PIETER PEUTER flMIE Luthers „portret" in woord en beeld De levensloop van ■tctiirtrtrtrtrtrlfirtrklri "Ulllu DOOR G. TH. ROTMAN 55. Ze spartelt en schreeuwt en schopt verwoed, Maar desniettemin moet ze mee in de Door 't spattende schuim tot haar mid del bedolven, Wandelt ze gillende door de golven! O, wat verdriet! Haar kleur verschiet! Want zwemmen kan De stakker niet! 56. Wat een geluk dus, dat de hond Ten langen leste 't houtje vond, Waarop zegevierend en bedaard Door hem de terugtocht werd aanvaard. Hilda was Kolossaal in haar sas, Want ze zat net Tot haar kin in de plas. 57. Eindelijk komen ze Druipend staat Hilda J Ze besluit direkt naai En roept onderweg eei De chauffeur Opent de deur, Pieter krijgt Van verrukking 'n kle m de kant; huis te gaan En dat is precies iets Om eerst wat op haar gemak te raken. Gaat Hilda met de chauffeur 'n praatje Pieters ogen stralen! Hij ziet stangen en pedalen! Misschien is daar wat Mee uit te halen! dDUUU"- >9. Maar daar o foei. wat 'n onge- takl Verdwijnt heel de auto met 'n ruk! Pieter trapte op de gaspedaal En heel het geval ging aan de haal! De bestuurder slaat Met z'n neus op straat; Hilda roep: „Help!" Ce weet geen raad... 60. De auto toert ee Vliegt dan rechtuit Met veel gekraak en De bakkerij in van Bü m'n leven, Dat zal wat geven! •k Zit er nu al Van te beven! n paar keer rond, en schiet terstond veel geknal Van Hal... 61. Links en rechts vliegt het brood door de lucht! Als t met zo treurig was, was het een In 'n ogenblik tijd is de bakkerij Een beeld van verwarring en razernij! Het eind van de zaak Is een dof gekraak, Een dreunende slag Kortom, het is raak! 62. De auto kwam met geweld tot staan Tegen de brandende oven aan, En daar Hilda boven op d' oven vloog, Was ze natuurlijk heel gauw droog! Ze klom er weer af. Liep naar huis op *n draf, En Pieter mocht nooit Meer mee voor straf! 1 eer en deugd sieraad der jeugd; Trots mazelen, keelpijn en ander gevaar Bereikt hij tenslotte z'n achtste jaar. Hij ziet er leuk uit. De kleine guit! Jammer maar. dat hij 't Zo vaak verbruid^! Wekelijkse bijlage Zaterdag 30 October 1954 Martinus Luther, prediker te Wittenberg, aan alle geliefde broe ders in Christus, die in Holland, Brabant en Vlaanderen zijn, tevens aan alle gelovigen in Christus, genade en vrede van God onze Vader en onze Heer Jezus Christus J") IT is de aanhef van de aan- grijpende open brief, die Luther in Juli 1523 schreef aan zijn geloofsgenoten in de Ne derlanden. De aanleiding hiertoe was de terechtstelling van de twee jon ge priesters Henricus Voes en Johan van den Esschen, die de eerste Juli van dat jaar te Brussel op de brandstapel het leven lieten. Belangstelling voor leven en werk van de Hervormer neemt laatste tijd verrassend toe en mens midden in de spanning van een Ielbcwogen tij feite :ijd j. Kooiman, 's Zondagsavonds voor de N.C.R.V.-microfoon voordrachten over het leven van Maarten Luther. In dit kwartiertje werd door vele dui zenden geluisterd. De hoogge leerde spreker wist steeds de juiste toon te vinden om zijn onzichtbaar maar zeer talrijit gehoor te animeren en vast te houden. Na elke voordracht werd door velen al weer naar de volgende verlangd. En als men om een of andere reden 31 October 1517: Broeder Martinus slaat zijn stellingen aan. In deze brief schrijft Luther o.m.: ..Want niet alleen is het u gegeven eerder dan de ge hele wereld het Evangelie te horen en Christus te leren ken nen, maar gij moogt ook de eersten zijn, die om Christus' wil thans schande en schade, angst en nood, gevangenschap en gevaar lijdt en nu zo rijk in vruchten en sterk geworden zijt, dat gij het ook met uw eigen bloed begoten en be krachtigd hebt." De terechtstelling van deze twee jonge mensen maakte op de Hervormer een diepe in druk. Aan een vriend schreef hij: „Ik dacht, dat ik de eerste had zullen zijn. die om der wil le van het Evangelie gemarteld zou worden maar ik ben het niet waard geweest." De Brusselse brandstapel in spireerde hem tevens tot zijn eerste gedicht, v laatste strofe luidt: Laat ze maar liegen, altijd door, 't Is vruchtloos onder nomen. Wij danken God de Heer daarvoor, Zijn Woord is weer- gekome n. De zomer staaf nu voor de deur, de winter is vergangen. De tere bloemen breken door: Die dit heeft aangevangen, die zal het ook voleinden. X-Tet leven van Luther is boei- end en meeslepend. Hij was de man. door God voor beschikt om Zijn diep gezon ken Kerk tot reformatie te brengen. In Zijn hand was deze mens. wie niets menselijks vreemd was, inderdaad „een goed instrument". De geboren verteller, die dit leven tot onderwerp kiest, heeft altijd een aandachtig gehoor. Bf' - het laatste verhinderd was te luisteren, dan had men het besef dat men inderdaad iets gemist had. Men had voor deze lange se rie voordrachten moeilijk een spreker kunnen vinden, die voor deze taak beter istoe gerust. In de Evang. Luth. kerk neemt prof. Kooiman een voor aanstaande plaats in. Hij is een bekend en zeer gezocht auteur. Een van zijn beste boeken is ongetwijfeld de volledige bio grafie, die hij over Luther Duitse en een Engelse verta ling het licht zag. Menig luisteraar, die van zo'n Zondagavond-voordracht ge noot, zal wel eens gewenst heb ben het gehoorde nog eens rus tig te kunnen lezen. Er werden zoveel interessante dingen uit het leven van de Hervormer meegedeeld, dat men die gaar ne beter zou willen vasthouden dan alleen door herinnering mogelijk is. En zie daar: nauwelijks heeft prof. Kooiman van zijn radio luisteraars afscheid genomen, of daar verschijnen al de 48 voordrachten, gebundeld in een fraai uitgevoerd boek. uitgege ven door de firma W. ten Ha ve te Amsterdam Natuurlijk lag het in ons voor- Zondagsblad, dat één dag vóór de traditionele Hervormings dag verschijnt, op de geloofs daad van Luther de aandacht te vestigen. En dat kunnen we vreugde uiting te geven over dit pas verschenen boek. Luther staat dit jaar wel in de algemene belangstelling. Vooral ook door de film. ver vaardigd met medewerking van de Amerikaanse Lutherse Kerk, waarvan de vertoning in ons land is begonnen. In ons Zon dagsblad van 4 September jl. gaf dr. N. J. Hommes een brede bespreking en warme aanbeve ling van deze film. De talrijke illustraties in het nieuwe boek van prof. Kooiman zijn voor een groot deel een aantal tref fende momenten uit dit groot se filmwerk. TJ GEIEND vertellen is een J van de grootste gaven, waarmee een mens begiftigd kan zijn. Daardoor kan hij an deren laten zien wat hij zelf zag en zijn vreugde, droefheid en ontroering meedelen aan zijn luisteraars. Dit boek van prof. Kooiman is in de eerste plaats niet op lezers maar op luisteraars af gestemd. En omdat die luiste raars van de radio-kwartiertjes zo hebben genoten, zullen ze ongetwijfeld dit geschrift wiLlen bezitten. Dit boek doet ons vooral de mens Luther be ter kennen. En dat is een grote verdienste. Her- dan vier geleden worden zo spoedig legendari sche figuren. Zij schreven dikke boeken over ge leerde onderwer pen en hadden al len zo hun eigen stokpaardje, dat hen van anderen onderscheidde. Nu is Luther in dit opzicht altijd een gelukkige uit zondering geweest. Van hem zijn zo veel treffende voorvallen uit zijn leven bekend, dat bijna iedereen wel weet, dat hij heus geen heilige en even min een droge kamergeleerde Van deze waarheid getuigt dit boek op schier elke blad- Van zijn eerste dienst, die hij als jong priester verrichtte, zei Luther later: ..Wie ben ik, dat ik mijn ogen tot de goddelijke majesteit durf opheffen? Enge len omgeven hem. op zijn wenk beeft de aarde. En zal ik. el lendige, kleine dwerg, zeggen: ik vraag u om dit of dat? Want ik ben stof en as en vol zon de en ik spreek tot de le vende, eeuwige en ware God!" Een monnik in Mcmmingen. die door geestelijke oefening en goede werken in 't reine tracht te te komen met God, kreeg van Luther deze raad: ,,Ik heb zelf ook aan die waan, ik mag wel zeggen waanzin, geleden. Ook nu heb ik die strijd nog «iet uitgestreden. Daarom, mijn lieve broeder, wend je tot Christus, de gekruisigde. Leer Hem lofzingen en, aan jezelf Luther voor de Rijksdag te Worms, ondervraagd over zijn geschriften.De i bv dit artikel zijn ontleend aan de Luther-film Als bedelmonnik op de groentenmarkt. vertwijfelend, tot Hem zeggen: Gij. Here Jezus, zijt mijn recht vaardigheid. ik ben uw zonde." Toen in 1515 Wittenberg door een zware pest werd bezocht, raadde men Luther aan deze stad te verlaten. Maar zijn ant woord luidde: ..De wereld zal niet vergaan als broeder Maar ten omkomt. Ik ben hier ge plaatst en mag niet weglopen, omdat ik een belofte van ge hoorzaamheid heb gedaan, ten zij dezelfde autoriteit, die mij beval deze positie in te nemen, me zou opdragen te vertrekken. Niet dat ik niet bang ben voor de pest (ik ben de Apostel Pau- lus niet, alleen maar iemand, die college over hem geeft), maar ik hoop, dat de Heer mij van vrees zal bevrijden." 'P OEN Luther roering begon A te brengen in het kerkelijk leven van zijn tijd, was de boekdrukkunst nog jong. Wat heeft de Hervormer deze mach tige uitvinding uitgebuit om met zijn woord het volk te be reiken. Daarin lag zijn kracht. Talloze pamfletten van Luthers hand verschenen in de volks taal. Prof. Kooiman zegt hier van: „Plotseling beginnen ze los te breken als een heftige sneeuwbui, ze dwarrelen gesta dig neer en bedekken de tegen stander voor hij het merkt.'' Luther kon schrijven en hij was zich daarvan terdege be wust. „Ik ben niet zo hoogmoe dig. dat ik het beter meen te weten dan alle anderen, maar ik ben nou ook weer niet zo stom, dat ik Gods Woord ach terstel bij menselijke fabeltjes." Kardinaal Cajctanus heeft als zoveel anderen, alle pogingen in het werk gesteld om Luther tot andere gedachten te bren gen. Maar noch zijn vermanin gen noch zijn dreigementen mochten baten. Na twee dagen disputeren snauwde hij de kop pige monnik toe: „Ga. ga. en kom me niet weer onder de ogen, tenzij je herroepen wilt." Von Staupitz. die Luther met de prcekdienst had belast, trachtte nog te bemiddelen, maar kreeg van Cajetanus ten antwoord: „Ik wil met dat beest niet meer praten hij heeft diepe ogen en wonderlijke spe culaties in zijn kop." Vooral in de eerste tijd van zijn optreden had Luther nog al eens contact met pauselijke vertegenwoordigers. Interessant is te lezen hoe deze heren in hun rapporten naar Rome zich over de Hervormer uitlieten. Dit was meestal alles behalve vleiend voor Luther. In bijna 50 lezingen over de zelfde persoon is heel wat te verhalen. Prof. Kooiman heeft (Vervolg op pag. 2).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 7