Strijd tegen de wansmaak
bij liet massaproduct
Het boek voor Sinterklaas
boeket
voor Betje en &&qje
Kerk in het Rijnland vraagt 0111
Nederlandse predikanten
Nieuwe groepsvorming
in de Geref. Kerken?
LEZERS
1
-PELGRIMAGE
NIEUWE LODSCHE COURANT
Sammgaan van techniek en kunst-
pWaTiTindustriële vormgeving!
artikel
de in-
In zijn inleidend
„De psychologie van
dustriële vormgeving"
prachtig uitgevoerde en rijk-
geïllustreerde brochure van
de N.V. Nederlandsche Glas
fabriek Leerdam Holland,
schrijft Prof. Dr J. Waterink
het volgende:
„De kunstenaar, die zicli
wijdt aan de industriële vorm
geving en die er in slaagt de
materie, die hij bearbeidt,
ander zijn handen door middel
van het industriële medium te
doen groeien tot een volkomen
zinvol object, kan niet anders
dan consequent tot uitdruk
king brengen de eenheid van
materie en beleving, van vorm
volmaaktheid en gebruiksge-
ichiktheid, eenheid ook van de
mogelijkheid om datzelfde ob
ject te benaderen met een
mystiek aesthetisch schouwen
enerzijds en met een nuchtere
toetsing op bruikbaarheid an
derzijds."
hiermede het begrip industriële
vormgeving geformuleerd. Het
practisch werkterrein is echter zo
omvangrijk, dat enige toelichting
bruiken materialen. Men denke
naast de meest voor de hand lig
gende grondstoffen, zoals meta
len. hout, rubber, glas. eens aan
de vele textielvezels. plastics en
andere kunststoffen, welke en
masse door middel van geperfec-
tionneerde machines tot de meest
uiteenlopende producten wórden-
verwerkt Dagelijks gebruiken we
tientallen van de2e industriële
producten. De denk hierbij zowel
aan het zakmes en het scheer-
apparaat als aan de stoffering
en het meubilair van onze woning
de handtas van de vrouw met
veel van de inhoud, een bril, een
sigarettenaansteker, enz.
Voorts de artikelen, welke wij
niet dagelijks gebruiken, zoals de
tot de winkelinventaris behorende
snelweger, vleessnijmachine,
koelkast of etalagerek.
Vergeten we verder niet de
grote verscheidenheid van ver
pakkingsmaterialen, welke zo'n
belangrijke rol spelen bij de aan
koop en verkoop van de inhoud.
Ik bedoel hier zowel de papieren
zak, de cartonnen doos, het blik
of de eenvoudige fles als het
duur uitziende parfumflesje en de
luxe bonbondoos. c
Al deze producten kunnen door
het begrip industriële vormge
ving omvat worden en hier leg
ik vooral de nadruk op kunnen,
want lang niet al deze producten
zijn de naam goed industrieel
product waard. Groot is nl. het
aantal wanproducten, hetwelk
pretendeert practisch nut te heb
ben en een aesthetisch verant
woorde vorm te bezitten, maar
beide volkomen mist.
KUNSTENAARS
EN INDUSTRIE
Belangrijk is het verschil tus
sen een industrieel product zon-
r en eenzelfde product.
der
king heeft plaatsgevonden tussen
het industriële proces en het crea
tief vermogen van de kunstenaar.
En hier rijst dan de vraag: ,,Wat
doet de kunstenaar dan ten aan
zien van dit industriële proces?"
Vroeger was ieder nieuw product
een nieuwe schepping, waarin de
kunstenaar, tegelijk ambachts
man, zijn liefde voor zijn vak
tot uitdrukking bracht en, geleid
door zijn fantasie, het materiaal
de fijnste bewerkingen deed on
dergaan. Vasthoudend aan deze
traditie zag men daarna, wellicht
door onbegrip, de techniek lange
tijd als de vijand van de aesthe-
Thans zien we echter, dat deze
twee zeker samen kunnen en
moeten gaan. Wij waarderen nog
steeds de oude hand werkvormen
en zijn blij dat de tijd ons hier
van nog zoveel heeft overgelaten
om van te genieten. Deze vor
men passen echter niet meer als
dagelijkse gebruiksvoorwerpen
bij ons. evenmin past het ons
door slechte (industriële) imita
ties hiervan met onze 20ste eeuw-
se ideeën een voorbije sfeer om
ons te weven.
ANDERE EISEN
Wij moeten begrijpen, dat het
schoonheidsverlangen door de
eeuwen heen niet kan veranderen
en dat dit in het consequent door
dachte moderne product eveneens
aanwezig is. De verbetering der
werkmethoden en gereedschap
pen, de voortgang der chemie,
welke ons met nieuwe materialen
verrijkt en last but not least onze
moderne levenswijze stellen ech
ter andere eisen. Naast de waar
dering, welke wij voor het oude
moeten hebben, zullen wij dus
het nieuwe dienen te aanvaarden.
De kunstenaar nu, die zich. als
kind van zijn tijd, met deze ma
terie bezig houdt, heeft dit be
grepen en ziet in de techniek tal
loze mogelijkheden om zijn ge
voel voor vorm en kleur uit
te drukken en nieuwe vormen te
scheppen, met als unica's, een
plaats in onze museumzalen
waard, doch als producten, welke
gericht zijn op practisch nut,
massaproductie en waarbij ook
de hoogste eisen gesteld worden
aan de vormgeving.
Een product dus, dat in ieder
opzicht goed wil zijn en voor ie
der bereikbaar.
We zullen begrijpen, dat dit
geen eenvoudige taak is, want
uitgaande van het te ontwerpen
object, moet de kunstenaar uit
de veelheid van materialen, wel
ke alle een eigen karakter heb
ben, het meest dienstige voor zijn
object weten te kiezen en dit
materiaal volgens zijn eigen aard
met een zo economisch mogelijk
gebruik van de industriële midde
len volgens die geaardheid tot een
zinvol product verwerken. De
ontwerper moet dus naast zijn
creatief vermogen en gevoel voor
materialen een grondige kennis
bezitten van die materialen en
die industriële middelen, welke
hem ten dienste staan.
MARKTONDERZOEK
Bedenken we vervolgens nog.
dat de industriële vormgeving de
meest dienende van alle kunsten
is, en dat een product van deze
kunstvorm dan pas recht aan zijn
doel beantwoordt, wanneer het in
grote hoeveelheden op de markt
gebracht wordt, dan zien we. dat
ook het marktonderzoek een be
langrijk aspect in de industriële
vormgeving is.
Belangrijk is hier niet de vraag:
..Wat wordt veel verkocht en
dus door de latere bezitters mooi
gevonden?We moeten niet het
grote aantal producten uitbreiden
dat „men" schijnbaar mooi vindt
doch waaraan in wezen geen
mens een enkele persoonlijke bin
ding kan beleven behalve mis
schien een herinnering, neen, on
der leiding van de kunstenaar,
die door zijn marktanalyse weet
wat deze tijd eist, zullen we moe
ten komen tot producten, die als
het ware een noodzakelijk iets
van deze tijd zijn, welke nood
zaak dan zijn weerspiegeling
vindt in de vorm.
Uit het harmonisch samengaan
van de gedachten van de in zijn
tijd levgnde vormgever en de op
massa-productie ingestelde geper-
fectionneerde middelen der mo
derne techniek, zal dus een pro
duct ontstaan, dat voor ieder be
reikbaar is, daf elkeen persoon
lijke vreugde kan verschaffen en
waarvoor ten volle geldt: ,.A
thing of beauty is a joy for ever".
AR IE VERMEER
SE RICA
van glad, gekleurd kristal;
ontwerp: Floris Meydam;
uitgevoerd: N.V. Nederland
sche Glasfabriek Leerdam.
WAARDEREN
we bij een ander materiaal
dikwijls zijn constructieve
verwerking, hier treft juist
de organische vorm, welke,
ontstaan door de mooie dub-
1PIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII||||||||= bel gebogen contour met de
dikke rand en de niet-sym-
S metrische bovenkant, goed aansluit bij de aard van het
materiaal. Goed is hierbij de hardheid en het gladde van
het materiaal bewaard gebleven. Doordat bij het bovenste
5 gedeelte van de vaas de contour weer naar binnen loopt
S en overgaat in de dikke rand, leent deze vorm zich uit-
S stekend voor korte compacte bloementuiltjes.
Ontmoeting met «Ontmoeting-
De laatste twee
van „Ontmoeting", het letter
kundig en algemeen-cultureel
maandblad (Uitg. Bosch en
Keuning, Baarn) geven weer
veel lezenswaardigs. Het Sep-
tember-nummer bevat voor het
eerst een theologische kroniek,
die verzorgd wordt door de
dominee-dichter Okke Jager.
In een vrij kort bestek behan
delt Okke Jager maar liefst 12
boeken. En toch weet hij elk
boek naar waarde te schatten.
Dat is de kunst van het kort
schrijven. Iets uitvoeriger,
maar toch ook in korte en ra
ke bewoordingen, worden door
J. H. Schouten 13 Duitse boe
ken besproken. De dichter C.
Vermeer heeft in het October-
nummer heel wat meer ruimte
nodig om over de nieuwe dicht
bundel „Vloedlijn" te schrij
ven. Maar hij geeft dan ook
tevens zijn visie op verschillen
de dichters. Een artikel dat
men eens enkele malen leest
en dan plotseling wijzer is ge
worden. Van die sprankelende
novelle „Het shawltje" van D.
v. d. Stoep wordt men geen
steek wijzer, maar toch heb ik
haar tweemaal gelezen. Dat
doe je nu eenmaal zo met die
vertellingen van Van der
Stoep, niet uit beleefdheid,
maar om nog eens echt na te
gnuiven om die kostelijke hu
mor en die humoristische le
venswijsheid. In beide num
mers schrijft Aize de Visser
het een en ander over films
(met plaatjes er bij), een beet
je te weinig positief over
„Monsieur Ripois" en wat al
te positief over „Maarten
Luther". Verzen vindt U na
tuurlijk in elk nummer van
„Ontmoeting" en ook vele
boekbesprekingen, die werke
lijk niet altijd mals zijn. Maar
het mes wordt steeds zeer des
kundig gehanteerd. Corp. B.
Als ik mij goed herinner
heeft het onlangs in de
krant gestaan dat ons Sin
terklaasfeest een bij uit
stek Nederlands cultuurbe
zit is en dat dit bij onze
emigranten overzee niet
verloren mag gaan.
En wanneer u evenals
ik het hiermee eens is,
dan komt Het boek voor
Sinterklaas, samengesteld
door D. van der Stoep en
Aize de Visser, uitgegeven
door Bosch en Keuning te
Baarn misschien nog net op
tijd om fluks naar onze ver
wanten in den vreemde te
(bevattende klassieke en moderne verhalen en ver
zen alsmede raadgevingen, recepten, wijze lessen
en al hetgeen men voor een richtige Sinterklaas
viering dient te weten en daarna ook weer spoedig
te vergeten).
Onder deze titel heeft het
Nationaal Comité ter Herden
king van Betje Wolff en Aagje
Deken een gedenkboek uitge
geven, dat verschenen is bij
de Wereldbibliotheek en dat
geredigeerd werd door prof.
dr. P. Minderaa, dr. J. J. Mak,
H. A. Höweler, dr. A. Romein-
Verschoor en J. C. Wintertak.
Het werk valt uiteen in twee
delen: Acht artikelen die een
bepaalde kant van de beteke
nis der beide schrijfsters be
lichten en verder een 80 pagi
na's bloemlezing, proza en
poëzie.
Mej. dr. Ghijsen tekent de
samenleving en samenwerking
der vriendinnen als een eenheid
uit tegenstellingen. Mevr. Ro
meinVerschoor geeft een
boeiend betoog, dat ons de
schrijfster van de Erflaters
van onze Beschaving dadelijk
doet herkennen, over de „ge
matigdheid en evenwichtig
heid" van Betje. Het opstel is
meer interessant dan overtui
gend. Dr. Noordenbos licht
ons in over de opvoedingsidea
len van Betje in historisch
verband en komt tot de con
clusie, dat zij „intelligenter en
menselijker over de opvoeding
geschreven heeft dan een van
haar tijdgenoten had kunnen
doen". Ds. Van der Zijpp be
handelt de houding der beide
vriendinnen in de kerkelijke si
tuatie van hun tijd. Betjes
voortdurende strijd met en cri-
tiek op de publieke kerk en
haar sympathie voor de doops
gezinden, waarin ze Aagje aan
haar zij had. De reactie van
de kant van de kerk bleef na
tuurlijk niet uit en het gevolg
was dat na de dood van ds.
Wolff Betje zeer los van de
kerk kwam te staan. „Meer
door haar gevoel dan door de
fijnste redeneringen is zij over
tuigd van haar onsterfelijk
heid; daardoor wordt haar ge
hele Godsdienst dankbaarheid
en ootmoed". Dr. Van der
Boom bespreekt de portretten
der dames en de illustraties in
haar werken. Höweler geeft
een uitvoerig opstel over de
verhouding tussen Betje en Lu-
cretia (van Merken), waaruit
blijkt, dat de laatste zich op
zettelijk van haar bewonde
raarster distancieerde, waarna
ook Betjes waardering merk
baar verminderde. Een bril-
lant artikel leverde dr. Brandt
Corstius over de betekenis der
schrijfsters voor onze tijd. Zij
componeerden niet alleen de
eersté roman, maar zij deden
dit op een wijze die de roman
tot op deze dag vereist.
Dr. Vieu-Kuik ten slotte be
spreekt de vele pseudoniemen,
waaronder Betje schreef.
De bloemlezing is vooral
daarom aantrekkelijk omdat
er verschillende gedeelten zijn
opgenomen uit dat deel van
het Geschrift eener bejaarde
vrouw, dat ongedrukt gebleven
is en o.m. ook een vinnige
brief van Aagje aan de uitge
ver Van Cleef, die al te schriel
was met de vergoeding der
kopy.
Een veertiental mooie illus
traties verhoogt de aantrekke
lijkheid van dit aardige boek.
DR. J. KARSEMEYER
worden verzonden. Tenzij
u er zelf zo in verdiept
raakt dat u vergeet het te
verzenden.
„Wij nemen er tegenwoordig de
tijd niet meer voor om een
feest grondig en goed voor te
bereiden", zeggen de redacteuren
in hun overigens in sinter
klaasstemming geschreven ver-
entwóording. Inderdaad we
hebben het vaak te druk om
echt te leven. Misschien zelfs te
druk om als kinderen mee te
spelen in het grote spel dat het
Sinterklaasfeest is, een spel
waarbij wij zowel speler als toe
schouwer zijn. De verzakelijking
van het leven, de jacht naar cij
fers en diploma's, zal wel de
oorzaak zijn dat zelfs op middel
bare scholen de eertijds met ver
nuft en humor voorbereide sur
prise hier en daar moet wijken
voor het over-en-weer geven van
een pocketboekje. Zonder ver
rassing, zonder de prachtige ge
legenheid om elkaar met fijne
Nee Zonder gedicht gaat het
niet, zegt Han Hoekstra. Zonder
een stukje poëzie is een eerlijk
Sinterklaaspakje niet compleet.
.iDeze massale poëziebeoefening
in de eerste Decemberweek, al
dus Hoekstra, is een van de
mooiste krachtsinspanningen van
het Nederlandse volk"
Han Hoekstra helpt i
dien met het zoeken r
goed rijm, door middel
Vignet uit het „Boek voor
Sinterklaas", dat door P. J.
Risseeuw op deze
wordt besproken.
eenvoudig doeltreffend schema.
Wij hebben „Het boek vooj
Sinterklaas van a tot z doorge.
lezen en we vinden het een ge
slaagd en gezellig boek.
van alles in staat over o
intieme, nationale feest.
Het was aan de schrijver van
het aller aandacht trekkende
boek „Van Hunebed tot Hanze
stad", de heer J. de Rek. toever
trouwd in dit feestboek een gees
tig opstel te schrijven over de
verdachte afstamming van de
oude Sint Heer Klaas, oor
spronkelijk patroon der varens
gasten en later de goed-heilig
man der kinderen. Goed-heilig?
Nee ook dat blijkt weer afge
leid van goed hijliksman, zoals
de oertekst moet geluid hebben,
hetgeen dus iets verraadt van
huwelijksmakelarij
Die ouwe Sint toch!
Dat het nu juist in Delft
moest zijn dat de voorvaderlijke
zwart-kijkende magistraten het
volk meenden te moeten waar
schuwen voor „waengelooff. su
perstitie en afgoderije"! Toen ik
dit las. herinnerde ik mij opeens
een oud plan van Rie van Ros-
sum om nog eens een boekje
over Delft te schrijven. Zij heeft
de pen en de humor
Godfried Bomans geeft op de
pagina hem eigen manier „Enige richt
lijnen". Zeker een der beste bij-
La petite bonne de campagne
^Tlaar
Het moet hier morgen zijn, zo onverlet
Beschijnt het licht de dingen in de kamer,
De tafel met de theepot, doelloos staan er
De stoelen, om het werk terzij gezet.
Een kind zit aan zijn ochtendpap,
Heel het nog in een wolk gehuld zijn van zijn weien
Valt uit de pure aandacht af te lezen
Waarmee het van de lepel hapt.
En la petite bonne, in grove blouse en rok,
Het lichte, kleine bloemenhoofd gebogen
Over 't geheim der neergeslagen ogen,
Hanteert in grote rust de veger stok
Terwijl haar dieper aandacht blijft gericht
Op wat er binnen 't licht verloop der lijnen
Van 't voorhoofd en het zelf als zonlicht schijnend
Zachtblonde haar voor ons verborgen ligt.
NEL VEERMAN.
dragen in dit boek. Bomans heeft
het o.m. over de fictie van de
echtheid, „terwijl men tegelijker
tijd weet dat het niet waar is".
Een eigenschap die het Sinter
klaasfeest gemeen heeft met de
literatuur.
De prijs voor de oorspronke
lijke Sinterklaasverzen gaat dit
jaar subiet naar Jan E. Niemeij-
er, zowel voor zijn „Sinterklaas
je van de harten", waarmee het
boek opent, als voor „De paar-
destaart".
Zeg, heb je hem gezien?
Zeg, vond je hem misschien?
Die lange witte schimmelstaart
,,v«n 't Sommelsdijkse schimmel-
Zeg, heb je hem gezien?
Alleen reeds dit goed gevonden
refrein zou de meest onmuzika
le knorrepot inspireren tot een
leutig wijsje.
Volledigheidshalve wijs ik er
nog op, dat dit feestelijk geïl
lustreerde boek naast voortreffe
lijke verhalen van Stijn Streu-
vels, Felix Timmermans, Sieg
fried van Praag, Rie van Ros-
sum (e.a.) ook heel practische
bijdragen biedt zoals het orga
niseren van dorpsfeesten, het ma
ken van surprises, terwijl Jo van
der KraanDe Gooyer zich met
grote zorg heeft beziggehouden
met de baard van de goede
Sint.
Van de „oqwetjes" doet alleen
Hildebrand het nog best met zijn
„Verguldavondje". Na deze bros
se dikke speculaas smaken de
stukjes van Staring en Haver-
schmidt wel heel erg naar taai-
P. J. Risseeuw
.KOMT OVER EN HELPT ONS....
Al eeuwenlang waren er
contacten over en weer
„Komt over en helpt ons", vraagt Oberkirchenrat Schlingensiepen
namens de Evangelische Kerk in het Rijnland. Hij doet daarmee een
beroep op Ca.s.) predikanten der Ned. Hervormde Kerk om de vele
vacaturen in het Rijnland te komen vervullen. Er bestaat in ons land
een zeker overschot aan candidaten en jonge predikanten. Door allerlei
oorzaken, maar vooral door de oorlog, heeft Duitsland een schrik
barend tekort.
In een sympathieke brief, opgenomen
in ..Woord en Dienst", herinnert deze
Duitse kerk aan de oorlog, en aan het
wonder, dat de oecumenische beweging,
na alles wat er gebeurd was. de Duitse
kerken toch gaarne in haar verband zag
opgenomen. En juist de kerk, die
het 3
gestalte te geven aan de her
stelde gemeenschap. Vertegenwoordi
gers van de Ned. Hervormde Kerk ver
schijnen op vele vergaderingen in Duits
land. Er zijn gezamenlijke conferenties.
Over en weer nieuwe contacten. Mate
riële hulp ook.
EEUWEN HER
Eeuwen her was er al dit contact. In
de Tachtigjarige Oorlog wijken Neder
landse protestanten niet alleen uit naar
Engeland, maar ook naar Nederrijn en
Palts. In Keulen, Wezel, Aken, Emme
rik en Gock ontstaan grote vluchtelin
gen-gemeenten. Ja, in vele streken zet,
door de komst van Nederlanders de re
formatie pas goed door. Een gevluchte
Nederlander, Jan Gerretsz Versteghe,
heeft invloed op het ontstaan van de
Heidelberger Catechismus. Overal zijn
de Nederlanders de voorvechters voor
de omstreden presbyteriaal-synodale
kerkorde. Het convent van Wezel 1568
slechts door Nederlanders bijeenge
roepen is hier van betekenis. In 1571
zijn Nederlanders en Rijnlanders samen
op de synode van Bedburg. Naast Mo-
ded en Marnix is Petrus Datheen de
opvallende figuur.
Zo komt er een kerkorde, in beide lan
den in grote lijnen eender. Zo ook het
gebruik van Heidelberger Catechismus
en psalmberijming. Op de synode van
Dordt 16181619 zijn de nederrijnse sy
nodes weer vertegenwoordigd. Ze ne
men de Dordtse Leerregels aan. zoals
al eerder de Nederlandse Geloofsbelij
denis door Bedburg en Emden was aan
vaard. Belijdenis kerkorde liturgie,
in ai deze dingen grote overeenkomst.
Na de 30-jarige oorlog sturen de Hol
landers geld naar Duitsland. Een groot
aantal thans nog gebruikte kerken is
met Hollands geld gebouwd.
Verrassend veel Rijnlanders studeren
in de 17e en 18e eeuw in Nederland. In
die tijd wordt het nog bestaande Stipen
dium Bernardinum te Utrecht gesticht.
De Rijnlandse theologie is var. Neder
landse oorsprong. Overigens studeren
ook vele Hollanders in Duisburg, waal
ook Hollandse hoogleraren les geven.
Na de Napoleontische tijd oriënteert de
Nederlandse theologie zich meer op de
Duitse. Figuren als Schleiermacher, Hegcl.
Stahl. hebben in de 19e eeuw invloed op
mannen als Chantepie de la Saussaye.
Scholten. Groen van Prinsterer. Kohlbrugge
gaat naar Elberfeld en dat wordt weer van
beslissende betekenis voor theologie en le
ven van de Rijnse gemeenten.
TOT OP HEDEN
Over cn weer worden de banden nog ver
sterkt door een gelijktijdige strijd om een
..belijdende kerk" in Nederland en een
..Bekennende Kirche" in Duitsland. De na
oorlogse ..Fundamenten en Perspectieven"
verschijnen in Duitse vertaling; de nieuwe
Hervormde Kerkorde wordt ten voorbeeld
gesteld aan de Rijnse kerken.
Geen wonder zo concludeert Ober
kirchenrat Schlingensiepen dat de Rijn
se kerk in haar nood naar Nederland kijkt.
Men heeft een groot gebrek aan jonge
dominees. Velen sneuvelden. Na de oorlog
kwam het godsdienstonderwijs op de soho-
len de taak van de predikanten verzwaren.
En honderdduizenden protestantse vluchte
lingen stroomden naar het gebied van de
Rijnse kerk.
De leiding van de Rijnse kerk heeft over
leg gepleegd met het seminarium der Her
vormde Kerk in Driebergen. Candidaten
zullen hun leervicariaat in Nederland moe
ten doorbrengen, maar daarna aan een se
minarium in Elberfeld of in Barmen de
studie afsluiten.
58 Beroepen
Ds. P. J. F. La-
„beroeping*-
aantroffen
rerk"
ala h(j. Tien j
staat h(j
speet. Hg kreeg
die tijd (heeft hi
weekblad „Ker
nieuws" uitger
kend) 58 bero
El-
„Natuurlijk is me
na 19 dagen gee
Rusland-expert. Mas
de kerkdiensten di
om onzentwil ker
ken te voorschijn
getoverd en gelovi
gen opgeroepen heb
ben", zei dr. Hei-
de Duitse Evang.
synode, na zijn reis
naar Rusland.
Velen in de Gereformeerde Kerken zijn bang,
dat er binnen deze kring weer aangewerkt wordt op
nieuwe groepsvorming. Ds. G. Lugtigheid uit
Zwolle noemt enige verschijnselen op (in De
Strijdende Kerk): de conferenties van Woudschoten
en Overvèen het interkerkelijke Jeugdevangeli-
satiewerk in Charlois en het feit dat het blad,
waarin hij schrijft, alle allures aanneemt van een
echt partijblad te zullen worden.
Angst voor de toekomst
„Ver afgedwaald van onze
evangelische grondslag"
Protestantse kerkelijke bladen zijn (zoals men weet) nogal eens
gevuld met lichtelijk of zéér critische artikelen. Dat dit verschijnsel
ook in de rooms-kath. pers wel voorkomt, blijkt uit het weekblad De
Nieuwe Eeuw
wel bezeten zijn. is in kort schoonheid staan geplant
bestek niet op te noemen, m
als wij ons gemakshalve
DE oorlog heeft in Rotterdam nog
veel kleine sporen achter
gelaten: kogelputten in hartstenen
puien, punaisegaatjes in kozijnen,
het verbleekte woord „trekbel" op
een deurpost en dergelijke sporen,
waarop mén niet meer let. Ik ken
een huis waar nog een groot zwart-
papieren verduisteringsgordijn
hangt, omhooggetrokken natuur
lijk. In winterse vriesnachten neer
gelaten, helpt het de kon tegen
houden. Maar zo stevig is het
papier niet, of
opzij, bij een
openslaand bo
venlicht, is het
op den duur
een beetje
stukgegaan.
Wie daar
slaapt en in de
nacht wakker
wordt, spert
zijn ogen plot
seling open, omdat hij niet weet
wat hij hoort. Het bovenlicht staat
aan en door de wind schuurt het
scheurtje in het papier langs het
platte staafje met de gaatjes. De
slaper kan niet uitmaken wat het
is, want door de onregelmatige
vorm van het scheurtje, de stijf-
heid van het papier en de grillig
heid van de wind ontstaat er een
bijna menselijk lispelen Er wordt
een verhaal gefluisterd, waarbij
meestal één aan het woord is.
Maar soms, bij een bewogen ge
deelte, zijn er hese interrupties van
andere geestenstemmen, of spreken
er drie of vier tegelijk. De ogen
in het gezicht op het kussen staren
in de nacht. Wie staan er aan het
bed? Wat overleggen deze bleke
stemmen, welk complot wordt er
gesmeed?
ALS hij weer half slaapt en het
leven in hem dieper naar bin
nen is gezonken, tot de plaats waar
alle mensen gelijk zijn, open voor
alles wat niet van hot dagleven is
verhanden met het oor^prnnkel(jk-
menselijke, daar waar mythische
s niet van het dak
o» "aj HHHRPS va'* zonder voorkennis van de
gen beperken tot het christelijk hemelse Vader,
genoemde westen, dan zijn wij DRECIES gezegd:' wij gelo-
bij voorbeeld bezeten door een ven eigenlijk nergens meer
ellendige vrees voor de toe- in. Onze gehele gebedspractijk
komst. Hetgeen dan tegelijk is er een levensgroot bewijs
betekent, dat wij heel erg ver van. want wij doen niets anders
zijn afgedwaald van onze evan- dan vragen, niet meer om ge-
gelische grondslag, waarin de nade tot meer liefde in ons,
vijgeboom van het vertrouwen maar om eindeloos veel tijde
lijkheden. Of ons bidden la een
poging om de zorg voor geeste
lijke zaken op God of Zijn hei
ligen af te schuiven, omdat wij
er zelf geen gat in zien. Om
dat wij het moderne vraagstuk
van het gemengde huwelijk
niet aan kunnen, moet de Moe
der Gods, door middel van drie
weesgegroetjes die de gelovi
gen van een onzer bisdommen
Zondags onder de Mis mee-
murmelen, maar de oplossing
van het ..voorkomen" geven.
Onze relatie tot de stroom van
Boven is niet die van een ge
leidend metaal, dat trillingen
en spanningen opvangt om zelf
op spanning te komen en span
ning door te geven, maar die
van een spons die alles zuigend
en tegelijk levenloos vast
houdt. Dit gebrek aan „re
latie" en dus ook aan geloof
bepaalt onze hedendaagse be
zetenheid. Door de geestelijke
leegheid is er plaats voor bij
geloof en afgoden.
IAT LI geloven allemaal in de
onafwendbaarheid van de
volgende oorlog, omdat wij
niet geloven in de kracht van
het goede en van het vertrou
wen. Wij geloven allemaal in
de technische vooruitgang en
zijn er tegelijk doodsbang voor.
omdat we niet weten waar het
heen gaat. Wij klagen over de
sportvergoding. de filmster-
rencultus en andere cultussen,
of wij hebben er ons aan over
gegeven. al naar onze aard is.
Maar in het ene geval la er
vaak sprake van eon vals spiri
tualisme cn in "t andere geval
van materialisme en in beide
gevallen van een gebrek aan
gevoel voor harmonie, dat alles
zijn juiste plaats en vorm kan
geven.
en sprookjesgestalten soms volwas
sen uit schemeringen naar voren
treden, als hij weer half weg is
dus, verstaat hij ineens wat er
gelispeld wordt. Het is hét ver
haal van het verduisteringsgor-
dijnt het is het verhaal van de oor
log, zoals die op deze plek, in dit
huis, is beleefd. Het is het ver
blindend witte licht, de ontzetten
de sldg, het glasgerinkel en buiten
die ene, hoge, schrille kreet van een
doodsnood, in dc nacht.
Het is dat lan
gere verhaal
van wat in die
kamer bespro
ken is; zorg,
gebed, honger,
uitkomst.
J)E Duitse sol
daat die af
druipt en nog
beleefd is
(„das will ich
nicht wissen"het gordijn
lispelt het hem zo zuiver na). En
dan houdt de wind even de adem
in bij dat schot door het plafond,
per ongeluk afgegaan. Daarna ver
telt het van de man, die, uit de
kerk thuisgekomen, een beetje ver
bijsterd door z'n knieën gezakt
staat met de huissleutel in de hand,
want hij heeft de hele morgen in
gedachten de preekstoel aan blok
jes zitten zagen en zelfs die toe
bereidselen voor een maaltijd ble
ven een dagdroomNu de wind er
is móet het gordijn na tien jaar
zich uitspreken, ook over andere
huizen, andere steden, andere dor
pen Het zal niet ophouden voor
het morgen wordt en het bewust
zijn der mensen zich weer bepaalt
tot die kleine lichtschijf van het
dagleven, die zij „heden" noemen.
Dan is er een antwoord op het
„wat was dat toch vannacht?"
Iemand klimt op een stoel cn sluit
het raam: wijst op het gordijn
Maar hoe komt het. dat aan het
mtbHt d" nedarhten cn gesprek
ken om oorlogsherinneringen hlii-
ven dralen? C. R.
Kerk in de
wereld
In Gresford (Wal.
Ds. Lugtigheid begrijpt die
bezorgdheid, gezien de kerke
lijke strijd van de afgelopen
jaren. Hij ontkent ook met,
dat hier van groepshervor-
ming sprake is. Hij ziet daar
entegen echter geen enkel be
zwaar, „mits zij die tot die
groep behoren maar niet ei
genwijs zijn en denken, dat
zij als groep het geheel vor
men en dat hun kijk de enig
juiste is. Mits zij maar de
Kerk in haar geheel vasthou
den en zonder enig voorbe
houd van haar belijdenis uit
gaan. En mist zij maar het
gesprek met eventueel ande
re groeperingen zoeken en
voor hun denkbeelden ook al
tijd zich open willen stellen.
Welnu, en dat willen wij nu
met geheel ons hart."
Kerkelijke teeg"
En de gewone kerkelijke
weg Classis en Particuliere
Synode? „Och." vervolgt ds.
L.f „deze vergaderingen bie
den zo weinig ruimte om nu
uitvoerig door te spre
dat
houdt, dat het wachten is ad
calendras Grecas (tot Pasen
en Pinksteren op één dag
vallen Red.) eer hier wer
kelijk sprake kan zijn van
enig doorwerkend effect ten
aanzien van dc geest in de
kerken. En ook al willen wij
graag langs deze weg kerke
lijk handelen, is er dan nog
enig bezwaar tegen, dat men
sen. die min of meer op de
zelfde golflengte zijn afge
stemd. elkander ontmoeten
en gezamenlijk proberen, de
problemen van bun kerk te
benaderen en op wettige wij
ze hun gedachten ingang te
doen vinden?"
i
Kerk en beyrs
De mededeling dat 'de in
komsten van de Kerk van
Engeland hpt laatste jaar on
geveer een half millinen pond
(6 millioen gulden) hoger
waren, dank zg liet feit, dat
de kerk op advies van finan
ciële deskundigen haar geld
gedeeltelijk in efferten heeft
belegd, wordt in de Engelse
pers nogal gerritiaeerd.
Zo houdt de linkse Daily
Mirror (oplage 4 millioen) de
kerk voor, dat zg het kansspel
en de weddenschappen hg
sportwedstrijden bestrijdt, maar
self op de heur* speculeert
„De beurs is de voetbalpool
van de rgke man; alleen is bü
efferten de kans om geld tr
maken, veel groter". Hel blad
haalt de tekst uit Lucas 6 aan,
waar iets staat over splinter
en balk
liiiilliiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinilin"!
loosheid. Ma:
'henElnmi
ien ren nieuwe kolenmijn gaan
door duizenden arbeider* behoeden voor werk-
in zal een prachtige 14e eeuwse kerk moeten
Wales laat de Zondagse kerkdiensten! per
--J en draait se in de week voor de zieken ef.
'e Europese kerken moeten meer methoden van de Ameri
kanen overnemen, zei de Noorse bisschop Berggrnv bg zgn
terugkeer van de overkant. De oude opwekkingsmethoden heb
ben hun tijd gehad; huiehezoek en persoonlijk rontact is n»o-
(Her
■rmdi nodigt deze winter
at uu voor een kopje-koffie-na-de-kerk in
elkom, ook al gaat bij niet naar de kerk.