4 onze jeuqó-p&qinaüf
De jongens in de mist
Naar de kerk - niet alleen om 't Woord,
maar ook om het Nieuws
Het Charter van Keulen
6
ZONDAGSBLAD 5 FEBRUARI 1955
Vertelling van JV1. van Rotterdam
(Vervolg).
Wimpie zit veilig weggescholen. Z'n
klompen heeft hij uitgedaan en met
zijn rode, koude handen probeert hij
zijn verkleumde voeten wat Warm te
knijpen.
Peter zegt niets. Stil staart hij voor
zich uit in de gure, koude mist. Z'n
handen heeft hij in zijn broekzakken
gestopt.
Henk zegt ook niets. Stil peutert hij
aan een oud, roestig doosje.
In de verte, ergens aan de overzij
de, klinkt het gesputter van een mo
tor.
Jaap begint opeens aandachtig te
luisteren. Z'n mond gaat een klein
eindje open. Zou dat het veerbootje
kunnen zijn?
Als het geluid steeds sterker wordt,
zien ze elkaar vragend aan.
Wimpie schuift zijn natte, ver
kleumde voeten meteen weer in zijn
klompen.
Jaap staatzwijgend op en tuurt
vanuit de ingang de grijze mist in
Nog heel even, dan komt een boot
je uit de dikke mist opdoemen, 't Is
het oude veerbootje uit het dorp.
Als de veerman het touw om een
donkere, gladde paal heeft geslagen,
komen er enkele passagiers voor
zichtig de veerdam opgestrompeld.
Het is er nat en glibberig.
De veerman wacht, of er misschien
nog meer passagiers voor hem zijn.
Hij gaat enkele stappen verder de
veerdam op.
Dan opeens ontdekt hij het roei
bootje Vreemd is dat. Van wie zou
dat zijn? Hij zoekt om zich heen. Dan
j».in de ingang van het veerhuisje
ziet hij Jaap.
Even blijft hij weifelend staan, dan
loopt hij langzaam op hem toe Z'n
donkere stem vraagt: „Zeg kereltje,
is die boot van jou?"
Jaap schrikt. Wat moet hij nu zeg
gen? Zal hij maar vlug iets beden
ken? of zou hij, maar nee
Dat mag niet! Hij moet eerlijk zijn.
„Nee meneer," zegt hij een beetje
schuchter ..We vonden het ginds aan
de overzijde, ergens tussen het riet."
De anderen komen nu voorzichtig
en nieuwsgierig achter hem staan.
„Zo, zo." bromt de zware stem.
„En zijn jullie in die zware mist de
rivier overgestoken?"
„Ja meneer," is Jaaps antwoord.
„Maar weet je wel, dat zo iets heel
gevaarlijk is?" Hij komt nu wat
dichterbij en meteen ontdekt hij rok
de anderen, ,,'t Is me wat moois. Nu
willen jullie natuurlijk weer naar de
overzijde hè?"
„Ja meneer," zegt Wimpie vlug."
maar we durven niet meer."
..Och jó fluistert Henk zacht en
hij geeft Wimpie meteen een stoot
tegen zijn arm. „Zo moet je het niet
zeggen Dat is helemaal niet flink."
„Komen jullie maar direct mee,"
zegt dan de zware, donkere stem
weer „Ik zal je wel overzetten Hier
kun je niet blijven zitten! Kwajon
gens zijn jullie., domme kwajon
gens!"
Stilletjes volgen ze hem over de
natte, glibberige veerdam.
Wimpie voelt zich nu opeens niet zo
heel bang meer.
„Zo!., haal nu eerst die boot maar
eens hier heen."
Jaap begint het anker los te wrik
ken dat hij even later rammelend in
de boot laat zakken.
..Goed zo!., en nu vlug instappen
jullie! Ja., kom maar hier bij mij in
de boot. Dat is veiliger.. Juist!"
Ze staan dicht naast elkaar, alle
drie en ze zeggen niets. - weten
ook niet wat ze nu zeggen moeten.
Maar dat vreemde, bange gevoel
gaat nu langzaam verdwijnen.
Jaap, die de grootste en de sterkste
is, moet voorin de kop van hun boot
je gaan staan.
De ketting wordt stevig vastge
maakt aan de achterzijde van de
veerboot.
„Zo., niet laten glippen hoor!"
„Nee meneer." zegt Jaap flink.
Ze kijken stil toe. De motor begint
weer luider te sputteren, eerst zacht
jes. maar dan steeds vlugger en hef
tiger Even later boren de bootjes
door het koude grijze water. Achter
hen rollen de golfjes wijd uiteen.
„Toch we! leuk zo'n tochtje hè?"
fluistert Henk in Wimpies oor
Wimpie knikt. Hij voelt zich zo
heerlijk veilig hier. achter de brede
rug van de veerman.
Jaaps ogen glinsteren. „Mooi hè"
roept hij zachtjes aan Peter Maar
Peter hoort het niet. hij verstaat het
met. Nog altijd staat hij met z'n han
den in de broekzakken. Hij knikt
maar wat.
Op de bodem liggen hun pijlen ver
ward dooreen. De meesten zijn reeds
stuk getrapt, maar daar denken ze
niet meer aan,., dat deert hen niet.
Spoedig hebben ze de overzijde be
reikt. Even later glijdt het oude veer
bootje met een verende stoot langs
de houten oprit.
„Dat gaat beter dan roeien hè?"
klinkt nu de stem van de veerman
wat vrolijker. „En nu vlug overstap
pen en dan direct naar je moeder.
Jullie zijn verkleumd van kou."
„Dank u wel meneer," zegt Jaap
beleefd. „Dank u wel meneer," zeg
gen ook de anderen.
„En denken jullie er om,., nooit
meer zulke domme, gevaarlijke stre
ken uithalen hè?" „Nee
zegt Wimpie vlug. „Nee
zeggen nu ook de anderen.
Meteen nemen Jaap en Henk de
lange, zware riemen weer op. Daar
gaan de vier jagers weer, dicht langs
de wal, zodat ze niet meer kunnen
dwalen. Hier lijkt de mist niet zo
dicht meer.
Ze varen langzaam langs de oude
scheepswerf met zijn grote, donkere
schuur, 't Is nu niet vér meer. Nog
heel even maar, dan zullen ze het
veilige haventje weer binnenglijden.
Langzaam wordt de hoge rivierdijk
zichtbaar.
Peter begint al vast wat aan het
anker te morrelen.
Maar dan opeèhs.. O, schrik. Wie
is dat, daar boven op de hoge dijk.
(Volgende week verder).
onze BRievenBus
Hallo,
nichten!
HNou, die puzzle
was niet zo erg
moeilijk, hè? Het
was een tafel, die
Keesje kapot ge
zaagd had. Ja, die
Kees is me er een
tje Ik vond dat
Nel Kuyt de hoofd
prijs verdiend had,
en de troostprijzen
zijn voor Corrie en
Greetje Bokhorst,
Bauke Jeeninga en
Jan Bakker.
Leo van der Wal,
Gaesbeekstraat 119,
Rotterdam-Zuid, zou
zo graag postzegels
u'illen ruilen met een neefje of
nichtje. Wie weet, zijn er grote ver
zamelaars onder jullie
Willie van Elk heeft samen met va
der de pu zie opgelost. Nou. dat mag
wel. hoor. Vond je het mooi wat de
postbode heeft gebracht. Peter de Jong?
Misschien had je geen briefje in de
enveloppe gedaan Ike Louwerens, en je
begrijpt wel dat ik niet weet wat ik jou
moet schrijven als jij alleen maar je
naam op de oplossing zet. Wat een
leuk versje was dat. Hannie Vink. heb je
dat op school geleerd? Ik dénk dat je
een heel mooie tekening gemaakt hebt.
Beppie Roos, dat je zulk mooi postpa-
Ik weet niet of de tekenaar deze
keer een beetje lui is geweest, of
dat hij zelf echt niet wist hoe hij
verder moest gaan met deze teke
ning, maar in ieder geval heeft hij
ze niet afgemaakt. Willen jullie
dat doen? Jullie kunnen er vast
wel iets moois van maken. Schrijf
je naam, voornaam en adres IN
de brief (dat is héél belangrijk,
hoor!) en stuur de oplossingen
vóór Dinsdag in.
pier gewonnen hebt. Wat een gezel
lige brief heb je me geschreven, Niesje
Konijnenburg, en wat een leuke foto is
dat van je broertjes. Dat zijn een paar
rakkers, dat kun je zo maar zien. Ik
kreeg een heleboel tekeningen van Paul,
Japie. Dannie en Tini Bremmer. Nu
haal je zeker geen nat pak meer. Dan
nie! Ja. wat ondeugend van Keesje
om die tafel kapot te zagen, hè Joop v.
d. Walle? Maria Deelen heeft verteld
wat ze allemaal voor haar verjaardag
heert gekregen, nou. maar dat is een ho
le boel, zeg! -- Is je broertje nu weer be
ter, Anneke v.d. Spek? Nou. dat vind
ik nu eens echt leuk. Dikkie v.d. Water,
dat je zelf ook eens een brief schrijft.
Doe de groeten aan Frits en Goofke.
hoor. De jongste thuis wordt altijd
een beetje verwend, hè Bernard Ba
zuin? Piet Keizer heeft een leuk
versje gemaakt van zijn oplossing.
Ja. dat is grappig, Greetje en Nelly
Maan. dat jullie nichtjes in Canada nu
ook jullie namen in de krant kunnen le
zen. Vond je het een fijne puzzle,
Pietje Klep0 Dank je wel voor je
mooie kaart. Jaap Stolk. wat had je die
mooi gekleurd Lcnie en Willie Koo-
mim van den Dries hebben hun brief
jes getypt, en ze deden het heel keurig.
Dat lijkt me mooi. Lia de Zwart, een
blouse met een ballonmouw. Zit hij
goed? Marijke Visser vond de puzzle
een beetje moeilijk. Hoe is het met
Teunis Hoogerwerf, is hij alweer opge
knapt? Ja. Lukas Jacobs, jij had de
puzzle ook goed. Wat heb jij veel
verjaardagen te onthouden. Teunis den
Otter. Ik hoop dat je weer beter
bent. Rietje Kroon en dat je gauw zult
kunnen gaan wandelen in je nieuwe
jurk. Nou, dat vond oma zeker wel
fijn, dat jullie daar zomaar aankwamen,
Lenie Koen Ja. bontlaarsjes zijn
heerlijk warm, Gusta Plaisier. Nelly,
Gert en Gerard Grotendorst hebben nu
KABOUTER PUNTBAARDJE
kaboutertje, die liep was
in de sneeuw met rode wangetjes. Hij
zocht bloemetjes. Waarom zocht hij
bloemetjes? Zijn moeder was Jarig en
Puntbaardje wilde zijn moeder zo graag
een cadeautje geven, maar hij had geen
geld. daarom zocht hij bloemetjes. Om
dat er geen bloemetjes zijn in de winter,
zocht Puntbaardje voor niets.
Toen hij zo een poosje gezocht had in
de sneeuw, werd hij erg moe en wilde
naar huis. Hij liep verder en verder
het bos in. Puntbaardje was zo moe,
hij wist haast niets meer. alleen, dat
hij ln de sneeuw naar bloemetjes zocht
en ze niet vond. O. Puntbaardje kreeg
zo'n slaap! Hij viel in de sneeuw en
sliep gelijk in.
Arme Puntbaardje! Waarom ging Je
alleen van huis? Nu lag Puntbaardje
daar in de sneeuw en hij zou bevrie
zen en niemand zou hem vinden. Het
werd nacht en het vroor dat het kraak
te. Puntbaardje bevroor! Hoe zal het
gaan met je?
Eindelijk toen het morgen werd. kwam
daar de postbode langs. Omdat Punt
baardje midden op het bospad gevallen
werd hij 's nachts, toen het zo
viuur, een hoge bobbel op de weg. Wat
gek. dacht de postbode, die lag er gis
teren toch nog niet? Hij trapte er eens
tegen, toen hoorde hij ineens een grote
De postbode schrok heel erg. Hij ren
de terug en ging naar de politie en ver
telde wat hij gezien had. De politie nam
een bijl en ging met de postbode mee.
Bij de berg aangekomen, trapte de po
litie ook eens tegen „de berg" aan.
Maar toen hij ook een schreeuw hoor
de. zei hij: „Dat is een jongen of een
meisje!"
De
der i
den. reden die naar het politiebureau t~
smolten die ver van de kachel. Toen ze
zagen dat het Puntbaardje was, brach
ten ze hem gauw thuis en daar hebben
ze groot feest gevierd!
ook zelf een brief geschreven, fijn hoor.
Wie schrijft er zo keurig? Heb jij
vlechten. Marja van Schothorst, dat je
linten in je haar kunt dragen? Die
tante van je heeft je zeker wel een beet
je verwend. Johannes Blclehrodt Ge
lukkig dat jullie de krant nog kregen.
Maja van Kampen. Doe maar goed
je best. Henk Binnendijk, misschien win
je dan wel wat. Je had je toch aar
dig uit de puzzle gered. Chrisje Hulst.
Heb je een fijne verjaardag gehad.
Jan Sloof? D?t kan ik me begrijpen,
Ada de Ronde, dat je een 9 voor teke
nen hebt. Hoe is het met Aatje?
Moeder zal vast wel blij zijn met dat
kleedje, Tineke Jansen Is je broer
ouder dan jij, Carla Fokkema? Nou,
ik hoop dat je gauw weer present zult
zijn, Atie Roos Jan Minnaard heeft
een jaarboekje gekregen op Zondag
school, fijn zeg. Janny en Ada Leeuwen-
burgh wisten niets te schrijven, nou,
dat is dan jammer. Schrijf je wel va
ker verhaaltjes. Ria Leerling? De
brief, die ik van Aria, Piet en Kees van
Belle kreeg, was'mooi versierd met uit
geknipte tekeningen. Ben jij niet
bang voor zeewater, ('oen Mulder, ook
niet een klein beetje? En Thea Ge-
leynse, wat zeg je nu. zus, zusje of zus
ter? Je verjaardag is fijn geweest, zeg,
en ik vond je postpapier prachtig.
Heeft jullie hond veel vernield in de
tuin van de buren. Willie en Margreet
Koornstra? Wat mocht jij lang op
blijven op de verjaardag van je moe
der, Ferrie Ruygrok. Dus jij bent al
twee maal bruidsmeisje geweest, Lcnie
Bogaards, is dat even leuk! Fijn dat
je broertje weer opknapt, Helene Stoor
vogel. Tineke Terlaak had een prach
tig palmlandschap voor me getekend.
Ik denk dat je broertje erg blij zal
zijn met die boerderij. Sijtko Zonneveld.
Kees van den Hoek heeft rolschaat
sen gekregen van grootvader, en les
mag die ook wel eens gebruiken. Ben
je al lang thuis. Margreet Hoogendam?
Rietje en Jan van Es zijn ook al ziek
geweest, maar ze knappen nu weer op,
hè? Ik zal het tegen Kees zeggen,
hoor Tilly Tuurenhout. Heb je de
voordracht er goed afgebracht, John
Troost? Is je vriendinnetje al weer
beter. Ria v.d. Lely? Ja. wat ondeu
gend was die Keesje, hè Johan Voogd?
Roel en Hans ter Horst vonden de
puzzle wel aardig, maar ook een beetje
moeilijk. Ik hoop da' je weer beter
bent. Ingrld Mulder. Wat een droe
vig versje. Bep Zandvliet!
Tot slot de nieuwelingen: Adri Both,
Maja Schipper, Ineke van Beek. Ali en
Nita Madern, Anton Tobé. Willy en Wim-
mie de Graaf. Rietje en Coby Floor, Ka-
rel Korfker. Cor Pronk, Gerda Gijzenij.
Hartelijk welkom!
Dag allemaal, tot de volgende keer!
3
TOEN ER NOG GEEN KRANT WAS
zullende deze Resolutie alomme van de Predikstoelen
worden gepubliceert
„Word bekend gemaakt, dat tot
gerijf van Passagiers en transport
van brieven en goederen op Dings-
dag na Paasschen "én vervolgens alle
dagen van de week (alleen de
Zaterdag, de Zondag en de andere
heilige dagen uitgezondert) varen
zal van Nytap op Groningen en
vice-versa een bekwaam Vaar
tuig Men belooft prompte be
diening, en verzoekt een ieders
gunst. Zegget voort
Zo klonk op 8 April van het jaar
1792 van de kansel te Roden de
kerkespraak van de predikant
VREEMD, zo'n aankondiging? In die
tijd blijkbaar niet, en er waren nog
wel profaner mededelingen, tijdens of
na de Zondagmorgendienst ic de kerken
gedaan door predikant of Koster
Wij mogen ons gelukkig prijzen, van
zulke minder stichtelijke zaken in de
eredienst verlost te zijn. Maar toen.
omstreeks 1840. de synode der Ned.
Hervormde Kerk ging pleiten voor af
schaffing van deze eeuwenoude kerke
spraak, rees overal protest ten platte-
lande. Men kon deze wekelijkse berich
tendienst eenvoudig niet missen!
Immers, kranten waren er nog niet, en
toen de krant haar opkomst begon, duur
de het nog lang, eer zij ook het platte
land brcikt had.
O. de boeren verstonden de kunst van
het lezen wel! De Bijbel en Vader Cats,
Brakel en de Almanak ze waren in
ieder gezin te vinden, en als het werk
gedaan was. las vader met luider stem
op zangerige toon de al of niet gewijde
woorden voor.
Maar nieuws, dat hóórde men. dat las
men niet Dat was altijd zo geweest, en
later gebeurde het wel, dat een heel
dorp één gezamenlijk abonnement nam
op een courant, die dan op geregelde
tijden werd... voorgelezen!
De plattelandsgemeenschap moest
niettemin van allerlei zaken op de hoog
te zijta: van verkopingen en verpachtin
gen, schouwing van wegen cn waterin
gen, de belastingen, de militie, verhu
ring van hooilanden, het weiden van
paarden, het aanwijzen van schutstallen
van het op de wegen loslopende vee.
Daartoe diende de kerkespraak. Ieder
een immers althans ten minste één
persoon per erf ging elke Zondag
trouw ter kerke, en waar kon men dus
beter het nieuws verspreiden dan in
de kerk, waar allen samen waren?
Zo werd de kerkespraak het „dagboek
van dc groep", zoals dr. H. J. Prakke
het noemt in zijn interessante boekje
„Kerkgang om Nieuws" (uitg. Van Gor-
cum, Assen. Publicistische Publicaties
No. 2), waaraan wij de gegevens voor
dit artikel ontleenden. De voorganger (of
elders de koster-schoolmeester-organist)
las de berichten van attestatie, huwe-
Zyn hand begon. Zo kunnen we
strijden de goede strijd des geloofs.
Want te strijden valt er dagelijks.
„Zonder strijd geen kroon."
Vragen we onszelf elke dag weer
af: strijd ik werkelijk? Is hezl mijn
leven wel geconcentreerd in dit ene:
jagen naar het hoogste, jagen naar
het doel, om de prijs der roeping
Gods, die van boven is in Christus
Jezus?
Nogeens: het kan. Maar alleen door
en in Hem, die Zijn kracht in onze
zwakheid volbrengt. In Hem zijn we
overwinnaars. Wij strijden niet voor
een verloren zaak. De zege is be
vochten in en door Hem, die voor
ons in de vuurlinie heeft gestaan en
die Zich voor ons gaf tot in de dood
aan het kruis.
Zo moeten en kunnen wij ook in
de vuurlinie staan. Maar niet zonder
Hem. Zonder Hem kunnen wij niets.
Met Hem alles. Hij laaft en voedt
Zijn volk op de weg tiaar het eeuwige
leven.
Toekomstmuziek? Ja en neen. Geen
toekomstmuziek in de zin van: 't is
niets cn 't wordt niets. Maar wel in
de betekenis van: 't wordt wel iets,
veel, ja alles. Een climax. Crescendo.
Eenmaal volkomen overwinning, vol
komen vrede, volkomen zaligheid.
De toekomst is immers het domein
uan de christen? Strijdt dan biddend:
Leer ons daaglijks, leer ons
duizendwerven
in Uw kruisdood meegekruisigd
sterven,
En herboren opgestaan
achter U ten hemel gaan.
lijk, geboorte, naamgeving en overlij
den. Kerkelijk nieuws zou men dat nog
kunnen noemen. Maar ook de Overheid
eiste haar deel, en de Overheid was
machtig in de Staatskerk van die da
gen. En al spoedig was het hek van de
dam. en kon iedere particulier, die maar
betaalde, zijn ..advertentie" in de ker
kespraak laten lezen. De notaris, de
schipper van de trekschuit, een wonder
dokter.
XJET is merkwaardig, dat vooral in de
Noordelijke provincies de kerke
spraak zulke uitgebreide vormen had
aangenomen. Het Drentse Lantrecht en
de Drentse Kerkenordre van 1730 noe
men de kerkespraak zelfs uitdrukkelijk.
Volgens deze laatste mocht de afkondi
ging pas geschieden na het uitspreken
van de zegen, dus na dienst, en niet
alleen van kerkelijke zaken, maar ook
van „publicatien van pagt. en andere
wereldlijke zaken."
Het liep weieens de spuigaten uit: in
1879 werden ergens bepaalde candida-
ten in een politieke verkiezingsstrijd
aanbevolen. Elders werden bepalingen
voorgelezen over het hakken van eiken
hout, eierenrapen, besmet rundvee, var
kens (cn over die onreine dieren in de
kerk maakten velen zich boos!), een
kermis, die niet op 25 Augustus maar
op 2 September gehouden stond te wor
den, of het verbod, dat de Heer van Al
melo in 1728 afvaardigde tot het verko
pen van geïmporteerde schoenen of
muylen, zulks ter bescherming van de
schoenmakers dezer goede stad
Kortom, de ..kerkespraak" ten platte-
lande behandelde vele onderwerpen
„aan den godsdienst vreemd". Alles
wat de plattelanders kon interesseren,
kwam ter sprake, en de ene aflezer hield
meer van sensatie dan de andere!
Het is geen wonder, dat de Synode
ging optreden. Want wel werden de af
kondigingen ook gedaan in de „paap-
sche vergaderingen" en de „Mennonis-
tische vermaningen" (onder censuur van
de gereformeerde predikant!), maar de
Hervormde Kerk had er natuurlijk het
meest mee te maken.
.Nu zetelde de Synode
in de stad. en daar was
de kerkespraak allengs-
kens uitgestorven. Maar
in de dorpen was nog
niets beters, dat deze
wekelijkse nieuwsdienst
kon vervangen Wel had
men omroepers, de boer-
hoorn. het klokgelui, do
boerebrief. de reizende
koopman, maar voor het
maatschappelijk verkeer
was dat alles onvoldoen
de. Nog in 1837 achtte de
Synode dc kerkespraak
onvermijdelijk, al was
zij „weinig geschikt te
achten ter bewaring
van de pas ontvangen
Godsdienstige indruk
ken". Maar zouden de
boeren het nieuws niet
krijgen, dan zouden ze
het wel in de herberg
gaan halen. En dat wil
de de Synode niet voor
Dc kerkespraak: met plechtige stem doet de
schoolmeester-koster-voorzanger den volke kond,
wat kerk en overheid nodig achtten bekend te
maken. (Ontleend aan dr. H. J. Prakke, Kerkgang
om Nieuws).
Doch de actie in de kerk tegen de ker
kespraak was daarmee niet ten einde.
De classis Winschoten verzond een adres
ter bevordering van de Zondagshei
liging, en tegen de onheilige praktijken
van de kerkespraak. Dominee Damsté
in Boornbergum weigerde langer de af
kondigingen te doen. ook de verplichte
afkondigingen van de Overheid. Hij
werd op zijn vingers getikt, maar zijn
opstandigheid deed stof opwaaien. Twin
tig jaar later was h-t ds. K. Heringa
te Delfzijl, die de installatie van de
nieuwe burgemeester niet wenste be
kend te maken.
haar rekening ze mèt de berichtjes ook het honora
rium zouden kwijtraken.. Ter synode
werd niet voor niets geklaagd over dc
ardsgezindheid van sommige kerkera-
K
ERKELIJKE molens malen lang-
aar in 1341 on.kotende de
synode een nieuwe campagne, en dit
maal met meer succes. Zij verzocht de
Overheid, de afschaffing van de kerke
spraak te bevorderen, cn de minister
droeg de gouverneurs der provinciën
op, er voor te zorgen dat de afkondi
gingen voortaan niet meer in de kerk.
doch er buiten geschieden zouden! De
meeste burgemeesters gehoorzaamden;
enkelen trokken zich weinig van de
nieuwe fratsen aan. en sommige pre
dikanten of kosters verzetten zich, omdat
Het platteland verzette zich. Kerke
spraak buiten de kerk? Maar hoe dan als
het regende dat het goot, of als de wind
de stem van de afroeper deed ver
waaien. Niet meer tijdens de kerkdienst?
Dat zou immers de kerksheid ten on
gunste beïnvloeden... En inderdaad, van
toen af sloegen de boeren weieens over.
Men kan zich indenken, hoe de platte
lander. van ouder op ouder gewend aan
de kerkespraak in de kerk, en daarin,
in de eigen dorpsgemeenschap, gener
lei ontheiliging of enige onvoegzaam
heid kunnende vinden, het hoofd beden
kelijk geschud moet hebben: Wat wa
ren dat voor nieuwmoodse fratsen?
Maar de aanpassing heeft zich vol
trokken. Via de aanplakborden naar de
krant. Het afschaffen van de kerke
spraak had het pad voor de courant
gebaand, en stormerhand heeft de
krant het platteland veroverd. En dat
bleef zo tot op de huidige dag
Ben zinvol fabrieksmerk uit 1535
Ds. R. TEN KATE.
BIJ het lezen van dit opschrift hebt
u misschien dadelijk gedacht aan
eau de cologne water van Keulen.
En dan hebt u inderdaad goed gedacht,
hoewel niet Keulen, maar Triër de stad
is, onder de rook waarvan de bron van
dit internationale reukwater te vinden
is.
Een Haagse coiffeur van formaat (hij
schoor en knipte eigenhandig ministers
en Kamerleden, Generaals en profes
soren) hoorde van een bi; de Dom van
Triër betrokken priester, dat in een
nabijgelegen klooster de retorten wer
den bewaard, die o.m. gediend hebben
bij de eerste bereiding van het aroma
tische water, dat later de naam zou
krijgen van eau de cologne. Maar aan
vankelijk was het niet bestemd voor
het genoegen, doch als geneesmiddel,
en wel tegen het z.g. Anthoniusvuur,
een ziekte, die in die tijd in Triër en
ook in Straatsburg voorkwam. Boven
dien en hier kwam de neus al aan
bod werd het gebruikt als opwek
kingsmiddel bij hoofdpijn en hersen-
vermoeidheid als gevolg van ingespan
nen geestelijke arbeid, en dan werd het
opgesnoven. Uit een handschrift van die
tijd (16e eeuw) blijkt, dat dit aroma
tische water toen al in trek was ..door
zijn buitengewoon lieflijke reuk."
Een Dominicaner monnik moet de
man zijn geweest, die p wijngeest, dat
hij een verhoogde kracht wist te geven,
een aromatisch procédé distilleerde, dat
in de 13e eeuw door een Rosenkruiser
(de orde. waarin men de wortels der
Vrijmetselarij zoekt) gevonden was. Hij
voegde daaraan toe de witte bladeren
van de Oranjebloesem, èn een van de
zeven aromatische stoffen, die op Jeho
va's bevel werden samengevoegd om te
dienen voor het reukoffer in de Tempel
te Jeruzalem. In Ex.30 worden vier be
standdelen yan het reukoffer genoemd:
mirresoep, nagelen, galboncn en wie
rook; later hadden de rabbijnen zeven,
en Josefus noemt dertien bestanddelen.
Na de verwoesting van Jeruzalem en de
verstrooiing der Joden is het recept ver
loren gegaan.
Merkwaardig Is. dat dit O.T. reuk
werk alleen voor het reukaltaar mocht
dienen; wie er zelf aan ruiken zou. zou
uitgeroeid worden uit zijn volken (Ex.
die des avonds branden.'
DOCH we keren terug tot het KeuLse
water. De overal gebruikte naam
eau de cologne is ontstaan gedurende
de 7-jarige oorlog. Als „schepper" staat
te boek" de Keulse fabrikant Farina
(1685—1766), die zich daar in 1709 ves
tigde. Een eeuw later waren er al 60.
Het authentieke recept is lange tijd
in handen geweest van 30 Keulse fabri
kanten en werd buiten die kring ge
heim gehouden. Dit monopolie en
hoeveel andere! is uiteraard ver
dwenen, omdat de bereiding van parfu
merieën onder invloed der moderne
chemie niet meer te vangen is onder
één geheim recept. Niet alleen aether,
bloemen en harsen, maar ook kunst
matige en synthetische reukstoffen zijn
thans beschikbaar om de meest geraf
fineerde parfums en reukwaters te be
reiden. De in ons land gemaakte pro
ducten (overbekende namen kunnen we
hier weglaten) vinden in hoofdzaak af
zet op de binnenlandse markt; vroeger
was er ook export naar Ned. Indië.
Overigens komt het niet meer aan op
het bezit van een fijne neus. Ook de
meest gewone neus wordt bereikt door
de thans zó geperfectionneerde kunst
matige essences. In het slijmvlies van
de neus bevinden zich de daarvoor ont
vankelijke apparaten: de reukcellen,
waarin uitmonden de uit de hersenen
komende reukzenuwen. Deze zijn over
gevoelig: zelfs een millioenste gram van
een scherpe reukstof is voldoende om
de bezitter van een normale neus de
lust van balsemieke geuren te doen
smaken.
TENSLOTTE: het Charter van Keulen
had ook een fabrieksmerk, anno
1535. In dit merk zijn versymboliscerd
de vier trappen of stoepen, waarlangs
volgens een heidense ritus de
mens kan opklimmen van de bodem
der wijsheid (uit zelfkennis verkregen»
naar de hoogste liefde: het volslagen
gebrek aan zelfzucht. Die vier graden
zijn afkomstig van de eerder genoemde
Rosenkruisers.
Beaiet men het hier uaast afgebeelde
fabrieksmerk, dan vindt men op dc bo
dem (vóór de drie treden een afbeel
ding van de dierenriem met dubbele
driehoek (het schild van David). Mid
den in de Keulse Dom is dat symbool
in Italiaanse mozaïek afgebeeld. Dc
drie treden levenskennis, solidariteit en
broederschap, leiden naar de voorhof
waarvan het dak wordt gedragen door
twee zuilen (z:e 2 Kron. 3:17) ..beves
tiging cn kracht." De op de zuilkan
telen zichtbare opengebarsten granaten
symboliseren de eeuwige vruchtbaar
heid. Het zijvenster belicht de hal der
wijsheid, waar moet worden afgelegd:
toorn cn begeerte; het boogvenster dc
hal van kracht. Het „goddelijk oog"
boven kruis en beker, en gevat in een
driehoek, is het symbool van het Al-
weten." De maansikkel en de zeven
sterren en het schietlood tussen de ster
ren symboliseren resp. de heelalstof en
de terugkeer van de volmaakte mens
tot., de stof „als zoon van het hoogste
licht en als leraar en helper der mens
heid."
In al deze symboliek onderkent men
de Oosterse wijsheid, en juist in dit
kader treft u temeer de onbewuste hun
kering naar geestelijk bezit, dat :.iet
door eigen kracht (zeven trappen naar
hoger leven) maar uit genade om niet
geschonken wordt door Hem, die de
hoogste Wijsheid is.