Wat In ebben wij oncler BEVINDING te verstaan
ZONDAGSBLAD 6 NOVEMBER 1954
Groeiende belangstelling voor dit onderwerp, dat van betekenis is voor prediking,
zielzorg en liturgie
Door Ds W. van HERPEN. Herv. pred. te Melissant
HET is uitermate moeilijk een juiste
definitie te geven van „bevinding".
Wie over een onderwerp als dit iets
naar voren wil brengen, ziet zich on
middellijk geplaatst voor deze peni
bele zaak. Iedere bepaling is nog al
tijd een benadering, die niet ten volle
Gisbertus Voetius: „Het gaat om
de van mystiek leven doorvoede
oefeningen der vroomheid
kan weergeven, wat nu eigenlijk on
der bevinding verstaan moet worden
en wat bevinding eigenlijk is. Het is
iets, dat zich afspeelt in het hart van
de mens.
Vandaag de dag is er ceri merk
baar groeiende belangstelling waar te
nemen voor de bevinding. Men is er
allerwegen mee bezig. Het kan ook niet
anders. Een eeuw als de onze, waar
in de geest van de mens vraagt naar
verdieping en naar de realisering der
dingen ook op religieus gebied, is bij
uitstek geschikt, de aanraking van
God met de ziel meer in het mid
delpunt te plaatsen. Dit wil echter niet
zeggen, dat er in de geschiedenis van
het Christendom geen ..bevinding"
naar voren komt. Integendeel. Neem
slechts in ons vaderland de ..Nadere
Reformatie" en ge merkt, dat deze
een invloed heeft gehad, die in ver
schillende streken van kerkelijk Ne
derland ook thans nog, niet te looche
nen valt.
Wie dan ook het voorrecht heeft, in
een bevindelijk getint oord de her
dersstaf te mogen opnemen, komt
vanzelf in de zielzorg te staan voor
de vraag: ,,Wat mag dit wonderlijk
fenomeen van bevinding wel zijn?"
En op het antwoord zal hij moeten
wachten.
ER zijn, zoals reeds gezegd, geen
grenzen te trekken, waartussen
men het geestelijk gebied van de be
vinding kan aantreffen. Dit neemt
niet weg, dat in dit klimaat" wel
enkele typische dingen zijn aan te
wgzen, die een stempel drukken op
do bevinding. Het gehele complex
vindt zijn bron in de ..Nadere Re
formatie" (beter bekend onder de
naam „de Oude Schrijvers") en daar
uit wordt te pas en te onpas geput.
Vandaar dat de bevinding in discre-
dict geraakt i3. Men „zakte-tc-diep-
door" en men praatte te veel na. De
Doperse stroming heeft hieraan niet
veel goed gedaan, met alle onaange
name gevolgen van dien. Er is veel
valse bevinding. Het is hier echter
de plaats niet, om theologisch de be
vinding een plaats te geven in het
geheel der Christelijke religie; wij
willen slechts wijzen op het ver
schijnsel.
Evenwel mag en moet gezegd wor
den, dat voor de bevinding geldt, dat
de Heilige Schrift alleen norm en
vorm is. Daaraan valt niet te tornen.
Bevinding mag niet los gezien wor
den van de Bijbel als het Woord van
God. Geestelijke kennis is alleen te
verkrijgen in het Woord. Hiermee is
reeds een belangrijk element inge
voerd, zo niet het allerbelangrijkste.
Wanneer we bij Voetius lezen: ..Het
gaat om de, van mystiek leven door
voede oefeningen der vroomheid, die
ons het nauwst met God verenigen
en de mens geestelijk maken. Die
mystiek legt op Gods souvereiniteit
de nadruk en bindt zich aan de Hei
lige Schrift. Zij toont een brtrekking
tussen het subject, de levende, bege
nadigde mens en het object, de vrij
machtige God, Die in Christus gena
dig is", dam komen we reeds aardig
in de richting van een soort bepaling.
Er zit dus werking in het geloof.
Het geloof zegt amen op een waar
heid, die voor het gehele leven van
de mens te sterk is geworden. Zo
sterk zelfs, dat er een kiem gelegd
is, om eigen leven gericht te zien
door God Zelf. Dat is een winstpunt
in het leven van de mens.
Bij Amesius lezen we de woorden:
„Het geloof is in wezen eigenlijk het
uitrusten van het hart in God. Het
geloof leert zich verlaten op de ge
nade Gods in Christus."
Aan dat amen-zeggen van het ge
loof is iets voorafgegaan en er is iets
op gevolgd; de uitwerking blijkt uit
de bloei van het geloofsleven. Er
wordt iets ervaren; er wordt iets be
vonden; er zit een mystieke onder
grond in.
WAT zegt de Bijbel van dit alles?
De enige tekst, waarin het woord
„bevinding" voorkomt, als vertaling
van een Grieks woord „dokinion" is
te vinden in Romeinen 5. Romeinen
5:4, dat is de tekst, luidt namelijk:
„en de lijdzaamheid bevinding en de
bevinding hoop". Het Griekse woord
is weer afgeleid van een werkwoord,
dat betekent: beproeven, toetsen, iets
onderkennen, de deugdelijkheid van
een zaak onderzoeken.
Het is onmogelijk om in dit kort
bestek een exegese te geven van Ro
meinen 5. Waar het op aankomt is,
om over alles heen te zeggen, dat ve
le rampen der vromen lot uitmaken.
In de wereld zouden zij, naar Jezus'
woord, veel verdrukkingen moeten
lijden. Door deze verdrukkingen wor
den de gelovigen gehard. Het hete
ijzer des geloofs is gestaald onder de
hamer der verdrukkingen. Dit alles
nu werkt bevinding, beproefdheid,
standvastigheid. Kinderen Gods moe
ten deze toets kunnen doorstaan. Een-
enkel voorbeeld zij genoemd met het
offer van Abraham op de berg Moria.
„Bevinding" in Romeinen 5:4 duidt
dus een situatie aan, waaruit duidelijk
blijkt, dat het geloof echt is, ondanks
de doorgestane verdrukkingen en be
proevingen. En de gelovige weet hier
van mee te praten, het is hem be
vestigd geworden.
Er wordt met deze tekst, die als
enige spreekt over „bevinding", veel
gesold. Immers, men kan met deze
bevinding weinig „doen" en veel
„doen". Zowel het een als het ander
zullen we in rekening moeten bren
gen. Er is bevinding in ruimere
zin en in engere zin. Romeinen 5 4
heeft ons die in engere zin getoond.
Kennen en weten zijn nauw betrok
ken bij de bevinding. Zoals het wan
delen van God met Henoch is ge
weest een openbaring van God Drie
enig in zijn hart, waardoor hij ken
nis kreeg van God en wist wie Hij
was en is, zo is er ook in de bevin
ding een wandelen met God en in dit
wandelen wordt het geloof zichtbaar
als een geloof met ervaring, kennis,
wetenschap en bevinding. Men kent
God zoals Hij gekend wil worden in
Zijn rechtvaardigheid en barmhartig
heid en de mens kan spreken van
Zijn recht en van Zijn genade.
Dit alles zal naar buiten moeten
treden. De gemeenschap der heiligen
zal geoefend moeten worden. En ge
heel de bevinding cirkelt om Jezus
Christus. Een andere „bevinding"
moet helaas als vals gekenmerkt
worden.
HET is moeilijk, om, wanneer over
bevinding gesproken wordt, alles
zo te ordenen en voor te stellen, dat
het geheel doorzichtig wordt. Het
geestelijk leven is ook niet in stukjes
te snijden. Er is een geweldig com
plex. „In deze zee verzinken onze
gedachten."
Evenwel willen wij gaarne enkele
karakteristieke punten opnoemen, die
de bevinding stempelen tot een zaak.
die voor het geloofsleven belangrijk
te noemen is. Door dit te doen, bena
deren we slechts de bevinding. Wie
met „bevindelijke" mensen in de ziel
zorg een gesprek voert, en nu bedoel
ik niet de lompe grootsprekers, maar
die zachte karakters, merkt direct,
dat het in hun leven gaat om God.
Van 's morgens vroeg tot 's avonds
laat, zelfs 's nachts is men met God
bezig. We kunnen hiervan ook histo
rische voorbeelden noemen, namelijk
Theodorus a Brakel en Jodocus Lo-
densteyn.
Hier staat de „bevindelijke" mens
in het volle leven, dat hij overscha
duwd ziet door God, voor Wiens aan
gezicht hij leeft. Hij ziet God als de
machtige en heilige en ontdekt, krijgt
steeds meer te ontdekken, zijn eigen
rampzalig hart en het is er hem nu
om te doen, dat rampzalig hart geheel
en al kwijt te raken. Niet alleen het
hart, doch de gehele mens komt in
dit wandelen met God te staan voor
ontlediging. De oude mens moet wor
den afgebroken, van steen tot steen
gesloopt, opdat er in de overgave
aan Christus een nieuwe mens „ge
bouwd" worde. In dit gehele proces
laat men, ondanks de worstelingen
met de oude Adam, God vrij. Zóver
moet het komen met een mens, dat
hij werkelijk en hartgrondig instemt
met God, zoals professor Van Ruler
het uitdrukt.
Het gaat allemaal niet ineens. „Er
moet heel wat gebeuren," hoort men
vaak zeggen. Het geloof kan en mag
Christus wel omhelzen, doch ook door
Zijn ambtelijke bediening zal men
moeten komen tot een ontlediging van
de mens. Geheel en al, totaal. De
nieuwe mens moet echter maar al te
vaak het onderspit delven in de strijd
met de oude mens. Vandaar ook, dat
„bevindelijke" mensen zoveel last
hebben van „de eerste Adam". Niet
dat zij het een vreugde vinden, te
moeten wroeten in de ellende; maar
indien dit niet geregeld gedaan wordt,
dan zal Christus niet zozeer „ge
past" zijn en blijven.
Immers, wie verkeert met God in
Zijn Woord, leert zichzelf kennen en
in deze leerschool is men nooit leer
ling-af. Niet in één dag is de mens
in het reine met God. Tegenover God
is de mens geheel verloren. Hij al
leen doet alles in deze zaliging van de
zondaar.
DIT onderwerp is niet uitgeput in
deze enkele regels. Lang niet al
les is gezegd, wat er van te zeggen
valt. Men mag de bevinding niet on
derschatten of overschatten. De bete
kenis ervan is groter dan men denkt
en in prediking, zielzorg en liturgie
zal men hiermede terdege rekening
moeten houden. Het geloof is geen
materie.
Bil BGL
voor jonGe mensen
ONLANGS is een zeer belangrijke uit
gave gereed gekomen. Wij bedoelen
„De Bijbel behandeld voor jonge men
sen" door Wolf Meesters. Dit boek is
in 19 afleveringen verschenen en werd
uitgegeven door de firma's J. H. Kok
te Kampen en J. B. Wolters te Gro
ningen.
Telkens als een aflevering uitkwam
hebben we daarvan met grote bclanr
stelling kennis genomen.
Aanvankelijk is men geneigd te den
ken wij althans willen eerlijk erken
nen. dat bij ons die gedachte opkwam
hebben ..jonge mensen" óók al een
speciale bijbel nodig? De zogenaamde
„Kinderbijbels" mogen dan recht van
bestaan hebben, maar dc rijpende jeugd
heeft toch zeker genoeg aan dc gewone
bijbel, temeer omdat wc nu de be
schikking hebben over een nieuwe ver
taling. die zich vooral door Jonge men
sen beter lezen laat dan dc Staten-ver-
taling?
Onze bezwaren zijn echter niet alleen
weggenomen, maar wij kunnen boven
dien dit prachtig uitgevoerde werk har
telijk aanbevelen.
Wolf Meesters heeft er iets heel moois
van gemaakt. Hij laat de Schrift zoveel
mogelijk in haar eigen taal spreken,
maar hij zorgt voor een verbindende en
verklarende tekst, die het behandelde
gedeelte dikwijls veel duidelijker maakt
voor lezers, die niet gewoon zijn bij hun
bijbellezen handboeken en verklaringen
te raadplegen.
Daar is bijvoorbeeld het hoofdstuk
„Tussen belofie en vervulling", dat han
delt over de vier eeuwen tussen Oud- en
Nieuw Testament. Aandachtige lezing
van dit historisch overzicht zal onze
„jonge mensen" (en waarlijk hun niet
a Heen i een helder inzicht geven in dit
deel der geschiedenis van het Joodse
volk. waarover de Schrift zwijgt.
En zo zijn In dit gehele werk een
massa gegevens verwerkt, waardoor
personen en zaken ons nader worden
Sebracht. Om dit te kunnen doen moest
e schrijver dikwijls een uitgebreide stu
die maken. Met het resultaat, dat nu
in twee banden voor ons ligt, kunnen we
niet anders dan hem geluk wensen en
zijn lezers bevoorrecht noemen.
Het Oude Testament la in 95, het Nleu-
PAULUS IN GEVANGENSCHAP TE ROME.
Illustratie uit „Bybcl voor jonge mensen
ZONDAGSBLAD 6 NOVEMBER 1954
Kralen, botjes, naalden, knopen enz. enz.
kunnen gevaarlijk zijn
Als ze in 'I menselijk lichaam komen
(Van onze medische medewerker)
Tt L spelende en werkende kan de
mens, zowel kind als volwassene,
diverse vreemde voorwerpen in zijn
lach aam krijgen.
Elke huisarts kan u hierover verschil
lende, zeer uiteenlopende, verhalen ver
tellen en een universiteitskliniek kan u
een demonstratie geven van de meest
uiteenlopende voorwerpen, die uit het
lichaam verwijderd zijn.
Kinderen, die zitten te spelen, stoppen
een kraal in hun neus, slikken een
schuifspeldje uit hun haar in, zuigen al
etende, pratende en lachende een olie
nootje in de luchtwegen, stoppen de
meest gevarieerde dingen in de endel
darm. terwijl meisjes en vrouwen kans
zien om voorwerpen van buiten in hun
blaas te laten verhuizen.
Maar ook heb ik bij oudere vrouwen
watjes achteruit de gehoorgang moeten
verwijderen, die zij er te ver ingestopt
hadden en die te klein van formaat
waren toen zij oorpijn hadden. Ook
heb ik bij een vrouw, die al te gulzig
gegeten had van een heerlijk kippebout-
Je, een botje achteruit de keel moeten
verwijderen. Verder Ls eens een onthutste
naaister op mijn spreekuur gekomen,
die een naald ingeslikt had, welke ze.
na ijverig zoeken, dagen later nog niet
in haar ontlasting had aangetroffen.
Voorts heb ik bij een ijverig oogstende
boer tarwe- en haverkorrels uit de ge
hoorgang moeten verwijderen, zonder
dat ik hiermede aan het einde van mijn
repertoire ben gekomen.
Mensen, die gevangenisstraf moeten
ondergaan, slikken soms lepelstelen,
bosjes ijzerdraad, spijkers, veertjes van
wasknijpers e.d. in. om tijdelijk opgeno
men te mogen worden in een ziekenhuis,
waar zij met alle zorgen en comfort van
de moderne samenleving omringd wor-
Volwassenen zullen gewoonlijk zelf wel
aangeven wanneer zij iets ingeslikt heb
ben en wat voor soort voorwerp het be
treft.
Bij kinderen is dit stellig niet altijd
het geval. Eenmaal heb ik een erwt uit
een neus moeten verwijderen, die al be
denkelijk gezwollen was en op kiemen
stond. Vreemde voorwerpen in de lucht
wegen worden soms pas ontdekt als het
kind al herhaalde malen een longontste
king heeft doorgemaakt. Het gebeurt ook
wel, dat een moeder, die zat te naaien,
een knoop miste en concludeerde, dat
haar spruit deze had ingeslikt. Enkel en
alleen gedreven door deze conclusie,
kwam de moeder met de baby, waaraan
overigens niets te merken was, op het
spreekuur.
Heeft men een keer een vreemd voor
werp langs de een of andere weg in het
lichaam gekregen, dan wenst men dat
als regel zo snel mogelijk te laten ver
wijderen.
Wanneer het de neusholte of de uit
wendige gehoorgang betreft, is deze op
dracht meestal gemakkelijk en in korte
tijd uit te voeren. Anders is het als men
iets in de luchtwegen krijgt. Men zal
dan de patiënt in kwestie doorlichten en
«en röntgenfoto maken om te kijken
waar het vreemde voorwerp zich be
vindt.
Om dit te kunnen aantonen moet
het voorwerp echter van zulk een sa
menstelling zijn. dat dc röntgenstralen er
door tegengehouden kunnen worden en
dus een schaduw op de fotografische
plaat zichtbaar wordt.
we Testament in 71 hoofdstukken behan
deld.
Zorgde Wolf Meesters voor „het ver
haal. ae bekende illustrator J. li. Isings
leverde voor dit werk de tekeningen (to
taal 60 platen, waarvan 6 in kleuren
druk).
En weer moeten we zeggen: wat een
studie heeft 't gekost om deze kostelijke
verzameling illustraties gereed te krij
gen. Dat ziet men aanstonds bij aan
dachtige beschouwing der onderdelen, en
daarvan komt men nog meer onder de
indruk bij 't lezen van de uitvoerige
bijschriften, bewerkt naar gegevens van
prof. dr. Joh. de Groot en prof. dr.
Th. C. Vriezen.
Isings heeft zijn leven lang en hij
ls de 70 al lang gepasseerd bijbelse
platen getekend. Maar in deze Bijbel
voor Jonge mensen biedt hij het beste
en edelste wat zijn tekenstlft vermocht
ie geven.
Zo hebben schrijver en illustrator bi
nauwe samenwerking ons een standaard
werk geleverd (totaal 670 pagina's), dat
in lectuur en beeld ons vele uren van
Intense genieting en rijke lering bezor
gen kan.
Dit is niet steeds het geval. Nog niet
zo lang geleden ls in de medische lite
ratuur etn geval vermeld, waarbij een
jongen de punt van zijn ballpoint met
behulp van zijn tanden wilde losschroe
ven. Aan deze metalen punt bleef een
plastic stukje zitten. Het geheel kwam
terecht in een van de luchtpijpen. Op de
foto was alleen maar de stalen punt,
maar niet het stukje plastic zichtbaar.
Het is van belang om vreemde voor
werpen zo snel mogelijk uit de luchtpij
pen te verwijderen, omdat hierdoor her
haalde ontstekingsprocessen, luchtpijp
verwijdingen, etterende processen en
sch'rompelingen van een of meer long
kwabben het gevolg kunnen zijn.
Gelukkig gelukt het meestal met be
hulp van een bepaald instrumentarium
het vreemde voorwerp te verwijderen.
Soms echter moet tot een operatie wor
den overgegaan, waarvan wij niet meer
zo bang zijn als vroeger, gezien de uit
gebreide vorderingen, die op het gebied
van longchirurgie gemaakt zijn.
Zit een vreemd voorwerp in de maag,
dan heeft men als regel minder haast.
Meestal wordt ook dit vroeger of later
langs natuurlijke weg verwijderd. De
darm beschikt over een wonderlijk ver
mogen om punten die haar prikken min
of meer uit de weg te gaan, zodat het
verwijderingsproces zonder pijn of smar
ten verloopt.
Dit is echter niet altijd zo; door be
paalde bochten, die de darm weinig uit
wijkmogelijkheden geven, of door plaat
selijke vergroeiingen, kunnen er stoor
nissen optreden, die operatie noodzake
lijk maken.
Zijn er metalen voorwerpen ingeslikt,
dan lukt het soms op heel eenvoudige
wijze deze met behulp van een staaf-
magneet uit de maag te verwijderen.
Men heeft ook aanbevolen het slikken
van een 2-3 meter lange sajetdraad, die
met reuzel ingesmeerd is. Deze wikkelt
zich dan om het vreemde voorwei p. dat
dan keurig verpakt weer tg vooi schijn
kan komen.
Het spreekt vanzelt dat men nooit op
eigen houtje iets in dit opzicht zal trach
ten te doen, maar steeds het oordeel
en de contróle van een deskundige zal
vragen.
Gevalzondereind (XVII)
Uil de
VOLKSWIJK
"pRANEN zijn als mist: een vor
stig zonnetje kan ze verdrij
ven. Wel, als ons geval er nu niet
eentje was zonder end, dan mocht
de sociale werkster wat Sjaan en
Sjaarlie betreft, prompt met pen
sioen gaan. Want haar kleine toe
spraakje boekt een voorbeeldig
succes. Als Sjaantje immers naar
huis stapt, huilt ze tenminste niet
meer, terwijl ze in plaats daarvan
een worst meevoert.
Deze worst vormt een nieuw
element in mijn vertelling. Nieuw
in elk opzicht, want eerstens heb
r gezwegen
r verleden week
en tweedens heb ik c
een artikeltje aan
gewijd. Het is voorts
jammer dat ik die
worst geen bepaal
de firmanaam mag
geven, maar dat kan
ik niet doen, omdat
ik niet weet wie er
voor aansprakelijk
is. Het is in dit
geval geen firma
geweest, die 'rn ons
verschafte; het was
een particulier. Er
zijn van die mensen,
die de volkswijk
opeens bedenken
met een verrassing:
met zoveel stuks
appelen. of met
zoveel mud brand
stof. of met een
auto rol chocolade
cn suikerwerken, of
gelijk in dit
geval met een
assortiment worst.
En al zulke ge
schenken mogen de
blijde vruchten der
dankbaarheid ge
heten u-orden, al
vergelijkt tnen an
ders zelden cokes,
bonbons en worsten
met vruchten. En
al zulke geschenken zijn tevens
de tere liefdebanden, die bijkans
uiteengeslagen huwelijkspartners
weer aan elkander binden, al
geef ik grif toe dat dit beeld nog
horribeler is dan het eerste. Maar
wat wil men? Het is toch maar
deze particuliere worst, die een
kloof overbrugt. Ook die beeld
spraak loopt op niets uit. tenzyj
onze tekenaar er een grapje op
weet te vinden.'
Hoe dan ook, Sjaan keert huis
waarts zonder tranen en mot die
worst. Zoiets blijft natuurlijk niet
verborgen voor Sjaarlie, die nog
immer ten prooi aan een kwaal,
die door geen arts geloealiserrd
kan worden, in de bedstee ligt.
Omtrent half tien in de morgen
slaapt zelfs Sjaarlie niet: dat is zo
het tijdstip waarop hy uitgerust is
van het bokkig ronken en waarin
hij nog met moe genoeg van het
wakker-zyn is om daar weer mee
te beginnen. Hij ligt in die bedstee
en hy heeft zijn gelaat naar de
kamer gewend. Dat is een tacti
sche manoeuvre van hem, want
hij kan nu zien wat Sjaan uit
spookt, zonder dat zij duidelijk
kan onderscheiden dat hij in de
schemerige hoek door zijn oog
haartjes gluurt, en verder kan hij
zich grommend omgooien en heel
zijn bokkige rug demonstreren
zodra zij zich onvriendelijk over
hem uitlaat. Zo vangt hy twee
vliegen in één klap, en dat is voor
zyn doen al heel veel
Hy ziet Sjaan dui, zó als ze
binnenstapt. En hy merkt op dat
zc er wet eens vervelender heeft
uitgezien en dat ze ook wcI eens
met leger handen is thuisgekomen.
Hij moet dat eventjes in stilte
verwerken, want de laatste dagen
heeft dc pot enkel en alleen kool
geschaft. Ongetwijfeld is ook kool
een uitnemend voedsel er zyn
hele clubs massajeugd. die ze
rauw verslinden en zodoende on
getwijfeld een dosis vitaminen
slikken maar een kleine variatie
in het menu kan geen kwaad.
Daar zijn alle verzorgsters van
kookartikelen het over eens. En al
zal er dan vandaag ook wel weer
kool op het menu staan, het zal
tenminste kool met won! weren.
En met waf voor een worst Ach
dat ik zijn kunstenaar had mogen
-*******************************
Sjaarhe peinst. Dat is een in
spannende bezigheid cn onder
andere omstandigheden zou hij
daardoor van vermoeidheid in
-t slaap gevallen zijn. Maar deze
e worst werkt niet alleen op zijn
hersenen, maar ook op zyn speek
sel klieren. Het water loopt hem
om dc mond. Hij krijgt opeens zo'n
allergekste zinnigheid in zo'n
stukkie worst. Gebakken of ge
braden of rauw dat doet er
verder niet toe. Hij raakt zo'n
beetje op dat punt, waarop Ezau
was toen hij zijn eerstgeboorte
recht voor een schotel linzen moe*
verkocht. Die zei: ..Dat rodedat
rode daar...!" De hele naam
van het spul liet hem koud. En
Sjaarlie vraagt evenmin of het
worst van Dinges of van Hummes
is; hij hunkert alleen naar een
snelle bete.
Die hunkering helpt hem heen
over het dode punt. Voor het eerst
sinds dagen voelt hij zich weer
gedrongen om wat (ot zijn vrouw
te zeggen. Hy heeft wel zoveel
psychologisch inzicht dat dit niet
kan wezen: ..Geef mjj es ecu
stukkie van die worst...!" Hy
beseft gelijktijdig dat waar zulke
worsten op het spel staan, de spel
regels ernstig in acht moeten
worden genomen.
Zo komt hij overeind. Opeens
veel minder lijdend dan voorheen.
Een lijdend uiterlijk mag al ani
meren tot meewarig beklag, maar
het garandeert geen worst. Neen,
Sjaarlie voelt dat worst ren
andere houding vergt: manlijker.
imposanter. Dan wipt hij met een
sprongetje op de vloer en schiet
merkwaardig vlug in zijn over
hemd en zijn broek om vervolgen*
zyn zoon uit dé boks te grabbelen
rn hem speels in de lucht te
gooien.
„Gunst", zegt Sjaan bewonde
rend. ..en ik dorh dat jy ziek
was Ze zegt het een beetje
schalks: ze is zichzelf weer
meester. Ze voelt zich om zo te
zeggen volkomen opgewassen tegen
de situatie. Als je ook zo'n wont
achter de hand hebt
„Meid", zegt Sjaarlie -- hij
wandelt met zoonlief op zijn arm
naar de keukenhoek en hij heeft
nog een arm tot zyn beichikking
om voor het eerst sinds zoveel
weken weer een toenaderings
poging te waoen, „Meid, wat ben
jij toch een lekker stuk I"
,Je bedoelt die wor*t zeker f"
zegt Sjaan. Ze lacht warempel.
Ze is dat gemok en geruzie ook
zo zat als het maar kan. Nou ja.
Sjaarlie is immers toch de man
harer keuze?In ieder huweliik
mankeert er wel eens wat. En
haar vent drinkt immers niet. En
hij zal ook best weer aan het
werk gaan.
Ze eten die middag extra vroeg.
Boerekoo l.
Met worst.
WIJ KPREDIK ANT