Flip V/erheuJ op vrLjeróuoetetx^ m m K m u m m 2 ZONDAGSBLAD 7 MEI I95S BREED en gaaf staat het spul van Dirk Verheul langs de boezemdijk. De massieve voordeur met de koperen leeuwenkop demonstreert de voornaam heid van de bewoner. Dirk Verheul is een eigengeërfde boer en zijn stem weegt nog zwaar in de scheerwinkel. Zijn geboorte, als zoon van de oude Flip Verheul, geeft hem het recht tot meespreken in elke aangelegenheid, die de polder of het dorp aangaat. In zijn tijd was Flip Verheul een gro te onder de groten en wat hij 's avonds onder het papeten bedacht werd de vol gende dag uitgevoerd. Zijn land en zijn koeien zijn automa tisch aan zijn enige zoon gekomen, maar verstand en wilskracht zijn geen arti kelen. die bij uiterste wilsbeschikking overgedragen kunnen worden. Dirk Verheul leeft nog in de glans, uitgestraald door vele generaties mach tige voorouders. Wel voelt hij soms zijn hart pijnlijk kloppen als hij ziet hoe hedei Als bo< als a zich koesterei die rechtens bij zijn stee bcho- naar door de bank is hij tcvre- et zijn positie van groolbocr. hij dan ook plompvol en Kenner heeft hij zijns gelijke de hele Waard. Erger dan het verlies van de voor vaderlijke waardigheden steekt hem de hulpeloosheid van zijn zoon. De jongen heeft een goed boerenhart en in het werken staat hij zijn nian, maar voor de rest is hij net een een kennig kind. Het geslacht Verheul heeft zijn glorie overleefd en is op weg om of te zak ken naar het peil waarop stadsmensen de boer plaatsen. In een vertrouwelijk ogenblik heeft Dirk zijn angst uitgezegd aan zijn buur man, die uitgegroeid is tot een vorst onder de boeren. Aan die buurman biechten beteken', goede raad ontvangen. In zijn geval is de raad nogal simpel. Laat de jongen trouwen, dan heb je kans om in je kleinkinderen je vader te zien herleven, zegt buurman. Deze raad lijkt Dirk goed en 's avonds als de meid en de knecht naar bed zijn. spreekt nij zijn vaderlijk macht woord: Flippie... jongen je moet gaan bevel gooit de gemoedsrust van de jonge boer ondersteboven en het be derft hem de dagen. Maar een bevel van zijn vader moet opgevolgd worden en na rijp beraad plaatst hij, zonder er zijn vade lerderij" eggei i advertentie In ,,Dc jongedochters en twee we iciteren naar de betrekking het i dik Het 1 °d e weg. GETWEEëN gaan zij de boerin een bezoek brengen. Maar... och ar me de welvarende boerderij is een armelijk gedoetje, waarop twee. hoog stens drie koeien gehouden kunnen wor- De boerin zelf is een verslonsde vrouw met een stem als een kerel en handen die dik onder het eelt zitten Dirk Verheul rilt als hij de vrouw aanziet... zo'n vrommes op zijn boerde rij... hij moet er niet aan denken Haastig nemen zij afscheid en tesa- men stellen zij vast dat ..die adver- tenticboel niets is dan zwendel." Gerustgesteld doet Flip zijn werk weer, maar zijn vader vraagt opnieuw raad aan de buurman. Ik zal wel eens rondzien, belooft de ze «n tevreden gaat Dirk terug naar zijn stee. Als buurman iets belooft zal het zeker terecht komen. Doch buurman schijnt zijn belofte te vergeten, en de zaak weegt Dirk zwaar. Op een dag staat buurman achter in het land dromend uit te zien over de kamp, waarop twee paarden met de staart hoog in de lucht elkaar beproe ven op snelheid en lenigheid. Een mooi gezicht is dat voor een rechtgeaarde boer en buurman droomt over nog een paard dat hij kopen zal als hij goed op slag kan komen. Opeens hoort hij zich toeroepen: En heb je al iets op het oog? Weet Dirk ook al. dat hij uitziet naar een volbloed paard? Gewend aan snel reageren antwoordt hij: Eergister heb ik iets gezien, dat zo op het eerste gezicht nog ,1! aar dig opdeed, maar toon ik er bij kwam stond ze me toch te laag op de benen. Het is een hele toer om cr een op de kop te tikken die rondom goed ia. Dirk kent zijn buui ujk en rechtdnnlg iüPH zelt het hem toch even. Zou bmjrm; dui- Nu is buurman op zijn beurt verwon derd: een paard voor de fok bestemd moet vooral op de benen gekeurd wor den. Hoe kan een oude boer als Dirk zulke zotte dingen zeggen? Wa-evelig leraart hij: Van een moe der met verkeerde benen kan je geen goede afstammelingen verwachten. Beschaamd erkent Dirk: Zover heb ik nog niet doorgedacht. Ik zou zo zeg gen: als ze niet al te lelijk is en zij brengt genoeg mee. is hel al mooi ge noeg. Een boer is geen stadsmens, die naar het uiterlijk kijkt. Lachend laat buurman zich op een knie neerzinken. Nu begint hij Dirk te begrijpen. Het gaat om een vrouw voor Flippie! Dirk begrijpt dit lachen niet, het is toch een ernstige zaak. Maar buurman is nog niet uitgepraat. Als een boer op een knie gaat zitten, betekent dat een lang gesprek. Daarom doet Dirk een paar stappen vooruit en gereed voor de onderhandeling hurkt hij aan de slootkant neer. Twee nietige stippen in de oneindig heid, en zij werken aan een groot plan: de toekomst van een oud boerengeslacht. Geërgerd over zijn domheid krabt Dirk zich onder zijn pet. Hij had het kunnen begrijpen. Wie zegt cr nu van dat zij te laag op de benen kend, zegt hij: Och vergissen is men selijk. Maar voor Flippie weet je zeker nog niets? Dat is te zeggen, ik heb nog een oomzeggertje. waarmee misschien wel land te bezeilen valt. Hoe oud is ze? Achter in de twintig, het is een flinke meid, cn niks te groos of te lui om in de hooitijd met de mannen mee naar het hooiland te trekken. En van goeie komaf? Zo goed als het maar kan. Haar vader is een Tukker en haar moeder is mijn zuster. De naam is goed. Wijd cn zijd staan de Tukkers bekend als machtige boeren. Dirk kan zich geen betere schoondoch ter indenken... met de moeder van het meisje heeft hij nog schoolgegaan, het is dik in orde. Flippie moet er maar eens op uit trekken. Alsof de zaak al beklonken is dankt hij buurman: Nou je mag bedankt Niks 1c danken, weert buurman af. FLIPPIE trok er op uit, maar de jon gen paste niet op vrijersvoeten, en buurman werden de brokken gepresen teerd door een nijdige zuster. Met opgestoken nekharen komt de moeder van het meisje haar broer ter verantwoording roepen. Zij wil zelfs geen koffie, eerst moet zij haar hart luchten. Ik kan zeggen dat ik een mooie broer heb, begint zij. Dat heb je toch al vijftig jaar kunnen weten, lacht haar broer. Dat heb ik. maar ik heb nooit kunnen denken dat het zo erg was; je bloedeigen zuster zo iets aan doen het is een schande. Daar kwam me gister een houten Klaas aan de deur, die schaapachtig vroeg of hij binnen mocht komen. We gaven hem een stoel en ik moet je eerlijk bekennen, waar ik hem neerplakte daar zat hij, geen mond deed hij open. Tenslotte begon het me te vervelen en ik zei: Kom maar eens voor de draad vriend en laat ons zien wat je achter je kiezen hebt. Nou en toen begon die knul te vragen: Hoe .groot is je stee? Hoeveel koeien melk je? Is je land goed? Is je spul Ik dacht natuurlijk dat hij niet goed bij zijn verstand was... Eindelijk vroeg hij of we nog kinderen hadden cn toen ik er een grap van maakte cn hem vertelde dat we zeven dochters had den, vroeg me de hals of hij de meis jes eens zien mocht. Net of het koeien waren die op de markt aan de lijn stonden te wachten opeen koper. Nou, je begrijpt dat ik toen mijn woord je gedaan heb. Ik heb hem dingen ge zegd, waartegen de honden zouden gaan blaffen en de kerel keck me aan, alsof ik hem een koekje bij de koffie wei gerde. Zeurig zei hij: Je broer deed tegen mijn vader alsof het hier al half in orde was. En nou weet je hoe laat het is, praat je nu maar eens schoon als je dat kan. Dreigend fronst haar broer zijn wenk brauwen: Dat domme Flippie heeft dc zaak weer eens verprutst, hij is niet waard om geholpen te worden, maar zijn vader heeft een zware stem in pol derzaken. twee hofsteden. En nu begint buurman een handeltje. Hij prijst Flippie als een goede boer, wel wat verlegen, maar verder een man om mee door het leven te komen. Het belang van de dochter weegt bij de moeder zwaarder dan het misver stand bij de eerste ontmoeting, cn na een visite op dc stee van Dirk Verheul wordt besloten dat Lena een paar we duwen sollicit van boerin op de welvarende boerderi. Flip laat de brieven aan zijn vader lezen, cn trots op deze eerste zelfstan dige daad van zijn zoon, wrijft Dirk Verheul zich de handen. Vergenoegd lachend zegt hij: Daar is allicht een geschikt vrommes bij. Samen keuren zij de brieven op toon en inhoud en eenstemmig valt hun keus op de boerin van ..De Goede Verwach- Uit het schrijven maken Miebei bij de massajeugd t dervoeding en kampen loopje met hem nemen? Doch zo mag hij niet denken en ernstig zegt hij: Och, de benen maken niet veel uit. van een mooie schotel kan je niet QIRECT na Pasen beginnen de kampen. Omdat het dan meest- aI mooi weer is. En omdut de kamphuizen dan iets goedkoper zijn dan luter in het zomerseizoen. Dat laatste is van groot gewicht want we zitten weer eens op de keien. Sinds Januari ts er zeven duizend gulden méér uitgegeven dan ontvangen, zegt de man, die over de schatkist gaat. Da: kan zo niet doorgaan. Maar de kam ven moeten wél doorgaan, omdat je anders de tent wel sluiten kunt. Er zijn twee soorten kampen. Een soort voor nieuwelingen en een soort voor veteranen. De niewe- lingen zijn altijd héél erg jong: zeven tot hoogstens negen jaar. In de meeste gevallen zijn het zusjes en broertjes van kinderen, die op onze clubs gaan, maar er zitten ook anderen tussen. Het is helemaal niet lastig om die te vin den: we nemen gewoon het kaartsysteem en noteren de na men i'nn mogelijke gegadigden, die in de bedoelde leeftijdsgroepen vallen. Dan gaan wc op huisbezoek. We hebben daarbij de keus uit enkele honderden gezinnen, want. de volkswijk is in dit opzicht ten vruchtbaar oord. Men is er langzamerhand aan' gewend geraakt dat we op visite komen. Gemiddeld worden er door allerlei medewerkers per maand vierhonderd bezoeken gebracht, en dus kijkt niemand daar raar van op. We praten wat; we proberen onze ogen te gebruiken; we trachten zo mogelijk de kamp- candidaatjes zelf te bekijken. Ais ze er rond en blozend uitzien, stap pen we op en schrappen hen van de lijst. Dat is jammer want 2ij zouden waarschijnlijk ook wel graag uit willen welk kind ver langt dat niet?! maar de ge zonden» hebben deze medicijn niet direct nodig. We zijn natuvrliik zo verstandig geweest om het woord „kamp" niet te noemen: we maken geen slapende hondjes wakker. Wanneer de hummels echter bleek, en mager, en ziekelijk zijn, worden ze prompt op de gros lijst geplaatst. We doen nog meer. Wc lopen zo maar eens op straat, en kijken uit onze ogen. Bij mooi weer en na schooltijd. Je schrikt van de aantallen kinderen die je dan tegenkomt. Je schrikt ook vaak van hun uiterlijk. Wist U dat er nog altijd ondervoeding bestond, tien jaar na de bevrijding? Er zijn dozijnen en dozijnen meisjes en jongetjes, die zo nuiger als brand hout zijn. Hun huid is als een zakje om een verzameling botjes heen: ik kan er van meepraten, mant ik heb hen uiteindelijk voor de con trolerende geneesheer zien staan. Dat ze er zo aan toe zijn, is niet altijd een kwestie wan armoede, maar vaker van ondoelmatige voeding: meer snoep dan vitami nen, meer lekkere dan reële honger. Als we ergens zo'n kind ontdekken, puzzelen we uit wie het is cn waar het woont en zet ten ook dit geval op die groslijst. Tenslotte gaan we verschillende scholen langs. Daar praten we eem met de onderwijzeressen en hoof den. en informeren met welke peuters geen land te bezeilen is. Zij noemen namen. Soms zegt er een van hen: „Vraag liever welke kinderen 'géén moeilijkheden ge ven!" In elk geval komen we tan zo'n schoo {excursie te» derden male met een groot aantal namen terug. ken bij haar oom zal komen logeren, dan hebben de jongelui een goede gele genheid om elkaar te leren kennen. hem al het jongvolk de deur uit i. als Flippie zijn bruid zal komen bezien. Onbewust van wat over haar besloten is, zit Lena in de mooie voorkamer van tante. In haar onschuld lacht zij argeloos als Flippie de kamer binnen komt. Onbeholpen scharrelt Flippie naar de tafel en als haar oom zegt: Dat is mijn nicht, krijgt zij een slap hand je. Hoe zulke handen een koe kunnen melken, begrijpt zij niet In zijn pra ten is hij ook een oude man. Flippie is van goede wille, het meis je staat hem best aan. Graag zou hij een vet varken willen geven om eens een half uurtje te kunnen praten als buurman. Hij voelt zijn gebrek en hij lijdt daar onder. Maar hij moet iets zeggen. Zijn hersens werken op topsnelheid en ein delijk heeft hij iets gevonden. In de trant van de veekoopman, die beroemd is om de manier, waarop hij met boerendochters weet om te gaan steekt Flippie van wal: Wel zus, zijn jullie thuis nogal gelukkig met de tong- blaar? Vechtend m woordt Lena Zo... zo... en nogal goed door de varkensziekte heen gerold ook? We hebben geen vlekkie gezien. Welwel... en geen enkel dood kalf? Geen gezien. Flippie raakt los en vol groeiend zelf vertrouwen houdt hij de conversatie gaande: Ja... ja... sommige mensen zijbar gelukkig. En wat voeren jullie Hooi natuurlijk. En niks geen bijvoer? Jawel, pulp. Dat is verkeerd, bij ons komt er geen pulp in de stal, droog krachtvoer is je ware. Als je onze dieren zag, hel zijn monsters. Lena weet heel goed, dat in de boe rentaal met ..monsters" prachtbeesten bedoeld worden, maar nu denkt zij aan echte monsters: op lage poten cn mc- tcrlange lijven. Tussen haar tanden bijt zij een lach kapot. Flippie ziet haar ogen glinsteren en overmoedig door zijn succes waagt hij een compliment: Jij ziet er ook best uit. Je konen zijn neg oliebollen. Met een vuist in haar mond vlucht Lena de kamer uit en overweldigd door zijn overwinning zegt Flippie naar buur man: Die vrullie toch hè, zo gauw je iets aardigs zegt worden zij verle- Na zijn goed besteedde avond loopt Flippie met afgemeten stappen naar huis. Op de angstige vraag van zijn vader antwoordt hij: Met de dieë red ik het wel, het is een monstermeid- Gelukkig voof Flippie hoort hij niet wat Lena in dit zelfde ogenblik ant woordt op de vraag van haar oom: Zeg me cen6 eerlijk, hoe vind je Flippie? Een vent om te stelen en dan ver geten om mee te nemen, lacht zij en alweer heeft Flippie te vergeefs dc vrijcrsschocnen aangetrokken. -h'tcAtctcirfr-ütttticüG-iiIcCrtitctrfrictrtrtrtrtrü-üïrii-h We zijn nu al héél ver op streek. 2- we hebben namelijk tussen de vijf en tien belanghebbenden per beschikbare plaats. Het zou denk- baar wezen, dat je dus niet twee, n maar tien kampen minimaal op g fouio zette Maar elk kamp kost ij- zo om en nabij de duizend gulden, g en een tekort van zeventiendui- ij. zend gulden in vier maanden g neemt al te ernstige vormen aan. We dunnen de lijsten daarom vit, zij het ook met een bloedend hart. Net zo lang totdat we een betrek- kelijk kleine schare bevoorrechten 5 overhouden. En pas dan gaan we eens serieus over het kamp pra- ten met de ouders. Of liever: de ouders worden uitgenodigd om bij '1 ons een tegenbezoek te brengen. Vroeger hebben de oudere stafleden me verteld moest je dan maar afwachten of die ouders geliefden te komen. Als ze weg- g bleven, was daarmee de kous af. Het is nutteloos om kinderen van ongeïn tpresseerde vaders en moe- ders up te vangen binnen óru werk. Dun werk je alleen een af- schuif systeem van ouderlijke ver- antwoordelijklieid in de hand, ter- wijl je de kinderen toch niet dag en nacht kunt bleven verzorgen. g Maar tegenwoordig komt zo goed als iedere geïnviteerde ouder cpda- gen. Misschien is dat al een belang- rijke bijdrage tot een meer maat- schappelijk verkeer. In elk geval wijst het op een bestaande ver- trouwens-elo' tussen werk en volkswijk. Dit meestal dus: twéede gesprek stelt de ouders op de hoopte van onze plannen: mag Marietje of Sjaantje; Jantje of g Bcppr; Wimmie of Willie met ons mee? Mee naar het kamp? Zo neen dan even goeie vrienden, want de u>acht!p*t proeif met de j dag. Zo ja dan begint de pret j} pas goed. M1EBEL 5 ZONDAGSBLAD 7 MEI 1955 7 Correspondentie en oplossingen aan dc heer II. J. J. Slavekoorde, Goudreinetstraat 125, Den Haag. In moeilijkheden koelbloedig blijven Zo juist hebben wij in de courant gelezen, dat Keller, in een twee kamp met Laros gewikkeld om het kampioenschap dammen van Neder land. zijn tegenstander in gewonnen po sitie remise heeft aangeboden. Sterker nog, hij zou dit in het voorafgegane kam- pioenstornooi tegen dezelfde tegen stander ook reeds gedaan hebben Wij hebben, toen we dit lazen, even zitten piekeren. Wat kan van iets zo opvallends tooh de oorzaak geweest zijn Dit is toch dammen van de al lerhoogste klasse. Daarom aarzelt men om aan een doodgewone beoordelings fout te denken, zoals gewone dammers (en schakers) die bij bosjes maken. Er kunnen natuurlijk tal van ande re redenen zijn, die een speler er toe nopen remise aan te bieden in een stelling, die gewonnen is of in elk feval goede kansen biedt. Hij kan in ijdnoocf verkeren (denk aan de partij Botwinnik-Spassky, die wij in de vo rige rubriek opnamen). Hij kan zich om welke reden ook minder goed gevoelen cn bevreesd zijn, dat hij, bij verder spelen, niet alleen zijn goede kansen zal verzuimen, maar zelfs nog zal verliezen. Hij kan Maar het is zinloos hierover verder te filosofe ren. Terugkomende op die beoordelings fouten, merken wij op. dat deze tot op zekere hoogte de kern van het schakot zijn. Geen partij gaat verloren indien niet ergens door de verliezer een beoordelingsfout wordt (of is) ge maakt. Vele ï-cmisepartijen eindigen in remise ondanks de beoordelings fouten welke aan weerszijden zijn ge maakt. Kortom, waar geschaakt wordt, worden fouten gemaakt. En deze fou- oordelingsfouten. Wat zegt u bijv. stelling onderstaande opnieuw naast. it. U ziet dat de witte wezigheid al doet gc- probleem van dc twee arte vrijpionnen nog steeds acuut. 3. Kd6—c5! e4e3 Waar gaat de witte koning naar toe? Natuurlijker lijkt 3. Kd5, mei de dreiging 4. Kxe4. maar juist deze zet zou niet meer dan remise opgeleverd hebben. Zie maar: 3. Kd5? e3 4. Tb7t Kc2 enz. Merk op, dat zwart hier. de allerbeste zet heeft gedaan, want 3. alD zou wit de winst hebben op geleverd door 4. Txal Kxal 5. Kd4 4. Kb4 e3e2 Nu is de spanning ten top gestegen. Het is een kwestie van bulgen of breken geworden. Wit heeft met zijn koning de oppositie genomen. Maar wat baat hem dit Een der beide zwarte vrijpionnen zal op de volgende zet tot dame promoveren en het is dus zaak voor wit nu uiterst scherp te "Ps!enTa7—«7 a2—alD Op het eerste gezicht schijnt het dat zwart, met zijn nieuwe dame, glad op winst staat. Maar wit heeft zeer be wust op het bereiken van deze stel ling gespeeld. Het is in feite zó, dat hij met zijn zeer precies berekende zetten nu een aantoonbare winstposi tie heeft verkregen. Laten we nagaan hoe de winst wordt behaald. B. Te7Txe2 t Wit neemt de e-pion en drijft, door dat hij gelijktijdig schaak geeft, de zwarte koning terug naar de eerste rij, dezelfde rij, waarop ook de zwarte dame staat. Het zal u nu wel duidelijk geworden zijn, waarom dc witte ko ning de zwarte e-pion gedurende de eerste zetten diagonaalsgcwijze heeft aangevallen en waarom die witte ko ning juist het veld b4 moest bereiken. Indien de witte konitig nu op c4 zou staan, zou zwart winnen door 6.... Ka 3!. 6. Kb2bl 7. T«2elt Zwart kan zich nu slechts aan het schaak onttrekken door de eerste rij te verlaten en daardoor zijn koningin aan dodelijk gevaar bloot te stellen. De volgende zet van wit is dan ook niet moeilijk te raden. Alles verloopt precies volgens de plannen. 7Kblb2 8. TelX«» En zo wordt het vonnis, langzaam maar zeker, aan zwart voltrokken. Eerst viel de e-pion, nu valt de dame. Natuurlijk moet zwart de toren van wit nemen en dan is er een simpel eindspel ontstaan van Koning plus pion tegen Koning plus pion. Maar in het schaken is 't altijd zo, gelijk U weet, dat de positie beslissend is. 8Kb2 X8 L En nu wint wit gemakkelijk: 9. Kb4c3 Kal—bl 10. Kc3—d2 Kbl—b2 11. Kd2e3 Kb2—c3 12. Ke3 f3 Kc3d3 13. Kf3X§3 en de witte Eion op g2 gaat, zo nodig gesteund en esehermd door de witte koning, op g8 tot dame promoveren. Deze compositie is niet alleen ver rassend, ze bevat verscheidene elemen ten welke ons kunnen helpen bij het beoordelen van eindspelen uit de prac-. tische partij. Wie de moeite wil i dit eindspel enige malen door te spe len en te onthouden, waarom bepaalde zetten zó en niet anders gespeeld r ten worden, zal hiervan zeker vroeg of laat de vruchten plukken. We zullen binnenkort nogmaals en kele soortgelijke stellingen behandelen. Om U hierop vast voor te bereiden, geven wij hieronder de eerstvolgende stelling, maar zonder diagram. Wit: Kfl. Lb5, Lf2, pion f3 '4 stuks); Zwart: Kh3, Th8, Pd5 (3 stuks). Wat vindt U van deze stelling? Wit is aan zet. Wat zal hij doen: Gelijk spelen, winnen, of toch nog verlie zen? Oefen maar eens! Oplossingen nomen in onze rubriek van 23 April j.l. Probleem van Jac. Haring «Eerste publicatie; Kh6Ke4>: 1. Dc8g4! Zwart kan nu op schaak geven en op alle vier volgt mat: 1Db8h8t 2. Ld4xh8 mat; 1Db8—f8t 2. Ld 4g7 mat; 1Db8d6t 2. Pb5xd6 mat; 1Db8xb6t 2. Ld4— f6 mat. Probleem van Jac. Haring (3e prijs Magasinet, 1953, 2e halfjaar): 1. Pb5d6 en nu volgt op 1 Tc7a7t 2. Tg2—a2 mat; en op 1Le6x46 2. Tg2g5 mat; en op 1Le5xd4 2. Tg2—b2 mat; en op 1Kc6xd6 2. Tg2g6 mat. Eindspelstudie van Jac. Haring tie; Kei—Kd4): Kd4d3 2. De7a3t Kd3—c2 3. Pe2d4t Td5Xd4 4. Da3 c3t Kc2—bl 5. Dc3—b2t en pat. Op 3Kbl volgt 4. Db4t met eeuwig schaak. En indien U dacht dat dit alles was, dan zullen de volgende echo-va rianten U wel anders leren 1. Pe2t Lxe2 2. Db4t Lc4 3. Dc3t Kc5 4. Db4t Kc6 5. Db6t enz. tot pat moet volgen. 2Kd3 3. Db3t Ke4 4. De3t en Dh3t Ke4 6. De3t Ke3 5. Df2t Kd3 6. Dxf5 Txfi» pat. Ondanks de schijnbare eenvoud van de diagramstelling een bijzonder boei ende compositie! (I^AIV GAAN WIJ Tekenen 'J—TTT—DOOP BOROE PRAMVIQ Ik maak me sterk, dat menige lezer, komt, dat de witspe- ler, die aan zet is. gaat verliezen. Voorts zult u waarschijnlijk wel wil len aannemen, dat deze stelling de slotphnse vormt van een werkelijk gespeelde partij. Welnu: indien u het tot zover met ons eens bent, dan bent u er lelijk ingelopen. Want wit géat die stelling niet verliezen. En als u nu mocht den ken, dat het dan wel r den, dan bent En -v .i>e partij, maar een eindspelstudie, ge componeerd door de bekende Ameri kaanse meester I. A. Horowitz. Voor zover u cr zojuist bent inge lopen, hebt u dus een geweldige be oordelingsfout gemaakt. U bent van mening geweest, dat wit zou verliezen. Indien u de witte stukken had ge had, zoudt u dc partij misschien heb ben ..pgegeven zonder verder te spelen. Maar u zoudt dan een fout hebben gemaakt, nog erger dan die van Kei ier tegen Laros. Keiler gaf „slechts" een half punt cadeau. U zoudt echter rustig een .,vol" punt weggegeven hebben. Het moet u duidelijk zijn, dat u van de behandeling van deze eindspelstudie Iets zult kunnen leren. U zult stellig willen weten, waarom u deze stelling aanvankelijk verkeerd hebt beoordeeld, en hoe u moet spelen om te winnen. Wit aan zet moet dus winnen Da' is gemakkelijker gezegd dan gedaan Zwart heeft twee geduchte vrijpion nen en hij dreigt achter elkaar a3-a2 en a2-a 1D te spelen. Natuurlijk kan wit zijn toren tegen dc a-pion van zwart offeren. Maar wat moet wit dan met de zwarte e-pion beginnen F.n 1. Tb7-Kc2 2. TaT-Kb2 levert niet meer dan remise op. Hoe moet wit dan winnen 1. Ke8—«7 a3«2 Wit moet zijn koning vooral in het eindspel een sterk stuk In het strijdgewoel brengen om de toren be hulpzaam te zijn. Die koning kan geen van beide zwarte vrijpionnen inh- maar hij kan dreigen en op andere wijze helpen. Zwart speelt zijn a-pion op, hetgeen zijn sterkste zet is. Hij Sou ook e5-e4 kunnen spelen, maar practisch maakt dit geen verschil, het geen aanstonds wel zal blijken. 2. Ke7 -d6 *5-»4 De witte koning probeert de zwarte e-pion te pakken te krijgen, maar DOOR B0RGE PRAMVIQ Negentiende les en leg die 'i tekening is t Nederland wint te Vevey In de week na Pasen heeft een Nederlands team, bestaande uit Dr. Euwe, Prins, Bouwmeester en Kra mer. te Vevey in Zwitserland, even als in 1953, het Clare-Benedicttor nooi gewonnen. Dit is een landenwed- strijd tussen G landen, waarin elk land met een ploeg van vier spelers uit komt. Indien men een lijst opmaakt van de 24 spelers, die aan dit tournooi hebben deelgenomen en hen rang schikt naar het aantal behaalde pun ten. dan staan onze 4 landgenoten aan de top. Euwe, Prins en Bouwmeester scoorden ieder 4 punten, Kramer 3'& punt uit 5 partijen. Slechts rie Zwit ser Bhend bracht het ook tot 3'i punt. Wij geven hieronder de partij tussen Euwe en Alexander (Engeland1 Hollands 1. d4 15 2. g3 g6 3. Pd2 Lg7 4. *4 fX*4 5. PX«4 d5 6. Dg5 Pc6 7. Lh3 Ph6 8. c3 Pf5 9. f4 0—0 10. Lg2 Pa5 11. Plf3 h6 12. Ph3 Pc4 13. De2 c5 14. dXcS Da5 15. g4 LXcSt 16. Kfl LXb2 17. Lxb2 P4«3t 18. Kgl LXg4 19. Ld4 Da3 20. LX*3 PX*3 21. Tel PXg2 22. KXg2 e5 23. De3 Dxa2t 24. Te2 Dc4 25. DX«5 DXc5 26. Pf2 LXf3t 27. KXf3 Dc6 28. De6t DX*6 29. TX«S KI7 30. Te5 Tfd8 31. Thdl a5 32. Tbl Td7 33. Pd3 Tc8 34. Te3 Kg8 35. PeS Tg7 36. Ta3 Tc5 37. Pd3Tc2 38. h3 g5 39. TX"5 gXf4 40. TXd5 Tg3t 41. KX«4 Txh3 42. Td8t Kf7 43. PeSt Ke7 44. Td7t Ke6 45. Tb6t Tc6 46. T6Xb7 Td6 47. Te7t Kd5 48. TbSt Kd4 49. PI3t Kc4 50. T7eS Tc6 51. Ke4 Kc3 52. Pd4 Th4t 53. Kd5 Tc8 54. Tb3t Kd2 55. Te2t Kcl 56. Td3 Thl 57. T3d2 Tb8 58. Kc6 Tdl 59. Ta2 Kbl 60. Kc7 Tb4 61. Pf3 TH 62. Ph2 Remise. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat Dr. Euwe ergens, ver moedelijk omstreeks de 42e zet, de tot het dat landgenoten dat Nederland zonder enig een andere, even sterke, ploeg op de been had kunnen brengen. Wat zoudt U bijv. denken van: Donner, Van Scheltinga, Cortlever en Muhring? En dan zouden we nog Van den Berg als reserve kunnen meenemen. Onze opgavei standigheden moet U kunnen ver zoenen met het aantal zetten, dat voor de oplossing wordt vereist: resp. 3, 4 en 5. Sommige lezers schrijven mij wel eens, dat zij problemen, die meer dan 2 zetten vergen, te moeilijk vinden. Maar men mag niet vergeten, dat rie moeilijkheid mede wordt bepaald door de hoeveelheid materiaal op het bord Ook in een schaakpartij moet U toch wel eens meer dan 2 zetten vooruit zien? Probeert U deze problemen eens. Het zal zal U stellig meevallen Probleem van W Sper na 1, In deze les willen we iets over wolken vertellen. Het is onmogelijk om bij wolken aan oen vaststaande vorm te denken, alleen al daarom omdat zij voortdu rend van vorm veranderen. Maar laten wij toch eens kjjken of 't ons lukken zal papier te zetten, i paar geldstukken zoals op dc Jen. Wanneer i langs de randen met potlood stukjes cirkels trekt. 2. Zoals reeds is verteld, veranderen de wolkenforma ties voortdurend. Toch is het wel mogelijk ondanks hun steeds veranderende vorm, bepaalde typen te onder scheiden. Links boven zien we de schaapjeswolken, die altijd erg hoog drijven, ter wijl wij rechts onder de dikke stapelwolken herken nen, die zich kunnen samen voegen tot een dreigende donderwolk. Zoals U zag is het met behulp van geld stukken mogelijk beide ty pen te tekenen. Probeer nu '.elf eens of het u lukt. 3. Een landschapstekening, zoals hier is aangegeven, zou een lege indruk geven door dc lage horizon en de grote oppervlakte hemel, wanneer de wolken niet wat leven in het beeld brachten en tegelijk een goed tegen wicht vormden voor de boom. Denk eraan nu ver schillende formaties van wolken in Uw schetsboek vast te leggen om altijd studiemateriaal by de hand te hebben en wat zeer belangrijk is bestudeer nauwlettend dc wolken zelf. terwyi U bij het tekenen de methode van de geldstukken alleen als hulpmiddel mag SS li i gr 1 J1 6 ki CL Probleem van K. Kaul. Mat in vijf zetten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 6