i h€t QR&f in öe qeheimzinniqe if. Meerder dan ons liart ZONDAGSBLAD 12 NOVEMBER 1955 Door Mary Pos -K hl£R WlLÖe ÖICt&tOR B££RÓ,V£n WORÖ£n het echte Levensqeluk heeft öe öi&mantkoniriq niet qekenö ONTKEND kan niet worden, Jit Ce- v-' cil Rhodes voortleeft in de harten van alle echte Rhodesianen! In bijna alle belangrijke plaatsen van het land, dat naar hem werd genoemd, «.iet men zijn standbeeld. Dat in Bulowayo, van de beeldhouwer John Tweed, die tijdens Rhodes' leven meerdere opdrachten voor hem uitvoerde, is al zeer domine rend. De diamantkoning staat hoog bo ven het kruispunt van Mainstreet en de 8ste Avenue, in zijn colbertje de han den op de rug en ziet neer in de stra ten van de stad, waarvan hij de stich ter is. De blanken hadden al spoedig be merkt dat met Lobengula, zoon van de gevreesde Moselekatse, nadat hij koning van het Matabele-volk was geworden, te praten viel. Hij vond het niet onaan genaam om zittende rijk te worden, door die hardwerkende blanken con cessies te geven om te trachten het land, dat hij en zijn mensen toch niet gebruikten en de mogelijke bodem schatten, die hij toch niet opdolf, te ont ginnen. dat de naam van een land werd ver anderd??" Op 26 Maart 1902 stierf de veelom streden, gehate en bewonderde man, over wie ik echter nooit heb gelezen, dat hij ook werkelijk geliefd was. Groot was hij zo.ider twijfel en met de geweldige sommen van zijn erfenis is en wordt nog altijd veel goed werk gedaan. XJET graf van Rhodes is thans een *-* plek geworden, waarheen iedere be zoeker van Rhodesia zich begeeft. Een klein percentage zal het doer, uitslui tend om het graf zelf, de overigen voor al om de onbeschrijfelijk schone tocht naar één van de bizarste gebergten ter wereld. Op zijn tochten van--.lt zijn landgoed had Rhodes een rotsgroep ontdekt, zo vreemd gevormd en met zulk een schoon uitzicht, dat hij onmiddellijk de wens in zich voelde opkomen eens hier te worden begraven. Zelfs de plaats van zijn graf moest medewerken hem aan de vergetelheid te blijven ontrukken! afschrikwekkender aanzien. Destijds schreef ik: „We gingen door een rijk, waarin niets dan grafmonumenten sche nen voor te komen, enorme granietblok- ken in de grilligste vormen opgesta peld. Rood was de aarde tussen de grauwe rotsen, die soms gedrochten schenen, waartussen versteende men senfiguren oprezen: een gebogen vrouw ui weduwkap, die in deze houding aan de rots gekluisterd werd, kinderen de handen uitgestrekt, smekende als om bevrijding. Toen we op de berg Malindidzimu, on geveer 1400 meter hoog, zich als een gekromde olifantsrug verheffend, waren aangekomen en stonden bij het aan on ze voeten in de rots uitgehouwen graf van Rhodes, koepelde een inktzwarte hemel zich over ons heen. Het liep te gen de avond. Snel daalde de scheme ring. Een eenzame vogel schreeuwde en de wind voerde de roep der apen na- Het was op dit ogenblik het meest eenzame graf, dat men zich voor kon stellen, omringd van ontzaglijke ..aard globes" van steen, waarvan niemand kan geloven dat ze niet door mensen handen werden omhoog gerold, doch door catastrophes en erosie zo rond werden geslepen in de eeuwen der Er zijn nog twee andere graven. Eén ervan is dat van dr. Jameson, Rhodes' beste vriend, die hem wel met zijn raid op Johannesburg onberekenbare scha de toebracht, van groot nut covering'" de andere kant -or hem was bij de Rhodesia. Tijdens de terugtocht naar Bulowayo - het i 5 Of „Groote Schuur", de meest geliefde woning van Cecil Rhodes. Op 30 October 1688 maakte hij vorige concessies ongedaan door aan Cecil Rhodes de totale rechten om v zijn land naar mineraier te delven over te dragen. Hij kreeg daarvoor 100 pond sterling per maano 1000 geweren in eens en 100.000 Kogels. Ook was hem een van wapens voorziene boot toege zegd voor patrouille op de machtige Zambesi, maar aangez hij liever 500 pond ineens had. werd die boot toen geschrapt Engeland annexeerde zijn gebied en als dank voor het aandeel dat Cecil Rhodes door z-.Jn geld en macht in de verovering van dit land had gehad, werd het reeds op 1895, dus nog tijdens diens leven. Rhodesia genaamd. Lobenguia's kraal werd met de grond gelijk ge maakt en op de piaats ervan werd de stad Bulowayo gebouwd, onder Rhodes' persoonlijk toezicht Hii ook was het, die in navolging van de bouw van be paalde Afrikaanse steden, de opdracht gaf de straten zó wijd te maken, dat een door tien "loan ossen getrokken wa gen er in zou kunnen keren Rhodes kon onmogelijk voorzien, dat gestroom lijnde auto's en «ervaarlijke. mecha nisch voortbewjgen trucks hun plaats zouden innemen, me* gevolg dat die zeer ongezellige straten. want ze zijn veel te breed voor enige intieme sfeer, in tegenstelling met Kaapstad en Jo hannesburg nu voor het middenge deelte als parkeerplaats zouden worden gebruikt. Ook een voordeel natuurlijk ln deze tijd! geklommen: diamantko ning, minister-president van de bloeien de Kaapkolonie en nu ook nog mede bouwer aan het EngeLsc wereldrijk: een gebied, onmetelijk rijk aan bodem schatten. naar hem genoemd! Geld en macht, eer en roem!... maar geen vrouw voor zijn hart. geen kinderen om zijn schatten aan hen na te laten en zijn naam te geven, doch wat nog veel er ger was. geen vrede voor zijn ziel.... Dat het door hem voor het Engelse rijk gewonnen gebied naar hem werd genoemd, was de kroon op al zijn werk geweest. Groter eer had men zelfs een diamantkoning niet kunnen geven... Na het fiasco van Jameson was Rhodes zó bang. dat dit tot gevolg het verlies van Rhodesia kon hebben, dat hij zichzelf niet meer meester was doch in zijn angst uitriep: ..Mijn Noorden, mijn Noorden. Zij kunnen dat toch niet weg nemen? Zij kunnen toch de naam niet veranderen? Heeft men ooit gehoord Soms krijgt men het gevoel of Rhodes de eeuwigheid op aarde zocht. Toen hij bij een volgende tocht de plek niet meer kon terug vinden, was hij volko men uit zijn evenwicht 'eslagen en rustte niet voordat lij met behulp van naturellen de plaats weer had terug gevonden! De Matabelen geloven, dat de geesten van hun grote voorvaderen huizen in een afgrond niet ver van de rots vandaan. Vandaar dat op het laat ste ogenblik het afschieten der geweren van de erewacht tijdens Rhodes' oegra- fenis werd voorkomen, om de m de voor blanken practisch ontoegankelijke valleien van dit gebergte wonende Ma tabelen niet wéér in opstand te bren gen. vanwege de verstoring der rust hunner voorouders... Toen ik juist vóór het uitbreken van de tweede wereldoorlog ook in Rhode sia was en het graf voor de eerste maaJ bezocht, had het zwaar geregend, was de lucht laag en somber en gaf het geheimzinnige gebergte een nog „i stoel steen zag zitten. De naturellen noemen dit door de natuur gevormde beeld ..Rhodes in zijn stoel", zei hij. Op dat ogenblik brak de zon bloedrood vlak boven de horizon door, een donkersmeu- lende gloed viel over de geheimzinni ge figuur. Vuur gleed over de Matopos. Rook, zwart en somber, bedekte de bi zarre hoogte. Toen doofde de gloed, snel viel de duisternis. De wind gierde en in donkerheid en regen vond onze chauf feur de weg terug naar Bulowayo Ach ter ons lag eenzaam op zijn kale rotstop begraven de zeer omstreden man Rho des, die Afrika leerde liefhebben...." J\U was ik weer op weg naar dat graf, thans in gezelschap van een ge lukkig jong Nederlands e .igrantenge- zin uit Bulowayo, dat van Cees Goed- knegt, Kootje, zijn vrouw en hun beide kinderen, Jan en Marijke. Er lopen nu uitnemend geasfalteer de wegen naar Worlds View", waar het in het touristenscizoen zwart ziet van de er zich verdringende mensen... Wij reden er heen ip een ogenblik, dat de weg verlaten voor ons lag en het Matopos Hotel", aan het begin van het gebergte, practisch geen gasten tel- Er wordt de laatste jaren in Rhodesia veel gedaan om de irrigatie te bevor deren. Zo waren we al eens naar een liefelijk meertje gereden, dat door de ,,Hillside"-dam wordt gevormd en in zeer pittoreske omgeving ligt. Daarna was ons doel een tweede meer geweest, waar we aankwamen, terwijl de zon al onderging. De „vuurpijlen" gloeiden in het avondlicht, evenals de cactussen, welke door een bronzen gloed overgo ten, hun machtige calabres in de lucht verhieven. Als de zon reeds enige tijd onder is begint ir het hele zuiden van Rhodes standbeeld te Kaapstad. Afrika het werkelijke avondgloeien, waardoor dat door maandenlange droog te geel geworden land in een puur gou den symphonie verandert. Indrukwek kend rijzen de bomen tegen dat licht op. Wij hadden bij het meer gestaan tot de gloed bijna verdwenen was op een donkerrood smeulen na, dat hui veringwekkend realistisch werd weer kaatst in het roerloze water, als was het puur bloed. Zwart verhieven zich de heuvelen rondom als strenge wach ters. De natuur scheen een vreselijk geheim te bewaren. Nu op weg naar Rhodes' graf was het echter nog licht. Hier en daar zagen we op een heuvel een wit huis liggen. Ook passeerden we de voormalige boerderij van Rhodes en zijn landgoed. Daar ligt een wildpark door hem ingericht en er zijn enorme boomikweekerijen, waar in opdracht van de diamantkoning allerlei soorten bomen werden geplant, om na te gaan hoe deze het in dit klimaat zou den doen. We kwamen voorbij het „Matapoc Hotel" op zijn hoogte en zagen de witte gebouwen van de Hogere Landbouw school aan de overzijde tegen de heu velen liggen, tot tenslotte ieder spoor van menselijk leven aohterbleef en wij midden in de geheimzinnige bergwereld van de Matapos waren aangekomen. Sommige bergen waren kaal en naakt, anderen zwart verweerd of groen, rood of terracotta van tint Er waren er prachtig begroeid, terwijl weer andere alleen met mossen waren bedekt... De kinderen wezen ons en elkaar op de meest vreemde figuren Monniken in wijde mantels, treurende vrouwen, klei ne dreumessen met ronde gezichtjes, sagedieren, soms een olifant, op het punt omlaag te storten, een walvis, de bek wijd geopend, een zeehond, op de omhoog geheven kop een bal balance rend, vogelkoppen, monsters. Het was een spookwereld, die weer door het lie felijk paradijs van kleine, groene, met bloemen bedekte valleien werd gevolgd. T'OEN we op de plek aankwamen A waar we de auto konden parkeren, om zelf te voet het laatste gedeelte van de weg omhoog te gaan, zagen we juist de zwarte wachter per fiets vertrekken. De kleine Marijke bleek intussen in slaap gevallen, dus bleef haar moeder bij haar, zodat alleen mijn gastheer, de blonde Jan en ik omhoog gingen... Op het steile pad naar de recht er voor oprijzende olifantsrug, bedekt met „aardglobes", als betrof het hier een Hercules in het dierenrijk, werd het uitzicht over de bergwereld steeds in drukwekkender. Het was windstil en geen geluid werd vernomen. Ook wij zeiden niets en liepen zwijgend verder in de majesteiteliike rmgeving... De berg van het graf heeft door oxy- datie en door de mossen, die het be dekken, de heerlijks c timen. De aard globes glansden rood, terracotta en groen Halverwege net pad keken we uit over een wondere droomwereld, on zegbaar teer en liefelijk. Boven ons kromde zich de olifantsrug. Nu de zon was ondergegaan werd alles verzacht door een grijsblauwe nevel... Hoe an ders moest het hier nu zijn dan in het harde licht van de dag wanneer hoiv- derden touristen zich verdringen... Toen we de top hadden bereikt, aan onze voeten de bronzen plaat, welke Rhodes' stoffelijke resten bedekt, en we ons naar het oosten keerden, zagen we iets lager op de helling het witte mo nument voor kapitein Allan en zijn mannen, die zich dood vochten nadat ze m een hinderlaag waren gevallen tijdens de rebellie van Lobengula. Daar achter een sagewereld naar het scheen! Rotstoppen, die oude ruines, versterkte burchten, liefelijke kapellen omhoog schenen te heffen. Vriendelijke berg- weidjes wisselden de ruwe steen af. Doch toen kwam het allerschoonste, dat, waarop wc gehoopt hadden: ter wijl de zon reeds minutenlang —as weg gezonken begon het avondgloeien. De hemelkoepel werd er mee ver vuld. de bergtoppen werden goudover- togen De tengere, kleine Jongen en zijn gro te vader, wij drieën keken ademloos ZONDAGSBLAD 12 NOVEMBER 1955 5 Cellospel van Casals en vioolspel van Szigeti PVBLO CASALS EN JOSEPH SZIGE TI twee namen, die bij de oudere muziekliefhebber schone herinneringen oproepen en die voor de jongeren nog steeds onaantastbare begrippen zijn. Ca sals en Szigeti, twee meesters van het strijkinstrument: Casals met zijn zin gende cello en Szigeti met zijn zingende Op 29 December 1876 werd Pablo Ca sals in Vendrell (Spanje) geboren en op 2 September 1892 zag Joseph Szigeti in Boedapest (Hongarije) het levenslicht. Kent men Szigeti hoofdzakelijk van de grote concerten en van zijn propageren van nieuwe muziek, Casals heeft niet alleen als solo-cellist een grote naam (hij wordt als de grootste cellist ter wereld beschouwd), maar ook als trio speler. Met Alfred Cortot (piano) en Jacques Thibaud (viool) heeft hij een trio gehad, dat tot heden zijn weerga nog niet heeft gevonden. Als dirigent heeft Casals ook grote bekendheid. Jarenlang had hij in Barce lona een eigen orkest, het „Orquestra Pau Casals". En thans organiseert deze Catalaan jaarlijks een Casals-festival in Perpignan (aan de Midd. Zee). Daar di- De Spaanse cellist Pablo Casals speelt met zijn eigen Prades-Fes- twal-orkest het Celloconcert van Schumann. naar het schouwspel van het avond gloeien. Welk een feest van licht en kleur! Die het niet gezien hebben, kun nen niet weten wat het is om een der gelijke sprookjeswereld geboren te zien worden, stralende in een puur gouden gloed, terwijl de weg omhoog recht streeks de hemel scheen in te gaan, want toen het gloeien begon stonden wij aan de oostelijke zijde bij het witte monument en naar boven ziend, zagen wij hoe daar op de top, de aardglobes, nu fluweelzwart, overtogen werden van licht Toen wij weer boven stonden, ter wijl we alleen maar fluisterden om de stilte niet te verstoren, verhief de wind zich zoals elke avond als de zon is on dergegaan en zong rondom ons zijn vreugde uit over dit afscheidsfeest. En wij luisterden maar naar die stil te, waarin alleen de wind zijn zang deed horen- Het goud werd rood, werd terracotta, roestkleurig, roodpaars on» in geheim zinnig roodzwart uit te doven.. OP dat ogenblik, terwijl we juist het grai van een groots, maar duister man zouden verlaten, kwam door de blauwe schemering beneden ons een klein blond meisje vrolijk aangelopen... Marijke was wakker geworden en nu op weg naar ons toe, gevolgd door haar moeder... Op deze plek, in die sche merlichte geheimzinnige sfeer, terwijl nachtvogels in het zwarte geboomte in de diepten begonnen te roepen, kwam het kleine meisje aangehuppeld, en wierp zich in de armen van haar vader. Wonderbaarlijk genoeg was er in die eenzame bergwereld nog een laatste gouden schijn van avondlicht, dat in een venster werd weerspiegeld... Er gens staat daar een verlaten woning, maar nu scheen het 't sprookjeshuis van een fee te zijn, zoals ook Marijke, met haar blonde krullen vallend op haar schouders, in deze droomwereld scheen thuis te horen... Toen gingen we omlaag, terwijl grote nachtmotten als miniatuurbommenwer pers rondom onze hoofden zoemden. Achter ons lieten we het graf van een man, gestorven in het midden van zijn Jaren, wiens grootste verlangen het was zijn naam onsterfelijk te maken, die echter nooit het geluk heeft gekend een eigen klein meisje erf donkergelokte Jon gen in zijn armen te mogen h. uden, zijn naam dragend, die ook niet gewe ten heeft wat vrede en misschien zelfs niet wat levensgeluk betekende... Maar dit laatste zag ik gesymboliseerd in bet Nederlandse geein, waarvan ik nu de gast was. dat ver van huis in het land, £p sticht door Rhodes, zich een nieuw ectaan had opgebouwd.. rigeert Casals, daar speelt hij cello en daar regisseert hij. En in het stadje Prades (oostelijke Pyreneeën op Frans grondgebied) organiseerde Casals ln 1950 een grote Bach-herdenking. Hier werd eigenlijk het Perpignan-festival geboren. Want toen men na die Bach-herden king in 1950 besloten had zulk een mu ziekfeest ook het volgende jaar te hou den, kwam er zo enorm veel belangstel ling uit het buitenland, dat Prades te klein werd en het hele festival naar Per pignan werd gebracht. Buiten zijn vader land, waar hij vanwege het dictatoriale bewind van Franco na 1937 niet meer is geweest, wordt Casals jaarlijks om ringd door vele trouwe vrienden, o.w. de violist Joseph Szigeti. PHILIPS heeft Pablo Casals als cel list en als dirigent willen eren met een uitzonderlijke opname van het Cel loconcert in a-moll van Robert Schu mann, waarbij Casals de solopartij speelt en het Prades Festival-orkest di rigeert. (langspeelplaat A 01617 R). Dit Celloconcert wordt eigenlijk heel weinig gespeeld in de concertzaal en toch is het zo ontroerend. Schumann schreef het werk tussen 10 en 24 October 1850 en op zijn sterfbed corrigeerde hij nog dit werk. Het hoofdthema heeift Schu mann eigenlijk altijd gefascineerd, het hield hem bezig. Dit thema beheerst het hele werk. Schumann heeft de so lopartij niet opgeofferd aan de virtuosi- teitswaan van die tijd. Er ligt een stille berusting maar ook een tragische onder toon in dit Concert. Schumann had ken nelijk naar Schuberts Tragische Sym phonie gekeken en Brahms gebruikte sfeer en enkele noten van Schumann voor zijn Tragische Ouverture. Het or kest wist Schumann prachtig doorzichtig te houden als begeleidingsapparaat. Het is een genot dit werk door een meester als Casals te horen spelen, om de romantiek te puren en om ook Ca sals te horen zuchten bij zijn spel. Het Want indien ons hart ons veroordeel». God Is meerder dan ons hart, en HU kent alle dingen. <1 Joh. 3:20). ,Jndien ons hart ons veroordeelt Maar wat kan ons hart anders doen, dan ons veroordelen? En wat kan ons geweten anders doen, dan ons aankla gen, dat wij tegen al Gods geboden gezondigd hebben, en geen daarvan gehouden hebben? Zeker, die tien geboden, die wij vroeger van buiten hebben moeten le ren, en die we nog telkens in de kerk voorlezen, zien er op 't eerste -gezicht nog al onschuldig uit. Wie zal nu toch eigenlijk gaan roven, stelen en moor den? Aan dergelijke slechtheden ma ken immers alleen onmensen zich schuldig? Of wilt U nog eens 'n paar van die tien geboden wat nader gaan bekijken? B.v. eerst het zesde gebod: „Gij zult niet doodslaan". Met diepe verachting en afschuw hebben we indertijd gekeken naar de foto's van de oorlogsmisdadigers, zoals die 'n jaar of tien geleden in de kran- is nog steeds het spel van een groot meester en de opname is fantastisch afgewogen in de klankverhouding. Hier zingt Schumann, én in de solo-partij én in het orkestspel. Zoals ik al schreef speelt Joseph Szi geti, die een groot vriend is van Casals ook vaak op het festival te Perpignan Hij is een leerling van de indertijd be faamde Hongaarse violist en paedagoog Jenö Hubay (Eugen Huber) en debu teerde in 1905 in Berlijn. Gedurende ze ven jaren was hij leraar aan het Con servatorium te Genéve en verder speel de hij in alle delen van de wereld. Te vens maakte hij tal van bewerkingen en schreef hij vele cadensen bij vioolcon certen. Befaamd zijn z'n Bachvertolkin- gen (voor vioolsolo) in het kleine Zwit serse kerkje van Silvaplana tijdens de Engadiner Konzertwochen. Szigeti is een romanticus, maar een romanticus met stijl. FILIPS liet ook van deze grootmees ter, een priend van Béla Bartók, een opname maken, waarbij zowel or kest- als pianobegeleiding is gebruikt. (Langspeelplaat A 01140 L>. Met bege leiding van The Symphony Orchestra o.l.v. George Szell speelt Szigeti het Vi oolconcert in g van Bach (reconstruc tie van Pianoconcert in f) en het Vi oolconcert in d van Tartini (een tijdge noot van Bach) Met begeleiding van de pianist Carlo Bussotti speelt Szigeti de Sonate no. 4 in D van Handel en de Sonate in G. van Tartini. Men kan be paalde bezwaren aanvoeren tegen het Bach-spel van Szigeti, men kan hem in de Handelsonate rhythmische vrijheden toeschrijven, men kan nooit ontkennen, dat dit niet alleen vioolspelen, maar ook muziekmaken van het allerhoogste gehalte is. Szigeti maakt het spel soms wat dik, trekt het soms te veel in een te geprononceerde legato-sfeer, maar hij is boven alles de musicus pur sang, ge niaal begeleid door Szell en Bussotti. Deze opname is. evenals die van Ca sals. voor alle liefhebbers van viool- en cellomuziek van onschatbare waarde. Ten slotte wil ik nog wijzen op twee prachtige uitgaven van de DEUTSCHE GRAMMOPHON GESELLSCHAFT. Dit maal geen gramofoonplaten, maar boe ken, of beter gezegd heel gewone cata logi. Maar catalogi van waarde. Onder de titel „Aus Oper und Konzert" gaf de D.G.G. een smal boekwerk uit van ruim 500 pagina's, waarin alle D.G.G.- opnamen, gerangschikt naar componis ten stonden afgedrukt. En nog altijd doen we het, wanneer we tegenwoor dig nog zo nu en dan de afbeelding van een moordenaar zien. Ik moet ook wel toegeven, dat er van de menselijke kant bekeken, een ontzaglijk groot ver schil is, tussen moordenaars en ons. Maar: Zou voor God die afstand ook zo groot zijn? Heeft niet Christus ge zegd „Wie zijn broeder haat is alreeds een doodslager!" Hebben we soms nooit onze naaste, onze broeder of zuster gehaat? Hoor, daar klinkt een stem vlakbij. Het is de stem van ons hart, en die stem fluis tert: „moordenaar!" En met het zevende gebod gaat het al precies eender. Wel menen wij mis schien. dat we in zedelijk opzicht on berispelijk zijn. Maar dan haakt zich ineens in ons geweten vast, dat woord van Christus: „Wie een vrouw aanziet om haar te begeren, die heeft alreeds overspel met haar gedaan". En ons hart veroordeelt ons, en noemt ons overspelers, degenen die het spel geen spel meer lieten blijven, maar verder gingen dan God voor ons grenzen stelde. Ons hart veroordeelt ons onver- biddellijk, en in hoger beroep gaan helpt ook niet. Want er is maar een De Hongaarse violist Joseph Szigetti speelde voor de plaat Vioolconcerten van Bach en Tartini. ten en muziekgenres, te vinden zijn Niet alleen is deze catalogus voor 1956 fraai ingebonden in artistieke band, maar ze is ook rijk geïllustreerd met afbeeldin gen van de nieuwe kleurrijke hoezen van de D.G.G.foto's van componisten en kunstdrukfoto's van tal van kunstenaars. Daarnaast is er dan nog de goed ver zorgde Polydor Katalog 1956 met als titel „Tanz und Unterhaltung deze is niet geïllustreerd maar buitengewoon Rechter, die meer is dan cms hart. En die Rechter is God, en Hij weet alle dingen. ,Ji\j kent mij; Hij doorgrondt mijn da&n, Hij weet mjjn zitten en mijn staan". En als ik voor die Rechter verschijn, dan blijft er niets van mij over, dan ga ik eraan. Maar nu gebeurt er iets wonderlijks, iets onbegrijpelijks. Stel U voor, dat ergens 'n rechtzitting werd gehouden, waarbij de rechter, na de voorlezing van het vonnis tot de verdachte zou zeggen: „Verdachte, de straf, waartoe ik U veroordeeld heb, behoeft U zelf niet te ondergaan. Die straf zal ik m Uw plaats ondergaan, en U moogt vrij uit gaan". Het is toch wel ondenkbaar, dat zo iets ooit in onze wereld zou, plaats vinden. Maar, wat bij de men sen ondenkbaar, onmogelijk is, is mo gelijk en werkelijk by God. God is meerder dan ons hart, en HU kent alle dingen. Dat nu is de kern van de Evangelie boodschap. Wel is het egoïsme ontzag lijk groot, en wordt het „liefde-com- munisme" uit Hand. 2, zeer weinig be oefend. Een blik naar binnen kan ons vaak versteld doen staan. Maar: Go-1 is meerder dan ons hart. En dat „meer dere" van God, behoeft ons niet te verschrikken. God, de hoogste Rechter, gaat in Christus zijn Zoon, op de plaats van de schuldige staan. Hij weet wat maaksel wij zijn, en wil ook alle schuld kwijtschelden, n.l. aan die mensen, „die Zijn verbond en woorden, als hun schatten gadeslaan". Hier schieten onze woorden verder tekort. Hier blijft enkel over het klas sieke woord uit Jes. 53: „om onze on gerechtigheden, is Hij verbrijzeld". En van onze kant persoonlijk, moge hier overblijven het bekende woord van Petrus: ..Here. Gij weet alle dingen. G\j weet, dat ik 17 liefheb". Ds. J. A. VAN HEUVEN. zeer geliefde vor^tit^ Het was op 14 September )1 hon derd Jaar geleden, dat Maria Elisabeth Louise Frederika van Pruisen het le venslicht zag Ze was de oudste dochter van prins Frcdcrlk Karei Nicolaas neef van keizer Wilhelm en prinses Maria Anna van Anhalt ln 1878 huwde zij met prins Hendrik der Nederlanden, een van de meest sympathieke figuren onder de vorsten ^Kostbare geschenken werden H K H. Prins en Prinses Hendrik der Nederlan den bij gelegenneid van hun huwelijk aangeboden Amsterdam schonk b v. een aanvulling van hel tafelservies van de Prins, beslaande uit prachtig gecise leerde kandclabres, kristallen fruitacba- Icn zilveren bonbonnières, enz. enz. Al spoedig mocht de jonge vorstin zich In de liefde van 't Nederlandse volk ver heugen! Straat in Bulowayo, gebouwd op de grond van Lobenguia's kraal.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 10