Jean Paul Marat
4 onze jeuqó-p&qin& f
Van een oude kabouter
en een klein prinsesje
6
ZONDAGSBLAD 24 SEPTEMBER 1955
(Slot)
De koningin vertelt verder:
„In het paleis kryg je een jonge
kabouter tot je dienst, die alle post,
staatsstukken en dergelijke van jouw
kamer naar de werkkamer van de
koning moet brengen en meerdere
werkzaamheden, die voor jou te ver
moeiend geworden rijn van je over
neemt. Wat zeg je daarvan?"
Met grote ongelovige ogen kijkt
Puntmuts de koningin aan.
..Ja, 't is echt waar", zegt de ko
ningin als ze de ongelovige ogen van
Puntmuts ziet
Nu gaan de ogen van de oude ka
bouter stralen, stralen van diepe
vreugde. Oh, nu zijn alle zorgen weg
genomen, wat is z'n hart licht ge
worden
Met beide handen grijpt hij de
hand van de koningin, hij denkt ner
gens meer aan. Als hij kon zou hij
willen dansen van blijdschap.
Wanneer Puntmuts weer wat kal
mer geworden is vraagt de koningin:
„Waarom was je straks zo verdrie
tig. dat was je niet alleen van de
PÜn."
Dan vertelt Puntmuts haar alles.
Hoe hij dagen lang heeft liggen pie
keren en hoe nu ineens de toekomst
zoveel zonniger geworden is. Hij wil
weer vlug beter worden en hij zal
er z'n uiterste best voor doen.
De koningin ziet, dat Puntmuts moe
wordt eu rij zet het prinsesje op de
grond.
„Kom meisje, we gaan naar huis,
geef Puntmuts maar een handje."
Dat durft ze nu wel weer; maar re
durft nog veel meer. Ze klautert op
het bed, slaat haar armpjes om de
hals van Puntmuts en zoent hem
maar... precies middenin de witte
baard.
Brr ze griezelt er van, wat krie
belt dat! Ze is niet bang meer vooi
Puntmuts, z'n vrolijk lachende ogen
en de kleur op z'n wangen maken
hem weer tot haar oude vriend.
Even later kijkt Puntmuts de ko
ningin en het prinsesje na.
Het kleine meisje danst aan de
hand van haar moeder; aan haar
ene armpje draagt ze het lege mand
je. Vrolijk springt het mandje mee,
op en neer, op en neer.
Met een tevreden zucht nestelt de
oude kabouter zich in de kussens.
Hij is moe, o zo moe. De boslucht
maakt hem slaperig; al heel gauw is
Puntmuts in diepe slaap.
Nog heel veel keren bezocht de ko
ningin Puntmuts. Steeds was hij
weer iets meer vooruit gegaan. De
knie deed bijna geen pijn meer en de
laatste keer had hij de koninklijke
gasten zelf weer kunnen ontvangen.
Eerbiedig heeft hij hen opgewacht in
de deur van zijn huisje.
Op het bospad voor het huisje van
kabouter Puntmuts staat een prach
tig rijtuigje. Het is rood geschilderd
en met gouden biesjes afgezet.
Het witte paard krabt met de hoe
ven op de grond, het wordt ongedul
dig.
De koetsier in rode livrei gestoken
staat bij het portier. De deur van het
huisje gaat open; Puntmuts komt te
voorschijn.
Puntmuts stapt in, de koetsier
climt op de bok, klapt met de zweep
en... daar gaat de vrolijke stoet.
De kabouters, die het rijtuigje zien
naderen, komen aanhollen en roepen
Puntmuts een vrolijke groet toe.
Als het rijtuigje het paleisplem op
zwenkt draaft er een hele stoet ka
bouters achteraan.
Puntmuts zwaait met z'n muts; de
gouden sterren van de muts schit
teren. Het rijtuigje stopt vóór het
bordes en Puntmuts stapt uit. Lang
zaam klimt hij de hoge marmeren
trap op; boven aangekomen staat hij
even stil.
't Lopen en vooral het trappen
klimmen kost hem nog veel inspan
ning.
De paleisdeur zwaait open. het
prinsesje springt tegen hem op.
De andere kabouters zien het en
beginnen te juichen.
Nog even zwaait Puntmuts met z'n
muts. dan valt de paleisdeur dicht.
De koetsier brengt het rijtuigja
naar de koninklijke stallen.
De andere dagen zal Puntmuts ko
men en vertrekken door een echter-
uitgang van het paleis. Voor vandaag
had de koning bevolen, dat Puntmuts
aan de officiële paleisingang begroet
zou worden.
In de met bloemen versierde werk
kamer zit Puntmuts.
Zojuist werd hem een mandje met
brieven teruggebracht van de koning.
De koning heeft de brieven al gele
zen, goedgekeurd en ondertekend.
Nu moet Puntmuts het koninklijk
wapen op de brieven stempelen en
de enveloppen sluiten.
Hij zet z'n bril op, maar ktj moet
hem weer vlug afzetten; d« glazen
wonden zo wazig.
Tranen van blijdschap van een ge
lukkige, o zo gelukkige kabouter
vallen op de koninklijke brieven.
Ja, dat is nu ook wat Nu hebben
we wel een mooie lijst, maar een
schilderij ontbreekt nog. Gelukkig
heeft de tekenaar wel een paar
streepjes en blokjes gezet. Willen
jullie daar nu eens een mooi schil
derij nan maken? Stuur het me vóór
Dinsdag toe, en vergeet niet, naam
en adres IN je brief te schrijven.
onze BRievenBus
H Hallo allemaal,
Een mannetje en
een vrouwtje die
aan het wandelen
waren dat was
de oplossing van de
vorige puzzle. Som
mige kinderen von
den dat ze wel een
beetje op een
bruidspaar leken,
.dat was ook wel zo,
hè? En Jer Ponsen,
die de hoofdprijs
heeft, noemde ze
Kloris en Roosje"
Andere kinderen
schreven: „Het lij
ken Ursula en Prik-
kebeen wel!" Nu, zoals gezegd is de
hoofdprijs dus voor Jer Ponsen, en de
troostprijzen gaan naar Henk Binnen
dijk, Sjanie Assenberg en Jannie v.
d. Hil. Allemaal gefeliciteerd, hoor!
Er waren weer een heleboel brieven
deze week, dus we gaan maar gauw
beginnen. Jannie Slruik heeft alle kleur
tjes van haar kleurdoos gebruikt om
de brief te schrijven. Ik hoop, dat
je gauw weer beter bent, A. Verspuij.
Helm» Krijger heeft gelogeerd bij
haar nichtje Nienke Krijger, het was
zeker wel leuk. hè? Wat jammer
dat je je vulpen kwijt bent. Rie« Ver-
hoeffMarry* v.d. K
één dag de verjaardag
ter en van haar vriendinnetje gevierd.
Wat een lange wandeling heb jij ge
maakt, Andrè Hollrstein! Ia je
vriendinnetje weer beter. Flora Vayfc?
Hoe hebben jullie die poesjes ge
noemd, Lenie, Willy en Keee Koomana
van den Dries? Fijn. dat je het een
leuke puzzle vond. Cook van der
Schoor. Jullie hebben dan zeker op
school een heel blokfluitorkest, Regtaa
v. d. Berg. Waar ben Je naar toe ge
weest met Je vader. Lodewijk Schat?
Leuk dat je weer meedoet. Trans
Moekestorm. Heb je veel huiswerk?
heeft op
Van alle gemakken voorzien.
Als je bij je oplossing ook een briefje
Loef, dat je puzzles alleen oplost. Ver
heug jij je nu al op schaatsenrijden,
Sjaak? Het geeft niet, hoor Henny
Clancy, ik kan me best begrijpen dat
je in het bezoekuur veel aan mama
te vertellen hebt! Wat heb jij veel
appels geplukt. Tennis den Otter, ge
weldig! Was de verjaardag van Jantje
prettig, Neeltje? Nee, klepperen ben
ik verleerd, Marianne Blljleven. Wat
een leuke foto, zeg! Onze vriend
Jaa Bakker krijgt zoveel huiswerk, dat
hij niet meer mee kan doen. Dat is
jammer, Jan. maar het schoolwerk
gaat voor. hé? Het allerbeste met je
en hoor ik nog van Je, als je geslaagd
bent voor je examen? Stuur jij je
poëzie-album maar op, hoor Elly Pan-
tekoek 't Is maar goed dat jij zo
dicht bij school woont. Atle de Mun-
nik! Leuk. dat je een gezellige corres-
pondenticvricndin hebt getroffen, Ger-
da Speijer. Dat was ook wel een
beetje dom van je, Ria Loch, om de
vogelkooi open te zetten! Maar nu doe
je het zeker niet weer? Willie van
Dijk houdt zoveel van kruiswoord-
puzzles, ik zal er aan denken, hoor.
Karei es Urne (geen achternaam in de
brief) hebben samen de puzzle opge
lost. Heb je dat etui zelf gemaakt.
Janny de Boon? Dank je heel har
telijk voor de mooie tekening. Peter
van Tol, ik was er erg blij mee.
Jan Gerard Visser kan nog niet
schrijven, daarom doet mama dat voor
hem. fijn hoor! De merk wel dat
je het bést fijn vindt op school, Henny
Bremen! Is de verjaardag van je
zusje prettig geweest, Henk Oldenhof?
Ja, het is leuk in de Bijenkort,
Ansje v. d. Koolj. Ben jij de oudste
thuis. Hans van Bemmel? Je hebt
natuurlijk altijd kans dat je nog eens
een prijs wint, Jan Sloof. Hebben
jullie vader en moeder nog een beetje
verwend op hun trouwdag. Jan Stam?
Bij Ria en Pleun van den Berg
zijn 17 kleine biggetjes geboren, dat is
zeker wel leuk. hè? Wat maak Je
met handenarbeid. Rob van Wetten?
Van de familie Grootendorst heb ik ook
weer een brief gekregen. Gert is mid
den in een bord pap terecht gekomen!
Jammer dat je nog geen wieltjes
onder je rolschaatsen hebt, Adrl Na-
mink. Je had het keurig gedaan,
Adrie Vos. En nu maar zuinig zijn
op dat mooie zakmes. Jas pert Nienw-
land. Teusje zal nog wel niet
„tappatie" kunnen doen, hè Hansje van
Es? Jullie moesten meester maar
eens een kaart sturen, Anneke Schol
ten! Da4 was een leuke dag in Oos
terhout. Adrl Kroea. Dat was zeker
wel een mooi gezicht, al die herfst-
dozen. Pietje Kleppe. Was het een
groot feest met Opa's verjaardag. Ton
ale Kroon? Aüeen als Je een brief
je schrijft, krijg je antwoord in de
ievenbus, Mientje Bendeler. Je mag
ten, dat je naam in de brievenbus
komt. Hoe is het met jou Lenie
Vernée, al wat opgeknapt? Wat fijn,
Nellie v. d. Heide, om zo'n mooie pop
te krijgen. Mooie cadeaux heb jij
gekregen. WUly Klapwijk! Als Ineke
Brtenea en haar tweelingzusje jarig
sijn. komt de hele kina op visite.
Johan (geen achternaam in de brief)
Is in de vacantie in een sloot geval
len. Wat een leuke foto. Hnrrie v. d.
Horst! Dus die moeilijke sommen
heb Je toch nog wel goed gemaakt.
Then Geleynoe. Zijn de procenten
sommen moeilijk. Po nis Donkers? Leuk
dat je samen met NeUie afwast
Annie Krnyt heeft gezien dat haar nicht
je gedoopt werd. Vond jij de vo
rige puzzle een beetje moeilijk, Simon
Oorlog? Is het nog zo warm in
school, Msgda v. d. Bos? Het zou
fijn zijn als je mocht logeren bij je
zus. Beppie Roos. Ja, jij houdt veel
van schilderen en tekenen, hé Onno
Hydra? Ik hoop dat je gauw weer
beter wordt. Licsje van Velxen. Wa
ren de verjaardagen prettig. Aart den
Onden? Se bel ia van Oosten houdt
ook zoveel van kruiswoordpuzzles.
Was het een mooie bruiloft in Fries
land, Jan Bouke Visser? Heerlijk
dat vader weer gauw thuis komt, Jan
nie Vink. Marian de Bruin en haar
broertje Wlm houden veel van kleuren
en tekenen, schrijft hun mama. Het
was dus wel een verrassing voor je,
Lncle de Lange. Is al je Oostindi-
sche inkt nu op. Jan Heijstek? Zijn
Jullie nog gezellig uit geweest, Dikkie
en Ria v. d. Heijden? Nou dat ia
een erg leuk versje, Teunle van Bren-
gelt Jij vindt het zeker ook maar
wat fijn, al die verjaardagen, hé Cor-
rto Vos? Zijn het mooie schoenen,
Tonia van Houwelingen? Dus jij bent
rustig thuis gebleven In de vacantie,
Louise Kroon. Lodewijk is de naam
van de man, die de puzzles tekent. Jan
Kraaijevcld. Wie postzegels, zilver
papier of oud lood heeft kan het op
sturen naar Cobl Smit, Molenstraat 142,
Kinderdijk, die zendt het dan naar
Jeugdland. Fijn dat Je de prijs
mooi vond. Corrie Boele. Hoe is het
met jou, Martien Smit? Je mag ge
rust blijven meedoen, Lys de Zwart.
Wist jij niet wie die twee voor
stelden, Johan Kolff? Zwemmen is
erg leuk, hè Anneke Vermeulen?
Hartelijk gefeliciteerd met je nieuwe
zusje. Alle Donk! Nou, jij hebt je
vacantie goed besteed, NeiUe Groen»-
veld. Dat is dan een bovenste beste
meester die JuUie hebben, Lena Lang
straat. De meisjes van Huize Berg-
rust hebben ook een puzzle ingestuurd,
leuk dat jullie meedoen, zeg! Ik
hoop. dat je erg veel genieten zult in
Nunspeet, Ineke van Herp en dat je
dik en rond terugkomt. Wat een
mooi postpapier. Jaap Bremmer!
Stuur dat zilverpapier maar naar Cobi
Smit, Jan van Drunen. Heb je het
•rg druk met huiswerk maken, Lnkas
Jacobs? Corrie (zonder achternaam)
heeft schelpendoosjes gemaakt, zijn ze
leuk geworden? Gaat jullie school
al om drie uur uit, Sjanie Koster, wat
fijn vroeg. Dus Jij moet aDes wel
eventjes inhalen, Corrie Bokhorst, nu.
dat lukt jou wel! Dat lijkt me een leu
ke winkel, dat kleuterhoekje. Greet je!
Iemand in Woubrugge (er stond geen
naam in de brief) vraagt of zijn of
haar broertje Simon ook mee mag doen.
Natuurlijk mag dat Wat leuk dat
je een foto van jullie huis stuurde.
Rineke Binnendijk! Nou. dat was nog
eenj een heerlijke verjaardag. Emmie
▼an 'I Riet!
Er zijn deze week dertig nieuwelin
gen bijgekomen. Dc noem ze niet alle
maal op. maar ik heet Jullie allen heel
hartelijk welkom in de kring!
Dag allemaal, tot de volgende keer.
ZONDAGSBLAD 24 SEPTEMBER 1955
'ot u?" zei de vrouw des
huizes, toen ilc aanbelde.
Uit de
VOLKSWIJK
Een onbekend boek van
Zelfs deze Franse revolutionnair was niet zo zwart
als men hem alsciiildert
DE naam van de revolutionnair Ma-
rat kent iedereen en tevens is al
gemeen bekend, dat hij door Char
lotte Corday in zijn badkuip werd
vermoord. Minder bekend zal wellicht
zijn, dat hij versciiillende boeken
heeft geschreven, waaronder er een
is dat ik hier nader wil bespreken.
J. P. Marat was van geboorte een
Zwitser. Zijn wieg stond te Boudry
bij Neuchatel, waar hij op 24 Mei
1743 het levenslicht aanschouwde. In
Juli 1793 werd hij, op het toppunt van
zijn roem, na een gewonnen proces,
dat hém te gronde had moeten rich
ten, maar anders uitliep dan zijn
vijanden verwachtten, vermoord.
Verschillende malen had hij zijn
heil in de vlucht moeten zoeken,
daar zijn critiek op allerlei toestan
den en gebeurtenissen lang niet mals
was. Hü verdiende zelfs enige tijd de
kost als leraar in het Frans te Lon
den. Onder invloed van de Engelse
omgeving had hij, als drie kwart
eeuw te voren Montesquieu, de ver
keerdheden in Frankrijk beter leren
inzien en hij schreef dan ook een
werk (in 1774) getiteld „The chains
of slavery", dat spoedig in het Frans
werd vertaald. In dezelfde tjjd pu
bliceerde hij „Un ess ai philosophique
sur rhomme," een werk waarover
hij in hevige strijd met VoKaire ge
raakte.
Dit alles belette hem niet hard te
studeren en zo promoveerde hij tot
doctor in de medicijnen aan St. An
drew's in Schotland. Zijn aandacht
hield zich met allerlei zaken bezig,
want in 1784 viel hij de theorieën van
Newton over het licht aan (Notions
élémentaires d'optique).
Maar het werk dat in mijn ogen
het merkwaardigste is, heet: „Plan
de législation criminelle." Ik heb voor
mij liggen de uitgave van 1790. Het
werd in 1778 gericht „4 une société
helvétique, qui avoit demandé le plan
d'un code criminel."
Enige door hem voorgestelde maat
regelen werden aangenomen in Oos
tenrijk. Josef II was een der verlich
te despoten, die voor dit soort denk
beelden wel toegankelijk waren.
ENKELE er van zijn zo modern,
dat het de moeite waard is ze te
beschouwen. Ziehier één zijner grond
stellingen: „Het is een dwaling te ge
loven. dat men de slechtheid in de
cJlan onze^>
gevleugelde vrienden
O blijde vogelen des hemels,
die weet van wet noch politiek
heb dank voor uw gezelligheden
en voor uw vrolijke muziek;
voor 't kwettertaaltje van de mussen;
voor wat de schuwe koekoek roept;
voor 't druk gedoente van de lijster,
wanneer hij van de bessen snoept;
en voor de gratie van de meeuwen,
die op een blauwe zomerlucht
hun vreugden schrijven; voor de uiver
hoog in zijn cirkelende vlucht;
en voor het koddige klein-Jantje;
voor 't nestje van de karekiet
en voor de visdief, als hy flitsend
(en zelden misin 't water schiet;
voor 't statig varen van de zwanen;
voor 't donzen pakje van een jong
en voor het lied, dat gisteravond
een merel in ons tuintje zong;
voor 't luide lachen van de spechten
en uw genoegens in de Mei;
voor 't dom gekakel ran de kippen:
Toktok. alweer en nóg een ei.'
Ik ben al bitj, als gig een veertje
verliest en ik zo'n veertje vind.
Ik zie zo gaarne uw ravotten
met al de nukken ran de wind.
Ook op het hoogste, dunste takje
bewaart ge nog uw evenwicht;
en op het kleinste, smalste paaltje
weet ge te landen vederlicht.
Fazanten, wulpen, eksters, gaaien
gij leeuwerik en wielewaal
't Verheugt mij. dat ik u na jaren
van zwijgen eens mijn dank betaal!
P. DE VRIES.
mens tegenhoudt door de gestrengheid
fier straffen: Hun beeld wordt zo snel
uitgewist."
Hij verzet zich tegen de veelvuldige
doodstraffen en zegt: „Gebruik ae
misdadigers (incorrigibles) voor
openbare werken, vooral de ongezon
de en gevaarlijke en houdt bij het op
leggen van straffen vooral rekening
met het verschil in opvoeding."
Hij verzet zich tegen iets wat in
die tijd aan de orde van de dag was:
de verbeurdverklaring van goederen
ten bate van de schatkist (of de rech
ters!), „maar laat de opbrengst die
nen voor het onderhoud van inrich
tingen om de jeugd op te voeden."
In de scholen moet men de jonge
mens er vooral op voorbereiden een
goed burger te rijn. Dat men dit niet
doet, zo zegt hij, is een der grootste
fouten van de moderne opvoeding.
Men legge geen straffen op aan
krankzinnigen, zwakzinnigen, noch
grijsaards, die kinds zijn, maar even
min aan jonge kinderen.
Indien deze zich hardnekkig tegen
hun ouders verzetten, moet men ze
acht dagen in een verbeterhuis zetten
op water en brood en zonder enig ge
zelschap. In geval van recidive moet
men die tijd verdubbelen. Maar de
leeftijdsgrens voor deze maatregelen
stelt hij op minimaal 12 jaar.
Hij pleit ook reeds (hoe modern!)
voor ontzetting uit de ouderlijke
macht. Wat de algemene gezondheids
maatregelen betreft, vindt hij het
noodzakelijk dat er in elke stad één
of meer inspecteurs van de levens
middelen zullen zijn. Ook neemt hij
de partij van verleide jonge meisjes
op en zegt dat in deze gevallen de
mannen de meeste schuld hebben.
Vandaar dat hij alimentatie-belden
noodzakelijk vindt.
Over kinderen, geboren uit een on
wettige gemeenschap zegt hij, dat het
zeer onbillijk is, deze kinderen de
straf voor de fouten hunner ouders te
trüirütfü-üitöürü ft ft ft ft ft ft ftft ft ftftfrftft-ftftt>ft<r<h
Miebei bijde massajeugd
Invitatie voor Hennie Hops
g QEK, nu heb ik al zoveel dingen
verteld, maar ik ben nog steeds
■tt niet toegekomen aan de belang-
2 rijkste takken van mijn werk. Daar
5 is bijvoorbeeld de afdeling Huis-
5 bezoek. Dat woord moet ik feitelijk
•tt met enkel hoofdletters schrijven,
v want al ons geploeter is waardeloos
g als we hier niet aan toekomen.
Neem nu alleen maar het geval ran
Hennie Hops. Zonder huisbezoek
zou Hennie Hops ten dode opge-
schreven geweest zijn, en nu is er
<t nog een goede kans dat ze later ge-
2 zond en wel door het leven kan
g huppelen.
Het ging zo. Een goed jaar ge
it leden ontdekten we opeens, dat we
nog ruimte hadden voor een nieuw
H clubje ran hummels tussen de acht
2 en de tien jaar. Dat kan gebeuren:
H er is een zaaltje vrijgekomen, er is
g een nieuwe jeugdleidster benoemd
5 dat was ik destijds er zijn
it enkele nieuwe aanmeldingen, die op
5 de bestaande groepen niet meer on-
derpebracht kunnen voorden. Nu is
er niets eenvoudiger dan het rer-
it zamelen van twaalf clubkinderen
2 ran een bepaalde leeftijd. We gaan
H doodgewoon het kaartsysteem be-
2 studeren en daar rollen meteen
2 niet slechts twaalf maar twaalf maal
it twaalf potentiële klantjes uit. Ons
volgende werk is dan om de ouders
H van deze adspirant-leden te gaan
bezoeken en hen te vertellen dat ze
it desgewenst hun kroost dan en dan
2 daarheen kunnen sturen. Op één
H van deze strooptochten kwam ik te
land bij de familie Hops.
5 We hadden voorheen met dit ge
zin geen contact gehad, en we wis
ten er ook niet zo bijster veel ran.
De gezinskaart vertoonde enkele
hiaten: die Hennie stond er op en
ook een ouder en een jonger broer
tje, maar blijkens de aantekeningen
moesten er nog enkele andere kin
deren Hops bestaan, waarvan we
geen bijzonderheden kenden. Dat
betekende dus, dat het gezin niet
bepaald kerkelijk meelevend was,
laten dragen. Zij behoren dus wettig
verklaard te worden en de vader, in
dien deze bekend is, moet voor hen
zorgen, tot zij m staat zijn dit zelf
te doen. Als de vader daartoe de
middelen niet heeft, moeten zij op
staatskosten worden opgevoed. Hij
meent dat de ongehuwde moeders
niet meer tot kindermoord zullen ko
men, indien ze er zeker van zijn, dat
de vader zal veroordeeld worden tot
het goedmaken van het kwaad dat hij
tegenover hen bedreef.
ZEER merkwaardig is, wat hij over
het atheïsme schrijft: „Wat,"
roept de fanaticus uit, „niet aan het
bestaan van een God te geloven is
een afgrijselijke misdaad die men
moet straffen." Maar ik vraag u zou
iemand, die te goedeT trouw is, schul
dig kunnen zijn? Is de ongelukkige
niet het eerste slachtoffer van zijn
verblinding? Hij heeft geen troost in
dit leven en hij is zonder hoop voor
het toekomende; daar hij niets ziet
aan de overzijde van het graf, opent
zich een afschuwelijke afgrond voor
zijn schreden en hij gaat voor altijd
onder in de eeuwigdurende nacht.
Ongetwijfeld is het nuttig voor de
staat, dat de leden er van aan God
geloven, maar het is nog nuttiger, dat
zij elkaar niet vervolgen. Trouwens,
wat vreest ge, indien de godloochenaar
slechts zijn rede laat spreken? Gij
hebt op hem vóór dat ge een verlicht
verstand hebt, aan u is het hem
schaakmat te zetten."
Er blijkt uit zijn geschrift zelfls,
dat hij groter rechtsgevoel had dan
onze regeerders na 1945, want hij
zegt: De wet kan geen beschuldigde
veroordelen dan na hem de midde
len gegeven te hebben zich te verde
digen; vier en twintig uur na zijn
gevangenneming moet men hem een
afschrift geven van de punten van be
schuldiging, die tegen hem zijn inge
bracht met de namen van de beschul
digers en de getuigen; men geve
zijn bloedverwanten, vrienden en
kennisen vrije toegang tot hem; men
moet hem pen, inkt, papier en andere
dingen brengen om zijn verdediging
voor te bereiden.
Zelfs als de mens in boeten is ge
slagen, moet alles hem er aan herin
neren, dat hij vrij is, dat niemand
hem kan onderdrukken en dat hij
niets te vrezen heeft, als hij de wet
ten niet heeft geschonden."
Wat zou het de F. 221ers waard zijn
geweest en nog zijn, indien de revo
lutionnair Marat als rechter over hen
was aangesteld.
Natuurlijk zou ik nog veel meer
kunnen aanhalen uit dit merkwaardi
ge boek Ik doe dit niet, omdat ik
meen genoeg geciteerd te hebben om
te bewijzen, dat zelfs Marat n'est
pas si diable qu'il est noir, (niet ao
zwart is als men hem afschildert).
Dr. F. C. DOMINICUS
want de vrouw zei: „Daar doene me 4
niet aan. Ik geef aan de tb en de 4
kanker en dat is genoeg!" Het was 4
een wat vreemde geloofsbelijdenis,
maar daar was ik toen al een beetje O
aan gewend. Ik had al eerder de 4
mededeling in ontvangst genomen,
dat men bij de VARA of was het 4
toen de AVRObehoorde, en
nog iemand anders had onthuld'V
Me binne mormoon!" Het laatste
heeft trouwens een geestelijke ach- O
tergrond, maar straatcolleeten als 4
geloof het is wat pover. De vrouw ft
vond dat echter klaarblijkelijk vol- 4
doende, want ze maakte reeds weer
aanstalten de deur helemaal te «lui- 4
In wanhoop ratelde ik toen: o
.Maar het is om Hennie! Ik wilde 4
vragen of ze bij ons op een clubje 4
kwam. We hebben juist een nieuwe
groep. En het is er heel gezellig. o
En ze gaat toch niet op een club...?"
Dat laatste was een schot in de 4
lucht, want Hennie kon op tien ft
andere clubs zijn. Naast ons werken 4
immer* andere Protestantse en 4
voorts humanistische en rooms- 4
katholieke groeperingen. Best mo-
gelijk dat Hennie die bezocht: mi*-
schien wel alle andere soorten 4
tegelijk. Maar laat ik het geluk A
hebben gehad dat dit niet het geval 4
was. 4
„Zo", zei de vrouw peinzend, ,^Zo,
voor een club....!" De deur ging
weer een decimeter verder open.
Weer niet ver genoeg, maar geluk
kig niet potdicht. „Zo...", zei ze dan
nog eens. en dacht hevig na. „En
ivaar was die club?" informeerde
ze dan.
Ik vertelde de bijzonderheden:
dag, uur en plaats. Ik animeerde
nog een beetje extra, maar of ik
succes had, kon ik niet met zeker
heid zeggen De vrouw nam de ge
gevens kennelijk in zich op. en ten
slotte zei ze: ,Jk zal er met m'n man
over praten.... Misschien komt ze
wel!" Dat was alles. Maar mijn
kinderhand is gauw gevuld. Ik ben
al verrukt met twintig gulden als
ik er twintigduizend nodig heb. En
dus had ik de beste hoop dat Hennie
komen zou. Hetgeen ze dan ook
prompt op de eerste clubmiddag
dééd!
MIEBEL
en het eerste bezoek bevestigde dat
alleszins.
„Mot 17?" zei de vrouw des
huizes, toen ik aanbelde. Ze zei het
uitermate kortaf en keek daarbij
zo wantrouwend als het maar kon.
Ze maakte ook geen aanstalten om
de deur zó ver open te doen dat ik
haar helemaal in ogenschouw kon
nemen, laat staan dat ik binnen kon
stappen. Het was alsof ze iets ver
borg, en achteraf bezien deed ze dat
inderdaad. Maar dat wist ik toen
nog niet.
Jk wou U wat vragen
zei ik. Ik aarzelde even. want soms
gaat de deur dan toch wel helemaal
open. Bovendien regende het: het
was niets geen pretje om daar aan
die deur te hangen. Maar de vrouw
toonde zich niets toeschietelijker en
keek enkel maar ongeïnteresseerd
afwachtend. Ik moest dus wel ver
der praten en zei: Jk ben jeugd
leidster. Van de kerk
Dat bleek een verkeerde zet op
het schaakbord ran het gesprek.