Eierenvele duizenden eieren
passeren de mijn te Roermond
Wetenschappelijk
geijkt wonder?
KERSTLIEDJE 1944
XERSTBIJLAGE 1934
Pagina 13
goochelaars met broos materiaal
"N
Wij brachten een bezoek aan de nieuwe Eiermijn in
Roermond, één der grootste en modernste eierafzet-
bedrijven ter wereld. De opmars der eieren voltrekt zich
hier in een ongelofelijk hoog tempo en per jaar rollen er
minstens driehonderd millioen over de transportbanden.
Het grootste deel van de eieren, die onze hoenders zo
trouw dag aan dag in hun legnesten neervlijen, wordt
geëxporteerd, waardoor een groot bedrag aan onze
nationale welvaart ten goede komt.
Roermond is het belangrijkste eiercentrum, zetel van
de grootste verkoopcentrale op dit gebied, die de produc
ten van onze kippen verzendt naar alle landen en
werelddelen
V
Zonder onderbreking schnivi
den al spoedig honderden e
i de eieren over de transportbanden. Tientallen wo
die honderden duizenden
KENT de wetenschap het wonder, weet de geneeskunde wat het wonder
is, of alleen maar „dat het er is"? Natuurlijk, vele beoefenaars van de
wetenschap menen het bestaan ervan te aanvaarden: „het is zeer zeldzaam",
zeggen zij, „maar het kómt voor". Een rechtstreekse uitspraak dat wij getuige
van een wonder zijn geweest zult u ons, mensen, niet spoedig horen doen,
en zeker niet als wij de pretentie hebben, wetenschapsmensen te zijn.
.o het hele bestaan al niet wonderbaarlijk,
denk toch eens aan ons hart. dat dag en nacht
door klopt, denk eens aan de genezing van
een doodgewoon wondje en aan al datgene, dat
ons meestal vanzelfsprekend toeschijnt in het
lichaam en in de ziel van de mens!
En dan zal het ook zover komen, dat wij
in ons gesprek want dit is toch
sprek met u, die dit leest zullen nc
ongelofelijke, ja wonderbaarlijke vooruitgang
i de medische wetenschap Mbhm
Maar wij zijn het gelukkig eens, dat óns
antwoord hierop moet zijn: dit kan wel zo we
zen, het is niettemin de taak van de artsen
om de patiënten van hun ziekten af te hel
pen. Doen wij dit in het besef, werktuig te
zijn., dan kunnen wij rustig blijven behande-
ge- len. want dan blijken immers vanzelf de won
de derbaarlijke gevolgen?
ing Het is duidelijk: meer kennis, meer inzicht,
P alle veran- leidt hier rechtstreeks tot vooruitgang in de
deringen (die wij zegeningen noemen) welke beste zin van het woord. Het is toch waar,
deze voor de hedendaagse mens betekenen, dat wij ons graag voor de dienst aan de lij
inzicht, dat op veel verschillende dende mensheid inzetten?
wijzen wordt geformuleerd,
komt:
Wij weten nu, ,,dat een
anders blijkt te zijn dan.
hierop neer Er is welbeschouwd maar een klein ver
schil tussen het wonder en het wonderbaar
verschijnsel niets lijke. Maar vergeet niet: het Wonder is daar
of „terug te voe- levend, waar alle werken geschiedt in het
dan volgt een vereenvoudi- groeiende weten van eigen ongewisheid
In deze leer zijn wij opgevoed, voeden wij
hebben immers de oorzaak (d.i.
vonden! Hebben wij heden nog
kinderen op. Gelukkig, wij herleidbaar. ..Men" kan bewijzen. ..dat het
Maar onze eigen stellige zekerheid, ons we-
n omtrent de wenselijkheid van absolute ge-
dat waarschijnlijk, daar immers zondheid voor de medemens en onszelf.
wereld aan omtrent het heilsplan en de weg tot herstel..?
zoveel ken- Wij beseffen maar al te goed, dat de prak-
energie als nog nimmer tevoren het tijk van het leven, ook de praktijk van de
-1 strakke lijnen
gen zijn gemaakt, dat spoedig de definitieve
oplossing kan worden verwacht.
Temeer is dat waarschijnlijk,
alle research-centra in de hele wereld
dit probleem werken met inzet
geneeskunde, vaste
eist. anders wordt het een anarchie.
Het weten, dat steeds omvattender wordt,
wordt slechts door onvoorwaardelijke capitula-
geval
Als wij ons dan gelovigen willen noemen
en dat willen wij toch graag dan zeggen
wij na de vorige zin met een stille stem:
„zo God het wil!" Wij hebben hier een heel „U11UC4 SHPIÜ! eeuwig, ua
goede verzekering, Gods wil te kennen, want nenkomen door het dak, het kan zich
wat er wordt gevonden in de strijd tegen de
ziekte, het is zonder twijfel Gods wil.
Dit is een stellige overtuiging, een grond
waarheid. Een autonoom verstand zou afbreuk
doen aan de Almachtige, daarin geloven wij
niet. Het verstand is ons gegeven, wij moe
ten het gebruiken; zo wij het gebruiken om
de ziekte, de gesel der mensheW uitte ban- J/QQf waarnem
de laatstó vindinle^zijn wij in het is daarom de onetn.
kélijken elke dag
mijne.
Kerstmis is niet alleen herdenken van
een groots gebeuren 1954 jaar geleden; het
is dat ook, daarin is het de genadevolle
wending naar het Heil, naar het Wonder
wereld vol geijkte waarheid
passing
1954 dan ook een stuk verder gekomen.
Waar blijft nu het wonder? Spraken wij niet
over „het wonder"? Neen. ik kan uit erva
ring slechts spreken over „het wonderbaar
lijke", zegt de christelijke wetenschapsdienaar.
Niettemin verklaart hij desgewenst, innig te
geloven in het wonder.
Maar vergeet één ding niet, goedgelovige
lezer: de meeste dingen, die u wonderen
noemt, zijn het beslist niet. Dat heeft de
moderne wetenschap ons bewezen. Wij weten
nu de oorzaak van allerlei dingen, waarover
onze ouders verbaasd waren en waarvoor zij
God aanriepen.
Mijn grootvader, die huisarts was. placht
te zeggen: „Ik ben altijd verbaasd over het
aantal mensen, dat ik heb opgegeven en dat
nu rustig in de Haarlemmer Hout wandelt!"
Toen begreep men nog niets in vergelijking
tot ons huidige weten. Wat waren onze groot
ouders naïef!
Er is een lle-eeuwse Franse dokter ge
weest, die schreef: „Ik heb hem verbonden,
God heeft hem genezen". Het was in die
tijd, dat de dokter nog o, zo weinig kon:
aderlaten, purgeren, compressen leggen:
kruidenthee voorschrijven, een opbeurend
woord spreken. Nu is dat heel anders, viij
kunnen zóveel, dat ik mij in alle ernst
afvraag, of wij mensen, die ons gelovig
willen noemen, niet eenvoudig kunnen
volstaan met de rustige verklaring, dat
Gods werken impliciet is bij al ons medische
handelen.
Als aparte hulp behoeven wij Hem niet
neer te noemen. Wij behandelen onze patiën-
en volgens de nieuwste inzichten; deze zijn
>ns geschonken. Het is dus zo. dat wij de
•ehandeliing van de patiënt helemaal zelf mo-
en doen en God niet meer behoeven te spe-
Immers, niet alleen de lichamelijke ziekte
erstaan wij al vaak in oorzaak en gevolg,
raar ook de stoornissen in het geestelijke le
en, die vroeger niet te beïnvloeden leken,
'alloze analyses van „gevallen", individuele
n gecoördineerde onderzoekingen, hebben ons
en zeer uitvoerig verstaan van veel psychi-
che stoornissen verzekerd.
Ongetwijfeld, alle mensen worden nog niet
•eter. maar het kan niet worden ontkend, dat
•r een zeer sterke verbetering is in de resul-
aten van de psychiatrische behandeling door
Ie vorderingen van de geneeskunde.
Juist in deze tijd. waarin gelovigen en onge-
ovigen over wereldondergang spreken, is het
een prachtig iets. te mogen zien dat de we
tenschap op werkelijk wonderbaarlijkste wijze
bijdraagt tot de gezondheid van de mens;
dat is toch: bijdragen tot zijn geluk0
Onlangs sprak een Weense psychiater in
ons land. Hij stelde vast dat de spreuk
„mens sana in corpore sano" („een gezonde
geest in een gezond lichaam") volslagen
heidens is en zei, talrijke mensen te hebben
gezien, die niettegenstaande hun slechte
lichamelijke conditie geestelijk zeer zuiver,
diep en sterk leefden, zelfs tot in de dood;
en omgekeerd ook: velen, die lichamelijk
dige Mogelijkheid in de wereld van de
zeer exacte diagnose, de vernuftigste be
handeling, de machtigste operaties, de
krachtigste medicijnen, de essentiële drift-
structuren en de diepste verlatenheid.
Nieuwe Leidsehe Courant
KERSTBIJLAGE 1954
Het is Directie en Hoofdredactie
een voorrecht, namens allen, aan ons
blad verbonden, deze Kerstbijlage
onze lezers te mogen aanbieden. Ook
ditmaal hebben velen, zowel in als
buiten de dagelijkse kring onzer mede
werkers, in schrift en illustratie hun
krachten willen geven Het schijnt ons
onnodig toe, op bepaalde bijdragen
speciaal de aandacht te vestigen.
Daarmede zouden wij de niet ver
melde te kort doen.
Een uitzondering willen wij ons
veroorloven. Het stemt ons dankbaar,
dat briefwisseling met het „hoofd
kwartier" van de evangelist Billy
Graham te Minneapolis in Amerika
er toe heeft geleid, dat wij in de ge
legenheid zijn, van zijn hand in deze
Kerstbijlage een woord af te drukken,
even eenvoudig van opzet als diep
rakende in het hart en regel voor
regel getuigende van en opwekkende
tot een oprecht bijbels geloof.
Twee, wier namen men in deze
bijlage verder niet vindt, doch die in
het welslagen er van een belangrijk
aandeel hadden, noemen wij hier:
onze redacteuren J. Snoep, de man
van ons Zondagsblad, en Jas van
Hofwegen, die de opmaak verzorgde.
Het is ons aller hartelijke wens, dat
mede door deze Kerstbijlage al onze
lezers, kleine en grote, deel mogen
hebben aan de blijdschap van het
evangelie, waarvan de nederige komst
van Christus op deze aarde zulk een
hoogtepunt is.
In zijn donkere cabine ziet de
schouwer tienduizend eieren per
uur aan zich voorbijtrekken. Felle
lampen onder dit gedeelte van de
transportband maken de eieren
doorzichtig. Het tweede en derde
soort worden er op deze manier
uitgehaald.
Een fundament van kippeneieren
lijkt niet erg betrouwbaar voor de
opbouw van een nieuwe bestaansmoge
lijkheid, maar in Limburg en Brabant
heeft men er fantastische resultaten
mee bereikt. Op de schrale zandgronden
hielden de kleine boeren vroeger met
moeite het hoofd boven water. De kip
pen scharrelden mistroostig rond op
de kleine erven en werden min of
meer beschouwd als de assepoesters
vap de boerderij Thans is men geneigd
de Wyandottes, Barnevelders, Mechelse
hoenders en Leghorns op een voetstuk
te .plaatsen, want al kakelend en eieren
leggend brengen zij nieuwe welvaart
in de Zuidelijke provincies.
geleden kwam een
jzer uit het gehucht
Neer op het idee een Coöperatieve Eiermijn
ate richten Dat lukte. Thans is zijn zoon.
heer Jules Breukers (73) president-direc
teur van de Coöperatieve Roermondse Eier
mijn. die in 1953 rond driehonderd millioen
eieren verwerkte en aan de leden meer dan
veertig millioen grilden uitbetaalde.. Men zou
bijna kunnen zeggen, dat het sprookje van de
kip die gouden eieren legde, hier werkelijk
heid is geworden.
De Eiermijn, die onlangs door minister Mans-
holt met een druk op de knop in gebruik werd
gesteld, is een wonder van technisch vernuft,
een enorme automaat, die de huidige verwer
kingscapaciteit zo nodig kan verdubbelen
Voorlopig doet men het in Roermond nog
.kalmpjes aan" en daaronder verstaat men
dan een tempo van zo n drieduizend eieren
per minuut!
Vóór onze oplegger en zijn collega's de eie
ren in hun lenige vingers krijgen, hebben
die al een hele reis achter de rug.
In grote kisten
8..Als resultaat van het wonder-
ke verborgen proces in het
pponlichanm komen zij welge
vormd in de leghokken van de
duizend leden der Coöperatie
Deze verpakken hun oogst in grote
patentkisten inhoud vijfhonderd
ts) De verzamelaars van de
E.. een legertje van meer dan
'honderdvijftlg man. verspreid
dorpen en gehuchten, tellen,
en en schouwen de eieren.
ü\en de bijzonderheden op
labeltje en wachten oo éér
de teven trailers van het be-
drlif. die dagelijks hun ronde
maken.
In het nieuwe gebouw worden
4# eieren met gepaste eerbied
ontvangen De werkers in hun
Biiwc overalls wlonen vijf kts-
•èp op een steekwagentje en
Srrngcn die naar de imposante
Srtec: t| D. dubbele deuren
lann wild open zonde: dat
simnnd er -en ha*"* naar uitsteekt,
alsof i r lakeien achter verborgen
fdit alle wens'-n van een
st voorkomen. Het eleetrisch
tac' -de' de vloer zorgt er
n onberispeluk voor. dat de
dCurer weer dichtnaaien. De
torteerhv het hart van deze
•Mirkr Hermits" Een enorme, be
toer."- zaal. waarin slechts een
Ugb- er.... klinkt en moderne
onopval'endr v-hildu-achten de
Jjv.r die leiding geven aan
do gigantische opmars der eieren
Daar vinden wij ook onze oplegger
de muts op één oor en met gerou
tineerd t-ebaar zijn handgreep
uitvoerend Hij is één van de
achttien opleggers, die hun taak
verrichten aan evenzoveel machines; schouw-
weeg- en stempelinrichtingen. die de eieren
stempelen en verdelen over acht gewichtsklas
sen. Zij worden elk door vijf mensen bediend
en geven elkaar geen ei toe. De uurproductie
van elke machine is afgesteld op ongeveer
tienduizend exemplaren.
Eieren eieren
Eiereneieren en steeds opnieuw weer
cijfers die ons arme hoofd maar moeilijk
kan bevatten. Om verwarring te voorko
men. zullen wij ons bezig houden met één
van de achttien apparaten. De kisten staan
opgesteld bij een korte transportband en
de- ongeschonden eieren marcheren keurig
op, in gesloten formaties. Langzaam draai
ende rubberdiabolo's houden de rijen ge
sloten en brengen de eieren in de juiste
positie. Als de witte file nauwelijks een
meter is opgeschoven, verdwijnt zij in een
kleine, donkere kamer, afgeschoten met
gordijnen.
De oplegger heeft zijn taak keurig verricht;
thans strekken de zorgen van de schouwer
zich uit over het eierheir. dat langzaam aan
hem vooroijtrekt. De schouwers doen hun werk
in achttien cabines, welke onderdelen van de
installaties als blauwe kubussen in de beton-
vlakte staan. Onder het gedeelte van de trans
portband dat door de donkere kamer loopt,
branden felle lampen. Helder en transparant
schuiven de eieren voorbij. De spikkeltjes op
de schaal zijn helder getekend en daarachter
schommelt de dooier als een donkere vlek.
Bliksemsnel controleert de schouwer de eie
ren. stuk voor stuk, tienduizend per uur.. Zij
schuiven langzaam aan hem voorbij en met een
snelle handbeweging verwijdert hij de exem
plaren. die niet aan de hoogste eisen voldoen.
Met zijn routine en ervaring onderscheidt hij
met éen oogopslag de oude. misvormde, ge
wassen. poreuze, geschudde, gekneusde en
doorgelopen eieren, draait ze snel rond voor
een lamp met geconcentreerd licht en legt ze
apart als tweede of derde soort.
De exemplaren, die goed door de controle
heenkomen, verlaten als kwaliteitsproducten
de donkere kamer en rollen in een wonderlijk
geconstrueerde machine. In dit apparaat zijn
vierentwintig haarfijn afgestelde weegschaal
tjes gebouwd, die op een bepaalde gewichts
klasse reageren.
Zodra het ei terecht komt op de voor haar
klasse afgestelde balans, krijgt het doortocht
naar de volgende transportband, die het af
voert naar de pakkers. Maar het passeert dan
eerst nog een driftig bewegend stampertje, dat
als een rank duveltje opveert van het kleine
stempelkussen om snel en voorzichtig een ova
le stempel op de schaal te drukken. „Holland"
schrijft het stempel en daaronder het cijfer
van de gewichtsklasse.
Acht klassen
Er is een onderscheiding gemaakt in
acht klassen. De grootste exemplaren, die
omstreeks zeventig gram wegen, worden
vereerd met het cijfer nul en de klein
sten. die onder de veertig gram komen,
worden onderscheiden met een zeven. Als
uitersten kunnen producten van krielkippen
of „dubbeldooiers" worden geregistreerd.
Laatstgenoemde eieren ^zijn in de mijn be
kend als „dubbelnuliers", een complete
maaltijd.
Het is dus niet zo in die veronderstelling
leven vele huismoeders dat het cijfer op
helderingen geeft over de kwaliteit van het
ei. De mechanische sortering maakt alleen
verdeling m gewichtsklassen mogelijk. De
schouwer zorgt er overigens wel voor. dat al
leen eerste klas kwaliteitseieren de mijn ver
laten.
Als de stempelinrichting is gepasseerd, komt
er spoedig een eind aan het proces Acht
kleine transportbanden voeren de gescheiden
klassen naar de pakkers, die gereed staan
met kartonnen dozen (voorzien van luchtgaten)
en de zogenaamde keyes, vormen van geperst
Overzicht van de sorteerhallen
N de reusachtige hal staat een man In grauwe werkkleding naast een
kist met eieren. Hij bukt zich, spreidt zijn vingers en draait
triomphuntelijk om, als een goochelaar die zijn stoutste staaltje heeft
geleverd. Eigenlijk is hij ook een goochelaar, deze „oplegger" in
werelds grootste eiermijn. Want U moet het maar eens proberen om tussen
de vingers van Uw twee handen veertien eieren te klemmen en die zonder
ongelukken over te brengen op een transportband. De oplegger glimlacht.
„Ik heb er mijn handen aan vol", zegt hij bescheiden, terwijl hij rustig
verder gaat en per minuut meer dan honderdzestig eieren over hevelt. Deze
Limburger is er één van de velen, die werken in de gloednieuwe Eiermijn te
Roermond. In dit gebouw, het grootste en modernste eierafzetbedrijf ter
wereld, rollen jaarlijks driehonderd millioen eieren over de transportbanden.
Roermond is trots op deze nieuwe aanwinst en onze nationale welvaart is er
zeer mee gehaat. Nederland is Denemarken voorbijgestreefd en heeft nu het
héogste exportcijfer voor kippeneieren.
papier die een sohok- en breekvrij vervoer ga
randeren.
Op deze wijze werken in 9tage regelmaat
de achttien machines, die tezamen zo n twee
honderdduizend exemplaren per uur afleveren
aan de afdeling expeditie. Geen installatie ter
wereld ziet kans om het Roermondse record
te breken. De gehele inrichting is trouwens
een unicum Zachtjes schommelend loopt een
kettingtransportband door het gehele gebouw;
een band met twee verdiepingen, waarop lege
dozen en keyes worden aangevoerd voor de
pakkers en de volle dozen met een inhoud van
driehonderdzestig „verse Hollandse eieren" af
voert. Vijfhonderd dozen per uur gaan naar
de expeditie, waar zij de bouwstenen vormen
voor enorme kubussen. Zij passeren een kan
toortje. waarin een Rijksambtenaar van het
Eiercontrólebureau ten overvloede nog steek
proeven neemt met schouwlamp en weegschaal
en zijn fiat geeft in de vorm van een etiket
en een stempel.
Koelruimte
Zou de afvoer wat minder snel verlopen,
dan biedt een fantastisch grote koelruimte
plaats voor een omzet van veertien dagen. De
nieuwste installaties zorgen hier voor lucht
verversing. juiste temperatuur en vochtig
heidsgraad. De omzetsnelheid is echter zo
hoog. dat de opslag beperkt blijft De C.R.E
levert voor tachtig procent aan het buiten
land. Duitsland is een grote afnemer, maar
ook andere Europese landen betrekken hun
eieren via Roermond en evengoed gaan er
bv. zendingen naar Mexico. Maltha, Arabië.
Borneo, Curasao en Singapore.
Van onze totale eierproductie wordt 55 pet.
uitgevoerd en de Nederlandse pluimveestapel
zorgt, dat jaarlijks een bedrag van meer dan
vijfhonderd millioen gulden aan onze nationale
welvaart ten goede komt. Het binnenlandse
verbruik is betrekkelijk gering. Per hoofd der
bevolking consumeren wij jaarlijks slechts een
kleine honderdveertig eieren, terwijl de statis
tieken uitwijzen, dat de Amerikaan bv. er vier
honderd voor zijn rekening neemt.
De groei van een organisatie als de C.R.E
een belangengemeenschap voortgekomen uit
de samenwerking van arme boertjes onder lei-
't Lijkt zo eenvoudig, maar probeert u het eensDeze oplegger houdt
met gemak veertien eieren in twee handen en legt die met één beweging
tussen de rubberrolletjes van de transportband. Per minuut gaan
meer dan 160 eieren door deze vaardige vingers.
ding van een dorpsonderwijzer, spreekt sterk
tot de verbeelding. Het is tegenwoordig alles
ei wat de klok slaat in Roermond. Als de heer
Jules Breukers een vergadering presideert, ge
bruikt hij een voorzittershamer, waarvan de
kop in de vorm van een ei is gesneden.Voor
duizenden kleine boeren heeft deze energieke
werker de omzet in snel tempo weten op te
voeren. Hij is er getuige van geweest, dat de
C.R.E. zo'n vijf milliard eieren verwerkte.
Aaneengeregen zouden zij een breekbaar col
lier vormen, lang genoeg om enkele malen de
aardbol te omspannen. Als organisatie is de
VECE echter nóg indrukwekkender.
Deze verkoopcentrale voor eieren,
opgericht op initiatief van de Roer
mondse Mijn, is een combinatie van
zeven grote coöperaties, die nu bijna
veertig procent van onze totale eieren-
export voor haar rekening neemt en
in 1953 afzetgebied vond voor dit
cijfer overtrof alles wat wij in Roer
mond gehoord hadden zeshonderd
vijf-en-zeventig millioen eieren. Wie
een bezoek brengt aan 's werelds groot
ste Eiermijn maakt tevens kennis met
deze machtige VECE, want de kan
toren zijn in het nieuwe gebouw
gevestigd. Er worden daar regelmatig
telefoongesprekken gevoerd met we
reldsteden en zonder ophouden brengt
de telex eierennieuws uit alle wind
streken. En dit alles; deze wonderen
van technisch vernuft, het legertje van
zeventig in grauwe overalls gehulde
werklieden en een modern verkoop
apparaat met de nieuwste hulpmidde
len, draalt in wezen om zoiets simpels
als een doodgewoon kippenei!
LEO J. LEEUWIS.
Ach kindje, je moet maar niet komen dit jaar, t
Er is toch geen kerstboom met engelenhaar.
En weet je, de kaarsjes gebruiken we zelf,
Omdat er geen licht is, van vijven tot elf. t
En ach, van een kerstkrans komt ook niemendal
En 'k denk dat er ook wel geen hulst wezen zal.
En kindje, het is hier niet zonder gevaar,
Eén bom en het stalletje springt uit elkaar.
En hoe zal Maria met goed fatsoen
Je warmpjes in doeken kunnen doen?
Want Jozef is immers timmerman?
'k Denk niet dat hij zwart iets kopen kan.
Misschien voor Maria wat melk of wat meel,
Dat is voor eenvoudige lieden al veel.
En hoe zou men het lied van de engelen verstaan
Als bommenwerpers naar Duitsland gaan?
Ach kindje, dat is zo'n ontzaglijk .geluid,
Daar houdt het geen eng'lenzang bij uit.
Er zal ook voor jou wel geen plaats zijn naar 'k vrees,
In 't stalletje zijn zelfs nog evacuées.
Nee kindje, je moet maar niet komen dit jaar,
Want weet je, de mensen zij haten elkaar,
En al was er ook ruimte genoeg in de stal,
Ik denk dat de massa niet komen zal.
Maar kindjeik weetis de kerstnacht daar,
Dan zingt er een sneeuwwitte engelenschaar
En jij komt tóch neder, hoe donker 't ook is,
Want jij komt tot aller behoudenis.
Ik ben het niet waardig en niemand met mij,
Ach kindje, ach kindje, heb medelij.
MARINUS A. DEN BRABER.