natuur in het cjekele jaar Het Kerstwonder in de kunst KERSTBIJLAGE 1954 Pagina 9 DOOR velen heeft de natuur dit met het wonder gemeen, dat men er zo weinig van ziet. Dit i6 heel begrijpelijk, want wonderen zien is iets, dat men moet willen en leren. Hetzelfde is het geval met het zien van de natuur. Hardnekkig trachten wonder en natuur te dringen in het koude en dode alledaagse leven. Steeds weer poogt de natuur de grauwheid te overtrekken met wat groen en de naaktheid te bedekken, terwijl het wonder strooien wil met zijn bloemen. Telkens weer gooien zij het recht lijnige eindeloze polderland onzer toekomstplannen grillig in de war. Wij erva ren dit als tegenspoed of, als het om kleinigheden gaat. als pech. Maar de mens is afgestompt door de sleur, blind door de haast om zijn eigen weg te gaan. Zo mist hij elke dag honderden kansen op rust, op wat vrolijkheid, en op gelegen heden om zijn hart te verwarmen. Nu is het waar, dat in onze provincie afgewisseld door dagen van hitte, stof. en in onze grote steden de kansen om stank en vliegen, het wonder in de natuur te aanschou wen, voor een deel onzer lezers niet zo overvloedig schijnen te zijn als elders. In de eerste plaats denken wij aan Mag men het hem kwalijk nemen, da; hij Zondags uitbreekt in menigte en het stof ener dergelijke stadswijk van zijn voeten schudt? Het is slechts een kleine minderheid, die hen, wier leven zich afspeelt in de het wonder beleeft in de binnenkamer, on uitgestrekte steenwoestenijen, die nog danks de mechanische muziek der buren of iji het aanhoudende getimmer hunner huis- altijd een belangrijk deel vormen van vljjt 6 onze grote steden. Lidtekenen zijn zij, achtergebleven uit een eeuw, die God niet vreesde en geen mens ontzag. Een eeuw, die er op uit was Gods evenbeeld met zo weinig mogelijk steen in zo De meeste der uitgetogenen vinden de rust en de schoonheid niet. de natuur en het wonder. Zij, die verder komen dan het sportveld en zelfs zo ver, dat zij de om roeper niet meer kunnen verstaan, gaan liggen ergens langs de grote weg tussen weinig mogelijk ruimte te metselen, drommen lotgenoten. Het verkeer lawaait Als de veenmollen in vierkante stapels turf tussen sombere kanalen van asfalt en steen leeft hij daar in een voort durende jacht. Elke dag moet hij zijn, zonder ophouden langs hen heen. Het stof overstuift hen. De benzine vervult hun neusgaten. Maar honderd meter verder zijn de eenzame paden leeg. Het lawaai hoort er niet meer. Hier zijn de rust zelfs des nachts door lawaai gestoorde frej'ff Jïtof heiligdom verlaten om in razende vaart op brommer of fiets naar zijn werk te gaan, ontstemd over elke kleine storing, hem aangedaan door zijn medemens. Of hij moet zich temidden van gehoest en gesnuif door tram en bus laten .Jü schudden. Na afloop keert hij op de- schoonheid in de afwisselende landschappen hen dagen nieuwe plant' klagen te hebben. Ook in de mooie villawij ken of buiten op het land zijn mensen ge neigd het natuurschoon te vereenzelvigen met bos en hei of met 'het buitenland. Ons goede Zuid-Holland geniet nog veel te wei nig waardering voor zijn grote en sobere ..naakte bomen in een kleed van sneeuw.. .ontdekkingstochten doen naar bloeiende bomen.. zelfde wijze en met dezelfde haast terug. Grote delen van het jaar ziet hij het daglicht slechts op Zaterdag en Zondag. Van duisternis, regen en wind. mist, hagel en gladheid krijgt hij zijn zeearmen, de jaude steden^ volle deel in de winter. Regen en wind oc"*,c zijn ook 's zomers zijn lot. Nu en dan binnen zijn wijde grenzen: Het grillige wa terland. de wijde indrukwekkende polders, de landelijke kronkelende dijkjes, de eer waardige boerderijen, de honderden dor- Den en buurten, de machtige rivieren en •p, de oude steden, wier silhouet van verre zichtbaar is, de grienden, de dui nen en het strand. Buiten de vacantie zijn er voor de meeste mensen meer dan hon derd lichte avonden en enige tientallen Za terdagmiddagen. Het is niet altijd slecht weer, zodat er altijd nog wel enige gele genheid is om te wandelen, fietsen, roeien en zeilen of vissen. Ook behoeft niet ieder zich het genoegen van een Sabbathsreize te ontzeggen. geeft. Bemoedigende lentetekenen Als December, maand van duisternis feestglans, voorbij is en in het begin i Januari de dagen al merkbaar lengen, men meestal reeds bemoedigende tekenen bloemen Hoè behagelijk ook kan de huisvader zich 's avonds voor het venster in zijn leunstoel laten vallen en genieten van zijn beneden buren, die hard aan het zwoegen zijn aan tuinen, die hij niet kan betreden, doch die zij nooit zo goed kunnen bewonderen als hij. En op de herfstavonden kan men door de Zo is het bijna onmogelijk om nooit met tussen het gras. En als het oude jaar t reeds sneeuw en ijs gebracht heeft, dan de natuur in aanraking te komen en er lijkt het wel alsof het ergste weer geleden is. Vooral als het dan een tijdje zacht blijft, en half Januari de lijsters en koolmezen hun eerste zangpogingen doen, kan deze schijn soms lelijk bedriegen. Want meestal (vervolg van pagina 8) het huis bij de schilders te zoeken, hier alleen de kuns tenaars verantwoordelijk te stellen voor het verwaarlozen van het grootste en belangwek kendste Bijbelse verhaal. Waarom zouden zij nog langer zich verdiepen in de houding van de herders of de bouw van de stal? De ker ken hadden immers kale muren en na de tra gische beeldenstorm was er ook voor de sculp tuur geen plaats meer. De Kerk had haar deuren gesloten voor de beeldende kunstenars. Het woord van Paus Gregorius de Grote, dat schilderingen voor omgeletterden hetzelfde kun nen uitrichten als het schrift, voor hen die over de geboorte zelf kunnen lezen, werd als onjuist verklaard en men verwees dit woord zelfs naar de anti. quiteitenzaak, daar nu iedereen kan lezen. Al thans dat meent men. maar het is nog hele maal de vraag of zij, die op school lezen heb ben geleerd, ook inderdaad kunnen lezen, of zij zich door die woorden in Lukas 2 al lezende zullen verwonderen. De schildering kan zo di rect zijn en werken, dat zij het lezen ver diept. Hoe het ook zij. de beeldende kunste naar was zijn onderdak kwijt. De ontwikkeling van het denken, de voort schrijding van de techniek en nog meer fac- T - toren deden niet meer verwonderen, doch al- Jezus geboorte: leen maar weten. „Ik zoek niet. ik schep" „In den begini r«o ten tussen de bergen, onder tropische hitte, het nog tot diep in Februari Er k geen ldnderhjlM verwhhdenng meer dus konddl ook niet verwonderen. „De me, dagw die „£jt langer lijn dan twaalf - •- w He aatiifnnrtmmn var, Jezus geboorte: wereld heeft Hem niet aangenomen... - dus kon zich ook niet in Zijn wonder blijden. Waar zijn dan nu de kunstei die Hem wel aangenomen hebben, die Zijn naam geloven? De bovengeciteerde Bijbelgedeelten nam ik over uit een kortelings bij Uitgeverij Ploegsma in Amsterdam verschenen boekje ..En het geschiedde in die dagen", een heel nooit van te genieten, mits men zijn hart maar niet afsluit, zoals zo velen doen, en mits menr er een weinig tijd voor neemt. Maar dit alles is nog iets anders dan het wonder daarin op te merken. Zeker het is mogelijk voor de meesten om elke dag te genieten en te amuseren, zich een behage- t de grond lijke levensphilosophie te vormen, welke ever de aankondiging „Iu de zesde maand nu werd de engel Gahriël van God gezonden naar een stad in Galiléa, genaamd Nazareth, tot een maagd die onder trouwd was met een man. genaamd Jozef, uit an David, en de naam der maagd En loen hg lig haar binnengekomen was, zeide hij: „Wees gegroet, gij begenadigde, de Heer is met u". (Luk. 1). "nooit korter, om van deze typisch '"deV^tcnaari Hollandse provincie te leren houden In de tropen leert men te verlangen naar het land van mest en mist met zijn koude re gen, de wijde horizon, de koude grauwe winterlucht, de wind, die door de kale zwarte takken blaast, de grillige wolken. Dan verlangt men er naar te wandelen de merels het hoogste lied zingen. Trouwens te heeft. Ook is het mogelijk de natuur gren- Februari heeft bijna immer enige zomers zeloos te gaan vereren en zoals zo dikwijls aandoende dagen. Op de helft maand hoort men reeds de lijstee. en koolmezen druk zingen. De vogels heb ben dan reeds de mooistp kleuren. de gebeurt in deze tijd, haar te gaan be en weer verslindt. Er is geen kinderlijke verwondering meer er de j „En de engel ze vreesd, want zie, schap, die heel h« hoekie een riik boek ie zelfs Riik lan8s een vaart met Wltte schuimkoppen Aan het einde der maand of bij koud Maar het wonder Ziet men pas, wan- L' - 3 - op de klotsende golven. Op de thuisreis weer in het begin van Maart worden de neer men gelijk de Riihpl ons leert «aar Nederland is hef een herademine als ieDen met een roodachtige waas hedekt ne Wr 1 geilJK ae öljDei ons leert idc lol hen: W. ik verkondig u 1 volk zal ten Heiland gehore in dc slad var i: Gg zuil een ld en liggende i erg i om nieuwe gedachten of wijze spreuken? Ach, de gedachten en spreuken uit dit boekje van 43 bladzijden zijn niet nieuw en toch eigenlijk steeds weer nieuw. Uit de nieuwe vertaling van het Ned. Bijbelge- de geel van het kleine hoefblad. Spoedig daar- nootschap heeft de uitgever enkele teksten ziet ondergaan, mcljjk overgenomen in typografisch zeer fraaie Thuisgekomen id. En verzorging. Die teksten hebben, net als het waardeert vinden hierboven geciteerde, de volgorde: De be- i krib- lofte. De voorloper, De aankondiging. De geboorte en De weerklank. Er is dus niets meer genomen dan het simpele, maar toch altijd zo mooie Bijbelwoord. Door dit Bijbelwoord werd echter de kun- in Nederland de lange zomer avonden, maar als die voorbij zijn voelt men de koelte van de herfst en zijn wilde pracht als een be vrijding. Men verlangt al naar de rustige donkere avonden voor Kerstmis met hun mystieke huise- Pablo Picasso en de surrealist Salvador Dali gaf het adagium: „Bloed is zoeter dan honing". Zoals vroegere kunstenaars direct via het individu de goddelijke geest opnamen en in hun werk uitstortten bij de weergave van hun emotionerende Bijbelteksten, neen, daarvoor is er nu geen plaats meer. Jubelde het eens bij de kunstenaar om het wonder van Bethlehem, toen de brug van hemel naar aarde geslagen was, de 20ste eeuwse kunste naar jubelt hierom niet meer in zijn werk, omdat hij het wonder vaak niet meer als wonder beschouwt, hoogstens als een symbool of als een legende. Een realiteit, neen, want dan zou hij het met zijn verstand moeten kun nen verklaren. Het kinderlijk geloof wordt ge mist, de kinderlijke verwondering. geen kinderlijke verwondering meer is geen ding het Woord wa licht der mens bjj God en den beginne Woord ge leven het Woord wi bg God. Alle dat geworden liet levi stenaar Jan Groenestein weer geïnspireerd lijke en feestelijke sfeer n het en in kinderlijk geloof heeft hy het Bijbel- December is bij uitstek de maand God. woord verlucht, simpel als het Bijbelwoord van het gezinsleven. Een maand. VOORTAAN AL DE DAGEN DER AARDE ZULLEN ZAAIING EN OOGST, EN KOU- DE EN HITTE, EN ZOMER EN WINTER, EN DAG EN NACHT MET OPHOUDEN. zelf, maar even schoon; in heilige verwon- dit dering zich in tekeningen uitend over wat In staat geschreven en is geschied. Ontroerd licht irhijnt het waarin men geen gelegenheid heeft op de natuur buiten te letten, tenzij men zijn werk op het land duisternis heeft het n mens op, van God gezonden, i Johannes: deze kwam als ge- et licht te getuig' ven zouden. Hg om te getuigen van het lirht. licht, dat ieder m reld. Hü hoort Maria de boodschap van de engel, die heeft^ De dagen zijn korter dan de^werk- een straal van licht uit de hemel neer- i;ag|- ~Bm J- 1 J daalde. Hier alleen maar het feit zelf, zon- om ons God te Ieren kennen. Hoe weinig moeite doet de mens eigenlijk om meer van God te weten te komen. De Bijbel heeft ongeveer elfhonderd hoofdstukken. Hoe weinig men sen hebben die elfhonderd gelezen. En op alles wat God ons in zijn schepping van Zich zelf vertelt, wordt ook niet gelet of het wordt misschien glad verkeerd gelezen. Het wonder in de natuur zien wij pas als wij begrijpen, dat al die soms zo koddige en ontroe- der franje, zonder het doorgefantaseerde na komen de grote paarse trossen van het mooie er zijn bovendien te veel dingen, grote hoefblad uit, dotters bloeien aan de r„„ j„ jY* 'C.ZZV' die hoofd cn hart vervullen. slootkant. Knoppen komen in struiken en rf. e eJeï}> die planten, het werk Toch staat de natuur in December niet bomen. De bevolking rukt uit om de wil- zlJn van de God van Golgotha. De jonge verhaal (illustratie VI). In die eenvoud ligt stil. Soms kleuren nog de laatste bloemen genkatjes te vernielen. Kortom er komt een kalveren in de wei. de huppelende m- dV'*eloPen zomer en de planten, die einde aan de jaarBetijden. die minder in de kinderen op het grasveld, de vogels, de e lente hloeien zn llen. vertnnpn zirh Eunst slaan, pn Hp hlneitiid tc in nnntivht de belofte: ^en rysje voortkomen uit do :al vrucht dragen. En op Her les Heren rusten, de Geest crstand, de Geest van raad i Her zal de Ge« wgsheid sterkte, i juist de schoonheid van dit werk, het licht der vijf grote illustraties. De kunstenaar van nu zal wee: als vroeger door de open staldeur dè zijn schilderij moeten roepen: „Komt ver- rëld is door Hem geworden, wondert u hier mensen". En hij zal weer i Hem niet gekend. Hij kwam net als vroeger met de herders moeten Hem niet meeknielen, in heilige overgave, in heilige langenomen vervoering, in heilige blijdschap, in heilige en om kin- verwondering. Dan zal hij bemerken dat het geld. Dit geeft Kerstthema nooit verveeld, telkens weer die nooit -n. Doch allen, die Het geloven". (Joh. 1). „De wereld heeft Hem niet gekend nieuw is, telkens weer een wonder is. Dan zal hij opnieuw met smachtende armen de hemel omlaag trekken, in geloof. in de lente bloeien zullen, vertonen zich net reeds boven de grond. Men ziet al struiken met groene knoppen. Elk seizoen zendt zijn boden vooruit als het voorgaande jaargetij de nog niet goed en wel begonnen is en een nog vroeger seizoen zijn sporen achterlaat. Seizoenen gaan niet alleen geleidelijk in elkaar over. Zij ziin ook dooreen gestren- land een afwisseling, daarvan te genie- parken ten, moet men leren letten op die honder den tekenen van verandering, die o verschillende delen van het jaar elke die^oor* zovelen^bMChreveïi*18° bl<*mCT d°°r uitgedacht om Toch is het ook nodig nog even aandacht ons °P te vrolijken en te verzorgen, aan de lente te wijden. Voor le velen blijft het lentegenot beperkt tot de bollenvelden We loven in een tijd van grote zorgen, en er is in onze provincie veel meer te ^ct hjkt er wel heel sterk op, alsof de zien. Men kan op tal van plaatsen ontdek- mens eindelijk de middelen gevonden heeft kingstochten doen naar bloeiende vruchten- om a"e leven op aarde te vernietigen en bomen, men kan zoeken naar anemonen in alles weder woest en ledig te maken. Nu bossen, naar het wit bloeiende vreze dei Heren. Hg zal niet richten naar hetgeen zgn ogen zien. noch recht spreken naar hetgeen zgn oren horen: want hg zal de geringen in gerechtigheid rich ten en over de ootmocdigen des lands in bil lijkheid recht spreken, maar hg zal de aarde slaan met de roede zijns monds en met de adem /.gner lippen de goddeloze doden. Ge rechtigheid zal de gordel zijner lendenen zijn en trouw de gordel zgner heupen. Dan zal de wolf hij het schaap verkeren en de panter zich ncderleggen bij het bokje: het kalf, de jonge fluitekruid langs de kanten van het water en de wegen. Het is een aardige sport om te luisteren wanneer men de eerste tjiftjaf hoort, gemakkelijk aan zijn geluid te her- het wondere, dat de mens daarin niet slagen zal. Wel zullen er grote ver woestingen komen, maar het mensenleven zal niet verdwijnen. Zaaiïng en oogst en die Méér dan natuurverschijnsel kennen voor iedereen. En na een paar jaar rondere afwisseling der oefenen kan men veel meer zangvogels on- derscheiden en er op letten, wanneer zij in onze streek aankomen. Ook de nachtegalen kan men in grote de len van onze provincie horen. Woont men in een kale omgeving, waar dergelijke vo gels zich niet vertonen, dan kan men uit zien naar de dag waarop men voor het eerst de zwaluwen weer over het water ziet strij- tuurverschijnseleen teken, dat God een ken. Zo biedt de lente van haar allereerste maal na een reusachtige catastrophe be- begin tot haar einde een voordurende be- l°°fd heeft de mensheid niet in de steek te zigheid. En als de grote bloeiperiode achter zu,'en laten ook niet in de tijd van de H- de rug is, dan komt de hoogtijd van het boni. Wie de voorpagina's van de couranten gras. Gedurende de lange maanden van de bekijkt met alle oorlogen, aardbevingen en zomer ziet men een voortdurend komen en andere rampen, moet bedenken, dat de Bij gaan van bloemen. Ieder, die ogen heeft, bel ;i1 deze narigheid vergelijkt met de :en klein beetje tijd, en geen slechte ge- zwellende knoppen en het tere groen van ondheid, kan zich tegenwoordig met be- het voorjaar, ulp van eenvoudige en niet al te dure oeken wegwijs maken. Hij behoeft zich in De hele natuur spreekt niet alleen e1en.°f trem °P dC flCtS "iet te Ver van 6611 scheppingsvermogen, Veel goeds uit. regenzomer Zgn knecht". (Luk. Ik Jeugd, genietend turn wa* een winterdag bracht. genialiteit, een kunstenaarsschap, een humor, een liefde, die alle menselijk voorstellingsvermogen te boven gaat, d-h een trw di, voor ons le bloemen zijn, hoe fns het groen, terwijl Persoonlijk en voor de gehele schepping n hete zomers stof en volte kunnen be- geldt. Een zorg, niet van een onbekende a"wfn: J ergens boven de wolken, maar van een Joch hét'ismerkwaard'jg'hoe de natuur'ook Die lie misdeelden nog tegemoet komt. Hoe ge- eenmaal in Bethlehem als gewoon ïoot de bekende communiste Rosa Luxem mens is tegemoet getreden. Tegen wie Turg niet, toen zij gevangen was, van de wij ook nu vertrouwelijk kunnen pra- ton. Waarschijnlijk' Z 'ÏÏZZVX d< -s- nussen geweest, maar weinig mensen we- onp maar een klem idee van en hoe mooi en amusant mussen kunnen Zijn heerlijkheid. Van die God ver- :ijn. Zelf weet ik nog hoe ik op de weg tellen ons dagelijks de grote en de /oor het gevangenkamp te Osaka temid- kieinc dinRen in de natuur Eerst ïen van zwarte schuttingen en schoorste- __f j. m aJS ien lopend, ineens in de lucht een leeuwe- J "erri gemeenschap zoeken, uk zag vliegen op een Februaridag Ook *eren wij de natuur te zien als een in de doodse straten van een stad, of op wonder, een zolderkamer kan men genieten van griilijA wolkgevaarten en prachtige luchten. Mr. J. J. WENTINK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 19