PHARAO'S Wonderen en geheimen uit het land der -Qen dagj naar buiten^ 6 ZONDAGSBLAD 2 JULI 1955 4 onze jeuqó-p&qin& f AL lang geleden had vader het Joop beloofd: als het volop zomei gaan wij een dag uit vissen. uit i helderblauwe lucht. De hengels de zolder gehaald. Joop. Anneke en kleine Tom hadden geholpen om alles klaar te maken. De fietsen wa ren in orde. en de boterhamtrommels stonden klaar. Ja. dat beloofde een heer lijke dag te worden. ..Mag ik ook mee?" vroeg Anneke. „En ik-*" vleide kleine Tom. Joop keek verschrikt Daar had hij nu helemaal niet aan gedacht. Anneke was een meisje, en wat hadden meis jes nu aan vissen? En Tommiedie was nog maar zes jaar. Dat was hele maal niets gedaan, vond Joop. „Nee, hoor", bromde hij, „Dat's niets voor kleine kinderen." „Verbeeld je", zei Anneke kattig. „Hoe oud ben je zelf. groot mens?" Er zou zeker een flinke ruzie zijn ont staan, als vader niet gehoord had. wat Anneke en Tom zo graag wilden. Eerst had vader er ook niet aan gedacht, die twee mee te nemen. Maar komaan, ze waren toch geen kleine kindertjes meer, en het was zo goed voor hen. eens een hele dag buiten te zijn. Dat bedacht vader allemaal, en toen zei hij: „Ja. maar. Joop. we hebben Anneke nodig. Ze moet koffie voor ons zetten, en misschien wel vis oakken Tom kan bij jou achterop de fiets, en Anneke bij mij. Zullen we dan maar ja zeggen?" Anneke en Tom luisterden niet ver der. Ze sprongen van pret in het rond. En „Vooruit daa maar" zei Vader, en zo werd besloten. Natuurlijk gingen ze die avond vroeg naar bed. want de vol gende morgen moesten ze voor dag en dauw opstaan. Zo gaat dat. als je uit vissen wilt! Toen ze 's morgens vroeg op weg gin gen. was het nog fris. en de kinderen hadden hun wollen jasjes aan. Maar de zon kwam al op en de vogels zongen het hoogste lied. Het beloofde een prach tige dag te worden. Wat ging dat fietsen vlug door de le ge straten! Al spoedig hadden ze de stad achter zich. Hier was het pas mooi. hier in het vrije veld. Langs smalle wegen fietsten ze steeds voort, tot ze eindelijk niet meer verder konden, want ze stonden voor een breed water Een eind verderop was een bruggetje en daar werd het water ook minder breed Aan de overkant liepen ze nog een eind naast de fietsen voort, en daar, onder een mooie, hoge boom, was het plekje, waar ze die dag zouden blijven. De boerderij, waar dit land bij hoorde, lag heel in de verte. Ze mochten hier vis sen, dat had Vader met de boer afge sproken Behalve die boerderij was wijd en zijd geen ander huis te zien. Wat heerlijk was het buiten! De leeuweriken stegen zingend omhoog, en de wind suisde door het riet. Anneke zorgde voor koffie, en intussen maak ten vader en Joost de hengels klaar. Toen ze even aan het vissen waren. Ondeugend Snoesje Kleine Jaap je had een hondje. En dat hondje heette Snoes T Had een staartje als een bontje. En een huidje als een poes. Altgd wou 't bg Jaapje lopen Overal sprong 't om hem heen. Moest die Jaapje vlees gaan kopen, dan kreeg Snoesje soms een been. Ja. die Snoesje was een rakkerd, die ztyn baasje nooit verliet. Soms gaf hij hem zelfs een pakkerd. Maar dat mocht van mama niet. Snoes kon fijn met Jaapje spelen. Hollen, springen, wat niet al En als dat hun ging vervelen, namen sty de rode bal. Maar nu moet je toch eens horen wat die Snoesje heeft gedaan. Die is dwars door veld en koren eens naar Jaapjes school gegaan. Hoe kon Snoesje het zo treffen, dat de school nog open was! Dapper ging hty hard staan keffen voor de deur van Jaapjes klas. Snoes mocht in de school niet bigven. Nee. dat gaat met hondjes niet Want die leren toch nooit schrijven. Jaapje bracht hem thuis, subiet. Ja daar kreeg hfl een paar tikken. Niet zo erg hoor, deze keer. Tooh moest Snoes wel even schrikken. En hg deed het heus nooit meer. KO HAAK. merkten ze. dat het weer toch minder mooi was. dan het er eerst had uitge zien. Er waren dikke, ronde wolken om- hooggekropen. die er onheilspellend uit zagen. Vader keek bedenkelijk. „Onweerswolken", zei Anneke. Ze zaten bij elkaar koffie te drinken, met een dik stuk koek erbij. Hè, dat smaakte na de lange rit. „We kunnen hier toch niet lang meer blijven", zei vader. „Het is jammer, maar ik vertrouw het weer niet. Er kon wel eens een bui komen en schuilen kunnen we hier nergens." Ineens werd het bladstil. Het windje, dat zoéven nog zo vrolijk het water rim pelde, hield de adem in. Het duurde maar een ogenblik. Toen volgde een hevige stormvlaag, en nog een. Vader sprong op. „Gauw maar inpakken", zei hij. „We moeten terug." „Jammer", wou Joop zeggen, maar hij hield het in. De hemel was niet blauw meer. maar loodkleurig, en in de verte rommelde het al. Zo vlug ze konden, pakten ze alles bijeen. De regen begon al te vallen, met grote druppels. Plotseling flikkerde een blauwachtig licht, dat dadelijk gevolgd werd door een ratelende slag. Meteen kletterde de regen in stromen neer. Anneke had de handen voor de ogen geslagen van schrik. Nu sprong ze naar de boom. om daaronder te schuilen. Va der trok haar terug. „Niet daarheen", zei hij. „Nooit bij Anneke's schouders. Anneke had zo'n dun jurkje aan. Nu liepen ze het wel land in en gingen allen plat op de grond liggen Anneke en Tom lagen samen on der vaders regenjas, maar vader en Joop werden drijfnat. En wéér en wéér flitsten de bliksemstralen door de lucht. In blauwe gloed stond de hemel, en het leek wel. of de aarde dreunde van de slagen. Anneke stopte de vingers in de oren, maar dat hielp niets, ze hoor de het onweer toch. Toen het even wat minder werd. keek ze voorzichtig naar de anderen. Tonimie lag naast haar. Vader en Joop wat verder, het hoofd in de armen, ze bewogen niet. Anneke had ineens het gevoel, alsof ze hier he lemaal alleen lag. en er niemand was, om voor haar te zorgen. Vader was er wel, maar Vader kon toch ook niet hel pen. Er was niemand. Helemaal nie mand. En Anneke gilde van angst. „Va der!" riep ze. maar meteen kwam er weer zo'n dreunende slag. De regen kletterde op hen neer. Nog eens riep An neke: „Vader! Er is niemand bij ons!" Ze snikte het uit Vader hoorde niets, maar naast haar had iets bewogen. Kleine Tom, die aldoor heel stil gele gen had, sloeg zijn arm om haar hals en zei: „Stil maar, An." „Er is niemand" huilde Anneke weer. „Jawel", zei Tommie. „De Here God immers. Stil maar", zei hij nog eens, en kroop dicht tegen Anneke aan. Dat hielp. Anneke legde haar wang tegen die van Tommie. Nu voelde ze zich niet meer zo alleen. Tom had ge lijk, de Here God kon hen bewaren. Daar had ze in haar angst niet aan ge dacht En Anneke vouwde haar hand jes en vroeg zachtjes, of de Here God hen allen bewaren wilde in dat vrese lijke weer. Langzaam dreef nu liet on weer voorbij. Een paar maal rommel de het nog, verder en verder weg, en toen werd de lucht weer lichter, en hield de regen op. Vader kwam overeind, en nu stonden ook de kinderen op. Ze waren bleek van de doorstane angst. Anneke en Tom waren niet erg nat geworden, maar met Vader en Joop was het erger gesteld. Zo doornat konden ze onmoge lijk terugfietsen naar huis. Ze zouden eerst maar naar de boerderij gaan. be sliste vader. In de boerderij werden ze vriendelijk ontvangen. Vader en Joost mochten hun kleren drogen bij het keukenfornuis, en ze kregen allemaal lekkere hete melk te drinken. Van vissen kwam die dag niets meer. maar ze mochten op de boerderij blijven en dat was nog veel prettiger, vonden de kinderen. Nog nooit hadden ze ergens zó fijn gespeeld. En Zodra dit meisje uit school komt, ploft ze op de divan en gaat lezen. Ze geeft niets om zwemmen of buiten spelen, ze leest maar en ze leest maar, het ene boek na het andere. Hoe ze heet? Wel, dat kun je gemakkelijk ontdek ken, wanneer je de boeken van dun tot dik naast elkaar zet. Dan vormen de letters op de ruggen van die boeken de naam wan dit meisje. Stuur je oplossing vóór Dinsdag in, en denk er aan: naam en adres IN de brief! 's avonds was het een vrolijk troepje, dat naar de stad terugfietste, zónder vissen, maar mét een grote mandvol bessen, die ze zelf hadden mogen pluk- Moeder, die de pan voor het vis-bak- ken al had klaargezet, lachte hen eerst wel uit, maar toen ze de bessen zag. was ze toch ook in haar schik. Het onweer was in de stad niet zo erg geweest en Moeder schrok er van. toen ze hoorde, hoe het op het weiland was gegaan. Maar wat kleine Tom gezegd had, fluis terde Anneke pas in Moeders oor, toen Moeder haar kwam toedekken. „Tom had gelijk, hoor", zei Moeder. „We zijn nooit alleen, want de Here God is altijd bij ons. Hij ziet en hoort ons overal. Dat moet je maar nooit ver geten. Neen. dacht Anneke, dat zou ze zeker liet. En toen legde ze haar hoofdje r tig sliep in vijf minuten. E. S. onze BRievenBUS Beste allemaal. Wat een heerlijk weer, hè jongens? Ik denk, dat het daardoor komt dat ik minder oplossin gen kreeg dan an ders. Maar ik kan het me voorstellen, hoor! Geniet macr zoveel mogelijk van de zon! De puzzle van de vorige week, met die telefoondraden, was wel een beetje lastig. is het nietEigen lijk was het net zo iets als een doolhof. De hoofdprjs is voor Adn Uittenbogaard. de troost prijzen zijn voor Adrie Vos, Mar ja den Otter en Marry v. d. Kaaden. De vorige week heb ik jullie ver teld over Arte pan de Windt en jul lie gevraagd, hem een kaart te stu ren. Ik had echter een fout adres gekregen. Het juiste adres is: Heen en Burgweg 17, Schipluiden. Ik denk, dat de andere kaarten toch wel over gekomen zullen zijn! Dan zijn er nog twee con-csoon- dentie-uerzoeken. Johnny Masten broek. p/a jam. Verschoor. Utrechtse- weg 252. Amersfoort, wil graag cor responderen met een jongen of meisje wan 8 a 10 jaar. Nel wan der Kruk wil graag schrjjven met een meisje wan 10 a 11 jaar. Zij woont Molen straat 33, Monster. En dan nu de briefjes. We beginnen met Appie en Meino de Henstwee ling. Appie is een jongen en Mcino een meisje. Ze hebben met het schoolreisje een rondvaart gemaakt door de Amster damse grachten. Ineke v. d. Knde vond de puzzle wel een beetje moeilijk, ze ging steeds op de verkeerde lijn. De drieling WH. Greet en Hannrke Faber verheugt zich er al op, dat het ba- by'tje weer een weekje komt logeren. Jij hebt zeker wel erg van het school reisje genoten, is het niet. Jannie Struik? Tante had zeker wel een boel te ver tellen over dat kamperen. Geertje vu 't Voer. Zijn jullie nog naar het trou- hem gekocht? Onze nicht Theodora Geleynse (ja heus, haar Zon dagse naam staat onderaan de brief!), heeft haar zusje een verhaaltje verteld over een verwend meisje. Ja hoor. rust schrijven, gouden borden durven eten, Wllma van Scherpenzeel, wat zou dat sprookjesach tig zijn, hè? Jan Boukr Visser stuurde in zijn brief een tekening van zijn zusje. Wil je haar hartelijk bedanken" Maakt het krielhaantje erg veel la waai. Jan Bakker? Jammer genoeg was je wel te laat de vorige keer. Hans van Duijn. Nou. met een brandglas kun je ook een hele tijd zoet zijn, is het niet. Jaco Robijn? Dank ie wel voor je tekening. Rietje Floor, ik denk dat het voorstelde: een mevrouw, die de was op hangt op het plat. Is dat zo? Anke Manintvcld schrijft: nu kun Je lekker bruin worden. Ben je al een chocolaad- je. Anke" En hoe is het met Jan? Waar gaan jullie heen met het school reisje. Henk Binnendijk? Doe maar zoed je best met de bijlessen. Hans Bleich- rodt. Toch wel spannend, hè Lenie van den Dool. die eindexamens. In welke klas zit Jij Dat zal een feest zijn geweest met de verjaardag van je vriendinnetje. Gerrie Fossen. Feliciteer haar alsnog uit mijn naam Dat pony wagentje was zeker wel het fijnste van het hele schoolreisje. Coos Paulusma? Nou of ik Joke een mooie naam vind. Anneloes van de Lang! Rozemarie vind ik trouwens ook prachtig Wat is dat nou toch heerlijk. Eefje Reaoort, dat dokter het goed vond dat Je met het schoolreisje mee mocht. Je hebt het ze ker wel heel erg fijn gevonden, hè? Ik denk dat jij wel vlak vooraan stond met die oefening van de B B hè SJaak Schuurman? Vond Je het erg mooi? Heb je wel eens in een tent geslapen. Then Smallenburg? Dat is ook erg leuk noor. Jij hebt zeker alle kleurtjes uit Je kleurdoos die je kon vinden, in je brief gebruikt. Ineke van Herp. Dus jij mocht mee op de boot van papa. Wim Maaijen. wat zul Je veel gezien hebben, zeg. Kun je al duiken. Rlnus Kievit, of waag je je daar nog maar niet aan? Waar gaan jullie kamperen. Leny Openneer. of moet dat nog een verras sing blijven? Dat is flink van je. Loesje Mulder, om veel melk te drin ken. Kan jij al zo goed fietsen. Mieke, heb je al een eigen fiets? Nelleke t. d. Breek gaat met een paar school vriendinnetjes naar een zangklasje, dat „De Lenteklokjes" heet Wat zijn die eekhoorntjes geweldig vlug. hè Aart Bravenboer? Dat is leuk, Ria Wu- baaer, dat je correspondentievriendin- oetje terug geschreven heeft. Jij hebt veel leuks in het vooruitzicht, zeg! Hebben jullie meegeholpen op het hooi land. Jan Stam, en was de fietstocht mooi? Fijn dat je in Je schik was met de prijs. Wim Koole. Hennie Donkersloot vond de puzzle ook al een beetje moeilijk. Je hebt toch zeker wel gekeken naar de sportdag. Lukas Jacobs, ook al kon je zelf niet mee doen? Dat was keurig gedaan. Jan Heystek, die tekening van de schelp. Tennis en Neeltje den Otter hebben ook de oplossing kunnen vinden. En Neeltjes nieuwe jurk is wit met rode bloemetjes. Wat leuk. dat de konijntjes nog le ven, Dik. Frits en Goofke van de Wa ter. Wanneer krijg ik weer eens een zelfgeschreven brief van je, Dik? Je kunt het zo keurig? Ben je alweer beter. Janie Biescpol? Ja hoor. Willy Borst, jij was nog net op tijd. Heb je al kennis gemaakt met de nieuwe mees ter. Marian Klandcrman? Daar heb ben we Zwarte Ka weer eens. Haar zus gaat in Augustus trouwen, zal dat even een feest worden. Helma, Nienke en kleine Lo Krijger stuurden me een brief en schreven er in dat iedereen in een brommerige stemming is. Jij had ze ker een hele ijsmaag van al die ijsjes. Heleentje Langbroek. Vond je de puzzle een beetje lastig, Cor den Dopper? Hartelijk dank voor de kaart, Lenie Vis ser, hebben jullie veel plezier gehad? Wat vond je nu het mooiste vap de E 55. Jannie Konijnenburg? Jammff dat Ra il nog niet mee kon gaan. Nellie v. d. Kruk tekende een prachtig aquarium. Heerlijk, hè Sarie Steenbergen, zo'n schoolreisje! Viel de prijs mee. Lenie. Willy en Kees Koomans van den Dries? Was het een prettige dag met Ma- riekes verjaardag, Hansje van Es? WUly Kraaljeveld heeft 18 km gewan deld en een groepsprijs behaald. En Halb heeft 12 km gelopen. De familie Grootendorst houdt reusachtig veel van Tot slot de nieuwelingen: José van der Leun, Chris Niemeijer, Anke van Kam pen, Henny Olieman (die ik heel veel beterschap toewens) en Jopie Hordijk. Hartelijk welkom allemaal! Tot de volgende week! ZONDAGSBLAD 2 JULI 1955 3 Van mummies en sphynxen, obelisken en koningsbeelden (ID SINDS de Egyptische hiëroglyphen hun geheimen hebben prijsgegeven, is er een wereld opengegaan Aan de hand van talrijke papyri, alsmede on telbare opschriften op tempel- en graf- kamerwanden of obelisken zijn de ge leerden er thans in geslaagd ons een diep inzicht te verschaffen in de levens gewoonten en het geloofsleven der oude Egyptenaren. En dan bemerken we ook al spoedig dat in heel die wonderlijke dodencultus het één onlosmakelijk verbonden is met het ander. We kunnen ons de pyramiden niet indenken zonder de sphinxen. de dode Pharao's niet zonder de balse- mings- of cor De beste mummie, ooit gevonden: die van prinses Nesitanebasjroe, een Amonpriesteres uit Thebe, die in de 10e eeuw vóór Chr. leefde Ondanks het feit, dat uit verschillende delen der wereld van tijd tot tijd be richten komen over gevonden mummies Uit lang vervlogen tijden, wordt onze eerste gedachtcngang bij het horen van dit woord toch vrijwel altijd verbonden aan de Pharao's uit het oude Egypte. De meest voor de hand liggende ver klaring hiervoor ligt waarschijnlijk ui de zo uitzonderlijk goede toestand waar in de lijken werden aangetroffen en al die eeuwen door bewaard zijn gebleven. Een toestand waar niet in de eer ste plaats de in vele gevallen geraffi neerde balsemingskunst debet aan is. Het is namelijk gebleken dat dé enor me hitte van de Afrikaanse zon en de droogte van de Egyptische bodem er dc oorzaak van zijn dat de gevonden lijken in nog zulk een goede staat zijn gebleven. We zouden hier dus eigenlijk meer kunnen spreken van een zeer snel uit drogingsproces; een proces waar slechts enkele jaren mee gemoeid zijn. Een aardig geval, wat in verband staat met de bekende „dijkenhandel" enige tien tallen jaren geleden, is hierover bekend. Ieder museum of particuliere verzame laar wilde namelijk tegen elke prijs een mummie hebben. Maat aangezien de vraag groter was dan het aanbod moest hier een oplossing voor gevonden wor den. Zo bleek een „afgeleverde mum mie" bij onderzoek een nummer van de Times als vulsel in zijn buik te hebben... Een wel overtuigend bewijs voor de ze „natuur-conservering" leverde de on derzoeker H. E. Winlock toen hij bij Der el-bahari een 4.000 jaar oud solda- tengraf vond met de lijken van meer dan 60 gesneuvelden. Hoewel uit het on derzoek bleek, dat er van een werkelijke balseming zo goed als geen sprake moet zijn geweest zelfs de zo snel aan be derf onderhevige ingewanden bleken nooit te zijn verwijderd verkeerden de Lichamen, uit enkele waarvan nog de pijlschachtcn staken, toch in een uit stekende conditie, ja kon men de trek ken van hun gelaat aflezen De eerste pogingen om stoffelijke over schotten te verduurzamen dateren onge veer uit de derde dynastie en bestonden in het begin alleen nog maar uit het om wikkelen met lange repen stof. terwijl in sommige gevallen het gelaat even eens omwikkeld - een dodenmasker kreeg door middel van gips wat men er overheen goot. Deze dodenmaskers vin den we in latere dynastieën weer te rug. doch nu van zuiver goud. De'opzet hiervan was, de beeltenis van de over ledene zo lang mogelijk te bewaren Mummiemaken Eerst in de 12e dynastie ging men er eigenlijk pas toe over de ingewanden te verwijderen, hetgeen vanzelfsprekend ten goede kwam aan de „levensduur" van het lichaam. Al meer en meer verbeterde echter de „techniek" der Thebaan.se mummie makers en bereikte rond de 22e dynas tie een dergelijk hoogtepunt, dat Kurt Lange, de bekende Egyptoloog, die hier wel een zeer speciale studie van heeft gemaakt, moet bekennen, menige nog levende te hebben gezien, die er meer vervallen uitzag. Er bestonden drie methoden van bal seming. afhankelijk van de financiële staat, waarin de nabestaanden verkeer den. Had men een dode te betreuren, dan bracht de familie het stoffelijk overschot naar een mummiemaker, waar zij aan de hand van „getoonde monsters" kon beslissen, welke behan deling het lijk zou ondergaan. Aan de hand van talrijke ontcijferde geschriften en diepgaande onderzoekin gen van Lange blijkt, dat men als volgt te werk ging. Had de familie de keus bepaald op de duurste behandeling, dan lieten ze het lijk achter, gingen naar huis en begonnen de mummiemakers met het balsemen Nadat men eerst voor een groot ge deelte de hersenen via de neus uit het hoofd had gehaald, verwijderde men de ingewanden door één zijde van het lichaam met een scherp Ethiopisch ste nen mes te openen. De holte werd dan opgevuld met cas sia. mirre en andere reukwerken, waar na de ingewanden, na te zijn gereinigd en overgoten met palmwijn en spece rijen. in een afzonderlijke stenen kist of urn gingen om te worden bijgezet in de grafkamer bij de sarcophaag Dan volgde er een natronbad waarin het lichaam zeventig dagen bleef staan. Na dit bad werd het lichaam gewas sen en omwikkeld met fijn Byssoslinnen Als „finishing touch" werd het geheel overtrokken met gummi Daarmee was het werk van de mum miemakers klaar en dan zorgde de fa milie voor het maken van een kist. Ook hierin waren de Egyptenaren zeer bedreven en menige sarcophaag is dan ook een juweel van beeldhouwkunst. Zo'n kist werd namelijk gemaakt in de vorm van een mens, een soort hol beeld dius met zuiver menselijke vormen en verhoudingen, terwijl het gelaat van de overledene er zo getrouw mogelijk in werd uitgebeiteld. Zag men dus zo'n kist. dan wist men ook direct wie er in lag. De behandeling op rekening der mid denstanders was heel wat minder om slachtig en bestond uit het in de dar men inspuiten van cederolie. welke men na het natronbad weer liet afvloeien. Het gevolg hiervan was, dat de olie veel oploste, zodat men vaak alleen nog maar de huid en de beenderen overhield. De goedkoopste manier kunnen we eigenlijk moeilijk meer de benaming balsemen geven. Want de gehele cere monie bestond slechts uit het uitspoe len van het lichaam, waarna het de voor geschreven zeventig dagen in loog door bracht Om de mummies er zo „echt" moge lijk te doen uitzien, vulde men vaak neusholte en wangen iets op en plaatste stenen of glazen ogen tussen de oogle den. Ook spoot men vlak onder de huid bepaalde stoffen, waardoor de opperhuid verrijzende sphinxen, obelisken en ko ningsvelden. Talloos velen zijn en dit geldt vooral ten opzichte van de sphinx de verhalen en fabels die hierover de ronde doen. Verhalen waar aan enerzijds dit bouwwerk zelf debet is en anderzijds voortspruit uit de on wetendheid van het publiek. Want is het niet een typisch menselijke karakter eigenschap, te gaan fantaseren over ver schijnselen waarvan men omtrent het „hoe en waarom" volledig in het duis ter tast? Ja, zelfs velen die op dit terrein toch heus wel tot de deskundigen gerekend mogen worden, gaven soms de won derlijkste uitleggingen omtrent het i de 2 i deze gegantische ontstaan beeldhouwwerken. Hoewel wc. wat sommige punten be laft. iets bloeiends Vergane glorie Al even raadselachtig als heel die wondere dodencultus zijn de op talrij ke plaatsen in het Egyptische landschap het duister tas- toch wel in staat ons vrij duidelijk beeld te vormen van het doel en de betekenis van dit als god vereerde mens-dier. Ja, zo moet het geweest zijn. Een personificatie van de over leven en dood heersende godkoning, uitgebeeld als het koninklijke dier van ontembare kracht, een liggende leeuw met ais bekroning een machtige Pharaokop, getooid met de voorhoofdsslang. het symbool van de zonnegod Ré. De bekendste en tevens grootste in deze rij is ongetwijfeld de geweldige sphinx bij Gizeh. Aan de voet van de machtige koningsgraven der Pharao's Cheops. Chephren en Myccrinus staat daar in heel zijn koninklijke majesteit de uit een kalkslcenrots gehouwen reus achtige leeuw, 20 meter hoog en 73.5 me ter lang. Veel archeologen zien Chephren als de schepper van dit reuzenbeeld, waarvan alleen de neus al een lengte heeft van een volwassen mens. Het tempelachtige open bouwsel tussen de voorpoten, aan de dag gebracht bij uit gravingen in het begin dor 19e eeuw, heeft veel onderzoekers in de mening versterkt dat de sphinx het één of an dere heiligdom of tempel beschermde en bewaakte. Een, gedeeltelijk met hardsteen aan gevuld, de eeuwen trotserend monument. onderzocht door talrijke Egyp tologen. maar waarvan we ook zelts de functie nog niet weten... Obelisken Heliopolis was eens een van de mach tigste steden van het oude Egypte, ge legen een uur lopen van het tegenwoor dige Cairo. Heliopolis de naam zegt het al de „stad van de zon" met zijn schitterende zonnetempel wax in die dagen het centrum der wetenschap en bezat een grote sterrenwacht welke een dergelijke bekendheid genoot, ,dat talrij ke Griekse wijsgeren er heen togen ten einde te trachten hun kennis omtrent \7T- koningen uit het Nieuwe Rijk. Obelisk van koning Ramses 11 voor de poort van de tempel ua» de spreekwoordelijk geworden wijsheid der Egyptenaren te vermeerderen. Nu rest er niets anders meer van dan een enkele Obelisk, eens één van de vela tronen voor de „dagelijks langs de he mel reizende zonnegod". Deze enorme vierkante zuilen welke veelal een hoogte bereikten van 35 me ter, liepen naar boven spits toe en ein digden in een gepolijst metalen pyrami- de-achtige top. De in de gladde zijden ingebeitelde hiëroglyphen waren veelal gewijd aan de nagedachtenis van hun oprichter de Pharao en tevens ter ere van de stadsgod. Het zal wel altijd een raadsel blijven hoe het ter wereld mogelijk geweest moet zijn in die dagen deze kolossale granieten zonnezuilcn waaronder er waren met een gewicht van niet minder dan 1200 ton naar de plaats van be stemming te krijgen. Welke hulpmidde len had men tot zijn beschikking om die reuzenmonolithi-n op een van tevoren nauwkeurig berekende plaats in de tem pel. volkomen symmetrisch ten opzichte van elkaar, op te richten? Een dergelij ke prestatie zou zelts heden ten dage nog hoofdbrekens kosten. Uit voorstel lingen op tempelwanden weten we dat ze met speciale boten vervoerd werden, wat echter het raadsel nog groter maakt, want het is heus geen peuleschil om een dergelijke vracht op een vaartuig te vervoeren, zonder dat het kans maakt om te slaan. Op één van die afbeeldin gen zien we er zelfs twee op één zo'n boot liggen. 2400 ton dus. Dat zijn in onze moderne 20e eeuw toch ook nog niet bepaald dc kleinste scheepjes. Naast de bouw der reusachtige pyra miden dienen deze obelisken, waarvan er vele honderden zijn geweest, dan ook on getwijfeld tot de meest opmerkelijke Egyptische prestaties gerekend te wor den. Tegenwoordig kan men ze in vrijwel iedere wereldstad bewonderen. Koningsbeelden Geen moderne beeldhouwer is in staat zo volmaakt alle in hardsteen aanwezi ge latente eigenschappen tot ontplooiing te brengen als een eenvoudige steen houwer uit de Nijldclta dat honderden jaren voor de geboorte van Christus heeft gekund Tot deze uitspraak komt Lange bij het aanschouwen der prach tige koningsbeelden; kunstwerken waar van de perfectie een dergelijke hoogte heeft bereikt als waren het volmaakte natuurvoortbrengselen, voortgekomen uit de hand der schepping. En inderdaad, deze indruk moeten zij wel op een ieder maken die hiermede geconfronteerd wordt. Ook hier was de achtergrond weer de goddelijke staats macht. gegeven aan de Pharao wiens beeltenis het kunstwerk voorstelt. De meest bekenden zijn ongetwijfeld wel de gigantische wereldberoemde Memnon-kolossen, eens behorend tot de inmiddels totaal verwoeste dodenlempel van de meest prachtlicvcnde monarch Amenophis III, vervaardigd uit het hard ste zandsteen en een hoogte bereikend van ruim 20 meter. Eén dezer beelden moet. volgens de overlevering, de ge woonte hebben gehad bij het opkomèn der zon geluid voort te brengen. Totdat keizer Septimus Severus het beeld liet restaureren; van dat ogenblik af zweef het in alle talen. Een fabel...? Wie zal het zeggen? Een feit is dat talloze gevonden hiëroglyphen en zelfs keizer Hadrianus hier gewag van maken. Deze laatste vond dit zelfs zo belangwekkend, dat hij hierover een zeer lijvig rapport liet opstellen, waar in hij ons vertelt dat het beeld hem bij zijn persoonlijke bezoeken, herhaalde malen begroette. Het 15 meter hoge standbeeld van Ramses II bij de trappen-pyramide van Sakkara in de buurt van het oude Memphis is vervaardigd uit prachtige harde kalksteen cn wordt algemeen tot het schoonste product der Egyptische beeldhouwkunst gerekend. ANTON KOOIJMAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 15