f Je trouwe wachter van de weicle
4 onze jeuqó-p&qin& f
Het ventje met de mondharmonica
6
^Vertelling van eeuw van 'Rotterdam
(Slot.)
Eon beetje schuqhter komt het ant
woord: „Ja dominee..."
..Malle jongen, kom maar eens bo
ven. dan zal ik neg meer voor je spe
len gaan, maar voorzichtig op de
trap hoor."
Hij gaat. blij verrast, zijn klomp
jes stevig in de hand.
Boven aan de trap-opening schijnt
het warme licht hem tegen.
..Zo kleine indringer. Was je niet
bang zo alleen in de donkere kerk?"
..Nee hoor dominee"... schudt hij
heftig.
..Zet je klompjes daar maar neer...
juist!"
Onder de lamp glanzen de witte en
zwarte toetsen. Mooi "is dat.
,.Zo.. ga hier maar zitten, op deze
stoel, dan kun je het meteen goed
Hij neemt plaats dicht naast een
grote stapel muziekboeken.
Het orgel begint weer zacht te
spelen. Langzaam glijden de blanke
vingers over de toetsen en donkere,
diepe tonen zweven door de scheme
rige kerkruimte.
Stil en aandachtig luistert hij. sta
rend naar de bewegende vingers
Eens. vele jaren geleden, moeten
de engelen nog mooier, nog schoner
gezongen hebben. Wonderlijk 's dat
HoaTi.. Nu speelt het orgel luider
Nog meer registers worden openge
trokken Nog dieper, nog zwaarder
dreunert nu de donkere tonen.
In het duister scnuifelen de voeten
over het pedaal. Heel erg moeilijk
moet dat wel zijn.
Even nog dreunen de orgelklanken,
dan wordt het plotseling weer stil...
Glimlachend ziet de dominee hem
aan. ..Mooi hé?"
..Prachtig, dominee", antwoordt hij
vol bewondering Zijn ogen glanzen
..Jij kan toch ook spelen? De mees
ter heeft het je op school immers ge-
Een beetje verlegen kijkt hij in de
vriendelijke ogen. Hij spelen Och
zijn handjes zijn nog maar zo klein
en z'n vingertjes nog maar zo kort.
..Kom maar naast me zittent dan
mag je het ook eens proberen. Ja,
heus kom maar gerust."
Hij neemt plaats vlak naast de do
minee op de hoge bank. Glanzend lig
gen de toetsen nu vóór hem. 't Zijn
er veel meer dan op het orgel van
de meester Moeilijk is dat. Zou hij
dat wel kunnen?
Boven hem trekt de dominee wat
registers open. In de orgelkast klinkt
een zacht geruis.
..Zo. begin maar. Je kunt het best.
Ik zal wel luisteren
Opeens is hij niet verlegen meer.
Voorzichtig drukken zijn vingertjes de
toetsen neer. Mooie, zachte tonen vul
len opnieuw de kerkruimte.
O 't is moeilijk, héél erg moeilijk,
maar toch... het gaat... het gaat pre
cies zoals de meester het hem ge
leerd heeft.
Oals moeder dit eens wist, als
vader het eens horen kon.
Even later klinkt vriendelijk de
stem van de dominee: ..Goed zo. dat
heb je mooi gedaan, jij bent een knap
pe kerel zeg Zou jij het nóg mooier,
nóg beter willen leren?"
Waarom zou dominee dat vragen?
..Ja. dat meen ik. Je zult het vast
heel goed leren. Als je dan eenmaal
groot bent. dan zul je net als ik, ook
met je voeten kunnen spelen."
Blij verrast luistert hij Als dat eens
kon. w*.t zou dat prachtig zijn.
..En dan mag je hier op het orgel
komen studeren. 't Zal moeilijk zijn
Z'n
Dominee gaat voorop. Hij volgt,
z'n klompjes stevig in de hand.
Door de hoge kerkramen schijnt
nog grauw het avondlicht, 't Is nu
wel een beetje griezelig in die wijde
ruimte.
De zware kerkdeur draait knerpend
open. „Piep!... piep!..." gaat het
weer.
Dan staan ze buiten... Het kleine
ventje en de oude dominee.
Uit de grauwe regenlucht vallen nog
steeds de regendruppels.
Hij haast zich naar huis.
Naar de mooie, kleurige winkels
kijkt hij nu niet meer. en van de re
gendruppels merkt hij niets.
Er is nu alleen nog maar een stil.
vreemd verlangen.,, een verlangen
naar het glanzende orgel, heel hoog
in de donkere kerk.
Hij heeft zijn blijde verhaal verteld
Het verhaal van zijn mondharmonica
...de zwarte poes... van de dominee
en van het grote orgel.
Ze hebben beiden geluisterd, vader
en moeder, en allebei waren ze een
beetje trots op hun kleine, dappere
jongen.
Met z'n drieën hebben ze toen plan
nen gemaakt, mooie, wondere plan-
Eens zullen ze een orgel kopen,
een mooi orgel met witte en zwarte
toetsen.
Prachtig zal dat zijn.
Vele jaren zijn voorbijgegaan Veel
ook is er in die lange tijd veranderd
De oude grijze dominee leeft niet
meer. Reeds lang is hij gestorven.
In de wijde ruimte van de grote
kerk staat nog, zoals altijd, het def
tige orgel. Heel hoog op de orgelkast
staan de engelen met hun glanzende
bazuinen Als de donkere muziek de
kerkruimte vult, is het net, alsof ze
ook meespelen, eerst zacht en zwe
vend, dan weer zwaar met donkere,
dreunende klanken.
Soms komt er een musicus spelen,
't is het ventje van de mondharmo
nica. Hij is een grote statige man ge
worden.
Beneden in de kerk wordt er dan
stil en aandachtig naar zijn spel ge
luisterd. In het licht van het lampje
glanzen dan zacht de toetsen van wit
cn zwart en blanke vingers bewegen
vlug over de klavieren.
Dan,... als het concert is afgelopen,
gaat hij door de smalle straten van
zijn geboortestadje. Het stadje met 'de
bekende plekjes van vroeger.
Naast de donkere steeg ligt nog
even stil als altijd, het eenzame hoek
je. Het hoekje van de zwarte poes
en de mondharmonica.
Telkens, als hij er langs komt, moet
hij er heel even naar kijken. Mooi is
dat.
Vader en moeder zijn al oude men
sen geworden. Ze zijn trots op hun
grote zoon, die zo heel mooi spelen
In hun eenvoudige woonvertrek
staat een orgel, het orgel waarvoor
ze alle drie zo ijverig hebben ge
spaard.
Een oude linnenkast staat tegen één
der wanden van de huiskamer, en in
die kast ligt in een donker hoekje van
een ladeeen kostbaar instrument
Kijk dit jongetje eens lekker in
zijn bed liggen slapen, zijn blote
voeten steken onder de deken uit!
Waar zou hy wel van dromen,
denk je? Dat kunnen jullie heel
gemakkelijk raden, door letters,
die dezelfde vorm hebben, bij el
kaar te zetten, en daar woorden
van te vormen. Dan zie je van
zelf, waarvan dit jongetje droomt.
Stuur de oplossingen vóór Dinsdag
in en vergeet niet, naam en adres
in de brief te zetten.
Moeder heeft het daar zorgvuldig
bewaard
Soms, als ze de lade openschuift,
moet ze er heel even naar kijken.
Mooi is dat.
Tussen was lapjes ligt daar het
kleine, glanzende orgeltje van haar
jongen.
Zijn oude mondharmonica.
een pakje uit de grabbelton mogen ha
len. Leuk. dat er zo een aardig cadeaut
je in zat. Marja den Otter gaat wel
eens met haar kleine broertje wandelen.
Daar begint het al echt lekker weer voor
te worden, hè? - Helm» Benschop heeft
een aquarium gekregen, met allemaal
mooie visjes. Hebben jullie ook zo een
lichtgevend visje. Helma? Wat heb
jij goed je best gedaan. Willy Koorn-
stra. Die Paasplaatjes vond ik snoezig.
Dat zijn een heleboel jarigen bij jul
lie, CobI van der Kruk. Mijn gelukwen
sen. Louise Kraak speelt op de blok
fluit, maar jij zult er wel geen ratten
vangen, zoals de man op het plaat-
onze BRievenBUS
Rob
<~Paaöjubel
Pasen, Pasen. Pasen. Pasen,
opgestanden dwaze mannen
u de God, dien dachten Hem in 1
bo« handen pra, ,e
hadden aan het met PiUxtus
kruis gedaan: zegelmerk:
Pasen. Pasen. Pasen. Pasen,
vrij voortaan, ydel werk.
heeft Hij hout en ydeI waken-
steen en ijzer God almachtig
overwonnen, verrezen,
die. verrijzer, eigenkrachtig,
Hallelujah, Hallelujah,
één uit al, dóór den steen,
leeft en immer eer de zonne in
leven zal.' 't Oosten scheen.
GUIDO GEZELLE.
Af'n beste nichten
en neven.
Deze week heb ik
een brief gekregen
van een „neefje".
die73 jaar oud
is. Het is de heer
B. Stijger, die het
erg leuk vond eeni
een jeugdpuzzle op
te lossen. Wel. wij
hebben met belang
stelling uw brief ge
lezen en vinden het
plezierig, dat niet al
leen kinderen onz-
brievenbus lezen. Al
bent u de leeftijds
grens wat deze ru
briek betreft al heel
wat jaartjegepasseerd, mijnheer
Stijger niettemin bent u hartelijk wel
kom in onze kring. Voor ik jullie ga
vertellen, wie dit keer de prijzen heb
ben gewonnen, wil ik eerst twee
nichtjes aan het woord laten, die graag
met een meisje van onze club willen
correspond er,-n Het zyn Leng Open-
neer D 278 Vrederust te Halsteren en
Willy Koomans tvm 'den Dries. Stich
ting Vrederustte Bergen op Zoom
Wie fclimf er eens in de pen? Zo en
nu de gelukkigen van deze treek. De
hoofdprijs s voor Ali van Vutiren,
terwijl Anneke Vermeulen. Appie van
Kampen en Johan Kolff ieder een
troostprijs hebben gewonnen.
..De Brievenbus" was weer overvol en
daarom mogen de meisjes en jongens,
die deze weck hun naam niet tegenko
men. niet al te boos op mij zijn, want
heus. jongens, ik moet zo nu en dan
wel eens een paar nichten of neven
overslaan, die dan natuurlijk een ande
re keer weer aan de beurt komen. Zo
en dan heb (k hier een brief van Willie
van Loon, die de puzzle van deze week
met zo vreselijk moeilijk vond. Het was
inderdaad de rattenvanger van Ha-
meln. Truus Moekestorm heeft een
uitvoering gehad van de zang, waarop
zij met twee nichtjes heeft voorgedra
gen. Wat heb ik moeten lachen. Le-
r om die Aprilgrap van jou.
aben mij ook bij de neus ge-
ior. Dat lijkt me gezellig.
Wetten, om met de Paasda-
Amsterdam te gaan. Genoeg
lijke dagen. Rob. Beppie Roos vraagt
of ik al aan de schoonmaak ben. Nog
niet hoor, maar we gaan er gauw aan
beginnen. Hoeveel nichten en neven
ik heb. vraagt Gerda Speyer. Nou. pre
cies weet ik het niet. maar het zijn er
een hééééééleboel. Baan van der Berg
schreef een grappig verhaaltje over de
puzzle. Leuk gedaan, joh. En heb jij
al kookles op school. Jannie Konijnen
burg? Jij had anders een leuke tekening
gemaakt zeg. Ook van Tineke Zljder-
vcld kreeg ik een mooie tekening. Be
dankt meiske. Hier heb ik rapport
cijfers en die zijn van Neeltje en Teu-
nis den Otter. Het waren goede cijfera,
zeg. Jannie de Boon doet over een
poosje mee aan een pianowedstrijd. Ik
hoop. dat je een prijs zult winnen. Stu
deer maar dapper. Al ben ik wat laat
Kees Spronk, wil ik Je nog hartelijk fe
liciteren met je verjaardag. Jij bent an
ders flink verwend. Kees. Zeg Arno
van der Mik, jouw tweeling broertje Ka-
rel mag mij ook wel eens schrijven.
Vertel het hem maar. Is llettie een
nichtje van jou of van mij. Trudi Mor
genstern? Dat moet je me toch eens
schrijven. En hoe ging het op de
ouderavond, Piet van der Vllst? Ik hoop
dat het goed is gegaan met de voor
dracht. Nou. of ik van lezen hou,
„Sneeuwklokje". Net zo veel als Jij
Jan Kranendonk tekende in zijn brief
een plattegrond van de buurt waar hij
woont Knap gedaan, Jan. Hoe is het
met de griep Wim ter Horst? Ik hoop
dat Je weer wat bent opgeknapt. Groe
ten aan Roel. Ook Mellina Oosterhuis
stuurde een tekening en natuurlijk wil
ik jou eveneens bedanken. En jij
maar wachten op mooi weer, Arl Dirk
Pellikaan. Want dan mag je van de dok
ter naar buiten. Het beste ermee. Joh.
Je hebt het goed geraden. Jaap Brom
mer. het was inderdaad de rattenvan-
ger van Hameln. WUIy Veldhoen
heeft zelf een broche gemaakt. Is het
leuk geworden? Dus jij bent vroeg
je bed uitgekomen, Nellie Maan, om mij
een brief te schrijven. Dat vind ik lief
van je. Hier heb ik nog een rapport
en dat komt van Tnms Buynlnk. Ook
iij had goede cijfers, zeg. Wil je tegen
Why zeggen, dat ik haar brief ook heb
gelezen! Wat zullen Jullie geschrokken
zijn, Nico van de Wetering, toen de
schoorsteenbrand uitbrak. Gelukkig, dat
de brandweer er gauw bij was. Mar-
ja van Schothorst heeft op een bazar
je.
- Les i
box stoppen.
i de
we fiets gekregen. En jij maar trappen.
Jan. Had jij dat raam kapot gemaakt
Jan Bakker? Of was jij de schuldige
niet? Jaap de Klein is gauw jarig.
Wanneer dan wel? Jullie zult wel ple
zier hebben gehad. Thea Geleynse op
de eerste April. Was de Juffrouw boos?
Word jij ook onderwijzeres zoals je
zusje Agatha Feltsma? Of weet je het
nog niet? Leuk. dat je nu zelf een
brief hebt geschreven. Pico van Bree.
Ik kon het goed lezen. hoor. Al weer
een rapport. En dit is van Rietje Floor.
Er staat zelfs een tien op. Dus Jij
gaat logeren met de Paasdagen, Ina van
der Staay? Dat zal wel gezellig worden.
Ja, dat kan wel eens gebeuren. Scl-
ma en llilde Smit, dat jullie naam niet
in de brievenbus worden gezet, maar
er komen ook zóóóóóóveel brieven bin
nen elke week. Ineke Koornneef
vraagt hoeveel keer ze al mee heeft ge
daan. Nu dat weet ik werkelijk niet,
We besluiten weer met onze nieuwe
lingen. Hartelijk welkom: Jacob Mas
tenbroek, Wim Grinwls, Betti Verheul,
Adje van Harberden, Gerda Poot, Coot-
je van der Waals, Helml de Ru, Mijke
de Ru. Ansje van der Kooy. Anneke
Beumer. Lcni van Herk, Bram de Bos,
Annie de Joode. Hennle Wattel en Elly
Pantekoek. Kinderen, goede Paasdagen
allemaal, jullie
UH ias>JKUNVJ6
ZONDAGSBLAD 9 APRIL 1955
De traclormoter eist vele slachtoffers
HIJ stond op het stugge, geelgroene
gras. waarop in de vroegere mor
gen de pas opgekomen zon en de
grillig gevormde boombladeren lange
veerschaduwen toverden, toen een
plotselinge onrust hem beving.
Of nee, zo plotseling kwam die toch
ook weer niet. Al een paar dagen voel
de hij die vreemde gewaarwording
van zich hier niet meer thuis te ge-,
voelen en de drang om weg te willen.
Tot deze morgen het verlangen naar
het Noorden zo sterk werd, dat hij
hieraan geeen weerstand kon bieden.
Met een „kioewwwiet. kioewwwiet"
scheerde hij over het Noordafrikaan-
se land. dat al in de zon begon te
gloeien hoewel de dag nog slechts en
kele 'Ciren oud was.
Zijn brede, zwart-witte vleugels
droegen de eenzame kievit over het
blauwe water van de Middellandse
Zee en over de bergen van Spanje
De wijngaarden van Frankrijk en de
bossen van België gleden onder hem
door. op zijn tocht naar het Holland
se polderland.
Maar toen hij daar aankwam, was
het Nederlandse landschap nog dor
en winters. Een egaalgrauwe lucht be
dekte de hemel en soms waaide de kil
le oostenwind door zijn verenpak. Er
waren ochtenden, dat de sloten tussen
de weiden overvlicsd waren met een
dun, doorzichtig ijskorstje, hoewel dc
kalender aanwees, dat het eigenlijk
al lente behoorde te zijn.
Doch voor de mensen, die huive
rend en diep in hun kraag langs de
wegen gingen, was hij de heraut van
de vernieuwing, die het wonder van
de lente straks weer in de natuur zou
brengen.
Kievit, gereed voor de vlucht.
„Luister, de kievit is er weer", zei
den tij. terwijl zijn heldere roep over
de velden schalde.
En toen sloeg het weer ineens om
De zuidenwind blies de donkere wol
ken weg en liet de stralen van de z..n
koesterend op de velden prikken.
Grassprietjes schoten omhoog naar de
blauwe lucht, waarrin geelwitte wolk
jes lijzig voortzweefden als waren zij
geschapen om het blauw nog dieper
te doen schijnen. Uit onaanzienlijke
hoopjes, schijnbaar dood blad, ont
plooiden zich bloeiende pollen made
liefjes. Speenkruid en dotters weer
spiegelden hun gele snoeten in het wa
ter van de sloot, waarin vlugge vis
sen heen en weer zilverden en
's avonds het kikkerkoor een kwaak-
zang zong. Vechtende mussen tolden
als op hol geslagen veerballen door
de wilgenkatjes.
Het was lente geworden, lente in
Holland!
OP zo'n mooie voorjaarsdag vloog
de kievit over de velden. Nu eens
zoefde hij vlak boven het gras. Dan
weer klom hij in enkele tellen om
hoog tot boven de fladderend kwin
kelerende leeuweriken om met dwa
ze buitelingen omlaag te. wieken.
Vanuit de verte, boven de bomen
van de boerderijen in het zuiden na
derde een troep vogels. Zijn scherpe
ogen hadden hen al lang gezien. Schal
lend, weerklonk zijn roep over de vel
den. terwijl hij de meest acrobatische
toeren maakte en toen de andere kie
viten op een veld in de nabijheid wa
ren neergestreken, bereikte zijn lief
desspel het hoogtepunt.
Een van de wijfjes had zich afge
zonderd en kwam in zijn richting. Hij
trachtte haar aandacht te trekken. Hij
vertoonde zijn meest fantastische
vliegkunst en liet zien hoe goed bij
nestkuiltjes kon krabben in het mal-
•e gras. Zijn mannelijke kuif wappc*-
de in de wind en het zonlicht deed de
veren van zijn rug glanzen als don
ker parelmoer.
Na een paar dagen was het huwe
lijk voltrokken en in een der nestkuil-
tjes. begon de stichting van een jong
kievitengezin. Eigenlijk was dat nest
niets bijzonders. Slechts een kuiltje in
het gras, zonder veertjes op pluisjes.
Daarin legde het wijfje de vier olijf
groene eieren met donkere vlekken,
die in de omgeving bijna niet opvie
len. Ze lagen met de punten naar el
kaar, zodat de broedende vogel ze
het gemakkelijkst met haar lichaam
kon bedekken.
Als het wijfje zat te broeden, hield
het mannetje de wacht. Nu eens deed
hij dit terwijl hij boven de weilanden
vloog. Dan weer stond hij trappelend
in het gras om wormen naar de op
pervlakte te drijven.
Maar niets ontsnapte zijn aandacht
en op het vlakke land kon hij werke
lijk en vermeend onraad kilometers
ver zien naderen.
Hij gooide zich in de lucht en storm
de krijsend van woede af op de on
verlaten. die zijn schatten wilden be
lagen. Wanneer het mensen of grote
dieren waren bleef het bij dreigen,
maar vogels ging hij te lijf.
En het kievitenpaar had vele vijan
den. Niet alleen de kraaien, d:e het
op de eieren voorzien hadden, of de
wezel, die onhoorbaar door het gras
naderbij sloop om te trachten de
broedende vogel te besprin
gen en dan met een beet de
halsslagader door te bijten.
Ook de mens was een van
zijn vijanden, die het op
zijn eieren had voorzien.
Zo'n vogel besefte nu een
maal niet dat van de jongen
die eind Maart of begin April
uit de eieren kruipen, meest
al weinig of niets terecht
komt. Jonge kieviten hebben
de gewoonte om direct het
nest te verlaten cn zij
het onder de hoede van
vader of moeder de we
reld in te trekken. Felle kou,
vorst en zelfs zware sneeuw
val maken dan vele slacht
offers. De dieren, die later
in de tijd op de wereld
komen, hebben veel meer
kans om tot volwassen vogels op te
groeien.
Zodra de mens zijn domein betrad
klonk zijn roep en ging hij op de wie
ken. Rondkijkend over de vlakte had
het gewaarschuwde wijfje gezien uit
welke richting het gevaar dreigde en
terwijl het mannetje zijn schijnaan-
vallen op de indringer uitvoerde en
zo zijn aandacht afleidde sloop zij
gebukt van hqt nest om een eind ver
der op te vliegen. Samen begeleid
den zij de vijand tot buiten hun ge
bied om dan met een grote omweg
naar het nest terug te keren.
TERWIJL de dagen verstreken los
ten zij elkaar af bij het broeden.
Nu eens zat het wijfje tussen de bloei
ende boterbloemen. Dan weer nam het
mannetje plaats op het nest.
Tot na drie weken, op een mooie
Meidag, toen de pinksterbloemen, op
hun ranke steeltjes heen en weer wie
gelend, zachtlila plekken tussen de ge
le paardenbloemen penseelden, het
wonder gebeurde, dat altijd weer stil
maakt. Een week snavelpuntjc priem
de een gaatje in de schaal van een
der eieren. De opening werd groter
en groter en in het warme kuiltje on
der de zachte veren van moeders borst
rolden vier vermoeide, natte dons
balletjes de grote, wijde wereld in.
Maar hiermede was de strijd voor
het kievitenpaar nog niet afgelopen
Terwijl zij met hun kroost rond
scharrelen door het steeds langer wor
dende gras, dreigden weer nieuwe ge
varen. De kraaien, die hun nest hoog
in de top van een van de bomen bij
de boerderij in de verte hadden, kwa
men met lome vleugelslag naar het
weiland wieken. Pijlsnel kon een valk
uit de blauwe lucht neerschieten en
ook in de slootkant loerde de verra
derlijke dood, die een van de jonge
vogels tot zijn prooi maakte.
Het was op een avond, toen de zon
als een vurige bol achter de huizen
van de verre stad wegzonk en het ge
kwaak van de kikkers zich mengde
met het fluiten van de merel.
Even had geritsel in het gras ge
klonken, gevolgd door de snerpende
kreet van het dier, dat worstelde met
de sluipende dood. Maar voor dc oude
vogels konden helpen, was het al ge
beurd. Steeds wijder wordende krin
gen vertelden waar de rat met zijn
prooi in de sloot was gesprongen om
het dier naar zijn hol aan de overkant
te brengen, waar zijn jongen hem
wachtten.
1* EGEN het eind van Mei kregen de
A bijna volwassen kieviten de eer
ste vlieglessen van hun ouders, toen
een nieuw gevaar naderde, dat ieder
jaar opnieuw aan talloze jonge Sieren
het leven kost. De stilte op het gras
land werd verbroken door het grom
men van de tractormotor en het gerik-
ketik van de maaimachinemessen.
Heen en terug reed de machine over
de akker. Baan na baan viel het gras.
Nader en nader kwam de dreiging.
De beide kieviten doken naar de be
stuurder van de tractor voor de ma
chine, waarvan de messen onder het
gras nietsontziend verder ratelden.
Weer viel een baan en nog een.
Tot de machine vlak bij de drie jon
ge vogels kwam. Ze zagen het gevaar
en renden langs de slootkant. Toen
waagden ze de sprong. De eerste flad
derde op en kwam veilig aan de over
kant neer. De tweede ging het min
der goed af. Hij kwam midden in de
sloot terecht en spatterde naar de
andere zijde. Maar de derde was te
laat. Juist toen hij de sprong naar de
veiligheid zou wagen, hadden de mes
sen hem bereikt.
De machine rikketikte onverstoor
baar verder achter de grommende
tractor aan. Het gras viel geruisloos
neer. Maar op dat ene plekje werd
het frisse groen rood gekleurd door
het bloed van de jonge vogel, die als
een onherkenbaar hoopje veren uit
eengereten onder de halmen lag.
FREEK VAN DER MEER
Rijke folkl
ore rondom rasen
DE tijd. waarin Pasen valt, kenmerkte
zich bij onze voorouders door grote
vrolijkheid, omdat zich dan vaak de
lente presenteerde in bruidstooi.
Zodra de klokken hun eerste toon la
ten klinken, na het einde van de vas
tentijd. slaan in sommige Belgische
kerken de koorknapen vrolijk en zo
kraóhtig mogelijk op de rouwkleding
der priesters als om dc vasten „uit te
kloppen". Op het platteland drijft men
de vasten uit klokkeslag twaalf mid
dernacht.
Nauwelijks verbreekt dc eerste klok-
ketoon de nachtelijke stilte, of vensters
en deuren worden opengeworpen en
luide galmt het: Pasen cr in, de Vasten
er uit!
Ondertussen komt het dienstpersoneel
in de weer met bezems, om daarmede
een hels lawaai te scheppen.
Wie het eerst het welkomstwoord van
Pasen geroepen heeft, heeft op de
eigenlijke Paasdag recht op een paar
Paaseieren toch. zegt Reinsberg. zijn
in België het gebruikelijke Paasgeschenk
voor groot en klein.
De jeugd gelooft, dat de Paasklokken
die in Rome zijn geweest, vanuit deze
stad een goede voorraad van dc le«-
producten der hen nebben meegevoerd.
Wanneer de eerste klokketoon ruist,
dalen ze neer uit de Idokopening in de
tuinen en parken en zijn ze te vinden
in het struikgewas. Vandaar het ijve
rig zoeken der jongelui om ze te vinden
's Zaterdags voor Pasen zag men
vooral de kinderen der arme bevolking
op verscheidene plaatsen in ons land
en in België, langs de huizen trekken.
Aan koehoorns ontlokten ze een minder
fraai geluid, dat hun komst moest aan
kondigen.
Soms trok dc hele school er op uit.
Ontmoette deze dan een andere, met
hetzelfde doel op weg, don ontstond er
niet zelden een verbitterd gevecht met
stokken en vuisten als wapens.
IN de Paastijd trokken elders ?e jon
gelui rond met een stropop, die ze
met allerlei lappen hadden behangen.
Na de ommegang smeten ze het ob
ject in het water. Was dit nog met ijs
bedekt, dan plantte men de lange staak,
waaraan de pop bungelde, in een ge
maakte bijt, cn bombardeerde daarna
van de wallekant deze net zo lang, tot
ze omviel. Soms ook zetten de kinderen
een roodharige kameraad achterna.
Smeten hem met vuil, of. als ze hem
inhaalden, brachten ze hem enkele
stompen toe. Men beschouwde hem n.l.
als de „Judas". Waarom nu ju st MUI
knaap met een rode haardos daarvoor
werd uitgekozen, zal wel moeilijk te
verklaren blijven.
In Vorarlberg droeg de Paasfolklore
een meer religieus karakter. Op de
avond voor Pasen bewoog zich daar
een proceaaie van mannen, gevolgd door
fakkeldragcnde kinderen, langs de hui
zen, luide opstandingsliederen zingend,
die werden geaccompagneerd door de
muzikale tonen van schalmeien en ci
thers.
Rijkelijk waren dc giften aan eieren,
brood en wijn (de symbolen van het
H. Avondmaal!), die de zangers ontvin
gen. Sterke knapen moesten de goed
gevulde korven dragen.
Het mannetje op wacht.
het Paasvuur te kunnen ontsteken. Doch
de vlammen Het men niet oplaaien in
het vlakke veld, maar op de toppen der
bergen, zodat ze wijd en zijd zichtbaar
Naar boven sleepten de „vuurmakers"
□iet zelden een aangeklede stroman, een
„Judas", die ze vol verachting m de
vlammen wierpen, om hem tot as te
laten verteren. Vandaar dat het vuur
ook wel de naam van „Judasvuur"
droeg.
Soms stak ntcn op de bergen teer
tonnen aan, die men als de vlammen
uitsloegen, van de helling rolde.