Strijd tegen de wansmaak bij liet massaproduct Het boek voor Sinterklaas boeket voor Betje en &&qje Kerk in het Rijnland vraagt 0111 Nederlandse predikanten Nieuwe groepsvorming in de Geref. Kerken? LEZERS 1 -PELGRIMAGE NIEUWE LODSCHE COURANT Sammgaan van techniek en kunst- pWaTiTindustriële vormgeving! artikel de in- In zijn inleidend „De psychologie van dustriële vormgeving" prachtig uitgevoerde en rijk- geïllustreerde brochure van de N.V. Nederlandsche Glas fabriek Leerdam Holland, schrijft Prof. Dr J. Waterink het volgende: „De kunstenaar, die zicli wijdt aan de industriële vorm geving en die er in slaagt de materie, die hij bearbeidt, ander zijn handen door middel van het industriële medium te doen groeien tot een volkomen zinvol object, kan niet anders dan consequent tot uitdruk king brengen de eenheid van materie en beleving, van vorm volmaaktheid en gebruiksge- ichiktheid, eenheid ook van de mogelijkheid om datzelfde ob ject te benaderen met een mystiek aesthetisch schouwen enerzijds en met een nuchtere toetsing op bruikbaarheid an derzijds." hiermede het begrip industriële vormgeving geformuleerd. Het practisch werkterrein is echter zo omvangrijk, dat enige toelichting bruiken materialen. Men denke naast de meest voor de hand lig gende grondstoffen, zoals meta len. hout, rubber, glas. eens aan de vele textielvezels. plastics en andere kunststoffen, welke en masse door middel van geperfec- tionneerde machines tot de meest uiteenlopende producten wórden- verwerkt Dagelijks gebruiken we tientallen van de2e industriële producten. De denk hierbij zowel aan het zakmes en het scheer- apparaat als aan de stoffering en het meubilair van onze woning de handtas van de vrouw met veel van de inhoud, een bril, een sigarettenaansteker, enz. Voorts de artikelen, welke wij niet dagelijks gebruiken, zoals de tot de winkelinventaris behorende snelweger, vleessnijmachine, koelkast of etalagerek. Vergeten we verder niet de grote verscheidenheid van ver pakkingsmaterialen, welke zo'n belangrijke rol spelen bij de aan koop en verkoop van de inhoud. Ik bedoel hier zowel de papieren zak, de cartonnen doos, het blik of de eenvoudige fles als het duur uitziende parfumflesje en de luxe bonbondoos. c Al deze producten kunnen door het begrip industriële vormge ving omvat worden en hier leg ik vooral de nadruk op kunnen, want lang niet al deze producten zijn de naam goed industrieel product waard. Groot is nl. het aantal wanproducten, hetwelk pretendeert practisch nut te heb ben en een aesthetisch verant woorde vorm te bezitten, maar beide volkomen mist. KUNSTENAARS EN INDUSTRIE Belangrijk is het verschil tus sen een industrieel product zon- r en eenzelfde product. der king heeft plaatsgevonden tussen het industriële proces en het crea tief vermogen van de kunstenaar. En hier rijst dan de vraag: ,,Wat doet de kunstenaar dan ten aan zien van dit industriële proces?" Vroeger was ieder nieuw product een nieuwe schepping, waarin de kunstenaar, tegelijk ambachts man, zijn liefde voor zijn vak tot uitdrukking bracht en, geleid door zijn fantasie, het materiaal de fijnste bewerkingen deed on dergaan. Vasthoudend aan deze traditie zag men daarna, wellicht door onbegrip, de techniek lange tijd als de vijand van de aesthe- Thans zien we echter, dat deze twee zeker samen kunnen en moeten gaan. Wij waarderen nog steeds de oude hand werkvormen en zijn blij dat de tijd ons hier van nog zoveel heeft overgelaten om van te genieten. Deze vor men passen echter niet meer als dagelijkse gebruiksvoorwerpen bij ons. evenmin past het ons door slechte (industriële) imita ties hiervan met onze 20ste eeuw- se ideeën een voorbije sfeer om ons te weven. ANDERE EISEN Wij moeten begrijpen, dat het schoonheidsverlangen door de eeuwen heen niet kan veranderen en dat dit in het consequent door dachte moderne product eveneens aanwezig is. De verbetering der werkmethoden en gereedschap pen, de voortgang der chemie, welke ons met nieuwe materialen verrijkt en last but not least onze moderne levenswijze stellen ech ter andere eisen. Naast de waar dering, welke wij voor het oude moeten hebben, zullen wij dus het nieuwe dienen te aanvaarden. De kunstenaar nu, die zich. als kind van zijn tijd, met deze ma terie bezig houdt, heeft dit be grepen en ziet in de techniek tal loze mogelijkheden om zijn ge voel voor vorm en kleur uit te drukken en nieuwe vormen te scheppen, met als unica's, een plaats in onze museumzalen waard, doch als producten, welke gericht zijn op practisch nut, massaproductie en waarbij ook de hoogste eisen gesteld worden aan de vormgeving. Een product dus, dat in ieder opzicht goed wil zijn en voor ie der bereikbaar. We zullen begrijpen, dat dit geen eenvoudige taak is, want uitgaande van het te ontwerpen object, moet de kunstenaar uit de veelheid van materialen, wel ke alle een eigen karakter heb ben, het meest dienstige voor zijn object weten te kiezen en dit materiaal volgens zijn eigen aard met een zo economisch mogelijk gebruik van de industriële midde len volgens die geaardheid tot een zinvol product verwerken. De ontwerper moet dus naast zijn creatief vermogen en gevoel voor materialen een grondige kennis bezitten van die materialen en die industriële middelen, welke hem ten dienste staan. MARKTONDERZOEK Bedenken we vervolgens nog. dat de industriële vormgeving de meest dienende van alle kunsten is, en dat een product van deze kunstvorm dan pas recht aan zijn doel beantwoordt, wanneer het in grote hoeveelheden op de markt gebracht wordt, dan zien we. dat ook het marktonderzoek een be langrijk aspect in de industriële vormgeving is. Belangrijk is hier niet de vraag: ..Wat wordt veel verkocht en dus door de latere bezitters mooi gevonden?We moeten niet het grote aantal producten uitbreiden dat „men" schijnbaar mooi vindt doch waaraan in wezen geen mens een enkele persoonlijke bin ding kan beleven behalve mis schien een herinnering, neen, on der leiding van de kunstenaar, die door zijn marktanalyse weet wat deze tijd eist, zullen we moe ten komen tot producten, die als het ware een noodzakelijk iets van deze tijd zijn, welke nood zaak dan zijn weerspiegeling vindt in de vorm. Uit het harmonisch samengaan van de gedachten van de in zijn tijd levgnde vormgever en de op massa-productie ingestelde geper- fectionneerde middelen der mo derne techniek, zal dus een pro duct ontstaan, dat voor ieder be reikbaar is, daf elkeen persoon lijke vreugde kan verschaffen en waarvoor ten volle geldt: ,.A thing of beauty is a joy for ever". AR IE VERMEER SE RICA van glad, gekleurd kristal; ontwerp: Floris Meydam; uitgevoerd: N.V. Nederland sche Glasfabriek Leerdam. WAARDEREN we bij een ander materiaal dikwijls zijn constructieve verwerking, hier treft juist de organische vorm, welke, ontstaan door de mooie dub- 1PIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII||||||||= bel gebogen contour met de dikke rand en de niet-sym- S metrische bovenkant, goed aansluit bij de aard van het materiaal. Goed is hierbij de hardheid en het gladde van het materiaal bewaard gebleven. Doordat bij het bovenste 5 gedeelte van de vaas de contour weer naar binnen loopt S en overgaat in de dikke rand, leent deze vorm zich uit- S stekend voor korte compacte bloementuiltjes. Ontmoeting met «Ontmoeting- De laatste twee van „Ontmoeting", het letter kundig en algemeen-cultureel maandblad (Uitg. Bosch en Keuning, Baarn) geven weer veel lezenswaardigs. Het Sep- tember-nummer bevat voor het eerst een theologische kroniek, die verzorgd wordt door de dominee-dichter Okke Jager. In een vrij kort bestek behan delt Okke Jager maar liefst 12 boeken. En toch weet hij elk boek naar waarde te schatten. Dat is de kunst van het kort schrijven. Iets uitvoeriger, maar toch ook in korte en ra ke bewoordingen, worden door J. H. Schouten 13 Duitse boe ken besproken. De dichter C. Vermeer heeft in het October- nummer heel wat meer ruimte nodig om over de nieuwe dicht bundel „Vloedlijn" te schrij ven. Maar hij geeft dan ook tevens zijn visie op verschillen de dichters. Een artikel dat men eens enkele malen leest en dan plotseling wijzer is ge worden. Van die sprankelende novelle „Het shawltje" van D. v. d. Stoep wordt men geen steek wijzer, maar toch heb ik haar tweemaal gelezen. Dat doe je nu eenmaal zo met die vertellingen van Van der Stoep, niet uit beleefdheid, maar om nog eens echt na te gnuiven om die kostelijke hu mor en die humoristische le venswijsheid. In beide num mers schrijft Aize de Visser het een en ander over films (met plaatjes er bij), een beet je te weinig positief over „Monsieur Ripois" en wat al te positief over „Maarten Luther". Verzen vindt U na tuurlijk in elk nummer van „Ontmoeting" en ook vele boekbesprekingen, die werke lijk niet altijd mals zijn. Maar het mes wordt steeds zeer des kundig gehanteerd. Corp. B. Als ik mij goed herinner heeft het onlangs in de krant gestaan dat ons Sin terklaasfeest een bij uit stek Nederlands cultuurbe zit is en dat dit bij onze emigranten overzee niet verloren mag gaan. En wanneer u evenals ik het hiermee eens is, dan komt Het boek voor Sinterklaas, samengesteld door D. van der Stoep en Aize de Visser, uitgegeven door Bosch en Keuning te Baarn misschien nog net op tijd om fluks naar onze ver wanten in den vreemde te (bevattende klassieke en moderne verhalen en ver zen alsmede raadgevingen, recepten, wijze lessen en al hetgeen men voor een richtige Sinterklaas viering dient te weten en daarna ook weer spoedig te vergeten). Onder deze titel heeft het Nationaal Comité ter Herden king van Betje Wolff en Aagje Deken een gedenkboek uitge geven, dat verschenen is bij de Wereldbibliotheek en dat geredigeerd werd door prof. dr. P. Minderaa, dr. J. J. Mak, H. A. Höweler, dr. A. Romein- Verschoor en J. C. Wintertak. Het werk valt uiteen in twee delen: Acht artikelen die een bepaalde kant van de beteke nis der beide schrijfsters be lichten en verder een 80 pagi na's bloemlezing, proza en poëzie. Mej. dr. Ghijsen tekent de samenleving en samenwerking der vriendinnen als een eenheid uit tegenstellingen. Mevr. Ro meinVerschoor geeft een boeiend betoog, dat ons de schrijfster van de Erflaters van onze Beschaving dadelijk doet herkennen, over de „ge matigdheid en evenwichtig heid" van Betje. Het opstel is meer interessant dan overtui gend. Dr. Noordenbos licht ons in over de opvoedingsidea len van Betje in historisch verband en komt tot de con clusie, dat zij „intelligenter en menselijker over de opvoeding geschreven heeft dan een van haar tijdgenoten had kunnen doen". Ds. Van der Zijpp be handelt de houding der beide vriendinnen in de kerkelijke si tuatie van hun tijd. Betjes voortdurende strijd met en cri- tiek op de publieke kerk en haar sympathie voor de doops gezinden, waarin ze Aagje aan haar zij had. De reactie van de kant van de kerk bleef na tuurlijk niet uit en het gevolg was dat na de dood van ds. Wolff Betje zeer los van de kerk kwam te staan. „Meer door haar gevoel dan door de fijnste redeneringen is zij over tuigd van haar onsterfelijk heid; daardoor wordt haar ge hele Godsdienst dankbaarheid en ootmoed". Dr. Van der Boom bespreekt de portretten der dames en de illustraties in haar werken. Höweler geeft een uitvoerig opstel over de verhouding tussen Betje en Lu- cretia (van Merken), waaruit blijkt, dat de laatste zich op zettelijk van haar bewonde raarster distancieerde, waarna ook Betjes waardering merk baar verminderde. Een bril- lant artikel leverde dr. Brandt Corstius over de betekenis der schrijfsters voor onze tijd. Zij componeerden niet alleen de eersté roman, maar zij deden dit op een wijze die de roman tot op deze dag vereist. Dr. Vieu-Kuik ten slotte be spreekt de vele pseudoniemen, waaronder Betje schreef. De bloemlezing is vooral daarom aantrekkelijk omdat er verschillende gedeelten zijn opgenomen uit dat deel van het Geschrift eener bejaarde vrouw, dat ongedrukt gebleven is en o.m. ook een vinnige brief van Aagje aan de uitge ver Van Cleef, die al te schriel was met de vergoeding der kopy. Een veertiental mooie illus traties verhoogt de aantrekke lijkheid van dit aardige boek. DR. J. KARSEMEYER worden verzonden. Tenzij u er zelf zo in verdiept raakt dat u vergeet het te verzenden. „Wij nemen er tegenwoordig de tijd niet meer voor om een feest grondig en goed voor te bereiden", zeggen de redacteuren in hun overigens in sinter klaasstemming geschreven ver- entwóording. Inderdaad we hebben het vaak te druk om echt te leven. Misschien zelfs te druk om als kinderen mee te spelen in het grote spel dat het Sinterklaasfeest is, een spel waarbij wij zowel speler als toe schouwer zijn. De verzakelijking van het leven, de jacht naar cij fers en diploma's, zal wel de oorzaak zijn dat zelfs op middel bare scholen de eertijds met ver nuft en humor voorbereide sur prise hier en daar moet wijken voor het over-en-weer geven van een pocketboekje. Zonder ver rassing, zonder de prachtige ge legenheid om elkaar met fijne Nee Zonder gedicht gaat het niet, zegt Han Hoekstra. Zonder een stukje poëzie is een eerlijk Sinterklaaspakje niet compleet. .iDeze massale poëziebeoefening in de eerste Decemberweek, al dus Hoekstra, is een van de mooiste krachtsinspanningen van het Nederlandse volk" Han Hoekstra helpt i dien met het zoeken r goed rijm, door middel Vignet uit het „Boek voor Sinterklaas", dat door P. J. Risseeuw op deze wordt besproken. eenvoudig doeltreffend schema. Wij hebben „Het boek vooj Sinterklaas van a tot z doorge. lezen en we vinden het een ge slaagd en gezellig boek. van alles in staat over o intieme, nationale feest. Het was aan de schrijver van het aller aandacht trekkende boek „Van Hunebed tot Hanze stad", de heer J. de Rek. toever trouwd in dit feestboek een gees tig opstel te schrijven over de verdachte afstamming van de oude Sint Heer Klaas, oor spronkelijk patroon der varens gasten en later de goed-heilig man der kinderen. Goed-heilig? Nee ook dat blijkt weer afge leid van goed hijliksman, zoals de oertekst moet geluid hebben, hetgeen dus iets verraadt van huwelijksmakelarij Die ouwe Sint toch! Dat het nu juist in Delft moest zijn dat de voorvaderlijke zwart-kijkende magistraten het volk meenden te moeten waar schuwen voor „waengelooff. su perstitie en afgoderije"! Toen ik dit las. herinnerde ik mij opeens een oud plan van Rie van Ros- sum om nog eens een boekje over Delft te schrijven. Zij heeft de pen en de humor Godfried Bomans geeft op de pagina hem eigen manier „Enige richt lijnen". Zeker een der beste bij- La petite bonne de campagne ^Tlaar Het moet hier morgen zijn, zo onverlet Beschijnt het licht de dingen in de kamer, De tafel met de theepot, doelloos staan er De stoelen, om het werk terzij gezet. Een kind zit aan zijn ochtendpap, Heel het nog in een wolk gehuld zijn van zijn weien Valt uit de pure aandacht af te lezen Waarmee het van de lepel hapt. En la petite bonne, in grove blouse en rok, Het lichte, kleine bloemenhoofd gebogen Over 't geheim der neergeslagen ogen, Hanteert in grote rust de veger stok Terwijl haar dieper aandacht blijft gericht Op wat er binnen 't licht verloop der lijnen Van 't voorhoofd en het zelf als zonlicht schijnend Zachtblonde haar voor ons verborgen ligt. NEL VEERMAN. dragen in dit boek. Bomans heeft het o.m. over de fictie van de echtheid, „terwijl men tegelijker tijd weet dat het niet waar is". Een eigenschap die het Sinter klaasfeest gemeen heeft met de literatuur. De prijs voor de oorspronke lijke Sinterklaasverzen gaat dit jaar subiet naar Jan E. Niemeij- er, zowel voor zijn „Sinterklaas je van de harten", waarmee het boek opent, als voor „De paar- destaart". Zeg, heb je hem gezien? Zeg, vond je hem misschien? Die lange witte schimmelstaart ,,v«n 't Sommelsdijkse schimmel- Zeg, heb je hem gezien? Alleen reeds dit goed gevonden refrein zou de meest onmuzika le knorrepot inspireren tot een leutig wijsje. Volledigheidshalve wijs ik er nog op, dat dit feestelijk geïl lustreerde boek naast voortreffe lijke verhalen van Stijn Streu- vels, Felix Timmermans, Sieg fried van Praag, Rie van Ros- sum (e.a.) ook heel practische bijdragen biedt zoals het orga niseren van dorpsfeesten, het ma ken van surprises, terwijl Jo van der KraanDe Gooyer zich met grote zorg heeft beziggehouden met de baard van de goede Sint. Van de „oqwetjes" doet alleen Hildebrand het nog best met zijn „Verguldavondje". Na deze bros se dikke speculaas smaken de stukjes van Staring en Haver- schmidt wel heel erg naar taai- P. J. Risseeuw .KOMT OVER EN HELPT ONS.... Al eeuwenlang waren er contacten over en weer „Komt over en helpt ons", vraagt Oberkirchenrat Schlingensiepen namens de Evangelische Kerk in het Rijnland. Hij doet daarmee een beroep op Ca.s.) predikanten der Ned. Hervormde Kerk om de vele vacaturen in het Rijnland te komen vervullen. Er bestaat in ons land een zeker overschot aan candidaten en jonge predikanten. Door allerlei oorzaken, maar vooral door de oorlog, heeft Duitsland een schrik barend tekort. In een sympathieke brief, opgenomen in ..Woord en Dienst", herinnert deze Duitse kerk aan de oorlog, en aan het wonder, dat de oecumenische beweging, na alles wat er gebeurd was. de Duitse kerken toch gaarne in haar verband zag opgenomen. En juist de kerk, die het 3 gestalte te geven aan de her stelde gemeenschap. Vertegenwoordi gers van de Ned. Hervormde Kerk ver schijnen op vele vergaderingen in Duits land. Er zijn gezamenlijke conferenties. Over en weer nieuwe contacten. Mate riële hulp ook. EEUWEN HER Eeuwen her was er al dit contact. In de Tachtigjarige Oorlog wijken Neder landse protestanten niet alleen uit naar Engeland, maar ook naar Nederrijn en Palts. In Keulen, Wezel, Aken, Emme rik en Gock ontstaan grote vluchtelin gen-gemeenten. Ja, in vele streken zet, door de komst van Nederlanders de re formatie pas goed door. Een gevluchte Nederlander, Jan Gerretsz Versteghe, heeft invloed op het ontstaan van de Heidelberger Catechismus. Overal zijn de Nederlanders de voorvechters voor de omstreden presbyteriaal-synodale kerkorde. Het convent van Wezel 1568 slechts door Nederlanders bijeenge roepen is hier van betekenis. In 1571 zijn Nederlanders en Rijnlanders samen op de synode van Bedburg. Naast Mo- ded en Marnix is Petrus Datheen de opvallende figuur. Zo komt er een kerkorde, in beide lan den in grote lijnen eender. Zo ook het gebruik van Heidelberger Catechismus en psalmberijming. Op de synode van Dordt 16181619 zijn de nederrijnse sy nodes weer vertegenwoordigd. Ze ne men de Dordtse Leerregels aan. zoals al eerder de Nederlandse Geloofsbelij denis door Bedburg en Emden was aan vaard. Belijdenis kerkorde liturgie, in ai deze dingen grote overeenkomst. Na de 30-jarige oorlog sturen de Hol landers geld naar Duitsland. Een groot aantal thans nog gebruikte kerken is met Hollands geld gebouwd. Verrassend veel Rijnlanders studeren in de 17e en 18e eeuw in Nederland. In die tijd wordt het nog bestaande Stipen dium Bernardinum te Utrecht gesticht. De Rijnlandse theologie is var. Neder landse oorsprong. Overigens studeren ook vele Hollanders in Duisburg, waal ook Hollandse hoogleraren les geven. Na de Napoleontische tijd oriënteert de Nederlandse theologie zich meer op de Duitse. Figuren als Schleiermacher, Hegcl. Stahl. hebben in de 19e eeuw invloed op mannen als Chantepie de la Saussaye. Scholten. Groen van Prinsterer. Kohlbrugge gaat naar Elberfeld en dat wordt weer van beslissende betekenis voor theologie en le ven van de Rijnse gemeenten. TOT OP HEDEN Over cn weer worden de banden nog ver sterkt door een gelijktijdige strijd om een ..belijdende kerk" in Nederland en een ..Bekennende Kirche" in Duitsland. De na oorlogse ..Fundamenten en Perspectieven" verschijnen in Duitse vertaling; de nieuwe Hervormde Kerkorde wordt ten voorbeeld gesteld aan de Rijnse kerken. Geen wonder zo concludeert Ober kirchenrat Schlingensiepen dat de Rijn se kerk in haar nood naar Nederland kijkt. Men heeft een groot gebrek aan jonge dominees. Velen sneuvelden. Na de oorlog kwam het godsdienstonderwijs op de soho- len de taak van de predikanten verzwaren. En honderdduizenden protestantse vluchte lingen stroomden naar het gebied van de Rijnse kerk. De leiding van de Rijnse kerk heeft over leg gepleegd met het seminarium der Her vormde Kerk in Driebergen. Candidaten zullen hun leervicariaat in Nederland moe ten doorbrengen, maar daarna aan een se minarium in Elberfeld of in Barmen de studie afsluiten. 58 Beroepen Ds. P. J. F. La- „beroeping*- aantroffen rerk" ala h(j. Tien j staat h(j speet. Hg kreeg die tijd (heeft hi weekblad „Ker nieuws" uitger kend) 58 bero El- „Natuurlijk is me na 19 dagen gee Rusland-expert. Mas de kerkdiensten di om onzentwil ker ken te voorschijn getoverd en gelovi gen opgeroepen heb ben", zei dr. Hei- de Duitse Evang. synode, na zijn reis naar Rusland. Velen in de Gereformeerde Kerken zijn bang, dat er binnen deze kring weer aangewerkt wordt op nieuwe groepsvorming. Ds. G. Lugtigheid uit Zwolle noemt enige verschijnselen op (in De Strijdende Kerk): de conferenties van Woudschoten en Overvèen het interkerkelijke Jeugdevangeli- satiewerk in Charlois en het feit dat het blad, waarin hij schrijft, alle allures aanneemt van een echt partijblad te zullen worden. Angst voor de toekomst „Ver afgedwaald van onze evangelische grondslag" Protestantse kerkelijke bladen zijn (zoals men weet) nogal eens gevuld met lichtelijk of zéér critische artikelen. Dat dit verschijnsel ook in de rooms-kath. pers wel voorkomt, blijkt uit het weekblad De Nieuwe Eeuw wel bezeten zijn. is in kort schoonheid staan geplant bestek niet op te noemen, m als wij ons gemakshalve DE oorlog heeft in Rotterdam nog veel kleine sporen achter gelaten: kogelputten in hartstenen puien, punaisegaatjes in kozijnen, het verbleekte woord „trekbel" op een deurpost en dergelijke sporen, waarop mén niet meer let. Ik ken een huis waar nog een groot zwart- papieren verduisteringsgordijn hangt, omhooggetrokken natuur lijk. In winterse vriesnachten neer gelaten, helpt het de kon tegen houden. Maar zo stevig is het papier niet, of opzij, bij een openslaand bo venlicht, is het op den duur een beetje stukgegaan. Wie daar slaapt en in de nacht wakker wordt, spert zijn ogen plot seling open, omdat hij niet weet wat hij hoort. Het bovenlicht staat aan en door de wind schuurt het scheurtje in het papier langs het platte staafje met de gaatjes. De slaper kan niet uitmaken wat het is, want door de onregelmatige vorm van het scheurtje, de stijf- heid van het papier en de grillig heid van de wind ontstaat er een bijna menselijk lispelen Er wordt een verhaal gefluisterd, waarbij meestal één aan het woord is. Maar soms, bij een bewogen ge deelte, zijn er hese interrupties van andere geestenstemmen, of spreken er drie of vier tegelijk. De ogen in het gezicht op het kussen staren in de nacht. Wie staan er aan het bed? Wat overleggen deze bleke stemmen, welk complot wordt er gesmeed? ALS hij weer half slaapt en het leven in hem dieper naar bin nen is gezonken, tot de plaats waar alle mensen gelijk zijn, open voor alles wat niet van hot dagleven is verhanden met het oor^prnnkel(jk- menselijke, daar waar mythische s niet van het dak o» "aj HHHRPS va'* zonder voorkennis van de gen beperken tot het christelijk hemelse Vader, genoemde westen, dan zijn wij DRECIES gezegd:' wij gelo- bij voorbeeld bezeten door een ven eigenlijk nergens meer ellendige vrees voor de toe- in. Onze gehele gebedspractijk komst. Hetgeen dan tegelijk is er een levensgroot bewijs betekent, dat wij heel erg ver van. want wij doen niets anders zijn afgedwaald van onze evan- dan vragen, niet meer om ge- gelische grondslag, waarin de nade tot meer liefde in ons, vijgeboom van het vertrouwen maar om eindeloos veel tijde lijkheden. Of ons bidden la een poging om de zorg voor geeste lijke zaken op God of Zijn hei ligen af te schuiven, omdat wij er zelf geen gat in zien. Om dat wij het moderne vraagstuk van het gemengde huwelijk niet aan kunnen, moet de Moe der Gods, door middel van drie weesgegroetjes die de gelovi gen van een onzer bisdommen Zondags onder de Mis mee- murmelen, maar de oplossing van het ..voorkomen" geven. Onze relatie tot de stroom van Boven is niet die van een ge leidend metaal, dat trillingen en spanningen opvangt om zelf op spanning te komen en span ning door te geven, maar die van een spons die alles zuigend en tegelijk levenloos vast houdt. Dit gebrek aan „re latie" en dus ook aan geloof bepaalt onze hedendaagse be zetenheid. Door de geestelijke leegheid is er plaats voor bij geloof en afgoden. IAT LI geloven allemaal in de onafwendbaarheid van de volgende oorlog, omdat wij niet geloven in de kracht van het goede en van het vertrou wen. Wij geloven allemaal in de technische vooruitgang en zijn er tegelijk doodsbang voor. omdat we niet weten waar het heen gaat. Wij klagen over de sportvergoding. de filmster- rencultus en andere cultussen, of wij hebben er ons aan over gegeven. al naar onze aard is. Maar in het ene geval la er vaak sprake van eon vals spiri tualisme cn in "t andere geval van materialisme en in beide gevallen van een gebrek aan gevoel voor harmonie, dat alles zijn juiste plaats en vorm kan geven. en sprookjesgestalten soms volwas sen uit schemeringen naar voren treden, als hij weer half weg is dus, verstaat hij ineens wat er gelispeld wordt. Het is hét ver haal van het verduisteringsgor- dijnt het is het verhaal van de oor log, zoals die op deze plek, in dit huis, is beleefd. Het is het ver blindend witte licht, de ontzetten de sldg, het glasgerinkel en buiten die ene, hoge, schrille kreet van een doodsnood, in dc nacht. Het is dat lan gere verhaal van wat in die kamer bespro ken is; zorg, gebed, honger, uitkomst. J)E Duitse sol daat die af druipt en nog beleefd is („das will ich nicht wissen"het gordijn lispelt het hem zo zuiver na). En dan houdt de wind even de adem in bij dat schot door het plafond, per ongeluk afgegaan. Daarna ver telt het van de man, die, uit de kerk thuisgekomen, een beetje ver bijsterd door z'n knieën gezakt staat met de huissleutel in de hand, want hij heeft de hele morgen in gedachten de preekstoel aan blok jes zitten zagen en zelfs die toe bereidselen voor een maaltijd ble ven een dagdroomNu de wind er is móet het gordijn na tien jaar zich uitspreken, ook over andere huizen, andere steden, andere dor pen Het zal niet ophouden voor het morgen wordt en het bewust zijn der mensen zich weer bepaalt tot die kleine lichtschijf van het dagleven, die zij „heden" noemen. Dan is er een antwoord op het „wat was dat toch vannacht?" Iemand klimt op een stoel cn sluit het raam: wijst op het gordijn Maar hoe komt het. dat aan het mtbHt d" nedarhten cn gesprek ken om oorlogsherinneringen hlii- ven dralen? C. R. Kerk in de wereld In Gresford (Wal. Ds. Lugtigheid begrijpt die bezorgdheid, gezien de kerke lijke strijd van de afgelopen jaren. Hij ontkent ook met, dat hier van groepshervor- ming sprake is. Hij ziet daar entegen echter geen enkel be zwaar, „mits zij die tot die groep behoren maar niet ei genwijs zijn en denken, dat zij als groep het geheel vor men en dat hun kijk de enig juiste is. Mits zij maar de Kerk in haar geheel vasthou den en zonder enig voorbe houd van haar belijdenis uit gaan. En mist zij maar het gesprek met eventueel ande re groeperingen zoeken en voor hun denkbeelden ook al tijd zich open willen stellen. Welnu, en dat willen wij nu met geheel ons hart." Kerkelijke teeg" En de gewone kerkelijke weg Classis en Particuliere Synode? „Och." vervolgt ds. L.f „deze vergaderingen bie den zo weinig ruimte om nu uitvoerig door te spre dat houdt, dat het wachten is ad calendras Grecas (tot Pasen en Pinksteren op één dag vallen Red.) eer hier wer kelijk sprake kan zijn van enig doorwerkend effect ten aanzien van dc geest in de kerken. En ook al willen wij graag langs deze weg kerke lijk handelen, is er dan nog enig bezwaar tegen, dat men sen. die min of meer op de zelfde golflengte zijn afge stemd. elkander ontmoeten en gezamenlijk proberen, de problemen van bun kerk te benaderen en op wettige wij ze hun gedachten ingang te doen vinden?" i Kerk en beyrs De mededeling dat 'de in komsten van de Kerk van Engeland hpt laatste jaar on geveer een half millinen pond (6 millioen gulden) hoger waren, dank zg liet feit, dat de kerk op advies van finan ciële deskundigen haar geld gedeeltelijk in efferten heeft belegd, wordt in de Engelse pers nogal gerritiaeerd. Zo houdt de linkse Daily Mirror (oplage 4 millioen) de kerk voor, dat zg het kansspel en de weddenschappen hg sportwedstrijden bestrijdt, maar self op de heur* speculeert „De beurs is de voetbalpool van de rgke man; alleen is bü efferten de kans om geld tr maken, veel groter". Hel blad haalt de tekst uit Lucas 6 aan, waar iets staat over splinter en balk liiiilliiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinilin"! loosheid. Ma: 'henElnmi ien ren nieuwe kolenmijn gaan door duizenden arbeider* behoeden voor werk- in zal een prachtige 14e eeuwse kerk moeten Wales laat de Zondagse kerkdiensten! per --J en draait se in de week voor de zieken ef. 'e Europese kerken moeten meer methoden van de Ameri kanen overnemen, zei de Noorse bisschop Berggrnv bg zgn terugkeer van de overkant. De oude opwekkingsmethoden heb ben hun tijd gehad; huiehezoek en persoonlijk rontact is n»o- (Her ■rmdi nodigt deze winter at uu voor een kopje-koffie-na-de-kerk in elkom, ook al gaat bij niet naar de kerk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 7