met h&&R tijö mee 4 onze jeuqó-p&qina^ Ouwe Bruintje vertelt zijn levensgeschiedenis ^s6^^voawaAON oz aviasov' koRt veRhAAl van m. nieuwenhuis IN al dc jaren van haar huwelijk heeft Evelien nog niet zoveel aan haar uiterlijk gedacht, als ze in de laat ste twee dagen heeft gedaan. Het is Liesbethje geweest, die haar tot het besef heeft gebracht, dat ze toch eigenlijk niets anders is dan een ouder wetse en verschrikkelijk provinciale huisvrouw. Ze heeft het natuurlijk wel geweten. Twintig jaren zijn over haar huwelijks dag heengegaan, twintig jaren hebben hun onuitwisbaar stempel op haar ge drukt. Ze heeft dat nooit zo erg gevonden. Evelien en haar man behoren tot het gelukkige mensensoort, dat iedere perio de des levens aanvaarden kan. En ze voelen zich nog jong. Soms lijkt het nog zo kort geleden, dat ze zielsgelukkig terugkwamen van de mooiste fietstocht, die ooit een jeug dig mensenpaar in de Meimaand heeft gemaakt. Drie-en-twintig jaar geleden is dat nu. Ja, dan word je zo langzamer hand een dagje ouder. Een paar jaar zijn ze verloofd ge weest. Ze trouwden, er kwamen kinde ren Liesbethje en Hetty, toen Karei en tenslotte het nakomertje Geert-Jan. Toen ze allemaal klein waren, had Evelien geen tijd. om veel in de spiegel te kijken. En toen ze groter werden, aanvaardde ze de komende rimpels en grijze haren even gemoedelijk als Piet de zijne. De aardige, frisse gezichtjes van haar kinderen gaven haar een inni ger vreugde, dan ooit de spiegel haar als Jong meisje gaf. Maar toch, Evelien is beslist in haar mening, nu ze zichzelf eens cri- tisch in ogenschouw neemt, toch zag ze er indertijd lang niet onaardig uit. Piet vond dat tenminste zeker. Ja. in dertijd. MAAR later.. Moeder", zeiden dc kinderen. Moeder voor en moeder na. Nu is Liesbethje achttien, ze zegt geen moeder meer, maar Mams. en ze vindt haar een vreselijk ouderwetse vrouw, die wel eens wat aan haar uiter lijk niag gaan doen. ,,Je zou er zo van opknappen, Mams", heeft Liesbeth onderwezen. ,,Een klein beetje make-up, Je lippen wat bijwerken, en je haar wat nieuwerwetser, laat mij dat nu eens Met een grap heeft Evelien er zich van af gemaakt. Hetty en Liesbeth heb ben wel meer zulke bevliegingen ge had. maar altijd voor zichzelf. Evelien had er wel eens moeite mee. omdat Piet nu eenmaal niet van zulke dingen houdt. Maar nu wil Liesbeth nota bene haar moeder tot ijdelheid verleiden. Ach ja, de tijd gaat zo gauw. Pas waren Lies en Hetty nog langbenige bakvissen, en nu zijn ze plotseling ele gante Jongedames geworden, die zich schamen, om met een ouderwetse Ma de stad in te gaan. Aanstellerij? Ja, maar moet ze nu als moeder zulke meisjes niet een beetje tegemoetkomen? Ze zijn van haar nfgegroeid, stap voor stap. Ze groeiden uit de wieg, uit de box, ze gingen het huis uit en de school in. Maar altijd hebben ze toch de weg weer naar haar teruggevonden. Kan ze nu op dat éne punt niet een beetje met haar tijd meegaan? Natuurlijk kan ze dat. Is ze een mo derne moeder, of niet? Evelien heeft haar besluit genomen. Resoluut trekt ze haar mantel aan, om zich naar dc dlchtsbijzijnde kapperszaak te begeven. Ondanks haar flinkheid heeft ze het gevoel, dat iemand hebben moet, die, zonder te kunnen zwemmen, pardoes in diep water springt. Nog sterker wordt dat gevoel, als ze, eenmaal in ..Maison Suzette" aangeko men. een keus moet doen uit alle soor ten en kleuren, die er in schoonheids middelen blijken te bestaan. Gedwee laat ze zich de deskundige voorlichting geven, die ze bitter nodig heeft. Intussen kijkt ze het meisje ach ter de toonbank eens aan. en kan het niet laten, haar in gedachten naast Hetty en Lies te zetten. Het is een ver gelijking. die in Evcliens ogen. de kooplui hun haar dochters uitvalt. i haar irdele Het liefst onderneming afzien, maar wie. A gezegd heeft, moet ook B zeggen. Evelien gaat moedig met haar tijd mee, door aankoop van een lippenstift, en een doosje poeder bovendien. De prijs JBan deze IJdelheden valt haar nog niet eens mee, maar dat moet ze er nu maar eens voor over hebben. Om haar oude plaats in de achting en ge negenheid van Lies en Hetty te behou den. is geen bedrag te hoog. Diep in haar fluistert een haast on hoorbare stem. dat ze nodeloze moeite doet. omdat het immers onmogelijk ia. haar plaats in het hart van die kinderen to verliezen. Maar Evelien wil niet luis teren. stopt haastig de pakjes in haar grote tas en verlaat de winkel. a' weg naar huis kan ze de verlei ding niet weerstaan, om over de markt te lopen. Dat doet ze altijd graag. Ze houdt zo van die bonte, rommelige beweeglijkheid, van die stalletjes met van-alles-en-nog-wat en van de gevatte kwinkslagen, slachtoffers weten in te palmen. Er is een kraampje, waar je óók poeder en lippenstift kunt kopen, voor de helft van de prijs, die Evelien be taald heeft. Natuurlijk, alle waar is naar zijn geld, de kwaliteit zal dan ook wel minder zijn. Toch denkt 2e met een lichte spijt aan Maison Suzette" terug, terwijl ze zich voorneemt, een volgende keer wat minder overhaast te werk te gaan. Ze koopt nog een nieuw soort vul potlood voor Karei. En een paar ge bakken bokkingen neemt ze ook nog mee, omdat Piet daar zo dol op is. Voldaan over haar welbestede middag komt ze thuis, en geeft direct het pot lood aan Karei, hoewel het eerst in haar voornemen had gelegen, een gunstige gelegenheid in de vorm van een mooi proefwerkcijfer af te wachten. Het glun dere gezicht van haar zoon verzoent haar dadelijk met deze zwakheid. Tevre den legt ze haar inkopen op het ta feltje in de gang, met het doel, om deze straks mee naar boven te nemen. Buiten keft de ruige fox-terrier oorver dovend, zodat Karei zich haast, het ar me dier op staande voet binnen te ha- In de straat rinkelen de fietsbellen van de meisjes: nu is dadelijk de fa milie compleet en Evelien kijkt gauw. of de grote bruine theepot voldoende lafenis bevat voor al die dorstige kelen. Het is, als iedere middag, een ge noeglijk thee-uur; allen zijn bijeen, be halve vader, die pas komt binnenvallen, als het festijn al aan de gang is. Iedereen heeft zijn avonturen van de dag te vertellen, en daarom valt het nog niet dadelijk op, dat de jongste van het gezin ontbreekt. Tót Evelien allen van thee heeft voorzien, en dadelijk in formeert: „Waar blijft Geert-Jan?" ..Hier!" Een heldere stem achter de deur. Geert-Jan, blond, blozend en wel gemoed. het evenbeeld van zijn vader, voegt zich bij de kring en solliciteert dadelijk naar zijn kopje thee. ,,Wat heb jij weer uitgevoerd?" vraag Hetty bijdehand. „Niets, hè moeder!" Geert-Jan vindt het in alle omstandigheden het beste, zich bij voorbaat van de hulp en voor spraak van zijn moeder te verzekeren. Met voorbeeldige kalmte gaat hij op het haardbankje zitten, braaf genietend van zijn thee. Zo kunnen geen broer of zusters hem te na komen. Evelien strijkt hem glimlachend door zijn haar, met een knipoog van ver standhouding naar Piet, die met gespit ste oren luistert naar een lichte plof op de voordeurmat. De krant. „Karei", begint Piet, behaaglijk zijn benen uitstrekkend. „Karei, breng jij je vader nu eens zijn krantje hier". Karei is al weg, in de hoop, straks de eerste rechten te hebben, om dc sportverslagen in te zien. Piet drinkt zijn laatste slokje thee, en schuift zwij gend zijn kopje in de richting van de onuitputtelijke trekpot. Als Karei met het begeerde avond blad binnenkomt, glipt de foxterrier door de deurkier en trekt zich terug naar zijn eigen domein: de mand achter de overgordijnen. Evelien en de meisjes spitsen zich op het spannende feuilleton, Karei op de sportberichten, Geert-Jan op de kinder- Onbewogen door al deze stille verlan gens, verdiept Piet zich plezierig in de politiek van de dag, en om de wachttijd te korten, drinken ze allemaal nog maar een kopje thee, en eten er zoveel biscuitjes bij, dat Evelien de trommel in de kast moet zetten. maakt er de familie op attent, dat Tip- pie, de fox, de enige is, die van de genoegens van dit thee-uur was buiten gesloten. Och. die stumper. Liesbeth beklaagt hem uitbundig. „Heb jij dan nog niets gehad, kom maar hier, hoor.." Ze blijft in haar woorden steken, met open mond starend naar het beest, dat door die plotselinge stilte ieders aandacht Irekt. schaterlach Dan klinkt ineens van Hetty: „O, kijk eens". Ook Piet en de jongens schieten in de lach. Evelien is blijven zitten, waar ze zat, verbluft de hond bekijkend, die rondom zijn bek vergeefs het lippen rood tracht weg te likken. Geert-Jan heeft hem keurig opgeknapt, met het kennelijk doel, zijn zusters een poets te bakken. Maar Tippie ziet er met deze verfraaiing zo potsierlijk uit, dat Lies en Hetty een lachflauwte na bij zijn. „Dat is van mijn rood potlood zeker", meent Piet, argeloos tastend in zijn zak. „Neen, toch niet, dat heb ik hier.." „Het is lippenstift!" proest Hetty. „WatPiets anders zo goedmoedig Illlllllllllllll gezicht heeft op dit ogenblik een alles behalve vriendelijke uitdrukking. „Jul lie weet, dat moeder die rommel niet in huis wil hebben. Wie heeft dat hier gehaald?" Omdat hij beurtelings zijn dochters aankijkt ontgaat het hem, dat Eveliens gezicht één zwijgende schuldbekentenis is. Ze zit daar, als een in het nauw gedreven schoolkind, dat van haar ka meraadjes een beetje hulp en steun heb ben moet. En die krijgt ze dan ook prompt, want Liesbeth staat klaar. „Ik zal wel eens gaan kijken", belooft ze, en haalt van het gangtafeltje het pakje van „Maison Suzette". ,/t Is niets", stelt ze haar vader ge rust. ,,'t Was maar een aardigheidje. We gebruiken dat immers niet". En haar vlugge knipoog naar Evelien ontgaat hem gelukkig. MAAR als Liesbeth even later met Hetty samen voor het avondbrood zorgt, kan ze toch niet nalaten, haar zusje in te fluisteren, hoe nu eigenlijk de vork in de steel moet zitten. Verstan dig is dat niet. Geheimen kan die flap uit nooit bewaren. „Weet jullie, van wie die lippenstift nu was?" juicht Hetty, triomfantelijk wijzend met haar lange arm naar haar moeder, die er van bloost tot onder haar haren. Nu eindelijk gaat aan Piet een licht op. Stomverbaasd kijkt hij naar Eve lien, die er in haar verlegenheid, al thans in Piets ogen, mooier en liever uitziet, dan toen ze twintig was. Hij kan het niet laten, haar een zoen te geven, wat door Liesbeth, met een stapel bordjes in haar handen, zo moe derlijk wordt aangezien, als waren met één slag de rollen omgekeerd. „Toe maar", knikt Lies aanmoedi gend. „Mams is kissproof'. Woestijn werd vruchtbaar land (Vervolg van pag. 1) natriumfosfaat te behandelen. Het neer slag. dat daarbij ontstaat, is een rose gekleurde stof. die bij verhitting blauw en violet wordt. Men maakt rr gebruik van in olieverven, voor het bedrukken van katoen en voor het beschilderen van porcelein en glas. Kaliumkobaltnitriet slaat bekend als „kobaltgcel". Het wordt als gele kleur stof eveneens in schildersvcrven gebruikt en voor fijne beschilderingen op por celein en glas. De beroemdste van alle kobalt-klcurstoffen is „kobaltblauw" of ,j«malt". Het is een fijngemalen ka- liumkobaltsilicaat. dat reeds in de grij ze oudheid gebruikt werd voor het kleu ren van glas. De lezer weet, dat kobalt op het ogen blik echter bovenal In het middelpunt der wetenschappelijke belangstelling staal door een hele reeks nieuwe toe passingen. Op bet terrein der kernphy- slca spreekt men na de atoombom en de waterstofbom reeds over een kobalt- bom met oneindig vernietigender wer king dan die beide voorgangers. Een uitermate zegenrijke toepassing vindt steeds meer verbreiding: m?n ge bruikt voor medische bestraling het langs kunstmatige weg radio-actief ge maakte kobalt in plaats van het uiter mate zeldzame en kostbare radium. In de lijst der zegenrijke kobalt-toe- passingen mag echter voortaan, na de Australische onderzoekingen, ook het ko balt als onderdeel van het schapcn-voed- sel niet meer worden vergeten. HET mysterie van de „negentig-mijls woestenij" was dus door geduldig wetenschappelijk werk en systematische proeven zijn ontraadseling dicht gena derd. De geleerden D. S. Riceman en A. J. Anderson schreven in hun rapport, dat de proefgebieden voornamelijk loog- houdende zandgronden waren, arm aan fosfor en stikstof. Hoewel de regenval niet beneden het gemiddelde lag, bleef de natuurlijke plantengroei er arme lijk en landbouw leverde er nauwelijks iets op. In de periode van 1944 tot 194(1 werden door D. S. Riceman en J. K. Powie in het door Keith Becker beschikbaar ge stelde land meer dan duizend proefvel den bestudeerd. Op al die proefvelden verschillende metalen. Zó kwam men tot de wonderlijke ont dekking, dat allerlei planten een voor keur hebben voor bepaalde metalen als bijmengsel in het „voedsel" cn dat men die gewassen kon laten gedijen door ze metalen te verstrekken „naar elks smaak". Klaver bijvoorbeeld vroeg een bodem, waaraan zowel zink als koper waren toegevoegd. Lucerne verlangde wel ko per. maar geen zink. Bij haver was het juist omgekeerd: die vereiste zink, maar geen koper. In al deze gevallen werden bovendien aanzienlijke hoeveelheden superfosfaat in de bodem gebracht. Na langdurige experimenten heeft men voor de „negentigmijls-woestenij" thans een soort wetenschappelijke voe- dings-cocktail samengesteld, die het ver bouwen van uiteenlopende gewassen mo gelijk maakt. Deze cocktail bestaat uit 6 kg kopersulfaat, eveneens 6 kg zink- sulfaat en 170 kg superfosfaat per hec tare. De eigenlijke hoeveelheid metaal is in de genoemde koper- en zinkverbin- dingen natuurlijk aanzienlijk minder dan het vermelde gewicht. Bovendien be hoeft dit metaal-rantsoen in zes jaar of langer niet meer te worden aangevuld. EN de resultaten? Wie thans de ,,ne- gentig-mijls-woestenlj" bezoekt, vindt een aaneenschakeling van bloeien de farms en vruchtbare akkers. De ver overingen op de woestijn schrijden nog dagelijks voort. Met de financiële steun van de A.M.P., de grote Australische levensverzekeringsmaatschappij, Is een gebied van 300.000 ha, dat men sinds lang voor de volkshuishouding van Aus tralië had afgeboekt, in cultuur ge- Dit gebied is verdeeld in percelen van 300 tot 400 ha en wordt vooral aan jon ge farmers toegewezen. Bij Brecon, 16 km van de grote verbindingsweg tus sen Adelaide en Melbourne, rees een kleine nederzetting van „prefabricated" huizen, werkplaatsen en winkels uit de Het ontginningsplan wordt voortgezet onder het motto: elke veertien dagen een nieuwe boerderij. Waar de woestijn eenmaal onoverwinnelijk scheen, vesti gen zich dank zij de moderne weten schap jaarlijks twintig tot dertig nieuwe boeren. Het kapitaal, dat zij voor de hier noodzakelijke zware tractoren en andere landbouwwerktuigen nodig heb ben, wordt hun door de A.M.P. voor geschoten. Een woestijn werd vruchtbaar land, kwijnende kudden werden tot een ge zonde veestapel, een belangrijke bij drage werd geleverd tot de voedselvoor ziening van dit deel van de wereld dank zij geringe hoeveelheden metaaL Door E. M. Panvis-den Hertog (Slot.) Bonk, bonk, zware voetstappen,, mannenstemmen. „Drie kisten voor boven, hé baas?", riep een van de mannen naar bene den. „Jonge, jonge," zei het schaapje, „ik weet het al, we gaan verhuizen, dat heb ik al een keer meegemaakt, geen verbetering voor ons, we komen van de ene vliering op de andere, dat zal je zien," Aan slapen dachten we die morgen niet, nee, we luisterden gespannen. Daar was onverwachts een bekende stem voor ons, die van Hansjes Moe der. „Zeg mannen," zei ze, „kijkt U ook nog even op de vliering of het de moeite is wat daar staat." Even later verscheen het hopfd van een verhuisman boveai aan het lad dertje van de vliering. We hielden ons muisstil. Hij bromide: ,,'t Is hier mi rakels donker, veel zal er niet te ha len zijn." Een tweede verhuisman kwam naar de vliering met een zaklantaarn. Ze moesten gebukt lopen om hun hoofden niet te stoten. In alle hoeken werd gelicht en toen viel het licht op ons. „Nou", zei een van de mannen, „die rommel kunnen we gerust laten liggen, 't is met elkaar nog geen kwartje waard." Hansjes Moeder riep naar boven: „Ik zal Riek met een zak sturen, doet U daar dan alles maar in, dan kan het met de vulniswagen mee". „Dat is vreselijk" fluisterde het schaapje. Ik probeerde te hinneken om te la ten horen, dat ik nog wel wat waard was. Doch net als bij het schaapje was m'n keel helemaal droog van het stof. Ik kon dus niet meer hinneken. Riek mikte een jute zak naar de vliering en daar gingen we stuk voor stuk in. Ik lag onder in de zak. Dat was ook lang niet prettig om al die beesten op je rug te hebben. Ik heb heel erg gezucht: Och, wat zal er nu toch met ons gebeuren? De zak met dieren werd op de over loop bij de trap gezet. Er was nog veel drukte om ons heen. Een keer werd er nog tegen de zak geschopt, zodat het hele beestenspul vreselijk* door elkaar vloog. Ik lag gelukkig niet meer onder op de bodem en kon precies met één oog door een scheur tje van de zak heenkijken. Eindelijk werd het stiller, 't Leek wel of alles uit het huis was, akelig stil. En wij stonden nog altijd bij de trap. Daar hoorden we nog iemand met een paar grote stappen de trap op komen. „Zo jongens," zei dezelfde stem van 's morgens, „nu zal ik jul lie nog eens goed bekijken, want als er nog wat goeds bij is, gaan jullie niet met de vuilniswagen rijden Toen we dat hoorden waren we al blij en we probeerden een fatsoenlijk gezicht te zetten. De hele inhoud van de zak werd op de overloop leeggeschud. Dat kostte weer poten en oren, die al niet te best meer waren. Eén voor één werden we bekeken. De verhuisman lachte wat tegen ons en zei: „Nou ouwe jongens, jullie heb ben het niet best gehad. Vernield zijn jullie, maar ik zie kans om het hele zaakje te repareren. En hij mompel de: „Wat zal Rienusje daar nog blij Beneden tikte de verhuisman aan zijn pet en vroeg aan Hansjes Moe der of hij de zak met speelgoed mee mocht nemen. Ze antwoordde: „Alsjeblieft, als wij het rrtaar kwijt zijn, Hans speelt er toch niet meer mee." Zo werd het weer avond. Toen hij zat te eten schoot het de verhuisman in zijn gedachten, dat wij nog op de bagagedrager van de fiets gebonden zaten. In een wip lagen we in de huiska mer op het haardkleedje. „Och", zei zijn vrouw, „wat een leuke beesten. Daar kunnen we nog best iets goeds van maken. Van alles werd er opgezocht. Oud vilt, kralen, lijm, gips, wol en verf. Wat hebben we bij die verhuisman een heerlijke tijd beleefd. Iedere avond werd er aan ons gewerkt. We kregen nieuwe oren, ogen, poten en een staart, als je die kwijt was. Toen we helemaal klaar waren pro beerde het schaapje te blaten. Eerst zacht, daarna steeds harder; er kwa men tranen van blijdschap in zijn Ik dacht: zou ik nu ook niet kunnen hinniken? Ik durfde niet erg goed. Het staat zo mal als je zo'n raar ge luld geeft. Maar het lukte. Ik vond het zelf zo mooi, dat ik haast niet op kon houden. VIJF December. Ergens driehoog vroeg een jongetje, dat al weken ziek was en nog heel lang in een gips- bedje zou moeten liggen, omdat zijn rug ziek was: „Mam, zou Sint Nicolaas ook aan mij denken?" „Ik hoop van wel, Rientje!" „Brengt Sint Nicolaas bij zieke kin deren ook wel verrassingen?" „Natuurlijk vent, dat vindt Sint Ni colaas juist erg leuk." „Doet u nog wat stro in mijn laars Mam? Heeft u nog een wortel? Doet u die er ook bij? Ik kan vannacht niet slapen Mam, ik ben zo nieuws gierig wat jk zal krijgen." Rientjes moeder zuchtte, want zij had bijna geen geld om cadeautjes te fcopen. 's Avonds laat is het zieke jongetje toch gaan slapen. Hij werd zo moe van het wakker liggen. Terwijl Rientje lekker sliep, zijn het schaapje en ik en al de andere dieren, die op de vliering gelegen hadden, keurig ingepakt door de ver huisman, de trap opgedragen, en één voor één in de vensterbank van Rien tjes kamertje gezet. De hele nacht hebben we naar'Rien tje gekeken. Wat zag dat kereltje bleek. Soms kreunde hij even. Een paar keer droomde hij hardop van Sint Nicolaas. We werden haast ongeduldig dat Rientje maar bleef slapen. Juist toen ik even naar buiten keek omdat er grote sneeuwvlokken naar Dit is echt een leuk werkje voor deze maand, nu overal (le blade ren vallen. Achter ieder woord dat je ziet staan, moet je het tegenovergestelde invullen. En weet je wat nu zo leuk is? Als je het goed hebt gedaan, vormen de eerste letters van de nieuwe woorden van boren naar beneden de naam van iets, dat je juist in deze herfstdagen nogal vaak ziet. Doe je best! Denk er om. naam en adres in de brief en vóór Dinsdag de oplossingen.' beneden begonnen te dwarrelen, werd Rientje wakker. Er kwam een rood kleurtje op zijn bleke wangen, toen hij ons zag staan. En hij riep: „O mam, wat ben ik nu blij. Wat heb ik vee) gekregen hè. Nou vind ik het niet zo erg meer om ziek te zijn. Nou heb ik een hele boel vriendjes, hè Mam?" 4> O onze BRievenBus Hallo allemaal, H Hebben jullie erg moeten zoeken? Het viel wel mee, is het niet? Ik vond dat Marijke Baas deze keer de hoofdprijs maar moest hebben, en dan zyn de troost- prijzen voor Jaap Stolk, Tineke Ver boon en Robertje de Jager. Zijn jullie al druk bezig met lied jes te leren voor het Sinterklaasfeest? Ik hoop dat de Sint niet één van mijn neren cn nichten behoeft over te slaan dit jaar. Zou er veel kans op zijn, toaf denken jullie er zelf van?! Wil Martien Smit zijn volledige adres opgeven? Zijn prijs kwam onbestelbaar terug. Het zusje van Cobl van der Kruk ligt in het ziekenhuis. Is te al weer een beetje beter, Cobi" Kees van den lloek zou wel elke dag het Zondagsblad willen hebben, maar dat zou gauw vervelen, hoor. Heb je een fijne verjaardag gehad, Gerrle Fossen? En zijn Je klasgenootjes ook bij de kabouters? Dank Je wel voor de groeten van Aart en Robbie, Peter den Ouden, doe Je de groeten terug? Ik denk dat je broertje wel een fijne ver jaardag gehad heeft, Robbie Ross. Dus als jij Engelse les hebt. Jadl Donken, moet je al vroeg uit Je bed! Nelly Kuyt speelt de rol van Maria in een Kerstspel. Wat gewichtig, zeg! WUly en Tineke Koorostra hebben haar oplossingen als vanouds keurig geverfd. Dank Jullie wel voor de foto, Frits, Dik en Goofke van de Water. Maar hij kan jammer genoeg niet geplaatst worden. Hoe vind Jij Frans, Coble de Haan, moeilijk of valt het wel mee? Heb Je nog meer broertjes en zusjes, Henk Broinsr? Corrle Visser heeft al uitgerekend hoe lang het nog duurt voor ze Jarig is. Verlang je er naar? En jij maar aparen, Adrl goed? Keurig had versierd, Sneeuw- in een auto met een radio! Hoe is het nu met je, Ikc Louwercns, al weer beter? Ik vind dat jc keurig schrijft, Robbie van Kesteren! Waar ben je met vader heengeweest. Teler de Jong? En was het leuk? Ja. je schrijft met potlood ook heel mooi, Joke JurJaanx, maar zo'n groot verschil zie ik cr niet in. hoor. Wat fijn dat je geen huiswerk hoefde te maken! Die planten van mij zijn zo aan het kwijnen, Bertha Storm, het is echt naar. Wat vind je het fijnste op school, Frieda Boersma, rekenen of lezen? Is het een mooie hagedis die je hebt. Leo Korving, en zit hij in een bakje of zo" Dag Anneke Jonker, nu. daar staat je naam dan. Is het jij je oplossing w klokje, een lust zo'n bazar kun je erg veel pret hebben. Dini van der Spek, en als de verkoop goed gaat, is het dubbel feest. Wat een jarigen in jouw familie, Felke Reitsma! Is Martie een broertje of een zusje? Wat fijn dat jullie een kinderbijbel hebt ge kregen, Frits Sehutte. staan cr ook mooie platen in? Anke Knol stuurde een prachtige tekening van een zonsonder gang. Nou, of ik ..Jaap Holm en zijn vrienden" ken, Robby Tamerlux! Een pracht boek, hè? Keesje van Stokkum zal de volgende keer een lange brief schrijven, heeft hij beloofd, nu, jk ben benieuwd Wat was er allemaal te zien in het schoolmuseum. Kke de Boer? Ook jij had Je oplossing keurig verzorgd, Roel ter Horst; ik heb al eens vaker gezegd dat mijn neven en nichten ware artisten zijn' Corrle en «reetje Bokhorst hebben altijd een reuze plezier een oude nylonkous i ken. Ja. wat zien de uit, hè? Dus Jij wordt boer. Jan Stam, en blijf jc in Nederland of ga Je emi greren? Nee Mja. t hoofd trek- W aar om huilt baasje? Beek, heb al 182 sigarenbandjes" Wat veel, zeg Heb je ze In een album geplakt? Dus jouw zusje is een Nieuwjaarskindje. Tonny Flach. wat grappig, reg. Nou. dat was wel een bruiloft met hindernissen. Marieke SpUker. Maar alles is toch ver der goed gegaan? Heb Jc het kleine zusje van Je vriendin al eens mogen zien, Maaike Bambaeht? Bas Ritmeester is met zijn fiets in een sloot gereden. Was 't water erg nat. Bas? Ik hoop dat je 't balletje leuk vindt, Frans Nmmlnk. Het zusje van EU» Bol heeft ook al in het ziekenhuis gelegen. Is ze nu weer helemaal beter'' Natuurlijk mag Lona ook meedoen, Lodewtjk Schneider, dat is juist leuk. Claartjc Wessellna heeft ook al zo'n mooie tekening gemaakt. Wat mocht Jij lang opbHJven met Je ardag, Ada van de Wetering, was je niet erg moe? Het was zeker wel een erg mooie uitvoering, Jan Bakker. Heb je goed je best gedaan? Leuke spelletjes hebben jullie gespeeld. Johannes Bleirb- rodt. Dat spelletje „wasophangen" deden wij vroeger ook. Nou. nou. Ella Joxiasse, ze hebben Jou goed bedacht met je ver jaardag. hoor. Hoe is het met de poes? Zit jouw broertje nu al in de tweede klas, Cokkie van den Hoek, of bedoel je de tweede klas van de kleuterschool? Wat is het voor een uitvoering, waar je aan meedoet, Lcnle? Drie schepen heeft Mennlc van Dnln voor me getekend, dank jc wel. hoor. Ben je al weer beter. Hans van Leeuwen? Ziek zijn is niets prettig, hè. Welke versjes leren jullie op zang, Martien l'ulleman? Wat een leuk postpapier heb je, Ha Baars, aan de andere kant had Jc die haasjes overge- tekend. he? Een fijne lange brief kreeg ik van Rietje Kroon. Schiet je al op met je gele trui? Ineke van der Plas is ook al ziek. Beterschap gewenst hoor. Hoe zag die jurk van je er uit. Anneke de Koning? Jc hebt de prijs intussen zeker al wel gekregen, Lenle Visser. Ik hoop dat moeder gauw weer opknapt, drietal Van Klaveren! Dat was een grappig versje, Coot Je van der Waals! Ook al zoveel verjaardagen bij Mleke Nell. Wat hebben jullie de meester gegeven? Wat heb Jij Je brief keurig getypt. Piet Hougendoorn! De puzzle van de vorige keer had Je heel mooi opgelost, Betsie v. d. Dool. Dank Je we I voor Je lange brief. Jannle Kraak. Hebben jullie een prettig feestje gehad? Met Je verjaardag ben je goed verwend, zeg! Dog Marijke van Santen, zul Je goed Je best doen om beter te worden? Dan zijn hier de nieuwelingen: Arthur van Delft. Dik van der Vlis. Lena en Mieke Kcijzer, Adeliene van Schilt, Le- nie Koomans van der Dries. Fennie Hoogerwcrf. Carla Fnkkcma. Evelljntje Munting. SJaak Schuurman. Woutei Nanning de Jong, Leo van J - Hartelijk welkom allemaal Een prettig weekend allen, hartelijke groeten a der Wal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 12