GLANS en
L
ARONSKELK moerasplant
uit donkere
diepten
m voor de kamer
COLORADO
9
s AMERIKA J
nieuwe leidsche courant
Het is nu de tijd voor asperges
Tot d«i langste dag van het jaar
j mogen asperges gestoken worden.
Dat betekent, dat het nu volop
de tijd is en dat ook de prijzen
begin Juni het laagst zijn. Asper-
|ges (men onderscheidt sleep- en
I stoof asperges) kunnen gegeten
'worden als voorgerecht of als
groente. Sleepasperges moeten
dik en blank zijn. Blauwe kopjes
verminderen wel het aanzien,
maar niet de smaak!
50 gr bloem aan toe onder stevig
roeren. Dan langzaam het kooknat
van de asperges bijgieten, lot men
een dikke saus heeft verkregen.
Verder afmaken met een scheut
melk: Men kan wat heel fijn ge
hakte peterselie (heel weinig) toe
voegen Deze soep kan eindeloos
gevarieerd worden door er bur.
kalfsgehaktballetjes in te doen. Wat
kaas er in raspen of de soep ser.
veren met kleine blokjes even
gebakken brood (op het laatste
ogenblik in de soep doen). Men
rekent als voorgerecht ongeveer
vier tot zes asperges per persoon
De asperges moeten zeer zorgvuldig
worden schoongemaakt. Men be
is. Hei is een kwestie van roeien.) ZWEEDSE EIERSCHOTEL
hoe lang het stuk moet zijn. dat
Mevr. B. Midderigh-Bokhorst wordt vijfenzeventigjaar
Clans en Gloed uit donkere
diepten, zo heet het laatste werk.
dat mevrouw B. Midderigh
Bokhorst onder handen heeft
dat zeer spoedig uit zal komen.
Een titel, die in letterlijke be
tekenis het onderwerp, edel
stenen, ten volle recht doet
wedervaren, maar bovendien
titel, waarvan we het eerste ge
deelte bijna symbolisch zouden
willen noemen.
Glans en gloed stralen
heel de persoon van deze be
gaafde illustratrice, die op 31 Mei
haar vijfenzeventigste verjaardag
hoopt te vieren, uit.
Bij „vijf-en-zeventig" denken
we onwillekeurig aan iemand, die
terugziet, die stil kan staan bij
vroegere successen, die peinzend
zorgen en vreugden telt en die
dankbaar is. wanneer de laatste
de eerste hebben overwonnen
Hoe geheel anders is het echter,
wanneer men het genoegen heeft
mevrouw MidderighBokhorst in
haar gezellige woning, Groot
Hoefijzerlaan 26, in Wassenaar, te
bezoeken.
Het is niet de ouderdom, maar de
werkkracht, niet het gepresteerde,
maar wat nog dag aan dag wordt ge
daan, dat zo'n indruk maakt. We!
staat er een boekenkast, geheel ge
vuld met werken, waar .zij, ai dan
niet met haar man samen, aan mede
werkte. De vele meisjesboeken
Marie Boddaert (Roswitha), van Loui
se Alcott (Een meisje van buiten)
van Aleid Ages-van Weel (Jodel-Ma
deli), van Greta Vollewens-Zeylema-
ker (Duvel, Zonnehuis en Klasse VI
naar de H.B.S.), van mevrouw J M
Selleger-Elout (Een zomer met Lijsji
Lorresnor), het zijn er maar enkele
van de lange reeks.
Maar toch het is verricht werk. het
is verleden en het heden van deze il
lustratrice is zo rijk, dat het de over
hand heeft. Nog dagelijks werkt zij
met haar man samen. Niet meer in
een atelier, maar genoeglijk in de
huiskamer, waar voor de open tuin
deuren de werktafel geschoven staat.
Op een ezel staan twee friezen, zo
juist gereed gekomen: herfst en win
ter.
Kleurige platen
nige kinderkamer zullen sieren en ook
in Engeland en Amerika gretig af
trek vinden, hoewel de invoerbelem-
meringen zich op de prijs geducht
doen voelen. Het zijn typisch Holland
se platen.
Dan komt er een oud boekje op ta
fel. Wij ouderen kennen ze allemaal,
die van Anna Satorius, zoals: Twee
buurtjes. Twee kindertjes als Ot en
Sien met boezelaars en capes, ze wo
nen in een smal achterstraatje en
gaan naar een strenge grote school
met een zwart hek van vervaarlijke
ijzeren punten. „Kijk", zegt mevrouw
Midderigh „Alles is hetzelfde alleen.,
vijftig jaar later"!
En ja we zien de twee kindertjes
terug, precies de zelfde kleuters,
zoals kleuters altijd hetzelfde zullen
zijn, met ronde snuitjes en parman
tige stapjes, maarze leven in deze
tijd... Het smalle straatje is een
frisse buurt geworden; de moeder
met de lange rokken en het gestrookte
schort, een kwiek vrouwtje; de som
bere school een modern gebouw
Mevrouw Midderigh glimlacht:
..Vijftig jaar sociale geschiedenis,
zegt mijn zoon". ..De uitgever komt
ze van de week halen", met een ge
baar, dat voldoening verraadt schikt
ze de bladen met de verjongde teke
ningen bijeen. „Maar kom nu mijn
laatste werk zien"....
Even later ligt „Glans en Gloed uit
Donkere Diepten" voor ons. B. Mid
derigh-Bokhorst en J. J. Midderigh
staat er op. Dit is weer een werk van
man en vrouw samen. Officieel sa
men, want eigenlijk werkt mevrouw
Midderigh steeds met de geestelijke
of daadwerkelijke steun van hasr
man. Zijn adviezen, zijn belangstel
ling en kunde zijn haar steeds een
achtergrond en inspiratie geweest
Glans on gloed
Jarenlang reeds koesterde mevrouw
Midderigh een grote liefde voor edel
stenen. Ze wist er zo het een en an
der van en dikwijls had ze zo gewenst
daar eens van te tekenen. Ze dacht
vaag aan een sprookje, waarin de ste
nen als personen zouden optreden en
dan in het kristallen paleis van ko
ning Diamant hun geschiedenis zou
den vertellen. De verwezenlijking van
haar ideaal nadert nu de voltooiing
maar in een geheel andere vorm dan
de oorspronkelijke droom.
afsnijdt. Het beste is, te be
pinnen met een centimeter of drie
er af te snijden. Men ziet dan. dat
de buitenkant hard is en de kern
zachter. De harde wand schilt men
er voorzichtig fan af. Naar de top
toe wordt de schil steeds dunner
en tenslotte is 't schillen geheel
overbodig. Het schillen moet daarom
zo zorgvuldig gebeuren, omdat de
schil ook bij het koken niet zacht
wordt.
Men legt de asperges met de kopjes
naar één kant in een pan en kookt
ze gedurende ruim een half
ruim water met zout gaar. Intussen
eieren hardkoken en boter wellen.
Asperges dient men op met gehal
veerde hard gekookte eieren
botersaus. Het beste serveert men
dit gerecht op een aspergeschaal,
anders op een visschaal met een
rooster. Wil men de asperges als
hoofdgerecht serveren, geef er dan
nieuwe aardappels en ham bij; dat
is een voortreffelijke combinatie.
De fijnproever prakt op zijn bord
het hardgekookte ei fijn. vermengt
het met tvat nootmuscaat. zout en
botersaus. Dan neemt hu de asperges
aan de dikke onderkant, vermengt
het tnpeinde met een vork met het
eimengsel en eet zo de stengel op.
Voelt men. dat het uiteinde hard
wordt, dan legt men deze terzijde
Hoe beter de asperge is schoon
gemaakt, des te minder blijft er
van over.
Stnnfaspcrges kunnen dunner z jjn.
Na het schoonmaken verdeelt men
de stengel in stukken van enkele
centimeters. Maar pas nu terdege
op. dat er geen harde gedeelten in
blijvenMen kookt de stukken
paar en maakt dan een sausje van
bloem, boter en melk. Hier even
de goed
i Zwpdcr
hu
allhai
m over het algen»
mi gegclrn, meer d
>edeeltelgk i» dit
•el groenten kan lie
Noor een 7.weed»e eiertrhote) met »pi V
nazie heeft u in de eerde plaat» nodig j
vier hard gekookte eieren. 204) gram 1
rook'pek aan dobbelsteentje» ge.neden, 1 blik
het spekvet gebruikt
de dobhelitenen
GAAN WE IN ZAKKEN LOPEN
£EN mooie avondjapon cn
een schattig cocktailjurkje,
gemaakt vanaardappel-
zakkengoed" oftewel jute!
Na het nylon-tijdperk een
jute-periodC De kans is groot,
want de Amerikaanse mode
ontwerpers qualificerev jute
Is „een zeer veelzijdig en
eelbelovend materiaal voor
et vervaardigen van dames
kleding".
Vijf-en-zeven tig jaar
zelft niet tegen opzien on
n dan torh nog iedere dag Illustreren, ja, ei
een grote wandschildering uit te voeren!
foto werd gemaakt
modeshow in de
Pakistaanse Ambassade te
Washington. Pakistan „ziet"
wel t ets in deze jute-
tgelekte aspergestukken creaties. Over deze belang
stelling zal niemand zich erg
verwonderen, want drie vierde
van alle jute wordt in Pakistan
geproduceerd.
Handtasjes, hoeden en schoenen worden ook al gemaakt in
diverse kleuren jute, de nieuwe modestof. die volgens de
experts aan het begin staat van een veelbelovende carrière.
t sto'
Van het kooknat kan men een heer
lijke soep maken. Men smelt dan
in een steelpan 50 gr boter (vooral
niet braden) en voegt hier ineens
De Nillmij heeft haar namelijk
opgedragen een boek over edel
stenen samen te stellen voor de
jeugd. Dit werk zal in 10.000
exemplaren verschijnen en de
opbrengst (totaal 25.000) wordt
door deze maatschappij geschon
ken aan een instelling voor mis
deelde jeugd.
Het is geen sprookje geworden,
iaar het verhaal van een jongen die
bij zijn buurman, een thuiswerker
n juwelier, kennis maakt met
de wonderen der mineralen en dan
ilbum aanlegt met tekeningen van
deze wondere stenen. In het Rijksmu
seum voor mineralogie te Leiden von
den de heer en mevrouw Midderigh
rijke bron om uit te putten. Da
genlang hebben ze er samen door
gebracht, boekwerken hebben ze be
studeerd, juweliers bezocht en ook
zelf vele wonderlijk dooraderde ste
nen op reizen verzameld.
Zo groeide het boek vol ..Glans en
gloed" en wanneer het dadelijk ge
heel gereed zal zijn ligt er een werk,
dat niet alleen de glans en gloed uit
beeldt der kostelijke gaven der na
tuur. maar ook de glans en gloed, die
het leven van de twee makers door
trokken en overtogen heeft
Een nieuwe phase
Maar wie denkt, dat met dit boek
een eindpaal werd bereikt, heeft het
alweer mis. Mocht het maken van
dit werk de vervulling van een lang
gekoesterde illusie zijn. mevrouw Mid.
derigh had nog iets in haar wensen-
hoekje. Dat was het maken van
•n muurschildering.
Er» zietook dat gaat gebeuren
Zij heeft namelijk de opdracht de
wandschildering in de hal van de
nieuw te openen LandbouW-huishoud
school te Zoetermeer te maken!
Uit een map komt het ontwerp te
voorschijn: fleurige meisjes in overall
of eenvoudige blauwe jurk, een bont
doekje om. het haar gewonden. Links
de dieren van de boerderij: kippen. Qchoord
eenden met hun kuikens, een lamme-1
tje en een geit; rechts: de rijke oogsti
van groenten en vruchten, terwijl in
het midden triomphantelijk een meis
je een schoof koren op de gaffel
steekt.
dat liet helemaal niet nodig i
waarbij o.a. hardgekookt» eieren
gegeten tullen worden. U kunt de
reede geiouten en wel
handje i
Wanneer we door de Wassenaar- j
se lanen, omzoomd door bloeiende i
tuinen, huiswaarts keren, dan isj
het ons als hebben we meer ge-|
zien dan de tekeningen, meer dan!
de vrucht van jarenlang toegewijd Gezien
werken we hebben even mogen,
schouwen in een leven, dat zeker
ook zijn donkere tijden heeft
gehad, zijn zorgen en zijn moeiten,
maar dat bovenal heeft willen en
kunnen en mogen uitdelen van de
rijke gaven, die het toebedeeld
kreeg. Een leven, dat zijn glans
en gloed uit de donkere diepte,
waarin zovele mensen hun gaven
soms verbergen, naar boven heeft
weten te halen en daar talloos
velen mee verwarmd heeft en dit
hog doet.
i. als
reiste kooktijd hebben q
i kneust en ge daarna n
minuten laat liggen
ul ie toegevoegd.
mtóR
mevROuw
toch
Maar mevrouw, hoe
haalt u het nou in uw
hoofd of liever gezegd
óp uw hoofd? Zo'n mal
hoedje, wilde u dat nu
werkelijk in ernst gaan
dragen? Bent u helemaal
niet bang voor het hate
lijke commentaar van uw
echtgenoot?
Natuurlek bent
En de beste mam
voorkomen, is uw
een nieuwe hoed gaat kopen. Dat zegt Sally
Victor uit New York tenminste, cn Sally kan
het weten, want ze ontwerpt al meer dan twin
tig jaar hoeden. Ze vindt het zelfs fijn. wan
neer een klant haar man meebrengt De kans
besrtaat, dat hij nog geestdriftiger wordt dan zij
en zijn vrouw meer dan één hoed laat kopen.
Bovendien, zegt Sally, is het voor mij een
waarborg dat de klant niet de volgende dag een
hoed terugstuurt onder het voorwendsel, dat
haar man niet wilde dat ze hem hield.
Mannen hebben een goed oordeel, aldus
deze hoedenontwerpster. Zij «tellen alleen be
lang in wat een vrouw er aardig doet uit
zien, niet wat de nieuwste modegril is. Presi
dent Eisenhower is een van de vurige bewon
deraars van de leuke hoeden van zijn vrouw,
die allemaal gemaakt worden door mevrouw
Victor Een paar maal per Jaar gaat Sally
met haar hoedendozen naar het Witte Huis
en terwijl de eerste vrouw van het land en de
ontwerpster een gezellig babbeltje houden,
wordt do ene hoed na de andere gepast.
Zo prettig als Sally het vindt, dat klanten
haar man meebrengen als ze een hoed ko
men kopen, zo erg vindt zij het, als heren al
leen komen, omdat ze hun vrouwen met een
hoed willen ..verrassen". Hoe kan een man
een hoed voor zijn vrouw kopen, als hij die
oiet op haar hoofd ziet? Toen doen mannen
dit maar al te vaak en ze brengen hun vrou
wen in een akelige positie. Want, onverschillig
hoe die hoed er uitziet, zij moét hem dragen
en voorgeven hem mooi te vinden.
Sommige mannen, zegt Sally, vinden, dat
.elke hoed precies moet lijken op die. welke
hun moeder placht te dragen; weer andere
dameshoeden moeten er uitzien als mannen-
hoeden. Als mannen alleen in een hoedenzaak
worden losgelaten, kunnen ze de grootste on
gelukken begaan Daarom wil Sauy. dat zo'n
man op zijn minst een foto van de desbetref
fende dame laat zien en vertelt welke kleren
zij dit seizoen zal dragen.
••n ansichtkaart, voorstellend* eei
konijn, dat een sigaret rookt. Er i
een ..konijnensigaret" bij. Die kaï
men hel konijn in de bek gever
even een vlammetje er bij en hi
dampt er weer op los.
Gelezen
in de New York Herald Tribun*, dat
er emmers van tenit# polythylere
met kantelen in de bodem in de
handel zijn gekomen. Kinderen be
hoeven ie slechte met sand te vul-
#n om te keren om een compleet
kasteel te hebben.
De sierlijke, deftige plant, die wij Aronskelk noemen,
is een uit Zuid-Afrika afkomstige moerasplant, die zich in
de loop der jaren heel goed heeft aangepast aan de kamer
cultuur. Hoe sierlijk zijn die forse, donkergroene bladeren op
stevige stelen hoe statig 'die smetteloze witte bloemscheden
met gele bloeikolf.
DIJ een goede verzorging
bloeien ze elk voorjaar weer
opnieuw en steeds rijker. Die
goede verzorging vraagt geen
bijzondere eisen. Een flinke,
grote pot met vrij zware grond;
regelmatig goed mest geven en
veel frisse lucht.
£OLORADO" noemde de con-
fectionnair Bronkhorst deze
deuxpièces. Het materiaal zou men
kunnen vergelijken met een zwarte
kunstzijde, waardoor witte frotté-
draden getrokken zijn. Het rokje
is slank afkledend het jasje loopt
van voren op en sluit met twee
knopen op het schootje. De zeer
royale kraag is van binnen tegen-
gevoerd met effen zwart materiaal.
HET gedicht „Kerkstrijd"
van Elisabeth Cheixaou
begint met het heilig
vreugde-lachen Gods, maar
het eindigt zó:
„God buigt Zich wat
voorover, staart
de speldeknop toe van
de aard
en ziet als minitieuze
Die Geest lacht om de Mevr. A. C. K.S. is het
rede van een professor.... niet met mij eens, dat tien-
Hij waait waarheen Hij wil" duizenden niet tot Christus
,-r- -1-1 ««.i Zo' en nu ZIjn we er' De kunnen komen, omdat de
sief gedrukte dikke letters Geest is uitgestort. Laten openbaring van Chr. kerk op
stond «r op: „D. Kerk is <»f» niet meedoen met aarde r- - - -
Dezer dagen kwam mij
een blad onder ogen, dat
dadelijk mijn aandacht trok
het opschrift Met agres-
het mausoleum van de
kerk. bazin;
Schreit God?'
zerk voelens zette ik mij tot le-
De kerkstrijd, de scheu
ringen, die er onder ons,
protestants gelovigen tel
kens maar weer zijn, heb
ben deze dichteres door de
ziel gesneden. Fel belicht
zij het leed dat wij Zijn
kinderen God aandoen,
maar even fel slaat zij
dóór, waar zij de kerk
nog slechts als een graf
kelder ziet. Zij is niet de
enige. Over heel de wereld
gaan deze kreten op, 't
zij cynisch, bedroefd of
honend: „De kerk? Die
heeft afgedaan, dood
Deze ijzige constatering
slaat over op de gelovigen,
die ieder op hun wijze
klagen: „Die kerk bij onsn
Zo'n dooie boelZondag
aan Zondag kom je er even
koud uit, als je er binnen
ping. Die dominees? Ze
rijgen maar wat geijkte
volzinnen aan elkaar, maar
't leeft niet. de vonken
spatten er niet af."
EN wie dan nog in zijn
dagbled leest, dat b.v.
in Zwedens hoofdstad Stock
holm nog slechts 2 a 3 pro
cent van de kerkleden, de
kerk bezoeken en dat de
kerken op het platteland
daar ten hoogste op een 20
procent kunnen rekenen
die slaat de angst om
het hart. Die is geneigd het
Elisabeth Cheixaou na te
zeggen: de kerk een mau
soleum.
«- weinig de liefde
dood". Met kieine letters da* klagen en dat onszelf de kracht van haar Heer ver
ging hieraan vooraf- Prof Dekl»gen. Wie zegt, dat de toont. Mevr. K. schrijft:
rir Maannvam HeV w™ t Kerk dood is, is zélf dood. „Christus vergadert Zijn volk
Want als ook maar een tóch wel. Hij moet het hon-
sprankje van de Geest Gods geren en dorsten naar de ge-
ons bezielt, zullen wij het rechtigheid zelf in hun har-
niet dulden, dat er van ten merken". Dat is allemaal
dat dft net i'inksternummer Christus' kerk gesproken waér, mevr. K., maar Hij
wordt als over een afgedane schakelt ons allen daarbij in.
zaak, die uit de tijd is. In- Het is niet genoeg om hoofd
plaats van over doffe pre- schuddend de ontkerstening
ken te klagen, gaan we aan te zien.
bidden voor de dominees.
van Reveille" was, het Prot.
Chr. Maandblad voor onze
militairen. Als dezen het
even geboeid uitlezen als ik
dit gedaan heb, geloof ik
dat het Pinkster-evangelie We gaan zélf in de kracht
W';
i en ik en ólle gelovi-
moeten Zijn getuigen
zijn. U slaakt de verzuchting:
„Och, dat de kerk trouw wa
nen, die in militair# dienst ons uit te voeren:
zijn zal bereiken. getuige zijn.
van Hem, nadat het Pink
sterfeest geweest is? En juist
het feit, dat de kerk zich de
apostoli-
vroeger jaren, bev
fgedrukt, die in zijn serie dat de levendmakende Geest
lezingen: „de mensheid op nog niet van haar geweken dat Christus
is. God laat een nieuwe golf
de Heilige Gee<t
kerken varen, die
rende Woord de mens
nü aan. Op de eneschaal laatste jaren hr
staat de radiorede van prof. sche roeping met
dr. Magnus van der Weet dan
veg naar geestelijke vol
senheid" in dit blad spreekt
over het onderwerp: ,.De door
kerk is dood". Hierin be
luisteren wij de
de
tuige zijn. Niet één kerklid eenmaal
re in de rechte prediking, ook
ten opzichte van dezen!",
maar daar bedoelt u toch
niet alleen de dominees mee9
Ons éller leven in de prac-
tijk van iedere dag moet een
prediking zijn en als ons hart
wérkelijk bewogen is met on
ze medemensen, die God niet
kennen, zullen we niet kun-
/wiigen.
Mhr. J. H. O. te R. schrijft
■MMMhUmii voor de
uitverkorenen gekomen is. Ik
er van zo'n zinnetje. Dat
naar: „Als ik maar za-
ord. M'n buurman is nu
God vervreemde mag zich daaraan onttrek-
m ons heen. Op de ken. Wij moeten als kerk-
schaal staan ver- leden weer gaan geloven
wereld
schillende reacties van gelo
vige radio-luisteraars afge
drukt. In de epiloog wordt veel te veel: „O, die
de vraag gesteld: „Naar die vrouw zal nooit tot be-
welke kant slaat de naald kering komen"
liet uitverkoren".
Ik houd het bij m'n biibel.
waar Jezus roept: „Komt al
len tot Mij. die vermoeid
de dynamische kracht van bela!t zijt»; en fIk ben niet
—angehe. We denken gekomen om rechtvaardigen
door? Dwaze vraag.
Pinksteren ia het feest van
God!!
Nu wil ik even terugkomen
op twee brieven, die ik ruim
een maand geleden ontving.
zondaars,
om het verlorene te zoeken
en te redden".
Christus gekocht ben met
Zijn bloed en of ik op enige
bevinding roemen kan? Dit
laatste kan ik God zij dank
niet. Ik roem alleen in Chris
tus' kruis en daar hoeft géén
bevinding van mij iets aan
toe te voegen. En wat het
eerste deel van uw vraag be
treft: „die Geest getuigt met
onze geest, dat wij kinderen
Gods zijn".
Op uw eerste vraag is mijn
antwoord: „Wie roemt in het
kruis, d.i. het Verlossings
werk van onze Heiland, ként
Hem. D^ tendentieuze vers
je, dat u insloot, behoeft mij
niet te leren, dat iemand we
dergeboren moet zijn. Dat
leert de bijbel mij ook en wat
Nieodémus betreft: ik wou
dat ik in zijn schoenen had
mogen staan. Tot u alleen
di? nog: Blus de Geest niet
uit met dode volzinnen en
een koud hart. Laten wy lie
ver met Wapenaar zingen:
Eén vlaag Uwg Geestes
en ontwaken
zal 'te leven dat verstorven
leek:
geef dat een weel'ge regen
rake,
de wortel en de grond
doorweek'
Hoe zal 't dan zingen door
mijn dagen,
doorwaait Uw Zuidenwind
de hof;
mü zonnend in Uw wel
behagen
zal 'k vruchten draeen tot
Uw lof.
MARGARITHA.
Mevp. A. C. K.8. Dit nog
even tot u: Ik geloof, dat u
zich deerUJk vergist, als u
zegt dat het Leger des Heils
met zijn leer rijand ls van
het kruis. Hoe zouden zij dan
altijd weer heenwllzen r.aar
dat kruis als enige redding
voor zondaren?
M.
NA de bloei moet de Aronskelk een
paar maanden rust hebben. Dan
dus geen mest geven en weinig water,
en als het even mogelijk is van Mei
af buiten, in de tuin zetten. De plant
moet dan op een lichte plaats staan,
met de pot ingegraven in de grond.
Als het nodig is moet tegen de her
nieuwde groei, dus in Juli, verse
aarde gegeven worden. Heel goed is
het dit elk jaar te doen.
NA het verpotten geve men de eer
ste t\jd matig water, om, als ze
weer in de volle groei is, flink te
begieten. Als het kan zet men ze op
de meest vochtige plek in de tuin.
JN September moet ze weer naar
binnen. Dan mag ze niet warm
staan, maar op een koele plek, waar
ze veel licht en veel frisse lucht
krijgt. Ziet men bloemknoppen ko
men, zet de plant dan in de warme
kamer, niet dicht bij de kachel, maar
wel dicht voor het raam. Na zo'n be
handeling zult ge elk jaar weer van
de Aronskelk kunnen genieten.
r— ANNE
gaal studeren in
i Amerika welk meisje i
Muderen i
het land v.n de millioeneiï, gr'
rige buitenlander» binnen de
i beur» nodig.
bune t,
het voi,
rikten»
uslr ei
»elle Anne Leroy— Ledcrie uit
'n gelukkige, dio naar Amerika
reet dc New York Herald Tri-
rellen. Ze i. 21 jaar en heeft
'en. in de Ver. Staten het 4me-
lilieke leven en de internatio-
nisclte betrekkingen ie beetD-
•ren, vooral «vat betreft de uitbreiding
n de terhni.che bnlp aan onontwikkelde
'bieden. Haar moeder wa« de winnare»
n een van de eerste ttndiebeurzrn in de
h.. toegekend door de Franse regering
i de eerste wereldoorlog.
Anne beeft haer beur» gekregen ven de
Ameriren Women'» Croup in Pary», del wil
du» teggen de rlub van Amerikaanse vrou
wen in Pary». De leden hebben bet geld,
zijnde 1800 dollar bü elkaar gebracht. Het
i* de tweede bear», die deie rlub toekent.
De Amerikaanse amba»»adeur in Pary»,
mr. C. Douglaa Dillon, overhandigde Anne
de beur» tyden» een lunch, weer vanself-
.prekend vele leden aanzaten.