w* 1 Het wonder van de vogeltrek NAALD,„PLAAT 4 ZONDAGSBLAD 3 SEPTEMBER 1955 Er zijn meeuwen, die ieder lialfjaar een afstand van 35.000 km afleggen OOIEVAAR NAM EEN SPEER MEE UIT AFRIKA ONLANGS verscheen bij de Schot se uitgeversmaatschappij Oliver Boyd in Edinburgh een omvangrijk boekwerk, dat tot titel draagt „Birds of the Sudan" (De vogels van de Soedan). Het werd geschreven door Cave en Mac Donald, twee vo gelkenners, die jarenlang in tropisch Afrika vertoefden en daar hun waar nemingen verrichtten. Tal van fraaie platen tonen de tro pische vogelwereld in al haar veel kleurige schoonheid: de kleine para dijsvogeltjes, nauwelijks tien centi meters lang maar met een staart van meer dan een kwart meter; de zwart-rode kardinalen; wevers, die wij kennen uit tropische volières, de ietwat lachwekkend aandoende neus hoornvogels en de lugubere gieren. Maar tussen al dit kleurengeflon- ker staan vogels, die ook in ons land overbekend zijn: zwaluwen, leeuwe rikken, rietzangers, kwikstaarten en Bij al deze soorten staat de aan duiding, dat ze in Afrika vertoeven van October tot Maart. Dan heerst bij ons Koning Winter, voor wie zij in mildere streken een toevlucht zoch ten. En hiermede zitten we dan meteen midden in het probleem van de vo geltrek Of eigenlijk: met het WONDER van de vogeltrek. Want we staan voor talloze raadsels. Waarom treki een vogel weg? DIT is de eerste vraag, die u stelt. Maar niemand kan met volle zekerheid het antwoord geven. Het kan zijn. dat voedselgebrek een rol speelt, en het veranderen van de tem peratuur in ons land en het korter worden van de dagen. Maar deze din gen kan een vogel niet „begrijpen" Daarom wordt vermoed, dat al deze factoren een bepaalde wijziging te weegbrengen ir het lichaam van de vogel, waardoor de „trekdrift" oni- De schildklier zou dan andere stof fen afscheiden. Om te trachten hierover iets te we ten te komen, heeft men interessan te waarnemingen gedaan bij kooivo- gels Konden zij naar buiten kijken (dus leefden zij ongeveer in dezelMe omstandigheden als hun soortgenoten in de vrije natuur) dan werden zij in de trektijd onrustig. Maar vogels, die in de herfsttijd werden vervoerd naar een andere plaats, werden daar ondergebracht in vertrekken, waar het daglicht niet kon doordringen. Met lampen werd het lengen der dagen nagebootst, alsof het voorjaar werd Deze vogels wer den losgelaten en., vlogen in de rich ting van hun broedgebied, alsof het werkelijk lente was. Het voedselgebrek is voor vogels, die insecten eten, natuurlijk een „gel dige reden" om uit ons land te ver dwijnen als de winter nadert Maar er zijn ook zaadeters, die vertrekken, terwijl hun tafel in de wintermaan den juist overvloedig gedekt is. Ook is bekend, dat de vrees voor koude sommige vogels verjaagt, bij voorbeeld kieviten en watervogels als eenden, ganzen en zwanen. Vergeleken met de temperatuur in de Oost-Europese landen, waar hun broedgebied is. kan ons land betrek kelijk mild zijn. Daarom onderbre ken zij bij een zachte winter hun trek tocht in Nederland en blijven hier Maar dreigt er strenge vorst, zodat het voedselgebied van de kieviten (de weide) en van de eenden en zwa nen (het water) zal worden afgeslo ten. dan vertrekken ze plotseling in troepen van honderden, ja soms zelfs van vele duizenden tegelijk. Dit hebben we dit jonj kunnen zien, toen kort na Nieuwjaar de vorst inviel U ziet wel. dat de weervoorspelling op bet platteland („Naar het zuiden vliegende zwanen voorspellen strenge vorst") heus vaak waarheid bevat. leder vogeltje trekt 2oals hij gewend is. IEDERE vogelsoort heeft »o zijn trek-elgenaardlgheden. Sommige gaan ..moederziel-alleen" op reis, zoals de koekoek en enkele roofvogel soorten. Andere geven de voorkeur aan kleine gezelschappen: vinken, awaluwen enz. Maar duiyen, eenden en kieviten kunnen met machtige koppels zuid waarts gaan. Bij in groepen trekken de dieren komt het ook voor, dat vo gels van verschillende soorten zich bij elkaar aansluiten. Bij sommige vogels speelt de leef tijd een rol. Zo gaan van de koekoe ken eerst de oude vogels en daarni de jonge dieren. Bij spreeuwen, ooie vaars en bonte kraaien is het juist andersom, terwijl er ook vogelsoorten zijn waarvan ouders en kinderen ge zamenlijk gaan. Om de afwisseling nóg groter te maken: er zijn soorten die alleen 's nachts trekken, zoals de insecten eters. die overdag rusten en voedsel zoeken. Maar zwaluwen, die vliegend hun prooi vangen, trekken bij daglicht. De meeste vogels gaan echter in de vroege morgenuren, direct na zons opgang, op pad. De ooievaar vloog met de spies in zyn hal» weg en kwam in het voorjaar weer op z\jn broed gebied in Europa aan. Hoe hoog vliegt een trek kende vogel? HIEROVER wordt nogal eens ge fantaseerd. Men spreekt dan over fantastische hoogten van vele tiental len kilometers, maar uit waarnemin gen blijkt, dat dit overdreven is. Meestentijds trekken de vogels op hoogten onder de tweehonderd me ter. Vooral bij tegenwind vliegen ze laag om gebruik te maken van de luwte en van opstijgende luchtstro mingen Natuurlijk zijn hierop ook uitzonde ringen. Zo hebben de leden van de Mount Everest-expeditie op 6600 me ter hoogte wulpen gezien en op 8000 meter gierzwaluwen. Interessant zijn ook de waarnemingen van een ster renkundige uit Brits Indié. Hij maak te een foto van de zon. Toen deze werd ontwikkeld, kwamen hierop ver schillende donkere stipjes voor, die afstaken tegen het witte sonli< haam. Bij nader onderzoek bleken dit trek kende wilde eenden te zijn, die niet minder dan 9500 meter boven de zee spiegel vlogen. U begrijpt dat aan zo'n lange reis gevaren zijn verbonden. Wanneer het weer plotseling verandert, kan dit catastrophale gevolgen hebben. Dit geschiedt bij voorbeeld bij orkanen, hitte- en koudegolven en in de tropen bij zandstormen. Zo werd boven Oos tenrijk eens een grote troep zwaluwen verrast door een sneeuwstorm en een koudegolf. Tienduizenden dieren kwa men verkleumd en verstijfd naar om laag. Gelukkig greep de Weense die renbescherming snel in. Met een spe ciaal vliegtuig werden 89000 vogels naar het warme Italië gebracht, waar ze de vrijheid herkregen. Ook vuurtorens eisen vaak een ho ge tol van vogels, die in de nacht vliegen. Zij worden verblind en stoten zich dood tegen het glas. Onder een Duitse vuurtoren werden de slacht offers van één enkele Septembernacht eens verzameld en gewogen. Er la gen niet minder dan vierhonderd ki lo gedode vogels op de grond. Gelukkig heeft men thans ontdekt, dat verlichting van de toren door schijnwerpers het aantal slachtoffers zeer beperkt. De aanvliegende vogels kunnen dan de verlichte toren zien en tijdig hun koers wijzigen. Ook de mens is een groot gevaar voor de vogels. Hoewel gelukkig in ons land geen trekvogels meer wor den gevangen, is dit in andere lan den wel het geval. Zo gaf de Italiaan se radio berichten door over de vlieg richting van aankomende vogels en de tijd waarop zij boven bepaalde streken zouden zijn. Deze omroepbe- richten waren ten behoeve van., vo gelvangers en jagers. Men heeft ook onderzocht hoe snel trekvogels nu eigenlijk vliegen. Het is uiteraard moeilijk om hiervoor vaste getallen te geven, want vele factoren spelen een rol bij de snel heid Denkt u maar eens aan de richting en de kracht van de wind. Toch heeft dit onderzoek interes sante resultaten opgeleverd. Zo vlie gen eenden ongeveer zeventig kilome ter per uur, maar ze kunnen ook hon derd bereiken. Spreeuwen doen het iets kalmer, maar halen toch ook nog tussen de 50 en de 70 kilometer. Vin ken vliegen 35 tot 40 km, meeuwen 40 tot 50 km en blauwe reigers en bonte kraaien hebben een snelheid, die ligt om de veertig kilometer per Hoe vindt een vogel zijn weg? Dit is weer een vraag, waarop geen afdoend antwoord kan worden gegeven. Voor het onderzoek naar de vogel trek wordt gebruik gemaakt van lich te metalen ringen, die de dieren om hun poot krijgen. Soms geschiedt dit bij de jonge vogels in het nest, maar ook wel bij volwassen dieren, die wor den gevangen en weer losgelaten. Ie der die geringde vogels in handen krijgt wordt verzocht hiervan mede deling te doen aan het adres dat op de ring staatemet opgave van enkele gegevens zoals: nummer van de ring. de plaats waar men het dier vond, wanneer dit geschiedde, de omstan digheden enz. Is het een dode vogel, dan wordt de ring zelf opgestuurd. Soms krijgt men ook op andere wij ze gemerkte vogels in handen. Wan neer u de hierbij opgenomen tekening van de ooievaar ziet, bemerkt u, dat door zijn nek een spies steekt, zoals wordt gebruikt door de inboorlingen in Afrika. De neger trachtte hiermede het dier te doden, maar richtte niet juist. De ooievaar vloog met de spies in zijn hals weg en kwam in het voorjaar weer op zijn broedgebied in Europa aan. Dank zij de waarnemingen door het ringonderzoek hebben vogelkundi- gen belangrijke onthullingen kunnen doen. Zo blijkt bij voorbeeld, dat ver schillende vogelsoorten, die in West- Europa broeden, hun winterkwartie ren hebben in West-Afrika, maar die uit Oost-Europa in het Oosten van dat werelddeel. De vinken uit de Scandinavische landen trekken naar Engeland en Ierland (die door het zeeklimaat en de invloed van de war me golfstroom goed in de vogelwe reld staan aangeschreven), maar die uit Finland en de Baltische landed gaan naar de Middellandse Zee. U begrijpt, dat deze vogels een ge heel verschillende weg volgen om hun doel te bereiken. Maar steeds blijkt weer hun afkeer van grote watervlak ken als zeeën en meren. Dat ze deze zoveel mogelijk vermijden ziet u op het kaartje, dat een beeld geeft van dc ooicvaarstrek. De vogels uit West-Europa trekken langs verschillende wegen zuidwaarts maar steken alle op het smalste punt de Straat van Gibraltar de zee over. Bij de ooievaars uit Oost- Europa is het nóg duidelijker. Uit al le richtingen komen ze naar de Bos porus en gaan dan langs de kust van de Middellandse Zee over Klein Azië. Dan steken ze het Suez Kanaal over en komen zo in Afrika waar ze zich weer min of meer verspreiden. Ook in ons land kunt u dit waar nemen. De trekwegen lopen bij voor beeld over de Afsluitdijk en vandaar verder zuidelijk langs de kust van de Noordzee. Maar hoe vinden ze hun weg? We ten zij waarheen zij moeten en heb ben zij dus als het ware een inge schapen kompaszintuig? Of kunnen zij door bepaalde omstandigheden, die wij niet weten, hun winterkwartieren peilen en zó de juiste richting bepa- Om dit te kunnen beoordelen, wer- «psr-v -T> i- „i MC!**/ 1 tiTólttj KruanvuyeU ut hel stutjzund maken uunsiai ten om de reu naar Afrika voort te zetten. tSKÓSCj* S ÜS-SfflJj ZONDAGSBLAD 3 SEPTEMBER 1955 Via Haydn's SchöpfungBach's Suiies en Rimsky-Korsakoff TOEN op 29 April 1798 in het Schwar- zenberg Paleis te Wenen voor het eerst onder leiding van de componist Haydn's oratorium „Die Schöpfung" klonk, had de toen 66-jarige Haydn nim mer kunnen vermoeden, dat dit orato rium zelfs na bijna twee eeuwen nog een triomftocht over de wereld maakt. En de solisten, die de eerste uitvoering in het Schwarzenberg Paleis zongen, nl. de 21-jarige sopraan Christine Gerardi, de tenor Mathias Rathmayer en de bas Ignaz Saai, hebben eveneens niet kun nen vermoeden, dat deze solopartijen tot de meest geliefde partijen der zang- kunstenaars over de gehele wereld zou den gaan behoren. Uit die bezetting bij de eerste uitvoe ring blijkt, dat Haydn zelf slechts drie verleden Duitse bas Georg Hann. die zo prachtig de Raphael- partij in ,,Die Schöpfung" van Haydn zong. toch solisten nodig achtte, alhoewel eigenlijk vijf vocale solopartijen zijn: Gabriel (sopraan), Uriel (tenor), Ra- aanftem Schimmer aehleicbt der Mond die stille Nacht hmdurch" vertolkt, is ontroerend. Tenslotte de grootste presta tie: de Raphacl-partij van Georg Hann, een wonderrijke atem vol uitdrukking en cultuur. Alleen om deze zang is de MMS-opname al waard om in eigen be zit te hebben. Hoe gaaf ook brengt Hann de reoitatieven. waarbij elk woord reliëf krijgt. Het ii werkelijk niet zonder reden dat ik hier van een model-uitvoering sprak. De technische opname is echter niet van gelijke kwaliteit Er is soms wat galm en wat sweving, er zijn kleine spetjes, de koorzang is technisch wat Eva (so- scherp opgenomen en een enkele maal zijn er zelfs bijgeluiden. Dat is jammer, maar het doet toch niets af aan de zeer geniale uitvoering, die Clemens Krauss en de solisten van Die Schöpfung heb ben gegeven en die gerust door alle koordirigenten als voorbeeld kan wor den genomen. EEN andere MMS-opname (langspeel plaat MMS-74brengt twee Suites van Bach, namelijk no. 1 in C en no. 2 Schöpfung" vastgelegd onder leiding in b. De Suites voor orkesrt laten Bach eens van een andere kant zien, niet als de componist van Passiemuzieken of van kerkcantates, maar als de compo nist van verrukkelijke dansstukjes. In I iets wellicht amu- het laatste deel liet Haydn doubleren door de vertolkers van de Gabriel- en de Raphael-partij. Bij modeluitvoerin gen zoals ik die in Wenen hoorde, nam men echter kort geleden nog vijf solis- perle, de tenor Julius Patzak t__ Georg Hann. Vermoedelijk echter is de sementsmuziek heeft Bach zijn Suites ook bedoeld. Hij >s- streefde in deze Suites verder naar een Trude Eipperle en de enkele echt concerterend (wedijverend) ele ment, een edele wedijver dus tussen de instrumenten. Vier Suites van Bach zijn bewaard gebleven en daarvan is no. 1 een verzameling van 11 delen: Ouver ture, Courante, twee Gavottes, een For- lane, twee Menuetten, twee Bourrés en twee Passepieds Het werk is geschre ven voor strijkers, twee hobo's en fa got. Het Winterthur Symphonie Orkest o.l.v. Henry Swoboda heeft er een uit nemende vertolking van gegeven, waar bij vooral het spel der blazers ge roemd moet worden. Voor mijn gevoel de jaren geleden overleden Georg Hann aan het slot van het werk plaatsvervan gers komen. De M M S. heeft die gevon den in de twee uitnemende solisten Friedl Riegler (sopraan) even vreemd, vooral ook daar de opna metechniek waarschijnlijk anders is ge-, weest. Dc zang van beiden is echter i bijzonder hoog gehalte. Er is bij deze Schöpfung-opname in- is echter de Suite i plaatzijde, ge&pi Symphonie Orki Krauss heeft het werk zo geniaal hinden, sprankelender heerlijk is hier Raaf heeft Peter Lukas Graf de prachtige Quitsolo ge speeld. Het Winterthur Symphonie Or- i'. mag dan al 300 ■1 is dit den onder meer proeven genomen met spreeuwen, die op weg waren om in Engeland te gaan overwinte ren. Duizenden van deze vogels wer den gevangen en met een vliegtuig naar Zwitserland gestuurd. Dit had tot gevolg, dat zij werden vervoerd naar een streek, die naast hun ge wone trekroute ligt. Met „kompaso- riëntatie" zouden zij dezeldfe rich ting moeten vliegen als zij in ons land deden, maar dan zouden zij in Spanje terecht komen. Zouden zij zich daarentegen houden aan de bepaling van hun einddoel, dan zouden ze pal noordwestelijk naar Engeland vlie gen. En nu het opmerkelijke: uit het re sultaat bleek, dat jonge vogels, die dus voor het eerst trokken, de eerste methode volgden en in Spanje terecht jaar kwamen zowel oude als jonge spreeuwen in ons land terug. Vol spanning ging men toen onder zoeken hoe de vogels zich in het volgende trekse:zoen gedroegen. Wat gebeurde? De dieren, die in Spanje hadden overwinterd, trokken opnieuw naar dat land en de andere gmgen oudergewoonte naar Enge land. Zij gingen dus alle naar de plaats, die zij oudergewoonte als overwinteringsgebied leerden ken nen. zonder zich iets aan te trekken van dc vogels, die een andere rich ting uitvlogen. Korte en lange trekroute NU is de afstand Nederland- Enge land betrekkelijk klein. Ook de route tussen ons land en Spanje, ja zelfs tussen Nederland en Afrika is bevattelijk, omdat de vogels hier langs van de koude in de warme stre ken komen. Maar weet u dat er in streken, die bijna aan de Noordpool liggen, een meruwensoort broedt, die 's winters vertoeft in gebieden vlak bij de Zuid pool, waar het dan „zomer" is en de der halfjaar een afstand af van onge veer vijf en dertig duizend kilometer en passeren hierbij de gematigde ge- bicden rond de Middellandse Zee, de tropen van Centraal Afrika en het ge- L' i dit Dit sijn zo een pzar algemeenhe den over de vogeltrek en zoals we n reeds vertelden zijn er o zoveel raadsels; vraagstukken naar de op lossing waarvan het menselijk ver nuft kan gissen. Dan kunnen wij alleen maar in stil le hewondering staan voor de wijs heid van de Schepper, die in Zijn maaksel so ontzagwekkend veel se boons en wonderlijks heeft gelegd. FREEK VAN DER MEER. vreugdevolle geloofsblijheid tot in de uitvoering. H. klinken gebracht, dat men er telkens het orkestspel weer naar zou willen luisteren. De mo numentale en dramatisch bewogen ver klanking van dc almacht Gods in de na tuur heeft Clemens Krauss op waarlijk geniale wijze verwezenlijkt met het Weens Philh. Orkest en het koor van dc Weense staatsopera. In deze dramati sche bewogenheid heeft hij echter nim mer de pure klaarheid van de Haydn- gcest verjvaarloosd. Krauss heeft Haydn ten voeten uit getekend en over al de juiste vlotte tempi en dc gave mu zikale expressie gevonden. Dc Gabriel van Trude Eipperle is van een wonderlijke gaafheid en warmte, vooral in de aria „Auf starkem Fittichc schwinget sich der Adler stolz vlug en vol illustratieve expressie. Ver- Schahriar. overtuigd rass end ook is Julius Patzak als Uriel, heid en de ontrouw zijner Zoals hij bijv. het langzame deel uit re- gezworen al zijn vrouv citatief no. 12, Mit leisem Gang und nacht te laten doden. Jymphonie bestaan, in het ilkomen jong gcblc- kostbare MMS-opname: de „Shóhé- azadc" Op. 35 van Nikolai Rimsky- Korsakoff. eveneens gebaseerd op dc dans en door de vermaarde choreograaf Diaghilcv in 1610 dan ook gebruikt voor het ballet van dc Parijse Opera. Pe componist liet aan deze „Suite Sympho- nique" een „programma" .voorafgaan, waarin hij titel en wezen der afzonder lijke vier delen verklaarde: „Sultan had i dc i Nicolai Rimsky-Korsakoff, de Rus sische componist, die zulk een fan tastische verbeelding U: noten gaf van de sprookjes vat. de duizend en één nacht. Shèhérazade redde haar leven door zijn belangstelling gaande te houden voor de verhalen, die zij hem gedurende dui zend en één nacht vertelde. Door nieuwsgierigheid gedwongen stelde de sultan dag aan dag de terechtstelling van zijn vrouw uit. tot hij ten slotte ge heel van zijn bloedig besluit afzag. Heel wat wonderen werden door Shéhórazac aan Schahriar verteld. Voor haar verha len ontleende de sultane aan dichters hun verzen, aan volksliederen f in woorden, en alle sprookjes en avontu ren gaf zij een onderling verband 1 De zee en het schip van Sindbad. 2. Het verhaal van Prins Kalender. 3 De jon ge prins en dc jonge prinses 4 Feest in Bagdad. De zee. Het schip slaat te pletter tegen «en rots. Besluit." Het is een vrije muzikale fantasie ge worden. waarvan de bijzondere beko ring ligt in de losse aaneenschakeling der gedachten er de vrije bewerking der tegevens, dij alle thematische een heid En dan gemaakt met aan de Rus sen eigen zeldzame kleurrijke nieuze instrumentatie. Hot is ei., lijk stuk geworden, dat iedereen spreekt en dat iedereen zal meevc met dc verbalen van de sultane Shèhé razade. Het Ned. Philh. Orkest heeft o.l.v. Walter Goehr van dit werk een ideale uitv«jering gegeven, die ook tech nisch subliem is opgenomen. Er ts een prachtige ruimie in deze opname Wal ter Goehr heeft alle troeven van zijn muzikantenhart uitgespeeld, hij heeft er kleur en vaart aan gegev«4l en hij heeft de orkestleden tot wonderlijk gro te prestaties gebracht. Een opname (langspeelplaat MMS-2004) die Ln geen discotheek mag ontbreken. CORN BASOSKI. i mgc- Miebei bij de massajeugd <§od - lee\t! Uil dc VOLKSWIJK langzamerhand de tijden en gele genheden om het zaad te strooien waarvan de by bel spreekt. En dan kamphuis!" Nog doe je vreemde erryaringen op. c jc^r|c spót!" - zegt Lineke op- AA** AAA A AtitZA AA zet. Ze 2ou in de war raken. Maar hoe komt dit kind op zo'n onder werp? Misschien door die kerk dienst, die we hier op de eerste Zondag hebben meegemaakt. Dat was trouwens een soort toevallig heid omdat onze baas hier vlak in de buurt preekte en de kinderen langzamerhand mee ophouden. Om eens. We lopen buiten het kamp- het leuk vonden om hem daar tc twee redenen: eerstens heb ik de terrein zijn op een of andere leidsters met dus best mogelijk is, dat U onder tussen al in de krant hebt gelezen, dat ik m\jn kamphui» gekregen heb. Want ofschoon mijn baas even eens met vacantie is, zal hij des noods uan de Noordpool telegrafe ren als hij opeens bericht ontvangt: ..Laat Mtebel stoppen met gejam mer! Maakte U bedrag zo juist over!" Maar zelfs indien dit onverhoopt niet geschied is, zelfs dan moet ik nu deze serie afbreken, omdat Sep tember in het land is en we voor lopig weer in de volkswijk zwoe gen. Daar valt genoeg over te rap porteren en dus laat ik het kamp werk na vandaag weer rusten. Maar één ding moet tk nog zeggen. Dit ..Geef ons een kamphuis, als u uiilt dat we deze kinderen iets van Christus zulten laten toeten.'" Er zjjn altijd men»en, die on» ver wijten, dat we op dit gebied te wei nig doen. Ze vinden ons maar op pervlakkig. Ik word wel eens nij dig als ik hen praten hoor, omdat ik henzelf nog veel oppervlakkiger rind. Immers, ze komen met goed kope vermanende woorden aan ons adres, maar hebben noch enig benul gezwoeg, noch helpen t»htt i.r.n tweetjes alleen misschien ook zijn ze met de an- met het scheppen van moge- dere leidsters naar het dorp ge wandeld. In elk geval: we zijn vol temidden ran bos onen En daar komt die Lineke uit de lucht vallen met haar kerk-beschouwing ..De kerk spót!" „O ja?" - zeg ik. Ik zeg het 'm lijkheden tot een waarachtige kondiging. Op de clubs is het slagen meestal te vol om echt met deze sen, velden i kinderen over de Heiland te kunnen praten. Tot persoonlijke gesprek ken bestaat daar geen gelegenheid. Kinderen uit een roezige wijk zijn RHHM zo berstensvol geladen met artiri- beetje aanmoedigend Als ik een rfi- teitsdrang, dat ze nauwelijks kunnen recte vraag zou stellen, zou het ge- Mtilzitten. Luisteren, betruit en toe gewijd luisteren, kunnen ze hoog stens vijf minuten aaneen. Pas in sprek meteen ophouden. Ze legen worden Ze zou misschien beetje bang worden omdat ze langer duur komen dit tegen zo'n christelijke juffrouw Te zien niet te horen. Van zijn preek begrepen ze minder dan niet». Het enige wat hun bijbleef was dat zij hem gezien hadden en hy hen En de wyze waarop hy tenslotte de zegen uitsprak. Dat was mooi geweest vonden ze al lemaal. ..Meid joh, wat stond ie daar met z'n armen uitgestrekt, hé?!" Het enige dat deze kinderen voor alsnog kunnen vasthouden i» perse het gebaar Hun ogen vertellen hen nog wel wat hun oren z\jn vol maakt doof Maar hoe komt Lineke op die kerk? .Ja", zegt Lineke .Spotten dat is als je over dooie mensen vraat. Dat mag je niet doen Daar moet je afblijvenNou en in de kerk praten ze altijd over dooie mensen. Of over God en over de Here Jezus Nou dat is precies ge lijk. want die zijn toch óók dood!" Zo, dat is hef dus. Ik denk aan het gezin waaruit dit meisje voort komt. Een vader, die er niet aan duet en dat is nog te zacht ge zegd. Een moeder, die een sloof is Vroeger leefde er een grootmoeder, die vroom was maar die is al een paar jaar dood. Mogelijk dat Vader daar eens Wut over gezegd heeft, en dat Moeder hem toen in een» fel van repliek diende: „Over de dooien praat je niet' Dat is spotten'"' En mogelijk dat Vader torn zei: „Nou. God is óók allang gestorven Hun kind wan delt naast me en Nietzsche grijnst op de achtergrond. Ze springt ineen» over op een an der onderwerp Bovendien: je praat niet over de doden Dat is spotten' En ik kan alleen maar bidden ..God. Irn-iuli God. laat V zien ac.n dit kind Aan al deze kindrr-n Door een lerende gemeente. Of hoe ook. Maar lóót U zien'" MIEBEL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 10