a'
i li
n
i m
3
ty
0 f
Q
O 0
-B Sa
3
huLöe Mn öe heRfst
v^s
Het leven van
,De Delftse donderslag'
SIR WINSTON CHURCHILL
Correspondentie betreffende deze
rubriek aan de heer W. Jurg.
Jan Luykon'aan 12. Den Haag.
Op record] acht
IN de maand Juli bracht de bekende
Gelderse problemist v. d. Linde een
zesdaags bezoek aan Kerkrade. waar
hij ten huize van de Umburgse gropt-
meester Scheyen verbleef. Het valt
licht te raden, waar dit tweetal zich
mee bezig hield. Ze maakten proble
men! Zelfs kregen ze de smaak zo te
pakken, dat ze tijdens deze korte pe
riode in vereniging tot welgeteld
50 nieuwe scheppingen kwamen, ben re
cord. dat niet lang zou stand houden.
Want op 13 September besloot Scheyen.
nu met een nieuwe koppelgenqot, v. d.
Elzen uit Rosmalen, het te doén sneu
velen. hetgeen wonderwel gelukte. Op
het einde van ae vierde dag was de
probleemwereld niet minder dan 53
composities van uitstekende
kwaliteit rijker. Allebei verklaar
den na afloop in een vorm te hebben
erkeerd als nimmer te voren.
De nummers 239 en 240 in deze ru
briek zijn uit deze beide recordseries
gekozen en vormen met no. 238 van de
puike Hagenaar Pranger de drie lad-
deropgaven, die we ditmaal iets moei
lijker hebben gesteld.
De extra opgave v«n J. v. d. Boo
gaard is de moeite van het oplossen
riomschoots waard, een bewerking op
een aardig eindspelletje, dat niet zo
ere bekend is.
De nieuwe ladderopgaven
No. 238. B. J. Pranger. Den Haag
m
m a
B
em
Zwart: 8/10, 12. 15. 16. 18. 20. 29.
iO.
Wit: 24. 27. 28. 30. 33. 37/39. 50.
Kruis-pas-raadsel
De laatste vruchten zijn gezet
Reeds geelt de rijpe goudreinet
en blozen bellefleuren.
Geleid'lijk doft en sterft het blad,
maar aan de takken hangt een schat
van fruit Haar fraaie kleuren
betoov'ren mens- en vogelhart.
De bramen donk'ren, haast zo zwart
als de ligustergitten.
De zomer zong z'n afscheidslied;
maar wie in 't najaar wandelt, ziet
de mooiste vruchten zitten.
De aarde blijft een wondertuin
met al die tinten'goud en bruin,
hei-rood en diep-oranje.
Een bes robijnt, een bottel lacht
en naar de zonne laait de pracht
van linde en kastanje.
P. DE VRIES.
Naar de practijk
Door studie van het partijspel ont
dekte de bekende speler van Mourik
uit Nieuwland een diep verborgen lok-
zet in de volgende stelling:
sterkste positiezet is. In de practijk
moet men bij het uitvoeren van een spe
culatie altijd eerst zien of de tegen
stander geen voordeel kan behalen als
deze de valstrik doorziet.
Oplossingen
Zwart: 2/4, 6. 8. 9, 11/16, 18. 19. 21.
Wit: 25. 28. 31/33, 35/43. 45. 46. 48)
49.
H. N. v. Mourik
Wit kan met 4944 speculeren op
•het verleidelijke 2127, 31x22, 18x27,
32x21, 16x27; schijnbaar forceert zwart
nu de toegang tot de damlijti, want op
4034 (3934 behoeft geen betoog)
vervolgt hij na het ruilen met 1420.
24—29. 13—19. 9x49. Op 37—32 be
reikt zwart zijn doel door 1117. 23x
32. 14—20. 24—30, 13—19, 9x47. Even
min gaat 3731 daar zwart dan ant
woordt: 23x32. 14—20, 11—16, 13—18
enz. Van dit alles komt echter niets in
huis en het is zwart die na 16x27 aan
het kortste eind trekt wegens 2520! 14x
25 (gedw. om stukverlies te voorko
men). 33—29. 35—30, 40x16. Nu zwart
weer. 6—11 (of?) en 2x11, waarna wit
definitief een schijf wint door 3731,
41x21. 11—16 (of 2). 42—37—32. Zeld-
No. 230. (J. Sant). Zwart: 7/9. 14. 17,
18. 25. 36. Wit: 20, 24, 29, 30. 33. 34. 39.
41. Opl.: 33—28, 29—23, 28—22, 22x4,
4—15, 15x35. Een zeer verdienstelijk
debuut van deze auteur, van wie we
binnenkort nog enkele problemen zul
len plaatsen. Opgemerkt dient te wor
den dat schijf 33 in dit probleem niet
op 32 kan staan, daar dan het alternatief
32—27. 29—23. 2722 of 32—28. 29
23. 2822 mogelijk is. Dit ter attentie
van beginnende problemisten. Bekend
mag worden verondersteld, dat zetten-
verwisseling en figuratie eveneens ver
boden zijn.
No. 231. ,(J. A. Bouwman). Zwart: 7,
17. 19. 20. 22. 29. 30, 35. 36. Wit: 26.
28, 41. 42. 44/47, 49. Opl.: 45—40. 42—
38, 47x38. 26—21, 21x1. 1x37, (50—45).
49x40, 46x37. Eenvoudig maar correct!
No. 232. <G. Avid). Zwart: 7, 12. 13.
17/20, 22. 24. 30. 35. Wit: 26. 32. 33. 6.
39. 40. 42, 44. 45. 47, 50. Opl.: 26—21,
33—29, 39x8, 36—31! (26x48 gedw.
daarop 26x28 volgt 4034 enz.), 47
42! (48x23, weer gedw. wegens-4034).
40—34 (nu toch!) 50—44, 45x1. Een zeer
fraai thematisch probleem, waarin de
overblijvende zwarte schijven hun
dienst wel hebben gedaan. Het ideaal
deze ook nog in een eindspel te betrekken,
lijkt ons hier niet te verwezenlijken
zonder de afwikkeling met de slag
keuzen als hoogtepunt groot geweld
aan te doen.
No. 233. (A. v. d. Elxen). Zwart: 1.
6/9, 11/13, 16. 18. 23. 25. 31, 34/36, 40.
Wit: 17. 21. 22. 24, 27. 30, 32. 33. 88.
39. 41/44. 47. 49. 50. Opl.: 32—28. 33—
29. 39—34, 30—24. 43—39. 42—37, 47x
38. 49—43, 43—39, 44—40. 50x19. 22x2.
2x26 en nu weer van 26 naar 2 met
„Alix" tot besluit. Geweldig! Joh. v. d.
Boogaard zal wel plezier van zijn leer
ling hebben. De enige aanmerking (jils
men het zo noemen mag) is dat de aan
wezigheid van zwarte schijven op L 6
en 25 het motief verraden.
c~lOandeling langó de "3-londórug
On je r.staande woorden zó in het dia
gram plaatsen, dat een goed sluitend
kruiswoordraadsel ontstaat.
2 LEETERS: Do. Ds. eg. el. ik. ka, mi,
na. Nr.. om, om. op. os. pi, si. te. uk. ze.
3 LETTERS; Doin. dop, eik. kim, kot,
lek. lis, pan, rok, sik, uit, zon.
4 LETTERS; Club. gans. lier. maag.
meet. paar, peen. peer. romp. ruim.
5 LETTERS: Ceder, leest, legio, me
ter, regel, roest, tegel, toets.
6 ^LÉTTERS; Distel, koppel, regent.
IinzciKttngen per briefkaart uiterlijk
Donderdagmorgen au», aan het bureau
van dit blad. In de linkerbovenhoek
de adreszljdv vermelden: ..Puzzle-
Oplossing kruiswoord
raadsel 9 October
HORIZONTAAL; 1 Karper. 4 erf, 7
negge. 11 ar. 12 wier. 13 eb. 15 ent, 16
kroes. 18 eg. 1» Jalon. 20 S A. 21 ijs.
23 strik. 25 ba. 26 Imago, 27 jol. 28 Po.
29 muts. 30 es. 32 naast. 34 eik. 36 rimpel.
VERTICAAL; 1 Koning. 2 pug. 3 re,
5 ra, 6 fris, 8 eet. 9 Gr. 10 eerlijk 12
week. 14 boos, 16 ka. 17 en. 19 Jargon.
20 stap. 22 wals. 23 am.. 24 Io. 25 botteL
26 idee. 27 Jus, 29 ma. 31 si. 33 aam.
(Vervolg van pag. 5)
Het is een ijverig Gelderse wande
laar. Joh. Janssen te Malden onder
Nijmegen, die dit reeds jaren gele
den ontdekte en bevond, dat deze
•planten blauwpaars bloeisel vertoon
den met veel losser trossen en tuilen.
Hij dacht aan een adventiefplant
d.i. een nieuweling uit soms verre
landen hoewel die bij het heidege-
zelschap onbekend is. Maar toen hij
enige tientallen van zulke pollen aan
trof, apart en niet gemeenschappelijk
optredend, werd hij opmerkzaam. Het
bleek, dat er van
sprake was, bloeiende van October tot
Januari, en Janssen bedacht er de
aardige naam Allerheiligenheide
voor, wat met „Sanctorum" in de we
tenschappelijke benaming tot uitdruk
king kwam. Zij werd destijds op -de
veelgesmade Mookcrhej ontdekt en we
hebben er sindsdien zelden meer wat
Ook bleken er overgangen van
Sanctorum naar onze „gewone" hei
te bestaan; voorts pseudovormen van
de eerste, andere met zowel kroonlo-
i- ~'r?'
Eikels zoekende houtduiven.
ze als gevulde bloemen, kruipende
exemplaren met wortelende takken,
dwergen en gedrongen vormen, doch
vooral soorten, die door haar prach
tige, goudgele lovertjes de aandacht
trekken. De laatste treffen we nogal
Naar de echte Allerheiligenheide
kijk ik tevergeefs uit en de bloeitopjes,
die hier en daar uit het bruingulden
vacht komen, duiden slechts op een
verlate hoogtijd.
In het prachtige stuifzandgebied,
jeneverbessen, oude eiken en dennen.
In begin Mei, staan bij Dwingelo
de beroemde krentenbossen in bloei.
HET vogelleven is er eveneens rijk
vertegenwoordigd. Waar te nemen
zijn: kiekendieven en roerdompen in
het riet; kemphanen houden hun tour-
nooien op de lage oevers; tureluurs,
scholeksters, grutto's en kieviten broe
den er. Als typische Drentse heide-
vogel ontmoeten we er de wuip. In
de bosrijke gedeelten vinden wekor
hoenders, fazanten, patrijzen en kwar
tels, houtduiven, tortelduiven en vele
andere tangvogels.
Aan zoogzieren treffen we aan: vos
sen, reefn, hazen en konijnen. De
grootste in het wild levende zoog
dieren. zoals edelherten en wilde zwij
nen treffen we er helaas niet meer
aan.
Dit zijn enkele grepen uit het vele
schoons, dat ondanks de zeer ingrij
pende veranderingen van de laatste
jaren, nog in Drenthe te zien is. Het
is er maar een klein deel van. Want
zo klein en onbekend als deze pro
vincie is, zo veel merkwaardigs en
moois bergt zij binnen haar grenzen.
F. VAN OMMEN
Zwart: 4. 8. 9. 13. 14. 17. 27, 28. 31.
12. 34, 36. 40.
Wit: 15. 23/25,, 38. 41/43, 45. 47/
Zwart: 6. 8. 9. 12/14. 18. 23. 29/31,
34/36.
Wit: 20. 21 22. 25. 27. 32. 39. 41/44,
46, 47.
Extra vraagstuk
No. 241. Joh. v. d. Boogaard. Rotter
dam.
ZO was Churchill weer in de regering
opgenomen. Dat betekende, dat de
Engelse vloot aanstonds op volle toeren
ging werken. En dit betekende ook, dat
de Duitsers spoedig begonnen te mer
ken. dat in de Britse regeringskringen
de wind uit een andere hoek ging waai-
Dat was hard nodig. Jaren geleden,
toen Churchill eens werd uitgenodigd
een lunch bij te wonen, die het Engelse
kabinet aan Von Ribbentrop aanbood,
zei hij tot een vriend: „Ze vroegen mij
zeker om te laten zien. dat ze zelf niet
blaffen konden, maar dat ze er een
hond op nahielden, die wel blaffen kon
en die misschien nog wel eens bijten
Reeds in November kon Churchill ver
klaren: ..Wat ik het Huis zes weken
geleden onder veel voorbehoud zegde,
kan ik thans met meer zekerheid her
halen. namelijk dat wij op weg zijn het
duikbotengevaar te overwinnen."
Dergelijke uitspraken werden in
Duitsland met honend gelach begroet.
Hitier snoefde: „Er zal slechts één over
winnaar zijn: Duitsland. Dat mr.
Churchill dit niet wil geloven.'is slechts
mogelijk omdat hij zo oud is." In de
Duitse bladen trof men in die dagen
grote koppen aan als: „Churchill, de
grootste oorlogsophitser van deze eeuw".
In het eerste oorlogsjaar waren de
gebeurtenissen voor Engeland alles be
halve bemoedigend. De tweede slag in
Narvik werd, dank zij de stoutmoedige
maritieme actie, door de Britten gewon
nen, maar begin Mei 1940 moesten zij
hun expeditieleger in Noorwegen weer
inschepen.
Geen wonder, dat in het Lagerhuis
scherpe critiek losbrak op Chamberlain,
die men verweet de oorlog niet met de
nodige energie en vastberadenheid te
voeren. Toen dan ook op 8 Mei een
debat over de algemene oorlogspolitiek
gehouden werd, haalde Chamberlain
slechts een meerderheid van 81 stem-
Zo was de toestand toen de morgen
van Vrijdag 10 Mei de jobstijding
bracht, dat Duitse troepen Nederland en
België waren binnengevallen.
Neville Chamberlain begreep, dat voor
hem het ogenblik van heengaan was
gelands Eerste Minister voor de radio:
„Van nu af zijn wij de enige gewapen
de kampioenen om de zaak van de we
reld te verdedigen. Wij zullen ons best
doen om deze grote eer waardig te
zijn. Wij zullen dit eiland verdedigen en
onoverwinnelijk de strijd voortzetten, tot
de vervloeking van Hitler niet langer
meer het hoofd der mensen buigt. Wij
zijn er zeker van dat op het einde alles
goed zal gaan."
NA Frankrijk zou Engeland aan de
beurt komen, had Churchill voor
speld. En hij kreeg prompt gelijk. Hitier
trachtte Londen in de as te leggen. Bij
honderdduizenden vielen de brand
bommen op de hoofdstad. Historische
gebouwen in de City. kantoren, winkels,
kerken en ziekenhuizen gingen in vlam
men op. Mannen, vrouwen en kinderen
werden bij honderden tegelijk gedood.
Sinds de grote brand in 1666 had Lon
den zo'n schouwspel niet beleefd.
Maar Churchill sprak: „Wat de boos
wicht Hitler met zijn Blitzkrieg gedaan
heeft, is het ontsteken van een vuur in
de Britse harten, op deze eilanden en
alom in de wereld, een vuur, dat nog
zal gloeien, nadat alle sporen van vlam
men in Londen zijn uitgewist." De
dappere R.A.F. kwam in actie en bond
onvervaard de strijd aan tegen de Nazi
vliegtuigen.
Bij menige Duitse aanval stond
Churchill op een van de hoogste gebou
wen van Whitehall om de raid goed te
kunnen zien. En na afloop daarvan be
gaf hij zich vaak op straat om de ver
woestingen in ogenschouw te nemen.
Dikwijls maakte hij dan een praatje,
soms een grapje met de puinruimers.
Toen een bom deuren en vensters van
Downingstreet 10 had verbrijzeld, stak
Churchill zijn hoofd door het raam om
de verwoesting te overzien. Een soldaat
riep dit „hoofd" toe: „Is alles in orde,
makker?" En het „hoofd" antwoordde:
„Ja. dank je, is bij jullie ook alles
goed?" Een politieagent zei tegen de
soldaten: „Dat was de Eerste Minis
ter."
De Blitzkrieg werd door de R.A.F. ge
wonnen. Churchill zei: „In geen enkel
menselijk conflict zijn zovelen zo zeer
verplicht geweest aan zo weinigen."
Vele lange maanden streed Engeland
alléén tegen de Duitse overmachl. En
op deze periode terugziende noemde
Churchill haar later „Ons schoonste
„Wij zullen dit eiland verdedigen
Driehonderd jaar geleden vloog het kruithuis in de lucht
DEZE week was 't drie honderd jaar
geleden, dat 't Delftse kruithuis in
de lucht vloog. Het aantal doden zal de
50 niet overschreden hebben. De mate
riële schade was zeer groot. Vele ge
bouwen en huizen werden vernield.
Naar tijdgenoten beweren vertoonden
alle huizen sporen van de ramp. Von
del zong in zijn treurzang: „Een jongste
dag vol doodsche schrikken en d'oogen-
blik der oogcnblikken."
Toen we nog op de schoolbanken zaten
en de meester vertelde van de droeve
gebeurtenis, die op Maandag 12 October
1654 te Delft plaats had, maakte dit
verhaal op ons diepe indruk. En als we
later eens In Delft kwamen moesten we
vaak aan de ontploffing in het kruithuis
Maar sinds hebben we kennis gemaakt
met de fatale gevolgen van de moderne
oorlog Wc hebben de puinhopen van
Rotterdam en Den Haag. Arnhem en
Nijmegen gezien we zullen de droeve
lijst nu maar niet langer maken
en wat betekent hiermee vergeleken die
Delftse ramp van drie eeuwen geleden?
Als men zich echter in de geschiede
nisboeken verdiept, blijkt het einde van
het Delftse kruithuis op stad- en land
genoten een geweldige indruk te hebben
gemaakt, die maandenlang de mensen
in zijn ban hield en vele pennen in be
weging bracht.
Laten we in 't kort de feiten nog eens
vermelden van deze gebeurtenis, die on
der de naam „De Delftse donderslag"
in de geschiedenis bekend bleef.
OP genoemde Maandagmorgen bussen
10 en 11 uur begaf Cornells Soetcns.
commies van de Staten-Gencraal, zich
naar het kruitmagazijn om daar twee
pond buskruit te nalen. Een persoon in
rode mantel vergezelde hem op deze
tocht naar de oude kelders van het vroe
gere St. Klaraklooster, waar ongeveer
90.000 pond buskruit werd bewaard.
Wat er precies gebeurd is en wat de
oorzaak was van de ramp is nooit opge
helderd. Maar plotseling had een vrese
lijke ontploffing plaats. De kruittoren
sprong in de lucht en de kelders wer
den weggeslagen. De beide Doelens
stortten in; het prachtige landhuis van
burgemeester Van der Dussen was op
eens veranderd in een ruïne. Tientalion
huizen aan Doelenstraat, Oude Geer en
Verwersdijk lagen in puin. Van de Nieu
we Kerk waren dak en toren bescha
digd en de andere godshuizen waren zo
gehavend, dat er voorlopig geen dien
sten in konden worden gehouden.
't Werd als een wonder beschouwd,
dat het praalgraf van de Vader des Va
derlands totaal onbeschadigd was ge-
De lijken waren vreselijk verminkt en
de Delftse chirurgijns konden 't werk,
dat de zovele gewonden hun gaven, niet
aan. Rotterdam haastte zich zo veel
mogelijk medische hulp te zenden.
Tweehonderd huizen waren totaal ver
nield. driehonderd waren er zonder dak
en glas. Vele kunstschatten (de Doelens
bezaten kostbare schilderijen) gingen
verloren. Naar in verschillende kort na
de ramp verschenen geschriften wordt
meegedeeld, was de slag der ontploffing
gehoord in Utrecht, Haarlem en Amster
dam. zelfs in Hoorn en op Texel.
,.Er waren honderden, misschien meer
dan duizend doden.", wordt in sommige
geschriften meegedeeld, maar de be
kende Delftse historicus P. A. van
Schuppen schrijft: „De dodenlijst, die
niet volledig kon vastgesteld worden,
bevat meer dan 40 namen en dubbel zo
veel zwaar gekwetsten."
bewaard. Een 75-jarige grijsaard lag
vier uur onder 't puin bedolven en bleef
ongedeerd. Evenzo een man van 86 jaar,
die 36 uur op zijn redding moest wach-
de ontploffing in het
De eerste successen van Hitiers le
gers waren verbluffend. Nederland was
na vijf dagen oorlog bezet gebied.
Reeds op 17 Mei werd Brussel bezet en
twee dagen later namen de Duitsers
Saint Quentin. Niets en niemand scheen
ln staat te zijn hun stormloop te keren.
Maar voor de radio verklaarde
Churchill een onoverwinnelijk vertrou
wen te hebben in het Franse leger en
zijn aanvoerders.
Op 28 Mei besloot de Belgische ko
ning te capituleren. Zijn leger, haast
een half millioen man sterk, dekte de
linkerflank der Engelse troepen, die
naar het vasteland van Europa waren
gekomen om mee te helpen de Duitsers
in hun opmars te stuiten.
Toen kwam het drama van Duinker
ken. De Engelsen moesten hals over
kop België verlaten, maar de sterke
Duitse Luftwaffe stelde alles in het werk
dit te beletten. De Britse oorlogsvloot,
vrijwillig geholpen door talloze matro
zen der handelsvloot, gelukte het 350.000
Fransen en Engelsen aan de dood of
de schande te ontrukken.
Toen dit bekend werd ging in Londen
een luid gejuich op. De realist Churchill
waarschuwde echter: „We moeten ons
wachten deze bevrijding de attributen
van een overwinning te geven. Een oor
log wordt niet door ontruimingen ge
wonnen... Wat in Frankrijk en in Bel
gië is gebeurd, is een onmetelijke mi
litaire ramp."
Churchill liet niets onbeproefd om de
Fransen aan te sporen vol te houden
tol het uiterste. Op 13 Juni vloog hij bij
slecht weer naar Tours, waar hij een
onderhoud had met leden van de
Franse regering. Het was een gevaar
lijke tocht, maar op eigen veiligheid is
de onverschrokken Churchill nooit be
dacht geweest.
Het onheil was niet te keren en een
dag later werd Parijs door Duitse troe
pen bezet. Niet lang daarna diende
Reynaud zijn ontslag in. Hij werd op
gevolgd door Pétain, wiens eerste werk
het was de Duitsers een wapenstilstand
voor te stellen. Aan de gedane belofte
om de Franse vloot naar Engelse ha
vens te zenden, werd geen gevolg ge
geven.
Aan de avond van 17 Juni sprak En-
aangebroken. Zijn goedbedoelde maar
slappe politiek was op een groot fiasco
uitgelopen. De storm, in 1939 losgebar
sten, was aangewakkerd tot een orkaan,
die alles dreigde neer te slaan.
Nu moest een vastberaden man. een
onverschrokken kerel het roer van staat
omklemd houden. En gelukkig zo'n
man stond gereed: Winston Churchill.
Hij was nu in zijn 66ste levensjaar. Een
van zijn vele levensbeschrijvers tekent
hem aldus: „Hij heeft de brede schou
ders van een Yankee, de ietwat trage
houding van de Amerikaan en de fijne
kop van een Engels aristocraat."
Op 13 Mei legde Churchill voor het
Lagerhuis zijn eerste verklaring af.
Toen sprak hij de beroemd geworden
woorden: „Ik heb u niets anders aan te
bieden dan bloed, werk, tranen en
zweet." Zo aanvaardde Churchill de er
fenis van Chamberlain en werd hij En-
gelands grote oorlogsleider.
EEN van Churchills eerste werkzaam
heden als Eerste Minister was het
schrijven van een brief aan Mussolini:
„Het is ijdel, de loop der grote veld
slagen, die thans in Europa worden ge
leverd. te voorspellen. Maar ik ben er
van overtuigd dat, wat er op het vaste
land ook moge gebeuren, Engeland tot
het einde zal gaan, ook als het dit vol
strekt alleen moet doen..."
Het beroep op de Duce was vergeefs.
Mussolini herinnerde in zijn brutaal en
trots antwoord aan 1935. toen de Engel
se regering het initiatief had genomen
om te Genève sancties te organiseren
tegen Italië, ..dat slechts een klein
plaatsje in de Afrikaanse zon zocht".
ten. Na vier dagen werd een vrouw te
voorschijn gehaald. Haar eerste vraag
was: „Is de wereld gans vergaan?"
Ook werd een kind van een jaar ge
vonden. dat 24 uur begraven is geweest
en op 't moment der redding met een
appel in de hand in zijn stoeltje zat te
•pelen. Ook wordt verhaald, dat een
tweeling werd gevonden, rustig slapend
in de wieg.
Het medeleven met Delft was alge
meen. Overal werden collecten gehou
den voor de zwaar bezochte stad. die
vrijdom van diverse belastingen kreeg.
OP de Zondag na de ramp hield domi
nee Petrus de Witte een preek over
de „Delftschen Donder-alagh". Deze
„leerrede" is in druk verschenen cn lelt
133 bladzijden. De prediker beschuldig
de de stadsbestuurders, die hadden ge
duld dat er in Delft een goddeloos Ba-
gijnhof was blijven bestaan en dat er
vlak bij de Nieuwe Kerk een Jczuïten-
collcge was. waar de afgodendienaars
hun bedrijf voortzetten.
Als antwoord op deze preek (waarvan
de verkoop door de overheid verboden
werd) verscheen van roomse rilde een
geschrift, waarin gezegd werd, dat God
Delft gestraft had om het verderf door
de Geuzenpredikanten gesticht. Niet zon
der ophef werd in dit geschrift er mel
ding van gemaakt, dat de hulzen der
roomsen vrijwel gespaard waren geble-
Dcze schrijverij was wel een zeer
trieste nasleep van de vreselijke gebeur
tenis van 12 October 1654.
NA de ramp werd een nieuw kruithuis
gebouwd, dat de wijdse naam kreeg
van ,,'a Lands magazjjn ofte kruithuis
buytcn de stadt Delf' Hierin zijn to
rens gebouwd „in diepe water graften,
torens die besloten werden met valbrug-
gens aan een eylandie dat tussen beide
Op de gevel van dit „nieuwe kruithuis*
prijkt een leeuw, die een boa van zeven
pijlen (symbool van de Zeven Provin
ciën) in de klauw heeft.
Dit huis is er nog en nog steeds is
t militair domein. Een sergeant-concier
ge. die met zijn groot gezin achter 't
aardige poortje woont. houdt er de
wacht cn zorgt dat geen onbevoegden
het terrein betreden.
Dienst is dienst. En zelfs de bakker,
de slager en de melkboer moeten net
jes bulten blijven staan...