onze jeuqó-p&qin&
CJ^obby en de eendjeó
poppenmoeöeRtje
Wonderlijke hobby van 'n kruidenier
De accuraatst lopende klokken
ter wereld
vim laajHKUMKJA
ZONDAGSBLAD 8 JANUARI 1955
KLEIN-ROBBIE woont op de Sin
gel. Er is water in het midden
van de straat en in dat water zwem
men eendjes, vlak voor Robbie's
deur. Hij houdt veel van die eend
jes, vooral van de witte, want die
zijn zo klein. Aan hen gaf hij ook
altijd het brood, dat hij van zijn moe
der kreeg.
Op een dag maakten de eendjes ru
zie om het brood. Zij hadden erge
hongèr. De witten pakten met hun
snavels eikaars kopveren en trokken
eraan en zij beten elkander al sna
terende.
Ineens kwam daar een hele dikke
grijze eend vlug van de overkant aan,
met open snavel. Hij had zich opge
richt op de punt van zijn staart en
sloeg met zijn vleugels, waardoor hij
zich als een zeilboot voortbewoog.
Vlug als de wind kwam hij aanzeilen
en zag er met open bek heel gevaar
lijk uit!
Robbie schrok. Hij liet de rest van
zijn brood vallen en liep gauw naar
zijn moeder toe. In zijn haast zag hij
niet eens, dat de eenden zich op het
brood wierpen en dat het ook de
grote alleen om het voedsel te doen
Rob vertelde een verward verhaal
aan moeder van de boze eend en voeg
de er aan toe, als om zich te troos
ten: ,,Boze eend wil Robbie niet bij
ten, hè Mam. hij had alleen maar
honger?"
..Natuurlijk, vent", stelde moeder
hem gerust.
Maar Robbie ging toch liever niet
meer naar buiten; en toen moeder
's avonds naar haar slapende kind
keek. had hij hoogrode wangetjes en
gooide zich onrustig van zijn éne op
zijn andere zij; hij droomde.
Alle eendjes waren hem achterna
gekomen en zaten op zijn bed, hij had
moeite ze van zich af te houden met
zijn kleine armpjes. Zij zaten te sna
teren en te kwekken; je kon geen
woord verstaan.
te zeggen.
„Begint ie weer met z'n Covert
Gans!" hoorde Robbie ineens zijn
witte vriendjes smalen. „Schei toch
uit, verveel het kind niet. Wij willen
hem wat vragen".
„Ja, dat is goed, dadelijk", kwek
te de grijze, „maar hou nu je snater
dicht!"
De grijze was de grootste en dus
de baas; de witte zwegen.
Toen begon de grote grijze eend:
„Ik ben van verweg. van over de
bergen in het zuiden. Ik heb er treu
rige dingen meegemaakt en op een
dag hield ik het er niet meer uit. Ik
vloog weg.
Mijn neef en vriendje Covert Gans
hadden de mensen namelijk in een
heel klein hokje gezet; het paste pre
cies. geen centimeter was er over.
In het begin was de stumper nog
blij met zijn nieuwe pension, want
hij had altijd honger gehad en kreeg
nu eten in overvloed..
Na een paar dagen al, klaagde hij
evenwel, dat hij het staan en zitten
haast niet meer uit kon houden.of
ik hem niet kon helpen uit het hok
te ontsnappen? Soms kreeg hij een
gevoel a';of het hok hem al te klein
werd. hij had ook zoveel gegeten de
laatste tijd.
Hij keek daarbij zó angstig, ik had
echt met hem te doen. Ik probeer
de, of ik niet ergens een haakje of
een schuifje kon vinden dat ik met
Och, beste dokter pilledrop.
Kijk toch eens even naar mijn pop
Zes dagen heeft ze niets gegeten
En als maar op haar atoel gezeten.
Ze lust geen melk en ook geen pap.
Haar handjes hangen o. zo slap.
Ze wil niet slapen, lachen en niet
En alles schijnt haar te vervelen.
Ik gaf haar gisteren 't
i kruik-
Want t.>en had ze pijn ln haar buikje.
Vindt V haar wangetjes niet bleek?
Ze lijkt me helemaal van streek.
Z«>u ze van de koorts zo beven?
Ik weit niet wat ik haar moet geven.
Och dokter, is er groot gevaar?
Ze wordt weer beter toeh. niet waar?
Mevrouw, wees sterk, heb goede moed.
De pols is sterk, de tong is goed.
Haar keeltje is wat opgezet.
Me dunkt, ze moet maar gauw naar
bed.
mijn sterke snavel open kon maken,
maar ik zag niets, hoe ik het hok ook
van alle kanten bekeek.
Zo vaak ik kon, ging ik Govert
opzoeken, ik maakte me ongerust
over hem. Hij had me verteld, dat
hij geen eten meer kon zien, maar
als de boer dat merkte, stopte hij de
zware kost in zijn snavel en Govert
had maar te slikken..
Ik wist niet, wat ik moest beginnen
toen ik zag, dat hij er ondanks zijn
dikte heel slecht begon uit te zien.
Hij zat klem, zei hij alleen en zucht
te.. en ik probeerde wat ik kon, liep
om het hok heen, bekeek en beklop
te het van alle kanten om een zwak
ke plek te ontdekken of wat dan ook.
Toen ik de boer aan zag komen, ging
ik er maar gauw vandoor.
De volgende keer dat ik hem be
zocht, zag Govert er al zo moe uit,
dat ik het ergste vreesde; hij zei
haast niets meer tegen me en na een
tijdje ging ik met hangende kop maar
weer heen. Helpen kon ik hier toch
Daarna., was mijn vriend gauw
dood!"
De grijze eend zuchtte treurig en
vertelde toen verder:
„Maar vóórdat ze mij ook te pak
ken konden krijgen, ben ik gevlucht.
Ik vloog dagenlang, meestal tegen
de schemer en in de vroege ochtend;
overdag rustte ik, uit angst, dat de
mensen op me zouden schieten. Ik
vertrouwde hen niet meer.
Over bergen en dalen ging de tocht,
zover mogelijk van de plaaggeesten
van de arme Govert vandaan!
Ik vond vliegen heerlijk! Hoog in de
lucht, de zon tegemoet, voelde ik
me vrij en blij!
Maar hoe langer het duurde, hoe
vermoeider ik werd, zodat ik de paar
uur dat ik me rust gunde, als een
blok sliep.
Daardoor kregen ze mij op een dag
toch te pakken.
Dicht bij een boerderij had een
klein meisje me aan de slootkant
zien liggen en me opgenomen om
me mee te nemen naar huis. Zij gaf
me allemaal lieve naampjes en streel
de me onder het voortgaan. Maar
toch vertrouwde ik haar ook niet
En ik had gelijk. Haar moeder wil-
Nou, dat is me ook wat moois
Daar rijdt Kees in zijn nieuwe auto
gezellig een eindje om. hij fluit een
deuntje en kijkt naar de lucht
en opeens botst hij met zijn karretje
tegen een richtingaanwijzer. De
schok is zo hevig, dat de stukken
in het rond vliegen. En Kees weet
zich geen raad, want hij weet niet
welke plaatsnaam er op dat bord
heeft gestaan en welke kant hij op
moet. Kunnen jullie hem helpen?
Vergeet niet je voornaam, achter
naam en je volledige adres i n je
brief te schrijven en stuur de op
lossing vóór Dinsdag in.
de mijn vleugels knippen, zodat ik
niet meer kon vliegen! De schrik
sloeg me om het hart toen de schaar
eraan te pas kwam en ik begon heel
hard te schreeuwen en met mijn
vleugels te slaan. Gelukkig ben ik
nogal sterk, zodat de boerin me op
het laatst niet meer kon vasthouden.
Toen ik de kans even schoon zag,
rukte ik me los en was in een omme
zien de lucht in. Ik kwekte: „zie me
maar te pakken" en vloog om mijn
leven!
Jammer genoeg had ik kostelijke
staartveren achter moeten laten.
Toch ging het vliegen nog; hier ben
ik tenminste!
Maar wat ik je vragen wou, Rob
bie en daarom heb ik je ook dit
lange verhaal verteld beloof, dat
je voor ons allemaal zult zorgen de
ze lange winter".
De grijze eend zweeg en de witten
hoefden ook niets' meer te zeggen.
Robbie zuchtte eens in zijn slaap
en knikte hevig van ja. Hij zou wel
zorgen, dat., dat..
Maar nu de eenden allemaal ver
trokken en het stil werd, draaide het
kind zich om en sliep rustig verdgr.
's morgens waren zijn oogjes nog
maar amper helemaal open of hij
riep al: „Mam, heb je brood voor de
eendjes?"
Heus, Klein-Robbie heeft zijn vriend
jes nooit meer vergeten.
onze BRievenBus
Beste
nichten,
Om te beginnen
wens ik jullie alle-
r^l maal een heel ge-
lukkig 1955, met
veel goede rappor
ten. Hartelijk dank
aan allen, die m{j
met de feestdagen
een kaart zonden, ik
vond het erg leuk,
hoor Het lag waar
schijnlijk aan de
vacantie, dat ik deze
keer ontzettend veel
brieven gekregen
heb. Jullie begrijpen,
dat ik die niet alle
maal kan beant
woorden.
Het raadsel vonden jullie allemaal
uirl gezellig, hè? Er waren dan ook
veel goede oplossingen, zelfs waren
er kinderen die meer dan tachtig
woorden met een k hadden gevonden,
maar die hebben wel een beetje ge
smokkeld, door een paar woorden
twee of zelfs drie maal op te schrij
ven. En sommigen verzonnen zelf wat
woorden, dat is natuurlijk de be
doeling niet. De hoofdprijzen zijn voor
Anneke Krayesteiv en Evelijntje
Munting. de troostprijzen voor Greetje
van der Noord, Willie van der Graajf,
Adrie de Jong, Corrie Bouw, Roel ter
Horst, Keesje de Kievit, Gertje Wim
Goedvolk en Joke van Graven Har
telijk gelukgewenst allemaal
Heleentje Mos helpt haar moeder al
flink met boodschappen, fijn hoor.
Heeft vader een mooie foto van jullie
Kemaakt. Maj.» van Kampen? Doe
maar goed je best met rekenen. Mia
Hagenaars. Krijg Je veel brieven uit
Canada, Ineke Koornnecf" Wat fijn,
dat je rolschaatsen hebt gekregen. Ada
v. d. Berg. Je had je brief allerliefst
versierd met die rose strikjes. Coble v.
d. Kruk. zelf gedaan? Maak Flipje
maar niet wakker. Wim Bol' Wat
fijn. dat moeder weer thuis is.drieling
Faber. Hoe is het met opa en tante
Truuj. Ida Weerheim' En is Do Th oo
ien al weer beter? Met dat rapport
van jou valt het nog best mee. hoor
Dodo Taal Was het fijn bij oma. Ada
van Daalen? Johannes Bleichrodt
vindt het altijd zo fijn als hij in de
krant staat. Rietje van Dijk heeft
pas een zusje gekregen, je bent er zeker
wel dol op. hè? Heb je de tekst
mooi opgezegd, Ada v. d. Wetering?
Had je zoveel huiswerk, Frits Schutte?
Groeten aan Jan, hoor. Dank je wel
pier, Lia Mollevanger. Heb
bouwplaat al gemaakt. Jaap Godthelp?
Ben je nu weer helemaal beter. Ma
rijke van Santen0 Wat een heerlijk
lange vacantie heb jij gehad. Rietje van
Es Een pracht gedicht heb jij ge-
maakt.Jan Sloof. Hoe is het fluiten
gegaan. Grrrle Fossen? Dus jij hebt
een heerlijk Kerstfeest gehad. Greetje
Bokhorst, en hoe is het met jou. Corrie,
weer hersteld van de griep? Hoe heet
ie zusje. Nellie Barnhoorn? Hoe heet
het boekje dat je van Zondagsschool
hebt gekregen. Anneke de Koning0
Ik vond dat je de plaat heel mooi ge
kleurd had. Age Waalwijk. Eek
hoorntje heeft veel moois gekregen met
Sinterklaas, hè? Gelukkig dat het
met Gert Groolendorst weer goed gaat,
de groeten aan Nelly en Gerard, hoor.
Jullie hadden ook veel woorden gevon
den. Janny en Ada Leeuwen burgh.
Heb je fijn kunnen uitslapen. Willy van
Walraven" Wat een heerlijke ver
jaardag. Ria van der Lely. Wat leuk
dat jouw klasgenootjes guitaar speel
den, Ineke Kooijtnan. Ja, dat spel
ken ik ook. Neeltje Korfker. het is reu
ze spannend. Waar had je die 5Vfc
voor op je rapport, Ditha v. d. Heijden?
Truusje Moekestorm verh-ugt zich
al erg op haar verjaardag. Was het
prettig bij oma. Marian v. d. Schee?
Welke tekst moest jij opzeggen, Nellie
v. d. Helm? Nou. dat is me ook wat
dat jullie zomaar uit bed rollen, Bctty
Lodder! Het adres staat voor op de
krant, Loesje van Dienst. Wat gewich
tig. Joan de Groot, dat je op het kerk
orgel mocht spelen. Annie en Ev»
Pellikaan stuurden een brief, die hele
maal met kersttakjes was volgetekend.
Wat was er allemaal te zien in het
schoolmuseum, Nico van Osenbruggcn?
Jij draagt je gele trui nu zeker al.
Rietje KroonDat verven vind je
zeker wel gezellig. Sjoukje v. d. Spek"
„Kruimeltje" is een mooi boek. hè
LenJ Brobbel? - Bedankt voor het mooie
plaatje dat je bij je brief insloot, Cobi
Vavier. Goed hoor, Gerrie Veldbals,
stuur je oplossing maar op tijd ln.
Pracht rapport had je. Willie van der
Spek' Wat een lief plaatje heb jij
op je brief geplakt. Elsje Eckhardt
Jij bent mooi vooruitgegaan. Betty
Oosterdijk Wat een leuk versje-over
hulst had jij me gestuurd. Martha"*
(geen achternaam in de brief! Jij
hebt zeker pas nieuwe kleurpotloden
gekregen. Willie van Dijk. Een neef
of een nicht heeft vergeten zijn of haar
naam in de brief te zetten, maar er is
daar pas een broertje gekomen dat Pe
ter heeft. Was het Kestfeest op
school mooi. Inie van Schelven? Wil
lie den Otter had haar brief heel mooi
versierd. Wat zul jij er keurig uit
zien met je nieuwe trui en overgooier,
Beppic Roos. Fijn dat jullie nu zo'ri
groot huis hebben, Ria Wasbaucr
Die erker van jullie ziet er mooi uit.
Cocn Mulder, je hebt er een heel mooie
tekening van gemaakt. Wat een pracht
vers ha^ jouw vader van het raadsel ge
maakt, ineke Siebrecht, Heeft oma
een goede verjaardag gehad. Teusje
Boer? Coba (Juist heeft ook al een
tekst moeten opzeggen. Bijna alle
maal achten had Ineke van der Plas
op haar rapport. Was de kerstboom
mooi, Ada de Ronde? Dat is zeker
wel een spannend boek, Mientje Ver
heul? De melkboer was zeker wel
blij met je hulp, Rob van Wetten.
Ik vind Marjon een heel mooie naam
voor je pop. Tonny Reehorst. Ik
kreeg ook weer heel leuke brieven van
Kees en les van den Hoek. Wat is
een haarstrikkentasje. Ilona van Duiven-
boden? Kan Marjolein al breien? Wat
heerlijk. Thea Nedcrlof, een nieuw fiets!
Speel je vaak met je mccanadoos., Jo-
pie? Dinke v. d. Schoor heeft in
Oosterhout gelogeerd. En Chlel Sin
temaartensdijk ging naar Oma. Cor
en Wim van Prooijen hebben ook weer
eens geschreven. Was de film mooi,
Jannie van Hemert? Heb jij mogen
meehelpen met het versieren van de
Kerstboom. Frans Namink? Moeder
zal best zo'n hulp kunnen gebruiken,
Neeltje Vermeer tfillie cn Atle de
Leeuw den Boutcr hebben samen voor
de brief gezorgd. Was de bruiloft
mooi, Nelly en Gretha Maan? Jam
mer dat jullie die 9trik niet hebt ge
vonden. Arie Stam. Kerstfeest op
school is altijd erg fijn. hè Gonda Nell
en hoe was jouw verjaardag, Mleke?
Er zijn deze keer wel veertig nieuwe
lingen bijgekomen. Ik kan ze niet al
lemaal opnoemen, maar ik heet jullie
namens alle neven en nichten hartelijk
welkom!
Dag allemaal, tot de volgende weck!
ZONDAGSBLAD 8 JANUARI 1955
S
iSmit: docent in het opreken
VtOEGER moet hij een bleu jonge
tje geweest zijn, die, met een
mand boodschappen onder de arm,
van deur naar deur ging.
Of er nog iets nodig was?
Als dan een vrouw aarzelend op
de drempel stond wist Wim Smit geen
raad met zijn figuur. Hij had angst,
spreek-angst. De woorden lagen wel
klaar in zijn brein, maar ze wilden
zijn mond niet uit en door deze we
tenschap stond hij al met een hoofd
als een biet bij de deur van zijn Klan
ten voor hij de klink had gelicht en
naar de gewoonte van het platteland
„volk" had geroepen. Eerlijk, hij had
maar liever dat zij niks nodig had
den, geen koffie en geen gele zeep,
geen suiker en geen puddingpoeder,
want o lieve mensen, dan moest hij
praten.
Dat was natuurlijk fout van Wim,
vooral in een dorp als Giessendam,
Waar de huisvrouwen breedsprakig
plegen te zijn.
Wim was toen nog Wimpie en daar
om had hij nooit van complexen ge
hoord. Dat kwam later pas, maar
toen was hij als jongeman al zo ver,
dat hij voorzitter was van een vere
niging. die met veel enthousiasme en
veel grote woorden aan alcoholbestrij-
ding deed. Die alcoholbestrijding had
zijn hart cn het gekke was dat toen
de woorden wel uit zijn mond wilden
en hij was „spreker in het openbaar"
voor hij er erg in had. Een beetje
theatraal misschien, een beetje bom
bastisch, maar ja, alle begin is nu
eenmaal moeilijk.
Hij kan nu hartelijk lachen om do
dwaasheden, die hij in het heetst van
de strijd zijn publiek als banvloeken
in het gezicht slingerde, maar hij
heeft in die periode veel geleerd.
Wat psychologen ervan zullen zeg
gen, weet hij niet zo precies, maar
die alcoholbestrijding veranderde
hem dermate, dat hij er een voor
liefde voor het spreken uit heeft over
gehouden plus de smaak van een fijn
proever voor een met gezond ver
stand genoten glaasje. Voor hem een
reden te meer om zijn gehoor voor te
houden, dat alle dingen maar betrek
kelijk zijn
WIM Smit is nu midden in de der
tig en h|j heeft een groot en
bloeiend levensmiddelenbedrijf. Hij
leurt niet meer met een mand onder
de arm, maar hij doet zijn zaken per
auto. Misschien komt dat wel omdat
de angst van zijn jeugd de hobby
van zijn leven is geworden: spreken
Het is wel zeker dat hij de enige
kruidenier in Nederland is, die als
gediplomeerd docent is verbonden aan
'een groot instituut, dat zich ten "doel
stelt al onze landgenoten tot sprekers
in het openbaar op te leiden.
Wim Smit weegt zijn pondje suiker.
Wim Smit doet dat niet om het
g'eld, maar om het plezier, dat hij
erin heeft. Drie avonden in de week
weet hij zich, zij het met moeite
vrij te maken van zijn allesvergende
Dan trekt hy er op uit om in
schoollokalen en gehuurde zalen zijn
ietwat exotische hobby te doceren.
En ze komen in drommen op, de leer
gierige boerenzoons, de arbeiders,
onderwijzers en middenstanders, de
verenigingsmensen en de streekpoli-
tici. Telde Wim Smit, de kruidenier,
zelfs niet een burgemeester onder zijn
cursisten en een lid van de Provin
ciale Staten?
In de Alblasserwaard, waar hij
hoofdzakelijk opereert, weet men el
kaar te vertellen, dat gemeenteraads
leden graag les bij hem halen en ook
daarom heeft hij een goede reputatie.
DRIE avonden zijn wij met Wim
Smit meegegaan. Zonder hoge ver
wachtingen. Drie avonden zijn wij
stomverbaasd thuisgekomen.
Want wij zagen stoere mannen, die
een korte rede moesten houden voor
hun medecursisten, na een moedge
vend begin, in elkaar krimpen van
angst toen zij niets anders hoorden
dan hun eigen stem in een dreigende
stilte. Wij zagen die mannen klapper
tanden of ze in het Poolwater dreven.
We zagen de gespannenheid, die over
hun wezen lag en de hulpeloosheid,
waarmee ze naar hun hoofd grepen
en zeien: ,,'t Zakt weg, ik weet niks
En inderdaad ook niets meer wis
ten dan dit ene: dat zij terug wilden
naar hun stoel om veilig weg te kun
nen duiken achter de brede rug van
hun voorman. Maar Wim Smit hield
ze terug.
U bent verkeerd begonnen, zei
Wim Smit, u moet positiever denken
U moet niet beginnen te zeggen:
Dames en heren, ik zal het eens
proberenwant op deze wijze
nekt u u zelf. U spreekt dus over
geschiedenis, hutspot en hond. Juist.
U kunt dus zeggen: de hele geschie
denis bestaat hieruit, dat ik de huts
pot onder de tafel zette en de hond
hem opvrat. Uitstekend, maar de be
doeling is, dat u zich leert concentre
ren en dat u leert spreken. Wat
denkt u bij hutspot?
De hulpeloze man wist het weer.
Aan uien, zei hij, aan wortelen
en aardappelen, a-an kou, aan regen,
aan winter.
—Wat denkt u bij geschiedenis?
Opeens wist hij het en zag hij de
lijn.
Aan Leidens ontzet, zei hij opge
lucht.
Prachtig, begin dan nog maar
eens. Nee, niet voorover duiken en
niet zo gespannen staan en ook niet
zo veel aan uw stropdas friemelen.
U moet daar los en soepel staan en
een beetje blij, want u gaat iets zeg
gen. En u voert de spanning op, want
natuurlijk heeft u fantasie genoeg om
die hond op een verrassende manier
toe te voegen aan de geschiedenis en
de hutspot.
HET ging opeens veel beter, de fan
tasie was ingeschakeld en hij had
tien minuten lang gesproken voor hij
er erg in had.
Natuurlijk kleefden er nog veel fou
ten aan: de houding was abominabel,
taal en stijl waren ronduit slecht en
die hond werd met de haren bij de
geschiedenis en de hutspot gesleept,
maar ondanks al die gebreken had
hij zich zelf overwonnen: hij had ge
sproken. Tien minuten lang nog wel.
Weken later hoorden wij diezelfde
man een speechje houden over „vrije
tijdsbesteding", met een gloed en een
verve dat we met onze ogen zaten te
knipperen. Wim Smit had in die tijd
zijn houding gecorrigeerd en de stijl
blunders eruit geharkt als herfstbla
deren uit uw grintpad. Die man had
geleerd zich te concentreren en zijn
rede op te bouwen naar de climax.
Hij stond er gemakkelijk en los, zon
der zenuwachtige grijpgebaren naar
stropdas en jaszak.
En daardoor steeg onze bewonde
ring voor Wim Smit, de kruidenier,
die er zo'n wonderlijke hobby op na
houdt. Want hij had hem dat toch
maar geleerd op zijn eigen gemoe
delijke wijze, gemoedelijk en altijd
beheerst, omdat hij dat klappertanden
zo goed begrijpen kan en dat nare
gevoel in ijzig Poolwater te drijven.
Aan hen ziet hij immers weer hoe
hij zelf eens was: een bleu ventje,
dat maar liever had dat zijn klan
ten niets nodig hadden omdat hij dan
praten moest
NEE, Wim Smit is geen tovenaar,
iie een stuk hout nog wel even tot
„spreker in het openbaar" zou kun
nen maken.
Hij is een gewone, beschaafde ;n
bescheiden man, een kruidenier, die
zijn pondje suiker weegt en bij zijn
klanten binnenstapt om onder een
kopje thee en een gemoedelijk praat
je „dc boodschappen voor de hele
week" te noteren.
Maar hij is een psycholoog, zon
der er Freud of Jung op te hebben
nageslagen en hij weet dat iedereen
het spreken onder de knie kan krij
gen. maar dat dit een zaak van psy
chologisch raffinement is.
Om het daarin zelf tot docent te
brengen heeft hij heel wat moeten
presteren. Niet alleen dat hij daar
voor over een ruime algemene ont
wikkeling moet beschikken, over psy
chologisch inzicht en kennis van de
methodiek, daarnaast is hij, op een
welhaast virtuose wijze, bedreven in
het improviseren. Maar op zijn
examenlijst prijken dan ook de ze
vens en achten.
Daarom is het heus niet zo ver
wonderlijk, dat vooraanstaande men
sen bij hem, de kruidenier, in de leer
gaan.
Immers, de kruidenier is niet lan
ger de zo vaak bespotte „krentenwe-
ger" van vroeger, maar ook hij kan
profeet zijn wiens brood men eten
JAN STOUT
Links: De heer Hey-
mersrna, oud-burge
meester van Giessen
dam, aan het woord.
Straks zal Wim Smit
opstaan en critiek
leveren.
Rechts: Groepje cur
sisten. Tweede van
rechts is de heer Tuk
ker, gemeenteraadslid
van Giessendam.
DE TIJD, die het dagelijks leven van
ons allen beheerst, wordt door de
omwenteling van de aarde bepaald. Een
volledige omwenteling van de aarde om
haar as ia oen dag; deel dit door 24
en men verkrijgt een uur.
Dat ziet er eenvoudig genoeg uit.
maar het is geenszins zo eenvoudig als
bet op het eerste gezicht schijnt. De be
wegingen van de aarde zijn vrij onre
gelmatig. Het tempo van de omwente
ling schommelt om een bepaalde waar
de en onze aarde beschrijft ook op haar
tocht door de ruimte door oorzaken die
men nog niet geheel en al onderkent,
een niet volkomen regelmatige baan.
Dit schijnt voor de gewone man van
niet zo heel veel belang te zijn, maar
dat is heel wat anders wanneer geleer
den of commerciële instellingen, bij
voorbeeld voor het geven van tijdseinen
of bij onderzoek in verband met geo
grafische metingen, bij de bestudering
van aardbevingen of bij de exploratie
van olie-houdende gesteenten, een accu
rate tijdaanwijzing moeten hebben. In
zulke gevallen is een seconde vaak een
lange tijdsduur en komt het aan op zeer
kleine onderdelen van een seconde.
Een juiste tijdsaanwijzing is eveneens
van groot belang voor zeevarenden en
vliegers. Op schepen en in vliegtuigen
moet men elke twee uur gedurende de
gehele dag en nacht een nauwkeurig
radio-tijdsein kunnen opvangen en dit is
tegenwoordig ook mogelijk.
Omdat in de eerste plaats de zeemacht
behoefte had aan een uiterst accurate
tijdsbepaling is dit in de Verenigde Sta
ten reeds meer dan een eeuw lang de
taak van het Marine Observatorium in
Washington, D.C.. waar de tijd tot ln
duizendsten van een seconde nauwkeu
rig wordt oepaald en van waar tijdsei
nen per radio worden gegeven aan sche
pen. vliegtuigen en regerings- en par
ticuliere instanties.
In het Observatorium wordt de tijd
bepaald door m:ddel van waarnemingen
van een aantal uterren. Waarnemingen
van de zon zijn niet accuraat genoeg,
omdat onder meer om 12 uur in de mid
dag. wanneer de waarnemingen ver
richt moeten worden, wervelingen in de
dampkring schuld zijn aan onnauwkeu
righeden bij de waarneming.
Ofschoon in het Marine Observatorium
verschillende soorten telescopen aanwe
zig zijn, is toch het meest practlsche
instrument voor de tijdsbepaling een fo
tografische zenith-kijker van eenvoudige
constructie. Het is een kort instrument
van grote diameter, waarmede de ster
ren worden gefotografeerd wanneer zij
het zenith het „toppunt" aan het he
melgewelf dicht passeren.
Inplaats van een oculair bevindt zich
aan het ondereinde van de „kijker" een
klein kommetje met kwikzilver. Wan
neer het licht van een ster door een
lens aan het boveneinde van het instru
ment valt, wordt het door het opper
vlak van het kwikzilver teruggekaatst
en geworpen op een kleine fotografische
plaat, die zich dicht onder de lens be
vindt. Tegelijkertijd wordt door een ap
paraatje. de chronograaf, zowel het
tijdstip van de belichting als het elec-
trische sein, voortgebracht door een van
■ie standaardkiokken van het Observa
torium, geregistreerd.
Op deze wijze wordt het tijdstip van
het passeren van de ster binnen een
fractie van een seconde bepaald. Door
de klokketijd te vergelijken met de theo
retisch berekende tijd van de doorgang
van de «ter kan de juiste tijd uiterst
nauwkeurig worden vastgesteld.
De standaardkiokken in het Observa
torium hebben geen slinger of schakel
rad. zij worden gereguleerd door middel
van kwarts-kristallen. Een klein kwarts-
kristal, opgesloten in een luchtledige
buis en op constante temperatuur ge
houden, maakt ongeveer 100.000 trillin
gen in de seconde; hiermede wordt een
electrische stroom geregeld, die het uur
werk van de klok aandrijft.
Deze standaardkiokken zijn zó nauw
keurig, dat de afwijkingen van de sler-
reti.id niet meer dan één duizendste se
conde per dag bedragen.