Sociale leven niet zonder het religieuze te denken fel in gemeenschap geeft en een recht Leren een plicht Avontuurlijke zeereis met het vlot Kon Tiki van het draaiboek m) ZATERDAG 12 NOVEMBER 1955 DS KLEERMAKER VOOR HET C.N.V. T^TCLE MENSEN MENEN, dat het er in de Bijbel alleen maar om gaat, hoe wij zalig moeten worden. Dat is een verkeerde opvatting. De Bijbel verkondigt ons het Koninkrijk Gods, dat niet alleen met de ziel te doen heeft, maar ook met het lichaam, niet alleen met het eeuwige, maar ook met het tijdelijke leven in al zijn geledingen. Daarom geeft de Bijbel ook richtlijnen voor het sociale leven, ofschoon wij hem niet als een hand boek voor sociale, economische of natuurkundige aangelegenheden moeten beschouwen. absolutering van het stoffelijke en hit creatuurlijke. Voorop staat, dat de ge meenschap tussen God en ons en ons en God kan worden beleefd. Het feit, dat we dn een gemeenschap zijn geplaatst, geeft ons een plicht en een recht. De plicht om te arbeiden. Arbeid is een Goddelijke opdracht. En wij heb ben die uit te voeren in dienst aan God en de medemens. Daarnaast is er het recht op arbeidsmogelijkheid. De werk loosheid mogen wij nooit als een natuur verschijnsel aanvaarden. Ook de minder- vaiiden hebben recht op zinvolle arbeid. De samenleving moet ook zorgen voor de /humanisering van de arbeid"; de mens mag geen robot worden. Deze avond sprak de heer H. H. Frese over „De avontuurlijke zeereis met het vlot „Kon Tiki" over de Stille Zuidzee". De heer Frese, die een grote belangstel ling heeft voor de scheepvaart in het Oos ten, vertelde op onderhoudende wijze deze tocht: de gevaren Dat zei ds N. Kleermaker gisteravond in de vergadering van de Leidse Christe lijke besturenbond, waar hij sprak over „De Bijbel en het sociale leven". De eer ste vraag, die ds Kleermaker beantwoord de, was, wat de Heilige Schrift zegt over de mens in verband met het sociale leven De mens is geschapen als een gemeen schapswezen. Wij zijn geen losse Indi viduen. maar mensen die tot elkaar 'n betrekking staan. Alleen in deze weder zijdse verhouding kan de mens aan zijn bestemming beantwoorden. Hiermee zijn het individualisme en de massificering veroordeeld. Deze staat van de mens betekend een grote verantwoordelijkheid. „Draagt el kanders" lasten en vervult alzo de wet van Christus". „Als één lid lijdt, lijdgn alle leden mee". De verantwoordelijkhs.d voor elkaar is een van de grondslagen van het Christelijk-sociale leven. Een van de grootsten zonden, ook van vandaag nog, schuilt in de vraag „Ben ik mijn« broeders hoeder?" In de verhouding tot de naaste moeten wij iets weerspiegelen van de verhouding van God tot ons in Jezus Christus. Mens geen nummer Welke waarde heeft de mens? Bij de beantwoording van deze vraag merkte ds Kleermaker op, dat de mens enerzijds in het geheel geen waarde heeft, omdat hij een zondig mens is met alle consequenties van dien. Wie op humanistische wijze spreekt over de „rechten van de mens", ontkent daarmee de verwoestende kracht van de zonde. En toch: de mens is in de Bijbel alles behalve een nummer. God zegt: „Ik ken u bij name". Zullen alle werkgevers hun werknemers kénnen? De Bijbel ziet de. mens in het Ücht van het verbond, dat dekkingen. Op 28 April 1947 vertrok God uit genade met de zondige mens vLot van zeer l'°ht hout (s.g. 0. heeft opgericht. In en door Jezus Christus heeft de mens grote waarde. Hij wordt een kind Gods genoemd. Dit legt op ons een dubbele taak. Name lijk: dat wij in dit leven het beeld van God moeten weerspiegelen en dat wij ook de medemens als kind van God hebben te zien. De verlossing door Christus houdt Iniet alleen in, dat we van de aarde naar de hemel gaan, maar zij is kosmisch, allesomvattend In deze materialistische tijd moeten wij er voor zorgen, dat de mens niet van zijn waarde wordt beroofd. De houding „Eerst dc machine cn dan de mens" (te verge lijken bij „Eerst het paard en dan de huzaar") is er een van een zondige geest. Vraagstukken Ds Kleermaker wees in dit verband op het vraagstuk van de vrije concur rentie. Hoewel hij op de techniek daarvan niet nader wilde ingaan, meende hij toch het gevaar te moeten signaleren, dat de ene mens door de ander wtfrdt doodgedrukt. Ook ver wees hij naar het vraagstuk van de mindervalide arbeidskrachten en dat van de arbeider, die werkt aan de lopende band. Het onderscheid In kwaliteit en gave is er. maar men taste vooral de persoonlijkheid van de mens niet aan. De predikant meende, dat de werking van een bedrijfspsy- chologiscbe dienst voor de bedrijfsge- noten van grote betekenis zal zijn. Hierdoor kan immers worden bereikt, dat de arbeider werkt op de plaats, waar hij krachtens verschillende fac toren hoort, j Het streven naar lotsverbetering zag de predikant als bijbels geheel verantwoord. Men haalt wel eens een woord van Pau.us aan om het tegendeel te beweren. Daar bij wordt de desbetreffende uitspraak van de apostel echter slechts ten déle weer gegeven. Paulus wil zeggen, dat ook de lagere sociale positie geen belemmering is om in het Rijk van God in te gaan. Maar dit houdt niet in, dat een slaaf een slaaf moet blijven. Hij mag zich omhoog werken, ook ten goede van zijn eigen Gemeenschap In het vervolg van zijn uiteenzetting analyseerde ds Kleermaker de bijbe.se betekenis van het woord „gemeenschap". Hij zei daarvan, dat dit woord in de Bijbel een religieus begrip is. omdat de hori zontale gemeenschap alleen kan rusten in de gemeenschap van God met ons. Het sociale berust in het religieuze. Daarom kan het waarachtige sociale leven alléén een Christelijk-sociaal leven zijn. De pre dikant beklemtoonde, dat in een Christe- iijke maatschappij alle discriminatie, ras senhaat en klassenstrijd moeten worden 'uitgebannen, als zijnde in strijd met di zó bedoelde gemeenschap. Over de beloning van de arbeid zei ds Kleermaker, dat. wanneer deze de sluit post op de begroting wordt, dit de ont menselijking en de verdemonisering van de arbeid betekent. Bij de bepaling van het loon gelden vanzelfsprekend econo mische factoren, maar de ethische zijn van niet minder belang. Honorering van bijzondere prestaties geeft stimulansen, die van belang zijn voor de welvaartsver hoging, de vakbekwaamheid en de ar beidsvreugde, ofschoon men moet oppas sen voor het „afjakkersysteem" Tenslotte zei ds Kleermaker, dat waarachtige sociale gerechtigheid al leen dan gevonden zal worden als de mens zich bekeert. Nooit is vernieu wing in de verhouding van mens tot mens mogelijk, als niet eerst vernieu wing heeft plaats gehad in de ver houding van mens tot God. Maar on danks het jagen naar volmaaktheid in onze sociale systemen wacht de Christen toch met deemoed en onge duld op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waar gerechtigheid wonen zal. TH. VAN DER HEIJDEN Rechtskundige HOGE RIJNDIJK 103a - LEIDEN TELEFOON 23405 Pacht-, rechtszaken en incasso's Ds Kleermaker waarschuwde Een doktei nodig? De Zondagsdienst der huisartsen te Leiden wordt morgen waargenomen door de dokters Hartman, Kortmann, Lahr, Schaefer en Teeuwen. Welke apotheek? De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken te Leiden wordt van terdag 12 Nov., 13 uur tot Zaterdag 19 November 8 uur waargenomen door apo theek Buekwijt, Breestraat 74, tel. 20552 en de Havenapotheek, Haven 18, tel. 20085 Dr P. H. Pott, tot nog toe waarnemend voorzitter van de Nederlandse bond van oud-strijders en dragers van „Het mobilisatiekruis" afdeling Leiden e.o. kan gerust zijn; gisteravond is dan eindelijk definitief een voorzitter benoemd: majoor b.d. M. Verhoeven. Op deze eerste vergadering in dit seizoen fungeerde dr Pott dus voor het laatst als voorzitter en hij vertelde iets over het werk van de bond in de afgelopen maanden en de moeilijk heden, vooral op financieel gebied. in wetenschappelijke kringen niet aange nomen. De hoogstaande scheepvaart en de grondige kennis van de navigatie, zee stromen en winden op de eilanden in de Stille Zuidzee en in de Indische archi pel wettigen de stelling, dat het toch zeer goed mogelijk is, dat die stammen uit Azië afkomstig zijn. Dit zou ook taalkun dig en ethnologisch veel beter te verant woorden zijn. De lezing ging vergezeld van visule toe lichting door middel van lichtbeelden en scheepsmodellen. Kinderen in de zwartste nood. telt onze wereld bij honderddui zenden. LIBELLE van 19 Novem ber vertelt U over bun deernis wekkende lot. Het laat U ook in een treffende reportage kennis ma ken met de onvermoeibare vroed vrouw van Liessel, DE VROUW DIE DE PEEL IN DE LUREN LEGT! U hebt toch deze week de vragenlijst ge zien van de WERELD-COMPETITIE? Libelle vertegenwoordigt de jonge vrouwen van Nederland in een unieke, internationale prijskamp. In datzelfde nummer begint een nieuw vervolgverhaal Het romantische leven van Paganini, de duivelskunstenaar! Libelle - Nassauplein 7 - Haarlem. Waarheen Bond van Leidse Harmonieën in het zilver Pius X uit Poeldijk verzorgde het jubileumconcert T~kE BOND VAN LEIDSE Harmonie- en Fanfare-Verenigingen vierde U zijn zilveren jubileum met een feestavond in de Stadsgehoorzaal. Het fanfarecorps „Pius X" uit Poeldijk was uitgenodigd, om deze avond luister bij te zetten. Op het podium prijkten in een halve cirkelboog de vaandels van de (in verband) jubilerende Leidse corpsen. vanuit Zuid-Amerika. De be manning (vier Noren en een Zweed) had in de oorlog getoond Iets te durven en bovendien waren zij wetenschappelijk ge schoold. De leider, de Noor Heyerdahl, wilde met deze tocht bewijzen, dat zijn theorie omtrent de bevolking van de eilanden van de Stille Zuidzee jui6t is. Velen beweren, dat deze mensen van uit Azië over de zee naar de vergelegen eilanden zijn gekomen. Hij gelooft, dat zij uit Zuid-Amerika afkomstig zijn, wil dit bewijzen met oude verhalen, die Z.-Amerika en op die eilanden leven. Bovendien gaat er een zeestroom langs de kust van Zuid-Amerika naar deze eilanden, waardoor het makkelijk ls, de eilanden te bereiken. Om dit te bewijzen, vlot vervaardigd en heeft men de zelfde weg afgelegd, die toen de volken genomen zouden hebben. Het is gelukt. Vele eigenaardige ontdekkingen heeft en gedaan. De vissen waren, omdat in die gebieden nooit schepen kwamen, zeer mak. Haaien kon men met de hand van gen. Vliegende vissen kwamen ongenood boord, hetgeen een welkome aanvul- van de mondvoorraad was. Een an dere ontdekking wa6, dat drinkwater ver mengd met 40°/o zeewater veel beter tegen de dorst ls. Nog vele andere ontdekkingen in het belang van de wetenschap werden Maar wat men bewijzen wilde, wordt De heer J. van Leeuwen, voorzitter van st Leidse Tamboer- en Pijpercorps, sprak het openingswoord. Hij begroette wethouder Van Schaik namens het ge meentebestuur, de oud-commissaris R. J Meyer en de vertegenwoordigers der stu dentencorporaties. o.a. die van het orkest „Semper Crescendo". We kunnen consta teren, aldu6 spr., dat de belangstelling voor ons (onmisbare) liefhebberijwerk toeneemt Het departement van O. K. W. is tenminste begonnen een subsidie van veertigduizend gulden te verlenen aan (wel te verstaan) drieduizend corps- sen. Enfin, de kunst is altijd ónderbe- taald. Het instrumentarium van de acht sa menwerkende Leidse verenigingen vormt een kostbaar bezit. En daar we on6 niet rijker willen houden dan we zijn, verheu gen we ons. dat het licht begint te dagen, en wel van uit het Stadhuis. Van het ge meentebestuur zijn enkelen ons genegen. Over de toevloed van nieuwe leden kun nen we niet zo geestdriftig zijn. De jeugd laat ons in de steek. Naar de redenen van die geringe belangstelling kan men slechts gissen. We hebben nodig "Sen goede or ganisatie en leden, die trouw studeren. Dat is de beste propaganda! Spelers van formaat De fanfare „Plus X" geldt als één der beste corpsen van Zuid-Holland. Het was daarom, dat het bestuur leze vereniging had uitgenodigd. Op een feestavond moet men het publiek toch iets bijzonders kun nen aanbieden. In technisch opzicht heeft „Pius X" de verwachtingen misschien nog wel troffen. Hier hoorde men spelers formaat, die hun instrumenten beheersen en ook zeer moeilijke passages één kun nen. Het samenspel klinkt voortreffelijk en maakt de indruk van 6terke discipline en onderling aanvoelen. De toon blijft doorlopend zeer beweeglijk en onder elke omstandigheid volwaardig. Onze bezwa ren golden dan ook niet het spel, i het programma en de geest, die daaruit Men hoorde, op een enkele uitzondering na (de wals „Trés Jölie" van Waldteufel) weinig gespeelde werken. We geloven echter niet aan de noodzaak, het meren deel daarvan op het repertoire te nemen De zware romantiek was troef. Peter Be- noit was vertegenwoordigd met zijn suite „De Pacificatie van Gent", Meyerbeer de derde Fakkeldans. een zekere A. Geor ge met een echt ouderwetse poème sym- phonique: „Tarass Boulba". Alleen de „Scènes Ecossaises" ademden een nieu we geest. Eerlijk gezegd werden we op de duur vermoeid van al die lyrische ontla dingen, van het vrijwel onafgebroken fortissimo. De dirigent, de heer Willem van Leeu wen, geeft slechts maar simpele aanwij zingen, maar zijn mannen .zijn blijkbaar via de repetities terdege ingelicht. Eo dat ze thuis hard studeren, is duidelijk genoeg. We kennen het volledige reper toire van dit corps niet, maar al6 het overige deel van dezelfde aard mocht zijn als waarmee we gisteravond kennis maakten, dan is een vernieuwing toch zeker nodig. Misschien zullen dan het fij nere werk, de doorzichtige structuren en in het algemeen het „piano" ook nog eens aan de beurt komen. Vermelding verdient nog, dat de finale, een vlotte mars, gecomponeerd was door één van de bestuursleden, de heer Van Wely. De componist had daarvoor een krachtig applaus in ontvangst te nemen. Het publiek had trouwens doorlopend op krachtige wijze van zijn grote waarde ring voor het spel blijk gegeven. In de pauze maakten velen gebruik van de gelegenheid, het jubilerende bestuur geluk te wensen. De avond werd verder op gezellige wijze doorgebracht. Tussen de bladzijden La Slrada. Italiaanse film van waarlijk grootse kwaliteiten DRIE MENSEN SPELEN EEN HOOFDROL in ie Italiaanse film La Strada (De Weg), die deze week in Lido wordt vertoond. Zampano, een krachtpatser, die als boeien koning met een tot woonwagentje verbouw de motorfiets langs de wegen trekt; Gelsomina, een simpel meisje, door hem van een doodarme familie gekocht om te assisteren bij zijn circus- toeren, en dan II Matto, de Gek, een soort wijsgerige dwaas, ook al als een verschoppeling door het leven trekkend. Met deze figuren heeft regisseur Fellini een film gemaakt, die tot de beste behoort van de nieuwe Italiaanse school. Het verhaal is zo sim pel. dat een regisseur zonder kunstenaarsbload ln de aderen er een g-- makkelijke draak van had kunnen maken. D<- oermens Zampano zoekt een gezellin, die kan trommelen en op de trompet spelen. aldus een soort achtergrond vormend voor zijn op treden in een kring van toevallig aanlopend pu bliek. Hij vindt het ge zochte in een bouwval aan het strand, waar een tot het allerarmste deel van de bevolking beho rend gezin woont. Met een bundel lire's koopt hij het meisje Gelsomina. een tenger, niet hele maal tot geestelijke was dom gekomen figuurtje, dat hij met zij a brute methoden opleidt voor haar taak. Dit arme kind heeft in haar leven geen sprankje liefde gekend, en ook nu voelt ze in al haar simpelheid, dat ze wordt misbruikt voor een onnozele taak. Tot ze in een rondreizend circus II Matto ontmoet, een dwaas met een onder toon van levensernst. Hij leert haar, dat er op deze wereld niets bestaat of hel heeft een zin. Zelfs een steen, die hij op raapt, heeft zin, zegt II Matto, anders had God de sterren ook wel weg kunnen laten Gelsomina was van plan van de bruut Zampano weg te lopen, maar ze krijgt nieuwe moed omdat ze nu weet dat ze niet tevergeefs leeft. Het grote conflict komt in haar leven, wanneer Zampano de altijd plagerige II Matto op zijn weg ontmoet, zonder dat iemand in de buurt is. De bruut heeft nooit tegen de plag« rijen van II Matto gekund en wil hem eens flink de les lezen. Dit pakt zo onge lukkig uit, dat Zampano een ongeluk in scène moet zetten om de dood van II Matto de schijn van een ongeluk t» Gelsomina wordt ziek en later door haar egoïstische begeleider in de steek gelaten Ze sterft bij een familie, die haar in liefde opneemt Als Zampano dat na jaren hoort wordt de wanhoop in hem wakker. D« krachtfiguur, die nooit iemand heeft be mind, treurt om de dood van het enige wezen dat hem trouw heeft gevolgd. In de laatste, hartverscheurende meters van deze voortreffelijke film snikt hij aan een eenzaam strand zijn levensmislukking uit. Frederdco Fellini heeft met La Strada een meesterwerk geschapen. Zijn echtge note, Giulietta Masina, is de tragische Gelsomina. Met haar unieke mimiek en gevoelig spel heeft rij een buitengewone prestatie geleverd. Anthony Quinn, in Odyssee al een openbaring, bevestigt als Zampano 7tjn goede reputatie. Richard Basehart. nog zeer jong acteur, maakt van II Matto een zeldzaam fijne creatie. Het camerawerk is meer dan voortref felijk. Geen wonder, dat deze rolprent op diverse filmfestivals met groot enthou siasme is begroet. La Strada draait in Lido. (Uitnemende Italiaanse film over drie zwervers, menselijk drama van grote zeg gingskracht). Costumier af r^OSTUMIER, gedipl. toneelkapper, staat achter de naam van de heer G. A. Hoppezak, Nw Rijn 12, in de telefoongids. Binnen niet al te lange tijd zal dat eerste woord uit de gids verdwijnen. Het hele enorme pand met de duizenden en nog eens duizen den toneelcostuums, voorhistorische ge weren en pistolen, borstkurassen en hele harnassen, bepluimde Romeinse helmen en nog niet zo oude Duitse evenknieën, Nederlandse kepi's en een kist gymnastiekschoenen, kortom de hele romantische en fantastische uit rusting van zo'n unieke figuur als de toneelcostumier is, moet worden ge- Uit eigen vrije wij houdt de heer Hoppezak er mee op. Aan zijn activi teiten als toneelkapper heeft hij zijn handen zo vol, dat hij zijn vrouw en zichzelf, benevens zoon, schoonzoon -dochter, wat meer vrije tijd wil gun nen. Al ziet men de heer Hoppezak zijn 66 jaren nog niet aan, hij onder vindt toch wel degelijk de gevolgen van een leven van almaar ln touw zijn. Hij heeft ons rondgeleid in zijn historische pand. waar de inventaris bijna uitpuilt, zoveel dingen heeft deze bekende Leidse figuur in zijn lang jarige loopbaan vergaard. En hij zou het buitengewoon jammer vinden, als dit alles naar een firma buiten Leiden zou moeten worden verkocht. Voor studenten andere woonruimte, waar hij met zijn gezin cn bedrijfsruimte voor de prui kenmakerij een onderdak kan vinden. Soms verzorgt de heer Hoppezak op één avond wel eens. met zijn me dewerkers en -sti— de grime voor zeven tegelijk, doch op verschillende plaatsen, optredende toneelverenigin gen. Daarvoor alleen al moet hij een hele kamer pruiken, baarden en snor ren aanhouden. Om dan nog maar niet te spreken van dc goede Sint, die in dc etalage alweer zijn schadu wen vooruitwerpt ln de vorm van al of niet gefriseerde sneeuwwitte (buf fel) haren-pruiken. Ja, want er zijn maar heel weinig Sinten, die het zon der hulp van de buffel en van de heer Hoppezak afkunnen. Maar laat ons, om de vrede ln de kinderzielen niet te verstoren, op dit aantrekke lijke onderwerp niet verder ingaan. Prulkcmaker Sr i Gejaagd door de wind Langzamerhand wordt het een hache lijke onderneming te schrijven over de film „Gejaagd door de wind", gemaakt naar het gelijknamige boek van wijlen Margaret Mitchell. In 1936 verscheen die lijvige roman, waaraan Margaret tien jaar van haar leven heeft gegeven en die een fabelachtig succes is geworden. Een op laag van een 6lordige negen mdllioen exemplaren, vertaald in dertig talen, mag voorwaar een gebeurtenis op litterair ge bied heten. Slechts drie jaar heeft de schrijfster de vruchten van haar arbeid mogen pluk ken. Ze stierf te jong om de wereld te Gelsomina. overtuigen van een nog groter kunnen. In het jaar van haar dood kwam de film uit, een rolprent van bijkans vier uur. Hieraan was drie Jaar gewerkt en ze kostte vier irttllioen (vooroorlogse) dollars. Zestien jaar na haar voltooiing is ze dan in de normale roulatie in ons land te zien. zozeer hebben de filmverhuur kantoren en wellicht ook de bioscoop exploitanten, getwijfeld of de hoge ver toningsrechten er wel uit zouden komen. De historie tot op dit ogenblik heeft wel bewezen dat die twijfel alle grond mist „Gejaagd door de wind" is een enorm financieel succes. Is de artistieke waarde nu navenant? Publiek succes maakt altijd enigszins hui verig voor de artistieke waarde van een film, vooral als er j%veel dollars tegen aan zijn gesmeten. Te vers liggen nog de postbare wanproducten in onze herinne ring, die Hollywood de wereld heeft ge boden. En toch.... met deze film is het wel wat anders. De enorme lengte was onontkoombaar, wilden de makers althans het litterair werk enig recht doen weder varen. Een tweede punt «s, dat de regis seur, wijlen Victor Fleming, zijn kracht niet heeft gezocht in massale scènee. En de fel bewogen geschiedenis van Amerika in de zestiger jaren, de strijd tussen de Noordelijke cn Zuidelijke Staten om vrij handel of protectie, bood hem daartoe alle gelegenheid. Met veldslagen houdt hij zich niet op. Hij laat alleen de terug tocht van een verslagen leger zien, de wanhopige verlatenheid en verwoesting van een ten onder gaand land. En temid den daarvan die felle, wervelende figuur van Scarlet O'Hara, de half-Ierse, die haar wereld onder ziet gaan en een dure eed zweert er weer bovenop te komen, zonder zich aan wat voor scrupules ook te storen. Het tweede deel van deze film verloopt veel trager dan het eerste. Dat ligt na tuurlijk ook aan de stof. De oorlog is uit gewoed, en nu volgen we de gang van Scarlet omhoog, via haar huwelijken-uit- berekening, en haar vergeefse strijd om de liefde van Ashley, een verfijnde rol van de helaas in de laatste oorlog neergescho ten Lesley Howard. Clark Gable als de met cynisme geladen vrijbuiter voldoet in de sterke rolbezetting eigenlijk nog het minst Hij blijft een figuur aan de oppervlakte. Olivia de Havilland leverde een onvergetelijke prestatie in haar rol van de vrouw vol liefde, Melanle. Vivien Leigh had de uiterst zware taak de gril lige Scarlet O'Hara uit te beelden. Het Is haar grootste rol geworden, een kunst zinnige prestatie van de eerste rang, van de eerste meter film tot het treurigs „Gejaagd door de wind" ls een mee slepende schildering van een hoogst schilderachtig familieleven geworden, een film. waarin de kleur nu eens niet is misbruikt, maar een integraal bestanddeel van de film vormt (Meeslepende verfilming van een groot verhaal uit een tijd, die al» de ver waaide wind nimmer terugkeert). Anno 1955? metingen van de kamers, de royale proporties van het trappenhuis en de lengte van de gangen. In het huls van de heer Hoppezak Is dat niet anders. En heel die prachtige ruimte wil hij beschikbaar stellen om er een toe vluchtsoord voor studenten van te maken, dje in Leiden zo moeilijk aan kamers kunnen komen. De eerste be sprekingen daarvoor zijn al achter de rug. Het wachten voor de heer Hop- pezaJc ls nu op de toewijzing van een J^NKELE BEWONERS van de Mare vroegen ons, wanneer nu eindelijk de nieuwe Marebrug klaar komt. Hoe zouden w\j dat kunnen zeggen, in deze nare tijd? Deze nare tijd wat bouwen be treft tenminste. Nee, zegt u nu zélf! Maar hoe lang duurt het wel met die Marebrug. En er is rond de Mare al zo vaak sprake van „maren" geweest. Het zal voor de bewoners van de Mare en omge ving een hele opluchting zijn, als de brug klaar is. „Anno 1955" staat er al vast op. Daarop houden we 't dan maar! Vijfhonderd tekens TJICTO heet de schrijftaal, die door heer K. Janson te Wassenaar is uitgedacht. Op de internationale ten toonstelling van uitvindingen in de Amsterdamse Apollohal heeft hij die schrijftaal geëxposeerd. Schrijftaal want je kunt Picto alleen maar schrij ven, of liever tekenen, en niet spre ken. „Houden van" bijvoorbeeld is een hart met een streepje er voor; „boven" is een vierkantje met een stip er boven: „gisteren" één dikke stip en twee kleine er achter, „mor gen" een dikke punt en twee kleine er vóór en „altijd" wordt uitgebeeld door drie dikke stippen. Makkelijk, vindt u niet Meneer Janson heeft zo vijfhonderd tekens bedacht en daarmee kun je al een heel eind komen, vindt hij. De Wassenaarse schrijver heeft een PIcto-woordenboek samengesteld en wie de vijfhonderd tekens in dit boek uit zijn hoofd heeft geleerd, kan duizenden woorden ln deze nieuwe wereldhulptaal schrij ven. Er is geen grammatica bij; werk woorden zijn kenbaar aan een klein verticaal streepje. Als u wilt corres ponderen met een Eskimo-meisje, stuurt u haar het woordenboek van meneer Janson en binnen veertien da gen'hebt u haar Ja-woord, of een blauwtje. Studeren in Leiden gehad, kan de balans der eerstejaar-s studenten worden opgemaakt. Begin November stonden 576 eerstejaars In geschreven tegen 580 in 1954. Ofwel: 862 mannelijke en 214 vrouwelijke studenten ln 1955 tegen 346 en 234 in het vorig jaar. Dit jaar zijn de meis jesstudenten dus nog weer Iets meer op de achtergrond gekomen. Dat ver schil zal wellicht ln de loop van het studiejaar nog iets toenemen, met name door hen die binnenkort de mi litaire dienst gaan verlaten. Vorig jaar steeg het aantal eerstejaars na begin November nog van 500 tot 765. In totaal zijn thans 4152 aan de Leidse universiteit (min o< meer) aan het studeren. Begin November 1954 was dit aantal 4041. 2-Jsv H Consult jfiEN SCHAR met pijn in kuit en kop Belde ontzet de dokter op. „Word ik," (zei hij), „gevolgd door haaien, Dan heb ik moeite met 't draaien". „Ach dokter," vroeg hij met een hoest, „Zijn mijn scharnieren soms verroest?" liefdesroes Een gelukkig getrouwd man ln Parijs moet voor zaken naar Rome. Op verzoek van zijn jeugdige zwager gaat hij daar een meisje opzoeken, die 22 minnebrie ven van de zwager onbeantwoord heeft Dat meisje Francois* (gespeeld door Francoise Amoul) maakt ineens zo'n in druk op de man André (een rol van Raf Vallone) dat hij maar in Rome blijft en niet meer aan zijn vrouw denkt Enfin het gaat zoals het altijd in films gaat André meent niet meer van zijn vrouw Elena (mooie creatie van Ele<na Varzi) ta houden en blijft bij het meisje, dat tal van vriendjes heeft Tot het meisje de echtgenote ontmoet en hoort, dat zij een kind van André verwacht Dan besluit Frangoise afstand te doen van André Dus toch nog een stukje moraal. Weer zo'n echt leuk uitgesponnen driehoeks verhouding, maar zo voos, zo sentimenteel en zo gehuicheld, dat we deze film vol komen afkeuren. We willen het bestaan van een driehoeksverhouding ia het ge heel niet ontkennen. Helaas, ze zijn er, wellicht ook in het hart van hen die zeg gen nooit tot zo iets te komen. Maar waarom moet men toch altijd een der gelijk, weinig verheffend onderwerp aan grijpen om er een film van te maken? En dan nog wel zo sentimenteel en onlo gisch als ln „Liefdesroes". De slappe man en het even slappe meisje zoeken de weg van de minste weerstand. Zij durven hel werkelijke leven niet aan. Omdat ze elke christelijke overtuiging missen en zich alleen maar laten leiden door hun elementaire hartstocht. De film is ln Luxor te zien. (Driehoek met pseudo-moraal, senti menteel en onlogisch van uitwerking). Raspoetin „De Heilige duivel" zo heeft men Raspoetin genoemd en dit is ongetwijfeld de best getroffen kenschetsing. Merk waardig is deze figuur, een oermens van geweldige lichaamskracht, maar ook toe gerust met een enorm psychisch vermo gen. waardoor hij grote invloed kreeg op de Tsarenfamilie en vooral via de Tsarina op de staatszaken. Voor ons Westerlingen is deze figuur niet goed te begrijpen, daarvoor is hij te zeer Rus. Voor ons zal er altijd iets ongeloofwaardigs aan hem zijn: enerzijds een heilige, anderzijds een duivel. Dit ongeloofwaardige drukt ook zijn stempel op de Franse film „Raspu- tine", (in Rex) die beschouwd kan worden ■ls een, min of meer hjstorisch betrouw- (Zie vervolg pag. 4 onderaan)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 3