Blad
ALLES VAN WOL
BIRGIT PERSSON, moeder
drie kinderen, IS SECRETARESSE
De Franse
keuken is
beroemd
Recepten
Joodse keuken
Welkom in de strijd!"*
nieuwe leidsche courant
van
STOCKHOLM, September 1955.
ar_ Er moet altijd een goede reden zijn, om bepaalde personen
en- eens in de schijnwerper te zetten. De Zweedse kranten en tijd-
nd- 'schriften grepen een gelegenheid aan, om de Zweedse vrouwen
eens te bewieroken, en wel naar aanleiding van het feit, dat....
?or een Zweeds meisje tot Miss Universum (leterrlijk vertaald; Juf-
,?j frouw Wereld) was uitgeroepen.
0p De schoonheid en de goede hoedanigheden van Hillevi Rom-
ies bin, zoals de naam van het meisje luidt, werden in den brede uit
gesponnen. Maar daarnaast liet de Zweedse pers er geen twijfel
over bestaan, dat Zweden niet alleen in dit opzicht trotst kan
:rk zijn op zijn vrouwen ze zijn over het algemeen knap en dat valt
3e- vooral de buitenlanders op), maar ook op het feit, dat het in vele
opzichten aan de vrouwen te danken is, dat Zweden zo'n hoge
,y_ levensstandaard heeft.
Vader Persson is leraar aan
n van Stockholms middelbare
scholen. Zijn vrouw, Brigit,
heeft een volle dagtaak aan
haar secretaressebaan. De beide
zoons Sven en Bertil zijn 12 en
jaar, het dochtertje Dag-
komt daar met haar acht
jaar tussen in.
Het is vooral aan de werkende vi„„„
te danken, dat de levensomstandighe-
en, den in het land op het ogenblik beter
ac. pijn dan ooit. Het valt iedere buitenlan
der op, dat de Zweden zo goed gekleed
lijn; vooral de vrouwen zien er z
modieus uit en tot in de puntjes s
■orgd. Werkelijke armoede vindt r
er niet. De lonen zijn hoog, en wie
de etalages kijkt, waar de mooiste
beste, maar ook bijzonder dure wa
zijn uitgestald, begrijpt, dat dit ook wel
H^oodzakelijk is.
Alle omstandigheden zijn aanwezig om
de Zweed een luxueus en comfortabel
bestaan te geven en de werkende vrouw
foeeft er een groot deel toe bijgedragen
ln om Zweden dit „welstandspunt" te la-
en ten bereiken, Er zijn 832,000 werkende
vrouwen in Zweden, en ongeveer
fcwart hiervan is getrouwd. Vooral
(Stockholm is het percentage gehuwde
m «werkende vrouwen bijzonder hoog.
sn Het is hier heel gewoon voor een
der van een gezin van drie a vier
1 deren er een secretaresse- of typisten-
baan, of bijvoorbeeld een kapperszaak
of een winkel op na te houden. Er zijn
X talrijke regelingen, instellingen en ser
vices om de bezwaren, welke ontstaan
bij deze dubbele taak, op te vangen, en
om hier een voorbeeld van te geven,
stellen wij u voor aan het gezin Persson.
z\
Zo kunnen ze
er tegen
Het wordt nu langzamerhand
tijd om, als we daartoe de moed
kunnen opbrengen, een warme
winterjas te maken voor onze
jongens en meisjes van 10-12-14
jaar. (Voor 8 jaar kan men het
patroon apart bestellen). Het
model van onze afbeelding is een
vlot geheel, speciaal door de ver
werking van schouderstuk met
kraag en capuchon.
Grote zakken worden met bre
de naden opgestik, waarvoor men
dikke knoopsgatenzijde gebruikt.
Die zijde gebruikt men ook voor
het doorstikken van de onder-
kant, telkens op 1 cm. afstand.
Voor de leeftijd van 14 jaar heeft
men voor de jas nodig 2.25 m. a
1.40 breed.
Patroon nr. "'O kan aan onze
bureaux afgehaald worden tegen
wordt toegezonden indien men
aan de voorkant van de brief
kaart w -op de bestelling ge-
wordt f 0.50 aan -ovt-^aels
plakt naast de gen'one frankeer-
i i iicn geen
bestellingen meer worden aan
genomen.
De Perssons wonen in een
vier-kamer en keuken flat in
het hartje van de stad en zijn, 1
daar heel gelukkig mee.
Er zijn gezinnen, die drie a
vier jaren hebben moeten wach
ten om een paar kamers of een flat in
Stockholm tc krijgen. Maar wanneer het
eenmaal zover was, kregen zij een
woonplaats in een van de buitenwijken
van de stad, die nog wel Stockholm he
ten, doch vele kilometers van het cen
trum afliggen. De woningnood is ontstel
lend groot in Stockholm en de zgn.
sleepingtowns schieten als paddestoelen
rondom de stad uit de grond, doch nog
steeds wachten er duizenden op een
Stockholmse woning.
Om nu weer by de Perssons
terug te keren: om zeven uur loopt in
hun flat de wekker af en de ,,nog vijf
minuutjes blijven liggen" zyn in dit
gezin taboe!
Sven en Dagmar en vader Persson
moeten om acht uur op school zijn,
moeder Birgit begint om negen uur. Het
schoolgaande deel is na een haastig ont
bijt al spoedig de deur uit en de vrouw
des huizes heeft een klein half uurtje
om de huiskamer, die zoals de meeste
Zweedse woningen, gezellig en modern
is ingericht, een beter aanzien te geven
en de kleine Bertil aan te kleden
zijn ontbijt te geven.
Op weg naar het kantoor wordt hij
afgeleverd aan een z.g. kindergarten,
een soort bewaarhuis voor nog niet
schoolgaande kinderen met werkende
ouders. Met vele andere lotgenootjes
wordt Bertil hier door enige verzorgsters
beziggehouden, krijgt zijn twaalfuurtje
en kan spelen zoveel hij wil, tot zijn
moeder hem om zes uur weer op komt
halen. Over de lunch behoeft mevrouw
Persson zich niet te bekommeren. De
kinderen zijn op een staatsschool (er
zijn niet veel privaatscholen in Zweden)
en krijgen daar eèn lunch, die evenals
hun lessen, boeken en eventuele medi
sche verzorging gratis is.
Tussen dc middag heeft mevrouw
Persson haar boodschappen gedaan en
het voedsel voor de avond ingekocht.
Het menu luidt: biefstuk, aardappelen,
bietensla en pannekoeken, natuurlijk
aangevuld met het traditionele Zweedse
knackebröd. Het enige wat zij te doen
aeeft is de aardappelen te koken, de
rest is kant en klaar gekocht en hoeft
slechts enkele minuten te worden opge
warmd. Zelfs de jus wordt in gestolde
vorm bij het vlees geleverd.
Wanneer het gezin aan de maaltijd
herenigd is, worden de ervaringen
van de dag uitgewisseld en bespro
ken wat er de volgende dag noodza
kelijk is op het gebied van boodschap
pen en inkopen. Een ieder krijgt dan
een kleine taak toegewezen om de
huishouding op deze manier op peil
'e houden. Na het eten hebben de
kinderen hun huiswerk, vader zijn
werk en liefhebberijen of hij gaat uit
met moeder.
Een ieder bevalt de gang van zaken
i best. over de was of kapotte of
maken kleding maakt mevrouw Persson
zich niet druk, er zijn wasserijen
Het was allemaal wol wat de klok sloeg op die
grote modeshow, die deze maand in Londen ge
houden werd en (uiteraard) onder auspiciën
stond van het Internationaal Wol Secretariaat.
Uit verscheidene landen waren inzendingen ge
komen van ontwerpers, die zonder uitzondering zich bediend hadden van het materiaal „dat niet te
vervangen is", nl. wol.
Daar was bijvoorbeeld een Italiaanse in
zending, waarin natuurlijk tweed een belang
rijke plaats tnnam. Van tweed was ook het
pakje gemaakt, ontwerp: Cesare Guidi, dat u op
bijgaande foto ziet afgebeeld. Dat costuumpje
was heel eenvoudig gehouden: een kraagloos
jasje, glad van vorenenigszins blpusend in de
rug. De lage heuplijn werd geaccentueerd door
een opgestikte ceintuur, die van voren niet
helemaal doorliep. De loden mantel, die er bij
hoorde, was „double-faced" in de kleuren fles-
sengroen en rood.
Een bijzonderheid was de mantel uit Zweden
van grafietkleurige Molton tweedDe liggende
kraag, niet helemaal aan de hals sluitend, viel
minder op dan de „meloen"-vorm van de mantel
zelf, verkregen door een soort hoepel in de
voering. Datzelfde effect was ook bij de mou
wen bereikt. Het ontwerp was van Rune Ull-
hammar.
Tenslotte een ontwerp van Michael uit Londen:
heel fijne tweed was gebruikt voor een complet,
waarbij de nadruk viel op de cape. Deze was
gevoerd met een grof wit-zwart tweed weefsel.
naaisters genoeg in de stad. Het enige
waar zij graag hulp voor zou willen heb
ben, is voor het schoonhouden van het
de noodzakelijke inkopen, doch
de grote moeilijkheid: huis-
goed als
(DE GEMIDDELDE LEVENSDUUR)
aa&
houdhqlp is in Stockholm
niet te krijgen.
De meisjes werken liever in de fabrie
ken, waar zij veel verdienen en van al
le sociale voorzieningen profijt trekken.
Zij, die zich beschikbaar stellen voor
huishoudelijk werk vragen vaak meer
dan 230 gulden per maand plus kost en
inwoning. Voor Duitse meisjes is het nu
een grote mode om als hulp in de huis
houding naar Stockholm te gaan. Zwe
den met zijn hoge lonen, goed voedsel
en lange vacanties schijnt hen bijzonder
te trekken. In de zomer verlaat haast
iedere stads-Zweed zijn woonplaats
in een buitenhuisje (stuga) enige weken
van zon en zomer te genieten met zijn
hele gezin en de hulp; en vooral dit is
voor vele Duitse meisjes een attractie.
Het gebrek aan huishoudhulp in Zwe
den is een groot vraagstuk voor vele
werkende huisvrouwen en de kranten
staan dagelijks vol advertenties, w
in tegen aantrekkelijke aanbiedingen
huishoudhulpen gevraagd worden, overi
gens met bitter weinig resultaat. Een
soort adviesinstelling van de regering,
welke huls- en familievraagstukken be
handelt, houdt zich er zeer actief mee
bezig. Deze instelling wordt geleid door
de minister zonder departement, Ulla
Lindström.
Fru Lindström is de enige vrou
welijke minister in Zweden en is bij
haar landgenoten zeer populair. Zij
wordt wel de huismoeder van
staat genoemd en behalve in de staat
beoefent zij dit ambt ook nog op
der gebied, namelijk in haar eigen
gezin. Zij is getrouwd en moeder van
twee dochters en is dus een typisch
voorbeeld van de Zweedse werkende
huisvrouw.
Zweedse jachtrollade
Een maaltijd die aan de jacht doet
denken is een Zweedse jagersrollade!
Daarvoor hebt u nodig: 2 varkenslap
pen, samen ongeveer 500 gram wegend,
2 appelen, 10 k 12 gedroogde pruimen,
zout, peper, boter, een ui, wortel en
peterselie.
Laat de varkenslappen zo plat moge
lijk uitkloppen, leg ze naast elkaar, be
strooi het vlees met zout en peper
leg er enige rijen geweekte ontpitte
pruimen op. Leg er ook schijfjes appel
op.
Rol nu de lappen zo stijf mogelijk op
tot een rollade en bind deze vast of
steek ze vast met een paar pennen.
Braad de rollade in boter lichtbruin,
voeg dan wat water toe en eventueel
een stukje ui. wortel en peterselie. Laat
het vlees toegedekt gaar worden in één
uur tijds. Neem de rollade uit de pan
en «nijd er voorzichtig plakken af. Het
vlees kan zowel warm als koud ge
geten worden.
Gehoord:
dat een WestdulUe fabrikant
stoffen is gaan vervaardigen, met
perion versterkt, die een ver
vanging willen zijn voor de
stoffen, die vroeger gebruikt
werden bij klederdrachten. Vele
van deze kwaliteiten zijn niet
meer te verkrijgen, en daaraan
schrijft men het toe, dat de
klederdrachten hoe langer hoe
meer ln onbruik raken.
Gezien:
op de schoenenshow van het
modecentrum voor de schoen- en
lederbranche, dat de pumps met
een riempje over de wreef, van
so'n dertig jaar geleden, weer
een poging doet om mee te tellen.
Gelezen:
ln Ad Valvas, het wekelijks
mededelingenblad van de Civitas
Academica der Vrije Universiteit,
dat als onderdeel van de Lustrum
viering een taart-bakwedstrijd,
georganiseerd wordt voor de
Amsterdamse huisvrouw. De ge
bakken taarten, die ^maximaal
2.50 aan Ingrediënten mogen be
vatten, zullen worden aangeboden
aan het studentensanatorium in
Laren en verpleegsters van enige
grote Amsterdamse ziekenhuizen
Dominee liet geen
steekje vallen
De grijze, 64-jarige dominee R. R.
Parry, Congregationalistisch predikant
in Engeland, stond dezer dagen op
het toneel van een Parijs cabaret
tussen mode-ontwerpers en manne
quins, als winnaar van een inter
nationale breiwedstrijd. Aan deze
wedstrijd hadden twaalf europese en
aziatische landen deelgenomen en er
waren 120.000 inzendingen geweest.
Dominee had de vierde prijs be
haald en wel voor een door hem zelf
gebreide sporttrui. Hij werd vanzelf
sprekend hartelijk toegejuicht, maar
het gejuich werd een ovatie, toen
medegedeeld werd, dat zijn vrouw de
breikunst niet machtig is. Zij leest
hem voor uit theologische boeken,
terwijl hij breit
uit de
Elke huisvrouw vindt het prettig om van
tijd tot tijd eens een variatie te brengen
in het bekende repertoire van de dage-
lijkse menu's, hetzij door de spijzen eena
op een andere manier klaar te maken,
hetzij door een nieuw gereeht op tafel te
brengen. Daarbij staan haar ten dienste
de vele kleine boekjes met recepten, al
of niet uit een buitenlandse keuken, die
een aanvulling zijn van het stevige Hol
landse kookboek, dat menigeen in de
eerste jaren van haar huwelijk de weg
heeft gewezen op het terrein van de kook
kunst. De culinaire bibliotheek ia thans
verrijkt met een boekje in een prettige
uitvoering „Recepten uit de Joodse keu
ken" van B. E Polak. Men vindt er re
cepten in van algemene gerechten, die in
Joodse kringen geliefd «ijn o«. soepen,
vlees- en visschotels en de bereiding#-
wijze van specifieke Joodse spijzen, aoala
sjaletpot, kieclielics (dunne met poede**
suiker bestrooide koekjes) en vele pees*
recepten, vooral van matsen gemaakt.
Soms is aan de naam de oorsprong ta
herkennen. Zo is Gefillte Fisch (gevuld#
gestoofde snoek) uit Polen afkomstig ea
wordt saffraanrjjst met capucijnera Por
tugese rijst genoemd.
De sjalet is al sinds eeuwen het Joodse ge
reeht bij uitstek, dat vooral op Zaterdag
gegeten wordt. De Duits-Joodse dichter
Heine wijdde er in het begin van de
vorige eeuw enige coupletten aan in sjjii
gedicht Prinzessin Sabbat.
Schalet ist die Himmelspeise,
Die der Liebe Herrgott selber
Einst dom Moses kochen lehrte
Auf dem Berge Sinaï.
Wjj laten deze woorden voor wat ajj zijn,
maar zg tonen aan, hoezeer deze maaltijd
In een resolutie van de Joodse kroniek in
Leeuwarden in het jaar 1766 werd be
kend gemaakt, dat iedereen, die zijn
sjalet in de gemeenachappelgke oven zet-
te twee centen aan de opzichtera moeat
betalen. Hoogstwaarschijnlijk gaat de oor
sprong van dit gerecht nog vele tientallen
jaren terug. Het recept luidt: 1 flinke
mergpijp, 'A hg. runderpoulet, 100 gr.
Spaanse erwten, 100 gr. witte bonen, 50
gr. rijst, 1 eetlepel zout, een beetje foelie
of nootmuskaat, 3V£ 1. water. Kijk de erw-
ten en bonen goed na. Was ie en week
ae een nacht in ruim water. Kijk de erw
ten nogmaals na. Was de rjjst. Leg de
mergpijp op de bodem van een diepe pan.
Doe de poulet, de erwten, de bonen en
de rijst erbij. Strooi het aout en de foelie
erover. Giet er 3^ 1. water op. Sluit de
pan goed. Breng het aan de kook en laat
het dan op een laag pitje in vier aren
zachtjes gaar worden.
Ook de niet Joodse, huisvrouw vindt tal
van voortreffelijke recepten in dit boekje.
Zij bedenke erhter, dat allea ia bareid
van rundvet en plantenboter, omdat in
de Joodse keuken nooit melk en vlees
tezamen worden gebrnikt. Dit raat op het
Oud-testamentisrhe gebod: „Gij snit het
bokje, niet koken in de melk van de
moeder". Ez. 23 19, 34 26, Deut. 14 21.
Bij de samenstelling van dit boekje ia
rekening gehouden met de rituele voor»
schriften, die voor de Joden gelden.
Maar uitgebreide diners behoren
tot de uitzonderingen
Wie met Fransen goede vrienden wil
blijven, moet hen vooral in de waan
laten, dat men nergens ter wereld zo
goed eet als in Frankrijk. Het is een
feitde Franse keuken is wereldver
maard, maar dat wil nog niet zeggen
dat het dagelijkse menu van de families
Dupont of Durand ook smakelijker
rijker is dan de maaltijden van de fa
milies Visser of De Vries in Nederland'.
Met ons Nederlandse ontbijt bijvoor
beeld slaan wij hen met stukken. De
doorsnee Fransman gebruikt als „petit
déjeuner" slechts een flinke kop koffie
met melk en suiker, waarin ze al of
niet beboterd stokbrood soppen. Vlees
waren, kaas of ontbijtkoek komen er
niet aan te pas. Slechts bij uitzonde
ring gebruikt men er wat jam bij. De
eerlijkheid gebiedt ons evenwel te
melden dat Marianne niet van marga
rine houdt en het brood dan ook in
derdaad met boter besmeert, waarbij
zelfs de gaten worden dichtgemetseld
Het kopje koffie of chocolade dat wij
n wee -roepen over de
<5 tegenwoordige jeugd zouden
wij te harer aanzien bo
venstaande groet van onze
vaderen kunnen, nee
móéten overnemen.
In de afgelopen week is
v allerwege in ons land het
tien jaren jeugdwerk van
de gereformeerd georiën
teerde jeugdorganisaties
herdacht. Dat begon j. L
Zondag al in de kerkdien
sten. waar de preken spe
ciaal op de jeugd gericht
waren, jeugd-collecten ge
houden werden dóór en
5 vóór de jeugd. En in dat
alles riepen de ouderen hen
het „welkom in de strijd.'",
j toe. De jongelui voelden
het: „wij horen erbij" en
zij werden er zich van be
wust, dat vroeg uf laat de
verantwoordelijkheid voor
heel veel werk in het ko
ninkrijk Gods op hun
schouders zal rusten.
haren bij die «vonden heb
ben willen slepen- En het
was niet zonder weerzin, dat
mijn gedachten gingen naar
de twee brieven, die ik zo
juist uit onze lezerskring
had ontvangen De heer
J. N. te A. licht een zin
uit een artikel van Mary
Pos over de jeugd in Ame
rika en deze zin moet het
nu bij mij, „die altijd ba
weert dat de hedendaagse
jeugd wèl enders, maar
niet slechter is dan vorige
generaties" óók maar
„doen". Mary Pos schrijft
daar n.l. over de Ameri
kaanse kinderen: „Vroeget
waren ze ondeugend, nu
misdadig om van het zede
lijk peil nog maar te zwij
gen".
INDERDAAD: zulke
jeugd is er en helaas
niet alleen in Amerika,
maar ook in ons goede
landje. Maar mijnheer N.,
moeten we nu al die op
groeiende kinderen over
eén kam scheren en fi-
fuurlijk gesproken op
én grote hoop op de vuil
nisbelt gooien? En wij
maar vanaf onze „tronen"
roepen: „Afval! De grote
afval! Rechtstreeks uit de
hel en de duivel zal bij het
dansen en zingen van die
kinderen vóór de kerk
dienst, de maat wel slaan"
zoals de heer A. den H
uit N. mij schreef? En dan
dat ingesloten stukje over
voorbehoedmiddelen ge
vonden in tassen van H.B
S.-ers en gymnasiasten- In
derdaad, dat is héél erg,
maar dank zij Gods gena
de is het percentage de
laatste jaren veel kleiner
van dergelijke „ontdekkin
gen" dan in de jaren vlak
na de oorlog. Moet daar
nu nóg eens over gekauwd
worden? Is dat opbouwen?
Is dat heilige jaloersheid
wekken in de harten van
onze jongeren? Een „kom
ga met ons en doe als wij"?
Als wij oudere Christenen
niet veel meer weten te
doen dan een „wee-wee"
roepen, dan moeten de
jongemensen daar wel wee
van worden.
ER is onder deze jeugd,
vergeet dit toch
niet! die is voortgekomen
uit twee wereldoorlogen nog
zo ontzaglijk veel om voor
te danken. Dat hebben wij
in veel enthousiaste samen
komsten in de afgelopen
week wel kunnen waarne
men. In het „Centraal
Weekblad der gereformeer
de kerken" schrijft prof.
Waterink: „Al dat gepraat
over het thema dat er toch
zo ontzaglijk veel aan (de
kerk) mankeert, neemt het
echte geloofsenthousiasme
weg. Zou dit niet één van
de oorzaken zijn, dat wij
gelukkig bij zoveel jonge
ren wel een prachtig en
thousiasme vinden? Die
klagen niet. Terwijl zoveel
anderen altijd er maar
over praten dat het zo
slecht gaat!" En dan
schrijft prof. Waterink even
verder: „Mag ik nu eens
dringend vragen: zie eens
in geloof wat er werkelijk
aan leven leeft, ook
onder onze jongemensen
Dan zullen we dankbaar
kunnen wezen en dan
groeit vanzelf ook weer
ons optimisme."
Ziet u, dit is opbouw,
hier spreekt het geloof in
de God des Verbonds, die
machtig genoeg is om ook
het
Christus getuigt. Integen
deel. Als we dan bovendien
onze mond nog vol „vro
me" praat hebben en met
teksten jongleren alsof het
ballen zijn, breken wij
Gods werk af en bedroeven
Zijn Geest. Roept het die
jongemensen toch in liefde
Ze toe: „Welkom inde strijd!'
vele opzichten an- Laat hen merken, dat zij
TN Zeist sprak prof. dr
1 J. A Diepenhorst de
vorige week Zaterdag over-
„De roep van de nieuwe
tijd!" Na zijn redè ver
deelden de jongeren zich in
discussie-groepen, die het
door de spreker gezegde
onder de loupe namen, vra
gen en opmerkingen ver
zamelden enz. De daarop
volgende avond (Zondag)
werden deze door prof. Die
penhorst beantwoord en be
handeld. Ik zou allen, die
niets beters weten te doen
dan de tegenwoordige jeugJ
a at te kraken, wel met de
zijn
ders dan wij vroeger,
geren dikwijls zo heel an
ders dan zoals wij graag
zouden willen. Een maxi
mum aan geestkracht en
wijsheid wordt er van ou
ders en onderwijzers ge
vraagd en menigeen vraagt
zich angstig bezorgd af:
..zit er wel een sprankje
geestelijk leven in?"
V<T AAR dan vergeten wij
de enorme kracht van
het gebed. Dat is het aller
beste wat wij voor onze
kinderen doen kunnen: hen
telkens en telkens maar
weer opdragen in het gebed
aan Hem. Die ook nu
over de lammeren van
Zijn kudde waakt.
En dan in de tweede
plaats: ons voorbeeld. Als
wij hele dagen lopen te
klagen, ontevreden zijn
jaloers of prikkelbaar, ais
wij roddelen over onze
naaste in wiens gezicht wij
poeslief doen enz. enz., ja
dan kan de jeugd ook
letterlijk niets meer aan
ons ontdekken, dat van
bij horen, dat wij hen
er niet bij kunnen missen
dat zij straks de fakkel
verder moeten dragen en
dat wij hun die ook toever
trouwen.
MARGARITHA
Mhr. J. N. te A. a.d. R.:
Naar aanleiding van dat
uitknipsel, dat u insloot
over het boek „Zijn werk
wacht" door ds. G. Meij-
nen en ds. G. R. Visser zou
ik u dringend willen vra
gen: lees dit boek nu eens.
Ik heb het in mijn bezit
maar daarin worden da
jongemensen nu bezien en
ook toegesproken, op he#
andere, zelfs tegengesteld»
wijze dan u dit doet. Wa»
dat andere uitknipsel be
treft: dat Is ook méér dan
ergerlijk. Maar zo zijn z*
niet allemaal! En vraag
niet uit wat voor gezinnen
deze vandalen komenl Ik
geloof, dat we in heel war
gevallen terug moeten naar
de ouders!
twaalf uur gebruikt
het „déjeuner", de feitelijke hoofdmaal
tijd. die steevast begint met aan kleine
hors d'oeuvre. meestal een paar schijf
jes worst, een sardientje of een hard
gekookt ei met wat mayonnaisa.
Als tweede gerecht neemt de Frans
man vervolgens een stuk vlees, dat in
de regel groter en zwaarder is dan het
Nederlandse stuk, en waarbij hij ijve
rig brood eet en water, bier, cider of
wijn drinkt. De derde schotel bestaat
groenten en als zodanig kunnen ook
dappelen gelden. Bij gewone huis-,
ï- en keukenmaaltjes besluit men
met een stukje kaas en-of een kopje
koffie zonder melk. Ook met zo'n maal
tijd kunnen wij in Nederland vlot con
curreren!
Geen thee 's middags
wordt
bestaat uit een kop zwarte koffie
een glas witte wijn, wat koekjes of «en
stuk peperkoek. Daarna moeten da
Fransen hun eetlust bedwingen tot on
geveer acht uur. toms nog later. Ze
gebruiken dan een bord soep, bijna
steeds bereid met aardappelen, groente
stukje kaas of een ander des-
De Vinderen van Marianne gaan door
voor vleeseters en ze zijn er trots op,
dat ze verbazend goed eten, maar als
we het onderscheid tussen margarine en
boter niet in aanmerking nemen en onze
schijfjes worst, ham, rookvlees etc.,
waarmee wij onze boterhammen ver
sieren wél, dan kunnen we wel zeggen
dat wij in Nederland beslist niet min
der goed eten. Na de avondmaaltijd van
acht uur krijgt de Fransman niets meer.
Bij ons wordt zo'n lange avond toch
ken door een kopje
i koekje-
streling voor tong
Anders dan in Nederland onthaalt men
de vrienden niet op een kopje koffie
na het avondeten, maar op de maaltijd
zelf. De hors d'oeuvre wordt dan iets
extra's, het vlees is van buitengewone
diverse dranken..
Vóór het eten neemt men een apéri-
tiefje, om bij de hors d' oeuvre een
witte wijn (sec) te drinken. Bij het
vlees volgt een Bordeaux of een Bour
gogne. terwijl men bij het dessert
overschakelt op zoete witte wijn of
champagne. Daarna komt er nog koffie
met cognac voor de heren en likeur
voor de dames. Steevast begint er dan
een gesprek over de heerlijkheden wan
de Franse keuken en iedereen doet net
of de lekkerste sausjes en de beste
wijntjes dagelijks zijn tafel sieren.
Daling wolprijzen slechts tijdelijk
de wolprljzen niet binnen korte
zouden stijgen, aldus de heer
Jan Koolman, voorzitter van de Zuid-
afrlkaanse Wol Raad. Het prijsverschil
tussen marine- en crossbredwollen ia
thans fering; de kans bestaat dat da
wolproaucenten zich meer gaan toeleg
gen op de productie van grovere wollen.