Jean Paul Marat 4 onze jeuqó-p&qin& f Van een oude kabouter en een klein prinsesje 6 ZONDAGSBLAD 24 SEPTEMBER 1955 (Slot) De koningin vertelt verder: „In het paleis kryg je een jonge kabouter tot je dienst, die alle post, staatsstukken en dergelijke van jouw kamer naar de werkkamer van de koning moet brengen en meerdere werkzaamheden, die voor jou te ver moeiend geworden rijn van je over neemt. Wat zeg je daarvan?" Met grote ongelovige ogen kijkt Puntmuts de koningin aan. ..Ja, 't is echt waar", zegt de ko ningin als ze de ongelovige ogen van Puntmuts ziet Nu gaan de ogen van de oude ka bouter stralen, stralen van diepe vreugde. Oh, nu zijn alle zorgen weg genomen, wat is z'n hart licht ge worden Met beide handen grijpt hij de hand van de koningin, hij denkt ner gens meer aan. Als hij kon zou hij willen dansen van blijdschap. Wanneer Puntmuts weer wat kal mer geworden is vraagt de koningin: „Waarom was je straks zo verdrie tig. dat was je niet alleen van de PÜn." Dan vertelt Puntmuts haar alles. Hoe hij dagen lang heeft liggen pie keren en hoe nu ineens de toekomst zoveel zonniger geworden is. Hij wil weer vlug beter worden en hij zal er z'n uiterste best voor doen. De koningin ziet, dat Puntmuts moe wordt eu rij zet het prinsesje op de grond. „Kom meisje, we gaan naar huis, geef Puntmuts maar een handje." Dat durft ze nu wel weer; maar re durft nog veel meer. Ze klautert op het bed, slaat haar armpjes om de hals van Puntmuts en zoent hem maar... precies middenin de witte baard. Brr ze griezelt er van, wat krie belt dat! Ze is niet bang meer vooi Puntmuts, z'n vrolijk lachende ogen en de kleur op z'n wangen maken hem weer tot haar oude vriend. Even later kijkt Puntmuts de ko ningin en het prinsesje na. Het kleine meisje danst aan de hand van haar moeder; aan haar ene armpje draagt ze het lege mand je. Vrolijk springt het mandje mee, op en neer, op en neer. Met een tevreden zucht nestelt de oude kabouter zich in de kussens. Hij is moe, o zo moe. De boslucht maakt hem slaperig; al heel gauw is Puntmuts in diepe slaap. Nog heel veel keren bezocht de ko ningin Puntmuts. Steeds was hij weer iets meer vooruit gegaan. De knie deed bijna geen pijn meer en de laatste keer had hij de koninklijke gasten zelf weer kunnen ontvangen. Eerbiedig heeft hij hen opgewacht in de deur van zijn huisje. Op het bospad voor het huisje van kabouter Puntmuts staat een prach tig rijtuigje. Het is rood geschilderd en met gouden biesjes afgezet. Het witte paard krabt met de hoe ven op de grond, het wordt ongedul dig. De koetsier in rode livrei gestoken staat bij het portier. De deur van het huisje gaat open; Puntmuts komt te voorschijn. Puntmuts stapt in, de koetsier climt op de bok, klapt met de zweep en... daar gaat de vrolijke stoet. De kabouters, die het rijtuigje zien naderen, komen aanhollen en roepen Puntmuts een vrolijke groet toe. Als het rijtuigje het paleisplem op zwenkt draaft er een hele stoet ka bouters achteraan. Puntmuts zwaait met z'n muts; de gouden sterren van de muts schit teren. Het rijtuigje stopt vóór het bordes en Puntmuts stapt uit. Lang zaam klimt hij de hoge marmeren trap op; boven aangekomen staat hij even stil. 't Lopen en vooral het trappen klimmen kost hem nog veel inspan ning. De paleisdeur zwaait open. het prinsesje springt tegen hem op. De andere kabouters zien het en beginnen te juichen. Nog even zwaait Puntmuts met z'n muts. dan valt de paleisdeur dicht. De koetsier brengt het rijtuigja naar de koninklijke stallen. De andere dagen zal Puntmuts ko men en vertrekken door een echter- uitgang van het paleis. Voor vandaag had de koning bevolen, dat Puntmuts aan de officiële paleisingang begroet zou worden. In de met bloemen versierde werk kamer zit Puntmuts. Zojuist werd hem een mandje met brieven teruggebracht van de koning. De koning heeft de brieven al gele zen, goedgekeurd en ondertekend. Nu moet Puntmuts het koninklijk wapen op de brieven stempelen en de enveloppen sluiten. Hij zet z'n bril op, maar ktj moet hem weer vlug afzetten; d« glazen wonden zo wazig. Tranen van blijdschap van een ge lukkige, o zo gelukkige kabouter vallen op de koninklijke brieven. Ja, dat is nu ook wat Nu hebben we wel een mooie lijst, maar een schilderij ontbreekt nog. Gelukkig heeft de tekenaar wel een paar streepjes en blokjes gezet. Willen jullie daar nu eens een mooi schil derij nan maken? Stuur het me vóór Dinsdag toe, en vergeet niet, naam en adres IN je brief te schrijven. onze BRievenBus H Hallo allemaal, Een mannetje en een vrouwtje die aan het wandelen waren dat was de oplossing van de vorige puzzle. Som mige kinderen von den dat ze wel een beetje op een bruidspaar leken, .dat was ook wel zo, hè? En Jer Ponsen, die de hoofdprijs heeft, noemde ze Kloris en Roosje" Andere kinderen schreven: „Het lij ken Ursula en Prik- kebeen wel!" Nu, zoals gezegd is de hoofdprijs dus voor Jer Ponsen, en de troostprijzen gaan naar Henk Binnen dijk, Sjanie Assenberg en Jannie v. d. Hil. Allemaal gefeliciteerd, hoor! Er waren weer een heleboel brieven deze week, dus we gaan maar gauw beginnen. Jannie Slruik heeft alle kleur tjes van haar kleurdoos gebruikt om de brief te schrijven. Ik hoop, dat je gauw weer beter bent, A. Verspuij. Helm» Krijger heeft gelogeerd bij haar nichtje Nienke Krijger, het was zeker wel leuk. hè? Wat jammer dat je je vulpen kwijt bent. Rie« Ver- hoeffMarry* v.d. K één dag de verjaardag ter en van haar vriendinnetje gevierd. Wat een lange wandeling heb jij ge maakt, Andrè Hollrstein! Ia je vriendinnetje weer beter. Flora Vayfc? Hoe hebben jullie die poesjes ge noemd, Lenie, Willy en Keee Koomana van den Dries? Fijn. dat je het een leuke puzzle vond. Cook van der Schoor. Jullie hebben dan zeker op school een heel blokfluitorkest, Regtaa v. d. Berg. Waar ben Je naar toe ge weest met Je vader. Lodewijk Schat? Leuk dat je weer meedoet. Trans Moekestorm. Heb je veel huiswerk? heeft op Van alle gemakken voorzien. Als je bij je oplossing ook een briefje Loef, dat je puzzles alleen oplost. Ver heug jij je nu al op schaatsenrijden, Sjaak? Het geeft niet, hoor Henny Clancy, ik kan me best begrijpen dat je in het bezoekuur veel aan mama te vertellen hebt! Wat heb jij veel appels geplukt. Tennis den Otter, ge weldig! Was de verjaardag van Jantje prettig, Neeltje? Nee, klepperen ben ik verleerd, Marianne Blljleven. Wat een leuke foto, zeg! Onze vriend Jaa Bakker krijgt zoveel huiswerk, dat hij niet meer mee kan doen. Dat is jammer, Jan. maar het schoolwerk gaat voor. hé? Het allerbeste met je en hoor ik nog van Je, als je geslaagd bent voor je examen? Stuur jij je poëzie-album maar op, hoor Elly Pan- tekoek 't Is maar goed dat jij zo dicht bij school woont. Atle de Mun- nik! Leuk. dat je een gezellige corres- pondenticvricndin hebt getroffen, Ger- da Speijer. Dat was ook wel een beetje dom van je, Ria Loch, om de vogelkooi open te zetten! Maar nu doe je het zeker niet weer? Willie van Dijk houdt zoveel van kruiswoord- puzzles, ik zal er aan denken, hoor. Karei es Urne (geen achternaam in de brief) hebben samen de puzzle opge lost. Heb je dat etui zelf gemaakt. Janny de Boon? Dank je heel har telijk voor de mooie tekening. Peter van Tol, ik was er erg blij mee. Jan Gerard Visser kan nog niet schrijven, daarom doet mama dat voor hem. fijn hoor! De merk wel dat je het bést fijn vindt op school, Henny Bremen! Is de verjaardag van je zusje prettig geweest, Henk Oldenhof? Ja, het is leuk in de Bijenkort, Ansje v. d. Koolj. Ben jij de oudste thuis. Hans van Bemmel? Je hebt natuurlijk altijd kans dat je nog eens een prijs wint, Jan Sloof. Hebben jullie vader en moeder nog een beetje verwend op hun trouwdag. Jan Stam? Bij Ria en Pleun van den Berg zijn 17 kleine biggetjes geboren, dat is zeker wel leuk. hè? Wat maak Je met handenarbeid. Rob van Wetten? Van de familie Grootendorst heb ik ook weer een brief gekregen. Gert is mid den in een bord pap terecht gekomen! Jammer dat je nog geen wieltjes onder je rolschaatsen hebt, Adrl Na- mink. Je had het keurig gedaan, Adrie Vos. En nu maar zuinig zijn op dat mooie zakmes. Jas pert Nienw- land. Teusje zal nog wel niet „tappatie" kunnen doen, hè Hansje van Es? Jullie moesten meester maar eens een kaart sturen, Anneke Schol ten! Da4 was een leuke dag in Oos terhout. Adrl Kroea. Dat was zeker wel een mooi gezicht, al die herfst- dozen. Pietje Kleppe. Was het een groot feest met Opa's verjaardag. Ton ale Kroon? Aüeen als Je een brief je schrijft, krijg je antwoord in de ievenbus, Mientje Bendeler. Je mag ten, dat je naam in de brievenbus komt. Hoe is het met jou Lenie Vernée, al wat opgeknapt? Wat fijn, Nellie v. d. Heide, om zo'n mooie pop te krijgen. Mooie cadeaux heb jij gekregen. WUly Klapwijk! Als Ineke Brtenea en haar tweelingzusje jarig sijn. komt de hele kina op visite. Johan (geen achternaam in de brief) Is in de vacantie in een sloot geval len. Wat een leuke foto. Hnrrie v. d. Horst! Dus die moeilijke sommen heb Je toch nog wel goed gemaakt. Then Geleynoe. Zijn de procenten sommen moeilijk. Po nis Donkers? Leuk dat je samen met NeUie afwast Annie Krnyt heeft gezien dat haar nicht je gedoopt werd. Vond jij de vo rige puzzle een beetje moeilijk, Simon Oorlog? Is het nog zo warm in school, Msgda v. d. Bos? Het zou fijn zijn als je mocht logeren bij je zus. Beppie Roos. Ja, jij houdt veel van schilderen en tekenen, hé Onno Hydra? Ik hoop dat je gauw weer beter wordt. Licsje van Velxen. Wa ren de verjaardagen prettig. Aart den Onden? Se bel ia van Oosten houdt ook zoveel van kruiswoordpuzzles. Was het een mooie bruiloft in Fries land, Jan Bouke Visser? Heerlijk dat vader weer gauw thuis komt, Jan nie Vink. Marian de Bruin en haar broertje Wlm houden veel van kleuren en tekenen, schrijft hun mama. Het was dus wel een verrassing voor je, Lncle de Lange. Is al je Oostindi- sche inkt nu op. Jan Heijstek? Zijn Jullie nog gezellig uit geweest, Dikkie en Ria v. d. Heijden? Nou dat ia een erg leuk versje, Teunle van Bren- gelt Jij vindt het zeker ook maar wat fijn, al die verjaardagen, hé Cor- rto Vos? Zijn het mooie schoenen, Tonia van Houwelingen? Dus jij bent rustig thuis gebleven In de vacantie, Louise Kroon. Lodewijk is de naam van de man, die de puzzles tekent. Jan Kraaijevcld. Wie postzegels, zilver papier of oud lood heeft kan het op sturen naar Cobl Smit, Molenstraat 142, Kinderdijk, die zendt het dan naar Jeugdland. Fijn dat Je de prijs mooi vond. Corrie Boele. Hoe is het met jou, Martien Smit? Je mag ge rust blijven meedoen, Lys de Zwart. Wist jij niet wie die twee voor stelden, Johan Kolff? Zwemmen is erg leuk, hè Anneke Vermeulen? Hartelijk gefeliciteerd met je nieuwe zusje. Alle Donk! Nou, jij hebt je vacantie goed besteed, NeiUe Groen»- veld. Dat is dan een bovenste beste meester die JuUie hebben, Lena Lang straat. De meisjes van Huize Berg- rust hebben ook een puzzle ingestuurd, leuk dat jullie meedoen, zeg! Ik hoop. dat je erg veel genieten zult in Nunspeet, Ineke van Herp en dat je dik en rond terugkomt. Wat een mooi postpapier. Jaap Bremmer! Stuur dat zilverpapier maar naar Cobi Smit, Jan van Drunen. Heb je het •rg druk met huiswerk maken, Lnkas Jacobs? Corrie (zonder achternaam) heeft schelpendoosjes gemaakt, zijn ze leuk geworden? Gaat jullie school al om drie uur uit, Sjanie Koster, wat fijn vroeg. Dus Jij moet aDes wel eventjes inhalen, Corrie Bokhorst, nu. dat lukt jou wel! Dat lijkt me een leu ke winkel, dat kleuterhoekje. Greet je! Iemand in Woubrugge (er stond geen naam in de brief) vraagt of zijn of haar broertje Simon ook mee mag doen. Natuurlijk mag dat Wat leuk dat je een foto van jullie huis stuurde. Rineke Binnendijk! Nou. dat was nog eenj een heerlijke verjaardag. Emmie ▼an 'I Riet! Er zijn deze week dertig nieuwelin gen bijgekomen. Dc noem ze niet alle maal op. maar ik heet Jullie allen heel hartelijk welkom in de kring! Dag allemaal, tot de volgende keer. ZONDAGSBLAD 24 SEPTEMBER 1955 'ot u?" zei de vrouw des huizes, toen ilc aanbelde. Uit de VOLKSWIJK Een onbekend boek van Zelfs deze Franse revolutionnair was niet zo zwart als men hem alsciiildert DE naam van de revolutionnair Ma- rat kent iedereen en tevens is al gemeen bekend, dat hij door Char lotte Corday in zijn badkuip werd vermoord. Minder bekend zal wellicht zijn, dat hij versciiillende boeken heeft geschreven, waaronder er een is dat ik hier nader wil bespreken. J. P. Marat was van geboorte een Zwitser. Zijn wieg stond te Boudry bij Neuchatel, waar hij op 24 Mei 1743 het levenslicht aanschouwde. In Juli 1793 werd hij, op het toppunt van zijn roem, na een gewonnen proces, dat hém te gronde had moeten rich ten, maar anders uitliep dan zijn vijanden verwachtten, vermoord. Verschillende malen had hij zijn heil in de vlucht moeten zoeken, daar zijn critiek op allerlei toestan den en gebeurtenissen lang niet mals was. Hü verdiende zelfs enige tijd de kost als leraar in het Frans te Lon den. Onder invloed van de Engelse omgeving had hij, als drie kwart eeuw te voren Montesquieu, de ver keerdheden in Frankrijk beter leren inzien en hij schreef dan ook een werk (in 1774) getiteld „The chains of slavery", dat spoedig in het Frans werd vertaald. In dezelfde tjjd pu bliceerde hij „Un ess ai philosophique sur rhomme," een werk waarover hij in hevige strijd met VoKaire ge raakte. Dit alles belette hem niet hard te studeren en zo promoveerde hij tot doctor in de medicijnen aan St. An drew's in Schotland. Zijn aandacht hield zich met allerlei zaken bezig, want in 1784 viel hij de theorieën van Newton over het licht aan (Notions élémentaires d'optique). Maar het werk dat in mijn ogen het merkwaardigste is, heet: „Plan de législation criminelle." Ik heb voor mij liggen de uitgave van 1790. Het werd in 1778 gericht „4 une société helvétique, qui avoit demandé le plan d'un code criminel." Enige door hem voorgestelde maat regelen werden aangenomen in Oos tenrijk. Josef II was een der verlich te despoten, die voor dit soort denk beelden wel toegankelijk waren. ENKELE er van zijn zo modern, dat het de moeite waard is ze te beschouwen. Ziehier één zijner grond stellingen: „Het is een dwaling te ge loven. dat men de slechtheid in de cJlan onze^> gevleugelde vrienden O blijde vogelen des hemels, die weet van wet noch politiek heb dank voor uw gezelligheden en voor uw vrolijke muziek; voor 't kwettertaaltje van de mussen; voor wat de schuwe koekoek roept; voor 't druk gedoente van de lijster, wanneer hij van de bessen snoept; en voor de gratie van de meeuwen, die op een blauwe zomerlucht hun vreugden schrijven; voor de uiver hoog in zijn cirkelende vlucht; en voor het koddige klein-Jantje; voor 't nestje van de karekiet en voor de visdief, als hy flitsend (en zelden misin 't water schiet; voor 't statig varen van de zwanen; voor 't donzen pakje van een jong en voor het lied, dat gisteravond een merel in ons tuintje zong; voor 't luide lachen van de spechten en uw genoegens in de Mei; voor 't dom gekakel ran de kippen: Toktok. alweer en nóg een ei.' Ik ben al bitj, als gig een veertje verliest en ik zo'n veertje vind. Ik zie zo gaarne uw ravotten met al de nukken ran de wind. Ook op het hoogste, dunste takje bewaart ge nog uw evenwicht; en op het kleinste, smalste paaltje weet ge te landen vederlicht. Fazanten, wulpen, eksters, gaaien gij leeuwerik en wielewaal 't Verheugt mij. dat ik u na jaren van zwijgen eens mijn dank betaal! P. DE VRIES. mens tegenhoudt door de gestrengheid fier straffen: Hun beeld wordt zo snel uitgewist." Hij verzet zich tegen de veelvuldige doodstraffen en zegt: „Gebruik ae misdadigers (incorrigibles) voor openbare werken, vooral de ongezon de en gevaarlijke en houdt bij het op leggen van straffen vooral rekening met het verschil in opvoeding." Hij verzet zich tegen iets wat in die tijd aan de orde van de dag was: de verbeurdverklaring van goederen ten bate van de schatkist (of de rech ters!), „maar laat de opbrengst die nen voor het onderhoud van inrich tingen om de jeugd op te voeden." In de scholen moet men de jonge mens er vooral op voorbereiden een goed burger te rijn. Dat men dit niet doet, zo zegt hij, is een der grootste fouten van de moderne opvoeding. Men legge geen straffen op aan krankzinnigen, zwakzinnigen, noch grijsaards, die kinds zijn, maar even min aan jonge kinderen. Indien deze zich hardnekkig tegen hun ouders verzetten, moet men ze acht dagen in een verbeterhuis zetten op water en brood en zonder enig ge zelschap. In geval van recidive moet men die tijd verdubbelen. Maar de leeftijdsgrens voor deze maatregelen stelt hij op minimaal 12 jaar. Hij pleit ook reeds (hoe modern!) voor ontzetting uit de ouderlijke macht. Wat de algemene gezondheids maatregelen betreft, vindt hij het noodzakelijk dat er in elke stad één of meer inspecteurs van de levens middelen zullen zijn. Ook neemt hij de partij van verleide jonge meisjes op en zegt dat in deze gevallen de mannen de meeste schuld hebben. Vandaar dat hij alimentatie-belden noodzakelijk vindt. Over kinderen, geboren uit een on wettige gemeenschap zegt hij, dat het zeer onbillijk is, deze kinderen de straf voor de fouten hunner ouders te trüirütfü-üitöürü ft ft ft ft ft ft ftft ft ftftfrftft-ftftt>ft<r<h Miebei bijde massajeugd Invitatie voor Hennie Hops g QEK, nu heb ik al zoveel dingen verteld, maar ik ben nog steeds ■tt niet toegekomen aan de belang- 2 rijkste takken van mijn werk. Daar 5 is bijvoorbeeld de afdeling Huis- 5 bezoek. Dat woord moet ik feitelijk •tt met enkel hoofdletters schrijven, v want al ons geploeter is waardeloos g als we hier niet aan toekomen. Neem nu alleen maar het geval ran Hennie Hops. Zonder huisbezoek zou Hennie Hops ten dode opge- schreven geweest zijn, en nu is er <t nog een goede kans dat ze later ge- 2 zond en wel door het leven kan g huppelen. Het ging zo. Een goed jaar ge it leden ontdekten we opeens, dat we nog ruimte hadden voor een nieuw H clubje ran hummels tussen de acht 2 en de tien jaar. Dat kan gebeuren: H er is een zaaltje vrijgekomen, er is g een nieuwe jeugdleidster benoemd 5 dat was ik destijds er zijn it enkele nieuwe aanmeldingen, die op 5 de bestaande groepen niet meer on- derpebracht kunnen voorden. Nu is er niets eenvoudiger dan het rer- it zamelen van twaalf clubkinderen 2 ran een bepaalde leeftijd. We gaan H doodgewoon het kaartsysteem be- 2 studeren en daar rollen meteen 2 niet slechts twaalf maar twaalf maal it twaalf potentiële klantjes uit. Ons volgende werk is dan om de ouders H van deze adspirant-leden te gaan bezoeken en hen te vertellen dat ze it desgewenst hun kroost dan en dan 2 daarheen kunnen sturen. Op één H van deze strooptochten kwam ik te land bij de familie Hops. 5 We hadden voorheen met dit ge zin geen contact gehad, en we wis ten er ook niet zo bijster veel ran. De gezinskaart vertoonde enkele hiaten: die Hennie stond er op en ook een ouder en een jonger broer tje, maar blijkens de aantekeningen moesten er nog enkele andere kin deren Hops bestaan, waarvan we geen bijzonderheden kenden. Dat betekende dus, dat het gezin niet bepaald kerkelijk meelevend was, laten dragen. Zij behoren dus wettig verklaard te worden en de vader, in dien deze bekend is, moet voor hen zorgen, tot zij m staat zijn dit zelf te doen. Als de vader daartoe de middelen niet heeft, moeten zij op staatskosten worden opgevoed. Hij meent dat de ongehuwde moeders niet meer tot kindermoord zullen ko men, indien ze er zeker van zijn, dat de vader zal veroordeeld worden tot het goedmaken van het kwaad dat hij tegenover hen bedreef. ZEER merkwaardig is, wat hij over het atheïsme schrijft: „Wat," roept de fanaticus uit, „niet aan het bestaan van een God te geloven is een afgrijselijke misdaad die men moet straffen." Maar ik vraag u zou iemand, die te goedeT trouw is, schul dig kunnen zijn? Is de ongelukkige niet het eerste slachtoffer van zijn verblinding? Hij heeft geen troost in dit leven en hij is zonder hoop voor het toekomende; daar hij niets ziet aan de overzijde van het graf, opent zich een afschuwelijke afgrond voor zijn schreden en hij gaat voor altijd onder in de eeuwigdurende nacht. Ongetwijfeld is het nuttig voor de staat, dat de leden er van aan God geloven, maar het is nog nuttiger, dat zij elkaar niet vervolgen. Trouwens, wat vreest ge, indien de godloochenaar slechts zijn rede laat spreken? Gij hebt op hem vóór dat ge een verlicht verstand hebt, aan u is het hem schaakmat te zetten." Er blijkt uit zijn geschrift zelfls, dat hij groter rechtsgevoel had dan onze regeerders na 1945, want hij zegt: De wet kan geen beschuldigde veroordelen dan na hem de midde len gegeven te hebben zich te verde digen; vier en twintig uur na zijn gevangenneming moet men hem een afschrift geven van de punten van be schuldiging, die tegen hem zijn inge bracht met de namen van de beschul digers en de getuigen; men geve zijn bloedverwanten, vrienden en kennisen vrije toegang tot hem; men moet hem pen, inkt, papier en andere dingen brengen om zijn verdediging voor te bereiden. Zelfs als de mens in boeten is ge slagen, moet alles hem er aan herin neren, dat hij vrij is, dat niemand hem kan onderdrukken en dat hij niets te vrezen heeft, als hij de wet ten niet heeft geschonden." Wat zou het de F. 221ers waard zijn geweest en nog zijn, indien de revo lutionnair Marat als rechter over hen was aangesteld. Natuurlijk zou ik nog veel meer kunnen aanhalen uit dit merkwaardi ge boek Ik doe dit niet, omdat ik meen genoeg geciteerd te hebben om te bewijzen, dat zelfs Marat n'est pas si diable qu'il est noir, (niet ao zwart is als men hem afschildert). Dr. F. C. DOMINICUS want de vrouw zei: „Daar doene me 4 niet aan. Ik geef aan de tb en de 4 kanker en dat is genoeg!" Het was 4 een wat vreemde geloofsbelijdenis, maar daar was ik toen al een beetje O aan gewend. Ik had al eerder de 4 mededeling in ontvangst genomen, dat men bij de VARA of was het 4 toen de AVRObehoorde, en nog iemand anders had onthuld'V Me binne mormoon!" Het laatste heeft trouwens een geestelijke ach- O tergrond, maar straatcolleeten als 4 geloof het is wat pover. De vrouw ft vond dat echter klaarblijkelijk vol- 4 doende, want ze maakte reeds weer aanstalten de deur helemaal te «lui- 4 In wanhoop ratelde ik toen: o .Maar het is om Hennie! Ik wilde 4 vragen of ze bij ons op een clubje 4 kwam. We hebben juist een nieuwe groep. En het is er heel gezellig. o En ze gaat toch niet op een club...?" Dat laatste was een schot in de 4 lucht, want Hennie kon op tien ft andere clubs zijn. Naast ons werken 4 immer* andere Protestantse en 4 voorts humanistische en rooms- 4 katholieke groeperingen. Best mo- gelijk dat Hennie die bezocht: mi*- schien wel alle andere soorten 4 tegelijk. Maar laat ik het geluk A hebben gehad dat dit niet het geval 4 was. 4 „Zo", zei de vrouw peinzend, ,^Zo, voor een club....!" De deur ging weer een decimeter verder open. Weer niet ver genoeg, maar geluk kig niet potdicht. „Zo...", zei ze dan nog eens. en dacht hevig na. „En ivaar was die club?" informeerde ze dan. Ik vertelde de bijzonderheden: dag, uur en plaats. Ik animeerde nog een beetje extra, maar of ik succes had, kon ik niet met zeker heid zeggen De vrouw nam de ge gevens kennelijk in zich op. en ten slotte zei ze: ,Jk zal er met m'n man over praten.... Misschien komt ze wel!" Dat was alles. Maar mijn kinderhand is gauw gevuld. Ik ben al verrukt met twintig gulden als ik er twintigduizend nodig heb. En dus had ik de beste hoop dat Hennie komen zou. Hetgeen ze dan ook prompt op de eerste clubmiddag dééd! MIEBEL en het eerste bezoek bevestigde dat alleszins. „Mot 17?" zei de vrouw des huizes, toen ik aanbelde. Ze zei het uitermate kortaf en keek daarbij zo wantrouwend als het maar kon. Ze maakte ook geen aanstalten om de deur zó ver open te doen dat ik haar helemaal in ogenschouw kon nemen, laat staan dat ik binnen kon stappen. Het was alsof ze iets ver borg, en achteraf bezien deed ze dat inderdaad. Maar dat wist ik toen nog niet. Jk wou U wat vragen zei ik. Ik aarzelde even. want soms gaat de deur dan toch wel helemaal open. Bovendien regende het: het was niets geen pretje om daar aan die deur te hangen. Maar de vrouw toonde zich niets toeschietelijker en keek enkel maar ongeïnteresseerd afwachtend. Ik moest dus wel ver der praten en zei: Jk ben jeugd leidster. Van de kerk Dat bleek een verkeerde zet op het schaakbord ran het gesprek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 9