„Grenswijziging niet noodzakelijk of urgent Moeilijkheden kunnen langs andere weg worden opgelost Leidse zaak toch wel erg slecht te verdedigen NIEUWE LEIDSCHE COURANT DONDERDAG 27 OCTOBER 19S RAAD VAN OEGSTGEEST EENSTEMMIG ii Verzoek aan G.S. om van voorstel aan H.M de Koningin af te zien ALLE AANWEZIGE LEDEN VAN DE GEMEENTERAAD van Oegstgees'. hebben gisteravond in verschalende toonaarden het voorstel van Ged. Staten van Zuid-Holland om gedeelten van Oegstgeest bij Leiden en Rijnsburg te voegen van de hand gewezen, omdat in de weg van overleg alke bereikt kan worden wat noóag en wenselijk is. Van ver schillende zijden werden de Leidse en Rijnsburgse argumenten ais niets zeggend en onzakelijk gekwalificeerd, slechts voortgesproten uit afgunst en hebzucht, die niet alleen bij de inwoners van Oegstgeest, maar ook bij vele objectieve waarnemers buiten deze gemeente verbittering heb ben gewekt. Achtereenvolgens hebben het woord gevoerd mevrouw Smits# de heer Oosterom, de heer Van der Voort, mr Vaien.goed. mevr. Kramers, de heer Van Nieuwkoop, de heer Veen, de heer Van de Hulst, de heer Van Weizen. de heer Van Kerkhoi, de heer Blar.sjaar. mr Slin- genberg en de burgemeester. Mevrouw P. H. Smits-Witvliet (V.V.D.) begon haar langdurige betoog met de mededeling, dat ze zich volkomen achter het prae-advles van B. en W •telde. En eveneen« kon ze het eens zijn met het ontwerp-raadsbesluit. Toen de raad van Lelden uitsprak het te betreu ren. dat Ged. Staten niet de volledige op heffing van Oegstgeest hadden voorge steld. bleken de ware bedoelingen van Leiden, namelijk de annexatie van de hele gemeente. Het achrijven van Ged Staten gaf ons een gevoel van ernstige teleurstelling, zo ging mevrouw Smits-Witvliet voort. Het gaf de onaangename gewaarwording, dat Oegstgeest het van Rijnsburg en Leiden reeds verloren had. Ged. Staten toonden meer begrip voor het streven van Leldeh om een grote stad te worden dan voor dat van Oegstgeest om een krachtige ge meente te blijven. Zij achtte het nodig, naar een andere oplossing te soeken om de aanwas der bevolking op te vangen. Voor die uitspraak voerde ze de volgende gronden aan. 1. Het tiende gebod zegt: Gij zult uw zinnen niet zetten op uws naasten huls. noch op zijn akker, noch op iets. dat naasten is. Dit gebod is door de eet heen met voeten getreden door bestuur ders en staatslieden. De zedelijke waarden van het Christendom moeten ook de gedragingen van democratische bestu- 2. De wet gemeenschappelijke regelin gen Is hier niet toegepast. Oegstgeest wilde graag samenwerken, maar Leiden weigerde. En met welke voorstellen Rijnsburg binnen het kader van die wet bij het gemeentebestuur van Oegstgeest gekomen? 3. Er behoort meer eerbied te worden getoond voor wat historisch groeide. Vele gemeenten bestaan uit verschillende dorpskernen en kleine buurten, die reeds sinds de Middeleeuwen bij elkaar horen. Dat geldt zeker voor Oegstgeest. 4. Bestuurstechnlsch kunnen er ook be zwaren worden aangevoerd. In de drang naar vergroting van de gemeente Lelden zit een behoorlijke portie machtswellust. Hoe groter de stad. des te omvangrijker het ambtelijke apparaat. In de kleine ge meenten is er meer persoonlijk contact. 3. In de grote steden wordt de afstand van bestuurder tot kiezer groter. Voor de bewoners van de Mors en het grensgebied bij Rijnsburg lijkt het ml) zeer pimlijk van actieve medebouwers van Oegst geest (met wethouders en raadsleden uit hun midden» plotseling burgers van stad te worden. 6. Ook op kerkelijke gronden r mevrouw Smits-Wltvllet de annexatie af wijzen. Leiden annexeerde al in 189* en 1019 delen van Oegstgeest De kerken staan •venwel in Oegstgeest en de grenzen van de kerkelijke Gemeenten vindt men bij de spoorbaan, de Posthof en de Brase merstraat. Niet ledereen ls geschikt om gemasslfi- ceerd te worden en zich te onderwerpen aan het proces van geestelijke nivellering, dat de steeds groter u ordende stedelijke samenleving kenmerkt en waarin de mens vereenzaamt Sommige wijken an Lelden zien er uit. alsof de zeewind e op één hoogte heeft afgeschoren. Spreekster iel verder nog. dat de tuinders, kwekers en landbouwers in het Morskwartler door een Oegstgees- ter Kcmcrntebestmir zeker met beleid zullen worden behandeld, dat het een algemeen belang Is. de tuinderijen *o lang mogelUk in stand te houden, dat het Morskwartier beter een wijk kan lelfde i als Oegstgeest. En Endegeest" en ..Voorgeest" hebben historiseh en be stuursrechtelijk altijd b(j Oegstgeest behoord, al vallen se eivlel-rerhtel|jk dan nn ook onder Lelden. Tenslotte bracht mevrouw Smits-Wlt vllet een aantal argumenten te berde tegen wat B. en W. van Lelden hadden geschreven over het aangewezen zijn van Oegstgeest op Lelden voor wat het on derwijs en culturele manifestaties be treft. Onjuiste voorstelling De heer C. Oosterom (Prot Chr.) zei grenswijzigingen en samenvoeging van gemeenten alleen dan .verantwoord te achten, wanneer dat hoogst noodzake lijk Ls. Maar in het onderhavige geval vond hij, dat men macht voor recht doet gelden. Afgezien van het feit. dat hij Oegstgeest even fcoed als Leiden ln 6taat achtte om de tc annexeren gebieden tot ontwikkeling te brengen, wilde ook hij er op wijzen, dat Oegstgeest steeds tot onderhandelingen en overleg ls bereid geweest. Met alle kracht dient Oegst geest zich tegen de aanslag op aiji grondgebied te verzetten, zo ging hij ver der. Wat Endegeest en Voorgeest betreft, zei de heer Oosterom. geeft Leiden een komen onjuiste om geen sterker woord te gebruiken voorstelling zaken, als het zegt, dat wij niet voldoen de zorg voor die stichtingen tonen vraag mij af, of onae voorzieningen ten aanzien van straten, verlichting en lering dan niets betekenen. Imperialisme Enkele algemene opmerkingen over het prae-advles maakte de heer V. d. V o (KNP). Annexatie kan nooit berusten op toevallige of sentimentallteitsgronden, al dus de heer V. d. Voort. Het is een prin cipiële kwestie. Toch zitten ln de annexa- De raad van Oegstgeest. Zit tend v.l.n.r. wethouder J. den Ouden, burgemeester mr H. L. du Boeuff, gemeentesecretaris Jac. de Visser en wethouder dr K. Simon Thomas. Staand v.l. n.r. mr J. H. Valentgoed, Nic. van Weizen, G. Blansjaar, C. Oosterom, P. van Nieuwkoop (allen Prot.-Chr.), mevrouw G. A. Kramers-de Vlaming Pleysier (P.v.dA.). P H. M. S. v. d. Voort (K.N.P.), mevrouw P. H. Smits-Witvliet (V.V.D.) K. Veen (P.v.dA.), H. A. AI. van Kerkhoff (K.V.P.), P. v. d. Hulst (K.V.P.) en mr M. A. V. Slingenberg (V.V.D.). Mr J. G. Bergmeijer (K.V.P.) was we gens ziekte niet aanwezig. Foto N. van der Horst tievoorstellen minder steekhoudende ar gumenten. De annexatie zou ondemo cratisch zijn, omdat, de bevolking van de betrokken gebieden zich unaniem tef*?n afscheiding van Oegstgeest heeft ge kant. Dat is de realiteit en daaraan ver anderen de wensdromen van de kennelijk ..imperialistisch" denkende Leidenaren en Rijnsburgers niets. Vergaande centralisatie, als annexatie, ligt allerminst in de lijn der ontwikkeling zei deze spreker. Dat Oegstgeestenaren naar Leiden moeten voor cultureel en typisch „stedelijk" amusement, accentu eert het verschil tussen Leiden en Oegst geest en kan allerminst als argument voor de inlijving worden gebruikt. Het feit dat de meeste Amsterdammers bin nen de grenzen van Purmerend gaan vis sen. heeft voorzover ik weet, nooit een zinnig Inwoner van die plaats geïnspi reerd tot het Indienen van een plan om Amsterdam te Uit de tijd Levende in het Jaar 1955 komt het mij oor, dat wij het tijdperk van veroverln- en op onze naburen zijn ontgroeid, al- Wijsheid voor Jongeleen Mr Bergmeijer (K.V.P.) was door een hem drie weken ge leden overkomen verkeerson geluk, niet in staat, de ver gadering bij te wonen. De burgemeester las echter een dichterlijke ontboezeming van hem voor. die ook betrekking had op de voorgestelde grens wijziging, waarin hij de hou ding van het gemeentebestuur van Leiden en met name van wethouder Jongeleen hekelde. Het vers besloot met de ge dachte, dat Den Ouden (wet houder van Oegstgeest) nog wel iets aan Jong (Jongeleen) zou kunnen LENEN (te weten: zijn wijsheid). dus mevrouw Kramers (Arbeid) haar toespraak. Waar dit streven ir ternationaal verband, ook juist in deze week, weer zo sterk op de voorgrond treedt, lijkt het ons volkomen uit de tijd, dat nabuurgemeenten slechts tot oplos sing van moeilijkheden zouden kunnen komen door van een andere gemeente grondgebied af te halen. Dit is een in-grijpende maatregel, het karakter van de aangetaste gemeente dermate verminkt dat haar verdere be staansmogelijkheden hierdoor ten zeer ste worden bedreigd. Het afkappen var de beide, grotendeels agrarische gebie den van Oegstgeest kan als een derge lijke maatregel worden bestempeld. De wil tot ernstige samenwerking tus sen de betrokken gemeenten is naar dt mening van mevrouw Kramers daarom dringend nodig. Zij tekende een krachtig protest aan tegen de voorgenomen plan- Samenwerking Voor het door burgemeester en houders uitgebrachte prae-advies betref fende de voorgestelde grenswijziging wil ik mijn dank en waardering uitspreken, zo begon de heer P. vanNieuwkc (ProL-Chr.) zijn rede. Er worden argumenten in naar voren gebracht tot de conclusie te komen, dat de grens wijziging niet noodzakelijk is. Waarom wordt niet gesproken van nexatie. wanneer wordt voorgesteld, dat ruim 31 procent van het grondgebied bijna 12 procent van de bewoners een gemeente zullen worden afgenomen? Omdat annexatie niet meer past in dei tijd. Het woord alleen al wekt afweer o Geen annexatie of grenswijziging mai samenwerking, zeide heer Van Nieuv koop. Het doel van de aangrenzende g< meente kan langs de weg van gemeer schappelijke regeling zeker worden be reikt. Spr. ging vervolgens in op enkele wensen van Leiden. Zo de wens. dat Leiden geheel Oegstgeest wil annexeren. Enerzijds omdat Oegstgeest iets heeft wat Leiden mist, anderzijds omdat Leiden bieden kan wat Oegstgeest nog zou mis- en. Dit zal tussen steden en aangren- ende gemeenten altijd wel zo zijn. Het s ook niet erg. als het verlangen van een stad naar gebiedsuitbreiding maar niet tgroeit tot een begeerte, die in conflict kan komen met het gebod ..Gij zult niet begeren". Negatie van dit gebod heeft tussen landen en volken al heel wat on heil gebracht. Endegeest Een meer bescheiden wens van Lel den is inlijving van Endegeest en Voorgeest. In het prae-advies van B. en van Oegstgeest wordt dit punt niet aangeroerd, omdat het ver- Weer alleen zich richt tegen het voor stel van Ged. Staten. Toch leek het spr. gewenst, op te merken, dat de wegen naar en om Endegeest goed be gaanbaar en verlicht zijn. dat de rei nigingsdienst van Oegstgeest ook de stichtingen omvat en dat nok de In aanbouw zijnde rioolzuiveringsinstal latie belangrijk groter en duurder 1» Burgemeester Du Boeuff Arbeiderswoningbouw in Oegstgeest géén „vergeten hoofdstuk" Burgemeester Du Boeuff besloot de vergadering met nog eens een overzicht te geven van alle grieven, die Oegstgeest ten opzichte van Leiden en Rijnsburg heeft ln verband met de grenswijzigings plannen. waarvan Oegstgeest de dupe moet worden. De burgemeester wee enkele blijken van instemming, die het gemeentebestuur, ook uit Leiden, haddi bereikt. De nimmer aflatende bedrejglng. de afgunst en de hebzucht van L< hadden algemene verbittering gewekt. Rijnsburg De noodzaak voor de Rijnsburgse an nexatieplannen had spreekster ook na ernstige bestudering niet kunnen inzien. Het enige motief naar haar mening was. dat het aangenaam is. de gemeente te ver groten. Bovendien, voor wie moet Rijns burg woningen bouwen, als men weet. dat de laatste tijd reeds 200 gezinnen uit deze gemeente zijn geemigreerd wegens gebrek aan cultuurgrond voor een zelf standig bestaan? Het ls voor Leiden niet noodzakelijk, dat het de gronden bij de Mors en de Slaagh krijgt. Heeft Leiden ln het verleden getoond attractieve woon wijken te kunnen bouwen? Is Lelden er Besluit tot verzoek aan G.S. Niemand van de dames en heren raadsleden had er gisteravond behoefte aan, in tweede instantie het woord te voeren. Tenslotte werd het volgende besloten: „De raad der gemeente Oegstgeest, gelezen het voorstel van B. en W. d.d. 11 October 1955 en gehoord het verhandelde in de open bare vergadering van 26 October 1955, spreekt, na uitvoerige bestudering en overweging van alle fa cetten, aan h'et probleem van de door Ged. Staten van Zir.d-Holland voorgenomen grenswijziging tussen de gemeenten Leider., Oestgeest en Rijnsburg verbonden, als zijn mening uit, dat deze grenswijziging in genen dele noodzakelijk of urgent is te achten; meent dat grenswijziging zeker in het zich snel ontwikkelende Westen van ons land. als een verouderd begrip is te a?hten, daar langs andere weg de moeilijkheden tussen gemeenten opgelost kun nen worden; verzoekt het college van Ged. Staten van Zuid-Holland met grote nadruk af te zien van het voornemen, tot Hare Majesteit de Koningin een verzoek te richten, strekkende tot wijziging van de grenzen der gemeente Oegstgeest". niet alleen bij de inwoners van Oegstgee: maar ook bij vele objectieve waarneme Ons college en de raad. zei de burge meester, hebben zich in het prae-advies bepaald tot een zakelijke bestrijding de grenswijzigingsargumenten, door G.S. naar voren gebracht. Zodoende is ove veel verder gaande Leidse aspiraties tuurlijk niets gezegd, omdat die aspiraties namelijk niet aan de orde zijn. Maar Leiden de verkeerde weg toch betreden heeft, wordt Oegstgeest wel gedwongen daar te volgen om de door niets gerecht vaardigde aanval op zijn grondgebied af te weren. Als men onbenulli«neden als een postbestelling en een tramkaartje voor annexaticmotieven gaat houden, dan Is de zaak. die men voorstaat, toch wel erg slecht te verdedigen. Als Leiden de arbeiderswoningbouw in Oegstgeest in heden en verleden een „vergeten hoofdstuk" noemt dit in flagrante strUd met de werkelijkheid i kan Leidse woningbouw een „ontbrekend hoofd«luk" noemen, als wc de recente ontwikkeling beschouwen. Het is onbegrijpelijk, dat een gemeente- estuur kan schrijven, dat Oegstgeest de uitkering per inwoner uit het gemeente fonds opstrijkt voor de bewoners van de inrichtingen Voorgeest en Endegeest, ter- ijl het niet de minste bestuurlijke zorg voor die inrichtingen heeft. Oegstgeest onderhoudt toch straten en legt ze aan en brengt riolering en verlichting aan. Het administratieve apparaat heeft juist extra I werk van deze inrichtingen waar 1 mutaties voorkorin reI d« Leidse l e-argumenten geworden omdat het gebied van de stichtingen daarin moest worden op genomen. Gezien deze bestuurlijke zorg en gelet op naam en historie van de buitenplaats Endegeest (en Poelgeest) mag Endegeest niet ont trokken worden aan het grondgebied van Oegstgeest. Als de eenheid tussen Lelden en Oegst geest kon groeien onder twee verschil lende besturen, dan kan die eenheid zich ook verder ontplooien onder die bestu- zonder dat gebiedsafsiand nodig is, aldus de heer Van Nieuwkoop. Waar het voor Rijnsburg een bezwaar geacht wordt uitbreiding te zoeken aan de noordelijke zijde van het kanaal, kan Oegstgeest binnen tien jaar het zelfde bezwaar opleveren, wanneer de bebouwing en uitbreiding zich voortzetten i het huidige tempo. Geheel accoord De heer Veen (Arb.) merkte slechts op, dat hij geheel accoord gaat met het prae-advies en de woorden van zijn frac. tiegenote. Betere handen Ook de heer V d. Hulst 'KVP) wijd de een korte beschouwing aan de annex- atievoor6tellen van G.S. Hij zei. de belan gen van de bij de grenswijziging betrok ken agrarische groep van de bevolking bij Oegstgeest in betere handen te achten dan bij Leiden. Temeer omdat ter behar- tiging van die belangen enige maanden geleden door de raad van Oeg6tgeest werd ingesteld. Lapmiddelen Dat de meeste argumenten voor an nexatie van te weinig betekenis zijn werd ook betoogd door de heer Van Welien (Prot. Chr.). Het was voor de heer Van Weizen een uitgemaakte zaak. dat hebzucht aan de Leidse wen sen ten grondslag ligt. Spreker wilde uitdrukkelijk vaststellen, dat Oegst geest geenszins een voor Leiden zo begerenswaardig object zou z(Jn, als in Oegstgeest niet Jarenlang zo was gewerkt, dat een aantrekkelijke woon- gemeente is ontstaan die aanmerke lijk meer is dan een wclgesteidcnwijk van Leiden. Deze spreker wees op het goede verenigingsleven in Oegstgeest en op de koopkracht, die van de ge meente uitgaat. De heer Van Weizen had zich verbaasd over het grote aantal woningen, dat Lel den in de toekomst meent nodig te heb ben. Behoudens het normale bevolkings accres zit er in Leiden immers geen groei. Hij was zo vrij van mening te verschillen met G.S., waar het college Leiden één van die middelgrote steden noemde, die de Nederlandse bevolkingsgroei moeten opvangen. Wij mogen er niet aan m werken, zo zei de heer Van Weizen v der onder meer nog. dat zeer nuttige gewaardeerde bevolkingsgroepen prijs gegeven worden. Er wordt door Leiden en Rijnsburg sterk overvraagd. Kostbare land- en tuingronden op te offere het daaraan steeds armer wordende Zuid-Holland, omdat de bouwgrond, die Leiden ter beschikking staat van minder goede kwaliteit is. lijkt mij niet gerecht vaardigd, aldus spr. Voor wat de landbouwgronden over de rijksweg Betreft, zei deze spreker ver der. die moeten recreatieterrein worden, maar ik heb niet de minste verwachting van wat Leiden aan recreatieve voo ningen kan treffen. Er behoeft geen be zwaar tegen te bestaan, dat de grens wijziging tot over 10 h 15 jaar wordt uit gesteld. :n aanzien van Rijnsburg komt het mij dat daar samenwerking gemakkelijk sen gunstig resultaat zou kunnen lei den. omdat de aangevoerde argumenten van zoveel belang zijn, dat ze c losbare problemen opwerpen. Grenscor- es zijn lapmiddelen en dragen hoe genaamd niet bij lot het vinden van eer verantwoorde oplossing voor de schep ping van werk- en woongebieden. Ket gaat er om. dat er hulzen komen En kunnen gerust in Oegstgeest verrU- binnen de huidige grenzen. Erbarmelijk „Wat te zeggen", zo sprak de heer V e r k h o f f van de KVP, „van een stad et zo'n rijke historie en traditie, ilk een wetenschappelijke en culturele faam als Leiden, nu het zich met kin derlijke argeloze opgewondenheid laat oorstaan op zijn aan iedere centrumg neente eigen functie op het gebied va onderwijs, ontspanning en ontwikkeling aanzien van buitengemeenten. Een stad, die zelfs de deelneming van jeugd aan de 3-Octoberfeesten aan' als rechtvaardiging voor zijn „Drang nach dem Norden" Heel dit povere bedrijf, mijnheer de voorzitter, rechtvaardigt een kwalificatie, lie u hier vermoedelijk niet kunt tole reren. Erbarmelijk zijn de Leidse pogm- :en ons gemeentebestuur nalatigheid of falen ln de behartiging van de belangen onze bevolking aan te smeren. Wat mij het pijnlijkst heeft getroffen is. dat het schrijven van Ged. Staten tever geefs heb gezocht naar motieven die hun grond vinden in het algemeen belang". De heer Van Kerkhof wijdde ook ïlge aandacht aan het prae-advles het Rijnsburgse college van B. en W. De lectuur van het prae-advies van B. e Rijnsburg noemde spreker „verba zingwekkend". „Ik bedoel dan niet, in Rijnsburg ..open oren ontvangt", terwijl goed Nederlands is „open orei indt". Ik bedoeJ ook niet, dat men ii Rijnsburgse prae-adviezen ,,in den bred< uitspint", waar goed Nederlands is „in brede uitweidt". Wat mij heeft ver baasd is, dat Rijns-burg, dat toch zo'n i verleden heeft, zo lichtzinnig met de Mr Valentgoed Eigen politiek kenmerkt zich door evenwichtigheid Mr Valentgoed (Prot. Chr.) hield een langdurige rede. Nadat hij ij de inleiding daartoe vroegere pogingen van Leiden om Oegstgeest 1 annexeren aan de kaak had gesteld, noemde hij het kenmerkend voor d huidige annexatieplannen, dat daarin van een centrale gedachte wordt v gegaan. Van de gedachte, dat men tot een harmonisch en evenwichtig gebouwde eenheid moet komen, een eenheid Leiden-Oegstgeest. Maar va- wie is die gedachte uitgegaan?, zo vroeg mr Valentgoed zich af. Van hoge overheid? Eveneens vroeg hij zich af, of het ln overeenstemming ls met de ontwikkeling op het gebied van de stedebouwkunde, dat de snelle toeneming van het zielental wordt opgevangen ln grote stedelijke conglomeraties. Met eerbied gezegd, zo ging spreker voort, G.S. gebruiken hier een volkomen onbewezen, wellicht onhoudbare stelling voor hun voorstel. De kleine gemeenten zijn de ware rustoorden tussen het barnende steedse leven. Als het voorstel van G.S. geheel los >u staan van een plan op hoger niveau, dan moet ik het Initiatief als de behartiging Taak en roepint belang zien. Met algemeen belang heeft Lelden noemt als sterkste argument, zoveel inwoners van Oegstgeest in Leidt hun werkkring hebben. Maar dit 's slechl een schijnbaar sterk argument. Want he gaat hier principieel om de vraag, of mens vrij is om zich te vestigen waar wil, in dit verband in de stad of ln woongemeente. Ten aanzien van de arbè: derswoningen heeft Oegstgeest binnen i Leiden welj beVoegdheidsgrenzen gedaan wat de zuiver eigen .meente knn en het uitbreidingsplan is dat dan niets te maken. Verder in zijn betoog maakte mr Valentgoed de opmer king. dat de gemeente Leiden zo eerlijk Is, te stellen, dat zij zelf geen harmonisch geheel vormt, omdat tengevolge van het ontbreken van daartoe geschikte gronden de meer welgestelde bevolkingsgroep ;n de stad ontbreekt. Leiden zoekt dan de ontbrekende elementen voor het door hem gedachte harmonische geheel bij onze ge meente. waar men stelt, dat Oegstgeest ten eerste op Leiden Is aangewezen en ten tweede met Lelden nauw samenhangt. Mr Valentgoed zei, dat het ondubbel Naïef doet naar sprekers gevoelen de zinnjg vaststaat, dat Leiden de argumentatie van Leiden aan voor wat de annexeren gronden niet nodig heeft. H< Leidse Hout betrof. Leiden weet heel'Siert het Leidse gemeentebestuur niet. di goed. dat het dit P*rk heeft willen be- het zo laatdunkend spreekt stemmen als ontspanningsoord voor dei houding van onze gemeente'tot de bewo arbeidende bevolking, die, althans eerder.ners van het Morskwartier. Met voldoe voor het grootste gedeelte aan de andere jning zei hij te hebben geconstateerd, dl te bewijzen, dat de gemeente hai roeping in deze verstaat Over de wijze van besturen van dc gemeente Leiden acht ik m(J niet be voegd een oordeel te vellen, zei mr Valentgoed. Daarover kan men zo z(jn eigen gedachten hebben. Het past niet op deze plaats aan die gedachten in het openbaar uiting te geven. Intus sen meen Ik, dat onze eigen gemeente politiek gekenmerkt wordt door even wichtigheid. af. of de plaats van het wandelpark wel Juist was gekozen in het belang van de Leidse bevolking en of niet bij de keuze van die plaats de wens van Leiden om de noodzakelijkheid van een grenswijzi ging juist °P de grens van Oegstgeest te demonstreren een voorname rol heeft ge speeld. Misschien is deze opmerking wat ondeugend, maar ik zou zoiets ook nog wel kunnen zeggen met betrekking tol het recreatieplan Kikkerpolder. Over de Leidse opmerkingen t.a.v. heL beide zustergemeenten in deze Oegstgeester winkelapparaat zei mr zaam star en eigenlijk antiquarisch. Valentgoed. dat Leiden een onjuiste in-1 in het slot van zijn rede zei deze spr e terpretatie had gegeven van wat op dit.ker nog: „Het heeft mij bijzonder pijnlijk punt in het E.T.I.-rapport was opgemerkt. I getroffen, dat een geestverwant Daarin werd namelijk gesteld, dat de fractie in de Leidse raad bij de behande de oplossing der moeilijkheden wil berei ken door de instelling van een bovengs meentelijk bestuursorgaan. Spreker nam in zijn rede ook nog d argumenten op, die het gemeentebestuu reeds eerder tegen de annexatieplannel te berde bracht. Er is geen enkel wrij vingspunt, zo zei mr Valentgoed, of het bij minnelijke schikking weg te neme Als daartoe het onderling begrip ma aanwezig is. Maar de houding van i snelle uitbreiding van de gemeente Oegst. t met middenstandswoningen en daar- it de concurrentie van Leiden o.m. relatieve daling van het aantal detail handelaren tengevolge hadden, maar dat daartegenover enige buitenwijken van historie omspringt, dat ln het prae-advies op bladzijde 15 bij herhaling corrigerend worden opgetreden". Ook agrarisch (Prot.-Chr.) De heer Blansja ond, dat het prae-advi- uitmunt dóór zakelijkheid. Het slot -van de brief yan Ged. Staten luidt, dat de bevolkingsgroepen van de Mors en het bij Rijnsburg gelegen gebied van geheel andere aard zijn dan de eigenlijke Oegst geester bevolking en dat het afstaan van gebieden met hun inwoners juist strijden georganiseerd, zowel de groei van Oegstgeest zal bevorderen, kleinsten als voor ouderen. deze zaak zijn steun grcnswijzigingsvoorstel motiveerde met opmerking „Als een zakenman wil uit breiden, kijkt hij automatisch pand van zijn buurman. Met Leiden ls dit niet anders en daarin zit niets onge woons". Deze mentaliteit is onaanvaard baar van de bestuurder van een gemeente Hier is de hoogheid van het gezag OEGSTGEEST Onderlinge wedstrijden van O.G.A.V. Het is deze passage, die de heer Blan- hinderlijk heeft getroffen en de grootst mogelijke weerstand heeft opge roepen. Spr. onderschrijft met kracht, B. en W. daarover hebben geschre- Vooral in de na-oorlogse jaren richt het gemeentebestuur zich er meer en op, alle bevolkingsgroepen te ver- in één Oegstgeester gemeenschap. Oude tegenstellingen beginnen meer te vervagen en zullen spoedig tot het ver leden behoren door de goede zorgen van het gemeentebestuur, Het moge ook daar uit blijken, dat het uitbreidingsplan, dat enkele jaren geleden is aangenomen plaats aan arbeidswoningbouw biedt. De gedachte, dat het gemeentebe stuur niet agrarisch zou kunnen den ken, is voortgekomen uit het brein van mensen, die alléén maar agra risch kunnen denken. De tijd is voor bij, dat men eenzijdig georiënteerd kan zijn. Als het ernst is met die agrarische gedachten. Iaat men dan bedenken, dat de vele hectaren grond, die Rijnsburg wenst te bezitten, tot de beste cultuurgronden behoren in verre omgeving. Enige middagen en avonden heeft di Oegstgeester gymnastiek- en athletiekver eniging voor de leden onderlinge Er Overtuigd Mr Slingerberg (WD) merkte op, dat de leden van de verschillende frac ties. die langer verbonden zijn met grondgebied van Oegstgeest, beter tot delen bevoegd zijn dan hij, die nog niet lang in Oegstgeest woont. Hij war geheel overtuigd door de sprekers er spreeksters en onderschreef het bestuurs beleid van B. en W., zich gaarne scha rend achter het heldere en 'duidelijk* prae-adviea. H1LLEGOM Corso Lente ju welen trekt in 1956 door de streek Meer eerste en tweede prijzen; tractors in wagens opgenomen Evenals vorige jaren heeft het Centraal Comité Bloemencorso Bollen streek een contactavond belegd voor de nabeschouwing bloemencorso 1955 en de ontwerpen voor het corso 1956, Lentejuwelen. Deze contactavond in de grote zaal van Treslong werd geopend door de voorzitter van het comité, de heer C. J. de Vroomen. Na een korte inleiding, waarin hij welkom heette de volledige jury van het corso 1955 en de deelnemers, gaf hij het woord aan jhr. mr. Sandberg van Baelens, burgemeester van Sassenheim. De burgemeester, pas teruggekeerd uit het Saargebied, zeide oa. dat hij in het Saarcebied neutraal moest blijven maar hij op deze avond zijn eigen mening mocht zeggen. Dat deed hij met He woor- i: Het corso moet blijven bestaan" lierna werden een drietal amateur- urenfilms vertoond, over het corso '54 Keukenhof Ook vertoonde men dia's de corso's 1955" en 1948 waaruit wel duidelijk de gemaakte vorderingen naar i kwamen Sommige eedeelten van :orso kwamen op de fi!m beter tot hun recht, dan in werkelijkheid het ge- al was. De heer V d Hart. lid van de jury 1 emr-ee-de oa da' de beoordeling van e wagens steeds meer moeilijkheden met zich meebrengt Sommige deelnemers aan het corso 1955 zullen wel teleurge steld zijn geweest met een toekenning van een 5de. 6de of 7de prijs, ondanks het feit. dat hun wagen toch ook prachtig was Volgens de heer V. d. Hart lag de oorzaak hierin, dat men niet het geheel van de wagen bekeek. De jury doet dat wpI Een tractor bijvoorbeeld, die een wagen voorttrekt moet niet zo zwaar worden versierd, dat de eigenlijke wagen daardoor op de achtergrond geraakt Voorts moesten dé deelnemers met luxe wagens erg voorzichtig zijn met het ver sieren. want het bleef toch aKijd nog een symbool van de srel'besd: het karakter een auto mocht dan ook niet ver loren gaan. De heer V. d. Hart deelde De uitslag Meisjes van 1012 jaar: Heringen. 2 Loes v. d. Valk en 3 Caro- lien van Gulik; adsp. dames Bontje. 2 Elly v. d. Horst en 3 I>eb Meijer; dames 1 mevr. C. van Vliet, mevr. T. den Hertog-van Schooten en mej. G. Kramer. Meisjes van 6—8 jaar le graad 1 Marian Kuit en Adrie de l'Ecluse, 2 Tyronne den Hertog en Rietje Volker en 3 Nely Lagas; - 2e graad Willeke v. d. Luyt, Gerda Handgraaf. Andrea Coert Hanna Kraan en 3 Sjoukje Rullmann Yvonne v. d. Luyt; 3e graad 1 Milka d. Meij, 2 Hansje Poortenaar en 3 Marijke de Mooij. Jongens 1012 jaar 1 Tonny Anholti, 2 Leonardus Rijnbende en 3 Johan Foe- kens en Aad v. d. Luyt; le graad Gerard Kraaij, 2 Hans v. d Berg ei Hans de Best. Meisjes van 1215 jaar Ie graad Lide Marsch, 2 Ali Zwanenberg, 3 Toosji Horst en Corry Boekkooi; 2e graad 1 Anneke Vletter, 2 Hanni v. d. Broek Ineke v. d. Luyt en 3 Trlx ten Have graad 1 Janny Brussee, 2 Cobi Koudiji, 3 Leneke Rodenburg. Jongens van 12—15 jaar le graad 1 Wim Beukman, 2 Eduard v. d. Broek en 3 Jan Kuindersma; 2e graad 1 Marinus Beuk man, 2 Frans v. Melders en 3 Erik Wynans en Henk v. d. Kamp. Een jaar voor leidster van massage-instilUut Een Jaar gevangenisstraf met aftrek legde de Haagse rechtbank op aan de ex- ploitante van een massage-instituut aan de Wagenstraat te Den Haag, terwijl de inventaris van het Instituut verbeurd werd verklaard. Zij werd 6chuldig bevon den aan vrouwenhandel en koppelarij. Behalve de inventaris werd ook verbeurd verklaard haar contante geld bij de rijks postspaarbank en de giro. voorts mede. dat het volgend voorjaar voor het corso meer eerste en tweed» prijzen beschikbaar worden gesteld. Dit zal een stimulans zijn voor de deelne mers van 1955 om het volgend jaar weer Na deze woorden van de heer V. d. Hart werd een ieder in de gelegenheid gesteld de ontwerpen voor 1956 te be zichtigen. De nieuwe ontwerpen zijn, evenals vorige jaren, van de heer A. W. van Driel, artistiek adviseur van het co mité bloemencorso. Er stonden op het toneel een dertigtal gekeurde ontwerpen opgesteld, waarbij de ontwerper zijn fantasie de rije loop had gelaten. Er zijn prachtige ontwerpen :n verscheidene werden al door de secretaris van het comité genoteerd voor toekomstige deelnemers. Het opmerkelijke van deze ontwerpen as wel. dat de tractor* zijn opgenomen het stuk zelf, dus het volgend jaar zal en wagens te zien krijgen van 14 16 meter lang en 4 5 meter hoog. Of alle stukken worden geaccepteerd, staat nog te bezien want sommige zijn te groots opgezet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 4