Eierenvele duizenden eieren passeren de mijn te Roermond Wetenschappelijk geijkt wonder? KERSTLIEDJE 1944 XERSTBIJLAGE 1934 Pagina 13 goochelaars met broos materiaal "N Wij brachten een bezoek aan de nieuwe Eiermijn in Roermond, één der grootste en modernste eierafzet- bedrijven ter wereld. De opmars der eieren voltrekt zich hier in een ongelofelijk hoog tempo en per jaar rollen er minstens driehonderd millioen over de transportbanden. Het grootste deel van de eieren, die onze hoenders zo trouw dag aan dag in hun legnesten neervlijen, wordt geëxporteerd, waardoor een groot bedrag aan onze nationale welvaart ten goede komt. Roermond is het belangrijkste eiercentrum, zetel van de grootste verkoopcentrale op dit gebied, die de produc ten van onze kippen verzendt naar alle landen en werelddelen V Zonder onderbreking schnivi den al spoedig honderden e i de eieren over de transportbanden. Tientallen wo die honderden duizenden KENT de wetenschap het wonder, weet de geneeskunde wat het wonder is, of alleen maar „dat het er is"? Natuurlijk, vele beoefenaars van de wetenschap menen het bestaan ervan te aanvaarden: „het is zeer zeldzaam", zeggen zij, „maar het kómt voor". Een rechtstreekse uitspraak dat wij getuige van een wonder zijn geweest zult u ons, mensen, niet spoedig horen doen, en zeker niet als wij de pretentie hebben, wetenschapsmensen te zijn. .o het hele bestaan al niet wonderbaarlijk, denk toch eens aan ons hart. dat dag en nacht door klopt, denk eens aan de genezing van een doodgewoon wondje en aan al datgene, dat ons meestal vanzelfsprekend toeschijnt in het lichaam en in de ziel van de mens! En dan zal het ook zover komen, dat wij in ons gesprek want dit is toch sprek met u, die dit leest zullen nc ongelofelijke, ja wonderbaarlijke vooruitgang i de medische wetenschap Mbhm Maar wij zijn het gelukkig eens, dat óns antwoord hierop moet zijn: dit kan wel zo we zen, het is niettemin de taak van de artsen om de patiënten van hun ziekten af te hel pen. Doen wij dit in het besef, werktuig te zijn., dan kunnen wij rustig blijven behande- ge- len. want dan blijken immers vanzelf de won de derbaarlijke gevolgen? ing Het is duidelijk: meer kennis, meer inzicht, P alle veran- leidt hier rechtstreeks tot vooruitgang in de deringen (die wij zegeningen noemen) welke beste zin van het woord. Het is toch waar, deze voor de hedendaagse mens betekenen, dat wij ons graag voor de dienst aan de lij inzicht, dat op veel verschillende dende mensheid inzetten? wijzen wordt geformuleerd, komt: Wij weten nu, ,,dat een anders blijkt te zijn dan. hierop neer Er is welbeschouwd maar een klein ver schil tussen het wonder en het wonderbaar verschijnsel niets lijke. Maar vergeet niet: het Wonder is daar of „terug te voe- levend, waar alle werken geschiedt in het dan volgt een vereenvoudi- groeiende weten van eigen ongewisheid In deze leer zijn wij opgevoed, voeden wij hebben immers de oorzaak (d.i. vonden! Hebben wij heden nog kinderen op. Gelukkig, wij herleidbaar. ..Men" kan bewijzen. ..dat het Maar onze eigen stellige zekerheid, ons we- n omtrent de wenselijkheid van absolute ge- dat waarschijnlijk, daar immers zondheid voor de medemens en onszelf. wereld aan omtrent het heilsplan en de weg tot herstel..? zoveel ken- Wij beseffen maar al te goed, dat de prak- energie als nog nimmer tevoren het tijk van het leven, ook de praktijk van de -1 strakke lijnen gen zijn gemaakt, dat spoedig de definitieve oplossing kan worden verwacht. Temeer is dat waarschijnlijk, alle research-centra in de hele wereld dit probleem werken met inzet geneeskunde, vaste eist. anders wordt het een anarchie. Het weten, dat steeds omvattender wordt, wordt slechts door onvoorwaardelijke capitula- geval Als wij ons dan gelovigen willen noemen en dat willen wij toch graag dan zeggen wij na de vorige zin met een stille stem: „zo God het wil!" Wij hebben hier een heel „U11UC4 SHPIÜ! eeuwig, ua goede verzekering, Gods wil te kennen, want nenkomen door het dak, het kan zich wat er wordt gevonden in de strijd tegen de ziekte, het is zonder twijfel Gods wil. Dit is een stellige overtuiging, een grond waarheid. Een autonoom verstand zou afbreuk doen aan de Almachtige, daarin geloven wij niet. Het verstand is ons gegeven, wij moe ten het gebruiken; zo wij het gebruiken om de ziekte, de gesel der mensheW uitte ban- J/QQf waarnem de laatstó vindinle^zijn wij in het is daarom de onetn. kélijken elke dag mijne. Kerstmis is niet alleen herdenken van een groots gebeuren 1954 jaar geleden; het is dat ook, daarin is het de genadevolle wending naar het Heil, naar het Wonder wereld vol geijkte waarheid passing 1954 dan ook een stuk verder gekomen. Waar blijft nu het wonder? Spraken wij niet over „het wonder"? Neen. ik kan uit erva ring slechts spreken over „het wonderbaar lijke", zegt de christelijke wetenschapsdienaar. Niettemin verklaart hij desgewenst, innig te geloven in het wonder. Maar vergeet één ding niet, goedgelovige lezer: de meeste dingen, die u wonderen noemt, zijn het beslist niet. Dat heeft de moderne wetenschap ons bewezen. Wij weten nu de oorzaak van allerlei dingen, waarover onze ouders verbaasd waren en waarvoor zij God aanriepen. Mijn grootvader, die huisarts was. placht te zeggen: „Ik ben altijd verbaasd over het aantal mensen, dat ik heb opgegeven en dat nu rustig in de Haarlemmer Hout wandelt!" Toen begreep men nog niets in vergelijking tot ons huidige weten. Wat waren onze groot ouders naïef! Er is een lle-eeuwse Franse dokter ge weest, die schreef: „Ik heb hem verbonden, God heeft hem genezen". Het was in die tijd, dat de dokter nog o, zo weinig kon: aderlaten, purgeren, compressen leggen: kruidenthee voorschrijven, een opbeurend woord spreken. Nu is dat heel anders, viij kunnen zóveel, dat ik mij in alle ernst afvraag, of wij mensen, die ons gelovig willen noemen, niet eenvoudig kunnen volstaan met de rustige verklaring, dat Gods werken impliciet is bij al ons medische handelen. Als aparte hulp behoeven wij Hem niet neer te noemen. Wij behandelen onze patiën- en volgens de nieuwste inzichten; deze zijn >ns geschonken. Het is dus zo. dat wij de •ehandeliing van de patiënt helemaal zelf mo- en doen en God niet meer behoeven te spe- Immers, niet alleen de lichamelijke ziekte erstaan wij al vaak in oorzaak en gevolg, raar ook de stoornissen in het geestelijke le en, die vroeger niet te beïnvloeden leken, 'alloze analyses van „gevallen", individuele n gecoördineerde onderzoekingen, hebben ons en zeer uitvoerig verstaan van veel psychi- che stoornissen verzekerd. Ongetwijfeld, alle mensen worden nog niet •eter. maar het kan niet worden ontkend, dat •r een zeer sterke verbetering is in de resul- aten van de psychiatrische behandeling door Ie vorderingen van de geneeskunde. Juist in deze tijd. waarin gelovigen en onge- ovigen over wereldondergang spreken, is het een prachtig iets. te mogen zien dat de we tenschap op werkelijk wonderbaarlijkste wijze bijdraagt tot de gezondheid van de mens; dat is toch: bijdragen tot zijn geluk0 Onlangs sprak een Weense psychiater in ons land. Hij stelde vast dat de spreuk „mens sana in corpore sano" („een gezonde geest in een gezond lichaam") volslagen heidens is en zei, talrijke mensen te hebben gezien, die niettegenstaande hun slechte lichamelijke conditie geestelijk zeer zuiver, diep en sterk leefden, zelfs tot in de dood; en omgekeerd ook: velen, die lichamelijk dige Mogelijkheid in de wereld van de zeer exacte diagnose, de vernuftigste be handeling, de machtigste operaties, de krachtigste medicijnen, de essentiële drift- structuren en de diepste verlatenheid. Nieuwe Leidsehe Courant KERSTBIJLAGE 1954 Het is Directie en Hoofdredactie een voorrecht, namens allen, aan ons blad verbonden, deze Kerstbijlage onze lezers te mogen aanbieden. Ook ditmaal hebben velen, zowel in als buiten de dagelijkse kring onzer mede werkers, in schrift en illustratie hun krachten willen geven Het schijnt ons onnodig toe, op bepaalde bijdragen speciaal de aandacht te vestigen. Daarmede zouden wij de niet ver melde te kort doen. Een uitzondering willen wij ons veroorloven. Het stemt ons dankbaar, dat briefwisseling met het „hoofd kwartier" van de evangelist Billy Graham te Minneapolis in Amerika er toe heeft geleid, dat wij in de ge legenheid zijn, van zijn hand in deze Kerstbijlage een woord af te drukken, even eenvoudig van opzet als diep rakende in het hart en regel voor regel getuigende van en opwekkende tot een oprecht bijbels geloof. Twee, wier namen men in deze bijlage verder niet vindt, doch die in het welslagen er van een belangrijk aandeel hadden, noemen wij hier: onze redacteuren J. Snoep, de man van ons Zondagsblad, en Jas van Hofwegen, die de opmaak verzorgde. Het is ons aller hartelijke wens, dat mede door deze Kerstbijlage al onze lezers, kleine en grote, deel mogen hebben aan de blijdschap van het evangelie, waarvan de nederige komst van Christus op deze aarde zulk een hoogtepunt is. In zijn donkere cabine ziet de schouwer tienduizend eieren per uur aan zich voorbijtrekken. Felle lampen onder dit gedeelte van de transportband maken de eieren doorzichtig. Het tweede en derde soort worden er op deze manier uitgehaald. Een fundament van kippeneieren lijkt niet erg betrouwbaar voor de opbouw van een nieuwe bestaansmoge lijkheid, maar in Limburg en Brabant heeft men er fantastische resultaten mee bereikt. Op de schrale zandgronden hielden de kleine boeren vroeger met moeite het hoofd boven water. De kip pen scharrelden mistroostig rond op de kleine erven en werden min of meer beschouwd als de assepoesters vap de boerderij Thans is men geneigd de Wyandottes, Barnevelders, Mechelse hoenders en Leghorns op een voetstuk te .plaatsen, want al kakelend en eieren leggend brengen zij nieuwe welvaart in de Zuidelijke provincies. geleden kwam een jzer uit het gehucht Neer op het idee een Coöperatieve Eiermijn ate richten Dat lukte. Thans is zijn zoon. heer Jules Breukers (73) president-direc teur van de Coöperatieve Roermondse Eier mijn. die in 1953 rond driehonderd millioen eieren verwerkte en aan de leden meer dan veertig millioen grilden uitbetaalde.. Men zou bijna kunnen zeggen, dat het sprookje van de kip die gouden eieren legde, hier werkelijk heid is geworden. De Eiermijn, die onlangs door minister Mans- holt met een druk op de knop in gebruik werd gesteld, is een wonder van technisch vernuft, een enorme automaat, die de huidige verwer kingscapaciteit zo nodig kan verdubbelen Voorlopig doet men het in Roermond nog .kalmpjes aan" en daaronder verstaat men dan een tempo van zo n drieduizend eieren per minuut! Vóór onze oplegger en zijn collega's de eie ren in hun lenige vingers krijgen, hebben die al een hele reis achter de rug. In grote kisten 8..Als resultaat van het wonder- ke verborgen proces in het pponlichanm komen zij welge vormd in de leghokken van de duizend leden der Coöperatie Deze verpakken hun oogst in grote patentkisten inhoud vijfhonderd ts) De verzamelaars van de E.. een legertje van meer dan 'honderdvijftlg man. verspreid dorpen en gehuchten, tellen, en en schouwen de eieren. ü\en de bijzonderheden op labeltje en wachten oo éér de teven trailers van het be- drlif. die dagelijks hun ronde maken. In het nieuwe gebouw worden 4# eieren met gepaste eerbied ontvangen De werkers in hun Biiwc overalls wlonen vijf kts- •èp op een steekwagentje en Srrngcn die naar de imposante Srtec: t| D. dubbele deuren lann wild open zonde: dat simnnd er -en ha*"* naar uitsteekt, alsof i r lakeien achter verborgen fdit alle wens'-n van een st voorkomen. Het eleetrisch tac' -de' de vloer zorgt er n onberispeluk voor. dat de dCurer weer dichtnaaien. De torteerhv het hart van deze •Mirkr Hermits" Een enorme, be toer."- zaal. waarin slechts een Ugb- er.... klinkt en moderne onopval'endr v-hildu-achten de Jjv.r die leiding geven aan do gigantische opmars der eieren Daar vinden wij ook onze oplegger de muts op één oor en met gerou tineerd t-ebaar zijn handgreep uitvoerend Hij is één van de achttien opleggers, die hun taak verrichten aan evenzoveel machines; schouw- weeg- en stempelinrichtingen. die de eieren stempelen en verdelen over acht gewichtsklas sen. Zij worden elk door vijf mensen bediend en geven elkaar geen ei toe. De uurproductie van elke machine is afgesteld op ongeveer tienduizend exemplaren. Eieren eieren Eiereneieren en steeds opnieuw weer cijfers die ons arme hoofd maar moeilijk kan bevatten. Om verwarring te voorko men. zullen wij ons bezig houden met één van de achttien apparaten. De kisten staan opgesteld bij een korte transportband en de- ongeschonden eieren marcheren keurig op, in gesloten formaties. Langzaam draai ende rubberdiabolo's houden de rijen ge sloten en brengen de eieren in de juiste positie. Als de witte file nauwelijks een meter is opgeschoven, verdwijnt zij in een kleine, donkere kamer, afgeschoten met gordijnen. De oplegger heeft zijn taak keurig verricht; thans strekken de zorgen van de schouwer zich uit over het eierheir. dat langzaam aan hem vooroijtrekt. De schouwers doen hun werk in achttien cabines, welke onderdelen van de installaties als blauwe kubussen in de beton- vlakte staan. Onder het gedeelte van de trans portband dat door de donkere kamer loopt, branden felle lampen. Helder en transparant schuiven de eieren voorbij. De spikkeltjes op de schaal zijn helder getekend en daarachter schommelt de dooier als een donkere vlek. Bliksemsnel controleert de schouwer de eie ren. stuk voor stuk, tienduizend per uur.. Zij schuiven langzaam aan hem voorbij en met een snelle handbeweging verwijdert hij de exem plaren. die niet aan de hoogste eisen voldoen. Met zijn routine en ervaring onderscheidt hij met éen oogopslag de oude. misvormde, ge wassen. poreuze, geschudde, gekneusde en doorgelopen eieren, draait ze snel rond voor een lamp met geconcentreerd licht en legt ze apart als tweede of derde soort. De exemplaren, die goed door de controle heenkomen, verlaten als kwaliteitsproducten de donkere kamer en rollen in een wonderlijk geconstrueerde machine. In dit apparaat zijn vierentwintig haarfijn afgestelde weegschaal tjes gebouwd, die op een bepaalde gewichts klasse reageren. Zodra het ei terecht komt op de voor haar klasse afgestelde balans, krijgt het doortocht naar de volgende transportband, die het af voert naar de pakkers. Maar het passeert dan eerst nog een driftig bewegend stampertje, dat als een rank duveltje opveert van het kleine stempelkussen om snel en voorzichtig een ova le stempel op de schaal te drukken. „Holland" schrijft het stempel en daaronder het cijfer van de gewichtsklasse. Acht klassen Er is een onderscheiding gemaakt in acht klassen. De grootste exemplaren, die omstreeks zeventig gram wegen, worden vereerd met het cijfer nul en de klein sten. die onder de veertig gram komen, worden onderscheiden met een zeven. Als uitersten kunnen producten van krielkippen of „dubbeldooiers" worden geregistreerd. Laatstgenoemde eieren ^zijn in de mijn be kend als „dubbelnuliers", een complete maaltijd. Het is dus niet zo in die veronderstelling leven vele huismoeders dat het cijfer op helderingen geeft over de kwaliteit van het ei. De mechanische sortering maakt alleen verdeling m gewichtsklassen mogelijk. De schouwer zorgt er overigens wel voor. dat al leen eerste klas kwaliteitseieren de mijn ver laten. Als de stempelinrichting is gepasseerd, komt er spoedig een eind aan het proces Acht kleine transportbanden voeren de gescheiden klassen naar de pakkers, die gereed staan met kartonnen dozen (voorzien van luchtgaten) en de zogenaamde keyes, vormen van geperst Overzicht van de sorteerhallen N de reusachtige hal staat een man In grauwe werkkleding naast een kist met eieren. Hij bukt zich, spreidt zijn vingers en draait triomphuntelijk om, als een goochelaar die zijn stoutste staaltje heeft geleverd. Eigenlijk is hij ook een goochelaar, deze „oplegger" in werelds grootste eiermijn. Want U moet het maar eens proberen om tussen de vingers van Uw twee handen veertien eieren te klemmen en die zonder ongelukken over te brengen op een transportband. De oplegger glimlacht. „Ik heb er mijn handen aan vol", zegt hij bescheiden, terwijl hij rustig verder gaat en per minuut meer dan honderdzestig eieren over hevelt. Deze Limburger is er één van de velen, die werken in de gloednieuwe Eiermijn te Roermond. In dit gebouw, het grootste en modernste eierafzetbedrijf ter wereld, rollen jaarlijks driehonderd millioen eieren over de transportbanden. Roermond is trots op deze nieuwe aanwinst en onze nationale welvaart is er zeer mee gehaat. Nederland is Denemarken voorbijgestreefd en heeft nu het héogste exportcijfer voor kippeneieren. papier die een sohok- en breekvrij vervoer ga randeren. Op deze wijze werken in 9tage regelmaat de achttien machines, die tezamen zo n twee honderdduizend exemplaren per uur afleveren aan de afdeling expeditie. Geen installatie ter wereld ziet kans om het Roermondse record te breken. De gehele inrichting is trouwens een unicum Zachtjes schommelend loopt een kettingtransportband door het gehele gebouw; een band met twee verdiepingen, waarop lege dozen en keyes worden aangevoerd voor de pakkers en de volle dozen met een inhoud van driehonderdzestig „verse Hollandse eieren" af voert. Vijfhonderd dozen per uur gaan naar de expeditie, waar zij de bouwstenen vormen voor enorme kubussen. Zij passeren een kan toortje. waarin een Rijksambtenaar van het Eiercontrólebureau ten overvloede nog steek proeven neemt met schouwlamp en weegschaal en zijn fiat geeft in de vorm van een etiket en een stempel. Koelruimte Zou de afvoer wat minder snel verlopen, dan biedt een fantastisch grote koelruimte plaats voor een omzet van veertien dagen. De nieuwste installaties zorgen hier voor lucht verversing. juiste temperatuur en vochtig heidsgraad. De omzetsnelheid is echter zo hoog. dat de opslag beperkt blijft De C.R.E levert voor tachtig procent aan het buiten land. Duitsland is een grote afnemer, maar ook andere Europese landen betrekken hun eieren via Roermond en evengoed gaan er bv. zendingen naar Mexico. Maltha, Arabië. Borneo, Curasao en Singapore. Van onze totale eierproductie wordt 55 pet. uitgevoerd en de Nederlandse pluimveestapel zorgt, dat jaarlijks een bedrag van meer dan vijfhonderd millioen gulden aan onze nationale welvaart ten goede komt. Het binnenlandse verbruik is betrekkelijk gering. Per hoofd der bevolking consumeren wij jaarlijks slechts een kleine honderdveertig eieren, terwijl de statis tieken uitwijzen, dat de Amerikaan bv. er vier honderd voor zijn rekening neemt. De groei van een organisatie als de C.R.E een belangengemeenschap voortgekomen uit de samenwerking van arme boertjes onder lei- 't Lijkt zo eenvoudig, maar probeert u het eensDeze oplegger houdt met gemak veertien eieren in twee handen en legt die met één beweging tussen de rubberrolletjes van de transportband. Per minuut gaan meer dan 160 eieren door deze vaardige vingers. ding van een dorpsonderwijzer, spreekt sterk tot de verbeelding. Het is tegenwoordig alles ei wat de klok slaat in Roermond. Als de heer Jules Breukers een vergadering presideert, ge bruikt hij een voorzittershamer, waarvan de kop in de vorm van een ei is gesneden.Voor duizenden kleine boeren heeft deze energieke werker de omzet in snel tempo weten op te voeren. Hij is er getuige van geweest, dat de C.R.E. zo'n vijf milliard eieren verwerkte. Aaneengeregen zouden zij een breekbaar col lier vormen, lang genoeg om enkele malen de aardbol te omspannen. Als organisatie is de VECE echter nóg indrukwekkender. Deze verkoopcentrale voor eieren, opgericht op initiatief van de Roer mondse Mijn, is een combinatie van zeven grote coöperaties, die nu bijna veertig procent van onze totale eieren- export voor haar rekening neemt en in 1953 afzetgebied vond voor dit cijfer overtrof alles wat wij in Roer mond gehoord hadden zeshonderd vijf-en-zeventig millioen eieren. Wie een bezoek brengt aan 's werelds groot ste Eiermijn maakt tevens kennis met deze machtige VECE, want de kan toren zijn in het nieuwe gebouw gevestigd. Er worden daar regelmatig telefoongesprekken gevoerd met we reldsteden en zonder ophouden brengt de telex eierennieuws uit alle wind streken. En dit alles; deze wonderen van technisch vernuft, het legertje van zeventig in grauwe overalls gehulde werklieden en een modern verkoop apparaat met de nieuwste hulpmidde len, draalt in wezen om zoiets simpels als een doodgewoon kippenei! LEO J. LEEUWIS. Ach kindje, je moet maar niet komen dit jaar, t Er is toch geen kerstboom met engelenhaar. En weet je, de kaarsjes gebruiken we zelf, Omdat er geen licht is, van vijven tot elf. t En ach, van een kerstkrans komt ook niemendal En 'k denk dat er ook wel geen hulst wezen zal. En kindje, het is hier niet zonder gevaar, Eén bom en het stalletje springt uit elkaar. En hoe zal Maria met goed fatsoen Je warmpjes in doeken kunnen doen? Want Jozef is immers timmerman? 'k Denk niet dat hij zwart iets kopen kan. Misschien voor Maria wat melk of wat meel, Dat is voor eenvoudige lieden al veel. En hoe zou men het lied van de engelen verstaan Als bommenwerpers naar Duitsland gaan? Ach kindje, dat is zo'n ontzaglijk .geluid, Daar houdt het geen eng'lenzang bij uit. Er zal ook voor jou wel geen plaats zijn naar 'k vrees, In 't stalletje zijn zelfs nog evacuées. Nee kindje, je moet maar niet komen dit jaar, Want weet je, de mensen zij haten elkaar, En al was er ook ruimte genoeg in de stal, Ik denk dat de massa niet komen zal. Maar kindjeik weetis de kerstnacht daar, Dan zingt er een sneeuwwitte engelenschaar En jij komt tóch neder, hoe donker 't ook is, Want jij komt tot aller behoudenis. Ik ben het niet waardig en niemand met mij, Ach kindje, ach kindje, heb medelij. MARINUS A. DEN BRABER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 22