c óprookjeó van c-Lt.^.eJi'ncleróen Tekeningen BOERGE PRAMVIG 7 Maar 's nachts kon Duimeliesje maar niet slapen; zij stond eindelijk van haar bedje op en vlocht van stro een mooi, groot vloermatje, waarin zij de dode vogel wik kelde. En zij legde haar hoofd tegen de borst van de vogel. Opeens echter verstijfde zij van schrik; zij voelde iets kloppen aan haar oor. Dat was het hart van de vogel. De vogel was dus niet dood. alleen bedwelmd en bevangen van kou. en toen hij weer warm werd. keer de het leven in hem terug. De volgende 8. De hele winter bleef zij nu daar be neden. en Duimeliesje verzorgde en ver- Sleegde haar. Toen de lente kwam. nam e zwaluw afscheid van Duimeliesje. De zon scheen heerlijk en de zwaluw vroeg of ze niet mee wilde gaan. Ze kon dan op haar rug zitten. Maar Duimeliesje wist. dat de oude veldmuis erg bedroefd zou wezen, wanneer zij van haar heen ging. „Vaarwel, vaarwell lief. goed meisje, zei de zwaluw toen en vloog weg in de zonnenschijn. Duimeliesje was zeer be- mij meegaan?" „O maar", antwoordde zij, „buiten is het nog heel erg koud. het sneeuwt en vriest hard Blijf liever in je warme bedje; ik zal je wel verplegen!" Toen bracht zij de zwaluw wat water en een bloemblad, dat deze gretig opdronk, terwijl zij Duimeliesje vertelde, dat zij haar ene vleugel aan een doornstruik verwond had en toen op de grond was gevallen; zij wist ook helemaal niet, hoe ze daar geko- Ja. dat was nu nog eens een man voor Duimeliesje, heel wat beter dan de mol met zijn zwarte pelsjas. „Je moet nu niet langer Duimeliesje heten", zei de prins, „want dat is een lelijke naam, je bent daar veel te mooi voor. Wij zullen je voort aan Maja noemen!" „Vaarwel, vaarwel!" zei de kleine zwa luw, en vloog toen weg uit het warme land. naar Denemrken terug. Daar had zij een klein nestje boven een venster, waar de man woont, dte de sprookjes vertelt; voor hem zong ze toen haar „sjiep, sjiep!" En zodoende zijn wij de geschiedenis te weten gekomen. nacht lei zij zich vlak naast de zwaluw neer; die werd toen helemaal weer levend. Zij was echter nog zo zwak. dat zij maar heel even haar oogjes kon opendoen en Duimeliesje zien. die met een stukje ver molmd hout in de hand stond. „Ik dank je hartelijk, lief, klein kindje," zei de zieke zwaluw toen, „ik ben heerlijk warm geworden! Spoedig zal ik mijn krach ten weer terug krijgen, en zal ik kunnen vliegen buiten in de warme zonneschijn!" droefd. Zij had geen toestemming gekre gen om in de heerlijke zonneschijn uit te *a,?Nu kan je van de zomer aan je uit zet naaien", zei de veldmuis, „want onze buurman, de deftige mol in zijn zwarte Ëelsjas, heeft je ten huwelijk gevraagd." •uimeliesje moest nu het spinrad draaien en de veldmuis leende haar vier spinnen, die dag en nacht voor haar konden weven. Toen het herfst geworden was, had Dui meliesje haar uitzet helemaal klaar. „Over De zwaluw vloog met Duimeliesje naar beneden en zette haar op een van de bre de bladen. Maar hoe verwonderd was zij, toen zij daar een heel klein mannetje mid den op de bloem zag zitten. Het mannetje droeg een glinsterende gouden kroon op het hoofd en glanzende, doorzichtige vleugels op de schouders. „Wat is hij mooi!" fluis terde Duimeliesje de zwaluw toe. De kleine prins nam opeens zijn gouden kroon van het hoofd en zette haar deze op. Hij vroeg haar of zij zijn vrouw wilde wor den. Zij zou dan koningin worden over alle bloemen samen! me prinsen, dat hij niets meer van hen weten wilde. „Ga weg. de wereld in en zorg voor je zelf!" zei de boze koningin; „vlieg heen als grote vogels, die geen stem hebben!" Maar zij kon hen toch niet zo lelijk en slecht maken, als zij dat wel gewild had. en zij werden veranderd in elf mooie, wikte zwamen. Met een luide schreeuw vlo gen zij uit het slotvenster, over het park en het bos. <zfre wilde zwanen^, 1. Ver weg woonde een koning, die elf zonen en één dochter had. Elsa genaamd. De elf broeders prinsen waren zij gingen naar school met een ster op de borst en een sabel op zijde; zij schreven met diamanten griffels op gouden leien. Hun zuster Elsa zat op een klein stoekje O, de kinderen hadden hot zo goed. Maar het zou niet altijd zo blijven. Hun vader, die koning over het gehele land was, trouw de met een boze koningin, die helemaal niet van de kinderen hield. Zij zond de kleine Elsa naar een boer en een boerin buiten, bij wie zij moest bhiven wonen. Niet lang daarna vertelde zij de koning zoveel lelijke, onware dingen van de ar- llictinir CfiftsrtK tfimraiit Vandaag tien jaar geleden: CVf\aarde mooie stad was geschonden.gehavend, verbrand VOORAL GR01E MARKT HAD VEEL TE LIJDEN OP Maandag 16 April 1945 werd de stad Groningen door de Canadezen bevrijd. Dat is vandaag dus tien jaar geleden. De Canadezen kregen deze overwin ning niet cadeau Ze hebben er hard om moeten vechten. En voor velen van hen moest langs de grote toe gangswegen naar Gruno's veste haas tig een graf worden gedolven Ook Groningen heeft voor de bevrij ding van ons vaderland een zware prijs betaald. Na afloop van de strijd te en nog steeds door bombardemen ten bestookte stad ontvlucht, hier in Groningen waren terecht gekomen. Natuurlijk: ook in deze stad liet de bezetter zijn terreur gelden, en het beruchte Scholtenshuis op de Grote Markt kon geen echte vaderlander passeren zonder een gevoel van woede en afschuw te onderdrukken. Maar dat waren van die dingen, die wij nu tien jaar geleden al „gewoon" vonden. Daar was nu eenmaal niet. aan te ontkomen. Maar overigens was Stad van het Noorden, trots van ons land, Je bent geschonden. gehavend, verbrand. Je oude Martinitoren, Die eeuwen zag komen en eeuwen zag gaan. Staat droef aan den rand van een puinoceaan, In grauwe gepeinzen verloren. Tijdens de gevechtshandelingen von den ongeveer honderd burgers de dood. En verder werd de mooie stad op verschillende punten zwaar geha vend. Bijna 300 huizen, waaronder eeuwenoude percelen, werden met de grond gelijk gemaakt en na tien jaren draagt de stad nog vele littekenen, die herinneren aan de strijd, die nodig was om de Duitsers te verdrijven. Vóór zijn bevrijding was Groningen een ongeschonden stad. 't Leven was er betrekkelijk rustig. De honderden evacué's uit 't Zuiden en 't Westen van het land, die in de Stad van Martinus gastvrij werden ontvangen, vonden hier volop gelegen, heid hun geschokte zenuwen weer in evenwicht te brengen, 't Was cok hier wel geen „vetpot" (zoals velen in „Holland" dachten), maar de voed selvoorziening was er in elk geval stukken beter. En bovenal: men kon er heerlijk rustig slapen. Dat voor recht werd vooral gewaardeerd door de Rotterdammers, die, hun verwoes- 'echter anders. De Duitsers hadden de oorlog verloren. Dat werd zelfs op 't Scholtenshuis we! begrepen. Een groot deel van Nederland was reeds bevrijd. En de route van de bevrij dingslegers wees er op, dat nu het Noorden aan de beurt was. Op Donderdag 12 April werden door de Duitsers op verschillende plaatsen in de stad biljetten aangeslagen, be vattende de waarschuwing, dat op ie der, die zich tijdens oorlogshandelin gen op straat bevond zou worden ge schoten. Dat was zo vpel als 't luiden van de alarmklok. De Canadezen wa ren op komst! De volgende dag reeds werd het grommend en dreunend geluid van zwaar geschut uit het Zuiden verno men. En niet lang daarna ging de tij ding van straat tot straat en van huis tot huis: de bevrijders zijn de Punt, Onnen en Haren reeds gepasseerd! Wij kunnen de Canadezen in dit ar tikel niet op de voet volgen. De Duit sers deden pogingen de stoottroepen tegen te houden, en zo moest om ver schillende buitenwijken zwaar worden gevochten. Onweerstaanbaar rukten de overwin naars echter verder op. Ze deden dit even kalm als beslist, met 't vaste voornemen de stad zo spoedig moge lijk in handen te krijgen. Voor de Duitsers bleef ten slotte niets anders over dan zich achter 't Eemskanaal terug te trekken en te trachten de overtocht van de Canadezen over de kanalen rondom de binnenstad te be letten. Een aantal Duitsers was terecht ge komen in de aardappelkelder van het Diaconessenhuis. Dat betekende na tuurlijk een groot gevaar voor de tal rijke patiënten, die hier verpleegd werden. De directrice protesteerde dan ook met kracht tegen deze ver schansing, maar de Duitsers beweer den, dat „terroristen" zich in dit zie kenhuis hadden verborgen. Deze be schuldiging werd op de meest stellige wijze ontkend en tenslotte verklaarden dc Duitsers zich bereid het Diacones senhuis te verlaten. Maar als voor waarde stelden zij, dat hun gewonden hier zouden worden ODgenomen. Na veel heen en weer gepraat werd hierin toegestemd en dwars door de vuurli nie heen brachten twee verpleegsters enige gewonde Duitsers in het Huis- Voor deze zusters woog het gevaar voor de patiënten en voor de mooie stichting zwaarder dan eigen lijfsbe houd. Wonder boven wonder heeft de ze opofferingsgezindheid haar niet 't leven gekost. Emmiussinge' bevrijd en steeds ver der bewoog zich de strijd naar de oude* binnenstad. Aan de Radesingel werd zwaar gevochten en de r.k. kerk op de hoek liep grote schade op. 's Middags half 2 kwam een grote open vrachtauto de Stoeldraaierstraat inrijden Een Duits soldaat stapte uit, blijkbaar met het doel de weg te ver kennen. Een bewoner van deze straat keek toevallig eens naar buiten en zag tot zijn grote schrik, dat de vrachtau to beladen was met pantservuisten, handgranaten, kogels van 22 cm en gesloten munitickisten. Direct nam hij met vrouw en kinderen de vlucht. Maar de ramp, die hij vreesde, vol trok zich reeds. Een geweldige explo sie sloeg de voorgevel weg en maakte het gehele voorhuis tot een ruïne. Waarschijnlijk werd deze ontploffing veroorzaakt door het vuur van de Ca nadezen, die toen de Zuidzijde van de Grote Markt reeds hadden bereikt. Niet minder dan 29 winkels werden door deze ramp totaal verwoest. ZO terloops noemden wij de naam van de Grote Markt, sinds oude tijden de glorie var, de stad Gronin gen. Zij is 14225 m2 groot cn heeft ver binding met de V'smarkt, eveneens een belangrijk centrum, en het reeds uit de 9de eeuw daterende Martini- kerkhof, waarop vroeger de St. Wal- burgkerk stond, een kerkvesting uit de Noormannentijd De voornaamste gebouwen op dit grote plein zijn de Gothische Martinikerk (reeds in de 13de eeuw bestaande, met 96 meter hoge toren), het Stadhuis (1793—1810) en het Goudkantoor. De Grote Markt was in de vorige eeuw bekend om haar vele min of meer deftige herbergen. Het Leeuwtje. Die Stad Wezel, Socvensteern, Ou ie Daniël en nog vele andere dergelijk2 huizen hadden een goede naam tot ver buiten de provincie Gewichtige gebeurtenissen speelJen zich zo goed als altijd op de Grote Markt af We denken aan het danser, om de vrijheidsboom in 1795 en aan de grote feesten bij de terugkeer van O- ranje in 1813. Op de marktdagen, die altijd zeer druk bezocht zijn, is de ge hele provincie op de Grote Markt ver tegenwoordigd. Hier klopt inderdaad het hart van de stad en van het ge west. En daarom te meer is 't zo jam mer, dat de Grote Markt zo deerlijk gehavend uit de strijd kwam. Er zijn ook hier tijdens de beschie ting en de zware branden die voor een groot deel door de Duitsers opzet- De Grote Markt, de glorie van Groningen. Gravure door H. L. Mijling (1821). (Vervolg op pag. 2/.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 13