m m A m s i® mm m iM.m m m m mmm rmm mm r mmmr m mm mmm mmm jjf m ti h g m T, Het leven van SIR WINSTON CHURCHILL 6 ZONDAGSBLAD ÏTÏT31 Correspondentie en oplossingen aan de heer II. J. J. Siavekoorde, Goudreinetstraat 125, Den Haag. Ruimtelijk overwicht Iedere partijspeler die wel eens over de oorzaken van winst en verlies heeft nagedacht, zal uit eigen ervaring weten dat niets zo moeilijk is als een eenmaal verkregen voordeel tot winst uit te brei den. Om zich hiermede bezig te houden moet men echter eerst tot het inzicht komen dat men een voordeel heeft. resp. dat de tegenstander een nadeel heeft (om de zaken nu maar op z'n allereen voudigst voor te stellen). En om dit in zicht te verwerven moet men dus eerst iets tot stand brengen dat nog moeilijker is dan het winnen der partij, nl. een juist oordeel over een stelling vellen. Dit is natuurlijk de kernmoeilijkheid. Hoeveel schakers zijn in staat een correct oordeel over een willekeurige stelling te vormen? Bevind U maar eens bij de een of andere schaakwedstrijd, kies er een willekeurige partij uit en vraag maar eens aan een aantal toeschouwers hoe zij over die bepaalde stelling oordelen: wie beter staat ten waarom), wie de beste kansen heeft (en waar die kansen uit bestaan), enz. U zult verbaasd om niet te zeg gen verbijsterd zijn over de sterk uiteenlopende meningen welke U in weinige minuten tijd te horen krijgt. En het is helemaal geen zeldzaamheid, dat ze er allemaal naast zijn, al hebben som mige dezer commentatoren gewoonlijk wel een zekere kijk op de situatie. Neen. het beoordelen van stellingen is een verbazend moeilijk werk. Juist om deze reden zal de actieve partijspeler altijd een bijzonder belang stellen in die gedeelten uit schaaktijd schriften en -boeken, welke zich speciaal bezig houden met de problemen, welke in de eerste alinea van dit artikel aan de orde 2ijn gesteld. Onze hedendaagse schaakliteratuur is glukkig niet van dit soort bijdragen verstoken al zijn ze nkgff Diet zo talrijk als sommigen wel gaarne zouden zien. Een buitengewoon instructieve rubriek is in dit opzicht die de Amerikaan Horowitz ..How to Laatstgenoemd schaaktijdschrift is 4w nafta welke wij kennen. Het is bo vendien fraai uitgevoerd en heeft zich door de vele foto's waarmede het ver lucht is niet ten onrechte de bijnaam van ..Chess Picture Magazine" verwor ven Het heeft voor Nederlandse begrip pon slechts één nadeel, nl. dat het nogal kostbaar is (4.75 dollar per jaar). In de rubriek van Horowitz treffen wij in het Juninummer van Chess Re- view een partij aan. welke de auteur gebruikt om de lezers het een en ander over ruimtelijk voordeel bij te brengen. Deze partij nemen wij thans over, waar bij wij onze aantekeningen baseren op die van Horowitz. Wil: F. Batik. Zwart: Dr. Dyckhoff. Ta rrasch-verdediging. I dl d5; 2. cl e6; 3. Pc3 c5; 4. cxd5 exd5; 5. Pf3 Pc6; 6. g3 Pf6; 7. Lg2 I,e7; g. 0—0 0—0; 9. dxc5 d4. In plaats van 9d4 kan zwart na tuurlijk Lxc5 spelen en zodoende het materiële evenwicht bewaren. In dat geval zal er waarschijnlijk volgen 10. Pa4 Le7; 11 Le3. en wit houdt het veld d4 stevig in zyn bezit, waardoor hij de zwakte van zwarts geïsoleerde d-pion on derstreept en gelijktijdig via c5 en langs de open c-Hjn het vijandelijke kamp dreigt binnen te dringen. Hiertegenover kan zwart geen constructiel plan stel len. Daarom besluit zwart er toe een pion prijs te geven en daardoor druk op de witte stelling te gaan oefenen. 10. Pal. Dit moet wit wel spelen, an ders krijgt zwart z'n pion terug met be houd van de druk in het centrum. En nu is de teerling geworpen. Wit heeft een pion, zwart heeft ruimtelijk voordeeL Merk op welk een druk de zwarte d- pion op de witte stelling oefent en ho« gedeplaceerd het witte paard staat. Ate men er achter wil komen hoe men in zulk een stelling verder moet komen, moet men haar objectief bezien. Wit moet trachten de zwarte d-pion te eli mineren, deze af te ruilen, en hij moet proberen voordeel te behalen met be hulp van zijn pionnonmeerderheid op de damevleugel. Zwart moet uiteraard proberen deze doeleinden van wit tegen te gaan en gelijkertijd trachten zelf kwetsbare doelen te vinden. Zijn voor deel in ruimte zal hji moeten gebruiken om zijn troepen snel van het ene punt naaV het andere te verplaatsen. 10. Lfs. Deze zet is gericht tegen wits bedoeling om e3 te spelen, waar door pion d4 geëlimineerd zou worden. Afgezien daarvan is de zet Lf5 een goe de ontwikkelingszet: de loper bestrijkt een open diagonaal en kan in de toe- kyt^als steunpunt dienen voor de zet 11. Ph4. Waarom niet onmiddellijk 11. e3? Omdat wit een bepaalde combinatie moet voorkomen. Op 11. c3 volgt nl. dxej; 12. Dxd8 exf2t' gevolgd door 13. Taxd8 en zwart heeft zijn pion te- lijk spc Dxdl!; 13. Txdl Lc2! (nu blijkt de bete kenis van zwarts 11e zet) en zwart wint. De bedoeling van wits 11e zet is Lf5 te elimineren en zo. door middel van herhaalde afruilingen, zijn pluspion tot gelding te brengen. 1L Le4. Zwart gaat in zoverre accoord met wits plannen dat hü bereid ls ruil der lopers toe te staan. Hij meent, dat de afruil van Lg2 de verdediging van de witte koningsstelling zal bemoei lijken. Bovendien: na 12. Lxe4 Pxc4 dreigt zwart op h4 te nemen en hier door de witte koningspionnen uit elkaar te scheuren en bovendien zijn pion te herwinnen. Daarom speelt wit 12. f3. Klaarblijkelijk wint wit nu een tempo, want Le4 moet retireren. Maar de zet f3 verzwakt de witte stelling om dat er op e3 een invalspoort is ontstaan. In feite wint wit dan ook geen tempo maar is hij het slachtoffer geworden van zwarts uitdagende strategie. 1 2Ld5: 13. Pf5. Tot dusver ls alles wederzijds „volgens het boekje" gespeeld. Dat houdt dus in, dat beide partijen tot hiertoe redelijk goed hebben gespeeld. Maar. zegt Horowitz, wees voorzichtig. Zetten uit de boeken zijn niet altijd de beste. En: boeken verouderen; ideeën en zetten zijn aan voortdurende verandering onderhevig. Volgens de nieuwste boeken zou het spel aldus moeten verlopen: 13. e4 Lc4; 14. Tf2 g6 en dan wordt wit veronder steld de beste stelling te hebben. Maar deze conclusie staat bloot aan critiek. Want zwarts ruimtevoordeel ie geens zins verminderd. 1 3Le6; 14. Pxe7f. Stelling na 13Ld5—e6. lus m mum 11 Al11 Als 1 IAB_ a b c a f g h Indien wit 14. e4 speelt, kan zwart rustig op f5 ruilen, waardoor zijn mate riële achterstand wordt gereduceerd omdat wit op de f-lijn een dubbelpion krijgt. 14Dxe7; 15. Lg5. Tot nu toe is wit er op gespitst ge weest materiaal af te ruilen, in het al gemeen een goede strategie als men een pion voorstaat. Maar nu moet men zich toch even afvragen hoe de afwezigheid van Lel op de witte damevleugel de situatie zal beïnvloeden. En dan komt men al ras tot de conclusie, dat het „gat" op e3 nu erger opvalt dan tevoren' het Wit heeft tot nu toe geen profijt kun nen trekken van zijn pionnenmeerder- heid op de damevleugel. Zwart daarentegen kan door middel van 15Lc4 voorbereidingen treffen tot het spelen van a7—a6 en b7—b5, nog afgezien van het feit. dat de zet Lc4 pion e4 bedreigt. Hiertegenover staat wit een ander al ternatief ter beschikking. Hij had 15. e4 kunnen spelen om op de konings vleugel een mobile pionnenmeerder- heid te krijgen. Dit was waarschijnlijk zijn beste kans geweest. 15. Lc4; 16. Tel h6. Zwart wil de witte loper wel afruilen, vooreerst om dat de zwakte van wit op de zwarte velden dan vergroot wordt, verder om dat hij dan de lastige penning van Pf6 kwijtraakt. 17. Lxf6 Dxf6; 18. b3. Nadat wit met zijn vorige zet zijn politiek van „ruilen wat je ruilen kunt" min of meer gedwon gen heeft voortgezet, probeert hij nu hardnekkig zijn stelling te consolideren. Nu zou 18. e4 niet meer goed geweest zijn, want er zou volgen: 18dxe3 e p.; 19 Txe3 Tad8; 20. Del Dd4; 21. Dc3 Lb5; 22. Dxd4 Pxd4; 23. Pc3 Pc2 en 1 8La6; 19. Dd2. Hier verzuimt wit zijn laatste kans om e4 te spelen. Maar hy bekommert zich niet om de bevrijding van zijn e-pion, doch concen treert zich volledig op de mogelijke kan sen welke zijn pionnenmeerderheid op de damevleugel biedt. Hoogstwaarschijn lijk is dit moment het definitieve ogen blik der partij. 1 9Tfe8; 20. Pb2 Te3!; 21. Tacl Tae8; 22. Lfl Pe5. De zwarte pion op d4 is onkwetsbaar. Indien 23. Dxd4 dan Pxf3t. Afgezien hiervan moet wit thans ook nog rekening houden met Dxf3 en met Txf3. 23. f4 Pg4; 24. Pc4 Lxc4; 25. Txc4 Dg6! (dreigt Pxh2>; 26. Lg2 Pxh2; 27. Kxh2 Dxf3+; 28. Kgl d3; 29. Tc3 T8e6 en wit gaf het op. Wij zien in deze partij hoe ten slotte de ruimtelijke meerderheid de beslissing brengt (en hoe!). Deze partij is niet slechts een leergang hoe men moet han delen indien men ruimtelijk voordeel heeft. Zij leert ons ook hoe men zulk een voordeel moet verkrijgen. Hoewel de aantekeningen bij deze partij ogenschijnlijk van een nogal een voudige natuur zijn, vormen zij in wer kelijkheid een harmonisch geheel wan neer men eenmaal begrijpt welke rode draad door de gehele party loopt. De oplossingen Hieronder volgen de oplossingen der stellingen, opgenomen in onze rubriek van 9 October jl. 1. RockScbories (Schories was de simultaan9peler!): L f5? Dit is een val. waar een simultaan- speler gemakkelijk kan inlopen. Hij heeft niet veel tijd om na te denken en neemt aan. dat de tegenstander die reeds in het nadeel te de redding wel niet zal vinden. In dit geval kon het witte paard niet veroverd worden, omdat wit op 1Te6 de parade 2. Dg4 heeft. Maar 1La5! zou in elk geval nog een pion opgeleverd hebben, bijv. 1 La5!; 2. De3 Dh4! (nu dreigt f5 wèl); 3. Pf6f Dxf6!; 4. Dxe8 Lxel gevolgd door 5Dxb2. 2. Pf6t! gxf6; 3. Tglt. Nu blijkt de val; op 3Kf7 volgt Dh5 mat. Daarom moet zwart de kwaliteit geven. 3 Kh8; 4. Dxe8 en wit won. Zwart mag de dame natuurlijk niet nemen. 2. SüniischColle (met witte dame op b3>; 1Pd4!; 2. cxdl. Er is niet beter. Wèl kan wit nog op een fout van zwart hopen. Indien nu 2Tb2t? dan 3. Lb4! en zwart krijgt slechts het geoffer de stuk terug. 2Ta2t! Dit echter wint een volle toren (3. Lb4 Txalt enz.) Daarom gaf wit het op. 3. Pol lork—Verbondenen: 1. Dd7tü Lxd7; 2. Pd6t Kd8; 3. Pf7t Kc8; 4. TeSfl Lxe8; 5 Td8 mat. Onze opgaven Hieronder bieden wij U allereerst twee partijstellingen (nos 1 en 2) aan uit de kampioenswedstrijd 1954 der Ver enigde Staten. Deze stellingen zien er erg simpel uit, doch vergis U niet: U moet heel precies spelen om het vereiste resultaat te behalen. De derde stelling is een eenvoudige eindspelstudie van David Joseph. Deze naam zegt U mis schien niets. Maar hij is in de hele schaakwereld bekend geworden door een beroemd eindspel: Wit: Kd8. pionnen op b6 en h7 (3). Zwart: Kb8, pionnen op a2 en b7 (3). Wit aan zet wint. Wij hebben dit eindspel jaren geleden al eens gepubliceerd, zodat U nu geacht wordt dc oplossing te kennen. Maar minder bekend is. dat deze Joseph nog talloze andere eindspelletjes gemaakt heeft. Een van die minder bekende vindt U hieronder als no. 3 opgenomen. Dodenrit van de Lichte Brigade (Vervolg van pag 5) Dat Lord Raglan overigens later ver klaarde, dat hij in 't geheel niet de Rus sische batterij had bedoeld, maar enke le Britse stukken geschut, die de Rus sen hadden buitgemaakt en op het punt stonden weg te voeren, doet niets ter zake. Zyn order was onduidelijk, onbe grijpelijk vaag en leidde daarom tot misverstand en tot een catastrophe. En dan de adjudant, kapitein Nolan. Waarom wees hij de Russische batterij aan als doel, tegenover Lucan. ofschoon hij de juiste bedoeling niet wist en geen orders had voor nadere toelichting? Waarom deed hij zo stroef en uit de hoogte? Waarom dat pathetisch gebaar? Nolan was een cavalerie-maniak, hij geloofde in de volstrekte superioriteit van het wapen der cavalerie boven alle andere wapens. Een cavalerie-fanaticus, die kort tevoren een boek had gepubli ceerd, waarin de betekenis van dc ca valerie op het slagveld haast tot in het absolute werd opgeschroefd. Hij geloof de dat ze almachtig was. Nolan wist niets van Raglans bedoeling af. Dat hij Lucan de batterij als doel aanwees, was louter eigen Initiatief, hij zag hier een pracht-gelegenheid zijn cavalerie-theo- rieën, die wel niet algemeen aanvaard zullen zijn geweest, met de praktijk te bewijzen. Toen Cardigan het bevel tot de aan val gaf en de brigade zich in beweging zette, reed Nolan dwars over haar front, zwaaiend met zijn sabeL Wat precies zijn bedoeling hiermee geweest is. valt niet te zeggen. De eerste de beste granaat die op de Brigade werd afgevuurd, trof Nolan recht in de borst. Zijn paard ren de nog een eind met hem weg. maar spoedig viel hij uit het zadel. dooa. En de commandanten. Lord Lucan cn Lord Cardigan? Ze behoorden beiden tot de hoge adel. het waren vechtersbazen als geen ander, moedig en nergens voor terugdeinzend, maar ze waren strate gisch ongeschoold. Waarom dan zulke hoge posten? Gekocht, zoals andere ran gen. soms voor 25.000 per jaar. Car digan vooral was een echte brani. non chalant. vol bravour. Zo had hij zijn mannen opgevoed. Hij pleegde zijn bri gade op eigen kosten te kleden in die schitterende kersrode, met zilveren tres- versierde uniformen en pluimen op de helmen. Ze waren gedrild tot in de puntjes, vooral op doodsverachting, roe keloze onverschilligheid, blinde gehoor zaamheid. Beter dan de Lichte Brigade kon geen enkel legeronderdeel parade ren. Een avontuursbende zonder weerga. Onder de bevelhebers haat. wrok. ja- louzie Zo stonden ze bij Balaclava. Cardigan werd niet gedood. De com mandant vam de Russische batterij her kende hem. Ze hadden enkele jaren te voren samen gefuifd op een bal in Lon- den. Cardigan reed terug naar Balacla va. Daar lag zijn eigen luxe jacht. Een fles champagne en onder de wol. En verder geen woord meer. Een ridder praat daar niet meer over. PEN verbijsterend drama, één van de meest heldhaftige aanvallen, die de militaire geschiedenis kent, maar ook wel één van de meeat alnlose. Ze leid de gelukkig spoedig tot een totale («or ganisatie van het leger, overal. Bang werd niet langer te koop gesteld, er kwamen krijgsscholen, grondige mili taire opleidingen en tevens speciale op leidingen voor staf-officieren. Dat is verreweg het enige goede wat men van deze schitterende, maar totaal nutteloze aanval, die toch maar bijna zeshonderd mensenlevens kostte, vertel- van de week Kruiswoordraadsel HORIZONTAAL: 5 Veel van huis zijnde, 7 veilig, 10 voorzetsel, 12 slede. 13 maat, 14 landbouw gereedschap, 15 bladgroente, 16 al te nauwgezet, 18 schrede, 19 voorzetsel, 20 maat, 21 be vel, 22 ijzerhoudende aarde, 23 be grip, 27 niet schikkend. VERTICAAL: 1 Klein, gering, 2 drank. 3 appelwijn. 4 baardje, 6 ge aardheid, 7 zuster. 8 vrucht, 9 het pla gen, 11 gelijkmatig. 13 stand der uitge- lezenen, 15 heilige, 17 de lezee heil. 21 dik. 22 voegwoord. 24 lastdier, 25 ge wicht, 26 half dozyn. Inzendingen per briefkaart uiterlijk Donderdagmorgen a.s. .aan het bureau van dit blad. In de linkerbovenhoek aan de adreszijde vermelden: „Puz/.le- oplossing". Er zijn drie prijzen: 1. 5; 2. 2.50 en 3. 2.50. Oplossing kiuis-pas- raadsel 16 October CLUB ROK E I K D O P W D S DOM: MI E P I PEEN ROEST LEK M E T E R T E K R E G E L L OM: LEG I O PAN LEEST PAAR N R O E G U I T Z E L S I K K O T KIM G A N S 1. Uit de partij PaveySeidman (1954) 'Hii ft i Éi i esp 5 a Si Hl m P 1 Wit aan zet won. 2. Uit de partij EvansBernstein (1954) |pff 'm li BI j 41 1 li ff? 1 i B B B a b c d e f Wit aan zet maakte 3. Eindspelstudie van D g h Us m s; JBL-jim J.3AJI ZONDAGSBLAD 23 OCTOBER 1954 DE woorden, door Churchill gesproken op 13 Mei 1940, bleken zonder enige overdrijving te zijn: ,,Ik heb u niets anders aan te bieden dan bloed, werk, tranen en zweet." In totaal eiste de oorlog 146.760 slachtoffers onder de Brit se burgerbevolking, waarvan 60.585 do* Churchill heeft menige moeilijke gang naar het Lagerhuis moeten maken om ernstige verhezen en grote tegenslagen bekend te maken. Soms was hij zo ont roerd, dat hij de grote taalkunste naar! naar woorden moest zoeken. Maar als hij tegenstand ontmoette van lieden, die deden denken aan 't bekende spreekwoord van de beste stuurlui, hak te hij er onbarmhartig op los en door zijn bittere spot sloeg hij de criticasters De fijne humor verliet Winston nooit. In de vijf oorlogsjaren daverde het La gerhuis vaak van 't gelach om een ..mop" van de Eerste Minister. Op een keer had hij 't over "tie bereikte resul taten met de verschillende tanks: de Ti ger, de Panther, de Cromwell, de Sher man enz. Daarin plaatste hij de mede deling: ,.De beruchte Churchill-tank, het dikhuidigste wapen van Europa, heeft eveneens lof geoogst. De Churchill kan, al naar gelang val) de omstandigheden, defensief of offensief optreden." Wij kunnen er niet aan denken in ons verhaal ook maar een beknopt over zicht te geven van het verloop van dc tweede wereldoorlog. Churchill heeft er tien dikke delen over geschreven, waar in men dat verloop als van dag tot dag kan volgen. Ook in dit geweldige werk doet hij zich weer kennen als de geniale kroniekschrijver, die zijn journalistieke aard niet verloochent. Zijn dank gaat inzonderheid uit naar. Duitsland cn Japan. De grote vergis sing van Hitier om zich op Rusland te werpen en de misdadige aanslag op Pearl Harbour werden in de strijd be slissende keerpunten. Vooral toen de Verenigde Staten bij de oorlog werden betrokken, stond de ondergang van de Altijd weer herdenkt Churchill. In de loop van 9 bijeenkomsten brach ten zij 120 dagen in elkanders gezel schap door. Zij wisselden 1700 brieven en telegrammen. In Februari 1945 kwamen Winston Churchill, President Roosevelt en Pre mier Stalin in Yalta bijeen voor de be slissende conferentie van de oorlog. Hier werden de plannen besproken voor het laatste stadium voor de overwinning en ook werden de grond slagen gelegd tot regeling van de vele en velerlei problemen, die na de strijd motsten worden opgelost. In Yalta be reikte de vriendschap tussen de gealli eerden haar hoogtepunt. Ach, hoe kort zou deze onderlinge waardering duren. Hier was 't ook. dat Churchill zijn vriend Roosevelt voor 't laatst had ont moet. ..Ik moet bekennen, dat ik bij ons afscheid werd overvallen door een ondefinieerbaar gevoel van angst dat zijn gezondheid en kracht hem aan het begeven waren..." Churchills vrees ging in vervulling: op 12 April werd Frank lin Delano Roosevelt van zijn aardse post afgelost... OP 8 Mei 1945 was de oorlog met Duitsland definitief afgelopen, 's Middags 3 uur deelde de Eerste Mi nister dit voor de radio mee. Daarna begaf hij zich naar het Huis om daar deze aankondiging te herha len. Een geweldige mensenmenigte in Whitehall juichte hem toe. Ook in de vergaderzaal werd hij op stormachtige wijze begroet. Na zyn kor te mededeling zei Churchill met Bewo gen stem: ..Dat dit Huis zich nu naar dc kerk van St. Margaret, Westminster, begeve om de Almachtige God nederig en eerbiedig te danken voor onze ver lossing van de bedreiging der Duitse overheersing." Voorafgegaan door de Speaker en gevolgd door de andere mi nisters begaf Churchill zich naar het historische kerkgebouw. De bekende Engelse journalist Guy Eden was bij deze dienst tegenwoor dig en hij schreef daarover: „Church ills stem. psalmen zingend, klonk boven alles uit. De weerbarstige schone stem. die ook in onze huiskamers zo dikwijls heeft geklonken. Voor Churchill was de ze dankdienst een diepe, wezenlijke ge beurtenis." En nu opeens een wonderlijke over gang: Op 23 Mei 1945 diende Winston Churchill zijn ontslag bij de koning in. Vijf jaar en dertien dagen was hij Eer ste Minister geweest. Zijn heengaan was het noodwendig gevolg van de verkie zingen. direct na de oorlog in Engeland gehouden. Het oude Huis telde 357 con servatieven. ongeveer tweemaal zoveel als socialisten. Maar de kiezers hadden de conservatieven teruggebracht tot 197 leden, terwijl Labour er, met 393 zetels, bijna precies tweemaal zóveel had. In de eerste zitting van het nieuwe La gerhuis hield Churchill een belangrijke rede, waarin hij een overzicht gaf van de internationale toestand. „Onze pel grimstocht heeft ons op een subliem ogenblik in de wereldgeschiedenis ge bracht. Wij hebben geen uur te ver kwisten. geen dag te verliezen." De nieuwe Eerste Minister. Clement Attlee. sprak zijn grote voorganger op aangrijpende wijze toe. Zie hier een enkele zin uit deze rede: „In de don kerste. gevaarlijkste uren van onze ge schiedenis vond onze natie in mijn zeer geachte vriend de man die. beter dan iemand anders, uitdrukking gaf aan de moed en de vastbesloten wil om nimmer toe te geven, die alle mannen en vrou wen van dit land bezielden. In onster felijke volzinnen deed hij ons aller on uitgesproken gevoelens kristalliseren. Hij heeft zich een onaantastbare plaats in de geschiedeni TN October 1948 verscheen het eerste deel van Churchills geschiedenis van de tweede wereldoorlog. Tot wanhoop van de drukker onderwierp hij de druk proeven aan een zesvoudige revisie. Deel I had een oplaag van 205 000 exem plaren en was in enkele uren uitver kocht. Dc oplage van de andere delen werd flink verhoogd en ging even snel van de hand. Nog steeds moet Winston Churchill met zijn uren woekeren. HIJ maakte weer een reis naar Amerika en bezocht verschillende landen in Europa. In Mei 1946 sprak hij de Staten-Generaai van Nederland toe. Overal waar hij ver scheen werd hij door reusachtige menig ten opgewacht, die hem geestdriftig toe juichten. In die jaren was Churchill weer lei der der oppositie, die de regering van Attlee menig benauwd ogenblik bczorg- Churohill het land af om de kiezers t te spreken. De socialistische regering kleine meerderheid te benou- Twee jaar later moest opnieuw een beroep op de kiezers worden gedaan en nu behaalden de conscrvatrieven een meerderheid van 25 zetels. Voor de twee de maal werd Winston Churchill Eerste Minister. En dat is hij nog steeds. Het jaar 1953 bracht in zijn veelbewo gen leven twee hoogtepunten: zijn ver heffing in de adelstand en de kroning van Koningin Elizabeth II. Hier eindigt onze kleine levensschets van de grote man. Ze kon niet veel meer zijn dan hier en daar iets aan te Zo God wil, wordt hij op 30 Novem ber a.s. 80 jaar. Algemeen dacht men, dat hij op het pas gehouden congres der conservatieve partij minister Eden als zijn opvolger zou aanwijzen, maar Win ston volstond met te zeggen: ..Er is nog genoeg voor ons beiden te doen." Yalta, hoogtepunt der geallieerde vriendschap. Churchill verslagen Weer Eerste Minister. Van Iiel lustprieel naar de storm ten. Met gierende wellust huilt de storm z'n heerszucht uit. 't Zal op zee zo enorm spoken, weet mevrouw de Knegt. De angst slaat haar om het hart, ze siddert van voortdurende emotie, de spanning is ondraaglijk. Nooit ontkomt ze aan die vreselijke angsten, de angsten waar ze tegen haar man maar niet van rept. Een zeemansvrouw moet dap per zijn, onderwijst ze zichzelf. Een zeemansvrouw staat nu eenmaal voor veel zaken alleen. Dat realiseer je je niet als je jong bent, maar dat er vaar je later... De pendule slaat twee uur, de gong slag trilt zachtjes na. Dan is er nog een geluid hoorbaar. Ze richt zich gespannen op en luis tert. 't Is of er een de trap afkomt... Ja, werkelijk, sluipende voetstappen komen nader cn zachtjes knirpend wordt de deur opengeduwd! Daar staat Jan m z'n pyama: „Slaapt u, moe?" vraagt hij bijna fluisterend. ,,Nee, m'n jongen „Dacht ik wel. Mag ik even bij u komen?" „Maar Jan, je moet toch slapen." „Wat geeft dat nou, u slaapt toch ook niet!" „Kom dan maar." De jongen schuift behoedzaam naast haar in 't grote bed. ,,'k Wou zo graag even met u praten", zegt hij eerlijk. „Ik werd zoëven wakker en toen hoorde ik nog aldoor de storm.U denkt zeker steeds aan va der, hè?" „Ja Jan, ik moet wel aan hem den ken'', zegt ze met een zucht, blij toch eindelijk tegen iemand te kunnen pra ten. „U bent bang zeker", begint de jon gen weer voorzichtig tastend. „Ja., ja", fluistert ze haperend, zich bijna generend voor haar beken tenis tegen dit jonge kind. En Hij dwong ZUn discipelen tn het schip te gaan. Mark. 6:46. WAL hadden ze het daar goed ge had, die discipelen van Jezus. Vijjduizend mannen hebben ze zoëven gevoed op een onverklaarbaar won derlijke wijze. Vijf broden en twee vissen was al wat ze hadden. En zie hier: Twaalf volle korven overgehou den. Jezus heeft Zijn gezegende Midde laarshanden erover uitgebreid en ja. dan gebeuren er altijd wonderen. Dan vemcnigxmldigt Hij met Zijn genade alles m uw hand. Z'n hand ligt even vertrouwelijk op haar arm: „Waarom bidt u niet, moeder?" „Heb ik wel gedaan jongen, dat wvet je toch wel." „O..." zegt Jan langgerekt, 't is of hij even moet nadenken voor hij verder praat: „Ik dacht dat je nooit bang behoefde te zijn, als je gebe den had... Gelooft u dan niet moe der. dat God voor vader zorgen kan?" vraagt hij naief. „Ja... ja Jan, moeder gelooft dat wel", bekent ze zacht. „Maar moe der dacht er niet aan, jongen. Moe der is blij, dat jij het haar nu zegt, dom van me, hè?" „'k Weet niet... gaat u nu maar slapen moeder, toe!" dringt de jon gen zacht. Gaat u nu maar slapen, moeder Met ontroering heeft ze de zorg in zijn stem gehoord. Zond God haar haar kind als vertrooster en wegwij zer? Met die Jezus van Nazareth hebben ze het maar goed getroffen en zij zijn er als Zijn dienaren, as. mmisters, vanzelf direct bij betrokken. Straks zal Hij natuurlijk Zich als Koning laten uitroepen en wie wil zulk een eer niet aanvaarden Maar nu worden ze gedwongen om het schip in te gaan en over te varen naar de andere kant van de zee. Jezus zelf gaat niet mee. Zijn machtwoord wel, hoewel hun harten verhard wa ren, zegt de Schrift. Dat is heel erg. als we alleen maar onszelf en de ge noten weldaden zien. Ze wisten nog helemaal niet, dat Jezus gekomen is om voor hen te lijden en te sterven en dat dit zo nodig was. Discipelen met een verhard hart. Wal is dat erg! Midden op de zee komt de storm. Ook dat nog, en dan in de nacht! Het kan daar geweldig stormen tussen die bergen. Ze pijnigen zich om voort te komen. Vanbinnen uit is er geen troost te halen, Want uit een verhard hart komen geen al te beste dingen voort. Bovendien hebben ze deze nach telijke tocht ook niet gewenst. Ze zyn er toe gedwongen. Waarom dééd Jezus dat dan ook? Weet Hij don niet, dat het soms heel erg gevaarlijk kan zijn op dit water m de nacht? En Zelf ging Hij niet mee. En zo tobden ze al voort. Tenminste ze probéren om voort te kOTj\efy.ge pijnigen zich en ruw vissèrsvolk is nog al loslippig, zoals ge weet. Pe trus durfde tenminste wel eens te vloeken. Denk maar aan de rechts zaal, toen met die dienstmaagd. En met hen zijn er nog zoveel men sen gedwongen om de storm in te gaan. liet ging zo goed. Het was zo mooi. Had de man ook naar de raad van die vrouw geluisterd, want ze heeft het nog gezegd: „Doe het toch niet". En omgekeerd. En zo pijnigen zich wat mensen on het levensmeer! Ze pijnigen zich om vooruit te komen. Maar het lukt hun niet. En da a zo'n mooie jeugd gehad. In zo'n lustprieel vertoefd. Als ge dan aan vroegere tijden denkt, nietwaar? En nu pijnigt ge u maar om verder te kunnen leven! Het geestelijk leven was vroeger ook veel aangenamer. In uw lustprieel kon qc rustig het Boek lezen van Gods beloften. Maar tegenwoordig.... Ge kunt nergens meer bij Ge hebt méér dan genoeg om uw ranke levensboot overeind te houden. Gedwongen •53- Ziet ge die Bidder daar op die berg tegenover deze tobbende mensen? Het is dc Here Jezus, die hen dwong tot deze nood. Maar Hij ligt voor hen te bidden bij de Vader. En daarom komt dat scheepje ook niet om. Het is veilig, ondanks de storm, door die geheel enige voorbidding. Ook nu is Jezus Voorbidder. Nu verheerlijkt, in de hemel. Hij bidt voor Zijn volk, dat in Hem gelooft. H\j bidt voor hen. als ze in hixn lust prieel zyn, dat de weelde hen niet zal overheersen. Hij bidt als zij verhard zijn van hart en de wonderen niet zien. Hij bidt. als hun levensschip dreigt vol te lopen in de stormen van het leven. Hij bidt, dat hun hart breken mag, zodat ze zien, waar alleen de troost der behoudenis is: in de biddende Here Jezus. Daarin alleen ligt onze bewaring. 's-Gravenhage L. S. DEN BOER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 9