971'
1
:us
Chris
he
antwoord
/OK wanneer we in de drukste wereld
steden wonen, kunnen we ons soms
verschrikkelijk eenzaam voelen. Ik denk aan
Rupert Brooke, die op het punt stond, te
Liverpool de reis te gaan ondernemen naar
New York. Hij zag, dat iedereen vrienden en
kennissen had. die afscheid kwamen nemen.
Maar hij was alleen en een gevoel van intense
eenzaamheid overviel hem. Toen zag hij een
straatjongen op de kade staan, liep naar hem
toe en vroeg: ..Wil jij wat verdienen?" Natuur,
ilijk wilde hij wat verdienen.
„Dan moet je naar me zwaaien als de boot
jwegvaart." Brooke vertelde later, hoe hij nooit
heeft vergeten die straatjongen, die met een
ivuile zakdoek naar hem stond te zwaaien en
(die hem op deze manier toch maar uit de een-
haalde.
Lees wat Paulus er van zegt: „Daarom heb
ik een welbehagen in zwakheden, in smaad
heden, in noden, in vervolgingen, in benauwd
heden, om Christus' wil; want als ik zwak ben
dan ben ik machtig". En ook zegt hij: „Ik wi
roemen in mijn zwakheid".
Ik sprak onlangs een man, die de vorige daj
bij een brand zijn vrouw en drie kinderen had
verloren. Niemand scheen meer reden te heb
ben om verbitterd te zijn dan hij. Maar hij
greep mijn hand en op zyn gelaat lag een glim
lach en hij zei: „Vertel maar aan iedereen, dat
de genade van God genoeg is, zelfs voor wie
het meeste lijdt".
Er staat nergens in de Bijbel, dat Christenen
nooit worden aangevochten. In de Psalmen
staat, dat de tegenspoeden van de rechtvaardige
velen zijn. Denk aan Job, aan Paulus, aan
Lazarus. „Bekent in uw hart", zo lezen we in
Deuteronomium, „dat de Here uw God u kas
tijdt, zoals een man zijn zoon kastijdt". En in
de Psalmen wordt de man gelukzalig genoemd,
die door de Here wordt getuchtigd. Wie de
Here liefheeft, die. kastijdt Hij. Zo is de kastij
ding een middel om ons dichter te brengen
bij Hem.
We zouden nooit de prachtige liederen van
Fanny Crosby hebben gekregen, wanneer ze
niet door blindheid zou zijn getroffen. En het
„Halleluja"-koor van Handel werd geschreven,
terwijl de componist straatarm was en boven
dien aan zijn rechterzijde en zijn rechterarm
volkomen verlamd. Denk aan wat Job zei: „Hij
beproeve mij en als goud zal ik te voorschijn
komen".
gehad hebben, die plotseling sterven", zei hij.
Denk ook aan David: „Eer ik verdrukt werd,
dwaalde ik, maar nu onderhoud ik Uw woord".
Zo kan onze ziekenkamer een geestelijk oefen-
vertrek worden. Ziekte is iets uit dat „alles",
dat ten goede meewerkt bij hen die God lief
hebben. Wordt daarom niet verbitterd.
Christus is ook het antwoord op de ontmoe
diging. Hij kan weer opgewektheid brengen in
onze tred, blijdschap geven in ons hart en een
doel voor onze geest. „Een blij hart zal een
medicijn goed maken, maar een verslagen geest
zal het gebeente verdrogen". Wanneer ons hart
door het geloof in Christus op God is afge
stemd, wordt het vol van blijdschap en vrolijk
heid.
U ER weg in Montana was eens een oude
schaapherder, die een viool had die
geheel van toon was geraakt. De man wist niet,
hoe het instrument weer gestemd te krijgen en
daarom schreef hij naar een radiostation, of men
niet op een bepaald uur van een bepaalde dag de
toon „A" wilde uitzenden. Men kwam aan zijn
verzoek tegemoet en de „A" werd op dat uur
van die bepaalde dag uitgezonden. Zo kon onze
schaapherder zijn instrument stemmen en kon
hij in zijn hut zijn wijsjes weer spelen.
We zullen nooit afkomen van onze ontmoe
diging en we zullen onze mistroostigheid nooit
verliezen, tenzij wij ons afstemmen op God.
Christus is de bron van alle vreugde. Hij is
het geheim van de blijdschap. Petrus zegt het
zo: „Die gij niet gezien hebt en toch lief hebt,
in Wie gij nu, hoewel Hem niet ziende, maar
gelovende, u verheugt met een onuitsprekelijke
en heerlijke vreugde".
lllll de bijbel lezen we, dat al wat uit God
geboren is, de wereld overwint. En dit
is de overwinning, die de wereld overwint,
namelijk ons geloof.
Op het Kerstfeest in het bijzonder worden
w*j er aan herinnerd, dat midden de verwar
ringen en moeilijkheden van deze wereld God
i aan het werk is. Wij leven in een tijd, waarin
nde wetenschap een monster heeft geschapen, dat
in staat is alle menselijk leven op deze aarde
te vernietigen. Maar in deze zelfde tijd zijn we
bezig opnieuw te ontdekken, wat we eigenlijk
allang wisten: dat Christus het enige antwoord
is op onze vragen.
Zo leven er in onze tijd velen in een ontstel
lende eenzaamheid. Alles schijnt voor hen af
gesloten en zelf schijnen ze opgesloten. Alles
schijnt hen te dwarsbomen. Het kan zijn, dat
iemand, die hen lief was, plotseling werd weg
genomen en dat ze alleen zijn achtergebleven
in een groot, leeg huis.
De grote Engelse historieschrijver Arnold De eenzaamheid ziet de mensen er niet op
Toynbee deed onlangs voor de wereld dit parool aan> komt net zo goed de paleizen als de
horen: hij zei: „We moeten zien ons vast te stulpen binnen. Denk maar aan wat koningin
klampen en dan maar hopen". Hij zag de stor- Victoria zei, toen haar gemaal Albert stierf:
men woeden en zag, hoe de idealen, die we een »Nu is er niemand meer om Victoria tegen me
paar jaar geleden nog hadden, bezig zijn ineen te zeggen".
1 te schrompelen.
Gelukkig echter zijn er nog honderden, die
elke dag weer voor de stormen de toevlucht
vinden in een levend geloof in een levend God.
Wanneer wij ons tot God wenden, dat is dan
heel wat meer dan dat we de werkelijkheid
ontvlieden. Duizenden normaal levende mensen
zijn tot de ontdekking gekomen, dat een levend
contact met de geboren Christus de meest wel-
"ge ervaring is onder alles van de wereld.
AAR dan zegt Christus tot ons: „Zie,
Ik ben met u, zelfs tot het einde
der wereld".
Behalve op onze eenzaamheid is Christus ook
het antwoord op ons verdriet. De apostel Pau
lus, die zeker even veel geleden heeft als ieder
ander, zei: „De Here zal mij verlossen van alle
boos werk en mij bewaren tot Zijn hemels
Zij hebben ontdekt, dat het geloof in Christus Konlnk.rl*;„ "em z« *e heerlijkheid m alle
volkomen opgewassen is tegen wat wij in deze «™ighe.d Door ziekte gekweld als hy was
tijd meemaken aan zedelijke en geestelijke druk hf^^t gewond en vol lidtekens, was hij toch
In onze tijd zijn velen het slachtoffer gewor- met maar vond hij bij Christus ge-
den van een wanhopig makende eenzaamheid nezm® teSen de-smart-
t'
en zij vragen zich af, of het leven nog wel
lllll1vaard is Seleefd worden. Maar voor hen
lllll allen heb ik goed nieuws. God schiep die een-
zamen niet, opdat
zij mislukte, ont-
moedigde, geeste-
lijk ronddolende
zielen zouden zijn,
tevergeefs zoeken
de naar vrede in
hun hart. Hij heeft
meer met hen
voor. En het ant
woord, dat Hij
voor hen heeft in
hun problemen,
hoe groot die ook
mogen zijn, is
even dicht bij als
de Bijbel dicht bij
[ons is. Het is een-
Ivoudig als twee
jmaal twee vier en
even werkelijk als
de klop van ons
hart.
De Bijbel zegt ons, dat we in dit alles meer dragen. En dat terwijl God tot hen zegt: „Werpt
dan overwinnaars zijn door Hem, die ons heeft al uw bekommernis op Mij, want Ik zorg voor
liefgehad. En daarom, mij stellende onder het u".
gezag van Gods Woord, kan ik verzekeren, dat TT
Christus het antwoord is op alles wat ons nu U allen, die gaan moet door het dal van di
nog in verwarring dreigt te brengen. In Hem schaduwen des doods, die eens afscheid moei
r verlossing uit onze zorgen, troost in ons ver- ne™™,van velen die u lief zijn, u die misschiet
driet. genezing voor de wonden die we hebben °n*»llijk vervolgd wordt om een rechtvaardig,
opgelopen, en in alles waarin wij tekortschieten 73 grijpt moed. Want de geboren Christus
is Hij genoegzaam. 15 veel meer dan de smart.
Ik hoorde eens van een man, die langs een
lange weg liep, vermoeid en ontmoedigd. Hij
kon nauwelijks een been meer verzetten. Iemand
bood hem een lift
aan en vroeg hen:
mee te rijden
Maar toen de moe
de man op d(
wagen zat, ont
dekte de ander
dat hij nog altijd
een zware zak op
de schouders had
„Zet dat toch
neer", zei hij, „jr
behoeft het nv
immers niet meet
te dragen." „Laa<
me maar", ant
woord de hij. Zc
zijn er duizenden
die zich wel ge
keerd hebben tol
God, maar die hur
pak nog mee-
En ten slotte: Christus is ook het antwoord
op het probleem van de zonde. De Bijbel leert
ons, dat alle verwarring in de wereld is ver
oorzaakt door het feit, dat de mens de wetten
van God heeft verbroken. Er is een straf ge
steld op die gebroken wet en die straf is de
eeuwige dood en de verdrijving uit Zijn ogen.
Maar in Christus hebben we ontvangen de ver
lossing, de vergeving der zonden, naar de rijk
dom van Zijn genade.
Ook hier geeft de Bijbel ons weer uitsluitsel.
Wanneer we onze zonden belijden, is Hij ge
trouw en rechtvaardig om ons onze zonden te
vergeven en ons te reinigen van onze onge
rechtigheid.
Waarom zouden we de deur van ons hart
dan niet wijd open zetten en Christus in ons
leven binnenlaten? „Want alzo lief heeft God
de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren
Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem
gelooft, niet zou verderven, maar het eeuwige
leven hebbe".
Dr. Billy Graham