Heel AUSTRALIË jachtveld
óprookjeó van eLl.^.c^ncleróen
5. Heel het land door werd een versje ge-
rongen over het hoogmoedige meisje In
ter, dat op het brood ging staan om nette
schoentjes te hebben.
Deze geschiedenis werd ook verteld aan
een klein meisje en dat kreeg groot me
delijder met de arme Inger. ..Maar komt
zij dan nooit weer boven?" vroeg ze. ,.lk
wil mijn hele la met poppengoed ervoor
2. ..Uw naam.' Uw beroep?" vroeg de
schildwacht hem, die 't eerst uit 't rij
tuig stapte.
..Kijk in mijn pas!" zei de man. „Ik
ben ik!" Het was een kolossale man, in
een berenpels gehuld en met sneeuwschoe-
nen san. „Ik ben de ma*, op wie bijzonder
veel mensen hun hoop bouwen. Ik ben
koopman en heet Januari. Ik heb alleen
maar rekeningen bij mij".
Toen kwam de volgende, hij zei: ..Ik
ben een grappenmaker, wil anderen ple
zier doen en mijzelf ook. want ik heb
het kortst te leven van de hele familie;
ik word maar acht-en-twintig! Ja, mis
schien voegt men er een dag aan toe!
Maar dat doet er niet toe. Hoera!"
,,U mag niet zo hard schreeuwen", »ei
de schildwacht
„Dat mag ik best", zei de man. ..ik ben
een vrolijke prins en reis onder de naam
Februari."
Tekeningen BOERGE PRAMVIG
waall met de póót
1. Het vroor dat het kraakte, en helder
was de sterrenhemel.
„Paf!" daar schoten zij het nieuwe Jaar
in; het was Oudejaarsavond.
Daar kwam de post De grote postwagen
De postwagen hield stil voor de stads
poort met de vreemde gasten, de twaalf
reizigers. Wat waren dat voor mensen? Zij
hadden pas en bagage bij zich en cadeau
tjes voor jou en mij en alle mensen in
de stad. Wie waren die vreemdelingen?
Wat wilden zij en wat brachten zij?
„Goede morgen!" zeiden zij tot de schild
wacht aan de poort.
hield stil buiten de stadspoort, hij vervoer
de twaalf personen, meer konden er niet
ln, alle plaatsen waren bezet.
„Hoera, hoera!" werd er gezongen bin
nen in de huizen, waar de mensen Oude
jaarsavond vierden en net waren opgestaan
om elkaar heil en zegen toe te wensen
ln het nieuwe jaar.
Jacht geschiedt met scheikundige wapenen
Andermaal is dit werelddeel ontdekt
HEET, hard en naakt is de rots
wand, waartegen ik leun. Een
inboorling heeft er een zonnewiel op
getekend- De primitieve kunstenaar
vermoedde in de verste verte niet, dat
eens aan de voet van zijn zonncrad
twee blanke mannen in het zweet
huns aanschijns gesteentemonsters
zouden verzamelen.
Debnam en Elliott (zo heten deze
mannen) kijken even op, als ik die
opmerking maak. Er zijn nog veet
meer dingen, waar die inboorlingen
geen bcsel' van hebben, zegt Dcbnani
dan. Zo hebben ze nooit geweten ho«
waardevol hun domein is. Ze reali
seerden zich hoegenaamd niet, dat ze
dag in dag uit op kostbare grond lo
pen en jagen. Nu, wij Jagen er ook.
Maar niet op kangaroes. En wij han
teren geen boemerang of speer, doch
flesjes met zuren en andere chemi
sche preparaten. En ik geef je de
▼ersekerlng, dat wij heel wat meer
▼angen dan die donkere Australiërs
ooit deden!
aangevend in de wereld zullen wor
den.
Er zijn ook deskundigen, die zich
ietwat voorzichtiger uitlaten, maar
ook zij zijn ervan overtuigd, dat het
Noorden dank zij zijn minerale rijk
dommen een tijdperk van krachtige
bloei tegemoet gaat.
Reeds thans werken prospectors
van alle mogelijke soort in Noord-
Queensland, het Noordelijk Territori
um en West-Australië. Men ontmoet
er nog steeds de eenvoudige „goud
koortslijder" (zols Debnam dit type
kenschetste), die
met pan en hou
weel op de goud-
jacht is. Zo'n man
was ook Jack Whi
te, die de ura-
niumvelden van
Rum Jungle ont
dekte! Te ver
waarlozen is dit
„ouderwetse" type
dus geenszins.
Dan is er de
koperjager, die
gewapend is met
hamer en stalen
boor. Voorts de
uranium - zoeker,
die met een Gei
gerteller de wil
dernis afspeurt
naar radio-actie
ve mineralen.
De deskundigen
der regering zijn
eveneens op de
uraniumjaclit, zij
jagen per vlieg
machine en met
de modernste
wetenschappelijke
hulpmiddelen. Geologen, mineralogen
en geo-phisici zijn eveneens voortdu
rend op expeditie en als „laatste lich
ting" zijn nu de scheikundigen, de
geo-chemici, in de arena getreden. Hun
methode van opsporing is snel en
goedkoop.
leden kennis met de toegepaste
geo-chemie. Het was de Amerikaan
se geleerde dr. V. P. Sokoloff, die
scheikundigen), die op het ogenblik
deelnemen aan een ware klopjacht
in geheel Australië op kostbare ertsen,
vooral op zink, koper, lood en zilver.
Het is een „veldtocht" in de letter
lijke zin des woords, waarbij het la
boratorium als étappe fungeert en
waaraan een gedurfd strategisch plan
'en grondslag ligt om in snel tempo
een volledig overzicht te verwerven
van Australië's minerale rijk
dommen. Het slagveld of jachtterrein
is een geheel werelddeel, dat che
misch onderzocht wordt. Met recht is
dan ook gezegd, dat de geo-chemici
in onze eeuw Australië opnieuw ont
dekken.
Er was stellig aanleiding om zo'n
ontdekkingsoperatie op grote schaal
op touw te' zetten. Vooral de laatste
jaren zijn er in het Noorden van Aus
tralië (dat een derde deel van Aus
tralië's oppervlakte beslaat) veel
aanwijzingen gevonden voor minera
le rijkdommen. Niemand waagt zich
thans reeds aan een voorspelling, hoe
groot die rijkdommen zullen blijken
te zijn, al zijn er dan geologen, die
de dun-bevolkte, droge, ietwat ver
waarloosde Noordelijke streken be
schouwen als het land, waar in de toe
komst grote steden en bloeiende indu
strieën zullen ontstaan, centra van
mijnbouw en nevenbedrg ven, die toon-
naar Australië kwam
om daar enige weten
schappelijk geschoolde
mannen onderricht te
geven en in te wijden
in de geheimen der geo-
chemie. Met zijn leer
lingen werkte Sokoloff
in Tasmanië, Queens
land, Nieuw-Zuid-Wa-
les en Zuid-Australië.
Op hun beurt onder
wezen de drie leerlin
gen van Sokoloff an
dere Australische geo
logen en chemici, zodat
er thans enige geo-che-
mische commando's met
een degelijke opleiding
aan het werk zijn.
Boeiend is onze ar
beid stellig, vertelde
Debnam, maar ook inspannend.
Als eerste arbeidsterrein kregen we
een stuk terrein toegewezen nabij de
Mount Isa mijnen in Noordwest-
Queensland. Een droog en gloeiend
brokje wildernis, waar zilver, lood,
koper en zink gewonnen worden. Onze
„proef-akker" lag zowat 20 km ver
wijderd van de eigenlijke mijnen.
Twee of drie generaties prospectors
hadden hun krachten reeds op ons
proefterrein beproefd, maar niemand
had noemenswaardig resultaat ge
boekt. We! wezen een paar kleine,
met de hand gegraven. verlaten
schachten er op, dat althans enigen
het de moeite waard hadden gevon
den om te graven. Toen we dit alles
hadden vastgesteld, besloten mijn as-
sitent en ik om zeer systematisch te
werken. De monsters, die we de ene
dag verzamelden onderzochten we de
volgende dag in ons laboratorium.
Volgens een tevoren opgesteld sche
ma namen we op tal van plaatsen
monsters. We deden en doen dat
nog! ze stuk voor stuk in een pa
pieren zakje en schreven daar op,
waar het monster precies genomen
was. Zo konden we systematisch elk
perceel afwerken.
Natuurlijk leren de laboratorium
resultaten ons niets of althans heel
weinig omtrent de omvang van ce
voorraad ert3, die bij slot van reke
ning bepaaU of de exploitatie lonend
Debnam (rechts) en Elliott verzamelen monsters
gesteente. Boven 't hoofd van Debnam ziet men
het door een inboorling getekende zonnewiel.
kan zijn. Maar als onze monsters po
sitieve resultaten opleveren, dan
adviseren we om de diepte in te gaan.
We boren dan tot 600 a 700 meter
diepte en nemen al borende telkens
monsters, die dan weer chemisch wor
den getest op hun ertsgehalte. Voor
die diepe boringen moeten wij natuur
lijk machines laten aanrukken.
Tot nu toe is de gebruikelijke ma
nier om zilver-, lood-, koper- en zink-
ertsen te localiseren, met een bulldo
zer diepe voren te graven en, als er
mineralen van waarde worden gevon
den, dan met de boor dieper te gaan.
Hier ziet men de twee rcheiktmdipen in hun laboratorium aan 't werk.
Inderdaad: door de geo-chemici wordt Australië in onze eeuw opnieuw
(mtdekf'l
king tussen overheid en particulie
re ondernemers is er nog te vertellen
(vervolgde Debnam). Daar bij Mount
Isa werkte ik op de concessieterrei
nen ener particuliere maatschappij,
hoewel ik in staatsdienst was. Alle
uitkomsten onzer onderzoekingen wer
den echter doorgegeven aan de maat
schappij. Deze profiteerde hier stellig
van. Zo meende zij, ergens goede
lood-mogelijkheden te bezitten, doch
onze geo--chemische proeven toonden
aan, dat er op die plek geen lood,
doch vermoedelijk wel koper zit. El
ders vonden wij op de concessieterrei
nen twee nieuwe loodvoorkomens,
terwijl wij enige stukken gronds,
waarvan men waande dat zij rijk aan
looderts waren, als waardeloos kon
den ontmaskeren, hetgeen de maat
schappij veel geld, moeite en teleur
stelling bespaarde.
Later werkte ik (vervolgde Debnam)
ook elders en op terreinen, waar
nooit tevoren onderzoekingen waren
gedaan. In een aantal gevallen wezen
de uitkomsten mijner tests op mine
rale rijkdom, waar die niet was ver
moed. Het is nu de bedoeling om in
snel tempo een volledig overzicht te
verwerven van de minerale rijkdom
men van mijn land. En wij, de geo-
chemici, zijn opgecommandeerd om
de lasten en de taak der kartogra-
fen, geologen, mineralogen, geo-phy-
sici en andere ..ertshazen" of moet
ik in Australië spreken van „erts-kan-
geroes"? te verlichten. Nu. dat doen
we graag. Het werk is boeiend en
interessant.
Debnam zweeg. We stonden gedrie
ën geleund tegen de hete, naakte
rots. Een zonnerad, getekend door een
Steentijd-mens, was het enige dat de
vlakheid van het gesteente brak. El
liott zag mijn oog op die tekening ge
richt.
Let eens op mijn woorden, zei hij,
als je over een jaar of vijf hier te
rugkomt, zie Je heel andere wielen
en veel meer wielen en dan staat
dit primitieve figuurtje misschien in
een museum.
Het zou mij niet verbazen, als El
liott gelijk krijgt.