m m
A
m
s i® mm
m
iM.m
m
m
m
mmm
rmm
mm
r mmmr m
mm
mmm
mmm
jjf m
ti h g m
T,
Het leven van SIR WINSTON CHURCHILL
6
ZONDAGSBLAD
ÏTÏT31
Correspondentie en oplossingen
aan de heer II. J. J. Siavekoorde,
Goudreinetstraat 125, Den Haag.
Ruimtelijk overwicht
Iedere partijspeler die wel eens over
de oorzaken van winst en verlies heeft
nagedacht, zal uit eigen ervaring weten
dat niets zo moeilijk is als een eenmaal
verkregen voordeel tot winst uit te brei
den. Om zich hiermede bezig te houden
moet men echter eerst tot het inzicht
komen dat men een voordeel heeft. resp.
dat de tegenstander een nadeel heeft
(om de zaken nu maar op z'n allereen
voudigst voor te stellen). En om dit in
zicht te verwerven moet men dus eerst
iets tot stand brengen dat nog moeilijker
is dan het winnen der partij, nl. een juist
oordeel over een stelling vellen. Dit is
natuurlijk de kernmoeilijkheid. Hoeveel
schakers zijn in staat een correct oordeel
over een willekeurige stelling te vormen?
Bevind U maar eens bij de een of andere
schaakwedstrijd, kies er een willekeurige
partij uit en vraag maar eens aan een
aantal toeschouwers hoe zij over die
bepaalde stelling oordelen: wie beter
staat ten waarom), wie de beste kansen
heeft (en waar die kansen uit bestaan),
enz. U zult verbaasd om niet te zeg
gen verbijsterd zijn over de sterk
uiteenlopende meningen welke U in
weinige minuten tijd te horen krijgt. En
het is helemaal geen zeldzaamheid, dat
ze er allemaal naast zijn, al hebben som
mige dezer commentatoren gewoonlijk
wel een zekere kijk op de situatie. Neen.
het beoordelen van stellingen is een
verbazend moeilijk werk.
Juist om deze reden zal de actieve
partijspeler altijd een bijzonder belang
stellen in die gedeelten uit schaaktijd
schriften en -boeken, welke zich speciaal
bezig houden met de problemen, welke
in de eerste alinea van dit artikel aan de
orde 2ijn gesteld. Onze hedendaagse
schaakliteratuur is glukkig niet van dit
soort bijdragen verstoken al zijn ze
nkgff Diet zo talrijk als sommigen wel
gaarne zouden zien. Een buitengewoon
instructieve rubriek is in dit opzicht die
de Amerikaan Horowitz ..How to
Laatstgenoemd schaaktijdschrift is
4w nafta welke wij kennen. Het is bo
vendien fraai uitgevoerd en heeft zich
door de vele foto's waarmede het ver
lucht is niet ten onrechte de bijnaam
van ..Chess Picture Magazine" verwor
ven Het heeft voor Nederlandse begrip
pon slechts één nadeel, nl. dat het nogal
kostbaar is (4.75 dollar per jaar).
In de rubriek van Horowitz treffen
wij in het Juninummer van Chess Re-
view een partij aan. welke de auteur
gebruikt om de lezers het een en ander
over ruimtelijk voordeel bij te brengen.
Deze partij nemen wij thans over, waar
bij wij onze aantekeningen baseren op
die van Horowitz.
Wil: F. Batik. Zwart: Dr. Dyckhoff.
Ta rrasch-verdediging.
I dl d5; 2. cl e6; 3. Pc3 c5; 4. cxd5
exd5; 5. Pf3 Pc6; 6. g3 Pf6; 7. Lg2 I,e7;
g. 0—0 0—0; 9. dxc5 d4.
In plaats van 9d4 kan zwart na
tuurlijk Lxc5 spelen en zodoende het
materiële evenwicht bewaren. In dat
geval zal er waarschijnlijk volgen 10. Pa4
Le7; 11 Le3. en wit houdt het veld d4
stevig in zyn bezit, waardoor hij de
zwakte van zwarts geïsoleerde d-pion on
derstreept en gelijktijdig via c5 en langs
de open c-Hjn het vijandelijke kamp
dreigt binnen te dringen. Hiertegenover
kan zwart geen constructiel plan stel
len. Daarom besluit zwart er toe een
pion prijs te geven en daardoor druk op
de witte stelling te gaan oefenen.
10. Pal. Dit moet wit wel spelen, an
ders krijgt zwart z'n pion terug met be
houd van de druk in het centrum. En nu
is de teerling geworpen. Wit heeft een
pion, zwart heeft ruimtelijk voordeeL
Merk op welk een druk de zwarte d-
pion op de witte stelling oefent en ho«
gedeplaceerd het witte paard staat.
Ate men er achter wil komen hoe men
in zulk een stelling verder moet komen,
moet men haar objectief bezien. Wit
moet trachten de zwarte d-pion te eli
mineren, deze af te ruilen, en hij moet
proberen voordeel te behalen met be
hulp van zijn pionnonmeerderheid op
de damevleugel. Zwart moet uiteraard
proberen deze doeleinden van wit tegen
te gaan en gelijkertijd trachten zelf
kwetsbare doelen te vinden. Zijn voor
deel in ruimte zal hji moeten gebruiken
om zijn troepen snel van het ene punt
naaV het andere te verplaatsen.
10. Lfs. Deze zet is gericht tegen
wits bedoeling om e3 te spelen, waar
door pion d4 geëlimineerd zou worden.
Afgezien daarvan is de zet Lf5 een goe
de ontwikkelingszet: de loper bestrijkt
een open diagonaal en kan in de toe-
kyt^als steunpunt dienen voor de zet
11. Ph4. Waarom niet onmiddellijk 11.
e3? Omdat wit een bepaalde combinatie
moet voorkomen. Op 11. c3 volgt nl.
dxej; 12. Dxd8 exf2t' gevolgd door 13.
Taxd8 en zwart heeft zijn pion te-
lijk spc
Dxdl!; 13. Txdl Lc2! (nu blijkt de bete
kenis van zwarts 11e zet) en zwart wint.
De bedoeling van wits 11e zet is Lf5
te elimineren en zo. door middel van
herhaalde afruilingen, zijn pluspion tot
gelding te brengen.
1L Le4. Zwart gaat in zoverre
accoord met wits plannen dat hü bereid
ls ruil der lopers toe te staan. Hij meent,
dat de afruil van Lg2 de verdediging
van de witte koningsstelling zal bemoei
lijken. Bovendien: na 12. Lxe4 Pxc4
dreigt zwart op h4 te nemen en hier
door de witte koningspionnen uit elkaar
te scheuren en bovendien zijn pion te
herwinnen. Daarom speelt wit
12. f3. Klaarblijkelijk wint wit nu een
tempo, want Le4 moet retireren. Maar
de zet f3 verzwakt de witte stelling om
dat er op e3 een invalspoort is ontstaan.
In feite wint wit dan ook geen tempo
maar is hij het slachtoffer geworden van
zwarts uitdagende strategie.
1 2Ld5: 13. Pf5. Tot dusver ls
alles wederzijds „volgens het boekje"
gespeeld. Dat houdt dus in, dat beide
partijen tot hiertoe redelijk goed hebben
gespeeld. Maar. zegt Horowitz, wees
voorzichtig. Zetten uit de boeken zijn niet
altijd de beste. En: boeken verouderen;
ideeën en zetten zijn aan voortdurende
verandering onderhevig.
Volgens de nieuwste boeken zou het
spel aldus moeten verlopen: 13. e4 Lc4;
14. Tf2 g6 en dan wordt wit veronder
steld de beste stelling te hebben. Maar
deze conclusie staat bloot aan critiek.
Want zwarts ruimtevoordeel ie geens
zins verminderd.
1 3Le6; 14. Pxe7f.
Stelling na 13Ld5—e6.
lus m mum
11 Al11
Als
1
IAB_
a b c a f g h
Indien wit 14. e4 speelt, kan zwart
rustig op f5 ruilen, waardoor zijn mate
riële achterstand wordt gereduceerd
omdat wit op de f-lijn een dubbelpion
krijgt.
14Dxe7; 15. Lg5.
Tot nu toe is wit er op gespitst ge
weest materiaal af te ruilen, in het al
gemeen een goede strategie als men een
pion voorstaat. Maar nu moet men zich
toch even afvragen hoe de afwezigheid
van Lel op de witte damevleugel de
situatie zal beïnvloeden. En dan komt
men al ras tot de conclusie, dat het „gat"
op e3 nu erger opvalt dan tevoren' het
Wit heeft tot nu toe geen profijt kun
nen trekken van zijn pionnenmeerder-
heid op de damevleugel.
Zwart daarentegen kan door middel
van 15Lc4 voorbereidingen treffen
tot het spelen van a7—a6 en b7—b5, nog
afgezien van het feit. dat de zet Lc4
pion e4 bedreigt.
Hiertegenover staat wit een ander al
ternatief ter beschikking. Hij had 15.
e4 kunnen spelen om op de konings
vleugel een mobile pionnenmeerder-
heid te krijgen. Dit was waarschijnlijk
zijn beste kans geweest.
15. Lc4; 16. Tel h6. Zwart wil de
witte loper wel afruilen, vooreerst om
dat de zwakte van wit op de zwarte
velden dan vergroot wordt, verder om
dat hij dan de lastige penning van Pf6
kwijtraakt.
17. Lxf6 Dxf6; 18. b3. Nadat wit met
zijn vorige zet zijn politiek van „ruilen
wat je ruilen kunt" min of meer gedwon
gen heeft voortgezet, probeert hij nu
hardnekkig zijn stelling te consolideren.
Nu zou 18. e4 niet meer goed geweest
zijn, want er zou volgen: 18dxe3
e p.; 19 Txe3 Tad8; 20. Del Dd4; 21. Dc3
Lb5; 22. Dxd4 Pxd4; 23. Pc3 Pc2 en
1 8La6; 19. Dd2. Hier verzuimt
wit zijn laatste kans om e4 te spelen.
Maar hy bekommert zich niet om de
bevrijding van zijn e-pion, doch concen
treert zich volledig op de mogelijke kan
sen welke zijn pionnenmeerderheid op
de damevleugel biedt. Hoogstwaarschijn
lijk is dit moment het definitieve ogen
blik der partij.
1 9Tfe8; 20. Pb2 Te3!; 21. Tacl
Tae8; 22. Lfl Pe5. De zwarte pion op d4
is onkwetsbaar. Indien 23. Dxd4 dan
Pxf3t. Afgezien hiervan moet wit thans
ook nog rekening houden met Dxf3 en
met Txf3.
23. f4 Pg4; 24. Pc4 Lxc4; 25. Txc4 Dg6!
(dreigt Pxh2>; 26. Lg2 Pxh2; 27. Kxh2
Dxf3+; 28. Kgl d3; 29. Tc3 T8e6 en wit
gaf het op.
Wij zien in deze partij hoe ten slotte
de ruimtelijke meerderheid de beslissing
brengt (en hoe!). Deze partij is niet
slechts een leergang hoe men moet han
delen indien men ruimtelijk voordeel
heeft. Zij leert ons ook hoe men zulk
een voordeel moet verkrijgen.
Hoewel de aantekeningen bij deze
partij ogenschijnlijk van een nogal een
voudige natuur zijn, vormen zij in wer
kelijkheid een harmonisch geheel wan
neer men eenmaal begrijpt welke rode
draad door de gehele party loopt.
De oplossingen
Hieronder volgen de oplossingen der
stellingen, opgenomen in onze rubriek
van 9 October jl.
1. RockScbories (Schories was de
simultaan9peler!): L f5?
Dit is een val. waar een simultaan-
speler gemakkelijk kan inlopen. Hij
heeft niet veel tijd om na te denken en
neemt aan. dat de tegenstander die reeds
in het nadeel te de redding wel niet zal
vinden. In dit geval kon het witte paard
niet veroverd worden, omdat wit op
1Te6 de parade 2. Dg4 heeft. Maar
1La5! zou in elk geval nog een
pion opgeleverd hebben, bijv. 1
La5!; 2. De3 Dh4! (nu dreigt f5 wèl); 3.
Pf6f Dxf6!; 4. Dxe8 Lxel gevolgd door
5Dxb2.
2. Pf6t! gxf6; 3. Tglt. Nu blijkt de val;
op 3Kf7 volgt Dh5 mat. Daarom
moet zwart de kwaliteit geven. 3
Kh8; 4. Dxe8 en wit won. Zwart mag de
dame natuurlijk niet nemen.
2. SüniischColle (met witte dame op
b3>; 1Pd4!; 2. cxdl. Er is niet beter.
Wèl kan wit nog op een fout van zwart
hopen. Indien nu 2Tb2t? dan 3.
Lb4! en zwart krijgt slechts het geoffer
de stuk terug.
2Ta2t! Dit echter wint een volle
toren (3. Lb4 Txalt enz.) Daarom gaf
wit het op.
3. Pol lork—Verbondenen: 1. Dd7tü
Lxd7; 2. Pd6t Kd8; 3. Pf7t Kc8; 4. TeSfl
Lxe8; 5 Td8 mat.
Onze opgaven
Hieronder bieden wij U allereerst
twee partijstellingen (nos 1 en 2) aan
uit de kampioenswedstrijd 1954 der Ver
enigde Staten. Deze stellingen zien er
erg simpel uit, doch vergis U niet: U
moet heel precies spelen om het vereiste
resultaat te behalen. De derde stelling
is een eenvoudige eindspelstudie van
David Joseph. Deze naam zegt U mis
schien niets. Maar hij is in de hele
schaakwereld bekend geworden door een
beroemd eindspel:
Wit: Kd8. pionnen op b6 en h7 (3).
Zwart: Kb8, pionnen op a2 en b7 (3).
Wit aan zet wint.
Wij hebben dit eindspel jaren geleden
al eens gepubliceerd, zodat U nu geacht
wordt dc oplossing te kennen. Maar
minder bekend is. dat deze Joseph nog
talloze andere eindspelletjes gemaakt
heeft. Een van die minder bekende
vindt U hieronder als no. 3 opgenomen.
Dodenrit van de Lichte Brigade
(Vervolg van pag 5)
Dat Lord Raglan overigens later ver
klaarde, dat hij in 't geheel niet de Rus
sische batterij had bedoeld, maar enke
le Britse stukken geschut, die de Rus
sen hadden buitgemaakt en op het punt
stonden weg te voeren, doet niets ter
zake. Zyn order was onduidelijk, onbe
grijpelijk vaag en leidde daarom tot
misverstand en tot een catastrophe.
En dan de adjudant, kapitein Nolan.
Waarom wees hij de Russische batterij
aan als doel, tegenover Lucan. ofschoon
hij de juiste bedoeling niet wist en geen
orders had voor nadere toelichting?
Waarom deed hij zo stroef en uit de
hoogte? Waarom dat pathetisch gebaar?
Nolan was een cavalerie-maniak, hij
geloofde in de volstrekte superioriteit
van het wapen der cavalerie boven alle
andere wapens. Een cavalerie-fanaticus,
die kort tevoren een boek had gepubli
ceerd, waarin de betekenis van dc ca
valerie op het slagveld haast tot in het
absolute werd opgeschroefd. Hij geloof
de dat ze almachtig was. Nolan wist
niets van Raglans bedoeling af. Dat hij
Lucan de batterij als doel aanwees, was
louter eigen Initiatief, hij zag hier een
pracht-gelegenheid zijn cavalerie-theo-
rieën, die wel niet algemeen aanvaard
zullen zijn geweest, met de praktijk te
bewijzen.
Toen Cardigan het bevel tot de aan
val gaf en de brigade zich in beweging
zette, reed Nolan dwars over haar front,
zwaaiend met zijn sabeL Wat precies zijn
bedoeling hiermee geweest is. valt niet
te zeggen. De eerste de beste granaat
die op de Brigade werd afgevuurd, trof
Nolan recht in de borst. Zijn paard ren
de nog een eind met hem weg. maar
spoedig viel hij uit het zadel. dooa.
En de commandanten. Lord Lucan cn
Lord Cardigan? Ze behoorden beiden tot
de hoge adel. het waren vechtersbazen
als geen ander, moedig en nergens voor
terugdeinzend, maar ze waren strate
gisch ongeschoold. Waarom dan zulke
hoge posten? Gekocht, zoals andere ran
gen. soms voor 25.000 per jaar. Car
digan vooral was een echte brani. non
chalant. vol bravour. Zo had hij zijn
mannen opgevoed. Hij pleegde zijn bri
gade op eigen kosten te kleden in die
schitterende kersrode, met zilveren tres-
versierde uniformen en pluimen op
de helmen. Ze waren gedrild tot in de
puntjes, vooral op doodsverachting, roe
keloze onverschilligheid, blinde gehoor
zaamheid. Beter dan de Lichte Brigade
kon geen enkel legeronderdeel parade
ren. Een avontuursbende zonder weerga.
Onder de bevelhebers haat. wrok. ja-
louzie Zo stonden ze bij Balaclava.
Cardigan werd niet gedood. De com
mandant vam de Russische batterij her
kende hem. Ze hadden enkele jaren te
voren samen gefuifd op een bal in Lon-
den. Cardigan reed terug naar Balacla
va. Daar lag zijn eigen luxe jacht. Een
fles champagne en onder de wol. En
verder geen woord meer. Een ridder
praat daar niet meer over.
PEN verbijsterend drama, één van de
meest heldhaftige aanvallen, die de
militaire geschiedenis kent, maar ook
wel één van de meeat alnlose. Ze leid
de gelukkig spoedig tot een totale («or
ganisatie van het leger, overal. Bang
werd niet langer te koop gesteld, er
kwamen krijgsscholen, grondige mili
taire opleidingen en tevens speciale op
leidingen voor staf-officieren.
Dat is verreweg het enige goede wat
men van deze schitterende, maar totaal
nutteloze aanval, die toch maar bijna
zeshonderd mensenlevens kostte, vertel-
van de week
Kruiswoordraadsel
HORIZONTAAL: 5 Veel van huis
zijnde, 7 veilig, 10 voorzetsel, 12 slede.
13 maat, 14 landbouw gereedschap, 15
bladgroente, 16 al te nauwgezet, 18
schrede, 19 voorzetsel, 20 maat, 21 be
vel, 22 ijzerhoudende aarde, 23 be
grip, 27 niet schikkend.
VERTICAAL: 1 Klein, gering, 2
drank. 3 appelwijn. 4 baardje, 6 ge
aardheid, 7 zuster. 8 vrucht, 9 het pla
gen, 11 gelijkmatig. 13 stand der uitge-
lezenen, 15 heilige, 17 de lezee heil. 21
dik. 22 voegwoord. 24 lastdier, 25 ge
wicht, 26 half dozyn.
Inzendingen per briefkaart uiterlijk
Donderdagmorgen a.s. .aan het bureau
van dit blad. In de linkerbovenhoek
aan de adreszijde vermelden: „Puz/.le-
oplossing". Er zijn drie prijzen: 1. 5;
2. 2.50 en 3. 2.50.
Oplossing kiuis-pas-
raadsel 16 October
CLUB ROK
E I K D O P W
D S DOM: MI
E P I PEEN
ROEST LEK
M E T E R T E
K R E G E L L
OM: LEG I O
PAN LEEST
PAAR N R O
E G U I T Z E
L S I K K O T
KIM G A N S
1. Uit de partij PaveySeidman (1954)
'Hii
ft i
Éi
i
esp 5
a Si Hl m
P 1
Wit aan zet won.
2. Uit de partij EvansBernstein (1954)
|pff
'm li
BI
j
41 1
li
ff?
1 i
B B
B
a b c d e f
Wit aan zet maakte
3. Eindspelstudie van D
g h
Us m
s; JBL-jim J.3AJI
ZONDAGSBLAD 23 OCTOBER 1954
DE woorden, door Churchill gesproken
op 13 Mei 1940, bleken zonder enige
overdrijving te zijn: ,,Ik heb u niets
anders aan te bieden dan bloed, werk,
tranen en zweet." In totaal eiste de
oorlog 146.760 slachtoffers onder de Brit
se burgerbevolking, waarvan 60.585 do*
Churchill heeft menige moeilijke gang
naar het Lagerhuis moeten maken om
ernstige verhezen en grote tegenslagen
bekend te maken. Soms was hij zo ont
roerd, dat hij de grote taalkunste
naar! naar woorden moest zoeken.
Maar als hij tegenstand ontmoette van
lieden, die deden denken aan 't bekende
spreekwoord van de beste stuurlui, hak
te hij er onbarmhartig op los en door
zijn bittere spot sloeg hij de criticasters
De fijne humor verliet Winston nooit.
In de vijf oorlogsjaren daverde het La
gerhuis vaak van 't gelach om een
..mop" van de Eerste Minister. Op een
keer had hij 't over "tie bereikte resul
taten met de verschillende tanks: de Ti
ger, de Panther, de Cromwell, de Sher
man enz. Daarin plaatste hij de mede
deling: ,.De beruchte Churchill-tank, het
dikhuidigste wapen van Europa, heeft
eveneens lof geoogst. De Churchill kan,
al naar gelang val) de omstandigheden,
defensief of offensief optreden."
Wij kunnen er niet aan denken in ons
verhaal ook maar een beknopt over
zicht te geven van het verloop van dc
tweede wereldoorlog. Churchill heeft er
tien dikke delen over geschreven, waar
in men dat verloop als van dag tot dag
kan volgen. Ook in dit geweldige werk
doet hij zich weer kennen als de geniale
kroniekschrijver, die zijn journalistieke
aard niet verloochent.
Zijn dank gaat inzonderheid uit naar.
Duitsland cn Japan. De grote vergis
sing van Hitier om zich op Rusland te
werpen en de misdadige aanslag op
Pearl Harbour werden in de strijd be
slissende keerpunten. Vooral toen de
Verenigde Staten bij de oorlog werden
betrokken, stond de ondergang van de
Altijd weer herdenkt Churchill.
In de loop van 9 bijeenkomsten brach
ten zij 120 dagen in elkanders gezel
schap door. Zij wisselden 1700 brieven
en telegrammen.
In Februari 1945 kwamen Winston
Churchill, President Roosevelt en Pre
mier Stalin in Yalta bijeen voor de be
slissende conferentie van de oorlog.
Hier werden de plannen besproken
voor het laatste stadium voor de
overwinning en ook werden de grond
slagen gelegd tot regeling van de vele
en velerlei problemen, die na de strijd
motsten worden opgelost. In Yalta be
reikte de vriendschap tussen de gealli
eerden haar hoogtepunt. Ach, hoe kort
zou deze onderlinge waardering duren.
Hier was 't ook. dat Churchill zijn
vriend Roosevelt voor 't laatst had ont
moet. ..Ik moet bekennen, dat ik bij
ons afscheid werd overvallen door een
ondefinieerbaar gevoel van angst dat
zijn gezondheid en kracht hem aan het
begeven waren..." Churchills vrees ging
in vervulling: op 12 April werd Frank
lin Delano Roosevelt van zijn aardse
post afgelost...
OP 8 Mei 1945 was de oorlog met
Duitsland definitief afgelopen,
's Middags 3 uur deelde de Eerste Mi
nister dit voor de radio mee.
Daarna begaf hij zich naar het Huis
om daar deze aankondiging te herha
len. Een geweldige mensenmenigte in
Whitehall juichte hem toe.
Ook in de vergaderzaal werd hij op
stormachtige wijze begroet. Na zyn kor
te mededeling zei Churchill met Bewo
gen stem: ..Dat dit Huis zich nu naar
dc kerk van St. Margaret, Westminster,
begeve om de Almachtige God nederig
en eerbiedig te danken voor onze ver
lossing van de bedreiging der Duitse
overheersing." Voorafgegaan door de
Speaker en gevolgd door de andere mi
nisters begaf Churchill zich naar het
historische kerkgebouw.
De bekende Engelse journalist Guy
Eden was bij deze dienst tegenwoor
dig en hij schreef daarover: „Church
ills stem. psalmen zingend, klonk boven
alles uit. De weerbarstige schone stem.
die ook in onze huiskamers zo dikwijls
heeft geklonken. Voor Churchill was de
ze dankdienst een diepe, wezenlijke ge
beurtenis."
En nu opeens een wonderlijke over
gang: Op 23 Mei 1945 diende Winston
Churchill zijn ontslag bij de koning in.
Vijf jaar en dertien dagen was hij Eer
ste Minister geweest. Zijn heengaan was
het noodwendig gevolg van de verkie
zingen. direct na de oorlog in Engeland
gehouden. Het oude Huis telde 357 con
servatieven. ongeveer tweemaal zoveel
als socialisten. Maar de kiezers hadden
de conservatieven teruggebracht tot
197 leden, terwijl Labour er, met 393
zetels, bijna precies tweemaal zóveel had.
In de eerste zitting van het nieuwe La
gerhuis hield Churchill een belangrijke
rede, waarin hij een overzicht gaf van
de internationale toestand. „Onze pel
grimstocht heeft ons op een subliem
ogenblik in de wereldgeschiedenis ge
bracht. Wij hebben geen uur te ver
kwisten. geen dag te verliezen."
De nieuwe Eerste Minister. Clement
Attlee. sprak zijn grote voorganger op
aangrijpende wijze toe. Zie hier een
enkele zin uit deze rede: „In de don
kerste. gevaarlijkste uren van onze ge
schiedenis vond onze natie in mijn zeer
geachte vriend de man die. beter dan
iemand anders, uitdrukking gaf aan de
moed en de vastbesloten wil om nimmer
toe te geven, die alle mannen en vrou
wen van dit land bezielden. In onster
felijke volzinnen deed hij ons aller on
uitgesproken gevoelens kristalliseren. Hij
heeft zich een onaantastbare plaats in
de geschiedeni
TN October 1948 verscheen het eerste
deel van Churchills geschiedenis van
de tweede wereldoorlog. Tot wanhoop
van de drukker onderwierp hij de druk
proeven aan een zesvoudige revisie.
Deel I had een oplaag van 205 000 exem
plaren en was in enkele uren uitver
kocht. Dc oplage van de andere delen
werd flink verhoogd en ging even snel
van de hand.
Nog steeds moet Winston Churchill
met zijn uren woekeren. HIJ maakte
weer een reis naar Amerika en bezocht
verschillende landen in Europa. In Mei
1946 sprak hij de Staten-Generaai van
Nederland toe. Overal waar hij ver
scheen werd hij door reusachtige menig
ten opgewacht, die hem geestdriftig toe
juichten.
In die jaren was Churchill weer lei
der der oppositie, die de regering van
Attlee menig benauwd ogenblik bczorg-
Churohill het land af om de kiezers t
te spreken. De socialistische regering
kleine meerderheid te benou-
Twee jaar later moest opnieuw een
beroep op de kiezers worden gedaan en
nu behaalden de conscrvatrieven een
meerderheid van 25 zetels. Voor de twee
de maal werd Winston Churchill Eerste
Minister. En dat is hij nog steeds.
Het jaar 1953 bracht in zijn veelbewo
gen leven twee hoogtepunten: zijn ver
heffing in de adelstand en de kroning
van Koningin Elizabeth II.
Hier eindigt onze kleine levensschets
van de grote man. Ze kon niet veel
meer zijn dan hier en daar iets aan te
Zo God wil, wordt hij op 30 Novem
ber a.s. 80 jaar. Algemeen dacht men,
dat hij op het pas gehouden congres der
conservatieve partij minister Eden als
zijn opvolger zou aanwijzen, maar Win
ston volstond met te zeggen: ..Er is nog
genoeg voor ons beiden te doen."
Yalta, hoogtepunt der geallieerde vriendschap.
Churchill verslagen
Weer Eerste Minister.
Van Iiel lustprieel naar de storm
ten. Met gierende wellust huilt de
storm z'n heerszucht uit.
't Zal op zee zo enorm spoken, weet
mevrouw de Knegt. De angst slaat
haar om het hart, ze siddert van
voortdurende emotie, de spanning is
ondraaglijk. Nooit ontkomt ze aan die
vreselijke angsten, de angsten waar
ze tegen haar man maar niet van
rept. Een zeemansvrouw moet dap
per zijn, onderwijst ze zichzelf. Een
zeemansvrouw staat nu eenmaal voor
veel zaken alleen. Dat realiseer je je
niet als je jong bent, maar dat er
vaar je later...
De pendule slaat twee uur, de gong
slag trilt zachtjes na.
Dan is er nog een geluid hoorbaar.
Ze richt zich gespannen op en luis
tert. 't Is of er een de trap afkomt...
Ja, werkelijk, sluipende voetstappen
komen nader cn zachtjes knirpend
wordt de deur opengeduwd!
Daar staat Jan m z'n pyama:
„Slaapt u, moe?" vraagt hij bijna
fluisterend.
,,Nee, m'n jongen
„Dacht ik wel. Mag ik even bij u
komen?"
„Maar Jan, je moet toch slapen."
„Wat geeft dat nou, u slaapt toch
ook niet!"
„Kom dan maar."
De jongen schuift behoedzaam
naast haar in 't grote bed. ,,'k Wou
zo graag even met u praten", zegt
hij eerlijk. „Ik werd zoëven wakker
en toen hoorde ik nog aldoor de
storm.U denkt zeker steeds aan va
der, hè?"
„Ja Jan, ik moet wel aan hem den
ken'', zegt ze met een zucht, blij toch
eindelijk tegen iemand te kunnen pra
ten.
„U bent bang zeker", begint de jon
gen weer voorzichtig tastend.
„Ja., ja", fluistert ze haperend,
zich bijna generend voor haar beken
tenis tegen dit jonge kind.
En Hij dwong ZUn discipelen tn
het schip te gaan. Mark. 6:46.
WAL hadden ze het daar goed ge
had, die discipelen van Jezus.
Vijjduizend mannen hebben ze zoëven
gevoed op een onverklaarbaar won
derlijke wijze. Vijf broden en twee
vissen was al wat ze hadden. En zie
hier: Twaalf volle korven overgehou
den.
Jezus heeft Zijn gezegende Midde
laarshanden erover uitgebreid en ja.
dan gebeuren er altijd wonderen. Dan
vemcnigxmldigt Hij met Zijn genade
alles m uw hand.
Z'n hand ligt even vertrouwelijk op
haar arm: „Waarom bidt u niet,
moeder?"
„Heb ik wel gedaan jongen, dat
wvet je toch wel."
„O..." zegt Jan langgerekt, 't is
of hij even moet nadenken voor hij
verder praat: „Ik dacht dat je nooit
bang behoefde te zijn, als je gebe
den had... Gelooft u dan niet moe
der. dat God voor vader zorgen kan?"
vraagt hij naief.
„Ja... ja Jan, moeder gelooft dat
wel", bekent ze zacht. „Maar moe
der dacht er niet aan, jongen. Moe
der is blij, dat jij het haar nu zegt,
dom van me, hè?"
„'k Weet niet... gaat u nu maar
slapen moeder, toe!" dringt de jon
gen zacht.
Gaat u nu maar slapen, moeder
Met ontroering heeft ze de zorg
in zijn stem gehoord. Zond God haar
haar kind als vertrooster en wegwij
zer?
Met die Jezus van Nazareth hebben
ze het maar goed getroffen en zij zijn
er als Zijn dienaren, as. mmisters,
vanzelf direct bij betrokken. Straks zal
Hij natuurlijk Zich als Koning laten
uitroepen en wie wil zulk een eer niet
aanvaarden
Maar nu worden ze gedwongen om
het schip in te gaan en over te varen
naar de andere kant van de zee. Jezus
zelf gaat niet mee. Zijn machtwoord
wel, hoewel hun harten verhard wa
ren, zegt de Schrift. Dat is heel erg.
als we alleen maar onszelf en de ge
noten weldaden zien. Ze wisten nog
helemaal niet, dat Jezus gekomen is
om voor hen te lijden en te sterven
en dat dit zo nodig was. Discipelen
met een verhard hart. Wal is dat erg!
Midden op de zee komt de storm.
Ook dat nog, en dan in de nacht! Het
kan daar geweldig stormen tussen die
bergen. Ze pijnigen zich om voort te
komen.
Vanbinnen uit is er geen troost te
halen, Want uit een verhard hart
komen geen al te beste dingen voort.
Bovendien hebben ze deze nach
telijke tocht ook niet gewenst. Ze
zyn er toe gedwongen. Waarom dééd
Jezus dat dan ook? Weet Hij don
niet, dat het soms heel erg gevaarlijk
kan zijn op dit water m de nacht? En
Zelf ging Hij niet mee.
En zo tobden ze al voort. Tenminste
ze probéren om voort te kOTj\efy.ge
pijnigen zich en ruw vissèrsvolk is
nog al loslippig, zoals ge weet. Pe
trus durfde tenminste wel eens te
vloeken. Denk maar aan de rechts
zaal, toen met die dienstmaagd.
En met hen zijn er nog zoveel men
sen gedwongen om de storm in te
gaan. liet ging zo goed. Het was zo
mooi. Had de man ook naar de raad
van die vrouw geluisterd, want ze
heeft het nog gezegd: „Doe het toch
niet". En omgekeerd. En zo pijnigen
zich wat mensen on het levensmeer!
Ze pijnigen zich om vooruit te komen.
Maar het lukt hun niet.
En da a zo'n mooie jeugd gehad. In
zo'n lustprieel vertoefd. Als ge dan aan
vroegere tijden denkt, nietwaar? En nu
pijnigt ge u maar om verder te kunnen
leven!
Het geestelijk leven was vroeger
ook veel aangenamer. In uw lustprieel
kon qc rustig het Boek lezen van Gods
beloften. Maar tegenwoordig.... Ge
kunt nergens meer bij Ge hebt méér
dan genoeg om uw ranke levensboot
overeind te houden.
Gedwongen
•53-
Ziet ge die Bidder daar op die berg
tegenover deze tobbende mensen? Het
is dc Here Jezus, die hen dwong tot
deze nood. Maar Hij ligt voor hen te
bidden bij de Vader.
En daarom komt dat scheepje ook
niet om.
Het is veilig, ondanks de storm, door
die geheel enige voorbidding. Ook nu
is Jezus Voorbidder. Nu verheerlijkt,
in de hemel. Hij bidt voor Zijn volk,
dat in Hem gelooft.
H\j bidt voor hen. als ze in hixn lust
prieel zyn, dat de weelde hen niet zal
overheersen. Hij bidt als zij verhard
zijn van hart en de wonderen niet zien.
Hij bidt. als hun levensschip dreigt vol
te lopen in de stormen van het leven.
Hij bidt, dat hun hart breken mag,
zodat ze zien, waar alleen de troost
der behoudenis is: in de biddende
Here Jezus.
Daarin alleen ligt onze bewaring.
's-Gravenhage L. S. DEN BOER