KARSOTEJHlfi
Een Geref ormeerde dominee
ging over naar Rome
Dr H. B. Visser „gaf rekenschap
van zijn theologische visie
Van elke 4 huwelijken gaan
er weer 3 uit elkaar
Betekenis Zuidpoolgebied:
uranium en strategie
tSSdi
De taal van het
Nieuwe Burgerlijk
Wetboek
4
ZATERDAG 29 JANUARI 19!
UITDAGING AAN DE REFORMATIE
(Door dr N. I. Hommes)
TJrEl JAAR 1954 bracht in de veelszins bewogen geschiedenis der Ge-
reformeerde Kerken een wel zeer merkwaardig gebeuren, een tot
dusver onbekend gebeuren in die kerken, n.l. de overgang van een ge
reformeerd predikant naar Rome en dat na bijna 25-jarige trouwe en
toegewijde arbeid 1 De Hervormde Kerk heeft reecs jaren eerder haar
opzienbarende pelgrimages naar Rome gehad. Ik denk aan de overgan
gen van mej. dr C. J. de Vogel en dr W. H. van de Pol, die nu beiden als
hoogleraar werkzaam zijn. De deining daarover behoort alweer lang tot
het verleden.
Dit betekent echter weer niet, dat ln
de Hervormde Kerk de Interne span
ningen ten aanzien van Rome tot het ver
leden behoren. Integendeel, ondanks het
ln vele opzichten uitstekend gedocumen
teerde Herderlijk Schrijven der Hervorm
de Kerk betreffende de R.K. Kerk uit
1950, kent de Herv. Kerk nog de Interne
spanning van de groep der Liturgische
Beweging, een beweging die ln haar be
schouwingen over sacrament, traditie en
apostolische successie onmiskenbaar de
r.k. visie nadert. Wat daar nog uit groeien
zal, op welke wijze deze naar Rome ten
derende beschouwingen met al de span
ningen daarin gelegen, binnen de Her
vormde Kerk ln de toekomst zullen wor
den verdisconteerd, kan niemand nog zeg
gen. Wie de kracht der beginselen kent
cn weet dat ten slotte beginselen be
slissen en machtiger zijn dan goed en
niet-zo-kwaad bedoelende mensen, die
verwacht vroeg of laat ln verband met
deze liturgische beweging een gevaar
lijke hoogspanning in de Hervormde
Kerk.
Niet zo'n vaait
Wie hieraan zou twijfelen, of goedig
denken dat het wel niet zo'n vaart zal
lopen, kan zich laten beleren door de
rooms geworden prof. Van de Pol. die
in zijn ln 1952 geschreven boek: Karak
teristiek van het reformatorisch Chris
tendom. op pag. 248 de ernstige waar
schuwing laat horen: „Daarom is het een
kwestie van leven en dood voor de re
formatorische kerken, dat de huidige
liturgische stromingen niet ten gevolge
van dilettantisme, gebrek aan dogmati
sche bezinning of gevoelsargumenten on
gemerkt uitlopen op een vervanging van
het Avondmaal door de Mis."
Hier wordt door de rooms geworden
Van de Pol de vinger gelegd op een
uiterst gevaarlijke interne situatie van
de reformatorische kerken, n.l. een ge
brek aan diepe dogmatische bezinning bi]
velen. Wie als „protestant" geschokt is
door de ontstellende verdeeldheid van de
Reformatie, wie daarbij het heimwee
kent naar een zichtbare gestalte van de
Una Sancta, die zal. bij een tekort aan
dogmatische bezinning, eerder weerloos
staan tegenover het sluitend systeem en
de bekoring van Rome dan hij zelf ver
moedt.
Trouwens, de pelgrims naar Rome uit
de reformatorische kerken, wie men dog
matische bezinning en ernstige poging
daartoe niet kan ontzeggen, zijn zélf het
bewijs van welk een consequentie de r.k.
conceptie is, daar zij tot volledige capi
tulatie kwamen, omdat en sinds zij éên
r.k. principe accepteerden.
Het r.k. systeem is daarvoor een te
logisch sluitend geheel. Wie de funda
menten aanvaardt, kan en moet ook he»
gehele daarop opgetrokken gebouw aan
vaarden. Het rooms-katholicisme is au
een machtige kathedraal, waarbij het ene
roept om het andere. Wie zijn kerkelijk
onderdak hier zoekt ln het portaal, komt
vanzelf ln koor en schip terecht.
Dr Van de Pol is daarvan zelf het be
wijs. Toen hij indertijd ln Utrecht pro
moveerde. zeide zijn promotor dat htl
met de ene voet in de Roomse Kerk stond
en hij voorspelde hem zijn overgang naar
Rome. Deze profetie is uitgekomen.
Gesprekken
Ingewijden en Intieme studievrienden
van dr H. B. Visser, die aan de Vrije
Universiteit heeft gestudeerd en aldaac
promoveerde, hebben tijdens het beslis
sende proces van verandering van over
tuiging en gedachten, zeer veel met hem
gesproken. Velen kunnen ln dll opzicht
spreken van „Uren met dr Visser", waar-
In zij met hem geworsteld hebben en ge
beden om deze zo geweldige crisis in zijn
geloofsleven.
Wie als vriend de beminnelijke eenvoud
en oprechtheid van de persoon van di
Visser kent, zal aan deze ernstige ge
sprekken over tal van onderwerpen dei
christelijke belijdenis en over de contro
verse Rome-Reformatie, een stille en
dankbare herinnering bewaren, ondank»
de pijn om de beslissing, door hem ge-
Toen deze „bewarende" gesprekken mei
dr Visser werden gevoerd, die door hem
zelf ook werden begeerd en gewaardeerd
was de crisis in zijn theologische over
tuiging al van zeer ernstige afmetingea
en de vrees der vrienden, dat hij voor
de Reformatie verloren was, is bevestigd
Nu is ln reformatorische kringen bij een
overgang naar Rome, heel vaak de reac
tie: „Hoe bestaat hetl Hoe is het moge
lijk! Wie kan daar nu iets van begrijpen?"
Men begrijpt wèl, dat iemand van rooms
gereformeerd of hervormd gaan worden,
maar het omgekeerde is de meesten een
raadsel. Zo ontstaat dan de neiging om
het raadsel psychologUch duidelijk te ma
ken. Nu is het stellig waar, dat psycno-
logische achtergronden bij „bekerings
processen" aanwezig kunnen zijn en vaas
aanwezig zijn.
Zwervers
Dat bijv. moderne mensen in hun gees
telijk ontworteld bestaan en ln hun i
heid van zwerven, veel eerder
vinden in dë schoot van de roomse Mo—
derkerk dan in een der vele kale kerken
der Reformatie, is psychologisch zeer i
te verstaan. Dit geldt wel bijzonder
kunstenaars met hun overgevoeligheid
visuele behoeften. De roomse religie
veel „menselijker" en het accent van het
Evangelie als ..niet naar de mens" (Ga
laten 1 11) valt bij Rome veel minder
Zo zijn er overgangen naar Rome
chologlsch uit zwerversmoeheid te
klaren Ik denk aan Fredertk van Eeden.
die ik in mijn Jeugd als gjrmnaslast
de Groninger studenten hoorde over zijn
overgang naar de R.K. Kerk. Die avond
blijft mij onvergetelijk, omdat ik toen
voor het eerst iets begreep van wat een
vermoeide zwerver-kunstenaar ln dit
geval de auteur van „De kleine Johannes"
en „Van de koele meren des doods"
boeide in de Roomse Kerk. Van Eeden
maakte zijn overgang in zijn voordracht
psychologisch volkomen begrijpelijk.
De merkwaardige overgang van dr H. B
Visser uit de Gereformeerde Kerken naar
Rome ligt m i. op een heel ander niveau.
Ofschoon stellig aan elke „bekering" een
psychologische kant zit en deze ook in het
geval van dr Visser niet geheel afwezig
zal zijn, ligt het eigenlijke accent bij zijn
overgang toch anders.
Dit accent en dat heeft hij ook in zijn
boek: „Geef Rekenschap" willen aantonen
is veeleer theologisch van aard. Het is
zijn theologische bezinning en zijn exege
tische voorarbeid bij zijn prediking over
bepaalde Schriftplaatsen, die dr Visser
langzamerhand maar onweerstaanbaar ge
voerd hebben tot het prijsgeven van de
Reformatie en het aanvaarden van de r.k.
visie op Evangelie en Kerk.
In zijn „Ter inleiding" van zijn boek
wijst hij daar ook uitdrukkelijk op en hij
toont dit later ook telkens aan. dat het
voortdurend bezig zijn met de Heilige
Schrift en bepaalde teksten hem naar
Rome gedreven heeft.
Zo lezen we in de Inleiding de volgende
toelichting op het proces der verandering
van overtuiging:
„Ingezet heeft het zich. toen ik door een
preek uit Matth. 6: 19, 20 er bij bepaald
werd. dat wij schatten kunnen (en moe
ten) vergaderen in de hemel; hierin kwam
aan de orde het loon en de werken en de
medewerking in de genade. Een half jaar
later ongeveer heb ik de juistheid van de
leer van het vagevuur gezien en dat heeft
me zeer aangegrepen, want dat was iets
specifiek rooms. Ik heb me toen afge
vraagd: gaat mijn weg daarheen? Var
toen af is het een na het ander er bi;
gekomen".
Afgezien van de kracht zijner Schrift-
agumentatie en van zijn Schriftexegese
daar valt de slag tussen dr Visser en ons
blijkt uit deze verklaring van de schrij
ver duidelijk, dat wij zijn overgang naai
Rome niet psychologisch moeten verkla
ren uit een soort moeheidsstemming
tegenover het innerlijk zo verdeelde pro
testantisme.
Zo komen wij er niet en zo doen wij dr
Visser geen recht. In „De Protestant" var
Dec. '54, waarin dr Riemens het boek var
dr Visser recenseert, meent deze recen
sent de mogelijkheid van een psychologi
sche verklaring open te moeten houden
in verband met het oordeel van dr Vissei
op pag. 184 van zijn boek over de Refor
matie: „Men reformeert zich dood".
Riemens veronderstelt een moeheid bij dr
Visser in zake de verdeeldheid en
splintering der Hervorming sinds de 16e
eeuw tot op heden en verwijst daarbij in
een noot naar de plaatselijke situatie in
Bunschoten (laaste standplaats van
Visser), met een lege Hervormde Kerk
een grote gescheurde Gereformeerde
kerk.
Geen moeheid
Ik meen dat de moeheidshypothese,
waarbij dr Visser het moede hoofd in de
schoot der Moederkerk heeft neergelegd
onjuist is. De schrijver zelf suggereert dit
moeheidsmotief ten opzichte van
voortgaande opsplitsing der Reformatie
nergens. Wel spreekt hij over de Refor
matie van de 16e eeuw van Luther en
Calvijn en over de Hervormde Kerk daar
uit ontstaan, over de Gereformeerde Ker
ken, ontstaan uit de Hervormde Kerk en
over de Gereformeerde Kerken onderhou
dende art. 31 K.O., die op haar beurt
weer ontstaan zijn uit de Gereformeerde
Kerken, maar dr Visser doet dit op pag.
179 vv. van zijn boek. om met gebruik
van de argumentatie dezer kerken tegen
over elkander, de Reformatie van de 16e
eeuw af te wijzen.
We lezen bij hem op pag. 179 o.a.: „Zal
niet elke Hervormde tot de Gereformeer
de zeggen: „Gij hebt wel bedoeld de echte
Hervormde Kerk te zijn, maar gij zijt hel
niet. De Hervormde Kerk zijn en blijven
wij. Gij hebt een nieuwe kerk opge
richt?" Zeggen de Gereformeerden dal
niet tegen de Vrijgemaakten (Geref. on-
derh. art. 31)?"
Dr Visser trekt dan «ijn conclusie:
„Maar zo moest men dan toch ook zien.
dat het ten onrechte ls, als men de eigen
beweging in de 16e eeuw reformatie
noemt. Dit Is geen reformatie geweest,
maar nieuwbouw".
Op pag. 184 spreekt dr Visser het af-
De positie van de vrouw in Indonesië
Maar een kentering staat voor de
deur. en is reeds duidelijk voelbaar
Zal mevrouw Fatmawati Soekarno, de (eerste) echtgenote van president
Soekarno, een actieve rol gaan spelen bij de verkiezingen, die dit jaar
men weet nog niet precies wanneer zullen worden gehouden, om het
benoemde parlement te vervangen door een gekozen volksvertegenwoor
diging? Het is het dagblad Sumber geweest, dat kort geleden deze kwestie
op het tapijt heeft gebracht. Het blad sprak als zijn oordeel uit, dat een
groot deel van de Indonesische vrouwen een candidatuur van mevrouw
Fatmawati Soekarno zeker zal steunen, om haar aldus in de gelegenheid
te stellen als parlementslid op te komen voor de rechten van de vrouw, in
het bijzonder op het gebied van de huwelijkswetgeving.
Daarbij rijst natuurlijk de vraag, aldus. Waarbij overigens de els werd «gesteld
lezen we in het Nieuwsblad van het] en dat was in verband met de aan-
Noorden, of het de wen» van mevrouw wezigheid van mevrouw Fatmawati Soe-
Fatmawati Soekarno zelf is om zich actief karno op het congres in zekere zin
in het maatschappelijk leven te begeven i sationeel dat zowel het huwelijk
dan wel zich tevreden te stellen om bij I de president als van de vice-president
officiële gelegenheden zoals b.v. de van de Republiek Indonesië monogaam
receptie ter gelegenheid van de confe
rentie der Colombo-landen in Bogor
als officiële eerste vrouw van de presi
dent op te treden.
Het kan intussen niemand zijn ontgaan,
dat sinds het (tweede) huwelijk van pre
sident Soekarno met mevrouw Hartinl,
mevrouw Fatmawati zich meer en meer
bij gebeurtenissen ln het openbaar heeft
vertoond, oek al was de president daarbij
niet aanwezig. Tevoren had mevrouw
Fatmawati, als zij met de president op
tournee door Indonesië was, wel eens op
bijeenkomsten een paar woorden gespro
ken- Doch de laatste tijd verscheen zij
meermalen alleen en dan niet als bezoek
ster zonder meer, doch als regel was zij
de ere-gaste en voerde zij het woord.
Dat was o m. het geval op het in Soera-
baja gehouden congres van de Perwari,
de Persatuan Wanita Republlk Indonesia:
de bond van Indonesische vrouwen. Deze
vrouwen-organisatie is nogal actief ge
weest in verband met het huwelijk van
president Soekarno met mevrouw Hartini.
Zij belegde daarvoor een vergadering en
zond een delegatie naar de president om
hem haar opvatting over dat huwelijk
kenbaar te maken. De Invloed en beteke
nis van deze organisatie vallen zeker niet
te kleineren. Zij telt onder haar leiding
gevende leden o.m. mevrouw Soedirjo, dc
echtgenote van de DJakartase burgemees
ter. een man van het huidige regime
nochtans, en mevrouw Mustadjab, de echt
genote van de burgemeester van Soera-
baja.
Op het congres van de Perwari nu was
mevrouw Fatmawati Soekarno een be
langrijk figuur, naast de zeer vele mili
taire en civiele autoriteiten.
Zware eisen
Het Merdeka (vrijheid) houdt niet alleen
een staatkundige vernieuwing voor de
Indonesische man in, maar is evenzeer
door de Indonesische vrouw aangegrepen
als een mogelijkheid verandering te bren
gen In haar maatschappelijke en juridi
sche positie. Want het congres vai
Perwari. die openstaat voor elke gods
dienstige schakering (ook de Islamietxsche
dus) kwam tot het besluit, dat een nog
te verwezenlijken huwelijkswet
principe een monogaam huwelijk moet
voorschrijven en dat polygamie slechts op
bepaalde (zware) voorwaarden mag
den toegestaan, hetgeen kennelijk een
concessie aan de Islamietische opvattm-
i zijn!
Merdeka geldt niet
steeds
Voor Westerse begrippen is dit alles
wellicht moeilijk te bewijzen- Zoals het
nauwelijks te geloven is. dat een meisje
van zeventien jaar, dat weigert de vierde
vrouw te worden van een 45 Jaar oude
godsdienstleraar, aan wie zij, zonder dit
te weten, door haar ouders was uitge
huwelijkt en dat in het geheim trouwt
met de man harer keuze, door een Adat
gerechtshof tot zes maanden gevangenis
straf wordt veroordeeld.
Mèt de man harer keuze en de twee
lieden, die hen in de echt verbonden.
Voor dat Sumatraans meisje en haar
zelf-gekozen man gold het Merdeka
17 Augustus 1945 nog niet!
Hoe moeilijk en onzeker de positie
de Indonesische gehuwde vrouw is. blijkt
ook uit het feit, dat in de Kaboepaten
Cherlbon een klein stukje van Indone
sië in de eerste maanden van het
vorig Jaar 21.065 huwelijken werden ge
sloten, doch 15.505 echtscheidingen tot
stand kwamen, afgezien nog van 1626 ge
vallen van roedjoek (herstel va
huwelijksband, nadat de talak, of
waardelijke echtscheiding, Is uitgespro
ken). Overigens floreerde het kantoor
de Kaboepaten Cheribon er wel bij: het
ontving aan nikah (huwelijk), talak (voor
waardelijke verstoting) en roedjoek (her
stel van de huwelijksband) in totaal niet
minder dan 373.000 rupiahl
Radicale geluiden
Het congres heeft, zoals wij reeds zei
den, zich uitvoerig bezig gehouden met
de positie van de gehuwde Indonesische
vrouw en zij heeft als de wensen van de
Perwan ten aanzien van een huwelijks
wetgeving radicale geluiden laten horen.
Radicaal, niet naar Westerse begrippen,
doch gezien van Islamietlsch standpunt,
zeer zeker, o.a.: monogaam huwelijk als
principe; met verbod van bijvrouwen er
polygamie slechts bij uitzondering; slui
ten van huwelijken slechts met goedvin
den van beide partijen (ter voorkoming
van gedwongen huwelijken); gelijke voor
waarden voor echtscheiding voor man en
vrouw (thans kan de man vrij eenvoudig
zijn echtgenote verstoten); verzwaring
der straffen op overspel en opheffin* van
de discriminatie bij het bestraffen van
vrouwen en mannen, die overspel ple
gen, enz.
In één nacht
Uw handen gaai en zacht
S u n b a I m
Vraag Uw Apotheker ol Drogist
Gratis proeflubc na inzending van
deze advertentie aan N.V. Rowntree.
Afd E Herengracht 209 Amsterdam
wijzen door de Hervormden van Afschei
ding eD Doleantie aldus tegen de Her-
„Waarom zijn er zoveel Gereformeerden
in de Hervormde Kerk, hoewel zij het
de toestanden daar lang niet eens ziji
natuurlijk ook niet kunnen zijn? Toch
blijven zij in de kerk en zijn zij
Afscheiding en Doleantie niet meegegaan.
Waarom niet? Zij zeggen: de Reformatie
moet ln de Kerk zelf geschieden. Maar
daarmede is het fundament voor
eigen standpunt ondergraven, want
heeft men in de dagen der Reformatie
niet betracht".
Deze argumentatie is op het e
m snijdend en steekhoudend en
gereformeerde zijde is meer dan
tegen hervormden opgemerkt, dat,
sr Luther en Calvijn zo berust hadden
de feitelijke situatie, er nimmer
Reformatie zou zijn gekomen.
Maar er is iets anders en men verbaas!
zich over, dat dr Visser daaraan voor
bijgaat, terwijl hij dat krachtens zijn her
komst en studie toch kon weten, nl. dat
men noch de Reformatie van de 16e e
noch bijv. de Doleantie als een verlaten
een bestaande kerk kan en mag
qualificeren.
Beide bewegingen hebben niet de be
doeling gehad om naast de bestaande
kerk eeri nieuwe kerk te stichten, maar
om de bestaande van binnenuit te refor
meren. Waar dit niet gelukt is, ls er
feitelijk in de 16e eeuw naast de Room
se Kerk, die wel allerlei misstanden
wegnam, maar de dwalingen sanctlon-
neerde op het Concilie van Trente. een
Hervormde Kerk naast de Roomse ont
staan en zo is er eveneens in de 19e eeuw
naast de Hervormde Kerk feitelijk een
Geref. Kerk ontstaan, maar dit feitelijk
ontstaan van nieuwe kerkinstituten ls
noch in de 16e eeuw. noch in öe 19e
de bedoeling geweest. Het uitspe-
van de 19e eeuwse kerkstrijd om
daarmede die van de 16e eeuw te ver
oordelen. gaat daarom niet op en zeke-
met tegen de huidige Gereformeerden
tegen wie dr Visser voortdurend poie
miseer t.
Sola Scriptura
Al met al is het boek van ar Vissen
ier merkwaardig. Is de Reformatie van
de 16e eeuw ontstaan door een voort
durende reflexie en bezinning op de
Heilige Schrift en was haar strijdleus
Sola Scriptura, alleen de Schrift, dr
Visser meent dat hij met dezelfde ieu»
allen moe: oproepen om weer rooms te
worden. Volgens hem voert de H.S. en
het recht verstaan daarvan de mens re
gelrecht naar de Roomse Kerk!
Hij weet zien in die overtuiging zo
ongeschokt en onaantastbaar, dat hij
triumfantelijk uitroept: „Met alles, wat
ln de Schrift staat, kan ik ir. ae Rooms
Katholieke Kerk terecht en daarom deed
ik. vanwege mijn gereformeerd beginsel,
dat de Schrift Gods Woord is en ge
hoorzaamd moet worden, die stap" (Pag.
t ïis kras. De vraag ls echter of het
Juist is.
Om aan te tonen dat dr Visser hier
dwaalt en dat de Schrift veel wat bij
Rome is, niet kent. of sterker, afwijst,
"ou ik een boek moeten schrijven, dat
:n minste even groot vain omvang is au
at van dr Visser.
Hier een enkele vraag: Is het waar.
dat de Schrift mij de alleenheerschappij
de bisschop leert, ULtmondend ln
pauselijk gezag? Dr Visser zal met
roomse theologen verwijzen naar d«
Petratekst uit Matth. 16. Maar is dit
beslissend? Zelfs wanneer men met r.k.
theologen niet alleen de belijdenis van
Petrus, maar ook de persoon van Petrus
scheppen gezonde regelmaat
als fundament der Kerk in Matth. 18
aanvaarat en ik ben bereid daarin
te gaan aan nog zie ik geen dwin
gende lijn van Petrus naar de paus. Het
apostolaat, ook dat van Petrus, is een
malig en onvervangbaar en aaarom turn
er erfelijk.
Ook buiten de Schrift is geen enkel
historisch argument hier dwingend en
onweerlegbaar. Wat Rome ook aan bis-
scnopslijsten kan aantonen, hoe men ook
ae beroemde tekst van lreneus uit ae
tweede eeuw over ae meer machtige
oorspronkelijkheid van de kerk van
Rome mag uitleggen wat mij betreft
zo gunstig mogelijk voor Rome on
aantastbaar en onverklaarbaar op Rome's
standpunt, blijft de mening van de be-
iae bisschop Cyprianus van Carthago
uit de derde eeuw, die niet alleen ver
kondigt dat alle bisschoppen gelijk zijn,
maar die er zelfs niet voor teruggedeinsd
is om de handschoen op te nemen tegen
bisschop Stephanus van Rome en hem
te beschuldigen van ketterij, hetgeen
onverzoenlijk is met de idee van het
primaat van Rome!
Dr Visser laat in zijn boek Geef Re
kenschap, dit hele vraagstuk onaange-
Maria-verering
Daar is meer te vragen. Waar leert de
Schrift mij de Maria-verering, die tot de
Maria Hemelvaart is uitgegroeid? Wai
dr Visser daarover op pag, 8899 schrijft,
heeft mij niet overtuigd, lik lees in heel
het Nieuwe Testament niets over het
aanroepen van Maria, ook niet in de
plaatsen uit Luc. 1 en 2 en Openb. 12
die dr Visser behandelt. Wat Jezus als
het geheel nieuwe in het leven van zijn
discipelen en kerk aankondigt, dat ia,
dat zij zullen bidden in Zijn Naam (Joh.
24).
Het verwijt dat in de kerken der Re
formatie zelden of nooit over Luc. 128
(Wees gegroet) en over Luc. 148 (de
zaligspreking van Maria) wordt ge
preekt, is ad rem, maar is Rome met
haar overdadige en onschriftuurlijke
Maria-verering niet de hoofdschuldige
aan deze tekortkoming bij de Reforma
tie?
Dr Visser wijst ln zijn boek nog oo
andere tekortkomingen in de theologie
en de vroomheid der Reformatie. Ik
denk aan vasten, biecht, het doen van
geloften en de ongehuwde staat. Ik moet
hem daarin ten dele bijvallen. Het is
mijn overtuiging ar Visser weet dit
dat de Reformatie hier belangrijke
ZEVEN LANDEN TONEN BELANGSTELLING
Ontginning natuurlijke rijkdommen is thans
technisch mogelijk
TVrOG NOOIT viel er een zo algemene belangstelling waar te nemen vi
de Zuidpoolgebieden als thans. Begin 1954 vertrok een belangrijke
Australische expeditie, in de loop van het jaar gevolgd door een Britse en
in December door een Amerikaanse.
Het Zuidpoolgebied of Antarctica onderscheidt zich sterk van
de Noordpoolstreek. De Noordpool bestaat enkel uit ijs van bevroren
oceanen; de Zuidpool is een meestal door ijslagen bedekt vasteland. Eco
nomisch is de Zuidpool bijgevolg interessanter dan het Hoge Noorden. De
economische betekenis van Antarctica is trouwens niet vreemd aan de
verbetenheid waarmede de aanspraak makende naties Groot-Brittannië,
Frankrijk, Australië, Noorwegen, Chili en Argentinië hun rechten laten
gelden op bepaalde gebieden van dit onmetelijk continent, dat met zijn
14 millioen vierkante kilometer, een oppervlakte heeft, die gelijk is aan die
van gans Europa en de Ver. Staten tezamen.
Herhaaldelijk hebben de Ver. Staten
in Amerika laten weten, dat zij de aan
spraken van de verschillende landen niet
kunnen aanvaarden. Laatst gebeurde dit
nog in het memorandum van de militaire
senaatscommissie. Dit memorandum stelt
in het licht, dat de Ver. Staten tot nog
toe van alle aanspraken op het Zuidpool
gebied hebben afgezien, niettegenstaande
het groot aantal expedities deze toch wel
zouden hebben gerechtvaardigd. De Ver,
Staten zouden hun houding moeten her
zien in het licht van de groter wordende
economische en strategische betekenis
van Antarctica.
Het eerste gevolg van dit rapport is de
Amerikaanse expeditie welke op 1 De
cember j.l. is uitgevaren onder leiding
van kapitein Jacobsen. Technisch werd
de expeditie georganiseerd door admiraal
Byrd.
Hoewel het gTOOtste gedeelte van het
antarctisch continent nog door geen mens
betreden, is toch reeds bekend, dat de
als hersenschimmig werd afgewezen,
thans, met de nieuw opgedane ervaring op
alle gebied, meer en meer technisch te
verwezenlijken blijken.
Niet alleen economisch en dan mag
men toch nooit de walvisvangst uit het
oog verliezen, die voor ruim 80 procent
in het antarctisch gebied Is geconcen
treerd maar ook strategisch ls het Zuid
poolgebied van grote betekenis, vooral
voor de Ver. Staten. Een mogelijke
niellng van het Panama-kanaal zo
scheepvaart dwingen tot een omleiding
langs het Zuiden van Zuid-Amerika. In
dit geval betekenen bases op de Zuidpool
de beheersing van een belangrijke
weg. De Zuidamerikaanse staten vi
echter iedere oprichting van militaire
steunpunten in het antarctisch gebied.
Vanuit die bases zouden immers zonder
noemenswaardige moeilijkheden de be
langrijke economische centra in de zui
delijke staten van latijns Amerika kun
nen worden gebombardeerd.
bodem grote steenkoollagen bevat. Geolo
gische waarnemingen van- vorige expedi-
wijzen bijna zeker op de aanwezig
heid van goud, zilver en koper. Op dit
ogenblik gaat echter de grootste belang
stelling uit naar uranium, dat in Antarc
tica te vinden zou zijn. Een Australische
expeditie in 1911 (en een expeditie om
streeks 1930 kwam tot dezelfde gevolg
trekkingen) heeft aangetoond, dat de bo
demsamenstelling in het door Australië
opgeëiste gebied, identiek is aar
Zuid-Australië. In Zuid-Australië nu. zijn
rijke uraniumlagen ontdekt. De kans op
het vinden van uranium wordt nog ver
sterkt door de grote overeenstemming
tussen de samenstelling van de bodem
het Zuidpoolgebied en die van Noord-
Canada. waar. zoals men weet. ook be
langrijke uraniumertslagen worden ont
gonnen.
De ontginning van deze natuurlijke rijk
dommen, die door vroegere expedities
N.T. gegevens ongebruikt heeft laten
liggen. Er is op al deze punten m l. een
bijbelse visie en boodschap, die wij tot
schade der gereformeerde vroomheid
niet hebben verdisconteerd in ons leven
Maar daarom word ik niet rooms!
Ook al zouden wij de bijbelse bood
schap over genoemde punten in practijk
brengen, dan zou de waterscheiding tu.-»-
;n Rome en de Reformatie nog diep
blijven. Immers, de kloof zonder brug
tussen Rome en de Reformatie is naast
de hiërarchie, culminerend in de onfeil
baarheid van de Paus, de idee van de
coöperatie tussen God en mens in de
zaligheid.
Dr Visser roert nog veel meer punten
aan, bijv. de leer van het vagevuur en
het gebed voor de doden Hij verdedigt
dit met een beroep op het tweede boek
der Maccabeeën, een van de Oudtesta
mentische apocriefe geschriften
Hij beschuldigt in ddt verband de Re
formatie, dat zij de Bijbel eigenmachtig
verminkt en ingekort heeft. Dit is een
vraagstuk, dat een aparte behandeling
vraagt.
Uitdaging
Het bovenstaande toont genoeg, dat di
Visser de Reformatie uitdaagt en tevens
welk een tijd van geestelijke span
ningen wij leven. Niet alleen gist het
allerwegen intern in de kerken der Re
formatie door allerlei tegenstellingen en
nuanceringen, maar er is ook een door
braak van het Reformatiefront doot
Rome. In de Hervormde Kerk reeds eer
der. In de Gereformeerde Kerken voor
het eerst.
Dr Vissers boek is te weerleggen en
moet weerlegd worden, ter wille van de
kerken der Reformatie, maar bovenal
ter wille van de Waarheid.
Heeft hij gelijk, dan moeten we allen
eer Rooms worden
De Reformatie en de Waarheid zijn
hier in het geding!
rER DCOS 0 75
kLUXE FLACON 1.25
li.
Mr dr Sinnighe Damsté zet zijn 6tudie
/an het Burgerlijk Wetboek voort
heeft mij dan ook maar een deel
zijn bezwaren gemeld. Ik heb de ei
40 bladzijden doorgelezen en daarover de
volgende opmerkingen te maken:
Op blz. 3 Inl. titel art. 8.2 staat een
komma voor hetzij; op bladzijde 13,
1—5—532 staat er geen voor, evenmin
als op blz. 31, 1—11—14, noch op blz
32, 111—1—14, noch op bladzijde 38,
l133—2, terwijl zij op al deze plaatsen
m.i. had moeten staan
Op blz. 4, 121 staat voor t e n z ij
géén komma, maar op blz. 7, 1—4—9 wel,
evenals op blz. 19, 1—17—2—5al. Daar
entegen ontbreekt zij weer op blz. 31,
1—11—1—5. Op blz. 33 en 34 staan ze
weer wèl.
In al deze gevallen hadden ze m.i.
moeten 6taan.
Over het gebruik van diens In-
plaats van z ij n, waarover Ik in mijn
eerste artikel sprak, nog dit: Ik heb vele
plaatsen aangetroffen, waar diens onjuist
is gebruikt b.v. blz. 3, 4, 8, 11, 16, 17,
19, 20, 35. Daarentegen ook een 'paar
plaatsen waar het woord diens terecht
werd gebezigd: „Indien een echtgenoot
afwezig is, in de onmogelijkheid ver-
keert, zijn wil te verklaren of zijn mede
werking weigert, kan de boedelrechter
de andere echtgenoot op diens verzoek
tot het aangaan van een koop op afbe
taling machtigen."
Evenzo blz. 20, 1—7—2—33. Een zeer
goed voorbeeld van het Juiste gebruik
vinden we op blz. 26, 1—8—2—22: „Noch-
kan de echtgenoot Jaarlijks van de
andere echtgenoot een gespecificeerde
opgave van diens goederen en schul
den vorderen." Ook op blz. 38 staat zulk
»en voorbeeld.
Op blz. 4, 1223 vind ik: „Deze naam
geving blijft van kracht, totdat de Koning
deze heeft bekrachtigd of gewijzigd".
Ten eerste heb ik bezwaar tegen van
kracht blijven tot iets is bekrach
tigd, maar bovendien lijkt mij de tegen
stelling bevestigd of gewijzigd
juister. Op dezelfde blz. vind ik: „Zij
mist nochtans deze bevoegdheid, indien
haar huwelijk door echtscheiding is ont
bonden en ten tijde v«n de ontbinding
het huwelijk geen afstammelingen
daaruit in leven z ij n". Daar men uitgaat
van een ontbonden z ij n, dus van een
verleden, behoorde m.i. hier te staan: in
leven waren. Op deze blz. staat ook:
„Hij wiens geslachtsnaam of voornamen
niet bekend zijn, kan een geslachtsnaam
of voornamen aannemen met toestem
ming van de Koning."
Juister en welluidender ware: „Kan
iet toestemming van de Koning een ge
slachtsnaam of voornamen aannemen."
Op blz. 18 komt lets van dezelfde aard
oor: „Wanneer zij de man weigert vol
doende inlichtingen ie geven." Beter*
voldoende lol
PU. tezamen sprak ik al. Deze foi^
staat ook op blz. 5, 10, 21. Er is ep
vaste uitdrukking: „bij algemene maal
regel van bestuur te stellen." Nu kon
het mij voor, dat dit ln vele gevalle»
een germanisme is. Wanneer men zeg;
Dat is te doen, te bereiken, te zien, druk
men een m o g e 1 ij k h e i d uit. In ht
Duits daarentegen betekenen zulke uil)
drukkingen met z u een noodzaak. Be.
doelt de wetgever nu een mogelijkheii
of een noodzaak? Dit laat ik ter beoor.
deling aan de juristen over.
De punctuatie is zonderling. Ik voni
op de blz. 6, 7, 9, 11, 16. 19, 25, 31, 37 enz
verschillende zinnen met waarmede
waaruit, wanneer, waarbij, alwaar, waarj
in, waar ik stellig een komma had verj
wacht vóór deze woorden.
Een enkele maal werd een overbodij
o m gebezigd, b.v. in: „Door dit te ver.
zuimen verliest hij het recht om dt
nietigverklaring van het huwelijk te vraj
gen". (Blz. 9, 15225).
Op blz. 9 lees ik: „De aangifte ge-
schiedt in persoon of bij zodanige ge
schriften (geen komma) waaruit van hei
voornemen der aanstaande echtgenote!]
met genoegzame zekerheid kan blijken.l
Ik vraag me af, of dit van niet over
bodig is, en zal de bedoeling niet zijl)
dat het werkelijk blijkt? Waarom
dan: kan blijken?
Op blz. 10 staat: „Deze vordering verj
valt door verloop van achttien maam
den, te rekenen van de dag der huwe
lijksafkondiging." Wat ls bedoeld, dooi
of na?
Op blz. 11 staat plaats gehad. Aange
zien het werkwoord plaatshebben is,
moet het voltooide deelwoord zijn plaats
gehad.
Op blz. 12, 1—5—4—2 en 3 staat het
huiselijke woord ve r h e 1 p e n. Dit be
tekent beter maken, herstellen. Wanneer
ik nu lees: „Een aanstaande echtgenoot
die in de onmogelijkheid is, zijn door het
vorige artikel vereiste geboorteakte te
vertonen, kan dit verhelpen door een
akte van bekendheidIk vraag mij
weer af of niet juister ware: heeft het
recht deze te doen vervangen
door of iets dergelijks. Verder wordt
gezegd: „Het ontbreken van een ge
boorteakte kan ook worden verhol-
p e n" en eveneens: „Indien partijen niet
in staat zijn de akten van overlijden over
te leggen, kan dit gebrek op dezelfde
wijze als in het geval van het vorige ar
tikel worden verholpe n." En weer
vraag ik me als leek af: Kan men het
ontbreken van een akte van over
lijden een gebrek noemen?
Een zonderlinge indruk maakte ook op
mij dit artikel (1—547): „Indien een
der partijen uit hoofde van een behoor
lijk bewezen wettig beletsel verhinderd
wordt zich naar het gemeentehuis te
begeven, kan het huwelijk worden vol
trokken in een b ij zonder huis binnen
dezelfde gemeente."
Ik meen dat men verhinderd is uit
hoofde van iets en verhinderd
wordt door iets of iemand. En waarom
moet het huis bijzonder zijn? Is „huis"
ofwel „een of ander huis" niet voldoen
de? Wat betekent bijzonder hier?
Bepaald onjuist lijkt mij bladzijde 13
(1—559): „Het staat de Koning vrij,
uit hoofde van gewichtige redenen aan
partijen te vergunnen het huwelijk door!
een bijzondere bij authentieke akte ge
volmachtigde te voltrekken." Moet dit
niet zijn: te doen voltrekken?
Op blz. 13, 1—5—5—1 staat: „Voor zo
ver hieronder niet anders is bepaald, kan
op grond dat de echtgenoten niet de
vereisten in zich verenigden (om) teza-i
men een huwelijk aan te gaan, de nietig-;
heid van het huwelijk worden gevorderd
door"eriz. Op grond dat is geen
Nederlands. De uitdrukking luidt: op
grond van. In dit geval behoorde het dus
te zijn: „op grond van het feit dat."
Op blz. 22 staat op de ene plaats: „heeft
voor de helft verhaal tegen de andere
echtgenoot" en op de andere: „behoudens
haar verhaa) voor het geheel op haar
Ik meen dat verhaal o p juist ls en
verhaal tegen onjuist. Een voorbeeld
van zeer krom Nederlands vond ik nog
op blz. 21 (17—25): „De verzoeker kan
gedurende het geding met bewilliging
de rechter behoedmiddelen in
het werk stellen teneinde (lees ten
einde) te voorkomen, dat goederen van
de gemeenschap worden weggemaakt uf
verspild." Waarom is maatregelen
nemen om niet goed? Maatregelen om
te voorkomen is toch zeker Juister dan:
behoedmiddelen ln het werk stellen om
te voorkomen.
Waarom in 1—5—582 reconventie
niet kan vervangen worden door tegen
eis is mij als leek ook niet duidelijk.
In 1—7252 staat: „De andere echt
genoot heeft in geval van wanbeheer geen
vordering tot schadevergoeding".
Als leek zou ik weer gezegd hebben: geen
ring van. Iemand
kan toch wel een vordering hebben, zon
der dat het recht daartoe aanwezig is?
In 181—10 lees Ik: „Bestaat tussen de
echtgenoten een geschil aan wie
hen belden enig goed toebehoort,.".
Dit behoorde m.i. te zijn: een geschil
over de vraag aan wie. Een geschil
aan wie betekent niets.
1° III24 staat: „Over het verzoek
om brieven van wettiging wint de Koning
het advies in van de Hoge Raad der
Nederlanden." Wanneer 1 n aan het eind
an de zin komt, is deze veel fraaier.
Ten slotte nog 1—11—3—7; „De bewijs
levering is aan geen bepaald middel ge
bonden. Tegenbewijs 'ls door alle
'ddelen toegelaten." Ik geloof dat
bedoeld is: Tegenbewijs door (of met)
alle middelen is toegelaten. „De be
slissende eed kan niet worden opgedra
gen." „Waarschijnlijk dus ook niet ge-
zegt een leek dan. Een eed op
dragen is in elk geval een zonderlinge
zegswijze.
Ik zal het hierbij laten, ofschoon ik nog
■eer Streepjes zette. In elk geval is wel
duidelijk geworden dat een groot deel van
dit wetsontwerp aan een duchtige taal
kundige revisie moet onderworpen wor
den, vóór het in openbare behandeling
komt.
Dr F. C. Dominicus.
Toen het bovenstaande reeds was ge
schreven. kreeg ik nog een aantal op
merkingen van mr dr Sinninghe Damsté.
die duideluk maken wat ik aan het eind
dit artikel beweerde. Een er van is
sterk staaltje van gebrekkige cor
rectie. Zij betreft wetsontwerp no. 3769*
2-3-6-8. I blz. 31. waar staat: „Binnen een
maand na het verstrijken van de bij het
voorgaande artikel genoemde termijn zul
len de vereffenaars ter plaatse door hen
"*n te w|jzen. mits gelegen in de gemecn-
waar de ontbonden naamloze vennoot
schap laatstelijk gevestigd is geweest,
alsmede ten kantore van het handels
register van die plaats hun rekening en
verantwoording neerleggen, ren einde
aldaar gedurende d~c maanden Ie- in
zage voor een ict--r te vrblijven;
Het is dui-iclijic d.t h-t gecursiveerd*
op de vereffenaar slaat, wat natuurlijk
niet bedoeld kan zijn.
F. C. D.