I
Mil
LEZERS
PELGRIMAGE
Hoorspelen
Muziek in
Nederland
Ex-postbeambte leider van
nieuwe Franse sekte
Kerk in de
wereld
Protestanten in Limburg moeten
een zware strijd voeren
Drie uitgaven
IIEUWE LEIDSCHE COURANT
aló óckrylóter* J
OVER een gelukkig huwelijk
schrijft men geen roman.
Leeft de letterkunde dus van
de narigheid? Een belangwek
kende vraag, die een afzonder
lijk antwoord behoeft. Robert
Crottet heeft in Negri, Dagboek
van een Kat (uitg. Van Loghum
Slaterus, Arnhem, 1954) een
huwelijk beschreven, dat onge
lukkig lijkt, maar dit in wezen
niet is, omdat het herstelbaar
is en hersteld wordt. Dat was
mogelijk, omdat in de grond
der zaak Jean, de laatste telg
uit een oud geslacht (klinkt
bet niet heerlijk romantisch?),
i> )n zijn Alice evenveel houdt, als zij zo overduidelijk toont
in hèm te houden. Wat in de weg zat was dit. dat Jean
jcli verbeeldde romanschrijver te zijn, maar eerlijk genoeg
ps te beseffen, dat hij er niet in slaagde zijn. personages
g (ldoende leven mede te geven. En dat kwam, omdat hij
«- fcd aan een tekort aan gevende liefde.
5- Hoe afgezaagd op zichzelf het I senet en Gounod. Crottet heeft n.l.
z&uteur-in-ópe
2 lel
- ie
[:ma van het boek is. sympa-
ek en waar is al dadelijk de
fastatering, dat Jeans tekort in
j kunst precies hetzelfde tekort
S- !als in het leven: een tekort
jrkelijke. gevende liefde. Een
delig" tekort bij een scheppend
pstenaar moet zich inderdaad
p- reken zowel in zijn leven als in
s? n kunst. Maar ik ben nog niet
y lar met de gang van het boek.
a. j is ook een kind. een kleine
zj. igen. Jacques geheten, tussen
akjes een al te wijs ventje, die
schrijver zelfs niet probéért
Ïjer aanvaardbaar te maken. Dit
be schepseltje kwijnt onder het
kort aan liefde van vaderskant,
j i s al niet sterk, maar als hij
een keer te lang buiten loopt
'de sneeuw in het park bij het
peel- (want daar wonen deze
v met hun personeel
xj. tuurlijk)wordt hij ziek en
rrft. Nu zou men misschien den-
g.n. dat het verdriet om het ge-
Jprven kind de echtelieden tot el-
ar zou brengen. Het tegendeel
kt waar te zijn. Want Jean heeft
g g niet ingezien, dat zijn roman-
jductie lijdt onder hetzelfde
x>- Istekort, dat hem van zijn
juw geestelijk gescheiden houdt.
;ce echter blijft hem onveran-
rlijk genegen en weet niet wat
H- doen moet om zijn liefde terug
y winnen. Tot er een goede ge-
y is in het verhaal verschijnt, de
jj. inist André. Natuurlijk is dit
y- 1 beroemde pianist; deze ele-
jnten: blauw bloed, een kasteel
kunstenaarsroem behoren tot
ij. kitsch, die in dit boek op
rlijke wijze met edele bestand
er len is vermengd. Enfin, André
jgt.het manuscript van Jean te
!en en weet de adellijke auteur
kieze wijze duidelijk te maken
,ar het aan schort.
Families poken
P ja. er is nog meer kitsch, er
p n.l. twee familieSpoken.
feehonderd jaar gelden heeft
voorvader van Jean zijn vrouw
R'orgd en Robert Crottet doet
lezer geloven, dat Jean lang-
tnerhand tot een soortgelijke
ad wordt gedreven. Ja. sterker
g. Alice komt zo ver, dat ze de
5d op die wijze niet alleen bo-
n verder leven verkiest, maar
I ze die worgingsdood zelfs pro-
?rt uit te lokken. Het kómt ook
r.a zo ver. maar een geoefend
Jer begrijpt al. dat dit meteen
(wending ten goede betekent. De
finnering aan Jacques, voorge-
fld als een soort verschijning
h de kleine, gestorven jongen
h zijn vader, bewerkt het „won-
r". Wat allemaal verder volgt:
fens ziekte, bij de dood af na-
<peze geschiedenis is de kitschi-
ondergrond, de weke moeras-
flem van dit boek. dat niette-
n zelfs zó een pleidooi voert
pr liefde, die wederzijds begrip
fluit, en voor een kunst, die uit
telfde bronnen van liefde en
krachtigheid gevoed wordt als
l leven zelf. Het is verbazend,
de auteur er in geslaagd is.
p afgezaagde gegeven leven in
blazen en op te sieren met ver
ft en fantasie, en met een ty-
ich-Frans schoonheids-element,
t herinnert aan muziek op de
Pns van kitsch, zoals van Mas-
deze hele geschiedenis verteld, als
of ze de inhoud vormde va
dagboek, geschreven door de
te poes Negri.
De poes
Deze poes. evenals trouwens de
beide familiespoken. zijn er voor
en na op uit de echtelieden bij el
kaar te brengen, of althans om het
ergste, de herhaling van die wor
gingsscène. te voorkomen. Het
aardige is, dat de auteur het ver
haal met allerlei geestige obser
vaties van het kattenleven kan
larderen, zoals deze: „Ik lig ein-
PReöikeR in LetteRS
en symsoLen
Toen ik aanbelde aan de deur van Nic. Beetsstraat
8 in Utrecht, had ik niet het minste idee wat me
te wachten stond. Ik wist, dat hier G. J. Haalboom
i woonde, de ontwerper van teksten en kalenders, maar
dat ik hier aan de drempel stond van niet minder
1 dan een protestantse kunsttempel, had ik zeker niet
gedacht.
humor in dit boek. merkwaar
digerwijs als bovenbouw boven een
moerassige ondergrond en, even
merkwaardig. vermengd m<-t
kitsch. Soms lijkt de auteur zijn
eigen werk niet ernstig te nemen.
Nu eens menen we een zuivere,
religieuze toon te horen, dan is
het weer menselijk gedaas en ge
fantaseer te hindelijker omdat het
toch een ernstig huwelijksconflict
geldt, dat men niet met een luch
tigheid je oplost. De auteur wil dit
dan ook niet, zodat we de eind
indruk krijgen, dat hij de ernst
zoveel mogelijk heeft willen ca
moufleren. Tenslotte zegt dit boek
met grote ernst tegen de mensen,
die een gezin vormen: hebt elkaar
werkelijk lief. En tegen de schrij
vers zegt hij: Datgene, waarin
jullie tekort schiet als mens. zal
zich ook. in je werk als een te
kort openbaren. En tegen de lit
teraire criticus zegt hij (óók im
pliciet natuurlijk): laat je critiek
levenscritiek zijn. Er zijn dus wel
slechtere boeken op de markt dan
dit dagboek van een kat! En de
vertaling van mr. G. Ringeling
lijkt mij zeer geslaagd.
C. RIJNSDORP.
„Ja, bij geen dominee zult U
meer teksten vinden dan in mijn
huis", lacht Haalboom. en ik ge
loof dat hij gelijk heeft. Het aan
tal teksten, dat door hem gecalli-
grafeerd is. is legio. Grote map
pen vol laat hij me zien: kleine,
om naast een ziekbed te zetten,
grotere, voor aan de wand. en
zelfs „doeken", meer dan 6 meter
lang en enkele meters breed,
hele Bijbelboeken op geschreven
staan: expositiemateriaal.
Maar Haalboom doet meer:
schrijven is. hoe vreemd het klin
ken moge. preken. Het schrijven
van een tekst zelf is zo moeilijk
niet maar het ontwerpen .zegt hij.
Want de lettertypes (die hij zelf
ontwerpt) moeten in hun vormge
ving de inhoud van de geschreven
woorden uitdrukken. Elke tekst
moet haast weer anders geschre
ven worden, en dat is nu juist de
vraag: hóe!
Sedert het einde van de oorlog
werkt hij in dit atelier. Aanvanke
lijk werd hij opgeleid tot tech
nisch tekenaar, maar „daar ging
ik aan dood". Onder de tekenin
gen voor de ingenieur had hij hei
melijk zijn eigen tekeningen lig
gen. om daar elk vrij ogenblikje
aan te kunnen werken.
Ontdekt door een oom, die le
raar schoonschrijven M.O.
heeft hij eindélijk zijn levensdoel
gevonden door het contact met
prof. Rudolf Koch in Duitsland,
deloos op canapés en schrijftafels
en spin van tijd tot tijd om me
een houding te geven". En de klei
ne. zieke Jacques 'zegt tegen de
poes: „Wat kijk je me aan.
met je kogelronde ogen? Jij
jouw soort hebt niet te klagen. Jul
lie alleen zijn geslaagd. De hele
rest is min of meer mislukt. De
honden zijn te luidruchtig. De vis-
koud. De olifanten te groot.
Om
de
spreken". Over de vogeltjes
deelt Negri: „Hun gekwebbel
even leeg als hun hersenen en c
de mensen het zingen noemen,
gert me. Als ik ze niet opeet,
het omdat er te veel zijn". Wan-
Jean zijn manuscript in de
vijver laat glijden, vertelt Negri:
„Een zwaan richtte zich op zijn
poten op en sloeg met zijn vleugels
alsof hij wilde applaudisseren."
Frisse humor
SLAPEND MEISJE-
(Naar een tekening van Rembrandt)
Stil slaapt zij in het wordend licht,
Terzij op 't kussen haar gezicht,
Eén, die met alles wat zij heeft
Zich aan haar diepten overgeeft.
Zo is zij een aandachtig zijn
Voor een in haar behoed geheim,
De schelp is zij, waar 't lied in ruist
Der ziel, die in haar lichaam huist.
Die haar dit teder, ongerept,
Welhaast doorschijnend lichaam schept,
Dat louter luisterend onthult
Het lied, waarvan het is vervuld.
Zij slaapt-
NEL VEERMAN,
(uit „Ontmoeting").
die een kring van protestantse
kunstenaars om zich heen verza
meld had. Als Haalboom dat ver
telt. zwijgt hij even. en zegt
zacht: „Het was fantastisch".
In dienst van de Kerk
En dan heftig: „Zo zou het hier
ook moeten zijn, protestantse
kunst! Dat is mijn ideaal, mijn le
ven, of „men" dat nu op prijs stelt
MEN léést niet alleen boeken,
men praat er ook over,
soms wat vermoeid vanwege het
vele middelmatige en onbe
langrijke dat verschijnt en het
nog meerdere uitstekende dat
vergeten wordt. Erzijn veel
boeken in de ka
mer, in kasten,
op schoot, op de
grond. Theekop
jes, rook, en bui
ten de kille
schemer van de
zoveelste regen
dag. Stemmen
praten bij het
ietwat sombere
licht van
De ogen kijken onderwijl,
automatisch zoekend, tastend,
keurend, terwijl de gedachten
en de mond met de boeken-.
De handen
van
Richard Strauss
hooggehangen
zaken bezig zijn. Links boven
de piano hangt een tamelijk,
kleine reproductie van een olie
verfportret. dat Richard Strauss
voorstelt. Het onscherpe lamp
licht valt zó, dat het gezicht
\en de romp van de componist
flauwer zichtbaar
zijn dan de han
den. Hij is gesto
ken in een zwar
te. openhangende
jas en hij draagt
een plat boord
met een vlinder
dasje. De kop is,
zo bezien, het
minst opvallend.
De kleur van gezicht en handen
is niet mooi. Strauss heeft het
rechterbeen over het linker
geslagen. De linkerhand buigt
zich hoekig om het rechterbeen
boven de knie; de rechterhand
rust uitgestrekt op.de stoelleu
ning aan die kant. Strauss zit
stijf rechtop, niet gemakkelijk,
en ook de handen zijn niet
ontspannen.
i EVEN niet kVken- Maar als
I de ogen weer de reproduc-
I tie aftasten, komen ze niet meer
I' van de handen los. Die handen,
in hun gedwongen pose, te dicht
aan het lijf, zijn ineens het enige
II dat leeft. De kop is wat zepig,
en zonder duidelijk leven; de
jas is groezelig van kleur en
verraadt alleen de kaarsrechte
rug en de stramme lichaams
houding. Maar die handen! Het
is of Strauss ze met moeite
bedwingt om niet uit te bre-r
ken in briljante pianopassages,
in driftig partituur-schrijven,
of om niet op te vleugelen ii
grote dirigerende gebaren voo\
en boven een machtig orkest
met-koor. Heel de werkdrift
van een leven is in die handen
bedwongen: niets meer leeft ii
de kamer dan die twee konink
lijke meesterhanden. Is cr wel
één kunstenaar, die z'n handen
zo cultiveert als de musicus, die
componist en tevens dirigent is?
Men houdt de adem in om het
geschapen zijn van die handen
en om wat een mensenleven
daarvan heeft gemaakt. Ik houd
niet zo bijzonder van de com
ponist Strauss, maar nu ik die
handen zie moet ik me vergist
hebben. Meen niet dat de ene
hand alleen maar het spiegel
beeld van de andere is: ze vor
men een twee-eenheid, maar
elke hand is een afzonderlijke
wereld, wat al uit de verschil
lende houding blijkt. En neem
elke hand apart, kijk iraar de
vingers: zet het wonder, dat
Uit de tijdschriften
Het is een feit dat het schrijven
van hoorspelen voor de Nederland
se auteur niet bepaald een lucra
tieve bezigheid is. Het werk wordt
uiteraard slechts een of tweemaal
uitgezonden en maar matig be
taald, zodat menig auteur zijn
krachten liever spaart voor het
schrijven van een roman.
Het is echter evenzeer een on
omstotelijk feit. dat een hoorspel
een grote vaste kern van luiste
raars heeft. In het September
nummer van de „Kroniek voor
Kunst en Kuituur" maakt Elisa
beth Augustin enige behartens-
waardige opmerkingen over een
en ander. Zij vertelt o.m. dat ve
le Duitse dichters en schrijvers
in hun levensonderhoud kunnen
voorzien door het schrijven van
hoorspelen. Een aantrekkelijk ho
norarium tot 6000 DM per hoor
spel moet de Nederlandse hoorspel-
schrijver wel fantastisch
oren klinken.
De schrijfster zou willen dat het
hoorspel als genre, meer dan tot
nu toe, door de letterkundige kri
tiek au serieux werd genomen.
Dit zou er toe kunnen medewer
ken het peil te verhogen. Teneinde
de belangstelling van de auteurs
te intensiveren zou het ook
beveling verdienen zo nu en dan
een hoorspel te publiceren
letterkundig tijdschrift.
In Duitsland worden zelfs reeds
hoorspelen „gebundeld". Ook de
Omroep beijvert zich daar om de
auteurs op onbekrompen wijze in
de gelegenheid te stellen het „vak"
te leren. Meer dan cursussen en
prijsvragen hebben echter tot nu
toe speciale opdrachten opgele
verd. Terloops geeft Elisabeth
Augustin aan de Nederlandse Om
roepverenigingen in overweging
om, evenals de N.C.R.V. dit reeds
eerder deed. werkbijeenkomsten
beleggen, maar dan niet alleen
gen dat hij dit ideaal al
groot gedeelte tot werkelijkheid ge
maakt heeft. Want wat maakt hij
niet al: wandschilderingen, doop
vonten, avondmaalstafels, kruisen,
doopkaarten. belijdenisplaten, ka
lenders. kerkinterieuren.
Dat is het „grote" werk. De op
drachten, die hij herhaaldelijk ont
ving om voor H.M. de Koningin
oorkondes te schrijven, de staat
kundige stukken, waarvan het
schrijven aan hem werd opgedra
gen, het Lutherse kerkje in Brun-
sum, waar hij het gehele interieur
gemaakt heeft tot iets. ja, tot
wat? Toen prof. Kooiman de ont
werper er over sprak, zei hij al
leen: „Ik ben drie minuten stil ge-
Prof. Kooiman neemt een grote
plaats in zijn hart in. „Weet U bij
hem heb ik belijdenis afgelegd. En
U raadt nooit, welke tekst hij me
voor mijn leven heeft meegege
ven!" Haalboom glimlacht: „De
ze: „Schrijf, want deze woorden
zijn waar en getrouw...
Behalve aan hem. heeft hij zijn
snelle opkomst in Nederland ook te
danken aan wijlen prof. van der
Leeuw.
„Ik herinner me, dat ik vlak na
de oorlog exposeerde in Amster-
hing veel voor me af. Komt daar
een verslaggever, die me vraagt:
En meneer Haalboom. van welke
school bent van de Amster
damse of de Haagse? Ik wist niet
wat ik moest zeggen, want ik bèn
van geen school. Toen interrum
peerde van der Leeuw, en zei:
Haalboom is noch van de Amster
damse noch van de Haagse, hij is
Dat
Autodidact
auteurs, doch ook voor schrij-
mede met h
oog op de televisie. P. J. R.
het
J)AAR zit hij, hij is nu geheel
levend geworden, stijf recht
op, als een ouderwetse dqns-
meester (wat een dirigent in
zekere zin is), met die vorste
lijke. nauwelijks bedwongen
handen, die meer door been
en stoelleuning worden vastge
houden, dan dat het omgekeer
de het geval zou zijn.
Daar gaat het grote licht op!
Ineens is de reproductie egaal
en de betovering van de han
den verdwenen. Het witte haa
en de fletse ogen willen m
de aandacht vragen; handen
zijn immers maar handen! En
1 hebben nu dezelfde zepige
ppskleur als het gezicht.
Maar ik heb me niet vergist
1 de belichting heeft maar
toevallig meegeholpen te zien
Is men moet zien. Men geeft
de afbeelding in de eigen
handen en ik verbaas mii twee
'e sehilderwijze is im-
sliseh: zo van dichtbij
n de handen niets bij-
-te zien. Het 'lijkt wat
I dat tevens elk deel een eigen „„.rrj,erp pn „ongeveer" gedaan
j leven heeft, zich tot in de vin- r„ tweejr rrrbazing. die
gers en vingertoppen voort? herinnering en een begrii-
Nu begrijp ik de uitdrukking: \r>en meteen meebrenatde
I kunstenaar zijn tot in de vin- schilder is Max Liebermavn
I gertoppen toe. I q
Haalboom: een autodi
dact, die een eigen stijl, een eigen
talent, een eigen kunst in dienst
stelt van de Heer. Een man. die
zich met een ontzaglijke wils
kracht zijn eigen plaats veroverd
heeft in de wereld van de kunst,
en die pas nu. langzaam aan. ook
gewaardeerd wordt als een onmis
bare figuur in het Nederlands ker
kelijk leven.
Hij staat voor het raam, en
kijkt de straat af. „Daar", zegt
iv.-i --—ik elke dag honderden
hun kantoren gaan.
i gezichten zag.. Ik
onbeschermd bestaan, ik
leei en werk voor eigen risico,
maar ik ben gelukkig. Ik leef voor
mijn opdracht en ik voel dat ik het
kan. dat is verrukkelijk".
Als ik wegga, onder de indruk
van de schoonheid van deze pro
testantse kunst, heb ik het idee,
dat ik van een collega afscheid
neem. Geen prediker in denkbeel
den en woorden. Maar een prediker
in letters en symbolen. Ik bcn'blij.
dat Nederland een Haalboom heeft.
J. J. Poort.
In de serie „Onderwijs. Kunsten
Wetenschappen" van de Ned.
Uitgevers Mij te Leiden *is een
klein boekje verschenen onder
de titel „Kleine Nederlandse
muziekgeschiedenis", geschreven
door Ary Schipper. Het is maar
een boekje van 64 bladzijden en
het formaat is 10 x 15 cm. Van
zelfsprekend is het moeilijk in
i klein bestek iets te zeggen
dan nog wel over de Neder
landse muziekgeschiedenis. De
schrijver heeft zich dan ook grote
beperkingen moeten opleggen.
Toch is hij erin geslaagd een
voor de leek leesbare tekst samen
te stellen en deze tekst ook nog
instructief doen zijn. Men krijgt
inderdaad een overzicht van wat
er in Nederland op muziekge
bied is gebeurd. Van de muziek
bij de Kelten en Germanen tot de
moderne componisteh toe. Jam
mer dat zijn opsommingen van
dirigenten, componisten, orkesten
en uitvoerende kunstenaars wat
erg willekeurig zijn. Bij de orkes
ten missen we b.v. het Rotter
dams Philh. Orkest, het Over
ijssels Orkest en het Brabants
Orkest. Bij de dirigenten staan
enkele namen die hier beslist
niet thuis horen, terwijl andere
vergeten zijn 'o.a. Jan Out.
Eduard van Beinum. Hein Jor-
dans. e.a.'. Zo is eigenlijk elke
opsomming in dit boekje onvol
ledig of onjuist. Dat is jammer
en we adviseren bij een herdruk
die opsommingen maar weg te
laten. Ze zijn volkomen over
bodig.
Corn. B.
Vorig jaar traden tot de hervormde kerk in het kanton Zürich
653 personen toe. Van hen kwamen er 605 uit de rooms-kath. kerk.
Van de 315 leden die de kerk verlieten, gingen er 91 naar de
Nieuw Apostolische Gemeente, 69 naar andere sekten en slechts
63 naar de R.K Kerk.
Hetzelfde beeld elders in Zwitserland.
Kanton Bern: 179 toetredingen, waarvan
153 uit de R.K. Kerk. Van de 176 uit-
tredenden gingen er 32 naar de Jehova
getuigen en 30 naar de R.K. Kerk.
De sekten zijn voor de hervormde
kerk van Zwitserland blijkbaar een gro
ter gevaar dan het rooms-katholicisme.
Dat schijnt in meer landen zo te zijn;
denke aan de berichten over sek- 9 per
Japan, Duitsland, Afrika, Ame-
„VREEMDEN" IN DE MIJNSTREEK
Steun uit het Noorden onmisbaar
HET valt niet mee, meelevend protestant te zijn in de mijnstreek.
Hier en daar een Hervormd kerkje, gemeenteleden over grote
afstand verspreid, hele „roomse" straten met één protestants gezin
Protestanten zijn vreemden in Limburg. Ze wonen pas kort in de
streek (de eersten begonnen zich een veertig jaar terug te vestigen)
en ze zijn bovendien niet-rooms. En Limburgs leven is rooms leven.
Enkele jaren geleden is in
het leven geroepen de Stich
ting Steun Kerkewerk (officieel
Stichting tot steun van het Her
vormde kerkewerk in de clas
sis Maastricht der Ned. Herv.
Kerk). Deze steun geldt alle
protestantse kerkewerk daar,
o.a. voor de bouw van kerken,
het oprichten van kleuterklas
sen en steun aan christelijke
scholen.
De financiën zijn het tere
punt, zoals haast overal. Te
korten maakten het onlangs
noodzakelijk, de kleuterklas in
Kerkrade te sluiten. Omstreeks
diezelfde tijd kreeg do r.k.
kleuterschool van gemeentewe
ge 60 000 subsidie. Waar
schijnlijk zullen andere klas
sen hetzelfde lot ondergaan.
Tenzij nog dit jaar 10.000 voor
dit doel wordt bijeengebracht.
Het is een moeizaam en lang
durig werk, een minderheids
subsidie te krijgen.
Hoe opvangen
Hetzelfde geldt voor het zo
noodzakelijke prot. ziekenhuis.
Men schat het aantal protes
tanten op 20 tot 30 duizend.
De meesten komen uit de pro
vincies boven de rivieren. On
geveer 15 procent is kerkelijk
meelevend. Ze wonen verspreid,
dikwijls zonder elkaar te ken
nen. De meesten werken in de
mijnen. Met de opening van de
Beatrixmijn in Vlodrop is toe
neming van het aantal protes
tanten te verwachten. Maar hoe
moet de kerk hen opvangen?
Er zijn ten minste zes predi
kanten te weinig. Behalve veer
tien predikanten en een wika
werken in Limburg enkele
godsdienstonderwijzers e.d. in
gezellenhuizen en enige sociale
werksters.
De kerken zijn oud en klein
en soms vervallen. Het geld
voor de restauratie ontbreekt.
Geen wonder dat de Lim
burgse protestanten er naar
snakken, bevrijd te worden van
het gevoel van verlatenheid en
van -Ie verleiding om zich maar
aan te passen.
En in Limburg weet men,
dat deze zaak kansen heeft. De
opbouw van protestants kerke
lijk leven in een roomse om
geving is wel degelijk moge
lijk. en blijft niet zonder uit
werking op die omgeving. Van
een bijbels levende gemeente
gaat een grote aantrekkings
kracht uit op de omgeving. On
langs nog zei een roomse gees
telijke: „Hadden wij in onze
parochie maar een paar men
sen zoals die en die hervorm
de is."
In 1948 is een der Limburg
se predikanten, ds. H. van
Vliet, een actie begonnen voor
de verkoop van hugenotenkruis-
jes. Van de opbrengst komt
ten goede aan het werk van,
de Stichting Steun Kerkewerk.1
A. Bot,
jaar verhuist 20 pet. van
de Amerikaanse bevolking. Dc
Nat. Lutherse Raad zal in De
cember de vraag hespreken:
hoe kaïf de hand tassen de
kerk en deze mensen toch nog
stevig hieven?
Frankrijk kent zijn „Getuigen van
Christus", een nieuwe sekte, die met
grote ernst probeert, in dit ontkersten
de land ivoet aan de grond te krijgen.
Het zijn volgelingen van de vroegere
postbeambte Georges Roux uit Avignon,
die zich voor de „teruggekeerde Chris
tus" uitgeeft. Hij heeft enige duizen- Een aantal N001
den aanhangers. Zij wijzen iedere me
dische hulp en elk gebruik van genees
middelen van de hand. Een aantal kin
deren zou door de consequente toepas
sing van dit beginsel zijn gestorven; de
justitie zoekt dan ook een gelegenheid,
in te grijpen. Men aarzelt nog, omdat
men fanatisme vreest.
gen wacht al jaren op uitzen
ding. Er is geen geld genoeg,
en de internationale contacten
zyn nog niet zodanig, dat z(j
kunnen worden uitgezonden
andei
lande,
Georges Roux mediteert en schrijft
werken, die hartstochtelijk worden gele
zen. Men zegt, dat Roux wordt geëxploi
teerd door zijn schoonzoon René van
Gendringhe.
Voorspellingen
De volgelingen vragen Jan en alle
man te spreken, en kondigen zich aldus
aan: „Wij zijn strijders van de univer
sele christelijke kerk en wij brengen u
een boodschap van Maria, de moeder
van Jezus. Zij heeft ons gevraagd deze
over de wereld te verspreiden." Sedert
11 September zou een hunner bijna
iedere dag Maria zien. Zij zou voor
speld hebben dat Rome binnenkort
wordt verwoest en Engeland door een
vloedgolf getroffen.
De Lutherse bisschop dr. La-
jos Ordasz (Boedapest), die
wegens zyn moedige houding
voor dc vrijheid in Hongarije
gevangen genomen werd en la
ter gedwongen werd, emeritaat
te nemen, viert, in volledige
afzondering, zijn dertigjarig
ambtsjubileum. Hy is 53 jaar
oud.
„Utrecht" en andere
faculteiten
Daar kan men die kruisjes,
en ook lepeltjes, bestellen. Gif
ten zijn daar ook welkom, ui
teraard. Giro 551876. Men kan
daarbij vermelden: voor inter
kerkelijk, hervormd, geref. etc.
De Rotterdamse ds. G. Bouw
meester schreef in de welbe
kende serie Reformatorische
Stemmen van de W. de Zwij
gerstichting een brochure
over Zacharias Ursinus en de
Heidelbergse Catechismus.
Een uitstekend werkje bijv.
voor predikanten, die op de
catechisatie en in de avond-
preek eens wat dieper willen
ingaan op de geschiedenis
van de Heidelberger. Het
wordt hoog tijd, dat men in
Nederland wat meer gaat
weten van deze Ursinus, aan
wie w(j zo veel te danken
hebben. Een goed gedocu
menteerde, interessante bro
chure.
De Geref. Jongelingsbond
geeft een nieuwe serie schet-
scnbundels uit, „Varia I" en
„Varia II", te gebruiken
naast de bundels I en IV.
„Varia" behandelt met name
actuele problemen, op aller
lei gebied overigens: over de
eenheid en catholiciteit der
kerk, maar ook over jazz:
over Christendom en oorlog,
maar ook o,_er woningnood
en emigratie. Een prettig
boekje.
De (Geref.) Zendingskalen
der 1955 is er alweer, en
handhaaft daarmee een tra
ditie: zij is altijd een van de
eerste. Ze is ditmaal nog
veel mooier dan de vorige
keren, en heel anders. Dc
platen zijn van foto's van ds.
B. Richters; de witzwarte
doen het beter dan de ge
kleurde. Een sieraad aan de
wand.
Ds. J. C. M. Jansen, Her
vormd predikant te Brielle,
Georges Roux leert, dat het christen- acht het artikel van prof. dr.
dom mislukt is en dat God de Vader H- N- Ridderbos in het Gere-
daarom een nieuwe Messias heeft ge- formeerd Weekblad (vorige
zonden, die zich niet tot de Joden richt. week m deze rubriek aange-
maar tot heel de mensheid. Roux te- haald> in zijn algemeenheid
kent zijn artikelen met de naam Geor- onjuist. „Het is mogelijk", zo
ges, gevolgd door een zon. schrijft hij ons, „dat er dit
jaar meer studenten van de
Onder de ontwortelde jeugd vindt de Geref. Bond zijn aangeKomen,
ex-PTT-man veel aanhang. Men ziet dit hetgeen mij onbekend is. Maar
als een reactie op het existentialisme, het feit van vijftig aankomen-
dat in St. Germain des Prés zijn hoog- de theologen in Utrecht tegen
tepunt zou hebben overleefd. De psy- tien in Groningen en tien in
chiatrische afdeling van een ziekenhuis Leiden wijst daar niet op.
in Parijs ligt vol met volgelingen van Utrecht had veertig jaar gele-
Roux. den al aanmerkelijk meer eer-
Tste-jaars-theologen dan de an-
Het zonderlingste is, wat een der Ge- dere universiteiten samen. En
tuigen op een persconferentie zei: „Er daarbij moet bedacht, dat nu
11 feu teken dat onze meester de Je- °°k ?e S.U. te
8 Amsterdam voor Hervormde
reïncarneerde Christus is. Df vliejen- theologen openstaat. (Kis-
de schotel.." schien ook tien studenten of
!T?)
Het is sinds tientallen jaren
zo, dat Utrecht verreweg het
n t meest in trek was bij alle or-
Het Leger des Hens in Kristiansand thodoxen van verschillende
(Zuid-Noorwegen) heeft een rydende kleur, omdat oudtijds Leiden en
Z„„d.„.rh.nl ingericht. In enige nien- AïSföEf. D,
we wyken ontbrak zaalruimle. Men vijftig aankomende theologen
kocht een grote auto, waarop 120 kin- ï1 J""®1» bew«»'
dat een traditie van jaren zien
deren kunnen zitten. ook nu nog voortzet."
r-Crtrü-irirCriririrüirirtriririrüirü-iirüirirüfririririrtrtrtrtrtrirtrirü-ü-tjir-irüirirü-irirü
Feest voor gereformeerden
in Australië
t In de hossen om Oslo wordt
een kapel gebouwd speciaal
voor skiërs en wandelaars, die
dan op hun tocht een gods
dienstoefening kunnen bijwo
nen. Er bestaat reeds een der
gelijke „sportkapel" bij de
Noorse hoofdstad.
J/OOR het eerste stenen kerk
gebouw dat de leden van de
Reformed Churches in Australië
bouwen, is onlangs de eerste
steen gelegd. Zoals men weet,
hebben vroegere Nederlandse
gereformeerden (van verschei
dene kerkgemeenschappen) in
Australië enkele gemeenten ge
vormd. In Dee-Why, twaalf
mijl ten Noorden van Sydney,
komt nu de eerste stenen kerk.
Gemeenteleden zelf hopen het
gebouw te voltooien onder lei
ding van de architect, de heer
A. Emmerzael, scriba van deze
gemeente.
De steen werd gelegd door
ds. J. F. H. Van der Bom van
Sydney. In September heeft deze
de vijfde gemeente in New
South Wales geïnstitueerd, nl.
in Orange, 200 mijl van Sydney;
in Griffith. 420 mijl van Syd
ney. is een nieuwe kring ge
sticht. In deze staat hebben de
Reformed Churches reeds twee
houten kerkjes.
Ofschoon het op de dag van
de steenlegging regende (de
eerste regendag sinds maanden),
was het voor de jonge kerk van
Dee-Why een stralende feest
dag. Op de foto ziet men van
rechts naar links: ds. Van der
Bom, de architect. A. Emmer
zael en diens echtgenote.
Wij voegen hier nog aan toe,
dat op de derde synode van
deze kerken, die in November
a.s. in Ulverstone Tasmanië
wordt gehouden, een voorstel
aan de orde komt van de kerk
van Melbourne, over te gaan
tot oprichting van een eigen
theologische school, liefst in
samenwerking met de kerken in
Nieuw-Zeeland. Er zijn enige
jonge broeders in de Reformed
Churches, die tot het predik
ambt willen worden opgeleid.
Op de Australische universi
teiten heerst een onvervalst
modernisme.