Tien jaar geleden een bedevaart van
West naar Oost om brood
97
JkERSTBIJLAGE 1954
Pagina 5
„In
mensen een
werd in
welbehagen
die dagen ervaren
„De weg is leeg als het bestaan,
waaruit het leven week
I EE, zoekt U maar niet
naar de naam Almenkin
ders in welk adresboek dan ook.
Misschien vindt U wel iemand van
die naam, doch dat is dan niet de vrouw, van wie hier sprake is. Haar naam is een verzamelnaam. Om allen
aan te duiden. Per slot van rekening ging het in die donkere dagen van 1944 om al de kinderen van ons volk. Zij
hadden honger en de enige plaats, waar het voedsel te vinden was, moest wel „de provincie1* zijn. De provincie, een
woord en een begrip, vaak met een zekere minachting gebruikt, maar toen vol van reddende betekenis.
De weg van het Westen naar de provincie is lang. Zij is langer als zij leeg is. Als er niets is dan die weg
en niets dan de vlakten rondom. Vlakten, waarover de wind giert en de sneeuw ritselt. De weg is dan leeg als
het bestaan, waaruit het leven week. Een mens, die de band met God verloor, is innerlijk even dood als zo'n weg
in zo'n winters oorlogslandscbap. De wereld is hol geworden en midden in die holle ruimte trok de voedselhaalster.
Alle banden met thuis had ze verbroken op het moment dat ze, met één appel op zak, haar woning verliet.
Als ze nu over dezelfde weg gaat, die druk en vol vertier is, waarover de auto's voortflitsen, waarlangs
de Wegenwacht patrouilleert en waarop de enorme vrachtwagens met groente, met vis, met zakken aardappelen,
met zand en stenen als beurtschepen heen en weer rennen, dan is het vreemd, mevrouw Almenkinders te
horen zeggen: „In één van die boerderijen ben ik binnengegaan, om te vragen of ze niet iets voor me te eten
hadden. In de eerste zeiden ze „nee", maar in de tweede kreeg ik een stukje kaas. Dat was veel te vet
voor me, ik werd er naar van!"
Over de reis naar Jutfaas, waar we nu was zaak om die verzamelingen te mijden
binnen het uur zijn, deed ze toen een hele en te vlieden!
dag. Het liep al tegen de arvond, toen ze langs Boven de landelijke wegen van nu snor-
het kanaal naar het dorp reed. Ze den de vliegtuigen en. ze schoten op alles
logeren bij een oude vrienidm, maar ene t bewoog. Ze dwongen mevrouw Almen-
20 kwam M terecht kinders vrijwel doorlopend om dekking te
in een noiei. zoeken en te wachten, tot zo'n verzameling
In zo'n hongertijd is de hele wereld grijs rijdende doelen voorbij was. Soms werd het
en arauw Het hotel Had toen waarschijnlijk heel moeilijk. Dan schóót men niet alleen ze zetten thee voor het bezoek. Ze staan
in aeen 'jaren een kwast verf gehad. In uit de vliegtuigen, maar vielen er ook hier namelijk altijd voor de vrienden klaar,
het frisse gebouw „De Zrnoon" oon nti, her- hommen. v E" v°°r vnenden -W.'.
kende ze de pleisterplaats van toen niet. Dicht bij Deventer was het heel erg. Er hadden m die hongerdagen altijd eters,
jjet zag gr véél minder florissant uif'. Dat moest geschuild worden.JEr staat^daar er- zegt de boer. „Elke dag zaten we f
'zal wel waar zijn, want die Zwaan ,"f°l - lor,oa
toen even grauw als hij nu levenslustig
Dat „verder" betekende de brug bij
Deventer. „Het was een verschrikking"
en deuren geverfd. Er is, waar eerst de
deel was, een nieuwe kamer gebouwd en
er is een keuken gekomen. Daarin wordt
nu, als elk jaar, de slacht bereid.
Maar zó zijn deze mensen: ze laten met
een al hun werk in de steek, ze trekken een
schone overall en een dito blouse
gens een Christelijk^ school. Zij kreeg
wat appelen om verder te gaan.
Zij herkent haar verblijf van tien jaar her
tenslotte aan een trap in het achterhuis
waarlangs ze destijds omhoog gegaan is
naar haar kamer. Maar dat gebeurde pas,
nadat ze een wonderlijk avontuur beleefd nu (De brug was het mikpunt geweest
had- van een aanval. De bommen waren
Want de hotelhouder van die dagen kon terechtgekomen in een straat aan de
haar wél een rustplaats garanderen, maar stadszijde van de rivier. De huizen leveringen,
haar geen maaltijd aanbieden. „Eten is er brandden als een fakkel. Toen de vlieg- P 10"e
nietf' zei hij. Dat moet hem zeer hard ge
vallen zijn, want dat
vreemden tan tafel en niemand die langs
kwam stuurden we weg, zonder dat hij
enkele kilo's rogge meekreeg. Een enkele
keer is het voorgekomen, dat een zwart
handelaar op het erf verscheen met,
„De boerderij ligt aan een zandpad...
adres. Geen korrel kregen dat soort men
sen. Hier niet en nergens in deze streek.
Soms liep je vrijwel vast met je verplichte
leveringen, maar de controleurs waren ook
beste jongens.
Het was dikwijls moeilijk met de onder-
ongeveer tuigen wéér overkwamen en een nieu- duikers. Er waren namelijk nogal wat jon-
Jn het frisse gebouw De Zwaan
van mi, herkende ze het hotel van
toen niet.~~"
het" laatste! wat een Nederlands hotelhou- we lading bommen afwierpen, vluchtte
der z'n klanten wil toevoegen. Toen
hij die onheilsmare verkondigde, die
mevrouw Almenkinders gedwongen
zou hebben, wéér op pad te gaan
ze leefde immers de hele dag op
niet meer dan een appel en een
stukje kaas kwam er een jonge
man binnen. Hij had er iets te doen,
maar wat weet nu niemand meer.
De hotelhouder zeigt vandaag: „Hij
was de zoon van de Hervormde
dominee. Wij horen niet tot/die ge
meente, dus. we hadden niet zo veel
contact." Die avond kwam hij en
hij hoorde juist de hotelhouder zeg
gen, dat hij geen eten voor de
precies aangekomen gast had.
De jongen wist, dat thuis de
maaltijd gereed stond en dus ging
hij snel terug, om te vragen, wat
zijn ouders ervan dachten. Die zei
den: „Laat ze mee-eten" en zo zat
ze die avond in de Hervormde
pastorie aan de avondmaaltijd. Ze
heeft er de volgende morgen ook
ontbeten en ze merkte op die
manier, dat de wereld niet zo dood
was, als zij er uitzag! Ergens waren
een zorgende Hand en een wakend
Oog.
Die Hand en dat Oog waren er
óók, toen ze op die mooie weg tussen
Amersfoort en Apeldoorn, waar
gemannen uit het Westen hier ondergedo
ken. Als er dan bezoek van die
kant kwam, moesten die versteke
lingen weer ernstig uitkijken. Het
vreemdst was de ervaring van een
Haagse onderwijzer (thans hoofd van
een der Haagse scholen), die op
deze boerderij ondergedoken, op een.
ochtend opeens de leerlingen uit
zijn klas voor de ramen en op de
weg zag spelen. Met de kinder
transporten, die uit het Westen
kwamen, waren die kinderen naar
deze streken gezonden en daar bij
boeren ondergebracht. Het was wel
een samenloop van omstandigheden,
dat de meester nu juist z'n eigen
klas moest treffen. Het was uit met
z'n vrije wandelingen en zelfs z'n
kerkgang diende omzichtig te ge
schieden. Hij kwam als laatste bin
nen en ging als eerste weer haastig
naar huis. Opdat toch maar geen
der kinderen naar huis zou schrij
ven: „De meester is hier ook, wij
hebben hem in de kerk gezien!"
Het ging voorbij. Van al de eters,
de passanten, die iets kwamen halen,
de slapers in de schuur hoorde men,
op een enkele uitzondering na, nooit
meer iets. „Maar daarvoor hebben
we het ook niet gedaan", zeggen
de mensen nu.
Alleen de ondergedoken meester
jonge generatie wegwerkers aan de ik een huis in de nabijheid binnen. Ik komt z'n meeste vacanties doorbrengen op
de kinderschoenen stond, wilde de brug over. Dat wilden er de boerderij waar hij vaderlijk ontvangen
tien jaar geleden meer en jn een pauze tussen twee aan-
ïiiizeline nevanpen r
wat zij inzamelden, vervoeren en over de
IJssel brengen konden. Een soort transport-
pool. Van tijd tot tijd verdween de Land
wacht met de kostbare lading van de trek
kers, maar geen nood: kwamen zij terug
De gaarkeukens, die ook voor bijna «000 'n h" j*°. vo°d~. f?*"*
Zwollenaren eten kookten, maakten even- voedsel uit het Porten. w»at lnogs endere
eens porties klaar voor de binnenkomend. k*naenw"detnb'«''M»v»n'n voorraad
en uitgaande gasten. Zo goed was de cu- vcrdtr «'bracht.
Eenheid
linaire verzorging daar, dat er zelfs
Zalk, Wijhe, Olst, Kampen en vele buurt-
Mevrouw Almenkinders
is een der tienduizenden Nederlandse
vrouwen, dietien jaar geleden, de lange
barre tocht gemaakt hebben van West naar
Oost en terug, om voedsel.
De mannen en zonen zaten, weggestopt
in kasten en onder vloeren, haar thuiskomst
te verbeiden. De dochters trokken langs
dezelfde wegen als de moedersmet een
gelijk doel.
Dezer dagen heeft mevrouw Almenkin
ders dezelfde weg nog eens afgelegd, maar
nu per auto en in één dag heen en terug.
Het verhaal van haar wedervaren, dat
wij hier publiceren getuigt tevens van: het
wonder van het herstel, dat wij sindsdien
beleefden.
Om haar en haar duizenden lotgenoten
én de mensen die haar hielpen, te eren, is
deze reportage geschreven.
dieetkeuken was Men had er alles en kreeg schappen daartussen aan de IJssel gel.
alles. Van officiële instanties als het voed-
seleommissariaat en van burgers. Van le
pels, vorken en borden af, tot suiker en
meel toe. Er waren slaapzakken voor 5000
gasten en ze waren alle gevuld met stro
en voorzien van dekens. Dat geschiedde al
lemaal in een eenheid, die de mensen nu
nog de tranen in de ogen brengt als zij
erover spreken.
arbeid is, die
toen onze
w*Svallen, renden we naar de andere oever,
middag en door de ongewone prestatie Behouden kwam ik aan de overkant,
was ze sneller vermoeid en uitgeput,
dan ze ooit gedacht had.
De reddende engel was er evenwel
We zijn i
gedaante van nét zo'n werkman, als die er
nu staan. Hij hielp haar overeind en uit
zijn stukkezak kwam een koningsmaal van
met mevrouw Almenkinders
e brug bij Deventer gereden,
een bouwwerk, dat de rivier als met een
machtige greep overspant. Ze kon maar
weinig terugvinden van de ravage van toen.
Wat een wonder: de toenmalige brug was
gesmeerde boterhammen. Ze deelden sa- de oude schipbrug. Op de plaats,
gelegen heeft, vaart nu een veerbootje heen
In Apeldoorn verbleef ze de tweede nacht.
Bij vrienden. Ze had het er best, maar het
doel was Overijssel.
Bommen
De weg is nu een toonbeeld van lande
lijke rust. De wijde velden liggen rondom,
hier en daar weggedoken onder donkere
bomen, waartussen landgoederen schuil
gaan. In de dorpen, waar de weg door
gaat, spelen kinderen op de schoolpleinen.
Hoewel het destijds mevrouw Almenkinders'
derde dag van reizen was, is het nu nog
vóór de middag. Het verkeer is niet zo in
tens als in het Westen, dat we zo juist ver
lieten en dat is nu het grote verschil met
weer. En de verwoeste straat van toen
is nu, op een enkele plek na, herbouwd.
Het puin is opgeruimd, de rook van de
brand dreef weg, de noodkreten verstier
ven, de doden zijn begraven en de leven
den bouwden nieuwe huizen. „Zie het is
alles nieuw geworden". Op zo'n reis langs
de barre wegen van '44, ziet u hoe profe
tieën vervuld worden.
Het was nog te vroeg om bivak te maken.
Bovendien, het getroffen Deventer had an
dere zorgen.Over de oude slingerweg er
is nu een brede stille, rechtstreekse beton-
baan ging mevrouw Almenkinders naar
Raalte. Zij trof het weer niet, want de
spoorwegovergang was het mikpunt van de
Duitsers. Bovendien was het geheel don
ker geworden. Ze kwam terecht op
Niemand heeft voor dit enorm hulpbetoon
persoonlijk ooit enige beloning ontvangen.
De organisaties als zodanig ontvingen Ro
de Kruismedailles en daar was het mee
afgelopen. De gemeenten in het Westen ver
goedden bovendien later de ziekenhuiskos-
Wat zegt u van dat kerstfeest 1944 ln het ten. Maar een blijvend gedenkteken aan
de wakkere steden in het Oosten
is nooit gesticht.
Nu, na tiert jaar is alleeta de
herinnering aan een groot en
prachtig werk overgebleven-
Maar wat vergeten de mensen
gauw: één van de leiders van
dirt hulpwerk kreeg, vlak na de
bevrijding, pech met zijn auto,
toen hij in een der Westelijke
steden was. Hij bereikte te voet
een garage en vroeg om hulp:
„Spijt me" zei men daar, „maar
het is tijd om naar huis te
gaan, u zult tot morgen moeten
wachten." Dat was amper een
maaord, nadat de laatste voed
sel-trekker de IJssel was over
gegaan.
Engelen vnn mensen
„Het puin is geruimd, de overlevenden
bouwden nieuwe huizen".
Zwolse noodhospitaal, dat geleid
werd door een Rooms-Katholiek
priester, met assistentie van een
Hervormde en een Gereformeerde
onderwijzer? En wat denkt u van
een klein keuterboertje dat zijn
gerij'tje net buiten de wafllen had
en dat honderden mensen, van
buiten komend, in enkele maanden Haar
volledig verzorgde als ze voor de
spertijd de stad niet meer konden
bereiken?
U begrijpt wel, wij hebben u dit alle
maal kunnen vertellen in de tijd, die me
vrouw Almenkinders nodig had om haar
reistassen en koffers vol te laden met de
herinnering aan de wintermaanden van '44.
haar jongens wachtu-n thui-.
..een kleine boerenwoning, zoals er z
staan in het Overijsselse land".
Burger zorg
Het was voor hen levensgevaarlijk zich op
straat te vertonen. Er kwamen alleen slech
te geruchten van over de IJssel. Moeder
zou omgekomen zijn. Toch stond ze in een
schemeravond, opeens voor de huisdeur:
ze had vele malen lekke banden gehad, mo
gelijkheden om met Duitsers mee te rij
den afgewezen, en in een rokerige kamer
in Apeldoorn geslapen. Daar waren een juf
frouw, die de hele nacht over geetften sprak.
Maar nooit hebben de Duitsers want ze was spiritiste en twee lotgenoten,
één lijst in handen gekregen of die het bed vulden, zodat zij op een stoel
heeft een razzia die veelvuldig was beland.
voren be- In het Utrechtse was er een boer, die
gehad. De haar onderdak gegeven had in een stal,
aren nodig waar tientallen lotgenoten eveneens logeer-
Bij al die beslommeringen vond
men bovendien nog de tijd om ge
gevens uit het Westen te ver
zamelen» die voor de oorlogvoering
van belang waren. Want alle be
zoekers werden, als ze aankwamen,
ook nog genoteerd.
toen. Want toen waren de wegen in West- stille, duistere, onbekende landweg. Er liep
Nederland verlaten, maar die in het Oosten
bleken opgepropt van de voertuigen en het
De boeren waren niet de enigen, die
een boerenman over. die haar op de vraag zorgden, dat de mensen uit het Westen
m onderdak meenam naar zijn huis. daar, in het Oosten een goede ontvangst
en een goed resultaat vonden en bereikten.
Het IllllS aan de kant steden en dorpen langs de IJssel van
Zutfen tot Kampen en verder het achter-
land in als Zwolle en Staphorst, hebben
ïïS' vrijwillige organisaties geschapen om de
stroom van etenhalers op te vangen,
oveel voorkwam, maar van te voren be
kend was enig su
lysten met namen-
om mensen die zouden omkomen te iden- den en w
tificeren.
Zelfs de Duitse Todt-organisatie werkte
het leefde van de ratten. Die
hadden ook honger en dus was het zaak
oplettend te zijn. Maar er was brood en
zij het onbewust en zonder dat zij het melk geweest toen de morgen aanbrak.
wilde. Maar de gaarkeukens moesten voor
de mensen, die gedwongen arbeid voor dat
slavenbedrijf verrichtten, vlees verwerken
De laatste weldaad op de thuisweg, kwam
in een stadgenoot, die. veertig kilometer
van huis, over een goede band bleek te
er zoveel staan in het Overijsselse land
De mensen en de beesten wonen onder één
dak en het ruikt er altijd naar vee, naar
ingekuild voeder, naar melk en mest. Even
uitbundig als de geuren van deze behuizin
gen is de hartelijkheid van de bewoners.
F.r is altijd plaats aan tafel voor een méé
eter en ergens is steeds wel een plekje te zijn zo op een koude avond
vinden, waar een vermoeid mens het hoofd stad a|s Zwolle gekomen en hebben er op
kan neerleggen En de mensen zijn vroom. de ijsSelbrug al< de eersten der 800 vrij-
h'iwnfnHp willigers gevonden, die dag en nacht in de
de lijdenden en dat wa-
vet! En dat verdeelde de kok, naar rato beschikken en die somaar afstond,
over de hele pot!
Men volgde, al die maanden lang, één Als we nu, in de avond, terugrijden
vaste procedure bij de verwerking van al over de wegdie de honderden trekkers
derdak te geven voor de nacht, te eter» te
geven, te verplegen, als er zieken waren en
te zorgen dat ze, nadat de IJssel „geslo
ten" was, met hun pakketten en pakken
over de rivier kwamen.
Talrijke vrouwen als mevrouw Almen -
die duizenden hongerige en vermoeide
sen: eten. toilet maken, slapen en de vol
gende ochtend: ontbijt en lunchpakket voor
onderweg. Een werkelijk vorstelijke orga
nisatie!
Er was bovendien een hele machinerie
geschapen om te zorgen, dat de trekkers.
kerkdienst overslaan, óf véél-biddende
Roomsen. Dat laatste waren de mensen,
waar mevrouw Almenkinders te gast was.
Ze kreeg een bed op de grond gespreid en
ze sliep onder het gemurmel der avondge
beden, door heel het gezin geknield gezegd
..Bezoek o Heer, deze woonstede, laat Uw
Licht van haar niet wijken".
mOp de plaats waar de oude schipbrug lag, vaart %u een veerbootje heen
en weer»"
ren alle etenhalers te helpen. Eerst wa
ren het Arnhemmers geweest, die na de
mislukte slag geëvacueerd werden. Daar
na mannen uit het Westen, opgepakt bij
razzia's, die, behalve aan voedsel, aan mo
gelijkheden tot ontsnapping en onderduik
adressen geholpen werden.
1 De Decembermaand, Januari en Februari
D(> boer aan liet zandpad 1945- gruwelijk koude maanden brachten
l niet minder dan 100 000 Westerlingen naar
de Overijsselse hoofdstad. Voor het meren-
-Dendert nurgem kwam .k op de ploot, dMl vrouwe„, diz in aUe Madia vln
van bestemming staat er in de reisoe- lichamelijke conditie en uitputting aankwa-
schrijvmg van mevrouw Almenkinders. men, £r zjjn jn dat gebouw voor Sociale
Een kort zinnetje, dat een wereld van Zaken aan de Lombardstraat in Zwolle,
dankbaarheid uitdrukt. De boerderij, die overblijfsel van een der middeleeuwse
toen die ..plaats van bestemming was, scholen van Geert Grote, kinderen geboren
ligt aan een zandpad midden in liet Over- e0i door honger en ellende bevangen men-
tjsselse land. Mevrouw Almenkinders kent Sen in onmacht gevallen. Maar een staf
haar nu nauwelijks terug, zo is zij ver- Van medische krachten, van verpleegsters
anderd. Het voorhuis is vernieuwd, de plus een noodhospitaal stonden gereed om
buitenmuren xijn gepleisterd, de vensters allen op te vangen, bij te staan en in he»
„Ze herkende de boerderij nauwelijks meer,
zo was zij veranderd. Het voorhuis was
vernieuwd
toen gegaan zijn. begrijpen we de om
vang van dat offer en van alle offers
toen gebracht nauwelijks meer. Er staat
een groot, helder verlicht tankstation
langs de weg, waar ook nog koffie te
krijgen is, maar we kijken er
amper meer naar. Er was geen
restauratiehouder die zei: „Spijt
me, ik kan U niet te eten ge
ven", en toen de huisgenoten
ons, bij thuiskomst vroegen, of
we nog wat ivilden, zeiden we:
..Dank je, ik heb van alles ge
noten!"
Het wonder van de herrijzing
tegen de achtergrond van de
honger.
Er is één ding niet veranderd:
toen mevrouw Almenkinders
haar huisdeur binnenstapte, 10
jaar geleden, zei haar man:
..Heerlijk, dat je er weer bent,
kom gauw binnen!"
En precies hetzelfde zei hij
tut wéér!
HENDRIK GREVEN.