t/H arie ,yJ-ntoinette
Jubelend door Frankrijk ontvangen
later naar bet schavot verwezen
4
ZONDAGSBLAD 29 OCTOBER 1955
In haar
laatste
ogenblikken
toonde zij
zich
waarlijk
koningin
OP 2 November a.s. is het tweehonderd jaar geleden, dat Marie
Antoinette te Wenen werd geboren. Wie deze naam hoort, denkt
vanzelf aan de vreselijke jaren der Franse revolutie en ziet in zijn
verbeelding de onverzadigbare guillotine haar bloedig werk verrichten.
2ij is een van de velen, die door het revolutiemonster werden verslonden.
Maar terwijl de meeste namen dezer ontelbare slachtoffers voor ons
onbekend zijn, is naar naam in de geschiedenis blijven voortleven. Wie
Parijn bezoekt, wordt onweerstaanbaar getrokken naar de vele plaatsen
en gebouwen, die een rol in het leven van deze ongelukkige vorstin
hebben gespeeld- Zij was een vrouw, die zeker geen onberispelijk leven
achter zich had. Maar als we horen van de woorden, die zij sprak even
vóór de valbijl aan haar leven een einde maakte, voelen we ons door
een grote ontroering aangegrepen. „Vaarwel, mijn kinderen ik zal
uw vader wederzienEven daarna was het gebeurd
De gevangenneming van de koninklijke familie.
Van Marie An
toinette zijn vele
portretten ge
maakt, waaronder
enkele kunststuk
ken. Hiernaast
geveti we een re
productie van het
portret van me
vrouw Vigee-
Leb run, waarop
men de vorstin
ziet in al haar
jeugd en schoon
heid.
Marie Antoinette was de doch
ter van de Oostenrijkse keizer
Frans I en zijn gemalin Maria The-
resia. Op 15-jarige leeftijd trad zij
in het huwelijk met de kroonprins
van Frankrijk.
Er wordt verteld, dat, toen Marie
nog een heel klein meisje was, haar
moeder haar in de armen sloot, aan
het hart drukte en bewogen uitriep:
„Wanneer je ooit in ongeluk geraakt,
mijn kind, herinner je dan je moe
der."
Toen de jonge prinses Wenen ver
liet, vulde een bedroefde mc-nigte de
straten van de anders zo vrolijke Oos
tenrijkse hoofdstad. Jozef II verge
zelde zijn zuster op haar laatste
tocht en het afscheid van haar viel
hem zeer zwaar. En toen Marie de
grenzen van haar vaderland had be
reikt, barstte zij in tranen uit en
riep: „Ach, ik zal mijn land nooit
terugzien."
Het afscheid kon dus moeilijk som
berder zijn. Haar familie en haar volk
zagen haar met grote droefheid ver
trekken en zelf werd de jonge bruid
gekweld door de bangste voorgevoe
lens.
Toch was de ontvangst hartelijk en
geestdriftig. Bij haar intocht te
Straatsburg strooiden meisjes in de
Elzasser klederdracht bloemen op
haar weg en drie compagnieën jonge
boeren vormden de erewacht.
Een reusachtige menigte juichte
Marie Antoinette toe en van alle to
rens beierden de klokken. Omstuwd
door een juichende menigte vertrok
zij de volgende dag in een glazen
koets naar Nancy en vandaar begon
haar triomftocht naar Versailles.
Dat zijn zeker onvergetelijke dagen
voor haar geweest. En wellicht is de
twijfelende vraag in haar hart op
gekomen, of haar angstige voorge
voelens dan-tóch niet een gevolg wa
ren van een geheel verkeerde voorstel
ling, die zij van haar nieuwe vader
land en van haar toekomstig leven
had gemaakt
ONDANKS alle luidruchtig feestbe
toon, waarmee het huwelijk van de
kroonprins in 1770 gevierd werd, was
de toestand van Frankrijk alles be
halve rooskleurig.
Lodewijk XV de vader van
Marie's bruidegom wiens onbe
kwaamheid tot regeren steeds duide
lijker aan 't licht trad. deed niets om
aan de vele wantoestanden een einde
te maken.
Adel en geestelijkheid waren de be
voorrechte standen, geheel of gedeel
telijk vrijgesteld van het betalen van
belastingen. De hele last drukte op de
burgerij, die bovendien nog geplaagd
werd door de verplichting tot „heren
diensten".
De cel van Marie Antoinette in'de
Conciergerie.
Er waren wel invloedrijke man
nen, die waarschuwden, dat 't zo
niet langer ging en 't vroeg of laat
tot een uitbarsting zou komen, maar
zij werden gevangen gezet. En in
tussen verschenen er geschriften van
Montesquieu, Voltaire, Rousseau en
anderen, die het volk tot verzet aan
spoorden. Steeds meer werd er brand
stof opgehoopt en de toekomst van
Frankrijk zag er somber en donker
uit.
In 1774 stierf Lodewijk XV en werd
hij opgevolgd door zijn zoon de
gemaal van Marie Antoinette
Aanvankelijk waren de verwach
tingen omtrent de nieuwe koning zeer
hoog. Het volk hoopte, dat hij de Au
giasstal zou reinigen. Maar ook deze
verwachtingen liepen spoedig uit op
een diepe teleurstelling.
Lodewijk XVI meende 't ongetwij
feld goed, maar hij miste de kracht
en de moed om zijn goede plannen
uit te voeren. In Turgot en Necker
bezat hij twee uitnemende ministers,
die alle pogingen in 't werk stel
den om het zinkend schip van staat
te redden. Door het invoeren van be
zuinigingen en het tegengaan van
misbruiken hebben zij goed werk
verricht. Maar de actie tegen hun
verstrekkende plannen werd steeds
groter en de zwakke ikoning wist
niet beter te doen dan de twee be
kwame ministers te ontslaan.
Toen echter de financiële toestand
van het rijk hopeloos in 't honderd
liep, werd Necker teruggeroepen. Bo
vendien besloot de koning tot bijeen
roeping der Staten-Generaal, die se
dert 1614 niet meer waren geraad
pleegd.
Op 5 Mei 1789 kwamen de nieuwe
Staten-Generaal in vergadering bij
een. Adel en geestelijkheid waren elk
door ongeveer 300 leden vertegen
woordigd; „de derde stand" (de bur
gerij) door bijna 600 afgevaardigden.
Toen men 't over de wijze van
stemmen niet eens kon worden, ver
klaarden de afgevaardigden van de
derde stand zich tot „Nationale Ver
gadering", d.w.z. de wettige verte
genwoordiging van het volk. Onder
haar pressie kreeg Frankrijk een
;onstitutie. De adel verzette zich he
vig, maar Mirabeau dreigde: „Wij
zullen slechts wijken voor het geweld
der bajonetten".
In Parijs vreesde men, dat het hof
zou trachten door een staatsgreep
zich van de macht te verzekeren. Het
volk kwam in heftige beweging en be
stormde de Bastille (14 Juli 1789).
In allerijl werd een burgerwacht op
gericht en een nieuw stadsbestuur ge
kozen. De voorrechten van adel en
geestelijkheid werden afgeschaft;
hiermede werd wettelijk goedge
keurd wat het revolutionnaire volk op
vele plaatsen reeds zelf had gedaan.
Kort daarop werd de koninklijke
familie gedwongen Versailles te ver
laten en zich in het paleis der Tuile-
rieën te Parijs te vestigen.
Frankrijk was door al deze stor
men heen een constitutionele monar
chie geworden. De koning kreeg een
beperkt recht yan veto. Dit alles
was voor een groot deel het werk?van
Mirabeau, de staatsman, die door
zijn welsprekendheid grote invloed
had op de volksvertegenwoordiging.
Toen deze in 1791 stierf, zag de ko
ning zich ook deze steun ontvallen.
Hij nam de vlucht maar werd gegre
pen.
Weldra brak een nieuwe storm over
Frankrijk los. In 't voorjaar van
1792 werd Lodewijk XVI door de Gi
rondijnen gedwongen de oorlog te ver
klaren aan de keizer van Oostenrijk,
de broer van Marie Antoinette. Ón
der leiding van Danton bestormde het
volk de Tuilerieën. Weer wist de
koning niet beter te doen dan met
zijn gezin te vluchten. Zij werden in
de Temple gevangen gezet en wacht
ten daar in angstige spanning hun
lot af.
De machtige partij der Jacobijnen
liet de republiek uitroepen en het
was in Frankrijk met het koning
schap gedaan. Koning Lodewijk XVI
werd, beschuldigd van hoogverraad,
ter dood veroordeeld. In Januari
1793 viel zijn hoofd onder de guillo
tine, „het nationale scheermes", zo
als de valbijl door het gepeupel van
Parijs sarcastisch werd genoemd.
ACHT maanden na de dood van haar
gemaal bleef Marie Antoinette
met haar kinderen in de Temple op
gesloten. Al die tijd wachtte zij op
haar vonnis, dat niet twijfelachtig
was.
Drie-en-twintig jaar geleden had het
Franse volk haar jubelend ontvangen
Het monument voor Marie Antoi
nette in de Chapelle Expiatoire te
Parijs.
en nu werd zij door datzelfde volk
met schimp en smaad overladen.
Wij schreven reeds: onberispelijk
was haar leven zeker niet.
Zij was verzot op het spel. En ter
wijl duizenden honger leden, ver
kwistte zij fabelachtige bedragen
aan de speeltafel.
Haar huwelijkstrouw was zeker
niet onbesmet ook al hebben de
pamfletten, die onder het volk wer
den rondgestrooid, schromelijk over
dreven.
Haar naam wordt genoemd in ver
schillende duistere zaken: de vergif
tiging van Gamain, de koop var. het
halssnoer, de bevoorrechting van de
„mode-minister" (Rose Bertin) en
nog vele andere sinistere praktijken.
Ook dit leven eindigde op de guil
lotine.
Op 16 October 1793 had de terecht
stelling plaats.
„Ik ben gereed, mijne heren, wij
kunnen vertrekken!" sprak zij toen
de gerechtsdienaren haar kwamen ha
len.
Op een oude kar werd zij naar het
schavot gereden.
Op de Place de la Révolution hoor
de men haar mompelen: „Mijn doch
ter! Mijn kinderen!"
Toen zij haar voet op de grond zet
te, boog de beul Charles Henri Sanson
tich over haar heen en fluisterde