Hefschroefvliegtuigen waken over de Karei Doorman €552339 De zomer is voorbij T,i.R>Mïj3EÈ.SZ>bi«5i;q*e4»iBx««£Ü l ZONDAGSBLAD 24 SEP1UUER kers. Op hen rust de taak om bij hulpverlening in samenwerking met de vlieger snel en doeltreffend op te treden, desnoods langs een kabel of touwladder af te dalen om een in nood verkerende vlieger bij te staan en de haak van een hijskabel (hoist) vast te maken aan zijn zwemvest. Want dit kan gebeuren: Een neergestort vliegtuig drijft als een aangeschoten vogel op het water. In de cockpit bevindt zich nog de half verdoofde piloot, die zich zelf niet kan bevrijden. Hij is stijf als een pop ln zijn zware vlieger overall. Ieder ogenblik kan de ,,kist" naar de bodem van de oceaan zin ken. Er wordt een doortastend op treden gevraagd. Een korporaal- vliegtuigmaker laat zich als een cir- cusartist zakken, hij trekt de prop uit zijn zwemvest, waardoor het automatisch wordt opgeblazen, pikt de vlieger aan de haak en springt zelf in zee, waar hij blijft ronddob beren tot hij als laatste wordt opgepikt. Korporaal Krouwel van de Delilah, die al heel wat koene en geslaagde reddingspogingen heeft ondernomen. DE mannen met het gele zwemvest over de borst, hebben een inten sieve training achter de rug. Zij kunnen eerste hulp verlenen met de genees- en verbandmiddelen, die aan boord zijn- Een rubberboot, draag baren, gereedschapskist, touwen, ka bels, touwladders en andere hulp middelen behoren tot hun uitrusting. Het belangrijkste hulpmiddel is ech ter de hoist, de kabel met haak, wel ke door motorkraoht opgehesen kan worden, zodat het slachtoffer in een soepel en gelijkmatig tempo om hoog komt. De dood is nog nooit in het spel geweest bij de ongelukken, die op en om de Karei Doorman gebeurden. Eens stortte een vliegtuig, dat met de katapult werd afgeschoten, vlak voor het snel varende schip in zee. De vlieger scheen reddeloos verloren. Hij verdween met zijn toestel onder het vaartuig, doch kwam na enkele minuten achter het schip weer aan de oppervlakte. Korporaal A. Krauwel van de De lilah heeft deze wonderbaarlijke red ding op zijn naam staan. Hij pikte de bewusteloze vlieger aan de haak en bleef zelf op zijn zwemvest in zee drijven tot de Cleopatra te hulp snelde. De onfortuinlijke vlieger herstelde voorspoedig Hij loopt nu kaarsrecht over het vliegdek met zijn filmcame ra. Soms staat hij peinzend stil bij de blauwe cabine van de Delilah en beschouwt de reeks witte poppetjes, waarmee de reddingen worden ge symboliseerd. Was de Delilah er niet geweest, dan stonden misschien zijn familieleden in gepeins verzonken bij een grafsteen. De witte mannetjes op de cabines, zich vastklampend aan een touw, herinneren aan ernstige en minder ernstige gevallen. Tijdens ons verblijf aan boord stortte een Avenger in zee. De Door man scheen het vliegtuig in de start van zich af te schudden. Het dook met een plons in de oceaan. Er wa ren twee inzittenden. Zij trokken de propjea uit hun zwemvest, sprongen in het water en werden enkele mi nuten later opgepikt. Een uur later zaten zu rustig aan de ontbijttafel, terwijl de vlieger die hen redde twee poppetjes schilderde D« vliegers hebben, als bet avun- Begin dezer maand is de Karei Doorman in Schiedam aangekomen voor een grote verbouwing, die meer dan een jaar in beslag zal nemen. Ons enige vliegkampschip heeft vele oceanen bevaren vóór deze lange doktijd noodzakelijk werd. Een van onze medewerkers maakte een oefenreis mee en schreef onderstaand artikel over de vliegende reddingsdienst. z nen wij, wiegend als in de schommelwieg van onze grootmoeder, Vv die nog altijd met be- "v «v zorgd gelaat naar de y aSv .VCjfifc hemel tuurt als een i« y' Jpiw' vliegtuig over haar hof- MSjr WNr je ronkt. Ach, wat weet WnB^Êl/ grootmoeder van deze JFtw ervaring, van het zwe- V. vcn boven een spiege- ■V*# lende zee met de zwar- y/' te, smalle streepjes van V torpedojagers en recht voor ons de onbedui- v dende grauwe rechthoek TT van Hr- Ms" Karel Doorman. De hoogte maakt ons t^gfg overmoedig. Onze met- f gezel tuurt met een V frons boven de ogen naar plat- form, waarvan een Sea- fury zich losmaakt. Zou I gevoel I hebben, dat men hem I de regie heeft toever trouwd over heel dit bonte schouwspel on der ons? De stuurknup- pel trilt losjes in zyn hand. Hij tast naar een knopje en dan is er opeens zyn harde, kra kende stem die ons tot de werkelijk heid terugbrengt: „We zitten hier eerste rang, niet?" De geestdriftige bijval onzerzijds gaat voor de mensheid verloren, om dat wij prompt verzuimen dat knopje in te drukken ALS blauwe libellen, nietig boven de oneindigheid der oceanen, zwe ven hcfschroefvliegtuigen om Hr. Ms. Karei Doorman, het enige vliegkamp schip van onze Koninklijke Marine. Hun taak is in overeenstemming met ide luchtige onbevangenheid, waar mee zij al spelevarend de damp kring verkennen. Geen moordend wa pen richt zich op de schepen onder hen en in plaats van bommenrichters en mitrailleurschutters hebben de he licopters mensenredders aan boord. Zij houden de wacht, als vliegtui gen starten van het kleine platform of met angstwekkende snelheid op het moederschip toestormen om te lan den. Een reeks poppetjes, met witte verf op de cabines gepenseeld, geeft aan hoeveel mensenlevens reeds met behulp van dit nieuwste reddingsmid del voor de verdrinkingsdood gespaard bleven. De Delilah spant de kroon, zij voert de meeste poppetjes Maar ook Cleo patra en Jezebel lieten zich niet on betuigd. In tegenstelling tot de vrou wen uit de oude geschiedenis, waar aan hun namen zijn ontleend, zijn de helicopters er geenszins op uit om mannen tot wanhoop te brengen. In tegendeel DE zee was glad en vol schittering van zonlicht, toen het bevel „He licopters gereed maken" door de luid sprekers van de Karei Doorman klonk. Als onervaren reizigers hadden wij ons reeds haastig geïnstalleerd in de glazen cockpit, naast de officier-vlie- zijde van onze kruin en het zwemvest was als een corset om 't lijf ge snoerd. Ruim en licht is de cockpit van de Cleopatra, een glazen koepel, waarover snelle schaduwen vallen van de draagschroef, die langzaam begint te wentelen. Het toestel schudt op de vier kleine wielen. Een diri- geerder in zijn knalgele vest, beho rend tot het grondpersoneel van de Doorman, maakt bewegingen of hij eieren klutst Op dat signaal verhoogt de vlieger het toerental van de motor; een oor verdovend geronk valt als een hagel bui op ons glazen huis. Op dat mo ment wordt een laatste vlaggesein ge geven, de man in het gele vest springt opzij en met oen koddig sprongetje wipt ons toestel omhoog. Het verheft zich aarzelend boven het vliegdek, waarbij de wielen als tastende poot jes van een insect nog houvast schij nen te zoeken. Dan spreekt de stuurknuppel het be slissende woord. De Cleopatra schijnt opeens tc kantelen en stormt dan scheefhangend met een wijde boog naar het zuiden. WU vliegen! De Atlantische Oceaan glanst en schittert onder het licht van een uit bundige middagzon. Daarboven dei- Eerste rang. De zon stooft ons warm en Cleopatra wiegt ons teder in het grote hemelbed. Beneden ons, op dat kleine drijvende vliegveld, zijn de zenuwen tot het uiterste gespan nen. Verkenningsvliegtuigen worden door de katapult-installatie als een steen van het dek geslingerd, jagers overwinnen brullend de wetten van de zwaartekracht en even later staat de batsman gereed om binnenkomen de vliegers seinen te geven voor de landing. De bats zwaaien als kleuri ge papegaaien om zijn hoofd. De helicoptcr-vliegers zijn volko men vertrouwd met dit ceremonieel. Bij iedere start en landing nemen zij hun wachtposten in. Op enige afstand van het schip hangt Delüah; zij is „stand-by" en zal toeschieten, zodra haar assisten tie nodig is. Cleopatra heeft dichter bij het vliegkampschip haar anker in de ruimte uitgeworpen, want als „plain guard" heeft zij de plicht om als een valk neer te schieten, wan neer een van de vliegtuigen in zee mocht storten. En dat gevaar is niet denkbeeldigl De vliegkampschepen zijn oorlogsbo dems, die het ontwikkelingsstadium nog maar nauwelijks achter de rug hebben en hun verschijning op de grote wateren riep vele problemen op. De beperkingen, die het kleine vliegdek oplegt en de sterke in vloed van weersomstandigheden ma ken het risico voor de vliegers vrij groot. Het neerstorten van vliegtuigen in de onmiddellijke omgeving van het schip behoort tot de voor de hand liggende gevaren. Vroeger hadden de vliegkampschepen een torpedoja ger of andere volgboot in het kiel zog, die tot taak had neergestorte vliegers op te pikken. In de helicopter schijnt men nu echter het volmaakte reddingsmiddel gevonden te hebben. Zij zijn snel, gemakkelijk wendbaar en kunnen als zwevende ambulancewagens bijna roerloos boven de plaats des onheils blijven hangen. 7J AN boord van Hr. Ms. Karei Door- man troffen wij twee hefschroef- vliegtuigen aan: Delilah en Cleopa tra, die dertien mannen voor zich op eisen. Het commando over deze red dingsbrigade is toevertrouwd aan een jonge officier-vlieger. Als een druk vliegprogramma wordt afgewerkt, gaan de hefichroeff vliegtuigen soms vijf of zes keer per dag hun posten betrekken en nooit mag daarbij de waakzaamheid der inzittenden verslappen. Het zijn merkwaardige toestellen, zoals zij daar hangen in bedwongen kracht, met boven zich het snelle wieken van de driebladige draag schroef en op de staart het snelle propellertje, dat bij de besturing niet gemist kan worden. Het is nu ongeveer een jaar gele den, dat de helicopters aan boord van de Doorman kwamen. De Ma rineluchtvaartdienst heeft de be schikking over vier van deze toestel len: Cleopatra, Delilah, Jezebel en Salome. Mocht het kwartet worden uitgebreid, dan is het aan de vliegers wel toevertrouwd om niet minder roemruchte vrouwennamen aan de historie te ontlenen. Maar daarover maakt onze vlie ger zich nu nog geen zorgen. De vrouwen laten hem koud- Hij werkt. Zijn ogen knipperen geen moment voor het felle, op de zee weerkaat sende zonlicht. Hij staart naar de Doorman. Er gaat even een trekking over zijn gladgeschoren kaak. Vlieg tuigen cirkelen o«n het schip en plotseling is er één, dat de sprong waagt. Het hipt als een halfverdoof- dc vlieg over het dek en komt met een kleine buiging tot stilstand. De officier-vlieger van Cleopatra zegt: „Wéér één". Daarna tuurt hij de he- Opeens is er bij zijn voeten een hand, die een kabel weggrist. Die hand behoort aan één van de twee redders in de cabine achter ons. Het is een tamelijk ruim verblijf, waar van de groene bekleding (een ge luiddempende stof) doet denken aan een luxe boudoir. De inzittenden kan men echter geenszins vergelijken met salonjon- otriuYintn Muziek voor piano, fluit, viool en orgel OPGEDRAGEN aan <m'n liefste Chou- Chou", schreef Debussy boven het manuscript van zijn pianowerk „Child ren's Corner". Die Chou-Chou was het dochtertje van Debussy. Eigenlijk heette ze Claude-Emma. maar haar vader noemde haar altijd Chou-Chou en met zoveel liefde had Debussy deze suite van kleine pianostukjes voor haar ge maakt, dat hij er zelf nog het omslag voor tekende ook. Dit kind uit het twee de huwelijk van Debussy heeft altijd een grote plaats ingenomen in het hart van de componist. Een jaar na haar vader stierf ze op 14-jarige leeftijd (1919). Met deze Suite heeft Debussy getoond ook in het kleine een groot kunstenaar te zijn. Heel simpele stukjes zijn het, maar zo geniial dat men er terstond de meesterhand ln herkent. En de kin dervriend. „Children's Corner" (Kinder hoekje) werd geschreven in 1908 en be vat zes deeltjes: „Doctor Gradus ad Parnassum" (irontsering van de vinger oefeningen), „Jimbo's Wiegelied" (heer lijk sprookje van speelgoed-olifant), „Serenade voor de pop" (geestige droef geestigheid), „De sneeuw danst" (on onderbroken beweging van vallende sneeuwvlokken), „De kleine schaapher der" (rank en karakteristiek herders- wijsje) en „Goiliwogg's Cake-Walk" (de kleine neger Golliwogg danst een lustig Amerikaans dansje, de cake-walk). Van deze Suite maakte DECCA een prachtige opname met de 25-jarige Ita liaan Paolo Spagnolo aan de vleugel, de pianist die in 1941 al de eerste prijs op het Internationaal Muziekconcours in Genève won (langspeelplaat LW 51871. Reeds vroeger heb ik op de kwaliteiten van Paolo Spagnolo gewezen in deze ru tuur eenmaal achter de rug is, nog een kleine plechtigheid te verwach ten Zij worden opgenomen in de „ditching-club", waarin allen zyn vereend, die door hefschroefvliegtui- gen zijn gered. Voorzitter is de vlie ger, wiens belevenissen wij hierbo ven verhaaldenDe inlijving bij de ditching-club gaat gepaard met toespraken, een huldiging van de he- licopter-bemanning en het aansnijden van feesttaarten. Intussen starten op het vliegdek met donderend geraas de machines. En tussen zee en uit spansel hebben ide hefschroefvlieg- tuigen hun wachtposten betrokken, feest of geen feest. Deze reddingsdienst is slechts een onderdeel van de uitgebreide voor zorgen, die aan boord van het vlieg kampschip worden genomen om de veiligheid van mens en materiaal te verhogen. Wel spreekt zy het meest tot de verbeelding. Toen het Noorse stoomschip „Gatt" bij de Zuiderpier te Hoek van Hol land was gestrand, heeft de Delilah bij vliegend stormweer zestien opva renden gered. In drie kwartier wer den vijf vluchten gemaakt. Vechtend Zo vaart Hr. Ms. Karei Doorman, het vliegkampschip met 1400 man- legen een windkracht, die opliep tot 65 kilometer per aar, hing de blaawe libelle boven het wrak. Voor het eerst werden ln Europa schipbreukelingen door een helicopter gered. De cabine staat na vol met poppetjes en de dappere mannen kregen een onder scheiding. Er komt dus nog wel wat anders kijken, dan het sachte deinen boven een sonovergoten oceaan, waarvan wtj hi ao ruime mate hebben ge- LEO J. LEEUW 16. briek en ook -iu weer geeft hij een ver rukkelijk spel ir. deze kinderstukjes, prachtig van tcucher. -Technisch is de opname volmaakt uitgebalanceerd. \7 \N het toetsinstrument naar het blaasinstrument. Onze grootste Ne derlandse fluitist Hubert Barwahser solofluitist van het Concertgebouworkest, heeft al heel war platen voor PHILIPS gemaakt. Hij hoéft er nu een plaat aan toegevoegd, die riet alleen door het spel van Barwahser, maar ook door de uit gevoerde werken bijzonder interessant is. Aan de ene plaataijde is opgenomen de Suite voor Ruit en strijkorkest in a-moll van Teleir.ann en aan de andere zijde het Concert voor fluit en strijkor kest in D-dur van Haydn. (langspeel plaat N 00208 L). Georg Philipp Telemann werd op 14 Maart 1681 te Magdeburg geboren in een domineesfamilie. Op 4-jarige leeftijd was hij al wees en zo moest Telemann al vroeg zelfstandig een weg door het le ven kiezen. Die weg is een weg van eer en roem geworden. Als Leipziger stu dent (in de rechten) richtte hij daar het studentengezelschap Collegium Mii- sicum op. werkte als organist van de Neukirche en zorgde steeds, dat de toenmalige Thomascantor Joh. Kuhnau kerkmuziek kreeg. Zo groot was Tele- mann's roem dat het stadsbestuur van Leipzig hem graag als opvolger van Kuhnau had aangesteld, doch na diens weigering dan „maar genoegen moest nemen" met Joh. Seb. Bach. Telemann was in Hamburg cantor van de Johan- neskirche en in deze stad overleed hij op 25 Juni 1767. Telemann was een veelschrijver, die meer muziek naliet dan Bach en Handel samen. Om een klein voorbeeld to geven: 40 opera's, 33 oratoria. 600 suites, 12 jaargangen can taten en motetten, enz. Telemann was vooruitstrevender dan Bach; hij was een meer Rococo-kunste- naar. die met een melodietje zo rank en licht speelde, dat het is alsof we met heel fijn en weelderig porcelein te doen hebben. De stijlen van de verschillende landen wist Telemann zich ook eigen te maken en zo geven zijn talrijke werken een zeer gevarieerd beeld. Ook de Suite voor fluit en strijkorkest in a-moll, een der meest charmante, sprankelende en vreugdevolle stukken muziek die ik ooit hoorde, heeft invloeden, o.m. van de volksmuziek. Zelden ook heb ik een werk zo heerlijk licht en in een echte rococo-stijl horen «pelen als op deze plaat door Hubert Barwahser en de Wiener Symphoniker o.l.v. prof. Bern- hard Paumgartner. In één woord: ide aal. De andere plaatzijde geeft ook een stuk prachtige spec-lmuziek, zonder pro blemen, zonder bijgedachten, alleen door dezelfde uitvoerenden ten gehore gebracht. Wellk een Teinheid heeft deze muziek en hoe is deze reinheid volko men onbevlekt gebleven in deze unieke opname. Een plaat die blij stemt. TER afwisseling nu een strijkinstru- A ment. nl. de viool. En daarvoor koo* Ik het Vioolconcert van Mendelssohn, ge- I einde, nog zijn DE oogst is voorbijgegaan. Zie maar, hoe kaal de velden en hoe gevuld de voorraadschuren zijn. Het hooi is in gezameld en het goudgele koren is binnengebracht. De oogst is uoorbyge- aaan en God heeft de hope van de landman niet beschaamd. De zomer is ten einde. Hij bracht ons regen en vruchtbare dagen. En ook de zonneschijn was in ruime mate ons deel. En toch is de zomer een schei dende gast, al strooit hij soms nog tot in de herfst met kwistige hand zijn schatten uit. Nog zijn wij niet verlost. Gy ryt mogelijk ziek en gij hebt in deze zomer vele smarten geleden, en ondanks zorgvuldige verpleging zyn de krachten niet weergekeerd. En gij herhaalt by u zeiven: De zomer is ten einde en nog zijn wij niet verlost. G\j verkeert mogelijk onder de druk. Daar kunnen grote zorgen zyn. Daar zyn kruisen, die verborgen zijn. De dagen zijn heengegaan en de weken zijn omgekropen. De zomer is ten einde, maar de toestanden zyn niet verbeterd. Gy gaat met grote zorgen de herfst in en de u»inter tegen. En gij herhaalt by uzelven: De zomer is ten einde en nog zijn wij niet verlost. Gij ryt mogelijk zondaar voor God geworden. Dit is een vrijmachtig uton- der van Gods genade. Gy hebt door Woord en Geest licht ontvangen, zodat gij bekend zyt geworden met uw ver loren toestand voor God. Gij zyt ont dekt geworden aan uzelf, en geen mens kon u helpen. Gij moet leren verstaan wat het zeggen wil: „Een mens kan geen ding aannemen, zo het hem uit de hemel niet gegeven is". Gy hebt ingezien, dat g\j niet alleen tegen sommige maar tegen al de ge boden van God zwaarlgk gezondigd hebt en geen derztlv* gehouden, en r dat gy steeds tot alle boosheid geneigd zyt. En terwijl de vogels zongen, moest uw ziel klagen: 't Is niet alleen dit kwaad, dat roept om straf; neen, 'k ben in ongerechtigheid geboren. Maar gy hebt leren roepen om ge nade. Doch, terwijl gij van andeien hoorde, dat zij in de ruimte gesteld zijn, is er voor U meer ellende dan blijdschap. En dat reeds zo lang. En gij herhaalt by u zeiven: De zomer is ten einde en nog zyn try niet verlost. Nog niet. Toch zal de uitkomst die nog toeft bereid zyn aan allen, die hun hope leerden bouwen op de Here, by Wie uitkomsten zijn, uitkomsten zelfs tegen de dood. Gods Woord getuigt: „Want de Zoon des mensen is ge komen om te zoeken en zalig te maken wat verloren was". En nu is het noodzakelijk, dat wy onze verlorenheid leren kennen, om de rijkdom van Christus te verstaan. Als wy sterven zonder Christus komen wy voor eeuwig om, en dat door eigen schuld. Vreselijk om nooit ver lost te worden van zonde en schuld. Het is nog zomerde zon van het heden der genade schijnt nog in haar heerlijkheid, de nodiging van het Evangelie moQen wy nog ver nemen. Haast u: de tyd is nab(j. Straks komt de eeuwigheid voor u en my. Voor Gods kinderen zal zeker de verlossing komen. Want er is een belofte voor u die zucht: ru>g niet. Niet in de mens. maar enkel in Christus. En deze belofte luidt: Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Die het zaad draagt, dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenen de; maar voorzeker zal hij met ge juich wederkomen, dragende zyn schoven. Zijt gy wenende? Waarlijk wenende naar God? Dan zult gij ook juichen over Gods vrijmachtige liefde De solo-fluitist van het Concert gebouworkest Hubert Barwahser, die met de Wiener Symphoniker een Fluitsuite van Telemann en een Fluitconcert van Haydn speelt. 00750 R). In 18*4 schreef Mendelssohn dit werk en op 13 Maart 1845 werd het in Leipzig ten doop gehouden door de violist Ferdinand David. Die eerste uit voering was een enorm succes voor Mendelssohn, maar de laatste uitvoe ring die er wellicht deze week van ge geven is, ergens op de wereld, is dat niet minder. Nog steeds bejubelt men Mendelssohn's Vioolconcert, en terecht. Er zijn weinig soloconcerten voor viool geschreven, die zo voortreffelijk voor het instrument zijn gemaakt en boven dien zulk een zeldzame eenheid verto nen van muziki.e inhoud en vorm. Hier is de romantiek op haar best, hivr is een melodische beleving waarnaar de mens van thans nog steeds hunkert. Geniaal is het spel van Grumiaux, door en door muzikaal en warm van toon. Het is alsof de meostcrviolist Gru miaux dit veelgespeelde werk tot nieuw leven brengt, bewogen en niet sentimen teel. krachtig en toch sereen En het spel van de Wiener Symphoniker onder Rudolf Moralt' is hiermee k) volmaakt evenwicht. Een uitzonderlijke opname. kwam een kleine 45-toeronplaat FAP 8236) uit met Richard Keys Biggs aan het kapitale orgel van de Heilige Sacra mentskerk tc Los Angeles. Hij sp It de Toccata en Fuga in d-moll van Bach (Petersband IV, no. 4) en de Fuga in e-moll (Petersband III no. 10). Dit is de eerste keer dat ik de naam Richard Keys Biggs hoor. De indruk die ik door deze plaat van hem kreeg is die van een enorm instrumentalist en een spon taan muzikant. Het spel van Richard Keys Biggs is zeer virtuoos, zonder dat dit virtuoze echter helemaal wordt toe gespitst. Zijn spcelvaardighcid staat in dienst van het kunstwerk, althans van zijn opvatting van het kunstwerk Ei. die opvatting is hoe zou men anders kun nen verwachten van een Amerikaans or ganist eigenlijk wat achter bij dc Imiio|-i' Bacli-opvatting De pciioile dat onze organisten eigen aandoeningen in Bach afreageerden zijn we wel te boven, doch Richard Keys Biggs is dat nog niet. Dat d_.et natuurlijk aan de vorm van Bachs kunst geen goed, doch aan de andere kant spuit er wel een grote dosis sponta.-e muzikaliteit uit. En zo hoort men op deze plaat speciaal de d-moll fuga in een soms heel erg vrij rhythmc. Keys Biggs ziet allereerst het monumentale. Dat geeft aan zijn vertol kingen Iets indrukwekkends, doch laat wel een wens over ten aanzien van de stylistische beheersing. De opnamen iijn buitengewoon goed gerealiseerd door de technici cn als specimen van een andere Bach-opvatting dan de gangbare is deze plaat toch wel een interessant bezit. CORN. BASOSKI. een pReekstoeL v&n öRie qulöen ln 1572 kwam de Augustijnerkerk te Dordrecht in handen van de Protesttn- tcn, doch een noodzakelijk kerkmeubel ontbrak. Daarom kreeg een Oorkums predikant, ds. Roelof van der Velt. de opdracht een preekstoel aan te kopen, wanrvoor hem, volgens een bestaande rekening, een bedrag van drie gul den werd ter hand gesteld. En hij slaagde nog ook, al was dan het spreek gestoelte „hemel "- (lees: klankbordil.-n Maar dit „stoel-element" kwam twintig jaar later ook! In 1626 besloot de kerkersad. ten ge rieve van eventuele te-laatkomcndc ge meenteleden, vlak vóór de kansel e,« „leye" op te hangen, met de te zingen psalmen, omdat „men inzonderheyt in den morghenpredicatle qualyck kunde weeten wat psalm gezonghen moest* werden". Leden van de aanzienlijkst* geslach ten uit Holla.id hebben In de Dordta* kerk o.a Dathenua, Vosslus. *.a. be luisterd Onder hen zag men b v. de Prins van Oranje, die hier met zijn ge malin Charlotte van Bourbon, hun doch ters naar het doopvont bracht. o.L Louise Juliana, later gehuwd met Pre- dcrik IV van de Paltz en Charlotte Bra- bantine. de latere echtgenot* van d* hertog van Fremouill*.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 10