Flip V/erheuJ
op vrLjeróuoetetx^
m
m K
m u
m m
2
ZONDAGSBLAD 7 MEI I95S
BREED en gaaf staat het spul van
Dirk Verheul langs de boezemdijk.
De massieve voordeur met de koperen
leeuwenkop demonstreert de voornaam
heid van de bewoner. Dirk Verheul is
een eigengeërfde boer en zijn stem
weegt nog zwaar in de scheerwinkel.
Zijn geboorte, als zoon van de oude
Flip Verheul, geeft hem het recht tot
meespreken in elke aangelegenheid, die
de polder of het dorp aangaat.
In zijn tijd was Flip Verheul een gro
te onder de groten en wat hij 's avonds
onder het papeten bedacht werd de vol
gende dag uitgevoerd.
Zijn land en zijn koeien zijn automa
tisch aan zijn enige zoon gekomen, maar
verstand en wilskracht zijn geen arti
kelen. die bij uiterste wilsbeschikking
overgedragen kunnen worden.
Dirk Verheul leeft nog in de glans,
uitgestraald door vele generaties mach
tige voorouders. Wel voelt hij soms zijn
hart pijnlijk kloppen als hij ziet hoe
hedei
Als bo<
als a
zich koesterei
die rechtens bij zijn stee bcho-
naar door de bank is hij tcvre-
et zijn positie van groolbocr.
hij dan ook plompvol en
Kenner heeft hij zijns gelijke
de hele Waard.
Erger dan het verlies van de voor
vaderlijke waardigheden steekt hem de
hulpeloosheid van zijn zoon.
De jongen heeft een goed boerenhart
en in het werken staat hij zijn nian,
maar voor de rest is hij net een een
kennig kind.
Het geslacht Verheul heeft zijn glorie
overleefd en is op weg om of te zak
ken naar het peil waarop stadsmensen
de boer plaatsen.
In een vertrouwelijk ogenblik heeft
Dirk zijn angst uitgezegd aan zijn buur
man, die uitgegroeid is tot een vorst
onder de boeren.
Aan die buurman biechten beteken',
goede raad ontvangen. In zijn geval is
de raad nogal simpel. Laat de jongen
trouwen, dan heb je kans om in je
kleinkinderen je vader te zien herleven,
zegt buurman.
Deze raad lijkt Dirk goed en 's avonds
als de meid en de knecht naar bed
zijn. spreekt nij zijn vaderlijk macht
woord: Flippie... jongen je moet gaan
bevel gooit de gemoedsrust van
de jonge boer ondersteboven en het be
derft hem de dagen.
Maar een bevel van zijn vader moet
opgevolgd worden en na rijp beraad
plaatst hij, zonder er zijn vade
lerderij"
eggei
i advertentie In ,,Dc
jongedochters en twee we
iciteren naar de betrekking
het i
dik
Het
1 °d e
weg.
GETWEEëN gaan zij de boerin een
bezoek brengen. Maar... och ar
me de welvarende boerderij is een
armelijk gedoetje, waarop twee. hoog
stens drie koeien gehouden kunnen wor-
De boerin zelf is een verslonsde vrouw
met een stem als een kerel en handen
die dik onder het eelt zitten
Dirk Verheul rilt als hij de vrouw
aanziet... zo'n vrommes op zijn boerde
rij... hij moet er niet aan denken
Haastig nemen zij afscheid en tesa-
men stellen zij vast dat ..die adver-
tenticboel niets is dan zwendel."
Gerustgesteld doet Flip zijn werk
weer, maar zijn vader vraagt opnieuw
raad aan de buurman.
Ik zal wel eens rondzien, belooft de
ze «n tevreden gaat Dirk terug naar
zijn stee. Als buurman iets belooft zal
het zeker terecht komen.
Doch buurman schijnt zijn belofte te
vergeten, en de zaak weegt Dirk zwaar.
Op een dag staat buurman achter in
het land dromend uit te zien over de
kamp, waarop twee paarden met de
staart hoog in de lucht elkaar beproe
ven op snelheid en lenigheid.
Een mooi gezicht is dat voor een
rechtgeaarde boer en buurman droomt
over nog een paard dat hij kopen zal
als hij goed op slag kan komen.
Opeens hoort hij zich toeroepen: En
heb je al iets op het oog?
Weet Dirk ook al. dat hij uitziet naar
een volbloed paard?
Gewend aan snel reageren antwoordt
hij: Eergister heb ik iets gezien,
dat zo op het eerste gezicht nog ,1! aar
dig opdeed, maar toon ik er bij kwam
stond ze me toch te laag op de benen.
Het is een hele toer om cr een op
de kop te tikken die rondom goed ia.
Dirk kent zijn buui
ujk en rechtdnnlg iüPH
zelt het hem toch even. Zou bmjrm;
dui-
Nu is buurman op zijn beurt verwon
derd: een paard voor de fok bestemd
moet vooral op de benen gekeurd wor
den. Hoe kan een oude boer als Dirk
zulke zotte dingen zeggen?
Wa-evelig leraart hij: Van een moe
der met verkeerde benen kan je geen
goede afstammelingen verwachten.
Beschaamd erkent Dirk: Zover heb
ik nog niet doorgedacht. Ik zou zo zeg
gen: als ze niet al te lelijk is en zij
brengt genoeg mee. is hel al mooi ge
noeg. Een boer is geen stadsmens, die
naar het uiterlijk kijkt.
Lachend laat buurman zich op een
knie neerzinken. Nu begint hij Dirk te
begrijpen. Het gaat om een vrouw voor
Flippie!
Dirk begrijpt dit lachen niet, het is
toch een ernstige zaak.
Maar buurman is nog niet uitgepraat.
Als een boer op een knie gaat zitten,
betekent dat een lang gesprek. Daarom
doet Dirk een paar stappen vooruit en
gereed voor de onderhandeling hurkt
hij aan de slootkant neer.
Twee nietige stippen in de oneindig
heid, en zij werken aan een groot plan:
de toekomst van een oud boerengeslacht.
Geërgerd over zijn domheid krabt
Dirk zich onder zijn pet. Hij had het
kunnen begrijpen. Wie zegt cr nu van
dat zij te laag op de benen
kend, zegt hij: Och vergissen is men
selijk. Maar voor Flippie weet je zeker
nog niets?
Dat is te zeggen, ik heb nog een
oomzeggertje. waarmee misschien wel
land te bezeilen valt.
Hoe oud is ze?
Achter in de twintig, het is een
flinke meid, cn niks te groos of te lui
om in de hooitijd met de mannen mee
naar het hooiland te trekken.
En van goeie komaf?
Zo goed als het maar kan. Haar
vader is een Tukker en haar moeder
is mijn zuster.
De naam is goed. Wijd cn zijd
staan de Tukkers bekend als machtige
boeren.
Dirk kan zich geen betere schoondoch
ter indenken... met de moeder van het
meisje heeft hij nog schoolgegaan, het
is dik in orde. Flippie moet er maar
eens op uit trekken.
Alsof de zaak al beklonken is dankt
hij buurman: Nou je mag bedankt
Niks 1c danken, weert buurman af.
FLIPPIE trok er op uit, maar de jon
gen paste niet op vrijersvoeten, en
buurman werden de brokken gepresen
teerd door een nijdige zuster.
Met opgestoken nekharen komt de
moeder van het meisje haar broer ter
verantwoording roepen. Zij wil zelfs geen
koffie, eerst moet zij haar hart luchten.
Ik kan zeggen dat ik een mooie
broer heb, begint zij.
Dat heb je toch al vijftig jaar
kunnen weten, lacht haar broer.
Dat heb ik. maar ik heb nooit
kunnen denken dat het zo erg was; je
bloedeigen zuster zo iets aan doen
het is een schande. Daar kwam me
gister een houten Klaas aan de deur,
die schaapachtig vroeg of hij binnen
mocht komen. We gaven hem een stoel
en ik moet je eerlijk bekennen, waar
ik hem neerplakte daar zat hij, geen
mond deed hij open.
Tenslotte begon het me te vervelen
en ik zei: Kom maar eens voor de
draad vriend en laat ons zien wat je
achter je kiezen hebt.
Nou en toen begon die knul te vragen:
Hoe .groot is je stee? Hoeveel koeien
melk je? Is je land goed? Is je spul
Ik dacht natuurlijk dat hij niet goed
bij zijn verstand was... Eindelijk vroeg
hij of we nog kinderen hadden cn toen
ik er een grap van maakte cn hem
vertelde dat we zeven dochters had
den, vroeg me de hals of hij de meis
jes eens zien mocht. Net of het koeien
waren die op de markt aan de lijn
stonden te wachten opeen koper.
Nou, je begrijpt dat ik toen mijn woord
je gedaan heb. Ik heb hem dingen ge
zegd, waartegen de honden zouden gaan
blaffen en de kerel keck me aan, alsof
ik hem een koekje bij de koffie wei
gerde. Zeurig zei hij: Je broer deed
tegen mijn vader alsof het hier al half
in orde was. En nou weet je hoe laat
het is, praat je nu maar eens schoon
als je dat kan.
Dreigend fronst haar broer zijn wenk
brauwen: Dat domme Flippie heeft dc
zaak weer eens verprutst, hij is niet
waard om geholpen te worden, maar
zijn vader heeft een zware stem in pol
derzaken. twee hofsteden.
En nu begint buurman een handeltje.
Hij prijst Flippie als een goede boer,
wel wat verlegen, maar verder een man
om mee door het leven te komen.
Het belang van de dochter weegt bij
de moeder zwaarder dan het misver
stand bij de eerste ontmoeting, cn na
een visite op dc stee van Dirk Verheul
wordt besloten dat Lena een paar we
duwen sollicit
van boerin op de welvarende boerderi.
Flip laat de brieven aan zijn vader
lezen, cn trots op deze eerste zelfstan
dige daad van zijn zoon, wrijft Dirk
Verheul zich de handen. Vergenoegd
lachend zegt hij: Daar is allicht een
geschikt vrommes bij.
Samen keuren zij de brieven op toon
en inhoud en eenstemmig valt hun keus
op de boerin van ..De Goede Verwach-
Uit het schrijven maken
Miebei bij de massajeugd
t dervoeding en kampen
loopje met hem nemen? Doch zo
mag hij niet denken en ernstig zegt
hij: Och, de benen maken niet veel
uit. van een mooie schotel kan je niet
QIRECT na Pasen beginnen de
kampen. Omdat het dan meest-
aI mooi weer is. En omdut de
kamphuizen dan iets goedkoper
zijn dan luter in het zomerseizoen.
Dat laatste is van groot gewicht
want we zitten weer eens op de
keien. Sinds Januari ts er zeven
duizend gulden méér uitgegeven
dan ontvangen, zegt de man, die
over de schatkist gaat. Da: kan
zo niet doorgaan. Maar de kam ven
moeten wél doorgaan, omdat je
anders de tent wel sluiten kunt.
Er zijn twee soorten kampen. Een
soort voor nieuwelingen en een
soort voor veteranen. De niewe-
lingen zijn altijd héél erg jong:
zeven tot hoogstens negen jaar.
In de meeste gevallen zijn het
zusjes en broertjes van kinderen,
die op onze clubs gaan, maar er
zitten ook anderen tussen. Het is
helemaal niet lastig om die te vin
den: we nemen gewoon het
kaartsysteem en noteren de na
men i'nn mogelijke gegadigden, die
in de bedoelde leeftijdsgroepen
vallen. Dan gaan wc op huisbezoek.
We hebben daarbij de keus uit
enkele honderden gezinnen, want.
de volkswijk is in dit opzicht ten
vruchtbaar oord.
Men is er langzamerhand aan'
gewend geraakt dat we op visite
komen. Gemiddeld worden er door
allerlei medewerkers per maand
vierhonderd bezoeken gebracht, en
dus kijkt niemand daar raar van
op. We praten wat; we proberen
onze ogen te gebruiken; we
trachten zo mogelijk de kamp-
candidaatjes zelf te bekijken. Ais
ze er rond en blozend uitzien, stap
pen we op en schrappen hen van
de lijst. Dat is jammer want 2ij
zouden waarschijnlijk ook wel
graag uit willen welk kind ver
langt dat niet?! maar de ge
zonden» hebben deze medicijn niet
direct nodig. We zijn natuvrliik
zo verstandig geweest om het
woord „kamp" niet te noemen:
we maken geen slapende hondjes
wakker. Wanneer de hummels
echter bleek, en mager, en ziekelijk
zijn, worden ze prompt op de gros
lijst geplaatst.
We doen nog meer. Wc lopen
zo maar eens op straat, en kijken
uit onze ogen. Bij mooi weer en
na schooltijd. Je schrikt van de
aantallen kinderen die je dan
tegenkomt. Je schrikt ook vaak
van hun uiterlijk. Wist U dat er
nog altijd ondervoeding bestond,
tien jaar na de bevrijding? Er zijn
dozijnen en dozijnen meisjes en
jongetjes, die zo nuiger als brand
hout zijn. Hun huid is als een zakje
om een verzameling botjes heen:
ik kan er van meepraten, mant ik
heb hen uiteindelijk voor de con
trolerende geneesheer zien staan.
Dat ze er zo aan toe zijn, is niet
altijd een kwestie wan armoede,
maar vaker van ondoelmatige
voeding: meer snoep dan vitami
nen, meer lekkere dan reële
honger. Als we ergens zo'n kind
ontdekken, puzzelen we uit wie
het is cn waar het woont en zet
ten ook dit geval op die groslijst.
Tenslotte gaan we verschillende
scholen langs. Daar praten we eem
met de onderwijzeressen en hoof
den. en informeren met welke
peuters geen land te bezeilen is.
Zij noemen namen. Soms zegt er
een van hen: „Vraag liever welke
kinderen 'géén moeilijkheden ge
ven!" In elk geval komen we tan
zo'n schoo {excursie te» derden
male met een groot aantal namen
terug.
ken bij haar oom zal komen logeren,
dan hebben de jongelui een goede gele
genheid om elkaar te leren kennen.
hem al het jongvolk de deur uit i.
als Flippie zijn bruid zal komen bezien.
Onbewust van wat over haar besloten
is, zit Lena in de mooie voorkamer
van tante. In haar onschuld lacht zij
argeloos als Flippie de kamer binnen
komt. Onbeholpen scharrelt Flippie naar
de tafel en als haar oom zegt: Dat
is mijn nicht, krijgt zij een slap hand
je. Hoe zulke handen een koe kunnen
melken, begrijpt zij niet In zijn pra
ten is hij ook een oude man.
Flippie is van goede wille, het meis
je staat hem best aan. Graag zou hij
een vet varken willen geven om eens
een half uurtje te kunnen praten als
buurman.
Hij voelt zijn gebrek en hij lijdt daar
onder. Maar hij moet iets zeggen. Zijn
hersens werken op topsnelheid en ein
delijk heeft hij iets gevonden.
In de trant van de veekoopman, die
beroemd is om de manier, waarop hij
met boerendochters weet om te gaan
steekt Flippie van wal: Wel zus, zijn
jullie thuis nogal gelukkig met de tong-
blaar?
Vechtend m
woordt Lena
Zo... zo... en nogal goed door de
varkensziekte heen gerold ook?
We hebben geen vlekkie gezien.
Welwel... en geen enkel dood
kalf?
Geen gezien.
Flippie raakt los en vol groeiend zelf
vertrouwen houdt hij de conversatie
gaande: Ja... ja... sommige mensen
zijbar gelukkig. En wat voeren jullie
Hooi natuurlijk.
En niks geen bijvoer?
Jawel, pulp.
Dat is verkeerd, bij ons komt er
geen pulp in de stal, droog krachtvoer
is je ware. Als je onze dieren zag, hel
zijn monsters.
Lena weet heel goed, dat in de boe
rentaal met ..monsters" prachtbeesten
bedoeld worden, maar nu denkt zij aan
echte monsters: op lage poten cn mc-
tcrlange lijven. Tussen haar tanden bijt
zij een lach kapot.
Flippie ziet haar ogen glinsteren en
overmoedig door zijn succes waagt hij
een compliment: Jij ziet er ook best
uit. Je konen zijn neg oliebollen.
Met een vuist in haar mond vlucht
Lena de kamer uit en overweldigd door
zijn overwinning zegt Flippie naar buur
man: Die vrullie toch hè, zo gauw
je iets aardigs zegt worden zij verle-
Na zijn goed besteedde avond loopt
Flippie met afgemeten stappen naar
huis. Op de angstige vraag van zijn
vader antwoordt hij: Met de dieë
red ik het wel, het is een monstermeid-
Gelukkig voof Flippie hoort hij niet
wat Lena in dit zelfde ogenblik ant
woordt op de vraag van haar oom:
Zeg me cen6 eerlijk, hoe vind je
Flippie?
Een vent om te stelen en dan ver
geten om mee te nemen, lacht zij en
alweer heeft Flippie te vergeefs dc
vrijcrsschocnen aangetrokken.
-h'tcAtctcirfr-ütttticüG-iiIcCrtitctrfrictrtrtrtrtrü-üïrii-h
We zijn nu al héél ver op streek. 2-
we hebben namelijk tussen de
vijf en tien belanghebbenden per
beschikbare plaats. Het zou denk-
baar wezen, dat je dus niet twee, n
maar tien kampen minimaal op g
fouio zette Maar elk kamp kost ij-
zo om en nabij de duizend gulden, g
en een tekort van zeventiendui- ij.
zend gulden in vier maanden g
neemt al te ernstige vormen aan.
We dunnen de lijsten daarom vit,
zij het ook met een bloedend hart.
Net zo lang totdat we een betrek-
kelijk kleine schare bevoorrechten 5
overhouden. En pas dan gaan we
eens serieus over het kamp pra-
ten met de ouders. Of liever: de
ouders worden uitgenodigd om bij '1
ons een tegenbezoek te brengen.
Vroeger hebben de oudere
stafleden me verteld moest je
dan maar afwachten of die ouders
geliefden te komen. Als ze weg- g
bleven, was daarmee de kous af.
Het is nutteloos om kinderen van
ongeïn tpresseerde vaders en moe-
ders up te vangen binnen óru
werk. Dun werk je alleen een af-
schuif systeem van ouderlijke ver-
antwoordelijklieid in de hand, ter-
wijl je de kinderen toch niet dag
en nacht kunt bleven verzorgen. g
Maar tegenwoordig komt zo goed
als iedere geïnviteerde ouder cpda-
gen. Misschien is dat al een belang-
rijke bijdrage tot een meer maat-
schappelijk verkeer. In elk geval
wijst het op een bestaande ver-
trouwens-elo' tussen werk en
volkswijk.
Dit meestal dus: twéede
gesprek stelt de ouders op de
hoopte van onze plannen: mag
Marietje of Sjaantje; Jantje of g
Bcppr; Wimmie of Willie met
ons mee? Mee naar het kamp? Zo
neen dan even goeie vrienden,
want de u>acht!p*t proeif met de j
dag. Zo ja dan begint de pret j}
pas goed.
M1EBEL 5
ZONDAGSBLAD 7 MEI 1955
7
Correspondentie en oplossingen
aan dc heer II. J. J. Slavekoorde,
Goudreinetstraat 125, Den Haag.
In moeilijkheden
koelbloedig blijven
Zo juist hebben wij in de courant
gelezen, dat Keller, in een twee
kamp met Laros gewikkeld om het
kampioenschap dammen van Neder
land. zijn tegenstander in gewonnen po
sitie remise heeft aangeboden. Sterker
nog, hij zou dit in het voorafgegane kam-
pioenstornooi tegen dezelfde tegen
stander ook reeds gedaan hebben
Wij hebben, toen we dit lazen, even
zitten piekeren. Wat kan van iets zo
opvallends tooh de oorzaak geweest
zijn Dit is toch dammen van de al
lerhoogste klasse. Daarom aarzelt men
om aan een doodgewone beoordelings
fout te denken, zoals gewone dammers
(en schakers) die bij bosjes maken.
Er kunnen natuurlijk tal van ande
re redenen zijn, die een speler er toe
nopen remise aan te bieden in een
stelling, die gewonnen is of in elk
feval goede kansen biedt. Hij kan in
ijdnoocf verkeren (denk aan de partij
Botwinnik-Spassky, die wij in de vo
rige rubriek opnamen). Hij kan zich
om welke reden ook minder goed
gevoelen cn bevreesd zijn, dat hij, bij
verder spelen, niet alleen zijn goede
kansen zal verzuimen, maar zelfs nog
zal verliezen. Hij kan Maar het
is zinloos hierover verder te filosofe
ren.
Terugkomende op die beoordelings
fouten, merken wij op. dat deze tot
op zekere hoogte de kern van het
schakot zijn. Geen partij gaat verloren
indien niet ergens door de verliezer
een beoordelingsfout wordt (of is) ge
maakt. Vele ï-cmisepartijen eindigen
in remise ondanks de beoordelings
fouten welke aan weerszijden zijn ge
maakt. Kortom, waar geschaakt wordt,
worden fouten gemaakt. En deze fou-
oordelingsfouten.
Wat zegt u bijv.
stelling
onderstaande
opnieuw naast.
it. U ziet dat de witte
wezigheid al doet gc-
probleem van dc twee
arte vrijpionnen nog steeds acuut.
3. Kd6—c5! e4e3
Waar gaat de witte koning naar toe?
Natuurlijker lijkt 3. Kd5, mei de
dreiging 4. Kxe4. maar juist deze zet
zou niet meer dan remise opgeleverd
hebben. Zie maar: 3. Kd5? e3 4. Tb7t
Kc2 enz. Merk op, dat zwart hier. de
allerbeste zet heeft gedaan, want 3.
alD zou wit de winst hebben op
geleverd door 4. Txal Kxal 5. Kd4
4. Kb4 e3e2
Nu is de spanning ten top gestegen.
Het is een kwestie van bulgen of
breken geworden. Wit heeft met zijn
koning de oppositie genomen. Maar
wat baat hem dit Een der beide
zwarte vrijpionnen zal op de volgende
zet tot dame promoveren en het is dus
zaak voor wit nu uiterst scherp te
"Ps!enTa7—«7 a2—alD
Op het eerste gezicht schijnt het dat
zwart, met zijn nieuwe dame, glad op
winst staat. Maar wit heeft zeer be
wust op het bereiken van deze stel
ling gespeeld. Het is in feite zó, dat
hij met zijn zeer precies berekende
zetten nu een aantoonbare winstposi
tie heeft verkregen. Laten we nagaan
hoe de winst wordt behaald.
B. Te7Txe2 t
Wit neemt de e-pion en drijft, door
dat hij gelijktijdig schaak geeft, de
zwarte koning terug naar de eerste
rij, dezelfde rij, waarop ook de zwarte
dame staat. Het zal u nu wel duidelijk
geworden zijn, waarom dc witte ko
ning de zwarte e-pion gedurende de
eerste zetten diagonaalsgcwijze heeft
aangevallen en waarom die witte ko
ning juist het veld b4 moest bereiken.
Indien de witte konitig nu op c4 zou
staan, zou zwart winnen door 6....
Ka 3!.
6. Kb2bl 7. T«2elt
Zwart kan zich nu slechts aan het
schaak onttrekken door de eerste rij
te verlaten en daardoor zijn koningin
aan dodelijk gevaar bloot te stellen.
De volgende zet van wit is dan ook
niet moeilijk te raden. Alles verloopt
precies volgens de plannen.
7Kblb2 8. TelX«»
En zo wordt het vonnis, langzaam
maar zeker, aan zwart voltrokken.
Eerst viel de e-pion, nu valt de dame.
Natuurlijk moet zwart de toren van
wit nemen en dan is er een simpel
eindspel ontstaan van Koning plus
pion tegen Koning plus pion. Maar
in het schaken is 't altijd zo, gelijk U
weet, dat de positie beslissend is.
8Kb2 X8 L
En nu wint wit gemakkelijk:
9. Kb4c3 Kal—bl 10. Kc3—d2
Kbl—b2 11. Kd2e3 Kb2—c3 12. Ke3
f3 Kc3d3 13. Kf3X§3 en de witte
Eion op g2 gaat, zo nodig gesteund en
esehermd door de witte koning, op
g8 tot dame promoveren.
Deze compositie is niet alleen ver
rassend, ze bevat verscheidene elemen
ten welke ons kunnen helpen bij het
beoordelen van eindspelen uit de prac-.
tische partij. Wie de moeite wil i
dit eindspel enige malen door te spe
len en te onthouden, waarom bepaalde
zetten zó en niet anders gespeeld r
ten worden, zal hiervan zeker vroeg
of laat de vruchten plukken.
We zullen binnenkort nogmaals en
kele soortgelijke stellingen behandelen.
Om U hierop vast voor te bereiden,
geven wij hieronder de eerstvolgende
stelling, maar zonder diagram.
Wit: Kfl. Lb5, Lf2, pion f3 '4 stuks);
Zwart: Kh3, Th8, Pd5 (3 stuks).
Wat vindt U van deze stelling? Wit
is aan zet. Wat zal hij doen: Gelijk
spelen, winnen, of toch nog verlie
zen? Oefen maar eens!
Oplossingen
nomen in onze rubriek van 23
April j.l.
Probleem van Jac. Haring «Eerste
publicatie; Kh6Ke4>: 1. Dc8g4!
Zwart kan nu op
schaak geven en op alle vier volgt
mat:
1Db8h8t 2. Ld4xh8 mat;
1Db8—f8t 2. Ld 4g7 mat;
1Db8d6t 2. Pb5xd6 mat;
1Db8xb6t 2. Ld4— f6 mat.
Probleem van Jac. Haring (3e prijs
Magasinet, 1953, 2e halfjaar):
1. Pb5d6 en nu volgt op 1
Tc7a7t 2. Tg2—a2 mat;
en op 1Le6x46 2. Tg2g5 mat;
en op 1Le5xd4 2. Tg2—b2 mat;
en op 1Kc6xd6 2. Tg2g6 mat.
Eindspelstudie van Jac. Haring
tie; Kei—Kd4):
Kd4d3 2. De7a3t
Kd3—c2 3. Pe2d4t Td5Xd4 4. Da3
c3t Kc2—bl 5. Dc3—b2t en pat.
Op 3Kbl volgt 4. Db4t met
eeuwig schaak.
En indien U dacht dat dit alles
was, dan zullen de volgende echo-va
rianten U wel anders leren
1. Pe2t Lxe2 2. Db4t Lc4 3. Dc3t
Kc5 4. Db4t Kc6 5. Db6t enz. tot pat
moet volgen.
2Kd3 3. Db3t Ke4 4. De3t en
Dh3t Ke4 6. De3t
Ke3 5. Df2t Kd3 6. Dxf5
Txfi» pat.
Ondanks de schijnbare eenvoud van
de diagramstelling een bijzonder boei
ende compositie!
(I^AIV GAAN WIJ Tekenen
'J—TTT—DOOP BOROE PRAMVIQ
Ik maak me sterk, dat menige lezer,
komt, dat de witspe-
ler, die aan zet is. gaat verliezen.
Voorts zult u waarschijnlijk wel wil
len aannemen, dat deze stelling de
slotphnse vormt van een werkelijk
gespeelde partij.
Welnu: indien u het tot zover met
ons eens bent, dan bent u er lelijk
ingelopen. Want wit géat die stelling
niet verliezen. En als u nu mocht den
ken, dat het dan wel r
den, dan bent
En
-v .i>e
partij, maar een eindspelstudie, ge
componeerd door de bekende Ameri
kaanse meester I. A. Horowitz.
Voor zover u cr zojuist bent inge
lopen, hebt u dus een geweldige be
oordelingsfout gemaakt. U bent van
mening geweest, dat wit zou verliezen.
Indien u de witte stukken had ge
had, zoudt u dc partij misschien heb
ben ..pgegeven zonder verder te spelen.
Maar u zoudt dan een fout hebben
gemaakt, nog erger dan die van Kei
ier tegen Laros. Keiler gaf „slechts"
een half punt cadeau. U zoudt echter
rustig een .,vol" punt weggegeven
hebben. Het moet u duidelijk zijn,
dat u van de behandeling van deze
eindspelstudie Iets zult kunnen leren.
U zult stellig willen weten, waarom
u deze stelling aanvankelijk verkeerd
hebt beoordeeld, en hoe u moet spelen
om te winnen.
Wit aan zet moet dus winnen Da'
is gemakkelijker gezegd dan gedaan
Zwart heeft twee geduchte vrijpion
nen en hij dreigt achter elkaar a3-a2 en
a2-a 1D te spelen. Natuurlijk kan wit
zijn toren tegen dc a-pion van zwart
offeren. Maar wat moet wit dan met
de zwarte e-pion beginnen F.n 1.
Tb7-Kc2 2. TaT-Kb2 levert niet meer
dan remise op. Hoe moet wit dan
winnen
1. Ke8—«7 a3«2
Wit moet zijn koning vooral in
het eindspel een sterk stuk In het
strijdgewoel brengen om de toren be
hulpzaam te zijn. Die koning kan geen
van beide zwarte vrijpionnen inh-
maar hij kan dreigen en op andere
wijze helpen. Zwart speelt zijn a-pion
op, hetgeen zijn sterkste zet is. Hij
Sou ook e5-e4 kunnen spelen, maar
practisch maakt dit geen verschil, het
geen aanstonds wel zal blijken.
2. Ke7 -d6 *5-»4
De witte koning probeert de zwarte
e-pion te pakken te krijgen, maar
DOOR B0RGE PRAMVIQ
Negentiende les
en leg die 'i
tekening is t
Nederland wint te Vevey
In de week na Pasen heeft een
Nederlands team, bestaande uit Dr.
Euwe, Prins, Bouwmeester en Kra
mer. te Vevey in Zwitserland, even
als in 1953, het Clare-Benedicttor
nooi gewonnen. Dit is een landenwed-
strijd tussen G landen, waarin elk land
met een ploeg van vier spelers uit
komt. Indien men een lijst opmaakt van
de 24 spelers, die aan dit tournooi
hebben deelgenomen en hen rang
schikt naar het aantal behaalde pun
ten. dan staan onze 4 landgenoten aan
de top. Euwe, Prins en Bouwmeester
scoorden ieder 4 punten, Kramer 3'&
punt uit 5 partijen. Slechts rie Zwit
ser Bhend bracht het ook tot 3'i punt.
Wij geven hieronder de partij tussen
Euwe en Alexander (Engeland1
Hollands
1. d4 15 2. g3 g6 3. Pd2 Lg7 4. *4
fX*4 5. PX«4 d5 6. Dg5 Pc6 7. Lh3
Ph6 8. c3 Pf5 9. f4 0—0 10. Lg2 Pa5
11. Plf3 h6 12. Ph3 Pc4 13. De2 c5
14. dXcS Da5 15. g4 LXcSt 16. Kfl
LXb2 17. Lxb2 P4«3t 18. Kgl LXg4
19. Ld4 Da3 20. LX*3 PX*3 21. Tel
PXg2 22. KXg2 e5 23. De3
Dxa2t 24. Te2 Dc4 25. DX«5 DXc5
26. Pf2 LXf3t 27. KXf3 Dc6 28.
De6t DX*6 29. TX«S KI7 30. Te5
Tfd8 31. Thdl a5 32. Tbl Td7 33. Pd3
Tc8 34. Te3 Kg8 35. PeS Tg7 36. Ta3
Tc5 37. Pd3Tc2 38. h3 g5 39. TX"5
gXf4 40. TXd5 Tg3t 41. KX«4 Txh3
42. Td8t Kf7 43. PeSt Ke7 44. Td7t
Ke6 45. Tb6t Tc6 46. T6Xb7 Td6
47. Te7t Kd5 48. TbSt Kd4 49. PI3t
Kc4 50. T7eS Tc6 51. Ke4 Kc3 52. Pd4
Th4t 53. Kd5 Tc8 54. Tb3t Kd2 55.
Te2t Kcl 56. Td3 Thl 57. T3d2 Tb8
58. Kc6 Tdl 59. Ta2 Kbl 60. Kc7
Tb4 61. Pf3 TH 62. Ph2 Remise.
Wij kunnen ons niet aan de indruk
onttrekken dat Dr. Euwe ergens, ver
moedelijk omstreeks de 42e zet, de
tot het
dat
landgenoten
dat Nederland zonder enig
een andere, even sterke, ploeg op de
been had kunnen brengen. Wat zoudt
U bijv. denken van: Donner, Van
Scheltinga, Cortlever en Muhring? En
dan zouden we nog Van den Berg als
reserve kunnen meenemen.
Onze opgavei
standigheden moet U kunnen ver
zoenen met het aantal zetten, dat voor
de oplossing wordt vereist: resp. 3, 4
en 5. Sommige lezers schrijven mij
wel eens, dat zij problemen, die meer
dan 2 zetten vergen, te moeilijk vinden.
Maar men mag niet vergeten, dat rie
moeilijkheid mede wordt bepaald door
de hoeveelheid materiaal op het bord
Ook in een schaakpartij moet U toch
wel eens meer dan 2 zetten vooruit
zien? Probeert U deze problemen eens.
Het zal zal U stellig meevallen
Probleem van W Sper na
1, In deze les willen we
iets over wolken vertellen.
Het is onmogelijk om bij
wolken aan oen vaststaande
vorm te denken, alleen al
daarom omdat zij voortdu
rend van vorm veranderen.
Maar laten wij toch eens
kjjken of 't ons lukken zal
papier te zetten,
i paar geldstukken
zoals op dc
Jen. Wanneer
i langs de randen met
potlood stukjes cirkels trekt.
2. Zoals reeds is verteld,
veranderen de wolkenforma
ties voortdurend. Toch is het
wel mogelijk ondanks hun
steeds veranderende vorm,
bepaalde typen te onder
scheiden. Links boven zien
we de schaapjeswolken, die
altijd erg hoog drijven, ter
wijl wij rechts onder de
dikke stapelwolken herken
nen, die zich kunnen samen
voegen tot een dreigende
donderwolk. Zoals U zag is
het met behulp van geld
stukken mogelijk beide ty
pen te tekenen. Probeer nu
'.elf eens of het u lukt.
3. Een landschapstekening,
zoals hier is aangegeven,
zou een lege indruk geven
door dc lage horizon en de
grote oppervlakte hemel,
wanneer de wolken niet wat
leven in het beeld brachten
en tegelijk een goed tegen
wicht vormden voor de
boom. Denk eraan nu ver
schillende formaties van
wolken in Uw schetsboek
vast te leggen om altijd
studiemateriaal by de hand
te hebben en wat zeer
belangrijk is bestudeer
nauwlettend dc wolken zelf.
terwyi U bij het tekenen de
methode van de geldstukken
alleen als hulpmiddel mag
SS
li
i
gr 1
J1 6
ki
CL
Probleem van K. Kaul.
Mat in vijf zetten.