FRIEDRICH VON SCHILLER Cultureel venster Fiction en analyse LEZERS1 LPELGRIMAGE Gereformeerden en Hervormden moeten bidden voor elkaar nieuwe leidsche courant Ev. Grolle Van Arcadië tot Elysium h he. een geluk geweest, da, Johann Chris,oph Frie- h«?psoLch" drich von Schiller wiens 150ste sterfdag wij op 9 Mei herdenken, een tijdgenoot was van Immanuel Kant? Schiller is het klassieke voorbeeld van een dichter, die in de handen der filosofen gevallen is. De tijd, waarin hij leefde, was een bij uitstek filosofisch tijdperk. Geen dichter, zelfs de grote Goethe niet, kon ontkomen aan de plicht filosofische stof te behandelen. De meeste poëten dier dagen waren dan ook dichtende filosofen; slechts enkelen filosoferende dichters. Ook Schiller heeft lange tijd in het gevaar gezweefd de kunst aan de filosofie op te offeren. Toch heeft niet Kant hem, maar hij Kant overwonnen. Aan Schiller danken wij het, dat de filosofie aan het begin der 19e eeuw de plaats heeft moet inruimen voor de Romantiek, een wedergeboorte van de kunst. Schiller heeft de dichtkunst gered van de dreiging der filo sofie. Hij heeft dit, noe vreemd het ook klinke ge daan juist door zijn filosofie, juist door zijn ontmoeting met Kants gedachtenwereld. De cri- tische wijsbegeerte, die immers van meet af aan uit was op een herwaardering van al 's mensen geestelijke verrich tingen, heeft hem het eiger. wezen en de eigen taak van de kunst doen verstaan. Drie namen Van Arcadië tot Elysium. zo zou men Schillers dichter lijke ontwikkeling kunnen ken schetsen. Drie namen lichten op deze weg aan zijn sterren hemel op: Roussau, Kant. Goethe. Arcadië is het oerbeeld van de paradijselijke natuur, waar toe Rousseau de mensheid weer terugriep. Hier heerst de vreug de der probleemloosheid zoals de dieren, deze nog kennen. De „naieve" dichtkunst, zoals Schiller haar noemt bezingt deze blijdschap der natuur. Arcadië, blij herderslandHoe zeer heeft Schiller reeds vroeg beseft, dat de mensheid dit voor goed verloren heeft, juist, omdat zy mensheid is en ge roepen tot hoger zedelijk leven. Kants „kategorischer Imperativ" roept de mensheid op tot haar zedelijke »plicht. Schiller is naar eigen quali- ficatie „ein sentimentalischer Dichter", die weet, dat geeste lijke idealen hem de naieye vreugde in de natuur ontnamen. Deze idealen, deze notie van wat moet-zijn, maken hem schuldig. Kants „Du solist'' wekt in hem een diep besef van de menselijke schuld, maar tevens (hij is tót" Vrijheid geroepen) een heimwee naar een nieuwe harmonie, waarin natuur en zedelijkheid, Arcadië en de kategorische Imperativ niet langer tegenstellingen zijn, maar elkander in een nieuwe vrije gezindheid hebben gevon den. Dit U Elysium. Niet de probleemloze vreug de van de natuurmens, noch de harde plichtsbetrachting van de ethische mens, maar de verheven vrij heid van de aestneti- sche mens lokt hem aan. Elysium is het land der schoonheid, waar de mens in vreugde en vrijheid zijn zedelijke bestem ming bereikt. Het schone heeft altijd iets in zich van het spel. Anmut, liefelijkheid is hier het eerste woord, want schoonheid schenkt genot. Echter, edel genot, want er moet voldaan zijn aan 's men sen morele gezindheid. Dit vindt Schiller in de idee van het Verhevene. Hier mag het zware juk der plicht niet zuch tend worden gedragen, noch klagend de smart, die het levenslot met zich brengt. Het is de bestemming van de mens in vrijheid naar het hogere ie streven. Verheven, boven plicht en schuld, boven levenslot en smart ontplooit zich daar de schone ziel. Het schone is een spel van het liefelijke en het verhevene. Dat is Elysium. Idealisme der vrijheid Schiller mag met recht de dichter van het idealisme der vx^jheid heten. Volle nadruk moet hierbij echter gelegd wor den op dit dichter-zijn. Wan neer de moderne mens hem recht wil doen, dan moet wor den ingezien, dat niet de dich ter, maar de filosoof Schiller ons vreemd geworden is. Wat ons tegenwoordig het meest in het Idealisme afstoot, is de hou ding, die deze filosofie tegen het historische aanneemt. Al het vergankelijke was voor haar slechts een gelijkenis. Om de eeuwige, algemeen geldende ideeën ging het deze denkers; het historische was voor hen slechts in zoverre waar. als hel een drager was van deze ideeën. Met het historische sprong men op een vreemde, haast oneer biedige wijze om. Schiller bad een voorliefde voor „histori sche" drama's, maar uit histo risch oogpunt doen deze ons tegenwoordig bijkans als een geschiedvervalsing aan. De oude Gunning heeft eens gezegd, dat Schiller nooit dp vleeswording van het Woord gemeen met zijn filosofische tijdgenoten. God was voor hen het Absolute en de geschiedenis bewoog zich slechts in één rich ting; het streven naar dit Hoogste toe. Nooit echter zou het Absolute bereikt kunnen worden:" „der Himmel iïber mir, will die Erde nie berühren, und das Dort ist niemals Hier". Ver van ons af Nooit was de Christenheid zover afgedwaald van het Oude Testament, dat toch een door en door historisch boek is. Het Absolute van Schillers tijdge noten is onbewogen, maar de God van het Oude Testament is de Bewogene, die komt tot Zijn volk, dat dwaalt in de duisternis. Hij is de God, die in ontferming neerdaalt in hef vlees, ja tot in de dood. Deze God, die mens werd en hier onder ons woonde, waren Schiller en zijn tijdgenoten vol komen kwjjt. Slechts de aesthe- tische mens kon in zijn beste ogenblikken het Elysium, waar het Absolute bereikt werd van verre aanschouwen. Dit is de inhoud van Schillers dichterschap; van dit onbereik bare heeft hij gezongen. Een bleek en bloedeloos onder werp, daarin staat hij ver van ons af. Maar hij gaf al de gloed van zijn dichterlijk genie mede. Hierdoor is hij een dich ter gebleven, ook voor ons. iSchitler3 Hart van de lezer blijft onaangedaan Volgens de Griekse mythe zond Zeus Pandora, de Alles Schenkende of Albegiftigde, als eerste vrouw naar de aarde. Ze had een doos bij zich, vol gaven en kwalen;!Toen zij deze doos opende, vlogen die over het mensdom uit, terwijl alleen de Hoop op de bodem bleef liggen. In het boek van Hans Ecïinga, reeds bekend als dichter van de bundels „De Vrouw van de Herfst" (waarvoor in 1952 een regerings- beurs is toegekend) en „De Wintertuin" (1954), is Pandora een Hollandse vrouw: Grada van der Mersch. Ze is ge boren na de dood van haar vader, een majoor; haar moeder was toen al veertig jaar. Hoewel niets in haar jeugd wijst op haar latere roem, ontwikkelt ze zich tot een zangeres van in ternationale faam, maar haar le ven brengt weinig meer dan onge luk aan wie met haar in aanra king komt, en zelf sterft ze .op het toppunt van haar roem aan de kanker, Hoewel Grada krach tens haar beroep al met genoeg mannen in aanraking komt om die met gaven en rampen te be délen, laat de auteur haar twee maal huwen. Haar eerste man, Julius Gelton, is een dirigent. Er is al een kind, Evert-Paul. voor dat Grada als zangeres wordt ont dekt door Wilhelm Dürkes, een groot liederzanger. Later over schaduwt zij haar man volkomen, evenals zij dit nog later haar zoon zal doen. Deze wordt nl. pianist en probeert een tijd lang als haar begeleider op te treden Julius is intussen op een duistere manier om het leven gekomen. Is het moord, zelfmoord? De lezer krijgt de indruk van beide, wat een' niet-alledaags motief voor een de- tective-story, laat staan voor een roman mag heten. Een bedronken medeminnaar werpt hem n.l. in de sluis; een vrouw, die hem haat, gaat aan de rand '~Mh||| rakter. Dan is er een duidelijk aanwijsbare oorzaak. Dit is met Grada Gelton niet het geval. Wel is ze eerzuchtig en hardnekkig, maar een type dat over lijken gaat om haar doel te bereiken is ze toch niet: Grada leeft niet alleen voor haar künst. zegt de auteur zelf. Een andere mogelijk heid is, dat een vrouw op een of andere onverklaarbare wijze onge luk over haar omgeving brengt. Hier betreden we het terrein van bijgeloof en heksenwaan, oorzaak van de veroordeling van zo me nige oude of jonge vrouw in het zijn de c verleden. Maar wel verklaarbaar te wez..., gelukkige levens van de die Grada omringen, voor groot deel uit de standigheden of uit hun karakter te verklaren. Gebrek aan zelfkennis doet haar eerste als dirigent en compo nist; zijn zoon Evert-Paul zal late-; diezelfde mis plaatste eerzucht verto nen. Victor Latenstein, de man van de wereld, begreep Grada als kun stenares maar haatte haar als vrouw. Kon zij dat helpen? Tom Roelf- sema, die korte tijd haar minnaar was en die Grada's man in de sluis duwde, trok zich terug. Hij zou haar volmaakte echtgenoot geweest zijn. zo vertelde de auteur ons. Was zij voor dat zich terug- trekken verantwoordelijk? Als ze met haar jeugdvriend, de predikant Eduard Roelfsema (een halfbroer van Tom) trouwt, ver laat ze hem na een gelukkige tijd van vijf maanden, om opnieuw kunstreizen te maken. Dit is inder- rechtstreeks toebrengen Dat Arnold Bennett's „Acci dent", voor het eerst verschenen in 1929, nu, meer dan 25 jaar later, in Nederlandse vertaling onder de naam „Rome Expresse" als pocket-book in de Prisma- reeks is verschenen, is op zich zelf al een aanwijzing dal deze roman waarde heeft. Dat het voorts Buddingh' is, die de moei te heeft genomen het boek te vertalen, wijst ook al in die rich ting. Toch is het niet zo bevreem dend dat Bennet zich tot nu toe in brede lagen in Nederland geen algemene bekendheid heeft ver worven. Deze auteur, progressief voor zijn tyd Bennet werd geboren in 1867 en Accident is van 1929 schreef een uitste kende psychologische roman. Het werk van Bennet is echter over woekerd door die soort van lite ratuur, waarin de resultaten van de psychologie als wetenschaj» tot het uiterste en soms tot ver velens toe zijn uitgebuit. Hier door is aan Bennett niet de aan dacht ten deel gevallen die hij stellig waard was. Niettemin aiedt deze auteur veel aantrek kelijks. Hij gaat nl. nog van de „conventionele" stelling uit, dat een roman, behalve op zichzelf belangwekkende gedachtenspin- sels en een scherp beeld van de psyche van de ten tonele gevoer de figuren, toch ook en vooral een verhaal moet geven. En liefst een verhaal dat, afgezien van al wat mogelijk meer wordt gebo den, zo boeiend is, dat het de aan dacht van de lezer van het begin tot het einde, gespannen houdt. Nu schijnt het soms, alsof "in „Rome-Expresse" de overleggin gen van de geïntroverteerde hoofdpersoon Alan slechts ten doel hebben de spanning om de ontknoping voort te doen duren of nog op te voeren. Bennett weet zo een synthese te vinden tussen fiction en psy- oho-analyse. een combinatie die ve niet anders dan een gelukkige J. E. Niemeyer dz wederopbouw In Zutphen ligt een nieuwe straat, 't Lijkt wel een zonnig strand Met een brandschone boulevard, Half onder 't witte zand. Straks wordt er ook een lichte flat, De glasgodin gewijd, ïeergea tijd. IJssel En ergens in het IJsselmeer Groeit nu al jarenlang Door allerhande wind en weer Een stenen reuzenslang. Die knijpt, geholpen door een staf Van werkers, taai en stug, Het water straks zijn leven af; Maar geeft land ervoor terug. En waar in doodse stilte eens 't Geraamte van een stad Met lege ogen heeft geweend Om 't hart dat zij bezat. Herbouwt men nu met man en macht, Verrijst haast machinaal, Een lichte stad vol levenskracht, Een stad van glas en staal. Want Holland bouwt in stad en land, Al kent het zijn tekort, Het bouwt aan weide- en waterkant, En wat er ook aan schort, De cirkelzaag zingt bij 't geklop Van beitels op de werf, Het lied van 't nieuwe leven op Der oude vaad'ren erf. Nel Veerman. Het Barre Jaar Enige jaren geleden publiceerde S. P. Akkerman, een in Friesland wonend schrijver, een vertelling over een Friese jongen die met alle geweld voordrachtskunstenaar wilde worden, in welk voornemen hij werd gestijfd door zijn stief vader. Alleen het meisje van deze jongen had het door dat haar vriend juist de bovenste sport van deze ladder niet zou halen. Toen ik dat verhaal las. begreep ik dat Akkerman een auteur is die zijn grenzen kent. Hij is een man die veel mensenkennis heeft en zijn vertellersgave op de juiste manier hanteert, door zich niet te begeven op paden die voor hem te hoog zijn. I' Gezien de nog altijd grote be hoefte aan gezonde volkslectuur mogen wij ons gelukkig prijzen dat wij in schrijvers als Akkerman. Baardman e.a. auteurs bezitten die aan deze vraag kunnen voldoen. Ook in „Het Barre Jaar" is het weer een vrouwenfiguur die domineert. Hier is het Klaasje die haar weifelende Jelmer aanzet om zich te ontworstelen aan de wor gende greep van de veenbaas Temme en diens vrouw Jitske, die hen dwingen het weekloon van vijf gulden (wij schrijven 1890 op de arme Friese heide!) in hun winkel te besteden. Het verhaal geeft een zeker niet gechargeerd beeld van de 19e eeuwse sociale misstanden waar van het tegenwoordige geslacht nauwelijks iets weet. Het boek heeft alle kwaliteiten van de goede volksvertelling; het is op de man af geschreven en nergens lang. dradig, de auteur schuwt geen sterke affecten doch maakt er geen melo-drama van, kortom: hij geeft wat^e gemiddelde lezer ver- langt: een boeiend verhaal „waar j wat in zit". Uitgave Bosch eft Kenning daad i leed, staan, maar onderneemt niets, en j tenminste, haar roeping als zange- de echtgenote van het slachtoffer rFS nlet ec„ verzachtende omstan- «tie ook zelf nleta doet omgered dighe.d. en ze keert toch tot hem deze onverwachte terug? De criticus wil maar zeg- "v"'gen: een echte Pandora te worden sterfkans veeleer schijnt te vaarden) kijkt toe achter het gordijn. paralyseerd". Deze lugubere ge beurtenis is de spil, waar omheen het gehele verhaal draait. Als Grada achter in de dertig is. huwt ze haar jeugdvriend Eduard Roelfsema. een predikant, gaat dan binnen het half jaar weer bij hem vandaan, op tournée, om ten slotte ziek thuis te komen en te sterven. Een vrouw.... HOFFNUNG Es reden und traumen die Menschen viel Von bessern künftigen Togen; Nach einem glücklichen goldenen Ziel Sieht man sie rennen und jagen. Die Welt wird alt und wird wieder jung. Doch der Mensch hofft immer Verbesserungl Die Hoffnung führt ihn in's Leben ein, Sie umflattert den fröhlichen Knaben, Den Jüngling begeistert ihr Zauberschein, Sie wird mit dem Greis nicht begraben: Denn beschlieszt er am Grabe den müden Lauf, Noch am Grabe pflanzt er die Hoffunug auf. Es ist kein leerer schmeichelnder Wahn, Erzeugt im Gehime des Thoren, lm Herzen kündet es laut sich an: Zu was Besserem sind toir geboren. Und u-as die innere Stimme spricht, Das tduscht die boffende Seele nicht. r ~Vaa toch niet. Het is bovendien moei- 2uC. V.'- vao een romanfiguur te sugge- reren, dat hy of zy een groot kun stenaar. resp. een grote kunstena. res is. We moeten de auteur op zijn woord en mededelingen geloven. In een film zijn er in dit opzicht meer mogelijkheden. De figuur Grada is knap gecon strueerd. maar wat precies aan deze figuur ontbreekt is het leven. De bedoeling, die de auteur met deze en ook met de andere per- soncn heeft, wordt ons nogal na drukkelijk onder de ogen gebracht in het gesprek, waarmee het boek opent. De auteur weet precies wat zijn sujetten in het boek te doen hebben; nergens gaan ze hun eigen wegen, zoals waarlijk-lévende romanfiguren dat, vaak tegen de bedoelingen van do schrijver in, plegen te doen. Er blijft geen aasje mysterie over. behalve dan de vraag naar moord of zelfmoord, maar hier is het mysterie bedacht en heeft het alleen maar een ethisch-juridisch karakter. De eni ge. die werkelijk een figuur voor ons is geworden, is Emma. de egoïstische en genotzieke, oudere vrouw. Met deze bijfiguur bewijst de auteur, dat hij „mens-schep pend vermogen" heeft, zoals Queri- do dat vroeger noemde. Hans Edinga is intelligent, kent zijn wereld, is een goed stylist, maar zijn personen zijn meer getypeerd dan gecreëerd. Aan het eind van het boek laat hij er liefst acht van verdrinken tijdens de Fabruari- ramp. alsof hij ook zelf aan deze levens weinig waarde hecht. Het boëk is dan uit, de doos is leeg. maar het hart van de lezer is vry- wel onaangedaan gebleven. C. Rijnsdorp. CTOF zijt ge, en tot stof zult ge wederkeren. Dat geldt niet alleen van de mens, maar ook vaak van zijn roem en naam. Daar noemt men een straat naar Bilderdijk of Rnchussen, maar de mensen spreken van Rochüssenstraat en Bilderd ij k- straat. Ze maken van de naam een zinloze klank. Wie leest het onderschrift, dat ons op voedkundig gemeentebestuur onder op het straatbord heeft gezet: Nederlands dichter, Nederlands schilder, leefde van dan tot dan? De dijk uit de naam Bilderdijk wordt weer een echte, stoffelijke dijk, want spreekt van een d{jkstraat. Wat een dijk is, weet Bilderdijk was, ]*Ol weet men niet. Maar een stand- beeld dan, zult ge zeggen? Ik geloof dat Zadkine daarop de juiste kijk heeft gehad, toen hij de wens uitsprak, dat in zijn beeld Verwoeste Stad aan de L euvehaven vogels hun nest zouden maken. Die wens zat wel niet in vervulling gaan, tenzij men het beeld op een eenzame heuvel zou plaatsen. Maar de gedachte is juist. Een beeld, dat in de ruimte is op gesteld (en dat in ons Hollands klimaat!) moet een beetje met de natuur kunnen vergroeien. Als het daarop berekend is, zal het er alleen bij kunnen winnen, ook wanneer vogels de zicht bare sporen van hun aanwezig heid op het monument achter laten. Ik kan me geen groter vernedering denken, dan een of andere held of bevrijder in een krijgshaftige of pathetische houding op zijn voetstuk te zien staan, terwijl zich een meeuw op zijn helm of kruin zet. en straks blijkt, dot het aantal witte plekken op hoofd of schouders weer met een vermeerderd is. Die volstrekte minachting voor de menselijke waardigheid van de kant van de vogelwereld behoort eigen lijk onmiddellijk door een schoonmaakster of een rappe glazenwasser te worden ge wroken, maar begin daar eens ]7N zo staan onze standbeelden: vorsten, aanvoerders, sol daten, helden vaak publiek ten spot, overgegeven als ze ryn. en dat ondanks hun demon stratieve weerbaarheid, aan de grillen en de spijsvertering van mussen, spreeuwen, merels, meeuwen en duiven. Uit het Bekalkte feit, dat niemand daarop rea geert, blijkt wel hoe weinig zulke monumenten in de be langstelling van de voorby- gangers leven. En daarom is de gedachte van Zadkine (waarin hij wel niet alleen zal staan) nog zo verwerpelijk niet. Hij heeft zijn beeld als het ware opengebroken; het monument laat de ruimte bij zichzelf bin nen. Het is zodanig gecon strueerd, dat het met zijn omgeving kan vergroeien. De vogels zullen zulke beelden niet alleen als zitje verkiezen, maar er desnoods in nestelen en wonen. Het zou een aardig ge zicht zi;n een mannetjesmerel met een wurmpje in de bek in de IY» borst van Ver woeste Stad te zien verdwijnen waar het nest-je is met het broe dend wijfje of de opengesperde snavels van de jongen. Een paar witte plekken meer of minder zullen ons dan niet ergeren en de figuur zijn (haar?) waardig heid niet ontnemen. Een monument, dat in ons klimaat in de open lucht wordt gezet, moet op verwering en op vogels berekend zijn. En is het met de roem niet ongeveer net zo? C. R. Lieflijk99 boekje De zoetelijke literatuur van voor enkele decennia kunnen we in het algemeen onder de volkomen ge wijzigde omstandigheden van tegenwoordig maar matig waar- deren. De geest van liefelijkheid die dit werk dikwijls ademt, is ons vreemd. We vinden die niet waar. achtig; in strijd met de werkelijk- heid. Twee wereldoorlogen hebben onze inzichten, ook onze smaak, ingrijpend gewijzigd. Maar de smaak van onze kin. deren is een andere, dan die van ons. ouderen. Het kind, dat wc zo lang mogelijk willen doen leven binnen de veilige beslotenheid van onze zorg, kan zich nog onbevan gen verlustigen in lieftallige tafe reeltjes. Het kind meent ook nog onvoorwaardelijk een happy ending van het verhaal te mogen eisen. Het zal dan ook volop genieten van het verhaal van Heidi en Peter, de Zwitserse pastorale die het vervolg is op „Heidi". Maar wij, volwassenen? Och, verlangen we niet allemaal nog wel eens even weer kind te zijn. onze vermoeide hersens voor een uurtje met vacantie te zenden? Nu dan. dit boekje biedt daartoe een goede gelegenheid. J. E. N. welpen/1955 Get. 2.95. DR. BERKHOF EN DS. TOORNVLIET rwi I i allerlei sociologische verbanden i rauma spookt in veler -w -m. erg langzaam, terwijl in Gods oog onderbewustzijn Itcn, niet alleen in de steden. Dr. H. Berkhof, de bekende Hervormde theoloog, heeft maar 00k °P de dorpen' in het Aprilnummer van „Wending" een artikel ge- Niets forceren schreven over: Gereformeerden en Hervormden. Vooral Wy willen> aidus ds. Toorn- bij de jongere Gereformeerde generatie constateert dr. vliet, door ménselijke kracht hier Berkhof een terug uit de spitsvondige dogmatische "iets forceren. Wanneer wij dit r b, 6 doen vallen de Gereformeerde kwesties naar de eenvoud van het centrale. Een scherpe kerken uit elkaar, waarmee me en naar het schijnt nog steeds toenemende zelfcritiek mand gediend is, ook de Her zette in. Het stoere en het intellectualistische ging er de cS-efSrmeerde'kerken blijven, meer en meer af. Bavincks geest won snel terrein op studeren, biddend de weg vragen die van Kuyper. en- spreken over al deze din- Er is een terugkeer van het hetgeen dr. Berkhof schrijft 'wk neo-Calvinistische naar het klas- over de verhouding tot de Geref. menwewen. De ^^ormde kerk spreken c gen met de Hervormde broeders zusters en waar mogelijk sa- siek-gereformeerde en daarach- - Bond. Een groot deel der Ge- -r-; on ter naar het algemeen-christe- reformeerden, aldus dS. Tóórn- n1®1 achteloos voorbygaan en lijke. Er is een diepe begeerte vliet, staat veel meer open voor ge5f naar gesprek en contact met de cultuur en de oecumene. andere kerken. Een deel der Ge- Men heeft een, ander levensge- de Gereformeerde kerken Ook wij zijn overtuigd van on- anaere nerseii. r.eu aeei uer ue- men neen een.anuer levensge- r~„ïïi r l,üi reformeerden blijft afwijzend voel dan zich bij de Bonders yJet de waag ismaar" langs staan. De meerderheid neemt openbaart. Hij aoht het een ge- ,„11 «n afwijzende houding aan. vaar. wanne.1 men maar blflft Z", Maar in elk geval is er een dromen van een samenbunde- krachtige toenadering gekomen, ling van de „gereformeerde ge- den. Wij zullen veel voor de Her vormde kerk bidden; als de Her- de onze doen, wordt al veel gewonnen. zindte". Niet' dat wij dat niet vormden het Dr. Berkhof ziet de band tus- zouden toejuichen, maar het is sen de Gereformeerden en de de vraag in hoeverre zij gere- Gereformeerde Bond in de Ned. formeerd zijn en het zal er van Hervormde Kerk losser worden afhangen welke prys door ons en merkt verder op, dat de pro- betaald zou moeten worden, blemen door de Gereformeer- den en ce „midden-orthodoxie" Wy kunnen op het punt van ^,„«„„0 op tegenstelde wijze worden op- cuimur en de openheid voor van een bekend Amerikaans Probeer het eens Onlangs ontving een redacteur gelost! De Gereformeerden zou- denood en de vragen van deze dagbladen ^^w^Yor^d^'voU ien,volgens dr. Berkhof, het W meer terug. Zon adagium van Groen volgen „i het isolement ligt onze kracht' terwijl de „midden-orthodoxie' achter het vaandel De Leidse predikant acht het voorts voor de Gereformeerden die oecumenisch denken en le ven willen een groot verdriet. Hervormden geen volk". Dit uitgangspunt maakt Er is bij sommigen een hoog de Gereformeerden en Hervorm- kerkelijke mentaliteit aan het den tot „yyandeiyke broeders woord die ons wondt. Het is niet Dr. Berkhof schryft dan ver- plezierig wanneer Hervormde der: predikanten zeggen: nu ja. die rd."<ÏÏÜiSKS: i dpMopbr,ngen". di." „het "ge- k0i' sprek willen voeren" en „naar °»k wiJ l"b(«n. alle kanten openstaan", verge- scnieaenis, ten vaak al die mooie leuzen als ze met de Gereformeerden in contact komen. Het heeft iets van een trauma. Deze Hervorm den zijn diep gewond door de afscheiding, de zelfgenoegzaam heid en heerszucht en de ver zuiling van het volksleven, die hun, kerk en hun overtuiging „Geachte Heer, Onze kerk is in grote financiële moeilijkhedenWy hebben van alles geprobeerd om er het leven in te houden: tentoonstellingen, feestjes, tombola's, enz. WtU u ons eens vertellen, wat tvy vol gens u nog meer kunnen doen om onze arme Kerk voor ondergang te behoeden?" Het antwoord van de redac- HL,..teur luidde: „Waarom probeert wij zfyn door u het niet met Godsdienst?" Licht en warmte uit een bron Hypermodern snufje in Bolswards oude Martini In de Martinikerk te Bolsward, die na een jarenlange restauratie weer in gebruik is genomen, heeft men een zeer nicti bijzonder verwarmingssysteem toegepast. Het merkwaardige dTHervo'm^Tkant dan*aan"d*e* daarbij is dat de warmte en het licht uit één bron komen. Gereformeerde. In de leidende Sinds kort heeft het kapitale gebouw vijf sonnen aan de Herv. kringen is heel wat min- gewelven, die tegelijkertijd sorgen voor een goede verdeling der zelfcritiek dan bij de Gere- Van het kunstlicht en voor een aangename warmte. Men heeft formeerden. Het trauma spookt gevoel te zitten onder een (wat ver verwijderde) infra- nog in ons onderbewustzijn rflod-iimn rnnd. nP Gerpfnrmeordftn ziin rooa ,amP* Vóór de restauratie maakte 1 gebruik van gaskachels. Ze teHdÉMMHÉ mtu ge rond. De Gereformeerden zijn voor ons nog steeds min of meer de spelbrekers en de concurren- I flü va ten, juist omdat ze zo dicht bij konde„ echter ons staan.- Het gesprek is bruikt worden, omdat het'kost- vagk moeizaam en,scherp,calaus bare (en-nu ook gerestaureerde) dr. Berkhof. orgel van dit stoken érg te. lij- den had. Aan een gewone instal- Lultuur la tie voor centrale verwarming kon men niet denken, omdat de In De Strijdende Kerk be- kerk onder toezicht van Mo- aamt de Leidse Geref. studen- numentenzorg staat en men in tenpredikant. ds. G. Toornvliet, een monument niet ongestraft kan boren in vloeren en muren. t 1—*-m—In deze moeilijke omstandig heden heeft men in Bolsward TC, contact gezocht rtiet het gas- Waarom niet meer techmsch bur«v..bumm" Franeker. dat adviseerde voor het gebruiken van toestellen, ge- overleg Over nieuwe kerkorde baseerd op stral ngsverwarming. Vorig jaar werd namelijk door Nederlandse technici een Infra- roodstraler geconstrueerd. TI zogenaamde Armab'-ander. w« Dr. J. Schelhaas, Hzn„ laat m mee Kn nuttig stralings-rende- De Roeper een waarschuwing ment kon worden bereikt van horen tegen het ontwerp kerk- 75 80 proccnt. Op een bepaal- Een onderaanzicht van éen der de golflengte kan deze brander vijf zonnen in de Martinikerk SuSSS; vïïSï k": rn^u"1v;rS«a»'.nT«,2: ®oU™rd' di°lich' TJSï SSSKÏ".!' ««Mi»*". Hij betreurt het. dat er in geen tor mtnrmn w._ enkel opzioht samenwerking is aardgas-armaturen wer- geweest. Voor een zo geweldige d«n geplaatst op een zeer wel daad als de invoering van een nig ln het oog lopende plaats, nieuwe kerkorde, waarin men de De electrische lichtpunten in oude niet meer herkent, acht de de kerk werden namelijk ln de schrijver het noodzakelijk, dat er armaturen verwerkt, niet slechts kennisgeving is en Eerst na verloop van tijd zal een samenspreking met Chr. men een definitief oordeel over Geref. deputaten. maar dat er deze verwarming kunnen ge- „.net samenwerking komt. waardoor ven. Vroeger moest de koster zoek u hliivend karakter men kan bereiken, dat de kerk- ln het hartje van de winter d„ ""f„en van de ramnaVne formaties die de Dordtse kerk- om vier uur 's nachts aan het «f™lg«* ^an de campagne orde onderhouden, een gelijke stoken om de kerk om tien uur van S'.Uy Graham ingesteld en beslissing nemen, zodat eenheid op dragelijke temperatuur te gepubliceerd in The British van kerkelijke orde zoveel moge- hebben. Nu kan hij vijf minuten Weekly. 334 Gemeenten ont- lijk bewaard blijft. voor hét openen der deuren de vingen van het nazorgcomité Eu k dit ni« t« bereiken, den lenopjen omdreelen De (e„dl ven de campegne 3222 be,li,- moet men zulk een geweldige Ras-elementen worden name- singskaarten. Dit aantal betrof verandering, als wordt voorge- Martinikerk "i^de eerste 1657 of 5143 pct' kerkgangers eteld nalaten. Wil men zich niet ^'n die op deze "ij c "65 o< 48.57 pct. niet-kerk- nodeloo. brengen ln een ongc- gangers. Van deze laatsten be- k>0n7^rrG..h.ch,,T d. Jbchten „pg 10021.1 .847,3 pct besluiten, ook al zou men voor Landbouw Hogeschool en het ae kerk en namen deel aan het zichzelf wensen, dat een ingrlj- Departement van Economische gemeentelijke leven. Billy Grahams invloed In Engeland werd een onder rijk heeft gewerkt en dat de gedacht i ellenden pas groot geworden v zijn, sinds de toepassing land- en tuinbouw, verwarming met de" praktijk "zo grote verande- Ua[d w:orduen- I>Iaar1 inwoners van Japan zijn 220.000 ring heeft ondergaan in 1944 en technisch bureau rekent voor Protestant en ongeveer 185.000 volgende jaren, dat men kon dat deie verwarming vijftien Room- Katholiek t" spreken van hiërarchie en heer- per kerkdienst van twee "°°!n.8 Kafh°Hek. In de Nat I de meerdere uur kost. Ook die kant van de Christenraad van Japan zijn 90 schappij vergao» vergaderingen. zaak la belangrijk. Hulp van Reformed Church bij emigratie ran de Protestanten verenigd. Onder hen werken 2.000 Japanse predikanten en 500 zendelingen. In verschillende Evangelische Gemeenschappen werken 1500 zendelingen, meest Amerikanen en Scandinaviërs. Ongeveer de helft van deze doet direct zen- Dezer degen heelt een bezoek aan pn, !»n<l gebracht mr. d«rdp crp.p Kempkes, als vertegenwoordiger van de Reformed Church of wordt Revormd door dc Japanse America als voorzitter van de World Service van deze kerk. Evangelische Wereldgemeen- Na de stormramp van 1953 heeft mr. Kempkes in zijn kerk schap. Al deze groepen werken een bedrag van 90.000 dollar (ongeveer 340.000 u'eten te door de Radio. Evangelisatiesa- verzamelen voor hulp aan ons land. Hij gaat na in hoeverre menkomsten en lectuurversprei- Kerken djng en brengen de bijbel in de volkstaal onder de mensen. de Reformed Church als lid van de Wereldraad kan bijdragen de benodigde sponsors te vinden voor hen, die als gevolg van de Refugee Relief Act naar de Verenigde Staten willen emigreren. D «ociaU «rh»ia van a* Fine De Reformed Church is een oorspronkelijke Nederlandse kerk -ro-it „nol i« kerk en zij gevoelt zich nog zteed. zeer aan de Hervormde *"1I*d'r* Kerk verwant. De heer Kempkes heeft een aantal gezinnen e zg' »Pred:ltant voor so- bezocht, dat zich voor emigratie naar Amerika aanmeldde. c,aie arbeid", die wordt bijgestaan Reeds hebben ongeveer 2500 personen bij het bureau van de door een Rroot aantal vrijwilli- Wereldraad hier te lande, Achter St. Pieter 14. te Utrecht doen gers. Jaarlijks wordt meer dan registreren, voornamelijk gerepatrieerden uit Indonesië en 300 millioen Finse marken uitge geven voor dit sociale werk. oorlogsslachtoffers.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 13