REE-
MUK
IJSKAST
m m ff
9 9 9 9 9
b' m/' m
2
ZONDAGSBLAD 3 SEPTEMBER 1955
REE-MUK baande zich behoedzaam
en onhoorbaar een weg door het
dichte kreupelhout. Reeds urenlang
gleed hij als een bruine schaduw door
het woud om zijn klemmen te inspec-
De zon stond in het zenith toen hij
een smalle diepe kloof bereikte, die
«uin weerszijden dicht met bomen be
groeid was. Op een vafi de oevers
glinsterde een kleine stalen klem. In
de klem zat een wezel met goud
bruine vacht.
Ree-Muk knorde tevreden en stopte
de buit in een zak, waarin zich reeds
een otter en een steenmarter bevon
den.
Ongeveer een halve mijl verder
lag een jonge noorse pijnboom door
de winterstormen ontworteld. GrotesK
staken de wortels met grote kluiten
aarde en mos in de lucht. In één
van die kluiten ontdekten de scherpe
blikken van Ree-Muk een steen, die
geheel verschilde van andere stenen
die hij ooit gezien had.
Behendig maakte hij de steen los
en bekeek hem nieuwsgierig. Voor
een mijnbouwkundige zou het een
stuk gouderts van hoog gehalte zijn.
Voor Ree-Muk was het alleen iets
nieuws. Daarom alleen had hij de
moeite genomen de steeti los te wer
ken en, na hem enige ogenblikken
met zijn koolzwarte, onbewegelijke
ogen bekeken te hebben wierp hij hem
in de zak bij de wezel.
Na een korte blik op de zon trok
hij verder, kampeerde zes mijlen
Oostwaarts en arriveerde de volgen
de dag bij zoneondergang in z'n win
terkamp.
Hier ontdooide hij z'n buit, stroop
te de kostbare huiden van de slanke
rode lichamen, die hij in een pot
smeet, en spande de vellen op een
houten raam.
IN de lente verlaten de pelsjagers
hun kampvuren en voeren hun
kano's over meren, watervallen en
stroomversnellingen om hun vangst
te verkopen en proviand in te slaan.
Zo kwam Ree-Muk aan de post van
de Hudson Bay Company van Silver
Lake. Hij reisde op z'n gemak, een
kleuie twintig mijl per dag.
De factorij naderend, ontmoette hij
anderen die met hetzelfde doel reis
den Toen ze aan de factorij kwa
men was er geen gedrang om koop-
jes, het was algemeen bekend dat de
prijzen onveranderlijk waren.
Elke trapper ging op i'n beurt, leg
de z'n vangst op de ruw getimmerde
tafel en wachtte zwijgend tot de han-
delsngent de vellen geteld had en
zich een idee gevormd had over hun
kwaliteit en waarde.
Toen Ree-Muk aan de beurt was,
opende hij z'n zak en schudde de in
houd op de tafel. Tegelijk met de
vellen rolde het inmiddels reeds ver
geten stuk steen op de tafel. Hij had
nog vijftig dollar schuld van het vo
rig jaar en toen dat verrekend was
bleek hij no$ in staat alles te kopen
wat hij nodig had. Mac Innes, de
handelsagent gaf een pond tabak als
toegift.
Het stuk steen ziende nam hij het
op en bekeek het aandachtig. ..Waar
komt dat vandaan?" Ree-Muk maak-
1e een armbeweging, die het hele dis
trict ten Noorden van Silver Lake
omvatte.
..Daar ginder. Ver weg. Niet den
ken iets waard."
Er volgde een korte stilte. Er waren
geruchten van goudvondsten en men
kon niet weten.
..Willen hebben?" vroeg Ree-Muk
„Ik denken niks waard".
CARTY had pech. Hjj lag in z'n tent
en sloeg nijdig en voortdurend
naar de muskieten. Meer dan een
jaar zocht hij nu, tevergeefs, naar
goud en op een bedrag van vijftig
dollar na bezat hij geen cent meer.
Hij schoof wat dichter naar het
kampvuur en nam een kaart uit z'n
zak. In het flikkerende licht der
vlammen zag hij dat de handelspost
van Silver Lake op ongeveer twee
dagreizen verwijderd lag.
Carty gaf toe. dat het district niet
de moeite van verder zoeken waard
was maar nu hij er toch midden in
zat wilde hij nog een kansje wagen
Hij arriveerde in de avond van de
tweede dag aan de post in een nog
slechter humeur dan anders. De han
delsagent zag de boze blik in z'n
ogen en wachtte kalm af. Hij was I
een man van ervaring.
Carty informeerde naar de prijs
van meel.
„Tien cent per pond - contant"
„Kan ik voor twintig dollar cre-
diet krijgen?"
De handelsagent schudde z'n hoofd.
„Als je een Indiaan was wel. maar
ik heb geleerd dat de blanken in
dit land niet te vertrouwen zijn."
Carty slikte een lelijk woord in en
kocht. Plotseling viel z'n oog op het
glinsterende stuk rots dat in een hoek
op een der planken schitterde. „Wat
is dat daar?" vroeg hij ernaar wij
zend.
„Dat heeft een van de Indianen
hier vorige lente achtergelaten. Weet
jij wat het is?"
Carty betastte het en z'n pols be
gon te hameren, zelfs in z'n dromen
had hij nooit zo iets gezien. Het be
vatte minstens vijf en veertig pro
cent goud en duizend dollar per ton
bracht het zeker op.
„Waar woont die Indiaan? Het :s
misschien de moeite waard om er
eens te gaan kijken."
„Ik weet niet zeker waar hij nu is,
maar hy overwintert aan Moona Lake.
Hij heet Ree-Muk!"
13 EE-MUK zat in de zon en was be-
zig een nieuwe cederhouten padd
ie voor z'n kano te maken. Plotseling
zag hij stroomopwaarts op de rivie
iets bewegen. Het was een kano.
Een half uur later stapte Carty
aan land. „Boezoe" groette hij. „Boe-
zoe" groette Ree-Muk terug.
Carty had aan het onderhoud, dat
hij met de Indiaan wilde hebben, veel
aandacht besteed. Vooral niet recht
op het doel afgaan, eerst over andere
zaken praten en vooral ook geen
haast tonen.
„Veel bont vorige winter?" vroeg
Carty.
„Een beetje" zei Ree-Muk en hing
de ketel boven het vuur.
„Roken?" Carty gooide hem een
pluk tabak toe. De Indiaan knikte,
stopte z'n pijp en begon een enor
me zalm van minstens acht pond
schoon te maken. Carty contribueer
de een stuk gezouten pork.
Het maal werd in stilzwijgen ge
nuttigd. Kort voor zonsondergang rol
de hij z'n dekens uit en het stuk
kwarts viel op de grond. Hij gooide
het naar Ree-Muk. „Ooit zo een stuk
steen gezien?"
Ree-Muk betastte het en herinner
de zich meteen alles. De Noorae pijn
boom. de aarde en het mos in z'n
wortels en het glinsteren in de zon.
Zo, was 't dat waarom de vreemde
ling gekomen was! „Daarginder,"
antwoordde hij naar het Westen wij
zend.
„Ver?"
„Twee dagen."
„Hoeveel vragen daarheen
gaan?"
Ree-Muk dacht lang en kalm na.
Meestal vroeg hij twee dollar voor
het weinige werk dat hij ooit deed.
Maar ditmaal voelde hij dat Carty
wel meer zou betalen.
Carty schudde z'n hoofd. „Teveel
geef vijf dollars".
REE-MUK hoorde het de hele mid
dag: een dof gerommel, dat aan
onweer deed denken, alleen was het
steeds op dezelfde plaats. Het werd
luider naarmate hij in z'n kano de
rivier afzakte totdat hij, om de bocht,
een open stuk land zag op de met
dicht bos begroeide rivieroever.
Het was nu een jaar geleden, dat
hij een vreemdeling de plaats gewe
zen had, waar een pijnboom met z'n
wortels in de lucht lag.
Op een heuvel, juist op de plaats
die hij zich herinnerde, stond een hou
ten gebouwtje en daarop een wiel,
dat snel in de rondte draaide. Aan
be-ide kanten waren huizen gebouwd
Overal liepen mensen, er lagen grote
stapels hout en steeds dat doffe ge
rommel.
Ree-Muk begreep niets van mijn-
exploitatie; hij kon ook niet weten, dat
de nieuwe mijn in de eerste maand
de geweldige koopprijs reeds opge-
bedrtjf dat altijd
bracht had. Wat hij wel begreep was
dat zijn aandeel in dit alles vijf dol
lars was.
De handelsagent van de Silverlake
Mijn was niet op de hoogte met de
gewoonten van het land. Ook wist hij
niets van Indianen.
Toen Rcê-Muk op z'n moccasins
binnenstapte en vier zilveren dollars
uit z'n buidel van caribou-leder haal
de, kreeg hij minder meel dan hem
toekwam. Ook kreeg hij geen pluk
tabak als toegift; een grove onbe
leefdheid en een tactische fout.
BUITEN gekomen legde hij eerst
z'n zak meel in de kano.
Toen haalde hij iets uit z'n zak.
Het was zwaarder en glinsterde nog
Hij had het kort geleden gevonden,
menende dat dit wel meer dan vijf
dollar zou opbrengen. Hij nam het
stuk erts en smeet het in de rrvier
In de IJ O llx/A O I bij de Noordpool
(Vervolg van pag. 1)
„Svalbardposten" is een blad met
een oplage van circa 500 exemplaren.
Het blad is niet alleen de noordelijk
ste krant ter wereld, doch heeft te
vens het record op zijn naam staan,
het blad te zijn, dat meer dan welke
andere krant ook bij kunstlicht wordt
gelezen.
ONDANKS de koude oorlog liet de
verstandhouding tussen Russen en
Noren in Svalbard weinig te wensen
over. Het is, als vóór 1840, weer een
vredig gebied, waar hard wordt ge
werkt en men aan politiek zich wei
nig gelegen laat liggen. In de oorlogs
jaren was het echter allesbehalve vre
dig en rustig in dat koude land. Dit
moge blijken uit het relaas een wel
eens vergeten episode uit de laatste
oorlog van de oorlogshandelingen.
Na de bezetting van Noorwegen
door de Duitsers in 1840 gaf de Noorse
regering in Londen opdracht om d«
kolenwinning in Svalbard niet te sta
ken. Noord-Noor wegen moest immers
stoken! De situatie veranderde echter
na de intrede der Russen in de strijd
(1841). Op 31 Juli van dnt jaar ver-
BCfcMO er een Brits vlooteskader
voor Longyearbyen en plaatste Sval
bard ander geallieerd commando.
Het radio-station bleef echter door
gaan met de uitzending van de ge
bruikelijke berichten en beantwoordde
ook de Duitse oproepe-n. zodat de
Duitsers niet bespeurden, dat er in
Svalbard iets veranderd was.
In alle stilte werd de evacuatie van
het gebied voorbereid. Op 25 Augus
tus 1941 begon zij. Het krachtsta
tion an de mijn-installaties werden
ontmanteld. De kolenvoorraad werd
verbrand. De „Empress of Canada"
bracht de tweeduizend in Svalbard
vertoevende Russen naar Archangel.
Het schip keerde vervolgens terug en
bracht alle aanwezige Noren naar
Engeland. Dit laatste vertrek vond
plaats op 3 September 1941.
De evacuatie van Svalbard gaf do
Duitsers aanleiding om op Spitsbergen
een meteorologisch station m te rich
ten en een vliegveld aan te leggen.
In Mei 1842 kwam er uit Engeland
een Noors commando ter sterkte van
circa tachtig man. Kort nadien arri
veerden nog een aantal Noren. Kapi
tein UUring werd benoemd tot mili
tair commandant van Svalbard. De
Duitsers trokken zich terug. De No
ren maakten de (Russische) neder
zetting Barcntsburg tot hun hoofd
kwartier.
Herhaaldelijk vonden schermutse
lingen plaats met Duitse commando's,
doch pas in September 1943 maakten
de Duitsers ernst met Svalbard. Zij
zonden er een eskader heen, bestaan
de uit de slagschepen „Tirpitz" en
„Scharnhorst" en uit negen torpedo
jagers. De Noren weken voor de over
macht en trokken zich in de bergen
terug. Longyearbyen en Barcntsburg
vielen ten offer aan de Duitse vernie
lingen.
Weldra kwamen er Noorse verster
kingen. Opnieuw vormden de Noren
een hoofdkwartier, ditmaal in Long
yearbyen. Een eigenlijk Duits garni
zoen was er niet in Svalbard, doch
niettemin vonden er enoge malen zwa
re gevechten plaats.
De Noren moesten in Svalbard blij
ven om een terugkeer der Duitsers
af te slaan en tegen te gaan, dat de
vijand permanente vloot- en luchtba-
ses zou aanleggen, die een bedreiging
konden betekenen voor de Amerikaan
se en Britse convooien bestemd voor
Rusland Bovendien was het Noorse
hoofkwartier in Longyearbyen van
grote betekenis met het oog op de
weer berichtgeving.
Heldhaftig is er in die jaren in Sval
bard geleefd en gevochten. De geva
ren, waaraan de Noorse soldaten
blootstonden, waren talrijk. Doeh zij
toonden zich opgewassen tegen de si
tuatie. Velen hunner zijn gevallen. De
herinnering aan hen leeft voort in een
monument nabij Longyearbyen.
x, viu laa^KUNUÓ
ZONDAGSBLAD 3 SEPTEMBER 1955
Correspondentie betreffende deze
rubriek aan de heer W. Jurg,
Jan Luykenlaan 12, Den Haag.
De nieuwe opgaven
M ET slechts twee problemen ver-
x volgen we onze zomersene. Maar
u zult er de handen aan vol hebben,
want no. 310, een meesterwerk van
v. d. Linde, moet schier onvind
baar zijn. Gewoon een uitdaging aan
de allerbeste oplossers! De eerste zet
is al een verrassing, meer zeggen we
er niet van.
Het voorafgaande stukje van de
langzamerhand lang niet meer onbe
kende auteur Sant is eveneens van
goede kwaliteit, doch heel wat minder
moeilijk. Echt om de smaak beet te
krijgen! De liefhebbers van ontspan-
ningsproblematiek raden we aan ook
het beginnershoekje te kij-
No. 309. J. Sant, Den Haag.
m, m
m m
Q
mm mj
m
a 0
11 j
No. 310. G. v. <L Linde. Zulphen.
1 1 i
e I ff ft
ms ma
MM M
m a m
b e m
pa n ai
(©J V
e e
mmmw
0 u rj G
Zwart: 2 8 8 10/14 18 18 24 28 30
34 36 45.
Wit: 17 22 25/28 32 33 38 40 43
48/49
Voor beide problemen geldt: wit be
gin en wint.
Oplossingen binnen drie weken na
plaatsing.
Rectificatie: In de rubriek van 6
Augustus dient aan de diagramstand
van no. 304 (auteur v. Dijk, Dordrecht)
een witte schijf op 42 te worden toe
gevoegd. De ciiferstand was correct.
De oplossing zullen wij. evenals trou
wens die van 302. 303 en 305, eerst
over twee weken publiceren.
Een praatje over „SJL"
Wat zijn eigenlijk de Scherpe Re
gels, waarover men de beoefenaren
der damprobiematiek zo vaak hoort
spreken? Hoe zijn ze ontstaan en wat
hebben ze ten doel?
Een puntig antwoord op de allerlaat
ste vraag vinden we in een rapport
van de destijds onder leiding van J.
Burggraaf! staande technische com
missie van de Kring van Damprobie
matiek van October '46
„Omdat lang niet iedereen in de
problematiek ook de kunst ziet, waar
door veel slordigheid en zelfs geknoei
wordt opgediend, is het noodzakelijk
Sebleken deze slordigheid te beperken
oor het vaststellen van con aantal
eisen, waaraan een vraagstuk moet
voldoen om voor publicatie in aan
merking te komen.
maturen" (uitgegeven in 1938» reeds
een voorstel tot Invoering van z.g.
Scherpe Regels, tezamen met W. B.
Monsma uit Groningen, sindsdien de
Koning der miniaturen genoemd omdat
zfjn naam het meest voorkomt boven
de vraagstukken in het hier vermelde
standaardwerk. „Om het kaf van
het koren te scheiden" was de leuze
waarvan dit tweetal het voorstel deed
vergezeld gaan.
De K.V.D.-commiss'e van 1046 bleek
nog heel wa- aar die oorspronkelijke
regelt te hebb»n bijgevijld stond veel
dingen niet meoi toe. die GorUuan
en Monsma wel tolereerden.
En nog is men er niet mee klaar,
want nog steeds zyn er klein» en gro-
tere meningsverschillen over de ver
strekkendheid van sommige regels.
Trouwens het is interessant dit te
weten de beide grondleggers waren
het al niet met elkaar eens over een
bepaalde vorm van verwisselbaarneid.
Eén van de regels zegt namelijk het
volgende: Verwisselbaarheid van zet
ten in de uitvoerende kleur (dus voor
wit in een wit begint en wint-probleemj
is verboden.
U zult intussen wel begrepen heb
ben dat de hier behandelde S.R. uit
i aantal verbodsbepalingen bee taan.
Gortmans nu kende een soort ver
wisselbaarheid waarin z.i. juist een idee
lag; de stand: zwart 9 10 12 17 18 22;
wit 16 25 30 32. Dubbele remiseval:
25—20, 10—14? of 10—15? en nu
1611 en 3228 of omgekeerd met
remise eindspeL
Monsma was echter van mening dat
deze verwisselbaarheid weggecompo-
neerd moest worden en vergat niet
de daad bii het woord te voegen. Zo
ontstond no. 785 uit „1001 miniaturen",
dat we zeker een diagraam waard
achten om het u te tonen.
W. B. Monsma
i i I i
Ji
I i i i i
m m m 9 9
BI m m SB
mür.i
I B 1 9 5
B 9 B
Na dit met een plaatje versierde
praatje zal het nu een ieder wel dui
delijk zijn wat met verwisselbaarheid
bedoeld wordt. Het geldt als één der
allerergste zonden tegen de S.R. An
dere min of meer grote zonden zijn:
figuratie, alternatieve zetten, onecono
misch afgeven en bij-oplossingen. We
spreken voorlopig maar niet over de
gewichtige term „onnatuurlijke slag
verlenging". een begrip dat, evenals
„onnatuurlijke oppositie" bij het figu-
ratievraagstuk thuis hoort, daarom ook
wel „verkapte figuratie" wordt ge
noemd.
U ziet het, er zijn heel wat proble
men rond de problemen, die we echter
alle zij het in korte trekken de
revue zullen laten passeren, af en toe
geïllustreerd met één of ander aardig
voorbeeld.
Voor onze beginners
Ter oplossing bieden we u deze keer
een vraagstuk aan van een onzer le
zers. de problemist Blom uit Asperen.
Omdat het anders wellicht te moei
lijk zou zijn. zeggen we er bij dat het
hoofdzakelijk op de meerslagregel be
rust. Het eindigt met het wegslaan van
de zes resterende zwarte schijven
door het laatst overgebleven witte
stuk.
ken. Zwarts laatste zet (de fout dus)
was natuurlijk 21—27. Wat zou u ge
speeld hebben?
L. Blom, Asperen
De oplosisng luidt: 3228 1811
(let wel: wit kan deze twee zetten
niet omwisselen!). Zwart is nu gedw.
tot <17x6» 28x17 4843 45x3 een mooi
stukje kleinkunst!
Wit begint en wint.
(|):A1U6AAN WIJ TEKENEAf
Les 29
DOOR B0ROE PRAMVIO
1. In de 28c les hielden wij
ons voornamelijk bezig met de
grondvorm van 't paard. Hier
bestuderen wij de détails en
wel eerst de benen. A laat ons
zien hoe de gewrichten van het
achterbeen het uiterlijk bepa
len; 2 ts de hiel en 1 de knie.
want U weet wel. dat een
paard op zijn tenen loopt, die
aan elkaar zijn gegroeid en in
de hoef uitlopen, zoals U op
het rechter schetsje kunt zien.
Deze belangrijke studietekenin-
gen moet U op tweemaal zo
groot formaat tekenen en zeer
grondig bestuderen.
2. Geen kop van een dier
kan zo vol uitdrukking zijn als
die van een paard. Een diep
gaande kennis hiervan ver
krijgt men slechts bij bestu
dering van het levende dier.
Bijgaand gaf ik U slechts een
paar voorbeelden, die U met
behulp van de ruitjes-Indeling
kunt natekenen op de manier
zoals we dit in les 28 vertelden
Wanneer U denkt, dat het U
wel zonder dit hulpmiddel zal
lukken, dan is dit natuurlijk
een verheugend iets, maar te
kent U dan eerst zoals in C
is aangegeven een grondvorm,
waardoor U de paardenkop ge
makkelijk kan uitwerken
3. Alvorens wij van het
paard afstappen, moeten wij
eerst enige moeilijke houdin
gen proberen, nl. van voren en
schuin van achteren Beide hou
dingen laten duidelijk zien hoe
de benen van uiterlijk veran
deren wanneer men ze van de
ze verschillende kanten beziet
Teken nu bijvoorbeeld het lin
ker paard tweemaal, maar nu
met het hoofd in tegenoverge
stelde richting. Teken nu ook
die andere schets, maar pro
beer nu zelf bet hoofd af te
tekenen. Het loont ook de moei
te om het dier met voorover
gebogen hoofd of met een an
dere houding van de benen te
tekenen. Hier is een werkelij
ke taak weggelegd, die U.
naar ik hoop, veel plezier zei
schenken.
PUZZLE -k
VAN DE U/EEK
^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiliiiiiiiiililliliiiliiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiill
Kruiswoordraadsel
Horizontaal; 2 Tuiltje bloemen, 6 open
baar. 8 vogel, 9 vogel. 10 voorzetsel, 12
godsdienst. 13 val. 14 slede, 16 brandverf,
17 pret, 19 gezinslid, 21 telwoord, 22 voor
deel. 24 uitroep, 28 rustig. 27 grondverf,
28 bergplaats, 29 gezelligheid, :io rijks
munt, 32 priem. 33 schaakstukje, 35 maan
stand. 36 vaartuig, 37 gebogen stuk hout
Verticaal; 1 Zoek, 2 vinger, 3 bez. voor
naamwoord, 4 en dergelijke, 5 twijg, 7
muts. 8 onbehaard, 10 fjjn soort asbest,
llbreimatenaal, 13 vruchtennat, 15 staf,
18 onwelwillend, 20 kaartenboek. 23 nacht
vogel. 25 meisjesnaam, 28 bloem. 27 drank,
29 doelloos. 31 insect. S3 ondergevcl, 84
deel van het lichaam, 38 Chin maat.
Inzending per briefkaart voor as Don
derdag aan bureau van dit blad In de
linkerbovenhoek aan de adreszijde ver
melden: „Puzzle-oplossin^
Er zijn drie prijzen: 1 2 ƒ2.50; 3
2.50.
Oplossing kruis-vlecht-
raadsel 27 Augustus
Horizontaal; A Blazoen, B aar, ma. C
vak. pot, D sire, E te. ka, G els. tol, H pa,
na, I kift. K zin rog, L al. keu, N torpedo.
Verticaal; 1 Veter, zat, 2 laa, el. kilo, 3
•aks. spin, 4 Zr. ik, af, K P 5 prat, tree,
6 emoe. on, oud. 7 nat. vlaag
BAVIAAN, MANDRIL.
Albrecht Dürer
vertelt van zijn moeder
De grote Duitse kunstenaar Albrecht
Durer. van wie verschillende werken in
het museum Boy ma na V- Rotterdam
thans worden tentoongesteld, heeft in
rijn weinig bekend dagboek cn in zijn
brieven, een uiterst markante beschrij
ving gegeven van zijn moeder
In prachtig geserreerde taal schrijft
hij o.a. het volgende: „In het jaar 1487
(af Hieronymus Helper zijn dochter, een
nap lieftallig meisje. Barbara genaamd.
15 jaar oud. ten huwelijk. Vier jaar later
op 21 Mei 1471 werd ik als tweede zoon
geboren en naar mijn vader Albrecht
genoemd Alvorens mijn vader eenging
na een met groot geduld gedragen smar
telijk lijden, vertrouwde hij mijn moe
der aan mijn zorgen toe. In het jaar
1502 verscheidde hij en liet mijn moe
der als een bedroefde weduwe achter,
die hij steeds hogelijk geroemd had om
haar vroomheid Ik nam mij daarom
voor mijn moeder nimmer te verlaten.
Mijn moeder mankte zich steeds grote
zorgen, dat mijn broeders cn ik in ron
den zouden vervallen. Haar vaste ge
zegde wanneer wij het huis verlieten
was rrt«eds: „Ga in Christus' naam" 74J
liet niet af ons voortdurend Godvruchtig
te vermanen en bekommerde zich steeds
om de toestand onzer ziel. Haar talloze
goede werken. haar barmhartigheid,
welke zij ieder, die er behoefte aan had
betoonde kan ik niet genoeg aanduiden
en loven
Mijn vrome moeder heeft achttien kin
deren ter wereld gebracht en opgevoed,
is vaak ziek aan de pot en andere
hevige kwalen geweest, heeft hittere ar
moede geleden en veel smaad, spot en
miskenning. Zij bleef echter steeds zon
der enige haatgevoelens
In het jaar 1514. de 17de Mei, twee
uur vóór middernacht is mijn vrome
moeder Barbara Dllrer als een christin
verscheiden, voorzien van alle ucrimen*
ten. Zij g»f mij daarvóór haar zegen en
wenste mij Gods vrede, vermaande mij
innig, mij van zonden te onthouden ZIJ
was zeer bevreesd voor de dood. maar
om voor God ie verschijnen, zeide zij.
niet beducht, 'k Zag hoe zij twee hevige
hartschokken kreeg, haar mond en ogen
sloot en met smsrtelijke pijn verscheid
de Ik bad voor haar.
had ik zulk een ver»
■t kan weergeven God
Het was steeds haar
an God te spreken an
erheugde zich als God geëerd werd.
Ik heb haar naar mijn vermogen <n>
Sassende wijze ter aarde besteld En In
aar dood zag zij er veel lieflijker uit,
dan toen zij leefde."
Van dit heengaai
dnet. dat ik het nil
zij haar genadig,
grootste vreugde i
d L K.