haalt wel eens een woord van Pau.us
aan om het tegendeel te beweren. Daar
bij wordt de desbetreffende uitspraak van
de apostel echter slechts ten déle weer
gegeven. Paulus wil zeggen, dat ook de
lagere sociale positie geen belemmering
is om in het Rijk van God in te gaan.
Maar dit houdt niet in, dat een slaaf een
slaaf moet blijven. Hij mag zich omhoog
werken, ook ten goede van zijn eigen
Gemeenschap
In het vervolg van zijn uiteenzetting
analyseerde ds Kleermaker de bijbe.se
betekenis van het woord „gemeenschap".
Hij zei daarvan, dat dit woord in de Bijbel
een religieus begrip is. omdat de hori
zontale gemeenschap alleen kan rusten in
de gemeenschap van God met ons. Het
sociale berust in het religieuze. Daarom
kan het waarachtige sociale leven alléén
een Christelijk-sociaal leven zijn. De pre
dikant beklemtoonde, dat in een Christe-
iijke maatschappij alle discriminatie, ras
senhaat en klassenstrijd moeten worden
'uitgebannen, als zijnde in strijd met di
zó bedoelde gemeenschap.
Over de beloning van de arbeid zei ds
Kleermaker, dat. wanneer deze de sluit
post op de begroting wordt, dit de ont
menselijking en de verdemonisering van
de arbeid betekent. Bij de bepaling van
het loon gelden vanzelfsprekend econo
mische factoren, maar de ethische zijn
van niet minder belang. Honorering van
bijzondere prestaties geeft stimulansen,
die van belang zijn voor de welvaartsver
hoging, de vakbekwaamheid en de ar
beidsvreugde, ofschoon men moet oppas
sen voor het „afjakkersysteem"
Tenslotte zei ds Kleermaker, dat
waarachtige sociale gerechtigheid al
leen dan gevonden zal worden als de
mens zich bekeert. Nooit is vernieu
wing in de verhouding van mens tot
mens mogelijk, als niet eerst vernieu
wing heeft plaats gehad in de ver
houding van mens tot God. Maar on
danks het jagen naar volmaaktheid
in onze sociale systemen wacht de
Christen toch met deemoed en onge
duld op de nieuwe hemel en de
nieuwe aarde, waar gerechtigheid
wonen zal.
TH. VAN DER HEIJDEN
Rechtskundige
HOGE RIJNDIJK 103a - LEIDEN
TELEFOON 23405
Pacht-, rechtszaken en incasso's
Ds Kleermaker waarschuwde
Een doktei nodig?
De Zondagsdienst der huisartsen te
Leiden wordt morgen waargenomen door
de dokters Hartman, Kortmann, Lahr,
Schaefer en Teeuwen.
Welke apotheek?
De avond-, nacht- en Zondagsdienst
der apotheken te Leiden wordt van
terdag 12 Nov., 13 uur tot Zaterdag 19
November 8 uur waargenomen door apo
theek Buekwijt, Breestraat 74, tel. 20552
en de Havenapotheek, Haven 18, tel. 20085
Dr P. H. Pott, tot nog toe waarnemend voorzitter van de Nederlandse bond
van oud-strijders en dragers van „Het mobilisatiekruis" afdeling Leiden
e.o. kan gerust zijn; gisteravond is dan eindelijk definitief een voorzitter
benoemd: majoor b.d. M. Verhoeven. Op deze eerste vergadering in dit
seizoen fungeerde dr Pott dus voor het laatst als voorzitter en hij vertelde
iets over het werk van de bond in de afgelopen maanden en de moeilijk
heden, vooral op financieel gebied.
in wetenschappelijke kringen niet aange
nomen. De hoogstaande scheepvaart en
de grondige kennis van de navigatie, zee
stromen en winden op de eilanden in de
Stille Zuidzee en in de Indische archi
pel wettigen de stelling, dat het toch zeer
goed mogelijk is, dat die stammen uit
Azië afkomstig zijn. Dit zou ook taalkun
dig en ethnologisch veel beter te verant
woorden zijn.
De lezing ging vergezeld van visule toe
lichting door middel van lichtbeelden en
scheepsmodellen.
Kinderen in de zwartste nood.
telt onze wereld bij honderddui
zenden. LIBELLE van 19 Novem
ber vertelt U over bun deernis
wekkende lot. Het laat U ook in
een treffende reportage kennis ma
ken met de onvermoeibare vroed
vrouw van Liessel, DE VROUW
DIE DE PEEL IN DE LUREN
LEGT!
U hebt toch deze week de vragenlijst ge
zien van de WERELD-COMPETITIE?
Libelle vertegenwoordigt de jonge
vrouwen van Nederland in een unieke,
internationale prijskamp.
In datzelfde nummer begint een nieuw
vervolgverhaal
Het romantische leven van
Paganini, de duivelskunstenaar!
Libelle - Nassauplein 7 - Haarlem.
Waarheen
Bond van Leidse Harmonieën
in het zilver
Pius X uit Poeldijk verzorgde het jubileumconcert
T~kE BOND VAN LEIDSE Harmonie- en Fanfare-Verenigingen vierde
U zijn zilveren jubileum met een feestavond in de Stadsgehoorzaal. Het
fanfarecorps „Pius X" uit Poeldijk was uitgenodigd, om deze avond luister
bij te zetten. Op het podium prijkten in een halve cirkelboog de vaandels
van de (in verband) jubilerende Leidse corpsen.
vanuit Zuid-Amerika. De be
manning (vier Noren en een Zweed) had
in de oorlog getoond Iets te durven en
bovendien waren zij wetenschappelijk ge
schoold. De leider, de Noor Heyerdahl,
wilde met deze tocht bewijzen, dat zijn
theorie omtrent de bevolking van de
eilanden van de Stille Zuidzee jui6t is.
Velen beweren, dat deze mensen van
uit Azië over de zee naar de vergelegen
eilanden zijn gekomen. Hij gelooft, dat
zij uit Zuid-Amerika afkomstig zijn,
wil dit bewijzen met oude verhalen, die
Z.-Amerika en op die eilanden leven.
Bovendien gaat er een zeestroom langs
de kust van Zuid-Amerika naar deze
eilanden, waardoor het makkelijk ls, de
eilanden te bereiken. Om dit te bewijzen,
vlot vervaardigd en heeft men de
zelfde weg afgelegd, die toen de volken
genomen zouden hebben. Het is gelukt.
Vele eigenaardige ontdekkingen heeft
en gedaan. De vissen waren, omdat in
die gebieden nooit schepen kwamen, zeer
mak. Haaien kon men met de hand van
gen. Vliegende vissen kwamen ongenood
boord, hetgeen een welkome aanvul-
van de mondvoorraad was. Een an
dere ontdekking wa6, dat drinkwater ver
mengd met 40°/o zeewater veel beter tegen
de dorst ls. Nog vele andere ontdekkingen
in het belang van de wetenschap werden
Maar wat men bewijzen wilde, wordt
De heer J. van Leeuwen, voorzitter van
st Leidse Tamboer- en Pijpercorps,
sprak het openingswoord. Hij begroette
wethouder Van Schaik namens het ge
meentebestuur, de oud-commissaris R. J
Meyer en de vertegenwoordigers der stu
dentencorporaties. o.a. die van het orkest
„Semper Crescendo". We kunnen consta
teren, aldu6 spr., dat de belangstelling
voor ons (onmisbare) liefhebberijwerk
toeneemt Het departement van O. K.
W. is tenminste begonnen een subsidie
van veertigduizend gulden te verlenen
aan (wel te verstaan) drieduizend corps-
sen. Enfin, de kunst is altijd ónderbe-
taald.
Het instrumentarium van de acht sa
menwerkende Leidse verenigingen vormt
een kostbaar bezit. En daar we on6 niet
rijker willen houden dan we zijn, verheu
gen we ons. dat het licht begint te dagen,
en wel van uit het Stadhuis. Van het ge
meentebestuur zijn enkelen ons genegen.
Over de toevloed van nieuwe leden kun
nen we niet zo geestdriftig zijn. De jeugd
laat ons in de steek. Naar de redenen van
die geringe belangstelling kan men slechts
gissen. We hebben nodig "Sen goede or
ganisatie en leden, die trouw studeren.
Dat is de beste propaganda!
Spelers van formaat
De fanfare „Plus X" geldt als één der
beste corpsen van Zuid-Holland. Het was
daarom, dat het bestuur leze vereniging
had uitgenodigd. Op een feestavond moet
men het publiek toch iets bijzonders kun
nen aanbieden.
In technisch opzicht heeft „Pius X" de
verwachtingen misschien nog wel
troffen. Hier hoorde men spelers
formaat, die hun instrumenten beheersen
en ook zeer moeilijke passages één kun
nen. Het samenspel klinkt voortreffelijk
en maakt de indruk van 6terke discipline
en onderling aanvoelen. De toon blijft
doorlopend zeer beweeglijk en onder elke
omstandigheid volwaardig. Onze bezwa
ren golden dan ook niet het spel, i
het programma en de geest, die daaruit
Men hoorde, op een enkele uitzondering
na (de wals „Trés Jölie" van Waldteufel)
weinig gespeelde werken. We geloven
echter niet aan de noodzaak, het meren
deel daarvan op het repertoire te nemen
De zware romantiek was troef. Peter Be-
noit was vertegenwoordigd met zijn suite
„De Pacificatie van Gent", Meyerbeer
de derde Fakkeldans. een zekere A. Geor
ge met een echt ouderwetse poème sym-
phonique: „Tarass Boulba". Alleen de
„Scènes Ecossaises" ademden een nieu
we geest. Eerlijk gezegd werden we op de
duur vermoeid van al die lyrische ontla
dingen, van het vrijwel onafgebroken
fortissimo.
De dirigent, de heer Willem van Leeu
wen, geeft slechts maar simpele aanwij
zingen, maar zijn mannen .zijn blijkbaar
via de repetities terdege ingelicht. Eo
dat ze thuis hard studeren, is duidelijk
genoeg. We kennen het volledige reper
toire van dit corps niet, maar al6 het
overige deel van dezelfde aard mocht
zijn als waarmee we gisteravond kennis
maakten, dan is een vernieuwing toch
zeker nodig. Misschien zullen dan het fij
nere werk, de doorzichtige structuren en
in het algemeen het „piano" ook nog
eens aan de beurt komen.
Vermelding verdient nog, dat de finale,
een vlotte mars, gecomponeerd was door
één van de bestuursleden, de heer Van
Wely. De componist had daarvoor een
krachtig applaus in ontvangst te nemen.
Het publiek had trouwens doorlopend op
krachtige wijze van zijn grote waarde
ring voor het spel blijk gegeven.
In de pauze maakten velen gebruik van
de gelegenheid, het jubilerende bestuur
geluk te wensen. De avond werd verder
op gezellige wijze doorgebracht.
Tussen
de
bladzijden
La Slrada. Italiaanse film van waarlijk
grootse kwaliteiten
DRIE MENSEN SPELEN EEN HOOFDROL in ie Italiaanse film La
Strada (De Weg), die deze week in Lido wordt vertoond. Zampano,
een krachtpatser, die als boeien koning met een tot woonwagentje verbouw
de motorfiets langs de wegen trekt; Gelsomina, een simpel meisje, door
hem van een doodarme familie gekocht om te assisteren bij zijn circus-
toeren, en dan II Matto, de Gek, een soort wijsgerige dwaas, ook al als een
verschoppeling door het leven trekkend. Met deze figuren heeft regisseur
Fellini een film gemaakt, die tot de beste behoort van de nieuwe Italiaanse
school.
Het verhaal is zo sim
pel. dat een regisseur
zonder kunstenaarsbload
ln de aderen er een g--
makkelijke draak van
had kunnen maken. D<-
oermens Zampano zoekt
een gezellin, die kan
trommelen en op de
trompet spelen. aldus
een soort achtergrond
vormend voor zijn op
treden in een kring van
toevallig aanlopend pu
bliek. Hij vindt het ge
zochte in een bouwval
aan het strand, waar een
tot het allerarmste deel
van de bevolking beho
rend gezin woont. Met
een bundel lire's koopt hij
het meisje Gelsomina.
een tenger, niet hele
maal tot geestelijke was
dom gekomen figuurtje, dat hij met zij a
brute methoden opleidt voor haar taak.
Dit arme kind heeft in haar leven geen
sprankje liefde gekend, en ook nu voelt
ze in al haar simpelheid, dat ze wordt
misbruikt voor een onnozele taak.
Tot ze in een rondreizend circus II
Matto ontmoet, een dwaas met een onder
toon van levensernst. Hij leert haar, dat
er op deze wereld niets bestaat of hel
heeft een zin. Zelfs een steen, die hij op
raapt, heeft zin, zegt II Matto, anders had
God de sterren ook wel weg kunnen laten
Gelsomina was van plan van de bruut
Zampano weg te lopen, maar ze krijgt
nieuwe moed omdat ze nu weet dat ze
niet tevergeefs leeft. Het grote conflict
komt in haar leven, wanneer Zampano
de altijd plagerige II Matto op zijn weg
ontmoet, zonder dat iemand in de buurt
is. De bruut heeft nooit tegen de plag«
rijen van II Matto gekund en wil hem
eens flink de les lezen. Dit pakt zo onge
lukkig uit, dat Zampano een ongeluk in
scène moet zetten om de dood van
II Matto de schijn van een ongeluk t»
Gelsomina wordt ziek en later door haar
egoïstische begeleider in de steek gelaten
Ze sterft bij een familie, die haar in liefde
opneemt Als Zampano dat na jaren hoort
wordt de wanhoop in hem wakker. D«
krachtfiguur, die nooit iemand heeft be
mind, treurt om de dood van het enige
wezen dat hem trouw heeft gevolgd. In
de laatste, hartverscheurende meters van
deze voortreffelijke film snikt hij aan een
eenzaam strand zijn levensmislukking uit.
Frederdco Fellini heeft met La Strada
een meesterwerk geschapen. Zijn echtge
note, Giulietta Masina, is de tragische
Gelsomina. Met haar unieke mimiek en
gevoelig spel heeft rij een buitengewone
prestatie geleverd. Anthony Quinn, in
Odyssee al een openbaring, bevestigt als
Zampano 7tjn goede reputatie. Richard
Basehart. nog zeer jong acteur, maakt
van II Matto een zeldzaam fijne creatie.
Het camerawerk is meer dan voortref
felijk. Geen wonder, dat deze rolprent op
diverse filmfestivals met groot enthou
siasme is begroet. La Strada draait in
Lido.
(Uitnemende Italiaanse film over drie
zwervers, menselijk drama van grote zeg
gingskracht).
Costumier af
r^OSTUMIER, gedipl. toneelkapper,
staat achter de naam van de heer
G. A. Hoppezak, Nw Rijn 12, in de
telefoongids. Binnen niet al te lange
tijd zal dat eerste woord uit de gids
verdwijnen. Het hele enorme pand
met de duizenden en nog eens duizen
den toneelcostuums, voorhistorische ge
weren en pistolen, borstkurassen en
hele harnassen, bepluimde Romeinse
helmen en nog niet zo oude Duitse
evenknieën, Nederlandse kepi's en een
kist gymnastiekschoenen, kortom de
hele romantische en fantastische uit
rusting van zo'n unieke figuur als de
toneelcostumier is, moet worden ge-
Uit eigen vrije wij houdt de heer
Hoppezak er mee op. Aan zijn activi
teiten als toneelkapper heeft hij zijn
handen zo vol, dat hij zijn vrouw en
zichzelf, benevens zoon, schoonzoon
-dochter, wat meer vrije tijd wil gun
nen. Al ziet men de heer Hoppezak
zijn 66 jaren nog niet aan, hij onder
vindt toch wel degelijk de gevolgen
van een leven van almaar ln touw
zijn. Hij heeft ons rondgeleid in zijn
historische pand. waar de inventaris
bijna uitpuilt, zoveel dingen heeft deze
bekende Leidse figuur in zijn lang
jarige loopbaan vergaard. En hij zou
het buitengewoon jammer vinden, als
dit alles naar een firma buiten Leiden
zou moeten worden verkocht.
Voor studenten
andere woonruimte, waar hij met zijn
gezin cn bedrijfsruimte voor de prui
kenmakerij een onderdak kan vinden.
Soms verzorgt de heer Hoppezak
op één avond wel eens. met zijn me
dewerkers en -sti— de grime voor
zeven tegelijk, doch op verschillende
plaatsen, optredende toneelverenigin
gen. Daarvoor alleen al moet hij een
hele kamer pruiken, baarden en snor
ren aanhouden. Om dan nog maar
niet te spreken van dc goede Sint,
die in dc etalage alweer zijn schadu
wen vooruitwerpt ln de vorm van al
of niet gefriseerde sneeuwwitte (buf
fel) haren-pruiken. Ja, want er zijn
maar heel weinig Sinten, die het zon
der hulp van de buffel en van de
heer Hoppezak afkunnen. Maar laat
ons, om de vrede ln de kinderzielen
niet te verstoren, op dit aantrekke
lijke onderwerp niet verder ingaan.
Prulkcmaker Sr i
Gejaagd door de wind
Langzamerhand wordt het een hache
lijke onderneming te schrijven over de
film „Gejaagd door de wind", gemaakt
naar het gelijknamige boek van wijlen
Margaret Mitchell. In 1936 verscheen die
lijvige roman, waaraan Margaret tien jaar
van haar leven heeft gegeven en die een
fabelachtig succes is geworden. Een op
laag van een 6lordige negen mdllioen
exemplaren, vertaald in dertig talen, mag
voorwaar een gebeurtenis op litterair ge
bied heten.
Slechts drie jaar heeft de schrijfster
de vruchten van haar arbeid mogen pluk
ken. Ze stierf te jong om de wereld te
Gelsomina.
overtuigen van een nog groter kunnen.
In het jaar van haar dood kwam de film
uit, een rolprent van bijkans vier uur.
Hieraan was drie Jaar gewerkt en ze
kostte vier irttllioen (vooroorlogse) dollars.
Zestien jaar na haar voltooiing is ze
dan in de normale roulatie in ons land
te zien. zozeer hebben de filmverhuur
kantoren en wellicht ook de bioscoop
exploitanten, getwijfeld of de hoge ver
toningsrechten er wel uit zouden komen.
De historie tot op dit ogenblik heeft wel
bewezen dat die twijfel alle grond mist
„Gejaagd door de wind" is een enorm
financieel succes.
Is de artistieke waarde nu navenant?
Publiek succes maakt altijd enigszins hui
verig voor de artistieke waarde van een
film, vooral als er j%veel dollars tegen
aan zijn gesmeten. Te vers liggen nog de
postbare wanproducten in onze herinne
ring, die Hollywood de wereld heeft ge
boden. En toch.... met deze film is het
wel wat anders. De enorme lengte was
onontkoombaar, wilden de makers althans
het litterair werk enig recht doen weder
varen. Een tweede punt «s, dat de regis
seur, wijlen Victor Fleming, zijn kracht
niet heeft gezocht in massale scènee. En de
fel bewogen geschiedenis van Amerika in
de zestiger jaren, de strijd tussen de
Noordelijke cn Zuidelijke Staten om vrij
handel of protectie, bood hem daartoe alle
gelegenheid. Met veldslagen houdt hij
zich niet op. Hij laat alleen de terug
tocht van een verslagen leger zien, de
wanhopige verlatenheid en verwoesting
van een ten onder gaand land. En temid
den daarvan die felle, wervelende figuur
van Scarlet O'Hara, de half-Ierse, die
haar wereld onder ziet gaan en een dure
eed zweert er weer bovenop te komen,
zonder zich aan wat voor scrupules ook te
storen.
Het tweede deel van deze film verloopt
veel trager dan het eerste. Dat ligt na
tuurlijk ook aan de stof. De oorlog is uit
gewoed, en nu volgen we de gang van
Scarlet omhoog, via haar huwelijken-uit-
berekening, en haar vergeefse strijd om de
liefde van Ashley, een verfijnde rol van
de helaas in de laatste oorlog neergescho
ten Lesley Howard. Clark Gable als de
met cynisme geladen vrijbuiter voldoet
in de sterke rolbezetting eigenlijk nog
het minst Hij blijft een figuur aan de
oppervlakte. Olivia de Havilland leverde
een onvergetelijke prestatie in haar rol
van de vrouw vol liefde, Melanle. Vivien
Leigh had de uiterst zware taak de gril
lige Scarlet O'Hara uit te beelden. Het
Is haar grootste rol geworden, een kunst
zinnige prestatie van de eerste rang, van
de eerste meter film tot het treurigs
„Gejaagd door de wind" ls een mee
slepende schildering van een hoogst
schilderachtig familieleven geworden, een
film. waarin de kleur nu eens niet is
misbruikt, maar een integraal bestanddeel
van de film vormt
(Meeslepende verfilming van een groot
verhaal uit een tijd, die al» de ver
waaide wind nimmer terugkeert).
Anno 1955?
metingen van de kamers, de royale
proporties van het trappenhuis en de
lengte van de gangen. In het huls van
de heer Hoppezak Is dat niet anders.
En heel die prachtige ruimte wil hij
beschikbaar stellen om er een toe
vluchtsoord voor studenten van te
maken, dje in Leiden zo moeilijk aan
kamers kunnen komen. De eerste be
sprekingen daarvoor zijn al achter de
rug. Het wachten voor de heer Hop-
pezaJc ls nu op de toewijzing van een
J^NKELE BEWONERS van de
Mare vroegen ons, wanneer nu
eindelijk de nieuwe Marebrug
klaar komt. Hoe zouden w\j dat
kunnen zeggen, in deze nare tijd?
Deze nare tijd wat bouwen be
treft tenminste. Nee, zegt u nu
zélf! Maar hoe lang duurt het wel
met die Marebrug. En er is rond
de Mare al zo vaak sprake van
„maren" geweest. Het zal voor de
bewoners van de Mare en omge
ving een hele opluchting zijn, als
de brug klaar is. „Anno 1955"
staat er al vast op. Daarop houden
we 't dan maar!
Vijfhonderd tekens
TJICTO heet de schrijftaal, die door
heer K. Janson te Wassenaar is
uitgedacht. Op de internationale ten
toonstelling van uitvindingen in de
Amsterdamse Apollohal heeft hij die
schrijftaal geëxposeerd. Schrijftaal
want je kunt Picto alleen maar schrij
ven, of liever tekenen, en niet spre
ken. „Houden van" bijvoorbeeld is een
hart met een streepje er voor;
„boven" is een vierkantje met een
stip er boven: „gisteren" één dikke
stip en twee kleine er achter, „mor
gen" een dikke punt en twee kleine er
vóór en „altijd" wordt uitgebeeld door
drie dikke stippen.
Makkelijk, vindt u niet Meneer
Janson heeft zo vijfhonderd tekens
bedacht en daarmee kun je al een heel
eind komen, vindt hij. De Wassenaarse
schrijver heeft een PIcto-woordenboek
samengesteld en wie de vijfhonderd
tekens in dit boek uit zijn hoofd
heeft geleerd, kan duizenden woorden
ln deze nieuwe wereldhulptaal schrij
ven. Er is geen grammatica bij; werk
woorden zijn kenbaar aan een klein
verticaal streepje. Als u wilt corres
ponderen met een Eskimo-meisje,
stuurt u haar het woordenboek van
meneer Janson en binnen veertien da
gen'hebt u haar Ja-woord, of een
blauwtje.
Studeren in Leiden
gehad, kan de balans der eerstejaar-s
studenten worden opgemaakt. Begin
November stonden 576 eerstejaars In
geschreven tegen 580 in 1954. Ofwel:
862 mannelijke en 214 vrouwelijke
studenten ln 1955 tegen 346 en 234 in
het vorig jaar. Dit jaar zijn de meis
jesstudenten dus nog weer Iets meer
op de achtergrond gekomen. Dat ver
schil zal wellicht ln de loop van het
studiejaar nog iets toenemen, met
name door hen die binnenkort de mi
litaire dienst gaan verlaten. Vorig
jaar steeg het aantal eerstejaars na
begin November nog van 500 tot 765.
In totaal zijn thans 4152 aan de Leidse
universiteit (min o< meer) aan het
studeren. Begin November 1954 was
dit aantal 4041.
2-Jsv
H
Consult
jfiEN SCHAR met pijn in kuit
en kop
Belde ontzet de dokter op.
„Word ik," (zei hij), „gevolgd
door haaien,
Dan heb ik moeite met 't draaien".
„Ach dokter," vroeg hij met
een hoest,
„Zijn mijn scharnieren soms
verroest?"
liefdesroes
Een gelukkig getrouwd man ln Parijs
moet voor zaken naar Rome. Op verzoek
van zijn jeugdige zwager gaat hij daar
een meisje opzoeken, die 22 minnebrie
ven van de zwager onbeantwoord heeft
Dat meisje Francois* (gespeeld door
Francoise Amoul) maakt ineens zo'n in
druk op de man André (een rol van Raf
Vallone) dat hij maar in Rome blijft en
niet meer aan zijn vrouw denkt Enfin
het gaat zoals het altijd in films gaat
André meent niet meer van zijn vrouw
Elena (mooie creatie van Ele<na Varzi) ta
houden en blijft bij het meisje, dat tal
van vriendjes heeft Tot het meisje de
echtgenote ontmoet en hoort, dat zij een
kind van André verwacht Dan besluit
Frangoise afstand te doen van André
Dus toch nog een stukje moraal. Weer
zo'n echt leuk uitgesponnen driehoeks
verhouding, maar zo voos, zo sentimenteel
en zo gehuicheld, dat we deze film vol
komen afkeuren. We willen het bestaan
van een driehoeksverhouding ia het ge
heel niet ontkennen. Helaas, ze zijn er,
wellicht ook in het hart van hen die zeg
gen nooit tot zo iets te komen. Maar
waarom moet men toch altijd een der
gelijk, weinig verheffend onderwerp aan
grijpen om er een film van te maken?
En dan nog wel zo sentimenteel en onlo
gisch als ln „Liefdesroes". De slappe man
en het even slappe meisje zoeken de weg
van de minste weerstand. Zij durven hel
werkelijke leven niet aan. Omdat ze elke
christelijke overtuiging missen en zich
alleen maar laten leiden door hun
elementaire hartstocht. De film is ln
Luxor te zien.
(Driehoek met pseudo-moraal, senti
menteel en onlogisch van uitwerking).
Raspoetin
„De Heilige duivel" zo heeft men
Raspoetin genoemd en dit is ongetwijfeld
de best getroffen kenschetsing. Merk
waardig is deze figuur, een oermens van
geweldige lichaamskracht, maar ook toe
gerust met een enorm psychisch vermo
gen. waardoor hij grote invloed kreeg op
de Tsarenfamilie en vooral via de Tsarina
op de staatszaken. Voor ons Westerlingen
is deze figuur niet goed te begrijpen,
daarvoor is hij te zeer Rus. Voor ons zal
er altijd iets ongeloofwaardigs aan hem
zijn: enerzijds een heilige, anderzijds een
duivel. Dit ongeloofwaardige drukt ook
zijn stempel op de Franse film „Raspu-
tine", (in Rex) die beschouwd kan worden
■ls een, min of meer hjstorisch betrouw-
(Zie vervolg pag. 4 onderaan)