Wat In ebben wij oncler BEVINDING te verstaan ZONDAGSBLAD 6 NOVEMBER 1954 Groeiende belangstelling voor dit onderwerp, dat van betekenis is voor prediking, zielzorg en liturgie Door Ds W. van HERPEN. Herv. pred. te Melissant HET is uitermate moeilijk een juiste definitie te geven van „bevinding". Wie over een onderwerp als dit iets naar voren wil brengen, ziet zich on middellijk geplaatst voor deze peni bele zaak. Iedere bepaling is nog al tijd een benadering, die niet ten volle Gisbertus Voetius: „Het gaat om de van mystiek leven doorvoede oefeningen der vroomheid kan weergeven, wat nu eigenlijk on der bevinding verstaan moet worden en wat bevinding eigenlijk is. Het is iets, dat zich afspeelt in het hart van de mens. Vandaag de dag is er ceri merk baar groeiende belangstelling waar te nemen voor de bevinding. Men is er allerwegen mee bezig. Het kan ook niet anders. Een eeuw als de onze, waar in de geest van de mens vraagt naar verdieping en naar de realisering der dingen ook op religieus gebied, is bij uitstek geschikt, de aanraking van God met de ziel meer in het mid delpunt te plaatsen. Dit wil echter niet zeggen, dat er in de geschiedenis van het Christendom geen ..bevinding" naar voren komt. Integendeel. Neem slechts in ons vaderland de ..Nadere Reformatie" en ge merkt, dat deze een invloed heeft gehad, die in ver schillende streken van kerkelijk Ne derland ook thans nog, niet te looche nen valt. Wie dan ook het voorrecht heeft, in een bevindelijk getint oord de her dersstaf te mogen opnemen, komt vanzelf in de zielzorg te staan voor de vraag: ,,Wat mag dit wonderlijk fenomeen van bevinding wel zijn?" En op het antwoord zal hij moeten wachten. ER zijn, zoals reeds gezegd, geen grenzen te trekken, waartussen men het geestelijk gebied van de be vinding kan aantreffen. Dit neemt niet weg, dat in dit klimaat" wel enkele typische dingen zijn aan te wgzen, die een stempel drukken op do bevinding. Het gehele complex vindt zijn bron in de ..Nadere Re formatie" (beter bekend onder de naam „de Oude Schrijvers") en daar uit wordt te pas en te onpas geput. Vandaar dat de bevinding in discre- dict geraakt i3. Men „zakte-tc-diep- door" en men praatte te veel na. De Doperse stroming heeft hieraan niet veel goed gedaan, met alle onaange name gevolgen van dien. Er is veel valse bevinding. Het is hier echter de plaats niet, om theologisch de be vinding een plaats te geven in het geheel der Christelijke religie; wij willen slechts wijzen op het ver schijnsel. Evenwel mag en moet gezegd wor den, dat voor de bevinding geldt, dat de Heilige Schrift alleen norm en vorm is. Daaraan valt niet te tornen. Bevinding mag niet los gezien wor den van de Bijbel als het Woord van God. Geestelijke kennis is alleen te verkrijgen in het Woord. Hiermee is reeds een belangrijk element inge voerd, zo niet het allerbelangrijkste. Wanneer we bij Voetius lezen: ..Het gaat om de, van mystiek leven door voede oefeningen der vroomheid, die ons het nauwst met God verenigen en de mens geestelijk maken. Die mystiek legt op Gods souvereiniteit de nadruk en bindt zich aan de Hei lige Schrift. Zij toont een brtrekking tussen het subject, de levende, bege nadigde mens en het object, de vrij machtige God, Die in Christus gena dig is", dam komen we reeds aardig in de richting van een soort bepaling. Er zit dus werking in het geloof. Het geloof zegt amen op een waar heid, die voor het gehele leven van de mens te sterk is geworden. Zo sterk zelfs, dat er een kiem gelegd is, om eigen leven gericht te zien door God Zelf. Dat is een winstpunt in het leven van de mens. Bij Amesius lezen we de woorden: „Het geloof is in wezen eigenlijk het uitrusten van het hart in God. Het geloof leert zich verlaten op de ge nade Gods in Christus." Aan dat amen-zeggen van het ge loof is iets voorafgegaan en er is iets op gevolgd; de uitwerking blijkt uit de bloei van het geloofsleven. Er wordt iets ervaren; er wordt iets be vonden; er zit een mystieke onder grond in. WAT zegt de Bijbel van dit alles? De enige tekst, waarin het woord „bevinding" voorkomt, als vertaling van een Grieks woord „dokinion" is te vinden in Romeinen 5. Romeinen 5:4, dat is de tekst, luidt namelijk: „en de lijdzaamheid bevinding en de bevinding hoop". Het Griekse woord is weer afgeleid van een werkwoord, dat betekent: beproeven, toetsen, iets onderkennen, de deugdelijkheid van een zaak onderzoeken. Het is onmogelijk om in dit kort bestek een exegese te geven van Ro meinen 5. Waar het op aankomt is, om over alles heen te zeggen, dat ve le rampen der vromen lot uitmaken. In de wereld zouden zij, naar Jezus' woord, veel verdrukkingen moeten lijden. Door deze verdrukkingen wor den de gelovigen gehard. Het hete ijzer des geloofs is gestaald onder de hamer der verdrukkingen. Dit alles nu werkt bevinding, beproefdheid, standvastigheid. Kinderen Gods moe ten deze toets kunnen doorstaan. Een- enkel voorbeeld zij genoemd met het offer van Abraham op de berg Moria. „Bevinding" in Romeinen 5:4 duidt dus een situatie aan, waaruit duidelijk blijkt, dat het geloof echt is, ondanks de doorgestane verdrukkingen en be proevingen. En de gelovige weet hier van mee te praten, het is hem be vestigd geworden. Er wordt met deze tekst, die als enige spreekt over „bevinding", veel gesold. Immers, men kan met deze bevinding weinig „doen" en veel „doen". Zowel het een als het ander zullen we in rekening moeten bren gen. Er is bevinding in ruimere zin en in engere zin. Romeinen 5 4 heeft ons die in engere zin getoond. Kennen en weten zijn nauw betrok ken bij de bevinding. Zoals het wan delen van God met Henoch is ge weest een openbaring van God Drie enig in zijn hart, waardoor hij ken nis kreeg van God en wist wie Hij was en is, zo is er ook in de bevin ding een wandelen met God en in dit wandelen wordt het geloof zichtbaar als een geloof met ervaring, kennis, wetenschap en bevinding. Men kent God zoals Hij gekend wil worden in Zijn rechtvaardigheid en barmhartig heid en de mens kan spreken van Zijn recht en van Zijn genade. Dit alles zal naar buiten moeten treden. De gemeenschap der heiligen zal geoefend moeten worden. En ge heel de bevinding cirkelt om Jezus Christus. Een andere „bevinding" moet helaas als vals gekenmerkt worden. HET is moeilijk, om, wanneer over bevinding gesproken wordt, alles zo te ordenen en voor te stellen, dat het geheel doorzichtig wordt. Het geestelijk leven is ook niet in stukjes te snijden. Er is een geweldig com plex. „In deze zee verzinken onze gedachten." Evenwel willen wij gaarne enkele karakteristieke punten opnoemen, die de bevinding stempelen tot een zaak. die voor het geloofsleven belangrijk te noemen is. Door dit te doen, bena deren we slechts de bevinding. Wie met „bevindelijke" mensen in de ziel zorg een gesprek voert, en nu bedoel ik niet de lompe grootsprekers, maar die zachte karakters, merkt direct, dat het in hun leven gaat om God. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, zelfs 's nachts is men met God bezig. We kunnen hiervan ook histo rische voorbeelden noemen, namelijk Theodorus a Brakel en Jodocus Lo- densteyn. Hier staat de „bevindelijke" mens in het volle leven, dat hij overscha duwd ziet door God, voor Wiens aan gezicht hij leeft. Hij ziet God als de machtige en heilige en ontdekt, krijgt steeds meer te ontdekken, zijn eigen rampzalig hart en het is er hem nu om te doen, dat rampzalig hart geheel en al kwijt te raken. Niet alleen het hart, doch de gehele mens komt in dit wandelen met God te staan voor ontlediging. De oude mens moet wor den afgebroken, van steen tot steen gesloopt, opdat er in de overgave aan Christus een nieuwe mens „ge bouwd" worde. In dit gehele proces laat men, ondanks de worstelingen met de oude Adam, God vrij. Zóver moet het komen met een mens, dat hij werkelijk en hartgrondig instemt met God, zoals professor Van Ruler het uitdrukt. Het gaat allemaal niet ineens. „Er moet heel wat gebeuren," hoort men vaak zeggen. Het geloof kan en mag Christus wel omhelzen, doch ook door Zijn ambtelijke bediening zal men moeten komen tot een ontlediging van de mens. Geheel en al, totaal. De nieuwe mens moet echter maar al te vaak het onderspit delven in de strijd met de oude mens. Vandaar ook, dat „bevindelijke" mensen zoveel last hebben van „de eerste Adam". Niet dat zij het een vreugde vinden, te moeten wroeten in de ellende; maar indien dit niet geregeld gedaan wordt, dan zal Christus niet zozeer „ge past" zijn en blijven. Immers, wie verkeert met God in Zijn Woord, leert zichzelf kennen en in deze leerschool is men nooit leer ling-af. Niet in één dag is de mens in het reine met God. Tegenover God is de mens geheel verloren. Hij al leen doet alles in deze zaliging van de zondaar. DIT onderwerp is niet uitgeput in deze enkele regels. Lang niet al les is gezegd, wat er van te zeggen valt. Men mag de bevinding niet on derschatten of overschatten. De bete kenis ervan is groter dan men denkt en in prediking, zielzorg en liturgie zal men hiermede terdege rekening moeten houden. Het geloof is geen materie. Bil BGL voor jonGe mensen ONLANGS is een zeer belangrijke uit gave gereed gekomen. Wij bedoelen „De Bijbel behandeld voor jonge men sen" door Wolf Meesters. Dit boek is in 19 afleveringen verschenen en werd uitgegeven door de firma's J. H. Kok te Kampen en J. B. Wolters te Gro ningen. Telkens als een aflevering uitkwam hebben we daarvan met grote bclanr stelling kennis genomen. Aanvankelijk is men geneigd te den ken wij althans willen eerlijk erken nen. dat bij ons die gedachte opkwam hebben ..jonge mensen" óók al een speciale bijbel nodig? De zogenaamde „Kinderbijbels" mogen dan recht van bestaan hebben, maar dc rijpende jeugd heeft toch zeker genoeg aan dc gewone bijbel, temeer omdat wc nu de be schikking hebben over een nieuwe ver taling. die zich vooral door Jonge men sen beter lezen laat dan dc Staten-ver- taling? Onze bezwaren zijn echter niet alleen weggenomen, maar wij kunnen boven dien dit prachtig uitgevoerde werk har telijk aanbevelen. Wolf Meesters heeft er iets heel moois van gemaakt. Hij laat de Schrift zoveel mogelijk in haar eigen taal spreken, maar hij zorgt voor een verbindende en verklarende tekst, die het behandelde gedeelte dikwijls veel duidelijker maakt voor lezers, die niet gewoon zijn bij hun bijbellezen handboeken en verklaringen te raadplegen. Daar is bijvoorbeeld het hoofdstuk „Tussen belofie en vervulling", dat han delt over de vier eeuwen tussen Oud- en Nieuw Testament. Aandachtige lezing van dit historisch overzicht zal onze „jonge mensen" (en waarlijk hun niet a Heen i een helder inzicht geven in dit deel der geschiedenis van het Joodse volk. waarover de Schrift zwijgt. En zo zijn In dit gehele werk een massa gegevens verwerkt, waardoor personen en zaken ons nader worden Sebracht. Om dit te kunnen doen moest e schrijver dikwijls een uitgebreide stu die maken. Met het resultaat, dat nu in twee banden voor ons ligt, kunnen we niet anders dan hem geluk wensen en zijn lezers bevoorrecht noemen. Het Oude Testament la in 95, het Nleu- PAULUS IN GEVANGENSCHAP TE ROME. Illustratie uit „Bybcl voor jonge mensen ZONDAGSBLAD 6 NOVEMBER 1954 Kralen, botjes, naalden, knopen enz. enz. kunnen gevaarlijk zijn Als ze in 'I menselijk lichaam komen (Van onze medische medewerker) Tt L spelende en werkende kan de mens, zowel kind als volwassene, diverse vreemde voorwerpen in zijn lach aam krijgen. Elke huisarts kan u hierover verschil lende, zeer uiteenlopende, verhalen ver tellen en een universiteitskliniek kan u een demonstratie geven van de meest uiteenlopende voorwerpen, die uit het lichaam verwijderd zijn. Kinderen, die zitten te spelen, stoppen een kraal in hun neus, slikken een schuifspeldje uit hun haar in, zuigen al etende, pratende en lachende een olie nootje in de luchtwegen, stoppen de meest gevarieerde dingen in de endel darm. terwijl meisjes en vrouwen kans zien om voorwerpen van buiten in hun blaas te laten verhuizen. Maar ook heb ik bij oudere vrouwen watjes achteruit de gehoorgang moeten verwijderen, die zij er te ver ingestopt hadden en die te klein van formaat waren toen zij oorpijn hadden. Ook heb ik bij een vrouw, die al te gulzig gegeten had van een heerlijk kippebout- Je, een botje achteruit de keel moeten verwijderen. Verder Ls eens een onthutste naaister op mijn spreekuur gekomen, die een naald ingeslikt had, welke ze. na ijverig zoeken, dagen later nog niet in haar ontlasting had aangetroffen. Voorts heb ik bij een ijverig oogstende boer tarwe- en haverkorrels uit de ge hoorgang moeten verwijderen, zonder dat ik hiermede aan het einde van mijn repertoire ben gekomen. Mensen, die gevangenisstraf moeten ondergaan, slikken soms lepelstelen, bosjes ijzerdraad, spijkers, veertjes van wasknijpers e.d. in. om tijdelijk opgeno men te mogen worden in een ziekenhuis, waar zij met alle zorgen en comfort van de moderne samenleving omringd wor- Volwassenen zullen gewoonlijk zelf wel aangeven wanneer zij iets ingeslikt heb ben en wat voor soort voorwerp het be treft. Bij kinderen is dit stellig niet altijd het geval. Eenmaal heb ik een erwt uit een neus moeten verwijderen, die al be denkelijk gezwollen was en op kiemen stond. Vreemde voorwerpen in de lucht wegen worden soms pas ontdekt als het kind al herhaalde malen een longontste king heeft doorgemaakt. Het gebeurt ook wel, dat een moeder, die zat te naaien, een knoop miste en concludeerde, dat haar spruit deze had ingeslikt. Enkel en alleen gedreven door deze conclusie, kwam de moeder met de baby, waaraan overigens niets te merken was, op het spreekuur. Heeft men een keer een vreemd voor werp langs de een of andere weg in het lichaam gekregen, dan wenst men dat als regel zo snel mogelijk te laten ver wijderen. Wanneer het de neusholte of de uit wendige gehoorgang betreft, is deze op dracht meestal gemakkelijk en in korte tijd uit te voeren. Anders is het als men iets in de luchtwegen krijgt. Men zal dan de patiënt in kwestie doorlichten en «en röntgenfoto maken om te kijken waar het vreemde voorwerp zich be vindt. Om dit te kunnen aantonen moet het voorwerp echter van zulk een sa menstelling zijn. dat dc röntgenstralen er door tegengehouden kunnen worden en dus een schaduw op de fotografische plaat zichtbaar wordt. we Testament in 71 hoofdstukken behan deld. Zorgde Wolf Meesters voor „het ver haal. ae bekende illustrator J. li. Isings leverde voor dit werk de tekeningen (to taal 60 platen, waarvan 6 in kleuren druk). En weer moeten we zeggen: wat een studie heeft 't gekost om deze kostelijke verzameling illustraties gereed te krij gen. Dat ziet men aanstonds bij aan dachtige beschouwing der onderdelen, en daarvan komt men nog meer onder de indruk bij 't lezen van de uitvoerige bijschriften, bewerkt naar gegevens van prof. dr. Joh. de Groot en prof. dr. Th. C. Vriezen. Isings heeft zijn leven lang en hij ls de 70 al lang gepasseerd bijbelse platen getekend. Maar in deze Bijbel voor Jonge mensen biedt hij het beste en edelste wat zijn tekenstlft vermocht ie geven. Zo hebben schrijver en illustrator bi nauwe samenwerking ons een standaard werk geleverd (totaal 670 pagina's), dat in lectuur en beeld ons vele uren van Intense genieting en rijke lering bezor gen kan. Dit is niet steeds het geval. Nog niet zo lang geleden ls in de medische lite ratuur etn geval vermeld, waarbij een jongen de punt van zijn ballpoint met behulp van zijn tanden wilde losschroe ven. Aan deze metalen punt bleef een plastic stukje zitten. Het geheel kwam terecht in een van de luchtpijpen. Op de foto was alleen maar de stalen punt, maar niet het stukje plastic zichtbaar. Het is van belang om vreemde voor werpen zo snel mogelijk uit de luchtpij pen te verwijderen, omdat hierdoor her haalde ontstekingsprocessen, luchtpijp verwijdingen, etterende processen en sch'rompelingen van een of meer long kwabben het gevolg kunnen zijn. Gelukkig gelukt het meestal met be hulp van een bepaald instrumentarium het vreemde voorwerp te verwijderen. Soms echter moet tot een operatie wor den overgegaan, waarvan wij niet meer zo bang zijn als vroeger, gezien de uit gebreide vorderingen, die op het gebied van longchirurgie gemaakt zijn. Zit een vreemd voorwerp in de maag, dan heeft men als regel minder haast. Meestal wordt ook dit vroeger of later langs natuurlijke weg verwijderd. De darm beschikt over een wonderlijk ver mogen om punten die haar prikken min of meer uit de weg te gaan, zodat het verwijderingsproces zonder pijn of smar ten verloopt. Dit is echter niet altijd zo; door be paalde bochten, die de darm weinig uit wijkmogelijkheden geven, of door plaat selijke vergroeiingen, kunnen er stoor nissen optreden, die operatie noodzake lijk maken. Zijn er metalen voorwerpen ingeslikt, dan lukt het soms op heel eenvoudige wijze deze met behulp van een staaf- magneet uit de maag te verwijderen. Men heeft ook aanbevolen het slikken van een 2-3 meter lange sajetdraad, die met reuzel ingesmeerd is. Deze wikkelt zich dan om het vreemde voorwei p. dat dan keurig verpakt weer tg vooi schijn kan komen. Het spreekt vanzelt dat men nooit op eigen houtje iets in dit opzicht zal trach ten te doen, maar steeds het oordeel en de contróle van een deskundige zal vragen. Gevalzondereind (XVII) Uil de VOLKSWIJK "pRANEN zijn als mist: een vor stig zonnetje kan ze verdrij ven. Wel, als ons geval er nu niet eentje was zonder end, dan mocht de sociale werkster wat Sjaan en Sjaarlie betreft, prompt met pen sioen gaan. Want haar kleine toe spraakje boekt een voorbeeldig succes. Als Sjaantje immers naar huis stapt, huilt ze tenminste niet meer, terwijl ze in plaats daarvan een worst meevoert. Deze worst vormt een nieuw element in mijn vertelling. Nieuw in elk opzicht, want eerstens heb r gezwegen r verleden week en tweedens heb ik c een artikeltje aan gewijd. Het is voorts jammer dat ik die worst geen bepaal de firmanaam mag geven, maar dat kan ik niet doen, omdat ik niet weet wie er voor aansprakelijk is. Het is in dit geval geen firma geweest, die 'rn ons verschafte; het was een particulier. Er zijn van die mensen, die de volkswijk opeens bedenken met een verrassing: met zoveel stuks appelen. of met zoveel mud brand stof. of met een auto rol chocolade cn suikerwerken, of gelijk in dit geval met een assortiment worst. En al zulke ge schenken mogen de blijde vruchten der dankbaarheid ge heten u-orden, al vergelijkt tnen an ders zelden cokes, bonbons en worsten met vruchten. En al zulke geschenken zijn tevens de tere liefdebanden, die bijkans uiteengeslagen huwelijkspartners weer aan elkander binden, al geef ik grif toe dat dit beeld nog horribeler is dan het eerste. Maar wat wil men? Het is toch maar deze particuliere worst, die een kloof overbrugt. Ook die beeld spraak loopt op niets uit. tenzyj onze tekenaar er een grapje op weet te vinden.' Hoe dan ook, Sjaan keert huis waarts zonder tranen en mot die worst. Zoiets blijft natuurlijk niet verborgen voor Sjaarlie, die nog immer ten prooi aan een kwaal, die door geen arts geloealiserrd kan worden, in de bedstee ligt. Omtrent half tien in de morgen slaapt zelfs Sjaarlie niet: dat is zo het tijdstip waarop hy uitgerust is van het bokkig ronken en waarin hij nog met moe genoeg van het wakker-zyn is om daar weer mee te beginnen. Hij ligt in die bedstee en hy heeft zijn gelaat naar de kamer gewend. Dat is een tacti sche manoeuvre van hem, want hij kan nu zien wat Sjaan uit spookt, zonder dat zij duidelijk kan onderscheiden dat hij in de schemerige hoek door zijn oog haartjes gluurt, en verder kan hij zich grommend omgooien en heel zijn bokkige rug demonstreren zodra zij zich onvriendelijk over hem uitlaat. Zo vangt hy twee vliegen in één klap, en dat is voor zyn doen al heel veel Hy ziet Sjaan dui, zó als ze binnenstapt. En hy merkt op dat zc er wet eens vervelender heeft uitgezien en dat ze ook wcI eens met leger handen is thuisgekomen. Hij moet dat eventjes in stilte verwerken, want de laatste dagen heeft dc pot enkel en alleen kool geschaft. Ongetwijfeld is ook kool een uitnemend voedsel er zyn hele clubs massajeugd. die ze rauw verslinden en zodoende on getwijfeld een dosis vitaminen slikken maar een kleine variatie in het menu kan geen kwaad. Daar zijn alle verzorgsters van kookartikelen het over eens. En al zal er dan vandaag ook wel weer kool op het menu staan, het zal tenminste kool met won! weren. En met waf voor een worst Ach dat ik zijn kunstenaar had mogen -******************************* Sjaarhe peinst. Dat is een in spannende bezigheid cn onder andere omstandigheden zou hij daardoor van vermoeidheid in -t slaap gevallen zijn. Maar deze e worst werkt niet alleen op zijn hersenen, maar ook op zyn speek sel klieren. Het water loopt hem om dc mond. Hij krijgt opeens zo'n allergekste zinnigheid in zo'n stukkie worst. Gebakken of ge braden of rauw dat doet er verder niet toe. Hij raakt zo'n beetje op dat punt, waarop Ezau was toen hij zijn eerstgeboorte recht voor een schotel linzen moe* verkocht. Die zei: ..Dat rodedat rode daar...!" De hele naam van het spul liet hem koud. En Sjaarlie vraagt evenmin of het worst van Dinges of van Hummes is; hij hunkert alleen naar een snelle bete. Die hunkering helpt hem heen over het dode punt. Voor het eerst sinds dagen voelt hij zich weer gedrongen om wat (ot zijn vrouw te zeggen. Hy heeft wel zoveel psychologisch inzicht dat dit niet kan wezen: ..Geef mjj es ecu stukkie van die worst...!" Hy beseft gelijktijdig dat waar zulke worsten op het spel staan, de spel regels ernstig in acht moeten worden genomen. Zo komt hij overeind. Opeens veel minder lijdend dan voorheen. Een lijdend uiterlijk mag al ani meren tot meewarig beklag, maar het garandeert geen worst. Neen, Sjaarlie voelt dat worst ren andere houding vergt: manlijker. imposanter. Dan wipt hij met een sprongetje op de vloer en schiet merkwaardig vlug in zijn over hemd en zijn broek om vervolgen* zyn zoon uit dé boks te grabbelen rn hem speels in de lucht te gooien. „Gunst", zegt Sjaan bewonde rend. ..en ik dorh dat jy ziek was Ze zegt het een beetje schalks: ze is zichzelf weer meester. Ze voelt zich om zo te zeggen volkomen opgewassen tegen de situatie. Als je ook zo'n wont achter de hand hebt „Meid", zegt Sjaarlie -- hij wandelt met zoonlief op zijn arm naar de keukenhoek en hij heeft nog een arm tot zyn beichikking om voor het eerst sinds zoveel weken weer een toenaderings poging te waoen, „Meid, wat ben jij toch een lekker stuk I" ,Je bedoelt die wor*t zeker f" zegt Sjaan. Ze lacht warempel. Ze is dat gemok en geruzie ook zo zat als het maar kan. Nou ja. Sjaarlie is immers toch de man harer keuze?In ieder huweliik mankeert er wel eens wat. En haar vent drinkt immers niet. En hij zal ook best weer aan het werk gaan. Ze eten die middag extra vroeg. Boerekoo l. Met worst. WIJ KPREDIK ANT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 16