Als collega's helpen sa' 2 ZONDAGSBLAD 29 JANUARI 1955 Kor/ verhaal van Frank IA. het zou er dan toch van moeten komen, en dus nad ik de vrije Za terdagmiddag er voor uitgetrokken om de tuin als tenminste een met ste nen en gruis bedekt er platgetrapt stuk grond aanspraak op deze benaming mag hebben om te spitten. Tegen Truus, m'n toekomstige vrouw, met wie ik het nieuwe huis. dat achter de bewuste tuin ligt. hoop te gaan be wonen, had ik beweerd, dat zoiets voor mij niets betekende en ik had haar. bij de toezegging van het huis door B. en W vol enthousiasme beloofd, dat. nog vóór we zouden gaan trouwen, ze snij bloemen uit eigen tuin zou kunnen ha len Dat enthousiasme :s echter wel wat getemperd en ik geloof, dat als ik m'n gelofte aan Truus gestand wil doen. ik eeist die snijbloemen bij de bloemen handelaar moet gaan kopen om ze ver volgens in de tuin te leggen met het oogmerk haar letterlijk bloemen uit „eigen tuin" te laten halen. Op de morgen van de Zaterdag, waar op ik m'n tuinmanskwaliteiten zou to nen, kocht ik, alvorens naar het werk te gaan. een spa en toog daarmee naar kantoor. Eerlijk gezegd was ik er een beetje trots op. Ik zag al de verwonderde blik ken van m'n collega's op het voor mij onmisbare instrument gevestigd en Ik wilde laten zien. dat ik ook nog wat anders deed, dan alleen boekhouden Als toekomstig gezinshoofd moet je toch van alle markten thuis ziin en in die kwaliteit wilde ik een goede beurt ma ken. Tegen Truus had ik de vorige avond terloops, zo nonchalant mogelijk, gezegd, dat ik morgenmiddag dat „lap- pie" voor het huis even om zou gooien. Je bent toch tenslotte als man aan je eer verplicht daar geen onnodige drukte over te maken; ook al heb je nog nooit in je leven een spa in handen gehad. Toch had ik direct van deze laatste daad spijt, want nadat even een glans van bewondering in Truus' ogen ver scheen. maakte ze onmiddellijk het plan om met haar Jongere zusje Carla op die middag aan de schoonmaak van het huis te gaan beginnen Daar had ik na melijk iets op tegen, want je weet nooit hoe zo'n spitpartij uitpakt. Maar er was niets aan te veranderen. Truus zou het huis schoonmaken en ik zou spitten. TV: ONTVANGST op kantoor viel me mee De belangstelling was alge meen Keesje Bel. onze jongste bedien de. had. alvoor ik de deur binnenstapte, mi t verheffing van stem aangekondigd, dat ik met een spa zou verschijnen en nauwelijks was ik binnen of de kassier, meneer Van Laar, door Keesje, als hij er niet bij was. oneerbiedig, mede van wege z'n vuurrode haardos Rooie Ri- nus genoemd kwam direct geïnteres icerd informeren of ik van plan was. ik binnenkort i ivapcnd op salaris' Zelfs meneer Bovenkamp, die gemid- C haalt. Joke was de enig' kwam vragen wat avond in die van Truus. Om twaalf uur trok ik apa en fiets op huis i nplei m'n handen staren, toen ik de eerste steek In de grond deed. Zo werkte ik onder de gezaghebbende bij dit werk beter zonder colbertjasje gekleed kan zijn, alsmede, dat je hemds mouwen in opgestroopte toestand dan prettiger plegen te zitten. Net had ik m'n tenue in deze stand gebracht, of ik hoorde buurman zeggen; ,.Zou U niet beter eerst de stenen wat op kunnen ruimen, want zo blijft het een rommel." Zie je wel. daar had je het al; de eer ste stommiteit. Intussen wenste ik buur man op een stille en overigens volko men veilige plaats op de Mokerhei. NAUWELIJKS was ik met het puin ruimen begonnen, of ik hoorde een luid belgerinkel, dat me uit m'n gebuk te houding deed oprijzen. Tot m'n grote verbazing ontwaarde ik Keesje Bel, die. met een spa op de rug, voor m'n tuin van z'n fiets afstapte ,,Ik kom je een poosje helpen", zei hij. Tjonge, dat viel me toch mee van die Kees en in m'n hart vergaf ik hem spontaan, dat hij zomaar ,je" tegen _i helpen 'dat puin met de kruiwagen weg te rijden." Juist zette Kees z'n fiets neer, of ik zag daar warempel ook Van Laar, van ver al met een spa wuivend, aan ko men lopen. ..Nog meer assistentie?", dacht ik. Nu dat kon. Ze brachten ten slotte zelf materiaal mee en ik zou ze best kunnen gebruiken, want ik had al lang bekeken, dat het nog een pittig karweitje was. Terwijl ik dit zo overlegde, zakte ech ter plotseling m'n mond open van ver bazing. want wat kwam daar aan? Om de hoek van de straat verscheen de rest van het mannelijk kantoorpersoneel van dc handelsfirma, waar ik werkzaam was Tien man in totaal. Allen gewa pend met een spa Wat betekende dit? Veel tijd om me te verwonderen kreeg ik echter niet. want snel was de groep genaderd en vóór ik goed besefte wat er eigenlijk gebeurde, had ieder een stukje grond opgezocht en staken ze de spaden in de steenrijke bodem „Ja. we hadden zo gedacht", begon Van Laar. ..als collega's onder elkaar moet je wat voor elkaar over hebben en tcn.lottc heb jij nu al zoveel zorgen aan je hoofd, dat we je graag eens een plezier doen." „Natuurlijk" riep Keesje Bel, die op kantoor altijd probeerde er de kantjes af te lopen, als het op werken aan komt dan staan we ons mannetje, niet Rinus?" Voor de veiligheid liet hij het woord „Rooie" er nu maar van af, want Van Laar was nu zo dicht bij hem in de buurt en Keesje wist, dat z'n grote handen niet mis waren. Ik was zelf intussen met spitten op gehouden en stond argwanend naar de verrichtingen van m'n collega's te kij ken, die alle twaalf ijverig de ruggen kromden, toen Truus en Carla versche- Stomverbaasd keek ze van mij naar de spitploeg en van de spitploeg weer naar mij. Ik moet haar een uitleg ge- van, dacht ik. ,.Ja, zie je", begon ik zwakjes, „dit zijn m'n collega's van kan toor en die hadden gedacht me een poos je te komen helpen." „Oh", klonk het antwoord. Met strak gezicht keek Truus naar de spitters, die intussen uit hun gebukte houding over eind rezen en haar met glunderende ge zichten aankeken. Van Laar nam weer het woord: ,,Ja juffrouw, we weten wat het is zo'n tuin omspitten en we kon den het echt niet laten om hem (hij wees naar mij) te helpen. We kunnen dit niet over ons hart verkrijgen. Ie mand alleen met zulk warm weer een tuin om laten spitten." Truus bleef ech ter onvermurwbaar en antwoordde weer met haar strakke „oh". Carla begon echter te lachen en dat verbrak de span ning. Bruusk trok Truus haar daarop echter mee en verdween in het huis. Ik bleef beteuterd staan. Voelde me beetgenomen. In een poging om de si tuatie te redden zei ik; „Heren, ik stel het erg op prijs, dat jullie zo vriende lijk zijn om me te komen helpen, maar dit is werkelijk te veel. Ga gerust naar huis terug. Ongetwijfeld kunnen jullie deze tijd beter besteden." In koor werd echter ontkennend geantwoord. „Al moeten we vanavond tot twaalf uur doorgaan', zei er een, zich ervan ovei tuigend, dat het hoogstens nog een uur kon duren. „Je weet toch hoe we zijn", hoorde ik weer een ander. En dieper krom den zich de twaalf ruggen. was onmogelijk nog i plaatsje te vinden. Keesje Bel zag dit en riep: „Zeg. als je toch niets te doen hebt, dan kun je voor ons wel eens iets te drinken halen; de liefde moet tenslotte niet van één kant komen." Dit voorstel vond algemeen bijval. ..De waterleiding is nog niet aange sloten", probeerde ik zwakjes. „Wie drinkt er nu water", hoorde ik de oudste van het stel, die algemeen bekend stond om z'n zuinigheid. „Er is toch zeker wel wat anders te krijgen?" Ik kiwam er niet onder uit en het re sultaat van deze causerie was. dat Kees je dertien flesjes bier voor de mannen en twee flesjes appelsap voor de vrou wen ging halen Ze lieten het zich goed smaken. Dat moet gezegd. Nadat ik ze ook nog, op voorstel van de hoofdboekhouder, op een sigaret getracteerd had, gingen allen het »rk. Na een goed half uur was de tuin om geploegd. Omgeploegd, want van gespit kon niet gesproken worden. Het hele stel is toen al snel vertrok ken en met de belofte om het volgende jaar weer terug te komen. Ik ben hier echter niet op ingegaan, maar bleef met een somber gezicht naar de tuin kijken, die ik wel „Klein Zwitserland" kon noemen. Met een beetje fantasie zag je zelfs de Eiger, Mönch en Jungfrau op een rijtje liggen. De middag was intussen bijna ver streken en Truus en Carla kwamen uit hel huis om te vertrekken. „Ga je ge lijk mee?", vroeg Truus. „Neen", bromde ik terug, „ik kom straks wel". Ze vertrokken en ik bleef alleen ach ter. Ik voelde me boos worden. Waarom had ik die lui ook niet weggestuurd. Nu had het me geld gekost en ik was ach teruit in plaats van vooruit gegaan. Niet lang stond ik echter alleen, want zacht kwam de nieuwe buurman weer keurig omgespitte tuin vond zonder Tevreden ging ik die avond naar Truus in de veronderstelling, dat zij niets wist van de hulp van onze toe komstige buurman. T K besloot, bij haar thuis aangekomen A niet direct over de tuin tc spreken. Na het koffiedrinken echter, leek me het geschikte ogenblik gekomen. Ik had me in een rookfauteuil ver schanst, met een sigaret in de ene en een krant in de andere hand. Ik deed alsof ik las, maar in werkelijkheid dacht ik er aan, hoe ik Truus, zonder te jok ken, moest vertellen hoe de tuin was klaar gekomen. Ik wist niet, dat ze de vorige avond voorbij ons huis was ge fietst en buurman aan het werk had gc- t Ligt om", begon ik pardoes, ter wijl ik zonder op te zien luidruchtig de krant wijd openvouwde en die tussen Truus en mij inhield. „Wat bedoel je?", vroeg Truus. „Dc tuin natuurlijk", liet ik van ach ter de krant horen. Daarna bleef het stil. Wat zou ze nu denken?, dacht ik bij na hardop. Even spiedde ik over de rand van de krant naar haar gezicht. Dat was echter nog steeds rustig over haar handwerkje gebogen. Ik zuchtte van verlichting. Geen na dere uitleg nodig. Met een geruster hart begon ik nu werkelijk de krant te le zen. Het duurde echter niet lang of het was weer gedaan met m'n innerlijke rust, want ik hoorde ze zacht opstaan en haast onhoorbaar dichterbij komen. Ik bleef echteT in de krant staren. Voelde een zekere spanning in me op komen. Een paar slanke armen werden om m'n hals gelegd en een warm intel ligent gezichtje keek me guitig aan. Haar zachte lippen voelde ik op de mij ne. Daarna was ze weer wen Kv. n ^n«.l en zacht als ze gekomen was, ging ze Ik wist. dat ik kleurde en ik voelde me precies een kleine jongen, die door z'n moeder nog eens extra geknuffeld wordt Het maakte me blij. maar ook boos. Waar blijft tenslotte je prestige, nietwaar? Deksels nog aan toe. besef fen die vrouwen dan nooit wat voor ver antwoordelijks op de schouders van een gezinshoofd rust? Ik voelde me steeds kwader worden en dat wilde ik toch niet. Verwoed be gon ik de scheepsberichten tc lezen... DE GROOTSTE SCHEEPSRAMP VAN ALLE TIJDEN Je van Joke. de typiste, z'n gezicht r uit de plooi trok. reden, waarom hij door Keesje de „Lachebekgenoemd werd. stelde belang in de spa en merkte op dat ik waarschijnlijk m'n fiets moest repareren, „want", zei hij. „hij piepte van de week weer zo erg. dat ik nooit geloof, als er niet drastisch opgetreden wordt, dat hij de volgende week nog dl" belangstellend doen"en ik heb haar toen precies uitgelegd, wat m'n plannen waren. Hoewel ik ogenschijnlijk alleen leger, haar sprak, zorgde ik er voor, dat ook de anderen het goed konden verstaan. Tenslotte zijn de plichten je als gezins hoofd opgelegd geen kleinigheid en ik vond het dan ook beslist plezierig, toen ik in Joke's ogen eenzelfde glans van zichten meende te ontdekken, voor Welgemoed stapte ik op de fiets en ging. nadat ik even bij m'n ouders wat was gaan eten, naar ons toekomstige home. Daar aangekomen bleken Truus en haar zusie er nog niet te zijn, cn juist wilde ik aan het werk gaan om alvast iets gedaan te hebben vóór ze er waren en ook om even de slag te pakken te krijgen, toen onze toekom stige buurman aan kwam wandelen. Eerst wilde ik, in m'n werkwoede, hem negeren, maar bijtijds herinnerde ik me een spreuk, die bij m'n groot ouders aan de wand hing cn die luidde: „Een goede buur is beter dan een verre vriend." Zodoende kwam het, dat ik hoewel met tegenzin, een praatje met hem ging maken. Tegelijkertijd zag ik z'n keurig omgespitte tuintje, dat al een week geleden klaar was en wel ondanks bet feit. dat buurman de toewijzing van z'n buis een maand later ontving dan ik. Na de kennismaking hoopte ik. dat de man zou vertrekken, want ik voelde er niets voor om onder de supervisie van een ter zake kundig persoon aan bet M;;: ORGEN <30 Januari» is het tien geleden, dat een Russische tor- loboot hët trotse, 25484 ton metende Duitse motorschip „Wilhelm Gustloff in de Oostzee in de grond boorde. Doordat hierbij meer dan 4000 menaen- levcns verloren gingen, kan men de on dergang van dit schip, dat Hitier eens had laten bouwen voor vacantlereizen voor arbeiders, de grootste scheepsramp in de geschiedenis van de scheepvaart noemen. Het aantal slachtoffers van de „Wilhelm Gustloff" was nog groter dan dat van de General Slocum, de Titanic, de Lusitanla, de Volturnia, of welk an der groot gezonken schip ook In 1937 werd het schip gebouwd voor het „Deutsche Arbeitsfront. G.mb.H" (..Kraft durch Frcude"!). In vredestijd maakte het inderdaad een aantal va cantlereizen. Het schip was 650 voet lang |g twee schroe- i het had vier motoren c Schiffsverband. station Ostsec. In 1941 kreeg het schip weer een andere be stemming; nu als woonschip van de Tweede Oplcidingsdivisie van de Duitse Onderzeedienst Als zodanig werd de „Wilhelm Gustloff" gestationneerd in de haven van Gdynia, (welker naam „verduitst" was tot „Gotcnhafen). Dc commandant van de Tweede Op- leidingsdivisie (Zweite Lehrdienst) kreeg 21 Januari 1945 opdracht de divi sie op te heffen. Het door deze ophef fing beschikbaar gekomen schip werd nu bestemd voor net vervoer van éva cués. Negen dagen later vertrok de „Wil helm Gustloff" te ongeveer 18 uur met vluchtelingen, die de wijk namen voor de Russen. Deze burgers werden nog aangevuld met militairen, die hetzelf de doel voor ogen hadden Er waren toen het schip zee koos. niet m.nder dan 5 8 0 0 personen aan boord. Voor es corte van het overbevolkte schip was al leen de torpedoboot T 36 beschikbaar. Op de avond van de 30ste Januari werd de „Gustloff' getroffen door drie torpedo's van een Russische duikboot. Het was ongeveer vijf minuten over ne gen en het schip bevond zich bij Stolp- munde«Aan boord was een paniek niet te voorkomen. Van het zinkende schip konden 600 op varenden door dc T 36 gered worden. De zich in de nabijheid bevindende Duit se torpedoboot Lówe (de vroegere Noor se torpedoboot Gyller) slaagde er in ook nog 230 van de opvarenden aan Met de overlevenden, die in de sloe pen werden gered, werden in totaal 1400 van de 5800 opvarenden nog le vend aan de wal gebracht ZOWUALiSBLAD Z3 JAIMUAK1 iMbb 7 Correspondentie en oplossingen aan de heer H. J. J. Slavekoorde, Goudreinetstraat 125, Den Haag. TARTAKOWER commentarieert W£1N1G grootmeesters beschikken over zulk een welversneden pen als de in ons land zo bekende dr. Tarta- kower. Welk oordeel men ook over zijn geschriften mag vellen, nimmer zal men hem het verwijt kunnen maken, dat hij iflet onderhoudend schrijft. Bo vendien heeft menige schijnbaar ter loops geplaatste opmerking een filosofi sche inslag, welke weldadig aandoet wanneer de auteur zijn eigen partijen onder de loupe neemt. Hij weet, zoals weinigen, zich bij het analyseren van zijn eigen partijen los te maken van het persoonlijk belang, dat hij bij het resultaat der partij had. bij het belang dat hij bij een zo gunstig mogelijke pre sentatie izelfs van een nederlaag) heeft. Hij is bij wijze van spreken ultra-ob jectief. en deze op zichzelf prijzens waardige eigenschap zou ons op den duur misschien vervelen, ware het niet, dat hij het geheel met een zekere milde humor weet te overgieten, welke altijd weer een glimlach afdwingt en het le zen van de geschriften van de oude doc tor steeds weer tot een genoegen maakt. Dr. Tartakower schrijft in het Ame rikaanse schaaktijdschrift Chess Review al geruime tijd zijn „Schaakmemoires", een serie gedenkwaardige opstellen, waarin hij ons op de hem eigen wijze met veel wetenwaardigs en veel schoons confronteert. In een dezer opstellen merkt hij op, dat een oudere speler het in een tour- nooi zoveel moeilijker heeft dan een jongere, omdat hij naast de gebruike lijke geestelijke inspanning nog een flinke lichamelijke prestatie moet op brengen. De jongere spelers hebben daar meestal geen moeite mee; dat gaat op hun leeftijd wel vanzelf. Maar de ouderen moeten bij voortduring op hun hoede zijn, dat zij niet voortijdig uitge put geraken. Het spookbeeld van dc physieke uitputting is voor hen haast nog erger dan tijdnood. Tijdens het tournooi te Nottingham (1936) had Tartakower met dr. Lasker een gesprek over dit onderwerp, waar uit hem bleek, dat de oude Lasker zich deze handicap van de oudere speler ter dege bewust was. Aan dit gesprek moest de nu bijna 70 jaar oude Tartakower terugdenken, toen hij in April 1954 ge roepen werd de kleuren van zijn twee de vaderland,* Frankrijk, in de team wedstrijd tegen de Sovjet-Unie hoog te houden Tartakower moest in die wed strijd tegen Keres spelen. Hij was vol vertrouwen dat hij de handicap der ouderen zou Weten l> overwinnen, dat zijn grotere ervaring en zijn techniek niet slechts de balans in evenwicht zouden weten te houden, doch hem zelfs redelijke kansen op een gunstig resultaat zouden geven. De mide doctor had tot dat moment nog nooit een partij van Keres verloren, wel verscheidene gewonnen Geen won der. dat deze omstandigheid zijn opti misme ten top deed stijgen Het resultaat was een bittere teleur- •telling voor Tartakower. Hij verloor beide partijen In de eerste partij open de hij met 1 f4 en hij verloor deze, zo als hij zelf zegt door zijn „jeugdig op timisme". Hij had het initiatief geno men en zijn tegenstander tot herhaling van zetten gedwongen Hiermede niet tevreden verwierp hij het gelijke spel, dat hieruit automatisch zou voortvloei en. speelde op winst, overschatte zijn •telling en verloor! De tweede partij kreeg hierdoor voor Tartakower het karakter van een crisis in zijn schaakloopbaan. En opnieuw liep het slecht voor hem af. Want niet al leen behaalde Keres een van zijn schit terendste overwinningen, maar hij ver nietigde met één slag een van dc meest succesvolle denkbeelden, waarop Tar takower jarenlang gebouwd had. Deze tweede partij nu willen wij u in deze rubriek voorzetten met de eigen commentaren van Tartakower, Welke wij. zoals "wij reeds opmerkten, ontleenden aan Chess Review. Wit: Keres. Zwart: Tartakower. Caro-Kann verdediging 1. e4 c6; 2. Pc3 d5; 3. Pf3 dl. Zwarts laatste zet wordt niet als de beste beschouwd. Veiliger (en dus niet helemaal veilig!) schijnt: 3dxcl; 4. Pxc4 Lg4 enz. 4. Pe2 c4; 5. Pg3 Hier begint de schok De door Tarta kower gekozen variant had hem al in het grote tournooi te Wenen 1922 succes opgeleverd tegen Bogoljubov. had hem zelfs nog sneller voorspoed gebracht te gen Matanovic in het tournooi te Has tings 1953—'54. In plaats van dc tekstzet kan 5. c3 wor den gespeeld, bijv. dxc3; 6. bxc3 Pc€, 7. d4 cxdl; 8. cxdl, koeltjesweg ge volgd door 8e6 en wits pionnen- centrum ia niet zo sterk als dit wel lijkt. In deze variant ia 5Pc6 niet toe reikend. want cr volgt 6. cxdl cxdl; 7. Dal cn de zwarte d-pion valt. In mijn (hierboven genoemde) partij tegen Matanovic, aldus Tartakower. werd gespeeld: 5. d3 Pc6; 6. g3 e5; 7. 1*2 enz., waarbij zwart al spoedig goede tegen- kansen kreeg. De tekstzet (5. Pg3) brengt een tweede stuk naar de koningsvleugel. Dit zou zwart tot bijzondere voorzichtigheid heb ben behoren te manen. 5. Pc6; 6. Lc4 e5. Mag men deze zet kwalificeren als de beslissende beoordelingsfout? Terwijl wit zijn stukkon mobiliseert, verliest zwart tijd door zijn poging een barricade van pionnen op te werpen. Eén ding is zeker: na de tekstzet is de witte loper op c4 heer en meester over de diagonaal a2—g8, waardoor dit ach tenswaardige stuk tot heroïsche daden in staat wordt gesteld. Maar 6Lg4 zou een fout zijn we gens 7. Lxf7t enz., terwijl 6e6 tot een gedrukt spel zou leiden. Vandaar. dat hoogstwaarschijnlijk 6g6 de beste zet zou zijn geweest. 7. d3 Le7 (natuurlijk niet Pf6 wegens 8. Pg5); 8. 0—0 PfG; 9. Ph4ü Dit is een gevcohtssymphonie in groot se stijl: elk stuk krijgt zijn maximaic bewegingsvrijheid. De voortzetting In de partij Bogolju bovTartakower was veel minder dy namisch: 9. Pg5 O-O; 10. f4 h6; 11. Pf3 'x£4; 12. Lxf4 Pa5 en zwart karf wits 10 P4f5 met als vervolg 10g6; 11. Pg7t Kf8; 12. Lh6 enz. 10. a4. Op het juiste moment neemt wit maatregelen tegen de dreiging Pa5 en Pxc4. 10. Pxe4. Zwart wenst de witte opstelling op de koningsvleugel te liqui deren. Desniettemin zou 10Le6 het kleinste euvel hebben opgeleverd 11. Pxel Lxh4; 12. flü Ziehier de werkelijke pointe van wits aanvalsplan. Als wit op -c5 slaat bezweert zwart alle gevaren door 12Lg5. 12exf5. Als zwart dit niet speelt volgt 13. f5 en wit heeft een ijzeren greep op de zwarte stelling. 13. Lxf4 Le7. Hier mist zwart z'n laat ste kans om zich te verdedigen door mid del van Le6. Aldus: 13. Le6; 14. Lxe6 fxe6; 15. Pxc5 De7, enz. Van nu af aan bombardeert wit de zwarte stelling met zes achtereenvolgende kogels. 14. Dh5 LeS. Het is duidelijk dat zwart geen tijd meer heeft om eerst nog. 14. b6 te spelen ten einde zich het be houd van de pluspion te verzekeren; er zou immers terstond 15. Tf3 volgen, enz. 15. Tf3! Het gevecht tegen de tijd be gint. Zwart kan zich niet veroorloven Lxe4 te spelen wegens 16 Th3 h6; 17 Lxh6 Le6; 18 Lxg7. 15. Dd7: 16. Tg3 Wit pareert niet alleen het voor de hand liggende Lg4 maar ook de evenzeer voor de hond liggende bevrljdingsmanoeuvre 16 f5. waarop zou volgen 17. Dh6 g6: 18. Txg6t hxg6. 19. Dxg6t Kh8; 20. Dh6» Kg8; 21. Lx«-6 enz 16. Kh8; 17. Tfl f6; 18. Tlf3 g5. En nog is het niet afgelopen: Indien 26Dxh7 dan 27. Dxf7! 2 6Te7. 27. e5! Zonder deze fijne pionzet zou wits probleem geen oplossing hebben. Nu dreigt hy mat in 6 zetten te geven: 28. Le4t Kg8; 29 Ld5t Kf8; 30. I)h8t Dxh8; 31. Txh8t Kr7; 32. Tg8t en 33. Th3 mat. 2 7Pxe5; 28. Lelt Kg8; 29. Ld5+ Pf". Zwarts laatste zet is noodzakelijk om het zo juist aangegeven mat te pare ren. Indien Lc7 zich thans op a5 zou hebben bevonden (zie dc opmerking na de 22e zet van zwart) dan zou nu de vita le pion op b7 gedekt zijn. Met de zwarte pionnenstelling in tact zou wit een veel lastiger taak gehad hebben. 30. Lxb7 Lxh'2 i31. Txh2 Deze zet en de volgende, waarmede wit zich het bezit van de open e-lijn verzekert, garanderen de winst. Maar 31. Kxh2 Txb7; 32 Tb3 Tb4! zou aanzien lijke tegenstand mogelijk gemaakt heb ben. want de witte torens hebben dan niet voldoende reikwijdte. 31. Txb7; 32. Te2 Kg8; 33. Tf5. (Dc rest is pure techniek). Dh6; 34. Dx h6t Pxh6; 35. Txf6t K«;7; 36. To6 Pxgé; 37. Txc5 Kf6; 38. Te4 Pr3; 39. b3 Td7; 40. Kf2 Kg6; 41. Te8 Tf7:; 42. Ke2 Pf5: 43. Te6t Kh5; 44. Kd3 Kg4; 45. b4 KM: 46. Telt Kf3: 47. Tel! Kf4; 48. Tflt Kg4; 49. b5 Tf6; 50. a5 en zwart gaf het op. De oplossingen Hieronder volgen de oplossingen der opgaven, opgenomen in onze rubriek van 15 Januari jl. Probleem van Dr. Spcckmann: 1. Dhl! Probleem van K. Teschner: 1. KdG! 2. Kd7; 3. Ke8; 4. Kf7 mat Probleem van J. Breuer: 1. Dhl! Txhl; 2. a8T! enz. Dèt was de overeen komst met het probleem van Dr. Speckmann: de zelfde sleutelzet! Onze opgaven Zo nu en dan ontvang ik wel eens een briefje van de een of andere Jonge schaakvriend, die mij vraagt vooral niet te moeilijke opgaven te plaatsen omdat zij deze nog niet de baas kunen. Driezet- tige en meerzettige problemen zijn hun nog veel te machtig, schrijven zij. Ik begryp dit best en ik wil graag trachten af en toe aan hun wensen tegemoet te komen. Maar ik vertrouw er op, dat zij op hun beurt zullen begrijpen, dat lang niet alle lezers van deze rubriek begin nelingen zijn, zodat ik ook met de sterke schakers rekening moet houden. Vandaag dan een eenvoudige doch ap petijtelijke tweezei voor de beginnende schakers: een vierzet voor de wat meer gevorderden, hoewel het toch wel erg gemakkelijk is als men maar eenmaal m de gaten heeft dat zwart in zetdwang is. dus byna geen zetten kan doen! En ten slotte een kleine, maar fijne eindspelstu die van De Feyter. welke kenners on middellijk een beroemde studie van Retl in herinnering zal roepen. PROBLEEM VAN E. BRUNNER Deze zet is onvoldoende, zoals wit schit terend aantoont. Een betere verdedigings mogelijkheid was gelegen in 18 Lxc4; 19 dxcl De6. enz. 19. Th3! I.f5 <Tf7 faalt wegens Lxg5!); 20. g4ü Alls klopt precies. Daarentegen wint zwart indien wit per abuis zou spe len 20. Ld6. want er zou volgen: 20 LxdO; 21. Pxdfl Lx)>3; 21 Txh3 PeBI 20. I.xel; 21. «Ixc4 Ld8; 22. Ld6 Lc7 (iets beter La5t; 23. Le6! (En nu het vuurwerk'. Dg7; 24. I.xf8 Txf8; 25. Lf5 Tf7; 26. Lxh7!. (Vervolg van pap 1) Het bleef niet bij plannen. In April 1940 werd met de bouw van de fab k begonnen bij Freeport in Texas en reeds 21 Januari 1941 werd de eerste gietvorm gevuld met het eerste magnesium ooit uit zeewater bereid. De fabfiek was berekend om 9000 ton magnesium per jaar te fabriceren en was geheel voor eigen risico met eigen geld en eigen mensen gebouwd. In Februari 1941 bood Dow Washing ton aan zijn fabrieken met behulp van eigen geld uit te breiden, zodat per jaar 50.000 ton magnesium geproduceerd kon worden, met ais voorwaarden dat Wasn- ïngton de productie opkocht Het aanbod werd verworpen. Nauwe lijks een maand later ontwaakte Wash ington, om het met Dow's eigen woor den te zeggen: „in a panic". Alarme rende berichten van het oorlogsterrein braenten het inzicht dat het magnesium wei degelijk een vitaal materiaal was De regering vroeg Dow zijn zee- waterbedrijf te verdubbelen en stelde 8 400 000 000 beschikbaar voor een plan om jaarlijks 350.000 ton magnesium te Sroduceren. Het was hoofdzakelijk Dow, ie er voor zorgde, dat er nimmer ge brek aan magnesium was. Bij Freeport werd het bedrijf verdubbeld. Een vier maal zo groot zeew a terbedrjjf werd door Dow's mensen bij Velasco. Texas, ge bouwd. Een nieuwe even grote fabriek werd in Michigan opgericht, welke even als in Midland zoutbronnen benutte. Kruiswoordraadsel HORIZONTAAL: 1 Klein kind; 6 oti- derwijs; 7 vlaskam; 9 loswerkman in Ar gentinië; 11 lekkernij; 12 opschrift op een enveloppe; 14 drank; 15 mager; 16 plaat selijk; 18 titel; 19 knaagdier; 21 eetbare pit; 25 vloeistof; 26 waarborg merk; 28 pers. .voornaamwoord; 29 voorkeur;, 31 uitgestrekt; 3." schoen; 35 rijstbrandewijn; 37 punt; 38 ontelbaar; 40 water in Fries land; 41 deel van het alphabet VERTICAAL: 1 Blaasinstrument; 2 meester in de rechten, 3 onpers. voor naamwoord; 4 heldendicht; 5 schrijfkos- fcen; 6 soort 1-wal; 8 afkeuren; 9 weg; 10 neon; 13 rashond; 17 bergplaats; 19 sten gel; 20 titel; 22 onderwijs; 23 dienat- wagenlje; 24 toejuiching; 27 man; 29 geestelijke; 30 boom; 32 woede. 34 spil; 36 kolenemmer: 39 deel van de bijbel. Inzendingen per briefkaart voor a.s. Donderdag aan het bureau van dit blad. In de linkerbovenhoek aan de adrea- zydc vermelden: „Puzzle-oplossing". Er zijn drie prijzen: 1. 5.2. 2.50, 3. 2.50. Oplossing kruis-pas-raadsel van 22 Januari HORIZONTAAL: 1 Panter; H moe; 9 on ia. 11 slop; 13 zool: 14 tak; 16 dra; 17 es. 18 zak; 19 t.n 20 k>s; 21 WET; 22 ventiel; 24 hil. 25 oog; 27 OT 28 ton: 29 Po; 30 ras; 32 zee; 33 zalm. 34 zeer: 35 Eli; 36 nog, 37 punter VERTICAAL: 2 Amok. 3 nop; 4 te; 5 rood; 6 galant; 7 aster; 10 mortel: 12 las; 15 kastoor; 18 zon; 20 lel; 21 weg. 22 vitaal. 23 ion; 24 horzel; 26 koers; 29 pee; 31 slip; 32 zege. 34 zol; 36 N.N. PROBLEEM VAN K. ERLIN Magnesium uit zeewater gewonnen dat ook op dit gebied Duitsland dio.' de geallieerden werd verdagen. Ook in Engeland werd tijdens de oor log magnesium uit zeewater gewonnen enter niet zoals in Amerika rechtstreek* Men richtte daar een fabriek op die magnesia (MgO). o a. een grondstof voor vuurvaste materialen, uil zeewa'er bereidde. De bestaande magnesiumfa- brieken gingen dit magnesia als grood- stof voor magnrsiumfabnkatie gebrui ken Na de oorlog werd deze methode weer verlaten. Dow's zeewaterfabrick echter werkt nog steeds en zijn proces is economisch ten volle verantwoord Dow'a vertrou wen in magnesium it niet beschaamd. Alom wordt nu erkend, dat magnesium een belangrijke plaats in de techniek gaat innemen. Terwijl metaalertsen schaars worden, is de grondstof voor magnesium, zeewater, onuitputtelijk. Magnesium la samen met aluminium het enige metaal, dat na de oorlog goed koper is dan ervoor. Op vele gebieden worden magnesiumlegeringen toegepast, bijv. in de vliegtuigindustrie, autotech niek. instrumenten als kijkers, microsco pen, kunstarmen en -benen, ski'a, huis houdelijke artikelen ala haardrogers, stofzuigers, potten en pannen, kortom overal, waar licht gewicht een voordcel ia. i i n grij EINDSPEL VAN C. J. DE FEYTER Wit begint en maak» rcmiaa

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1955 | | pagina 8