i
h€t QR&f
in öe qeheimzinniqe
if.
Meerder dan ons liart
ZONDAGSBLAD 12 NOVEMBER 1955
Door
Mary Pos
-K hl£R WlLÖe ÖICt&tOR B££RÓ,V£n WORÖ£n
het echte Levensqeluk heeft öe öi&mantkoniriq niet qekenö
ONTKEND kan niet worden, Jit Ce-
v-' cil Rhodes voortleeft in de harten
van alle echte Rhodesianen! In bijna
alle belangrijke plaatsen van het land,
dat naar hem werd genoemd, «.iet men
zijn standbeeld. Dat in Bulowayo, van
de beeldhouwer John Tweed, die tijdens
Rhodes' leven meerdere opdrachten
voor hem uitvoerde, is al zeer domine
rend. De diamantkoning staat hoog bo
ven het kruispunt van Mainstreet en de
8ste Avenue, in zijn colbertje de han
den op de rug en ziet neer in de stra
ten van de stad, waarvan hij de stich
ter is.
De blanken hadden al spoedig be
merkt dat met Lobengula, zoon van de
gevreesde Moselekatse, nadat hij koning
van het Matabele-volk was geworden,
te praten viel. Hij vond het niet onaan
genaam om zittende rijk te worden,
door die hardwerkende blanken con
cessies te geven om te trachten het
land, dat hij en zijn mensen toch niet
gebruikten en de mogelijke bodem
schatten, die hij toch niet opdolf, te ont
ginnen.
dat de naam van een land werd ver
anderd??"
Op 26 Maart 1902 stierf de veelom
streden, gehate en bewonderde man,
over wie ik echter nooit heb gelezen,
dat hij ook werkelijk geliefd was.
Groot was hij zo.ider twijfel en met
de geweldige sommen van zijn erfenis
is en wordt nog altijd veel goed werk
gedaan.
XJET graf van Rhodes is thans een
*-* plek geworden, waarheen iedere be
zoeker van Rhodesia zich begeeft. Een
klein percentage zal het doer, uitslui
tend om het graf zelf, de overigen voor
al om de onbeschrijfelijk schone tocht
naar één van de bizarste gebergten ter
wereld.
Op zijn tochten van--.lt zijn landgoed
had Rhodes een rotsgroep ontdekt, zo
vreemd gevormd en met zulk een schoon
uitzicht, dat hij onmiddellijk de wens
in zich voelde opkomen eens hier te
worden begraven. Zelfs de plaats van
zijn graf moest medewerken hem aan
de vergetelheid te blijven ontrukken!
afschrikwekkender aanzien. Destijds
schreef ik: „We gingen door een rijk,
waarin niets dan grafmonumenten sche
nen voor te komen, enorme granietblok-
ken in de grilligste vormen opgesta
peld. Rood was de aarde tussen de
grauwe rotsen, die soms gedrochten
schenen, waartussen versteende men
senfiguren oprezen: een gebogen vrouw
ui weduwkap, die in deze houding aan
de rots gekluisterd werd, kinderen de
handen uitgestrekt, smekende als om
bevrijding.
Toen we op de berg Malindidzimu, on
geveer 1400 meter hoog, zich als een
gekromde olifantsrug verheffend, waren
aangekomen en stonden bij het aan on
ze voeten in de rots uitgehouwen graf
van Rhodes, koepelde een inktzwarte
hemel zich over ons heen. Het liep te
gen de avond. Snel daalde de scheme
ring. Een eenzame vogel schreeuwde en
de wind voerde de roep der apen na-
Het was op dit ogenblik het meest
eenzame graf, dat men zich voor kon
stellen, omringd van ontzaglijke ..aard
globes" van steen, waarvan niemand
kan geloven dat ze niet door mensen
handen werden omhoog gerold, doch
door catastrophes en erosie zo rond
werden geslepen in de eeuwen der
Er zijn nog twee andere graven. Eén
ervan is dat van dr. Jameson, Rhodes'
beste vriend, die hem wel met zijn raid
op Johannesburg onberekenbare scha
de toebracht,
van groot nut
covering'"
de andere kant
-or hem was bij de
Rhodesia.
Tijdens de terugtocht naar Bulowayo
- het i
5 Of
„Groote Schuur", de meest geliefde woning van Cecil Rhodes.
Op 30 October 1688 maakte hij vorige
concessies ongedaan door aan Cecil
Rhodes de totale rechten om v zijn
land naar mineraier te delven over te
dragen. Hij kreeg daarvoor 100 pond
sterling per maano 1000 geweren in
eens en 100.000 Kogels. Ook was hem
een van wapens voorziene boot toege
zegd voor patrouille op de machtige
Zambesi, maar aangez hij liever 500
pond ineens had. werd die boot toen
geschrapt
Engeland annexeerde zijn gebied en
als dank voor het aandeel dat Cecil
Rhodes door z-.Jn geld en macht in de
verovering van dit land had gehad, werd
het reeds op 1895, dus nog tijdens diens
leven. Rhodesia genaamd. Lobenguia's
kraal werd met de grond gelijk ge
maakt en op de piaats ervan werd de
stad Bulowayo gebouwd, onder Rhodes'
persoonlijk toezicht Hii ook was het,
die in navolging van de bouw van be
paalde Afrikaanse steden, de opdracht
gaf de straten zó wijd te maken, dat
een door tien "loan ossen getrokken wa
gen er in zou kunnen keren Rhodes
kon onmogelijk voorzien, dat gestroom
lijnde auto's en «ervaarlijke. mecha
nisch voortbewjgen trucks hun plaats
zouden innemen, me* gevolg dat die
zeer ongezellige straten. want ze zijn
veel te breed voor enige intieme sfeer,
in tegenstelling met Kaapstad en Jo
hannesburg nu voor het middenge
deelte als parkeerplaats zouden worden
gebruikt. Ook een voordeel natuurlijk
ln deze tijd!
geklommen: diamantko
ning, minister-president van de bloeien
de Kaapkolonie en nu ook nog mede
bouwer aan het EngeLsc wereldrijk: een
gebied, onmetelijk rijk aan bodem
schatten. naar hem genoemd! Geld en
macht, eer en roem!... maar geen vrouw
voor zijn hart. geen kinderen om zijn
schatten aan hen na te laten en zijn
naam te geven, doch wat nog veel er
ger was. geen vrede voor zijn ziel....
Dat het door hem voor het Engelse
rijk gewonnen gebied naar hem werd
genoemd, was de kroon op al zijn werk
geweest. Groter eer had men zelfs een
diamantkoning niet kunnen geven... Na
het fiasco van Jameson was Rhodes zó
bang. dat dit tot gevolg het verlies van
Rhodesia kon hebben, dat hij zichzelf
niet meer meester was doch in zijn
angst uitriep: ..Mijn Noorden, mijn
Noorden. Zij kunnen dat toch niet weg
nemen? Zij kunnen toch de naam niet
veranderen? Heeft men ooit gehoord
Soms krijgt men het gevoel of Rhodes
de eeuwigheid op aarde zocht. Toen hij
bij een volgende tocht de plek niet
meer kon terug vinden, was hij volko
men uit zijn evenwicht 'eslagen en
rustte niet voordat lij met behulp van
naturellen de plaats weer had terug
gevonden! De Matabelen geloven, dat
de geesten van hun grote voorvaderen
huizen in een afgrond niet ver van de
rots vandaan. Vandaar dat op het laat
ste ogenblik het afschieten der geweren
van de erewacht tijdens Rhodes' oegra-
fenis werd voorkomen, om de m de
voor blanken practisch ontoegankelijke
valleien van dit gebergte wonende Ma
tabelen niet wéér in opstand te bren
gen. vanwege de verstoring der rust
hunner voorouders...
Toen ik juist vóór het uitbreken van
de tweede wereldoorlog ook in Rhode
sia was en het graf voor de eerste
maaJ bezocht, had het zwaar geregend,
was de lucht laag en somber en gaf
het geheimzinnige gebergte een nog
„i stoel
steen zag zitten. De naturellen noemen
dit door de natuur gevormde beeld
..Rhodes in zijn stoel", zei hij. Op dat
ogenblik brak de zon bloedrood vlak
boven de horizon door, een donkersmeu-
lende gloed viel over de geheimzinni
ge figuur. Vuur gleed over de Matopos.
Rook, zwart en somber, bedekte de bi
zarre hoogte. Toen doofde de gloed, snel
viel de duisternis. De wind gierde en in
donkerheid en regen vond onze chauf
feur de weg terug naar Bulowayo Ach
ter ons lag eenzaam op zijn kale rotstop
begraven de zeer omstreden man Rho
des, die Afrika leerde liefhebben...."
J\U was ik weer op weg naar dat
graf, thans in gezelschap van een ge
lukkig jong Nederlands e .igrantenge-
zin uit Bulowayo, dat van Cees Goed-
knegt, Kootje, zijn vrouw en hun beide
kinderen, Jan en Marijke.
Er lopen nu uitnemend geasfalteer
de wegen naar Worlds View", waar
het in het touristenscizoen zwart ziet
van de er zich verdringende mensen...
Wij reden er heen ip een ogenblik,
dat de weg verlaten voor ons lag en
het Matopos Hotel", aan het begin van
het gebergte, practisch geen gasten tel-
Er wordt de laatste jaren in Rhodesia
veel gedaan om de irrigatie te bevor
deren. Zo waren we al eens naar een
liefelijk meertje gereden, dat door de
,,Hillside"-dam wordt gevormd en in
zeer pittoreske omgeving ligt. Daarna
was ons doel een tweede meer geweest,
waar we aankwamen, terwijl de zon al
onderging. De „vuurpijlen" gloeiden in
het avondlicht, evenals de cactussen,
welke door een bronzen gloed overgo
ten, hun machtige calabres in de lucht
verhieven. Als de zon reeds enige tijd
onder is begint ir het hele zuiden van
Rhodes standbeeld te Kaapstad.
Afrika het werkelijke avondgloeien,
waardoor dat door maandenlange droog
te geel geworden land in een puur gou
den symphonie verandert. Indrukwek
kend rijzen de bomen tegen dat licht
op. Wij hadden bij het meer gestaan
tot de gloed bijna verdwenen was op
een donkerrood smeulen na, dat hui
veringwekkend realistisch werd weer
kaatst in het roerloze water, als was
het puur bloed. Zwart verhieven zich
de heuvelen rondom als strenge wach
ters. De natuur scheen een vreselijk
geheim te bewaren.
Nu op weg naar Rhodes' graf was het
echter nog licht. Hier en daar zagen we
op een heuvel een wit huis liggen. Ook
passeerden we de voormalige boerderij
van Rhodes en zijn landgoed. Daar ligt
een wildpark door hem ingericht en er
zijn enorme boomikweekerijen, waar in
opdracht van de diamantkoning allerlei
soorten bomen werden geplant, om na
te gaan hoe deze het in dit klimaat zou
den doen.
We kwamen voorbij het „Matapoc
Hotel" op zijn hoogte en zagen de witte
gebouwen van de Hogere Landbouw
school aan de overzijde tegen de heu
velen liggen, tot tenslotte ieder spoor
van menselijk leven aohterbleef en wij
midden in de geheimzinnige bergwereld
van de Matapos waren aangekomen.
Sommige bergen waren kaal en naakt,
anderen zwart verweerd of groen, rood
of terracotta van tint Er waren er
prachtig begroeid, terwijl weer andere
alleen met mossen waren bedekt...
De kinderen wezen ons en elkaar op
de meest vreemde figuren Monniken in
wijde mantels, treurende vrouwen, klei
ne dreumessen met ronde gezichtjes,
sagedieren, soms een olifant, op het
punt omlaag te storten, een walvis, de
bek wijd geopend, een zeehond, op de
omhoog geheven kop een bal balance
rend, vogelkoppen, monsters. Het was
een spookwereld, die weer door het lie
felijk paradijs van kleine, groene, met
bloemen bedekte valleien werd gevolgd.
T'OEN we op de plek aankwamen
A waar we de auto konden parkeren,
om zelf te voet het laatste gedeelte van
de weg omhoog te gaan, zagen we juist
de zwarte wachter per fiets vertrekken.
De kleine Marijke bleek intussen in
slaap gevallen, dus bleef haar moeder
bij haar, zodat alleen mijn gastheer, de
blonde Jan en ik omhoog gingen...
Op het steile pad naar de recht er
voor oprijzende olifantsrug, bedekt met
„aardglobes", als betrof het hier een
Hercules in het dierenrijk, werd het
uitzicht over de bergwereld steeds in
drukwekkender. Het was windstil en
geen geluid werd vernomen. Ook wij
zeiden niets en liepen zwijgend verder
in de majesteiteliike rmgeving...
De berg van het graf heeft door oxy-
datie en door de mossen, die het be
dekken, de heerlijks c timen. De aard
globes glansden rood, terracotta en
groen Halverwege net pad keken we
uit over een wondere droomwereld, on
zegbaar teer en liefelijk. Boven ons
kromde zich de olifantsrug. Nu de zon
was ondergegaan werd alles verzacht
door een grijsblauwe nevel... Hoe an
ders moest het hier nu zijn dan in het
harde licht van de dag wanneer hoiv-
derden touristen zich verdringen...
Toen we de top hadden bereikt, aan
onze voeten de bronzen plaat, welke
Rhodes' stoffelijke resten bedekt, en we
ons naar het oosten keerden, zagen we
iets lager op de helling het witte mo
nument voor kapitein Allan en zijn
mannen, die zich dood vochten nadat
ze m een hinderlaag waren gevallen
tijdens de rebellie van Lobengula. Daar
achter een sagewereld naar het scheen!
Rotstoppen, die oude ruines, versterkte
burchten, liefelijke kapellen omhoog
schenen te heffen. Vriendelijke berg-
weidjes wisselden de ruwe steen af.
Doch toen kwam het allerschoonste,
dat, waarop wc gehoopt hadden: ter
wijl de zon reeds minutenlang —as weg
gezonken begon het avondgloeien. De
hemelkoepel werd er mee ver
vuld. de bergtoppen werden goudover-
togen
De tengere, kleine Jongen en zijn gro
te vader, wij drieën keken ademloos
ZONDAGSBLAD 12 NOVEMBER 1955
5
Cellospel van Casals en vioolspel van Szigeti
PVBLO CASALS EN JOSEPH SZIGE
TI twee namen, die bij de oudere
muziekliefhebber schone herinneringen
oproepen en die voor de jongeren nog
steeds onaantastbare begrippen zijn. Ca
sals en Szigeti, twee meesters van het
strijkinstrument: Casals met zijn zin
gende cello en Szigeti met zijn zingende
Op 29 December 1876 werd Pablo Ca
sals in Vendrell (Spanje) geboren en op
2 September 1892 zag Joseph Szigeti in
Boedapest (Hongarije) het levenslicht.
Kent men Szigeti hoofdzakelijk van de
grote concerten en van zijn propageren
van nieuwe muziek, Casals heeft niet
alleen als solo-cellist een grote naam
(hij wordt als de grootste cellist ter
wereld beschouwd), maar ook als trio
speler. Met Alfred Cortot (piano) en
Jacques Thibaud (viool) heeft hij een
trio gehad, dat tot heden zijn weerga
nog niet heeft gevonden.
Als dirigent heeft Casals ook grote
bekendheid. Jarenlang had hij in Barce
lona een eigen orkest, het „Orquestra
Pau Casals". En thans organiseert deze
Catalaan jaarlijks een Casals-festival in
Perpignan (aan de Midd. Zee). Daar di-
De Spaanse cellist Pablo Casals
speelt met zijn eigen Prades-Fes-
twal-orkest het Celloconcert van
Schumann.
naar het schouwspel van het avond
gloeien. Welk een feest van licht en
kleur! Die het niet gezien hebben, kun
nen niet weten wat het is om een der
gelijke sprookjeswereld geboren te zien
worden, stralende in een puur gouden
gloed, terwijl de weg omhoog recht
streeks de hemel scheen in te gaan,
want toen het gloeien begon stonden
wij aan de oostelijke zijde bij het witte
monument en naar boven ziend, zagen
wij hoe daar op de top, de aardglobes,
nu fluweelzwart, overtogen werden van
licht Toen wij weer boven stonden, ter
wijl we alleen maar fluisterden om de
stilte niet te verstoren, verhief de wind
zich zoals elke avond als de zon is on
dergegaan en zong rondom ons zijn
vreugde uit over dit afscheidsfeest.
En wij luisterden maar naar die stil
te, waarin alleen de wind zijn zang
deed horen-
Het goud werd rood, werd terracotta,
roestkleurig, roodpaars on» in geheim
zinnig roodzwart uit te doven..
OP dat ogenblik, terwijl we juist het
grai van een groots, maar duister
man zouden verlaten, kwam door de
blauwe schemering beneden ons een
klein blond meisje vrolijk aangelopen...
Marijke was wakker geworden en nu
op weg naar ons toe, gevolgd door haar
moeder... Op deze plek, in die sche
merlichte geheimzinnige sfeer, terwijl
nachtvogels in het zwarte geboomte in
de diepten begonnen te roepen, kwam
het kleine meisje aangehuppeld, en
wierp zich in de armen van haar vader.
Wonderbaarlijk genoeg was er in die
eenzame bergwereld nog een laatste
gouden schijn van avondlicht, dat in
een venster werd weerspiegeld... Er
gens staat daar een verlaten woning,
maar nu scheen het 't sprookjeshuis van
een fee te zijn, zoals ook Marijke, met
haar blonde krullen vallend op haar
schouders, in deze droomwereld scheen
thuis te horen...
Toen gingen we omlaag, terwijl grote
nachtmotten als miniatuurbommenwer
pers rondom onze hoofden zoemden.
Achter ons lieten we het graf van een
man, gestorven in het midden van zijn
Jaren, wiens grootste verlangen het
was zijn naam onsterfelijk te maken, die
echter nooit het geluk heeft gekend een
eigen klein meisje erf donkergelokte Jon
gen in zijn armen te mogen h. uden,
zijn naam dragend, die ook niet gewe
ten heeft wat vrede en misschien zelfs
niet wat levensgeluk betekende... Maar
dit laatste zag ik gesymboliseerd in bet
Nederlandse geein, waarvan ik nu de
gast was. dat ver van huis in het land,
£p sticht door Rhodes, zich een nieuw
ectaan had opgebouwd..
rigeert Casals, daar speelt hij cello en
daar regisseert hij. En in het stadje
Prades (oostelijke Pyreneeën op Frans
grondgebied) organiseerde Casals ln 1950
een grote Bach-herdenking. Hier werd
eigenlijk het Perpignan-festival geboren.
Want toen men na die Bach-herden
king in 1950 besloten had zulk een mu
ziekfeest ook het volgende jaar te hou
den, kwam er zo enorm veel belangstel
ling uit het buitenland, dat Prades te
klein werd en het hele festival naar Per
pignan werd gebracht. Buiten zijn vader
land, waar hij vanwege het dictatoriale
bewind van Franco na 1937 niet meer
is geweest, wordt Casals jaarlijks om
ringd door vele trouwe vrienden, o.w.
de violist Joseph Szigeti.
PHILIPS heeft Pablo Casals als cel
list en als dirigent willen eren met
een uitzonderlijke opname van het Cel
loconcert in a-moll van Robert Schu
mann, waarbij Casals de solopartij
speelt en het Prades Festival-orkest di
rigeert. (langspeelplaat A 01617 R). Dit
Celloconcert wordt eigenlijk heel weinig
gespeeld in de concertzaal en toch is
het zo ontroerend. Schumann schreef
het werk tussen 10 en 24 October 1850
en op zijn sterfbed corrigeerde hij nog
dit werk. Het hoofdthema heeift Schu
mann eigenlijk altijd gefascineerd, het
hield hem bezig. Dit thema beheerst
het hele werk. Schumann heeft de so
lopartij niet opgeofferd aan de virtuosi-
teitswaan van die tijd. Er ligt een stille
berusting maar ook een tragische onder
toon in dit Concert. Schumann had ken
nelijk naar Schuberts Tragische Sym
phonie gekeken en Brahms gebruikte
sfeer en enkele noten van Schumann
voor zijn Tragische Ouverture. Het or
kest wist Schumann prachtig doorzichtig
te houden als begeleidingsapparaat.
Het is een genot dit werk door een
meester als Casals te horen spelen, om
de romantiek te puren en om ook Ca
sals te horen zuchten bij zijn spel. Het
Want indien ons hart ons veroordeel».
God Is meerder dan ons hart, en HU
kent alle dingen. <1 Joh. 3:20).
,Jndien ons hart ons veroordeelt
Maar wat kan ons hart anders doen,
dan ons veroordelen? En wat kan ons
geweten anders doen, dan ons aankla
gen, dat wij tegen al Gods geboden
gezondigd hebben, en geen daarvan
gehouden hebben?
Zeker, die tien geboden, die wij
vroeger van buiten hebben moeten le
ren, en die we nog telkens in de kerk
voorlezen, zien er op 't eerste -gezicht
nog al onschuldig uit. Wie zal nu toch
eigenlijk gaan roven, stelen en moor
den? Aan dergelijke slechtheden ma
ken immers alleen onmensen zich
schuldig?
Of wilt U nog eens 'n paar van die
tien geboden wat nader gaan bekijken?
B.v. eerst het zesde gebod: „Gij zult
niet doodslaan".
Met diepe verachting en afschuw
hebben we indertijd gekeken naar de
foto's van de oorlogsmisdadigers, zoals
die 'n jaar of tien geleden in de kran-
is nog steeds het spel van een groot
meester en de opname is fantastisch
afgewogen in de klankverhouding. Hier
zingt Schumann, én in de solo-partij én
in het orkestspel.
Zoals ik al schreef speelt Joseph Szi
geti, die een groot vriend is van Casals
ook vaak op het festival te Perpignan
Hij is een leerling van de indertijd be
faamde Hongaarse violist en paedagoog
Jenö Hubay (Eugen Huber) en debu
teerde in 1905 in Berlijn. Gedurende ze
ven jaren was hij leraar aan het Con
servatorium te Genéve en verder speel
de hij in alle delen van de wereld. Te
vens maakte hij tal van bewerkingen en
schreef hij vele cadensen bij vioolcon
certen. Befaamd zijn z'n Bachvertolkin-
gen (voor vioolsolo) in het kleine Zwit
serse kerkje van Silvaplana tijdens de
Engadiner Konzertwochen. Szigeti is
een romanticus, maar een romanticus
met stijl.
FILIPS liet ook van deze grootmees
ter, een priend van Béla Bartók,
een opname maken, waarbij zowel or
kest- als pianobegeleiding is gebruikt.
(Langspeelplaat A 01140 L>. Met bege
leiding van The Symphony Orchestra
o.l.v. George Szell speelt Szigeti het Vi
oolconcert in g van Bach (reconstruc
tie van Pianoconcert in f) en het Vi
oolconcert in d van Tartini (een tijdge
noot van Bach) Met begeleiding van de
pianist Carlo Bussotti speelt Szigeti de
Sonate no. 4 in D van Handel en de
Sonate in G. van Tartini. Men kan be
paalde bezwaren aanvoeren tegen het
Bach-spel van Szigeti, men kan hem in
de Handelsonate rhythmische vrijheden
toeschrijven, men kan nooit ontkennen,
dat dit niet alleen vioolspelen, maar
ook muziekmaken van het allerhoogste
gehalte is. Szigeti maakt het spel soms
wat dik, trekt het soms te veel in een
te geprononceerde legato-sfeer, maar hij
is boven alles de musicus pur sang, ge
niaal begeleid door Szell en Bussotti.
Deze opname is. evenals die van Ca
sals. voor alle liefhebbers van viool- en
cellomuziek van onschatbare waarde.
Ten slotte wil ik nog wijzen op twee
prachtige uitgaven van de DEUTSCHE
GRAMMOPHON GESELLSCHAFT. Dit
maal geen gramofoonplaten, maar boe
ken, of beter gezegd heel gewone cata
logi. Maar catalogi van waarde. Onder
de titel „Aus Oper und Konzert" gaf
de D.G.G. een smal boekwerk uit van
ruim 500 pagina's, waarin alle D.G.G.-
opnamen, gerangschikt naar componis
ten stonden afgedrukt. En nog altijd
doen we het, wanneer we tegenwoor
dig nog zo nu en dan de afbeelding
van een moordenaar zien. Ik moet ook
wel toegeven, dat er van de menselijke
kant bekeken, een ontzaglijk groot ver
schil is, tussen moordenaars en ons.
Maar: Zou voor God die afstand ook
zo groot zijn? Heeft niet Christus ge
zegd „Wie zijn broeder haat is alreeds
een doodslager!"
Hebben we soms nooit onze naaste,
onze broeder of zuster gehaat? Hoor,
daar klinkt een stem vlakbij. Het is de
stem van ons hart, en die stem fluis
tert: „moordenaar!"
En met het zevende gebod gaat het
al precies eender. Wel menen wij mis
schien. dat we in zedelijk opzicht on
berispelijk zijn. Maar dan haakt zich
ineens in ons geweten vast, dat woord
van Christus: „Wie een vrouw aanziet
om haar te begeren, die heeft alreeds
overspel met haar gedaan". En ons
hart veroordeelt ons, en noemt ons
overspelers, degenen die het spel geen
spel meer lieten blijven, maar verder
gingen dan God voor ons grenzen
stelde. Ons hart veroordeelt ons onver-
biddellijk, en in hoger beroep gaan
helpt ook niet. Want er is maar een
De Hongaarse violist Joseph
Szigetti speelde voor de plaat
Vioolconcerten van Bach en
Tartini.
ten en muziekgenres, te vinden zijn Niet
alleen is deze catalogus voor 1956 fraai
ingebonden in artistieke band, maar ze
is ook rijk geïllustreerd met afbeeldin
gen van de nieuwe kleurrijke hoezen van
de D.G.G.foto's van componisten en
kunstdrukfoto's van tal van kunstenaars.
Daarnaast is er dan nog de goed ver
zorgde Polydor Katalog 1956 met als
titel „Tanz und Unterhaltung deze is
niet geïllustreerd maar buitengewoon
Rechter, die meer is dan cms hart. En
die Rechter is God, en Hij weet alle
dingen.
,Ji\j kent mij; Hij doorgrondt mijn
da&n,
Hij weet mjjn zitten en mijn
staan".
En als ik voor die Rechter verschijn,
dan blijft er niets van mij over, dan
ga ik eraan.
Maar nu gebeurt er iets wonderlijks,
iets onbegrijpelijks. Stel U voor, dat
ergens 'n rechtzitting werd gehouden,
waarbij de rechter, na de voorlezing
van het vonnis tot de verdachte zou
zeggen: „Verdachte, de straf, waartoe
ik U veroordeeld heb, behoeft U zelf
niet te ondergaan. Die straf zal ik m
Uw plaats ondergaan, en U moogt vrij
uit gaan". Het is toch wel ondenkbaar,
dat zo iets ooit in onze wereld zou,
plaats vinden. Maar, wat bij de men
sen ondenkbaar, onmogelijk is, is mo
gelijk en werkelijk by God. God is
meerder dan ons hart, en HU kent alle
dingen.
Dat nu is de kern van de Evangelie
boodschap. Wel is het egoïsme ontzag
lijk groot, en wordt het „liefde-com-
munisme" uit Hand. 2, zeer weinig be
oefend. Een blik naar binnen kan ons
vaak versteld doen staan. Maar: Go-1 is
meerder dan ons hart. En dat „meer
dere" van God, behoeft ons niet te
verschrikken. God, de hoogste Rechter,
gaat in Christus zijn Zoon, op de plaats
van de schuldige staan. Hij weet wat
maaksel wij zijn, en wil ook alle schuld
kwijtschelden, n.l. aan die mensen, „die
Zijn verbond en woorden, als hun
schatten gadeslaan".
Hier schieten onze woorden verder
tekort. Hier blijft enkel over het klas
sieke woord uit Jes. 53: „om onze on
gerechtigheden, is Hij verbrijzeld". En
van onze kant persoonlijk, moge hier
overblijven het bekende woord van
Petrus: ..Here. Gij weet alle dingen.
G\j weet, dat ik 17 liefheb".
Ds. J. A. VAN HEUVEN.
zeer geliefde vor^tit^
Het was op 14 September )1 hon
derd Jaar geleden, dat Maria Elisabeth
Louise Frederika van Pruisen het le
venslicht zag Ze was de oudste dochter
van prins Frcdcrlk Karei Nicolaas neef
van keizer Wilhelm en prinses Maria
Anna van Anhalt
ln 1878 huwde zij met prins Hendrik
der Nederlanden, een van de meest
sympathieke figuren onder de vorsten
^Kostbare geschenken werden H K H.
Prins en Prinses Hendrik der Nederlan
den bij gelegenneid van hun huwelijk
aangeboden Amsterdam schonk b v.
een aanvulling van hel tafelservies van
de Prins, beslaande uit prachtig gecise
leerde kandclabres, kristallen fruitacba-
Icn zilveren bonbonnières, enz. enz.
Al spoedig mocht de jonge vorstin zich
In de liefde van 't Nederlandse volk ver
heugen!
Straat in Bulowayo, gebouwd op de grond van Lobenguia's kraal.