PHARAO'S
Wonderen en geheimen uit het land der
-Qen dagj
naar buiten^
6
ZONDAGSBLAD 2 JULI 1955
4 onze jeuqó-p&qin& f
AL lang geleden had vader het
Joop beloofd: als het volop zomei
gaan wij een dag uit vissen.
uit
i helderblauwe lucht. De hengels
de zolder gehaald. Joop.
Anneke en kleine Tom hadden geholpen
om alles klaar te maken. De fietsen wa
ren in orde. en de boterhamtrommels
stonden klaar. Ja. dat beloofde een heer
lijke dag te worden.
..Mag ik ook mee?" vroeg Anneke.
„En ik-*" vleide kleine Tom.
Joop keek verschrikt Daar had hij
nu helemaal niet aan gedacht. Anneke
was een meisje, en wat hadden meis
jes nu aan vissen? En Tommiedie
was nog maar zes jaar. Dat was hele
maal niets gedaan, vond Joop.
„Nee, hoor", bromde hij, „Dat's niets
voor kleine kinderen."
„Verbeeld je", zei Anneke kattig.
„Hoe oud ben je zelf. groot mens?"
Er zou zeker een flinke ruzie zijn ont
staan, als vader niet gehoord had. wat
Anneke en Tom zo graag wilden. Eerst
had vader er ook niet aan gedacht, die
twee mee te nemen. Maar komaan, ze
waren toch geen kleine kindertjes meer,
en het was zo goed voor hen. eens een
hele dag buiten te zijn. Dat bedacht
vader allemaal, en toen zei hij:
„Ja. maar. Joop. we hebben Anneke
nodig. Ze moet koffie voor ons zetten,
en misschien wel vis oakken Tom kan
bij jou achterop de fiets, en Anneke bij
mij. Zullen we dan maar ja zeggen?"
Anneke en Tom luisterden niet ver
der. Ze sprongen van pret in het rond.
En „Vooruit daa maar" zei Vader, en
zo werd besloten. Natuurlijk gingen ze
die avond vroeg naar bed. want de vol
gende morgen moesten ze voor dag en
dauw opstaan. Zo gaat dat. als je uit
vissen wilt!
Toen ze 's morgens vroeg op weg gin
gen. was het nog fris. en de kinderen
hadden hun wollen jasjes aan. Maar de
zon kwam al op en de vogels zongen
het hoogste lied. Het beloofde een prach
tige dag te worden.
Wat ging dat fietsen vlug door de le
ge straten! Al spoedig hadden ze de
stad achter zich. Hier was het pas mooi.
hier in het vrije veld. Langs smalle
wegen fietsten ze steeds voort, tot ze
eindelijk niet meer verder konden, want
ze stonden voor een breed water Een
eind verderop was een bruggetje en
daar werd het water ook minder breed
Aan de overkant liepen ze nog een eind
naast de fietsen voort, en daar, onder
een mooie, hoge boom, was het plekje,
waar ze die dag zouden blijven. De
boerderij, waar dit land bij hoorde, lag
heel in de verte. Ze mochten hier vis
sen, dat had Vader met de boer afge
sproken Behalve die boerderij was wijd
en zijd geen ander huis te zien.
Wat heerlijk was het buiten! De
leeuweriken stegen zingend omhoog, en
de wind suisde door het riet. Anneke
zorgde voor koffie, en intussen maak
ten vader en Joost de hengels klaar.
Toen ze even aan het vissen waren.
Ondeugend
Snoesje
Kleine Jaap je had een hondje.
En dat hondje heette Snoes
T Had een staartje als een bontje.
En een huidje als een poes.
Altgd wou 't bg Jaapje lopen
Overal sprong 't om hem heen.
Moest die Jaapje vlees gaan kopen,
dan kreeg Snoesje soms een been.
Ja. die Snoesje was een rakkerd,
die ztyn baasje nooit verliet.
Soms gaf hij hem zelfs een pakkerd.
Maar dat mocht van mama niet.
Snoes kon fijn met Jaapje spelen.
Hollen, springen, wat niet al
En als dat hun ging vervelen,
namen sty de rode bal.
Maar nu moet je toch eens horen
wat die Snoesje heeft gedaan.
Die is dwars door veld en koren
eens naar Jaapjes school gegaan.
Hoe kon Snoesje het zo treffen,
dat de school nog open was!
Dapper ging hty hard staan keffen
voor de deur van Jaapjes klas.
Snoes mocht in de school niet bigven.
Nee. dat gaat met hondjes niet
Want die leren toch nooit schrijven.
Jaapje bracht hem thuis, subiet.
Ja daar kreeg hfl een paar tikken.
Niet zo erg hoor, deze keer.
Tooh moest Snoes wel even schrikken.
En hg deed het heus nooit meer.
KO HAAK.
merkten ze. dat het weer toch minder
mooi was. dan het er eerst had uitge
zien. Er waren dikke, ronde wolken om-
hooggekropen. die er onheilspellend uit
zagen. Vader keek bedenkelijk.
„Onweerswolken", zei Anneke.
Ze zaten bij elkaar koffie te drinken,
met een dik stuk koek erbij. Hè, dat
smaakte na de lange rit.
„We kunnen hier toch niet lang meer
blijven", zei vader. „Het is jammer,
maar ik vertrouw het weer niet. Er kon
wel eens een bui komen en schuilen
kunnen we hier nergens."
Ineens werd het bladstil. Het windje,
dat zoéven nog zo vrolijk het water rim
pelde, hield de adem in. Het duurde
maar een ogenblik. Toen volgde een
hevige stormvlaag, en nog een. Vader
sprong op.
„Gauw maar inpakken", zei hij. „We
moeten terug."
„Jammer", wou Joop zeggen, maar
hij hield het in. De hemel was niet
blauw meer. maar loodkleurig, en in de
verte rommelde het al.
Zo vlug ze konden, pakten ze alles
bijeen. De regen begon al te vallen, met
grote druppels.
Plotseling flikkerde een blauwachtig
licht, dat dadelijk gevolgd werd door
een ratelende slag. Meteen kletterde de
regen in stromen neer.
Anneke had de handen voor de ogen
geslagen van schrik. Nu sprong ze naar
de boom. om daaronder te schuilen. Va
der trok haar terug.
„Niet daarheen", zei hij. „Nooit bij
Anneke's schouders. Anneke had zo'n
dun jurkje aan. Nu liepen ze het wel
land in en gingen allen plat op de grond
liggen Anneke en Tom lagen samen on
der vaders regenjas, maar vader en
Joop werden drijfnat. En wéér en wéér
flitsten de bliksemstralen door de lucht.
In blauwe gloed stond de hemel, en
het leek wel. of de aarde dreunde van
de slagen. Anneke stopte de vingers in
de oren, maar dat hielp niets, ze hoor
de het onweer toch. Toen het even wat
minder werd. keek ze voorzichtig naar
de anderen. Tonimie lag naast haar.
Vader en Joop wat verder, het hoofd
in de armen, ze bewogen niet. Anneke
had ineens het gevoel, alsof ze hier he
lemaal alleen lag. en er niemand was,
om voor haar te zorgen. Vader was er
wel, maar Vader kon toch ook niet hel
pen. Er was niemand. Helemaal nie
mand. En Anneke gilde van angst. „Va
der!" riep ze. maar meteen kwam er
weer zo'n dreunende slag. De regen
kletterde op hen neer. Nog eens riep An
neke: „Vader! Er is niemand bij ons!"
Ze snikte het uit Vader hoorde niets,
maar naast haar had iets bewogen.
Kleine Tom, die aldoor heel stil gele
gen had, sloeg zijn arm om haar hals
en zei: „Stil maar, An."
„Er is niemand" huilde Anneke weer.
„Jawel", zei Tommie. „De Here God
immers. Stil maar", zei hij nog eens,
en kroop dicht tegen Anneke aan.
Dat hielp. Anneke legde haar wang
tegen die van Tommie. Nu voelde ze
zich niet meer zo alleen. Tom had ge
lijk, de Here God kon hen bewaren.
Daar had ze in haar angst niet aan ge
dacht En Anneke vouwde haar hand
jes en vroeg zachtjes, of de Here God
hen allen bewaren wilde in dat vrese
lijke weer. Langzaam dreef nu liet on
weer voorbij. Een paar maal rommel
de het nog, verder en verder weg, en
toen werd de lucht weer lichter, en
hield de regen op.
Vader kwam overeind, en nu stonden
ook de kinderen op. Ze waren bleek
van de doorstane angst. Anneke en
Tom waren niet erg nat geworden,
maar met Vader en Joop was het erger
gesteld. Zo doornat konden ze onmoge
lijk terugfietsen naar huis. Ze zouden
eerst maar naar de boerderij gaan. be
sliste vader.
In de boerderij werden ze vriendelijk
ontvangen. Vader en Joost mochten hun
kleren drogen bij het keukenfornuis, en
ze kregen allemaal lekkere hete melk
te drinken. Van vissen kwam die dag
niets meer. maar ze mochten op de
boerderij blijven en dat was nog veel
prettiger, vonden de kinderen. Nog nooit
hadden ze ergens zó fijn gespeeld. En
Zodra dit meisje uit school komt,
ploft ze op de divan en gaat
lezen. Ze geeft niets om zwemmen
of buiten spelen, ze leest maar
en ze leest maar, het ene boek
na het andere. Hoe ze heet? Wel,
dat kun je gemakkelijk ontdek
ken, wanneer je de boeken van
dun tot dik naast elkaar zet. Dan
vormen de letters op de ruggen
van die boeken de naam wan dit
meisje. Stuur je oplossing vóór
Dinsdag in, en denk er aan:
naam en adres IN de brief!
's avonds was het een vrolijk troepje,
dat naar de stad terugfietste, zónder
vissen, maar mét een grote mandvol
bessen, die ze zelf hadden mogen pluk-
Moeder, die de pan voor het vis-bak-
ken al had klaargezet, lachte hen eerst
wel uit, maar toen ze de bessen zag. was
ze toch ook in haar schik. Het onweer
was in de stad niet zo erg geweest en
Moeder schrok er van. toen ze hoorde,
hoe het op het weiland was gegaan.
Maar wat kleine Tom gezegd had, fluis
terde Anneke pas in Moeders oor, toen
Moeder haar kwam toedekken.
„Tom had gelijk, hoor", zei Moeder.
„We zijn nooit alleen, want de Here
God is altijd bij ons. Hij ziet en hoort
ons overal. Dat moet je maar nooit ver
geten.
Neen. dacht Anneke, dat zou ze zeker
liet. En toen legde ze haar hoofdje r
tig
sliep in vijf minuten.
E. S.
onze BRievenBUS
Beste allemaal.
Wat een heerlijk
weer, hè jongens?
Ik denk, dat het
daardoor komt dat
ik minder oplossin
gen kreeg dan an
ders. Maar ik kan
het me voorstellen,
hoor! Geniet macr
zoveel mogelijk van
de zon!
De puzzle van de
vorige week, met die
telefoondraden, was
wel een beetje lastig.
is het nietEigen
lijk was het net zo
iets als een doolhof. De hoofdprjs
is voor Adn Uittenbogaard. de troost
prijzen zijn voor Adrie Vos, Mar ja
den Otter en Marry v. d. Kaaden.
De vorige week heb ik jullie ver
teld over Arte pan de Windt en jul
lie gevraagd, hem een kaart te stu
ren. Ik had echter een fout adres
gekregen. Het juiste adres is: Heen
en Burgweg 17, Schipluiden. Ik denk,
dat de andere kaarten toch wel over
gekomen zullen zijn!
Dan zijn er nog twee con-csoon-
dentie-uerzoeken. Johnny Masten
broek. p/a jam. Verschoor. Utrechtse-
weg 252. Amersfoort, wil graag cor
responderen met een jongen of meisje
wan 8 a 10 jaar. Nel wan der Kruk
wil graag schrjjven met een meisje
wan 10 a 11 jaar. Zij woont Molen
straat 33, Monster.
En dan nu de briefjes. We beginnen
met Appie en Meino de Henstwee
ling. Appie is een jongen en Mcino een
meisje. Ze hebben met het schoolreisje
een rondvaart gemaakt door de Amster
damse grachten. Ineke v. d. Knde
vond de puzzle wel een beetje moeilijk,
ze ging steeds op de verkeerde lijn.
De drieling WH. Greet en Hannrke Faber
verheugt zich er al op, dat het ba-
by'tje weer een weekje komt logeren.
Jij hebt zeker wel erg van het school
reisje genoten, is het niet. Jannie Struik?
Tante had zeker wel een boel te ver
tellen over dat kamperen. Geertje vu
't Voer. Zijn jullie nog naar het trou-
hem gekocht? Onze nicht
Theodora Geleynse (ja heus, haar Zon
dagse naam staat onderaan de brief!),
heeft haar zusje een verhaaltje verteld
over een verwend meisje. Ja hoor.
rust schrijven,
gouden borden durven eten, Wllma van
Scherpenzeel, wat zou dat sprookjesach
tig zijn, hè? Jan Boukr Visser stuurde
in zijn brief een tekening van zijn zusje.
Wil je haar hartelijk bedanken"
Maakt het krielhaantje erg veel la
waai. Jan Bakker? Jammer genoeg was
je wel te laat de vorige keer. Hans van
Duijn. Nou. met een brandglas kun
je ook een hele tijd zoet zijn, is het niet.
Jaco Robijn? Dank ie wel voor je
tekening. Rietje Floor, ik denk dat het
voorstelde: een mevrouw, die de was op
hangt op het plat. Is dat zo? Anke
Manintvcld schrijft: nu kun Je lekker
bruin worden. Ben je al een chocolaad-
je. Anke" En hoe is het met Jan?
Waar gaan jullie heen met het school
reisje. Henk Binnendijk? Doe maar
zoed je best met de bijlessen. Hans Bleich-
rodt. Toch wel spannend, hè Lenie van
den Dool. die eindexamens. In welke
klas zit Jij Dat zal een feest zijn
geweest met de verjaardag van je
vriendinnetje. Gerrie Fossen. Feliciteer
haar alsnog uit mijn naam Dat pony
wagentje was zeker wel het fijnste van
het hele schoolreisje. Coos Paulusma?
Nou of ik Joke een mooie naam vind.
Anneloes van de Lang! Rozemarie vind
ik trouwens ook prachtig Wat is dat
nou toch heerlijk. Eefje Reaoort, dat
dokter het goed vond dat Je met het
schoolreisje mee mocht. Je hebt het ze
ker wel heel erg fijn gevonden, hè?
Ik denk dat jij wel vlak vooraan stond
met die oefening van de B B hè SJaak
Schuurman? Vond Je het erg mooi?
Heb je wel eens in een tent geslapen.
Then Smallenburg? Dat is ook erg leuk
noor. Jij hebt zeker alle kleurtjes uit
Je kleurdoos die je kon vinden, in je
brief gebruikt. Ineke van Herp. Dus jij
mocht mee op de boot van papa. Wim
Maaijen. wat zul Je veel gezien hebben,
zeg. Kun je al duiken. Rlnus Kievit,
of waag je je daar nog maar niet aan?
Waar gaan jullie kamperen. Leny
Openneer. of moet dat nog een verras
sing blijven? Dat is flink van je.
Loesje Mulder, om veel melk te drin
ken. Kan jij al zo goed fietsen. Mieke,
heb je al een eigen fiets? Nelleke
t. d. Breek gaat met een paar school
vriendinnetjes naar een zangklasje, dat
„De Lenteklokjes" heet Wat zijn die
eekhoorntjes geweldig vlug. hè Aart
Bravenboer? Dat is leuk, Ria Wu-
baaer, dat je correspondentievriendin-
oetje terug geschreven heeft. Jij hebt
veel leuks in het vooruitzicht, zeg!
Hebben jullie meegeholpen op het hooi
land. Jan Stam, en was de fietstocht
mooi? Fijn dat je in Je schik was
met de prijs. Wim Koole. Hennie
Donkersloot vond de puzzle ook al een
beetje moeilijk. Je hebt toch zeker
wel gekeken naar de sportdag. Lukas
Jacobs, ook al kon je zelf niet mee
doen? Dat was keurig gedaan. Jan
Heystek, die tekening van de schelp.
Tennis en Neeltje den Otter hebben ook
de oplossing kunnen vinden. En Neeltjes
nieuwe jurk is wit met rode bloemetjes.
Wat leuk. dat de konijntjes nog le
ven, Dik. Frits en Goofke van de Wa
ter. Wanneer krijg ik weer eens een
zelfgeschreven brief van je, Dik? Je
kunt het zo keurig? Ben je alweer
beter. Janie Biescpol? Ja hoor. Willy
Borst, jij was nog net op tijd. Heb je
al kennis gemaakt met de nieuwe mees
ter. Marian Klandcrman? Daar heb
ben we Zwarte Ka weer eens. Haar zus
gaat in Augustus trouwen, zal dat even
een feest worden. Helma, Nienke en
kleine Lo Krijger stuurden me een brief
en schreven er in dat iedereen in een
brommerige stemming is. Jij had ze
ker een hele ijsmaag van al die ijsjes.
Heleentje Langbroek. Vond je de puzzle
een beetje lastig, Cor den Dopper?
Hartelijk dank voor de kaart, Lenie Vis
ser, hebben jullie veel plezier gehad?
Wat vond je nu het mooiste vap de E 55.
Jannie Konijnenburg? Jammff dat Ra
il nog niet mee kon gaan. Nellie v.
d. Kruk tekende een prachtig aquarium.
Heerlijk, hè Sarie Steenbergen, zo'n
schoolreisje! Viel de prijs mee. Lenie.
Willy en Kees Koomans van den Dries?
Was het een prettige dag met Ma-
riekes verjaardag, Hansje van Es?
WUly Kraaljeveld heeft 18 km gewan
deld en een groepsprijs behaald. En
Halb heeft 12 km gelopen. De familie
Grootendorst houdt reusachtig veel van
Tot slot de nieuwelingen: José van der
Leun, Chris Niemeijer, Anke van Kam
pen, Henny Olieman (die ik heel veel
beterschap toewens) en Jopie Hordijk.
Hartelijk welkom allemaal!
Tot de volgende week!
ZONDAGSBLAD 2 JULI 1955
3
Van mummies en sphynxen, obelisken en koningsbeelden
(ID
SINDS de Egyptische hiëroglyphen
hun geheimen hebben prijsgegeven,
is er een wereld opengegaan Aan de
hand van talrijke papyri, alsmede on
telbare opschriften op tempel- en graf-
kamerwanden of obelisken zijn de ge
leerden er thans in geslaagd ons een
diep inzicht te verschaffen in de levens
gewoonten en het geloofsleven der oude
Egyptenaren.
En dan bemerken we ook al spoedig
dat in heel die wonderlijke dodencultus
het één onlosmakelijk verbonden is met
het ander. We kunnen ons de pyramiden
niet indenken zonder de sphinxen. de
dode Pharao's niet zonder de balse-
mings- of cor
De beste mummie, ooit gevonden:
die van prinses Nesitanebasjroe,
een Amonpriesteres uit Thebe,
die in de 10e eeuw vóór Chr.
leefde
Ondanks het feit, dat uit verschillende
delen der wereld van tijd tot tijd be
richten komen over gevonden mummies
Uit lang vervlogen tijden, wordt onze
eerste gedachtcngang bij het horen van
dit woord toch vrijwel altijd verbonden
aan de Pharao's uit het oude Egypte.
De meest voor de hand liggende ver
klaring hiervoor ligt waarschijnlijk ui
de zo uitzonderlijk goede toestand waar
in de lijken werden aangetroffen en al
die eeuwen door bewaard zijn gebleven.
Een toestand waar niet in de eer
ste plaats de in vele gevallen geraffi
neerde balsemingskunst debet aan is.
Het is namelijk gebleken dat dé enor
me hitte van de Afrikaanse zon en de
droogte van de Egyptische bodem er
dc oorzaak van zijn dat de gevonden
lijken in nog zulk een goede staat zijn
gebleven.
We zouden hier dus eigenlijk meer
kunnen spreken van een zeer snel uit
drogingsproces; een proces waar slechts
enkele jaren mee gemoeid zijn. Een
aardig geval, wat in verband staat met
de bekende „dijkenhandel" enige tien
tallen jaren geleden, is hierover bekend.
Ieder museum of particuliere verzame
laar wilde namelijk tegen elke prijs een
mummie hebben. Maat aangezien de
vraag groter was dan het aanbod moest
hier een oplossing voor gevonden wor
den. Zo bleek een „afgeleverde mum
mie" bij onderzoek een nummer van de
Times als vulsel in zijn buik te hebben...
Een wel overtuigend bewijs voor de
ze „natuur-conservering" leverde de on
derzoeker H. E. Winlock toen hij bij
Der el-bahari een 4.000 jaar oud solda-
tengraf vond met de lijken van meer
dan 60 gesneuvelden. Hoewel uit het on
derzoek bleek, dat er van een werkelijke
balseming zo goed als geen sprake moet
zijn geweest zelfs de zo snel aan be
derf onderhevige ingewanden bleken
nooit te zijn verwijderd verkeerden
de Lichamen, uit enkele waarvan nog
de pijlschachtcn staken, toch in een uit
stekende conditie, ja kon men de trek
ken van hun gelaat aflezen
De eerste pogingen om stoffelijke over
schotten te verduurzamen dateren onge
veer uit de derde dynastie en bestonden
in het begin alleen nog maar uit het om
wikkelen met lange repen stof. terwijl
in sommige gevallen het gelaat even
eens omwikkeld - een dodenmasker
kreeg door middel van gips wat men er
overheen goot. Deze dodenmaskers vin
den we in latere dynastieën weer te
rug. doch nu van zuiver goud. De'opzet
hiervan was, de beeltenis van de over
ledene zo lang mogelijk te bewaren
Mummiemaken
Eerst in de 12e dynastie ging men er
eigenlijk pas toe over de ingewanden te
verwijderen, hetgeen vanzelfsprekend
ten goede kwam aan de „levensduur"
van het lichaam.
Al meer en meer verbeterde echter
de „techniek" der Thebaan.se mummie
makers en bereikte rond de 22e dynas
tie een dergelijk hoogtepunt, dat Kurt
Lange, de bekende Egyptoloog, die hier
wel een zeer speciale studie van heeft
gemaakt, moet bekennen, menige nog
levende te hebben gezien, die er meer
vervallen uitzag.
Er bestonden drie methoden van bal
seming. afhankelijk van de financiële
staat, waarin de nabestaanden verkeer
den. Had men een dode te betreuren,
dan bracht de familie het stoffelijk
overschot naar een mummiemaker,
waar zij aan de hand van „getoonde
monsters" kon beslissen, welke behan
deling het lijk zou ondergaan.
Aan de hand van talrijke ontcijferde
geschriften en diepgaande onderzoekin
gen van Lange blijkt, dat men als volgt
te werk ging. Had de familie de keus
bepaald op de duurste behandeling, dan
lieten ze het lijk achter, gingen naar
huis en begonnen de mummiemakers
met het balsemen
Nadat men eerst voor een groot ge
deelte de hersenen via de neus uit het
hoofd had gehaald, verwijderde men de
ingewanden door één zijde van het
lichaam met een scherp Ethiopisch ste
nen mes te openen.
De holte werd dan opgevuld met cas
sia. mirre en andere reukwerken, waar
na de ingewanden, na te zijn gereinigd
en overgoten met palmwijn en spece
rijen. in een afzonderlijke stenen kist
of urn gingen om te worden bijgezet in
de grafkamer bij de sarcophaag
Dan volgde er een natronbad waarin
het lichaam zeventig dagen bleef staan.
Na dit bad werd het lichaam gewas
sen en omwikkeld met fijn Byssoslinnen
Als „finishing touch" werd het geheel
overtrokken met gummi
Daarmee was het werk van de mum
miemakers klaar en dan zorgde de fa
milie voor het maken van een kist.
Ook hierin waren de Egyptenaren zeer
bedreven en menige sarcophaag is dan
ook een juweel van beeldhouwkunst.
Zo'n kist werd namelijk gemaakt in de
vorm van een mens, een soort hol beeld
dius met zuiver menselijke vormen en
verhoudingen, terwijl het gelaat van de
overledene er zo getrouw mogelijk in
werd uitgebeiteld. Zag men dus zo'n kist.
dan wist men ook direct wie er in lag.
De behandeling op rekening der mid
denstanders was heel wat minder om
slachtig en bestond uit het in de dar
men inspuiten van cederolie. welke men
na het natronbad weer liet afvloeien.
Het gevolg hiervan was, dat de olie
veel oploste, zodat men vaak alleen nog
maar de huid en de beenderen overhield.
De goedkoopste manier kunnen we
eigenlijk moeilijk meer de benaming
balsemen geven. Want de gehele cere
monie bestond slechts uit het uitspoe
len van het lichaam, waarna het de voor
geschreven zeventig dagen in loog door
bracht
Om de mummies er zo „echt" moge
lijk te doen uitzien, vulde men vaak
neusholte en wangen iets op en plaatste
stenen of glazen ogen tussen de oogle
den. Ook spoot men vlak onder de huid
bepaalde stoffen, waardoor de opperhuid
verrijzende sphinxen, obelisken en ko
ningsvelden. Talloos velen zijn en
dit geldt vooral ten opzichte van de
sphinx de verhalen en fabels die
hierover de ronde doen. Verhalen waar
aan enerzijds dit bouwwerk zelf debet
is en anderzijds voortspruit uit de on
wetendheid van het publiek. Want is het
niet een typisch menselijke karakter
eigenschap, te gaan fantaseren over ver
schijnselen waarvan men omtrent het
„hoe en waarom" volledig in het duis
ter tast?
Ja, zelfs velen die op dit terrein toch
heus wel tot de deskundigen gerekend
mogen worden, gaven soms de won
derlijkste uitleggingen omtrent het
i de 2
i deze gegantische
ontstaan
beeldhouwwerken.
Hoewel wc. wat sommige punten be
laft.
iets bloeiends
Vergane glorie
Al even raadselachtig als heel die
wondere dodencultus zijn de op talrij
ke plaatsen in het Egyptische landschap
het duister tas-
toch wel in staat ons
vrij duidelijk beeld te vormen van
het doel en de betekenis van dit als god
vereerde mens-dier.
Ja, zo moet het geweest zijn. Een
personificatie van de over leven en dood
heersende godkoning, uitgebeeld als het
koninklijke dier van ontembare kracht,
een liggende leeuw met ais bekroning
een machtige Pharaokop, getooid met
de voorhoofdsslang. het symbool van de
zonnegod Ré.
De bekendste en tevens grootste in
deze rij is ongetwijfeld de geweldige
sphinx bij Gizeh. Aan de voet van de
machtige koningsgraven der Pharao's
Cheops. Chephren en Myccrinus staat
daar in heel zijn koninklijke majesteit
de uit een kalkslcenrots gehouwen reus
achtige leeuw, 20 meter hoog en 73.5 me
ter lang. Veel archeologen zien Chephren
als de schepper van dit reuzenbeeld,
waarvan alleen de neus al een lengte
heeft van een volwassen mens. Het
tempelachtige open bouwsel tussen de
voorpoten, aan de dag gebracht bij uit
gravingen in het begin dor 19e eeuw,
heeft veel onderzoekers in de mening
versterkt dat de sphinx het één of an
dere heiligdom of tempel beschermde
en bewaakte.
Een, gedeeltelijk met hardsteen aan
gevuld, de eeuwen trotserend monument.
onderzocht door talrijke Egyp
tologen. maar waarvan we ook zelts de
functie nog niet weten...
Obelisken
Heliopolis was eens een van de mach
tigste steden van het oude Egypte, ge
legen een uur lopen van het tegenwoor
dige Cairo. Heliopolis de naam zegt
het al de „stad van de zon" met
zijn schitterende zonnetempel wax in die
dagen het centrum der wetenschap en
bezat een grote sterrenwacht welke een
dergelijke bekendheid genoot, ,dat talrij
ke Griekse wijsgeren er heen togen ten
einde te trachten hun kennis omtrent
\7T-
koningen uit het Nieuwe Rijk.
Obelisk van koning Ramses 11
voor de poort van de tempel ua»
de spreekwoordelijk geworden wijsheid
der Egyptenaren te vermeerderen.
Nu rest er niets anders meer van dan
een enkele Obelisk, eens één van de vela
tronen voor de „dagelijks langs de he
mel reizende zonnegod".
Deze enorme vierkante zuilen welke
veelal een hoogte bereikten van 35 me
ter, liepen naar boven spits toe en ein
digden in een gepolijst metalen pyrami-
de-achtige top. De in de gladde zijden
ingebeitelde hiëroglyphen waren veelal
gewijd aan de nagedachtenis van hun
oprichter de Pharao en tevens ter ere
van de stadsgod.
Het zal wel altijd een raadsel blijven
hoe het ter wereld mogelijk geweest
moet zijn in die dagen deze kolossale
granieten zonnezuilcn waaronder er
waren met een gewicht van niet minder
dan 1200 ton naar de plaats van be
stemming te krijgen. Welke hulpmidde
len had men tot zijn beschikking om die
reuzenmonolithi-n op een van tevoren
nauwkeurig berekende plaats in de tem
pel. volkomen symmetrisch ten opzichte
van elkaar, op te richten? Een dergelij
ke prestatie zou zelts heden ten dage
nog hoofdbrekens kosten. Uit voorstel
lingen op tempelwanden weten we dat
ze met speciale boten vervoerd werden,
wat echter het raadsel nog groter maakt,
want het is heus geen peuleschil om
een dergelijke vracht op een vaartuig te
vervoeren, zonder dat het kans maakt
om te slaan. Op één van die afbeeldin
gen zien we er zelfs twee op één zo'n
boot liggen. 2400 ton dus. Dat zijn in
onze moderne 20e eeuw toch ook nog
niet bepaald dc kleinste scheepjes.
Naast de bouw der reusachtige pyra
miden dienen deze obelisken, waarvan er
vele honderden zijn geweest, dan ook on
getwijfeld tot de meest opmerkelijke
Egyptische prestaties gerekend te wor
den. Tegenwoordig kan men ze in vrijwel
iedere wereldstad bewonderen.
Koningsbeelden
Geen moderne beeldhouwer is in staat
zo volmaakt alle in hardsteen aanwezi
ge latente eigenschappen tot ontplooiing
te brengen als een eenvoudige steen
houwer uit de Nijldclta dat honderden
jaren voor de geboorte van Christus
heeft gekund Tot deze uitspraak komt
Lange bij het aanschouwen der prach
tige koningsbeelden; kunstwerken waar
van de perfectie een dergelijke hoogte
heeft bereikt als waren het volmaakte
natuurvoortbrengselen, voortgekomen uit
de hand der schepping.
En inderdaad, deze indruk moeten zij
wel op een ieder maken die hiermede
geconfronteerd wordt. Ook hier was de
achtergrond weer de goddelijke staats
macht. gegeven aan de Pharao wiens
beeltenis het kunstwerk voorstelt.
De meest bekenden zijn ongetwijfeld
wel de gigantische wereldberoemde
Memnon-kolossen, eens behorend tot de
inmiddels totaal verwoeste dodenlempel
van de meest prachtlicvcnde monarch
Amenophis III, vervaardigd uit het hard
ste zandsteen en een hoogte bereikend
van ruim 20 meter. Eén dezer beelden
moet. volgens de overlevering, de ge
woonte hebben gehad bij het opkomèn
der zon geluid voort te brengen. Totdat
keizer Septimus Severus het beeld liet
restaureren; van dat ogenblik af zweef
het in alle talen.
Een fabel...? Wie zal het zeggen? Een
feit is dat talloze gevonden hiëroglyphen
en zelfs keizer Hadrianus hier gewag
van maken. Deze laatste vond dit zelfs
zo belangwekkend, dat hij hierover een
zeer lijvig rapport liet opstellen, waar
in hij ons vertelt dat het beeld hem bij
zijn persoonlijke bezoeken, herhaalde
malen begroette.
Het 15 meter hoge standbeeld van
Ramses II bij de trappen-pyramide van
Sakkara in de buurt van het oude
Memphis is vervaardigd uit prachtige
harde kalksteen cn wordt algemeen tot
het schoonste product der Egyptische
beeldhouwkunst gerekend.
ANTON KOOIJMAN