ZIN EN WAARDE V.U. IJZEREN EEUW Cultureel Venster Kunst van nog geen halve eeuw geleden Vormgeving bij het sieraad LEZERS PELGRIMAGE Twee strekkingsromans L'EGLISE BEFORMÉE IN PARIJS BESTAAT 400 JAAR Persoonlijk gebruik van de Bijbel I 1955 H NIEUWE LEIDSCHE COURANT ÖOOR C. RlinSÖORP VAN DE Er reist een man per koets over de Alpen. Het is een Duitser, hij heet Winckelmann en hij is op weg naar Italië. Deze man is beroemd door zijn her-ontdekking van de Griekse kunst. Maar in de bergen vermijdt hij uit de raampjes van zijn reiskoets te kijken. Het is omstreeks 1760 en in die tijd had men vrijwel geen oog voor de strenge en ruwe schoonheid van het Alpen landschap. Een eeuw later was er een andere man, John Ruskin genaamd, eveneens beroemd. Deze vluchtte juist naar de bergen van Chamonix om zich aan de aanblik van die gra nieten massa's te laven. De 19e-eeuwse wereld van machines en ijzer, van geestdodende industrialisatie, betekende voor Ruskin het inbegrip van al wat lelijk en slecht was. En een derde man, S. Giedion geheten, die als weinigen thuis is in de geschiedenis van de bouwkunst, ziet in onze dagen juist weer in die schepen, brug gen en ijzeren constructies van j honderd jaar geleden, waarvoor I Ruskin op de vlucht sloeg, de nieuwe, toen latent aanwezige, i artistieke mogelijkheden. Hij be- - studeert de geïndustrialiseerde i ijzerproductie in Engeland, ver zamelt foto's van de eerste brug- overspanningen van gegoten yzer, afbeeldingen van gietijze ren volières, paviljoenen, dak- constructies, koepels, verdiept zich in gegevens betreffende bruggen hangend aan draadka- bels. Glazen daken, broeikassen, serres met ijzeren vakwerk, gietijzeren kolommen in combi natie met natuursteen zowel als met baksteen en hout, hebben zijn intense be- langstelling. Aan de hand van zijn omvang rijk materiaal gaat hij de ontwikkeling na. die op het stalen skelet uitliep. Hy ziet de be tekenis voor óns, nu, van 19e-eeuwse nuttig heidsgebouwen: fabrie ken, hallen, grote hui zen voor handelsdoel einden, en van al die anonieme zakenpanden uit de tijd van de „gietijzeren eeuw" in de Verenigde Staten, zo tussen 1850 en 1860. Hem ontgaat de betekenis van de ontwikkeling der latere wolken krabbers niet, en van een lift- systeem op grote schaal, dat daarvoor noodzakelijk was. In de Parijse Eiffeltoren van 1889 ziet hij het manifest en tegelij kertijd het monument van de IJzeren Eeuw, die de tweede helft van de 19e eeuw omvat. Wat was er gebeurd? Het was de romantiek geweest, die de ogen van de mensen had ge opend vbor de schoonheid van wat niet netjes geordend, maar i woest,grppis. angstaanjagend iwas in de natuur. In de eeuw die lag tussen Winokelmann en Ruskin "was die romantische natuurbewondering vrijwel ge meengoed gewerden. Maar nu werd diezelfde romantiek een beletsel voor mensen als Ruskin om de tekenen van de nieuwe 1 tijd te verstaan. De kunstenaars wisten geen weg met de ijzeren eeuw, behalve misschien som mige schilders, die de door ge weldige vuren verlichte mense lijke gestalten van arbeiders in ijzergieterijen en staalfabrieken afbeeldden als figuren uit een inferno. Er ontstond een scheu ring tussen architectuur en techniek. In 1889 schreef echter Octave Mirbeau, nadat hij op de Parijse wereldtentoonstelling de Eiffeltoren en de Galerie des Machines had gezien, dat „on derwijl de kunst zich op het in- timisme toelegt of zich aan de oude formules vastklampt en haar blik nog steeds op het ver leden gericht houdt, de industrie voorwaarts schrijdt en het on bekende navorst". Toen Mir beau dit in de Figaro schreef, had reeds een mensenleeftijd te voren een andere Fransman de ze gedachte tot uitgangspunt van zijn arbeid gemaakt: Henri Labrouste, architect en con structeur in één persoon, die streefde naar een zinvolle ver binding van architectuur en techniek. Als jonge man had hij dringen tot de geest, die de an tieke bouwmeesters van tem pels en aquaducten had bezield, Organisme de chaque con struction". Als prijswinnaar was hij naar Rome gegaan, het was de hoogst denkbare belo ning voor zijn talent geweest, maar de oude bouwwerken en ruïnes hadden zijn oog geopend voor de eisen van zijn eigen tijd. Hij brak volledig met de geest van het oude classicisme en opende, in Parijs teruggekeerd, zijn eigen „atelier", een leer school voor ontwerpers, die zich tegenover de beginselen van de conservatieve Académie stelde. Zijn uitspraken waren hun tijd ver vooruit: „De kunsten be zitten de macht alles tot schoon heid te verheffen, maar mijn leerlingen moeten beseffen, dat in de bouwkunst de vorm steeds bij de functie moet passen waar voor het bouwwerk is bestemd." Later bouwde hij de bibliotheek Sainte-Geneviève en de Nationa le Bibliotheek, beide te Parijs, welk laatste gebouw als zijn meesterwerk geldt. Merkwaardig! Het Alpenland schap zegt Winckelmann niets, maar Ruskin zoekt er solaas. Tussen deze beide uiteenlopen de reacties ligt de opkomst en bloei van de romantiek. Maar reeds in de tijd van d:czelfae ro mantiek bekijkt een jonge man de resten van de door Winckelmann zo be wonderde antieke be schaving, die Italië en speciaal Rome tot de leerschool In het Haagse Gemeentemuseum HET GEMEENTEMUSEUM in Den Haag heeft thans een zeer bijzondere tentoonstelling. De titel is misschien niet zo aantrekkelijk: „Nieuwe beweging, Ned. schilder kunst omstreeks 1910". Maar de inhoud is dat in grote mate. Zowel voor de ouderen, die de schildet kundige ontwikkeling in ons land hebben meegemaakt, als voor de jongeren die nu die ontwikkeling tussen 1890 en 1910 ^d" in «en totaalbeeld kunnen alen. vijf jaar in.Rome geleefd, maar De stof voor deze korte be- anders dan Winckelmann had schouwing ontlenen wij aan het hij zijn verblijf in Italië als een j reeds eerder gesignaleerde, on- vervreemding van het leven le- langs bij de Wereldbibliotheek ren beschouwen. Ook hier weer uitgekomen boek Ruimte, Tijd had het land als tijdspiegel ge- j en Bouwkunst, van S. Giedion, werkt: Labrouste was er zich i dat door zijn overrijke inhoud van bewust geworden, dat imi- een actualiteit bezit, die niet. zo- tatie van de oude bouwstijlen als een roman op een maand, geen zin had, maar wel het door- I maar cp jaren berekend is! maakte, met de ogen van een 20e-eeuwer. j Voor mij is deze expositie o... En het door hem ge- 1 dekkend. Er zijn bij 130 tentoon- wonnen inzicht neemt gestelde schilderijen veel bekende straks vorm aan in werken. Maar nooit zag ik zoveel bouwwerken, die voor vertegenwoordigers van een pe- de toekomst van grote j riode- dl® nu onge' betekenis zijn gebleken. pp"w ar Deze expositi worden en i willen weten ikkeling bew hoe ligt, bij elkaar, een tijdbeeld ge- >u zo erg graag zii. die deze ont- nebben meege- Streven naar eenvoud met een maximum aan ornamentieve kracht Zowel ln de vrije als gebonden I een bezit, aan de tegenwoordige kunsten namen we in de jaren kunstnijveraar toegeschreven kan tussen en na de 2 wereldoorlogen j worden. Vooral bij het sieraad als se- maakt de ouderen dus dit werk reageren. Een halve eeuw geleden moeten deze werken toch wel veel opzien gebaard hebben: er was een totale verandering naar kleur en vorm. Het Franse impres sionisme ging men loslaten, of beter gezegd nog meer uitbouwen In de kunst is er altijd evolutie, ook omstreeks 1910. En ook toen experimenteerden de kunstenaars: Jan Toorop, Thorn Prikker. J. J. Aarts. Leo Gestel, H. P. Bremmor. Jacoba van Heemskerk, Piet Mondriaan, Hart Nibbrig, Lod. Schelfhout en Jan Sluyters. Dat experiment bleek al heel duidelijk toen In )906 nieuwing, een streven, dat altijd succesvol was en dik wijls een chaotische toestand te weegbracht, welke we zeker nog niet te boven zijn. Hét is echter opmerkelijk, dat men in de gebonden kunsten thans eerder dan in de vrije beeldende vormgeving een be paalde stijlontwikkeling ziet. In de gebonden kunsten ziet steeds meer een streven eenvoudige vormgeving, vormgeving, welke beslist rieartikel trof men in genoemde jaren een hoeveelheid bazarrom- mel aan. welke een verkleinde doch getrouwe copie was van de versierselen aan de kermiskraam. Ook het exclusieve artikel vertoon de weinig stijl. Thans zien we. ook in het en masse vervaardigde sieraad, een H" kind wordt graag be wonderd omdat het „al zo groot" is, het meisje vanwege haar nieuwe jurk, de vertegen woordiger om zijn gestegen 'omzet, het moedertje om haar baby, de journalist vanwege zijn primeur, de sportman voor zijn topvorm, de voorzitter om zijn, tactvol en krachtig presidium, de ouderling (ook dit komt voor) wegens zijn stichtelijk gebed. De categorie van mensen die voor bewondering toeganke lijk zijn, is vanouds zeer proof. Daarom is er ook veel vleierij in de wereld, die er voor zorgt dat de bewondering ook daar betoond wordt waar ze niet op haar plaats is. Potentaten en despoten leven in een stiklucht van vleierij, die uit vrees, nijd, of zelfs uit verachting kan ont staan. Bewondering in kleine doses genoten is et in grote hoeveel heden een ver slaving, mateloos en langdurig on dergaan verder felijk. J7R zijn ook men sen die graag beklaagd worden. Ik geloof dat men (daarbij twee cate- tonicum, Bewonderd beklaagd to- derscheiden. Er is een categorie waarvan het lijden door dc fantasie overdreven wordt of zelfs vrijwel geheel ingebeeld is. Er is ook een groep die werkelijk lijdt, om gemakke lijk nawijsbare oorzaken, maar waarvan het lijden in wezen hierom draait dat zij het zijn, die zö lijden moeten. Zij lijden eigenlijk meer aan hun eigen liefde dan aan de tegenspoed, die hun deel is. Deze tegenspoed i» doorgaans van niet al te grote nropurties, want het waarlijk grote leed slaat ons arme. iljdele mensen zo, dat we er stil van worden. De andere mensen vallen dan weg en we staan oog in oog met God, die ons sloeg Het Kan ook zijn, dat men het ibeklaagd worden als pijnlijk, ja bijna als beledigend ondervindt. Dit geldt voor vele lichamelijk gebrekkigen en invaliden, die zich tot levenstaak hebben ge steld hun kruis met opgewekt heid te dragen en die zich door beklag gedegradeerd voelen. fyJAAR in de derde plaats is er een categorie mensen, die zowel bewonderd als be klaagd willen zijn en dat soms zelfs gelijktijdig. Deze mensen zien zichzelf als een soort tra gische held, optornend tegen een onredelijk lot. Zij hebben het egocentrische en wekelijke van de graag beklaagde, maar tevens willen zij om hun flinkheid be wonderd worden. Die flinkheid ligt welteverstaan niet op het gebied van het dragen van leed. anders zouden zij alle beklag als degraderend afwijzen. Nee, de terreinen van bewondering en van beklag liggen geheel uit elkaar. Er is een dualisme in deze mensen; activi teit en passivi teit liggen vrij wel gescheiden. Wat zij willen is de broeikasat mosfeer, met de tropische warm te van bewonde ring en de vochtigheid van het beklagen. In de verwenning en vertroeteling vinden deze men sen de synthese van wat zij van hun medemensen verlangen. TO schieten wij in alle rich tingen langs de werkelijke naastenliefde heen. Want deze is het, die aan de bewondering en het medelijden de juiste maat en plaats moet geven. In haar hebben we de controle- instantie, die karakterbederf weert, of tot genezing daarvan kan bijdragen. Alles gaat ten slotte op religieuze grond gedachten terug. Er is niets monumentalers dan Christus' samenvatting van de Wet. C. R. namentitve. kracht. sterkere vormgeving. Door de aard van de vaak toegepaste ma terialen (plastics en andere kunst stoffen) bestaat echter wear het bezwaar, dat er vele sieraden zijn welke modieus aandoen en daar om vrij snel afgedaan zullen heb- Waar echter vormgeving en toe gepast materiaal tot een eenheid zijn te brengen, wat meer het ge val is in exclusiviteiten, vinden we het meer stijlvolle artikel, dat het ongetwijfeld langer zal uithouden. Dit trof mij vooral in de collec tie, welke de Gebr. Meyer te Gou da ontwierpen en in eigen atelier vervaardigden. Hier is het expe riment niet geschuwd, doch mis schien juist door het expe riment getuigen -zij uitgegroeid te zijn boven het tiidsverschijnsel en zich van het doel van een sieraad bewust te zijn geworden. Deze sieraden, uitgevoerd, zowel in edele als onedele metalen, wor den naar ontwerp en eigenhandig gemaakt model van de heren Mey er Sr. en Jr. stuk voor stuk uit de hand vervaardigd. Hierdoor I zien we steeds in alle naar het zelfde model gemaakte artikelen een zeer eigen zeggingskracht. In de hierbij afgebeelde collier hanger, welke is uitgevoerd in al paca. vertonen de draadvormpjes met het vlak wel een opmerkelijk goede compositie. Ook de patiné is hier steeds opvallend en geeft een mooie reliëfwerking. ARIE VERMEER. Bij de uitgeverij J. N. Voor hoeve te 's-Gravenhage zijn weer twee romans verschenen welke het duidelijke kenmerk dragen van de strekkingsro man. Er is een tijd geweest, dat de christelijke strekkingsro man, met name de bekerings roman, in een zeer kwade reuk stond, en niet zonder reden. Het „overdaad schaadt" geldt immers wel in het bijzonder het verhaal waarin de christe lijkheid de onbeholpen schrijf trant moet dekken. Wat dat betreft ls er na 1945 wel enige vooruitgang te bespeu ren, hoewel de redacteur van het evangelisatieblad De Open Deur «een blad dat op zeer hoog peil staat) steen en been klaagt dat het ons aan auteurs ontbreekt die over het vermogen beschikken een goede litterair verantwoorde strekkingsroman te schrijven. Zuster S. P. Winter, die in haar lange dienstperiode als verpleeg ster veel van h°t leven heeft ge zien, heeft in „Moeder, waar ben je?" een eenvoudig, voor ieder te begrijpen verhaal geschreven over een jonge ongehuwde moeder, die afstand doet van haar kindje. En hoewel men al lezende bemerkt, dat de schrijfster het niet kan goedkeuren, dat moeder en kind op deze wijze van elkaar worden gescheiden, is de schrijfster niet in de fout vervallen haar me ning aan de lezer op te dringen Zij laat door het verhaal zien. wat de konsekwenties van deze daad zijn. Nu het vraagstuk van de adoptie weer zo urgent is. zal dit eenvoudig vertelde verhaal zeker vele lezeressen boeien, al is de dialoog hier en daar gekunsteld. Hoofdzaak is, dat deze roman, welke geen enkele litteraire pre tentie heeft, de indruk maakt van een levenswaar verhaal. En daar gaat het hier tenslotte nm. Wij nemen bij dit genre de litteraire gebreken op de koop toe, temeer als men bemerkt, dat het boek is geschreven uit de bewogendheid der christelijke liefde. Ook W. Laatsman, die een ge boren verteller is, heeft Beenkluiver" weer een geschreven, dat duizenden lezers, die van literatuur geen weet heb ben weer veel voldoening zal schenken. Het is een verhaal van de zelfkant van het leven. Als wij een boek als dit vergelijken met soortgelijke christelijke ver halen van een halve eeuw gele den, dan bemerken we dat er heel wat veranderd is. Viel er vroe ger in dergelijke bekeringsver halen een niet te ontkennen cle ment van hypocrise te misprijzen, thans worden de zonden in sloppen en stegen bedreven on verhuld bij de naam genoemd. Deze auteur beschikt ook over een zekere dosis volkshumor, wat zijn dialogen ten goede komt. al kan hij het niet laten zijn sujet ten menig goed bedoeld woord van Laatsman te laten spreken. Dit boek laat ons bovendien iets zien van het werk van een wijk zuster en een wijkpredikant iri 'n buurt van ..rare scharrelaars" en lichte meisjes. Met name de hoofdfiguur is duidelijk en aan nemelijk geportretteerd. r.j.R. Rome-prijsvraag werd geweigerd. ..In deze richting mag je niet ver der werken", werd aan Sluyters gezegd. Hij werkt wel verder, bouwt op zijn beurt die „rich ting" weer uit en baande een weg naar het expressionisme. Eerst het lichte coloriet (welk een gaaf lichtend werk was niet zijn „Trio Fleuri" uit 1886). toen ais vanzelf het gematigde cubisme (in een prachtig naakt te zien) en ten slotte het volledige cubisme. Door Piet Mondriaan zou dit tot in al zijn consequenties worden doorge voerd. Een Thorn Prikker ontwikkelt zich van een somber-gestemd im- het licht, het beweeglijke, trillen de licht. Hij wordt de sc.mlder van licht en kleur, hij wordt de schil- der van het luminisme. Hier heb ik dus al twee richtingen genoemd cubisme en luminisme. Die beide richtingen vormen tezamen het ene facet van deze tentoonstelling. Laat u zich door die termen niet te veel afschrikken, want dé Ned. cubfSteb behielden in hun geome trische vlakken toch altiid nog de averkelijkheid. de natuurlijke vorm bleef, Ln de Ned lummis-cn, van wie waarschijnlijk Hart Nibbrig de grootste vertegenwoordiger was, gingen om het volle buitenlicht zo beweeglijk mogelijk op het doek te brengen, pointilleren, d.w. z. gingen de kleur stippelgewijs aanbrengen. Dat gaf hun werk een echt Hollandse zuiverheid, een bijzondere frisheid ook. In het Haagse Gemeentemuseum dat nog maar erg kort geleden de grootse tentoonstelling der Etruskische kunst afsloot, zien we nu die ,,bent"-genoten bij elkaar, zien we hun samenhang en in hun verscheidenheid ook hun een heid. Een periode die nog niet eens zo ver achter ons ligt. schijnt plotseling heel ver weg te zijn. Omdat de tijd zo snel gaat en we geen rust meer hebban voor bezinning. Voor 11 December moet terugzien op deze exposi tie. Corn. Basoskl. Op aantrekkelijke voorwaarden Kopen op afbetaling? Dat ligt de doorsnee Nederlander niet erg. Wel het sparen en daarna, met gerechtvaardigde voldoening, con tant betalen. Dit in tegenstelling met de ge middelde Amerikaan, voor wie het kopen op afbetaling de ge woonste zaak van de wereld is. Knappe economen beweren zelfs, dat Amerika er zijn grote wel vaart voor een deel aan te dan ken heeft. In deze kolommen zul len wij het wel en wee van dit thans ook in ons land actueel ge- worden sociale vraagstuk niet gaan behandelen. Maar omdat het boek. de roman, vaak een spiegel van het leven is, verbaast het ons nauwelijks, dat een onzer roman cières dit netelige onderwerp eens heeft aangepakt. Want het is toch zo. dat ondanks de blijvende wo ningnood dagelijks tientallen ge zinnen eindelijk de beschikking krijgen over een ruimere, vaak gloednieuwe woning Dan kijken de buren naar wat er uit de ver huiswagen wordt uitgeladen. Denk laar niet te min over in een land als het onze. Menig gezin met een een ge- I ovensens behoorlijk inkomen be- in De zw'jkt voor de verleiding om dat verhaal nieuwe huis nu maar tegelijk vernaai Qp aantrekkelijke voorwaarden" te meubileren. Dat het sterke benen moeten zijn die deze weelde kunnen dra gen. wordt on- in het verhaal van Jo van DorpYpma wel duidelijk gemaakt. Er wordt in die nieuwe huizenblokken die men overal aan de rand van onze grote en kleine- verrijzen heel wat leed geleder door zich aan zo'n contractje hebben /ertild. Hc' is alleen maar jammer dat Je schrijfster het zich al te ge- makkeliik heeft gemaakt Haar (tof was ruimschoots voldoende voo- een novelle Maar omdat het •en roman moest worden heeft zij het verhaal moeten opvullen met vele. zich eindeloos repeterende dialoogjes, die al sooedig gaan ir- •iteren, alle goede 'bedoelingen van de schrijfster ten spijt. Jam mer. want zij kan véél beter! P J.R. (Van onze Parijse corespondent) DE Gereformeerde kerk te Parijs bestaat vier honderd jaren. Zaterdag en Zondag hebben Lutheranen en Gerefor meerden van de Franse hoofdstad dit vierde eeuwfeest op passende wijze herdacht. In 1555 werd te Parijs de eerste Gereformeerde kerkgemeenschap gesticht, hoewel er niette min al sedert dertig jaren evangelische groeperingen beston den en de Lutherse beginselen al enige jaren lang door ge wezen monniken en leken werden gepredikt. De eerste herder van de Eglise Réforinée de Paris werd Jean le Magon (Jan de Metselaar) ook wel genoemd La Rivière. Er werd een consistorie gesticht bestaande uit ouderling en diaken „opdat het geheel zo veel mogelijk zou gelijken op de Kerk in de tijd der Apostelen", aldus Theodore de Bèze. De leden van de Gerefor- mers, Clement Marot, de dich- meerde kerk troffen elkaar in ter, die de psalmen in het het huis van een edelman vlak Frans vertaalde en Marguérite bij de Sorbonne op de Pré-aux- d'Angoulême, de zuster van de Clercs. De eerste honderden le- Franse koning Frangois I den stamden voornamelijk uit de kringen der studenten, drukkers en geleerden uit de vele Parijse kloosters. Betrek kelijk gering bleef gedurende de eerste jaren het percentage gereformeerden, komende uit de kring der ambachtslieden. Het fraaie gedenkboek, in opdracht van de Eglise Réfor- mée de France uitgegeven door de „Société centrale d'é- vangélisation", bevat talrijke fraaie gravures. We zien de grote hervor- ving deze grote vrouw, tevens dichteres van mystieke wer ken, onder andere Calvijn en Marot. Indien men naar de fraaie gravure van de église des Maturins kijkt beginnen de eeuwen weer te herleven. Rec tor Cop sprak in deze kerk, bij het begin van het nieuwe uni versitaire studiejaar in 1533 een preek uitgeschreven door Calvijn, waarmee de rector groot opzien baarde. Vele an dere afbeeldingen illustreren de blijde geboorte van de re formatie in de Franse hoofd stad en de verbindende teksten, vrijwel uitsluitend citaten van Clément Marot, Marguérite d'Angoulême en Théodore de Bèze helpen zeker mee om van dit gedenkboek een werk van historische betekenis te maken. Een aanbevelenswaardige methode op de belijdeniscateehisatie "piE prediking is de bron ter verbreiding van Evangelie en de eerste ruimte voor de persoon! het persoonlijke ontmoeting met God. waarbij we wel in 't oog willen houden dat die prediking niet alleen in de kerkdienst, maar bv. ook op catechisatie en huisbezoek geschiedt. Het bijbellezen is in zekere zin secundair t.o.v. deze verkondiging, zo schrijft ds. J. Hoogenkamp, Herv. predikant te Leeuwarden in „Woord en Dienst". Eén op tien Engelsen Zondags naar de kerk Zondags gaan in Engeland ongeveer vijf millioen mensen ter kerke heeft men door een steekproef op Zondag 16 Octo ber kunnen vaststellen. Dat is op een bevolking van vijftig Wij moeten wel weten wat we zit het element van het gesprek millioen zielen een percentage doen met het. vaak willekeurig, en de verkondiging al in. De leer- vati tien. Het aantal rooms- ®,ev®n,en verspreiden van bijbels, school van het werkelijk gesprek katholieken in Engeland be- ,kh.eb de 'ndruk dat we dat met de ander is echter veel doel- draagt vijf millioen. Daarenbo- „inW'Ji" Jet «inS'tï1 tre»ender'" het samen-luisteren ren ziin er noa tien millioen van..een b,lbcl «bij huwehjksbe- naar de bijbel, in het over-en- ten zijn er nog tien muiioen vestigingen b.v met de aanspo- weer rekenschap geven en door- Engelsen. die banden onderkou- ring er toch vooral dagelijks ge- geven van de ontvangen Bood- den met een of ander godsdien- bruik van te maken, is maar al schap ligt de grote kans om el- stig genootschap en vijf millioen te vaak een slag in de lucht. Zijn kaar werkelijk te leiden tot het die zich interesseren voor het de ontvangers in staat met enige persoonlijk gebruik van de bijbel. luisUreu naar godsdienstige vrucht d,e bijbel Ie «ebraiken? De h,„(, h,„ Uitzendingen vid de radio. Dit !ls'voor fc, helen»,„e. r>„ H. betekent, da derng milltoen persoon]ijk v„„ de bijbel. Engelsen volkomen buiten de Een dagboek of andere lei s/eer van enige godsdienst leven, draad kan enigszins helpen. Daar belangrijke taak. Op de gewone catechisatie helpt hij vooral tot het rechte gezamenlijk lezen en ■MBB de -Schrift, KATHEDRAAL AIET VIJF TORENS vireft de bouwkundigen Scandinavië. In hui t Doornik bekend eigen woonplaats >nt van bouwkunst: een kathedraal met deels gotisch, tot de dag van vandaag i voor de Belgische stad. De belijdeniscateehisatie Is de aangewezen plaats nm le bren gen tot persoonlijk gebruik. Daarna immers staan de ca techisanten als volwassen en mondige leden ln de gemeente en in de wereld. Zijn ze werke lijk mondig en volwassen zonder dat zij zich dit zelf-bljbellezen hebben eigen gemaakt? Ds. Hoogenkamp beveelt de volgende methode aan: Op de wekelijkse belijdenisca teehisatie wordt een afspraak ge maakt over het (korte) bijbelge deelte, dat ieder van ons op elke dag van de komende week voor zichzelf zal lezen. De catechisan ten noteren deze gedeelten op de linkerbladzijde van een cahier, op elke bladzijde niet meer dan drie. Op de linkerkant van het schrift schrijven zij n.l. thuis da gelijks bij elke perikoop hun vra gen op over de betekenis of de uitleg van dit bijbelgedeelte of een onderdeel ervan. Op de rech terbladzijde moeten zij proberen onder woorden te brengen wat dit gedeelte hun zegt, wat ze er aan hebben. Op de catechisatie komen de bijbels en de cahiers op tafel en in een minimum van tijd ls het gesprek los. mL. Het is bijna nooit mogelijk alle Ëj^jJ gelezen perikopen grondig te be- spreken. Vaak blijven vragen HflBM liggen, maar in een volgend ver- Swüi band zijn die gewoonlijk wel «weer op te vangen. De keus van de perikopen voor dagelijkse Schriftlezing is na- st&ag£ tuurlijk een heel Verantwoorde- h -.;.J lijk werk. De catecheet heeft hierbij een grote vrijheid, maar zal in ieder geval weloverwogen zijn keus moeten maken. Ds. Van Leeuwen: Waarom geen studenten- pastorie TT'AT is de geestelijke zorg men een „studentenpastorie" voor studenten moeilijk heeft. Een huis, of een aantal werk. Tot deze conclusie kwa- kamers, om catechisaties en men wij na het lezen van het kringen te houden met een eerste jaarverslag van'de Her- lees- en studiekamer. vormde studentenpredikant in Voor wie dit werk financieel lijdeniscntechisatie. En het ligt de hoofdstad, ds. G. van Leeu- wil steunen geven we het gi- voo5.1fi.e hand om de stof van de wen, oud-jeugdpredikant in ronummer van ds. Van Leeu- P",^g Den Haag. Hi, schrijft o m. wen: 312.396. Adres: Jan van '/eiJ^G^prTrk dat het niet meevalt de stu- Eyckstraat 14 boven, Amster- üjkertUd verlost uit haar stu denten op hun kamers te be- dam-Z. deerkamer-isolement. zoeken. Meestal vindt men Het is mogelijk deze keus zo te doen, dat de te lezen bijbelge deelten tezamen een wandeling vormen door héél de bijbel. Het is duidelijk, dat deze me thode van helpen niet aan de belijdeniscateehisatie is gebon den. Het blijkt, dat er in en buiten de gemeente, bij kerk gangera en geïnteresseerden die niet kerkelijk meeleven, dikwijls een grote behoefte Is aan hulp bij het lezen en verstaan van dc bijbel. Het is mogelijk om op cursus sen en huissamenkomsten, door ouderlingen en anderen geleid, wekelijksdezelfde bijbelgedeel- te bespreken als op de be- hen niet thuis en in vele ge vallen kunnen ze moeilijk ont vangen. Thans gaan er 's Maandags enige kaarten uit, waarin een bezoek wordt aangekondigd. Slechts zelden wordt een be zoek afgewimpeld en dat terwijl ae adressen vrij wille keurig worden genomen, ver telt ds. Van Leeuwen, die ech ter van "oordeel is dat over het algemeen de gesprekken op de studeerkamer vrucht baarder zijn, omdat er dan meestal een aanleiding tot ge sprek is. Ruim 200 studenten volgden regelmatig een cate chisatie of kring. Het contact met de stedelij ke universiteit is het sterkst, hoewel verscheidene van de 300 aan de V.U. studerende Hervormde studenten in het Hervormde studentenwerk meedoen. Een handicap is het gemis aan een eigen centrum, zoals bijv. in Groningen, waar ie kerkelijk geörienleerd? DE (chr.-gerel.) prof. J. J. v. d. Schuil verzucht in „De Wekker": Wanneer de V. U. werkelijk een vrije universiteit zal zyn, moet ook een plaats kunnen gegeven worden aan al die kerken, die uit een positief Schriftuurlijk beginsel leven. Misschien daagt nog eens die dag, als haar eeuwfeest mag gevierd. Thans is het toch zó, dat alleen de Gereformeerde Kerken een invloeds sfeer kunnen doen gelden betreffende de theologische faculteit. In dit verhand citeert prof. Van der Schuit prof. dr. Grosheide, die in „Belijden en Brieven" schreef over het nauwe verband tussen de Geref. Kerken en de V. U. Alle theologische hoogleraren der V. U. moeten nl. belijdend lid zyu van de Geref. Kerken. Zy zyn allen predikant geweest en houden hun rechten als zodanig. „Hoeveel goeds en schoons ik zie in de Vrye Universiteit", zo voegt prof. Van der Schuit er aan toe, „zy is my in haar theologische faculteit toch wat al te „kerkelyk" Gereformeerd, wat nog iets anders zegt, dan confessioneel gereformeerd. Er is in de loop van 75 jaar al zoveel gewijzigd in de opzet der Vrye Universiteit, dat wie weet ook dit punt nog wel een» aan de orde kan worden gesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 13