BONIFAT1US c D ERASMUS LEZERS PELGRIMAGE Extase en dans in de muziek Gereformeerden op drift geraakt vooroorlogse ankers versleten Ambt van predikant is zwaar De Bijbel in Boechout nieuwe leidsche courant öesiöeRius er as m us een humanistisch'en een histoRisch spe zijn herinnering als een historieplaten, als het ware üoeld om in een klaslokaal van een gymnasium of lyceum te wor den opgehangen. Eerste tafereel: eetkamer in het huis van Thomas More te Bucklersbury. 1509; twee de tafereel: de drukkerij van Johannes Froben, Bazel 1516; der de tafereel; de werkkamer van Godscalc Rosemondt. Leuven 1520; vierde tafereel: een kamer Erasmus' huis te Bazel. 1 vijfde tafereel: het studeervertrek van Oecolampadius. Bazel 1529; zesde tafereel: een kamer in het huis van Hieronvmus Froben, Ba zel 1536. Eigenlijk is deze indruk van een platenserie een compli ment jegens de auteur, gegeven de onmogelijkheid van de onder- nemine. want hii bewijst, dat Stuiveling met juist begrip be langrijke kernpunten u;t Erasmu®' leven heeft gekozen, en dat elk tafereel een afgesloten eenheid vormt. Zo is dit soel het T NDIEN er maar één kunstwerk bestond, zou critiek daarop onmogelijk zijn. Geen critiek is mogelijk zonder vergelijking. Vergelijking vereist echter punten van ver schil bij punten van overeenkomst. Wanneer twee kunst werken op alle punten van elkaar verschillen, heeft liet geen zin ze naast elkaar te houden. En dat twee kunst werken op alle punten met elkaar zouden overeenstem men, komt eenvoudig niet voor. Nu weten alle enigszins ervaren beoordeelaars van kunst, dat het toeval (in de zin van Prediker 9 11) dik wijls de vruchtbaarste ver gelijkingen aan de hand doet. Wat op de schrijftafel terecht komt om besproken te wor- i den, groepeert zich vaak als I vanzelf en noopt spontaan tot onderlinge vergelijking. De auteurs vinden zulk een „vergelijkend examen" meestal niet prettig: het is te begrijpen, dat ze met hun 1 werk liever het gehele blik veld vullen. Maar ook dan ontkomen ze niet aan ver- j gelijking, hetzij met vorig werk van hun eigen hand, hetzij met gelijksoortig werk van anderen. Hoe saai! Het Salomonisch „toeval" is vaak veel oorspronkelijker en diepzinniger. Zo zijn bv. hier naast elkaar komen te staan het „historisch spel" Boni- fatius van Fedde Schurer en de tweede druk van het „spel van het humanisme" Erasmus van Garmt Stuive- ling Waarin komen deze ^«"voordeien' stukken met elkaar over-lheid en gemakkelijkheid van een? Een historische figuurzegging, maar met de nadelen van formaat wordt sprekend ,ee" t0' s!|ls.*' onbekommerdheid in het \oori- en handelend, zo mogelijkschrij-ven, waardoor soms node omgeven door eveneens his- j loos rijmdwang ontstaat. Zo torische bijfiguren, uitge- i wordt er ergens door een .zetter beeld, met gebruikmakingf" whem-in een bladzijde ge- toond, om te kunnen rijmen op van zoveel mogelijk histo-Monseigneur. Op Morus rijmt; rische gegevens. i„Hoor-es" en „past me" rijmt °P Erasmus. Het De bedoeling was te verwaclt- is de belang- ten dat eigen-1 rijkheid van VflMWnjffSfmy namen van de bewonderde BEW1»gggiSgillflB hootdlignren figuur aan- nier of daar aan schouwelijk te het maken, o.a. OJYIIWafeen regel te- door te laten recht zouden zien waarin die ■fiHBHHHHHHKBHfBHHi komen, maar dr belangrijkheid hierdoor Dedmer met zijn vrouw Branda de voomaamsten van de derde categorie vormen. Natuurlijk groe peren de meer historisch getinte gebeurtenissen zich om het op treden van Bonifatius en zijn. aan Elia bij de Karmel herinne rend, publiek tarten van de voor naamste afgod, hier Donar gehe ten. Het zielkundig kernpunt ten dat is een mooie vondst) wordt echter gevormd door het kleine dochtertje van Dedmer en Bran da, dat volgens de heidense zede ter dood gebracht had n- i ten worden. Vtouw Branda, i een zwaar gewetensconflict ge raakt, had het kind evenwel bij de Christen Walraad Wursing laten verbergen. Men moet er kennen, dat de opzet van Schu- rers spel als speelstuk geslaagd rield druk i >r (de van 1936». He- s'-ho idealen de historische ëëgevéns geen eeweld aan te doen. Stuiveling heeft kannen orofi >-en van Huiiin»s*« füne boek ol Schu- instiireerd ceweest door d° spelen van Henriëtte Rolend Holst, aan wie het spel over Erasmus is op gedragen. Wat men in 1954 als een be zwaar voelt is de versbouw, die van de tachtigers, met name Gorters Mei is afgekeken, vlot- Stuiveling bespaart ons het ge zicht op Erasmus' sterfbed, maar gunt ons wel een kijkje in de sterfkamer. Bij Schurer krijgen we de dood van Bonifatius even min te zien. Een filmregisseur, zou hierover anders gedacht heb ben! De terughouding van beide auteurs op dit punt (die overi gens op een zeer oud toneelge- bruik teruggaat) is te prijzen maar ze vereist een meesterhand ln de uitvoering. Men is ge neigd Stuiveling hier resultaat te prijzen bov rer. omdat de eerste ons nei sterven van Erasmus toch van zo nabij mogelijk doet meemaken Bij het lezen van beide stukken is men meer gegrepen door de dood van Erasmus dan door die van Bonifatius. Billijkheidshalve moet toegegeven worden, dat de i sfeer om een sterfbed heen van- !- i zelf al sterk suggestief is. Ook bij Schurer stelt de taal, van de Nederlandse tekst althans, enigszins teleur. Voor wie veel in Friese milieus heeft verkeerd, heeft het Nederlands van dit spel een duidelijk Friese kleur. Slecht: een enkele maal wordt het Ne derlands door innerlijke span kracht tot literatuur. Ik denk hier aan de woorden van vrouw Tetle aan het begin van hei derde bedrijf, wanneer ze de samenzwerende mannen ophits tot de moord op de bisschop. Een nieuwe hoop rijst in mijn oude hart. 'k Zag 't soms met onze man nen donker in; Ik dacht, zij allen raakten Besmet met deze laffe, weke geest Die waart over ons land. Maar Wodan dank Er z\jn nog kerels hier in Oostergo. Doet nu uw best, en laat de vrouwen zien Hoe hard een Friese vuist wel toe kan slaan Op 't vreemd gebroed dat ons Tiaar 't leven tast. Zij wachten u dan straks met open armen. Zo warm en teer en wild s in de bruidsnacht. Nooit feller mint een vrouw, dan als haar liefste Terugkeert uit de strijd, als overwinnaar, Met aan zijn huid de rook van 's vijands bloed. Gaat heen in deze kracht, en keert niet zonder Die dronkenmakende tvond're geur terug. Fries auteur diepste bestaat. De spelvorm brengt natuurlijk de eis van een sterke vereenvoudiging mee. alsook de eis van contrastwerking, wat per slot ook een soort vereenvou diging is. Het verschil ligt hierin, dat de auteur inzake Eras mus te veel en omtrent Bonifa tius te weinig levensbijzonder heden ten dienste staan. Stuive ling heeft dus sterk moeten schif ten en Schurer sterk moeten fan taseren. Het is duidelijk, dat, on danks de schaarse ge;Vvens. de dood van Bonifatius een betere dramatische stof biedt dan stane rijmdwang zou gemakke lijk te voorkomen zijn geweest. Het hoofdbezwaar tegen dit werk is echter het gebrek aan zielkundige diepte, zowel in de conceptie van Erasmus zelf als van zijn tegenspelers. Wat dit spel precies mist is de geniale toets. Schurer moest onvermijdelijk om Bonifatius heen drie typen die heiden blijven, fanatiekelin gen derhalve; mensen die al Christen waren voor het stuk leven en sterven van Erasmus. Dei begon, en „bekeerbare figu: strijd tussen Christendom en hei-lieden dus. die tot verandering dendom levert van huis uit fellevan inzicht te bewegen zijn. De contrasten op. maar Erasmus' leven1 Driester Pelle, en Tetle, boer (zo geheel anders dan dat van I Dedmers schoonmoeder, behoren Luther) is voor een spel onge-tot de eerste categorie; Bonifa- schikt. Na lezing van de zes tafe-jtius' oud-leerling Nuttert en de reien, waarin het stuk over Eras- christenboer Walraad Wursing mus is verdeeld, heeft men ze in I tot de tweede groep, terwijl, boer Jeelden staan Dat heeft da Mostra '54, de de tuin van het Mu- leuni Boynians te Botterdam opgesteld geweest zünde tentoon- •telling van Italiaanse plastische kunst, van de zomer weer bewe- ten. Geen wonder: God heeft mens en dier i n pen. Soms overkomt bet ons, dat we, geheel onopzettelijk, dieren of alsof het plastieken die waren. Dat ze zich bewegen ia geen be letsel: het is de ruim te om hen heen, die bun het karakter van een beeldgroep geeft. Ach, men behoeft hier Rilke te denken, de Oostenrijkse dichte! heersend, dat haar ge- linkerhand onder h> "ïedriegen: ze praten gedachteloi achree doch •nheid he- leven. Ze zitten op de drempel van een huis in aanbouw en op de drempel van het huis hun liefde. Soms de negatieve uitkomst van een leven geeft haar stem de huiveringwek kende, schorre, vèr dragende klank van grote tragé- hier Mat srkelykheid. Als ik ik achter •t paar tien a vijftien niets dar achter mij heb de i eruitgang zitten, alsof :e al speelden wat ze, ils 't God belieft, over 'eertig jaar zijn zullen, littend aan de uitgartg •an hun levenshuis. Ook deze groep laat iij. Er is Beelden in de ruimte ijde, glmstere onkruid Moeder, weet je nog hoe vroeger Toen ik klein was, wij tezaam ledren nacht een liedje, moeder, Zongen voor het raam? Moe gespeeld en moe gesprongen, Zat ik op uw schoot, en dacht, In mijn nacht-goed kleine jongen, Aan 't geheim der nacht. Want als wij dan gingen zingen 't Oude, altijd-eendre lied, Hoe God alle, alle dingen Die wij doen, beziet, Hoe .zijn eeuw'ge, grote wond'ren Steeds beschermend om ons zijn, Nimmer zong je, moeder, zonder 'n Beven dat rejrein Dan zag ik de sterren flonk'ren En de maan door wolken gaan, d'Oude nacht met wijze, donk're Ogen voor mij staan. MARTINUS NIJHOFF. (Uit „Verzameld werk". Uitgave Daamen N-V./G. A. v. Oorschot). de vraag, o: wellicht een vertaling van Nederlands i: het Fries niet beter resultaat waarborgt dan een vertaling van het Fries in het Nederlands. Is het omdat het ge schreven Fries dichter bij de om gangstaal staat en het Nederlands kan profiteren van een veel meer uitgebreide, geschreven litera tuur? De eenvoud van Nijhoffs lekespelen is een eindelijk be reikte eenvoud, resultaat van veel verwerpen en zorgvuldig kiezen uit de overgeleverde dichterlijke idiomen. Maar het spel is natuur lijk in het Fries ontworpen en moet in de eerste plaats als een Fries werk worden beoordeeld. Het komt my voor dat dit aan een geboren Fries moet worden overgelaten. ïrd ges )it artikel i aanleiding i ledde Schurer. uon Spel ln drie bedr Nederlandse tekst n aacjóQ mymerincjen^, De 's-Gravenhaagse Boekhandelaarsvereniging had, bij haar honderdjarig bestaan in September 1954. geen beter keus kunnen doen dan de auteur j F. Bordewijk te vragen een boekje voor haar I te schrijven dat als geschenk aan de lezer zou kunnen dienen. I Wie verwachtte dat Bordewijk in dit sierlijk uitgegeven geschriftje een extract zou geven van al hetgeen hij in zijn vele romans over de I inwoners en de architectuur van de voormalige Residentie heeft geschreven, bemerkt al lezende I dat de auteur veeleer aan dit alles nog een en ander heeft toegevoegd. Het zijn mijmeringen van een romancier die zestig jaar in Den Haag heeft gewoond en op zijn eigen, onnavolgbare wijze het Haagse leven bespiegelt. In tegenstelling tot Couperus, die zich in zijn Haagse romans bepaalde tot de aristocratie, heeft Bordewijk er behagen in gehad de Hage- naar van alle standen te doorschouwen, van i Statenkwartier tot Spoorwyk. Het is een ver rukkelijk boekje geworden, speels, een tikje weemoedig, maar altijd mannelijk van toon. Als ge dit boekje gelezen hebt. zult ge de Haagse Passage. ..een onder architectuur geblazen cham pagneglas". met andere ogen bekijken en Borde wijk toegeven dat gr een zekere bekoring kan liggen in het bemit|b£fl van het onverantwoor delijke. Ziehier 75 bladzijden getemperde ironie met bijzondere waarde voor alle beminnaars van het boek èn van de goede stad 's-Gravenhage. P. J. R. =Tschaikowskv en De Falla Er was eens een criticus die heel lelijk schreef bij de eerste uitvoering van een nieuw Vioolconcert. Dat was op 4 December 1881 Wenen, toen de Russische violist Adolf Brodsky het Vioolconcert in D-dur van Tschaikowsky introduceerde. De even befaamde als be ruchte criticus Eduard Hans lick zat in de zaal en luisterde hoofdschuddend. Algemene fatsoensnormen weerhielden hem ervan luid te schreeu wen: „Waanzin, dat is rom mel". De andere dag in de krant, de „Neue Freie Presse", zou hij wel schreeuwen, met zijp pen dan, die eerst in gif was gedoopt. geleder halvi onder de ban i de door hem ver eerde Franse beeldhou wer Rodin Paryse iitraattypen in poëzie en proza ala het^ beeld- gelaten, man di wat dat vreemde, ras pende geluid arhter hem betekent. Ook ik versta de wóórden niet, maar ik weet zegt: Het ia bootwerker weer aa aloffen, leunend op e« atok. Een vuile jekk. omgeeft z'n machtige tors; een ouderwetse pet dekt zyi kop. Ei laat. En dat de eik, die vallr nsheeldei zeldzami ziet. kant, terwyl de ache dubhelgroep naar zie dat de overkant uitwijkt, lat uur zitten weer de jonge ling-bouwvakarbei- zulkc ring. her Hissehie.. de Maasboulevard in Botterdam te danken en aan het ruime, fon telende riviergezicht met de Nieuw Amster dam op de achtergrond. Over de nieuwe brug in de Rederijstraat vrouw van gevorderde leeftijd juift nog on der de dalende slag- egeld wuste verzekerdheid wijsheid ia hun p' tend bijeenzijn. M Hij knie trokken, het dere heen rechtuit, het hoofd op een hand gesteundzij heefl zich half naar hem toegewend, terwijl haar Zyn oude, verre ogen rien me al niet meer. /.e zoeken het oude Rotterdam, groot ge worden door pienter heid en door lichaams kracht als de zijne, het Rotterdam dat niet meer is. En de prach- hoge iepen achter het Waalse kerkje bevesti gen met een dfoog ruisen, dat alles voor l>ygai C. 1 DAVID OISTRACH Dat gif is wel niet dodelijk ge- weest. maar het heeft de com ponist van het Vioolconcert toch wel geheel van streek gemaakt. Of denkt u dat een zin als: ..Tschaikowsky's Violinkonzert bringt uns zum erstenmal auf die schauerliche Idee. ob es nicht auch Musikstücke geben könnte die man stinken hört" door Tschaikowsky zo maar voor ken nisgeving is aangenomen? Het componeren van dit werk had ■ü-ü-trü-üiriririrïi-trCrtrtrtrtrtrbifCrCrCriri Via naald t i en plaat hem zo ontzettend veel vreug de geschonken en met enkele venijnige woorden werd die vreugde kapot gemaakt. „Men vraagt zich bij dit Vioolconcert af of er misschien ook muziek is die men hoort stinken"., het is niet erg vriendelijk. Pijnlijk voor Hanslick dat de geschiede nis hem geen gelijk heeft ge geven. Het Vioolconcert van Tschaikowsky is ondanks de grote moeilijkheden (waartegen Hans lick ook fulmineerde) een der Eopulairste werken uit de viool- teratuur geworden. Het is natuurlijk mogelijk dat Brodsky het werk in 1881 tech nisch niet helemaal beheerste En dan wordt het werk aangetast. Tegenwoordig staan de violisten nergens meer voor en zeker niet de 46-jarige Rus sische violist David Oistrach, thans professor aan het Tschai- kowsky-conservatorium in Mos kou. Oistrach is niet alleen een viool-phenoneem, hij is ook een ras-muzikant, die Tschaikowsky's muziek in haar volle lyriek en hartstocht weet uit te zingen op zijn instrument. De nieuwe gra- mofoon-opname (Deutsche Gram- mophon Gesellschaft LPM 18196) hiervan wel een duidelijk be wijs. „Zijn kunst is niet alleen de openbaring van de menselijke oprechtheid, zij is bijna op de grens van een overvloedig-exta- tische zelfdemonstratie", schreef Alexander Schmuller eens van rschaikowskv. De opname van David Oistrach is er nu om deze woorden waarheid te maken, om die extase van Tschaikowsky. die zinnelijke schoonheidsontroe ring. op de luisteraar over te dragen De Sachsische Staatska- pelle Dresden o.l.v. Franz Kon- tschny speelt de orkestpartij et dezelfde overtuiging en mu zikaliteit. Deze plaat toont op nieuw de grote kwaliteiten van de klankregisseurs van de Deut- sche Grammophon Gesellschaft. Eustrati. Een langspeelplaat die u zeker J timbre. DIANA EUSTRATI vond Juist in het buitenland meer gehoor dan in zijn vaderland Spanje. Eerst was het Parijs dat hem gastvrij ontving, daar er in Spanje geen interesse was voor de eigen zoon. De eerste wereld oorlog deed hem terugkeren, af gezonderd levend in de buurt van Granada, De burgeroorlog in 1936 deed hem weer verdwijnen en aLs een balling leefde hij verder tot zijn- dood op 14 November 1946 in Argentinië. Maar zijn roem was van Parijs uit. waar in 1913 al de opera „La Vida Breve" was gegeven, al over de gehele beschaafde wereld doorgedrongen. Wonder lijk dat deze man eerst later er kenning vond in zijn vaderland, daar zijn muziek toch door en door Spaans is. Als voorbeeld nemen we nu de nieuwe opnamen (ook D.G.G.- langspeelplaat LPM 18177) van „El amor brujo'.' en de dansen uit „El Sombrero de tres Picos"; in bet „El amor brujo" (de liefde als tovenaar) is er de on vervalste sfeer van tragiek en vreugde der Spaanse gitanes, die fascinerende mengeling van hei dendom en mystiek. En in „El Sombrero de tres Picos" (de drie kante steeki is er de sprankcling dc rode Spaanse wijn er. verfijning van een Spaanse schilder als Goya Het is geen folklore die De Falla geeft, maar volkomen eigen schepping, waar- ittemin de wezenselemen- n het Spaanse leven zijn Nergens banaal, maar steeds van /eerstaanbare grandezza. worden die werken ook uitgevoerd door het Berlijns Philharmonisch Orkest, o.l.v. Fritz Lehmann. In deze vertolkingen behoudt De Falla's muziek haar adel. Een speciaal woord van zzo-sopraan Diana praentig stern- zangtechniek tten moet. I zuivere muzikaljteit de liederen Kreeg Tschaikowskv buiten de uit „El amor bruio" tot een ver- grenzen van zijn vaderland veel rukking maken tegenwerking. Manuel de Falla CORN. BASOSKI DR. N. J. HOMMES: „INZINKING" Una Sancta alleen in de verte ALS GEREFORMEERDEN en als Gereformeerde Kerken bevinden wij ons in een gevaarlijke situatie, schrijft dr. N. J. Hommes uit Hillegersberg. „Wij zijn op drift geraakt. De veilige, vooroorlogse ankers, met de vastig heden van toen, houden niet meer. Ze zijn versleten of gebroken, in elk geval te zwak om in de wervel van het heden stand te houden." Dr. Homme-s schrijft in het Ge reformeerd Weekblad een serie artikelen, waarvan het eerste heet: De weg uit de inzinking. opgroeiende jeugd op volle toerenterkerk vlak draait, blokkend, zwoegend op ",J J Mulo en Middelbare scholen en op avondcursussen voor Midden standsdiploma's de slagers- en bakkersjongen incluis en die het kerkelijke leven ook onder grote druk zet. Intussen ploeteren en zwoegen onze Synodes onder een enorme agendalast voort met lijvige rapporten en studies, wel ke zo goed als door geen enkele kerkeraad meer worden gelezen en bestudeerd. Niet direct uit on verschilligheid, maar men heeft er eenvoudig geen tijd meer voor. De diakenen zitten aan de grond en verlegen met het voortdurend opdringen van Staat en Maat schappij Synodeleden en prae- adviseurs worden ongewild steeds meer de ..managers" der Kerk. De betekenis van de plaatselijke Kerk is tanende." Onzekerheid ..Er heerst een algemene onze kerheid en onenigheid over de koers. De dominees en ouderlin gen hebben handen vol werk i de dreieende inzinking en dreigende verval van religie tal van gezinnen, zoals dai zich demonstreert in daling van kerk gang, catechisatiebezoek, kapotte huwelijken en echtscheidingen. De rand, die de religie en Gereformeerde leven als randver siering neemt, wordt steeds gn ter. De uitwendige tekenen va het Gereformeerde leven blijven nog wel opgericht staan, maar er is niet meer de rechte geloofsbe- zieling en inspiratie." Dr. Hommes concludeert ook een gevoel van onmacht tegenover vragen van de dag: „Wij zijn verdeeld over de Pu bliekrechtelijke Bedrijfsorganisa tie. zoals we dat waren over het Indonesische drama van enkele jaren. Wij zijn verdeeld over a' of niet deelnemen aan de Wereld raad der Kerken, terwijl we ook de I.C.C.C. afwijzen, waarovet een kleine meerderheid onder ons weer enthousiast is. Het schijnt wel of onze tijd er een soort genoegen in heeft, ons te c rompelen met problemen, w over we blijkbaar vanuit Gods Woord geen klaar en allen be vredigend antwoord kunnen vin- Noch We reldraad, noch Internationale Raad kunnen ons uit de inzinking hel- oen. Het kwaad zit elders en die per... Zelfs een aanvaardbare Wereldraad of een aanvaardbare Internationale Raad van Christe lijke Kerken zou nog maar een uiterst pover en zwak noodver band betekenen." Wel acht dr. Hommes het ont wakend katholiciteitsbesef een ver blijdende winstpost op de kerke lijke balans, maar hij ziet ook ge varen. O.a. ..dat men een over spannen a-historische aandacht voelt en kweekt, vooral onder in vloed van de pers. voor de zoge naamde „wereldwijde" kerk. ter wijl we onwillig en onwetend wor den om de honderden vraagstuk- DR. HOMMES ken vlak bij huis te doordenken en aan te snijden, of erger bewust gaan verdoezelen. God beware ons voor deze bouw op een afstand en afbraak bij Wat doet gemeente voor de pastor? Ds. H. G. Groenewoud uit Groningen zoekt in het herv. weekblad De Gereformeerde Kerk een oplossing voor de vraag: hoe komt het dat zoveel predikanten (gereformeerde en her vormde) de neiging vertonen, betrekkingen te zoeken, die hen buiten hun ambt zouden plaatsen? Men spreekt van een zekere moeheid bij predikanten. Ongeduld ..De jongerasgeneratie —-.ik doe niet mee aan'zuchten over haar. daar ik van mening ben. ór.t de misère onder ons veel erger is bij de slaperige middelmatigheid van de generatie van 40-50 jaar! die met enthousiasme in deze tijd ge tuigen wil van Jezus Christus, wordt ongeduldig. Zij voelt het bevredigende van de situatie, ter wijl zij elke dag staat voor een geconfronteerd worden met de ont stellende afmetingen van een ont kerstend leven en van de kerke lijke verdeeldheid. Wie onzer voelt ook niet de pijn lijke verlegenheid als hij in de kranten leest, hoe een Constella tion van de K.L.M. enkele Geref. predikanten, een Chr. Geref. pro fessor en een dominé var Geref. Kerken, art. 31 K.O. i lucht vervoert om in Amerika de Una Sancta van Bijbelgetrouwe Kerken en Christenen te vieren, die dan weldra terugkeren om hier in Nederland verder rustig op eer afstand te leven en elkander uil de weg te gaan, of erger te ne geren en te veroordelen? Hel schijnt blijkbaar altijd gemakke lijker de Una Sancta in de verte te vieren dan vlak bij huis. Maar het blijft dan toch maar een trieste vertoning, en geen wonder dat men zijn schouders ophaalt en een tikje spottend spreekt de klucht der Una Sancta ir lucht. Bij huis Ik heb het gevoel, dat Matth. 5: 24 een pijnlijke boodschap inhoudt zowel voor de Wereldraad van Kerken als voor de Internationale Raad van Christelijke Kerken, nl Laat daar uw gave voor het al- Moeheid door jarenlange betrekkelijk vruchteloze ar beid onder bepaalde groe. pen? Een algemene neiging om op een bepaalde leeftijd van beroep te willen veran- ..En toch zijn we hiermee niet klaar. We kunnen ook trachten ons er van af te maken met de opmerking, dat dit verschijnsel zich ra. tuurli-jk voordoet bij predi kanten die op een of andere manier zijn ..vastgelopen". Toch zij men hiermee voorzichtig. Het zijn ook wel predikanten, die om hun ar beid, hun prediking zowel als pastorale zorg. in hun ge meente een goede plaats nemen, bij wie deze m heid optreedt." Veeleisend Ds. Groenewoud noemt het ambt van predikant, hoe ..treffelijk" ook, uiter mate zwaar. „Vergt reeds het gewone werk van predi. king en catechese, jeugdlel- ding en zielszorg veel. het die de stempel der moderne cultuur draagt, en onder het voorleken van het aposto laat der kerk, maakt het nntiaglijk vtal moeizamer Een predikant die zich be- bepaaldelijk hierdoor aan alle aspecten van zijn werk worden gesteld en die een sterk besef heeft van z'r verantwoordelijkheid, ziel zich geplaatst voor de nood zaak van een grote activi teit en daarbij de enorme taak van studie op velerlei terrein." Ook een mens Dit hele complex moet volgens de schr. wel span ningen oproepen, waarvan het geen wonder is dat ze menigeen te machtig zijn. Een predikant is ook maar een mens... die als ieder lid der gemeente, en wellicht juist hij in 't bijzonder, zielszorg nodig heeft. De Hervormde kerk heeft niet een officiële functie van herder der herders. „Meni ge jonge predikant dankt in dit opzicht veel aan een ou. dere genabuurde collega, of een consulent. Evenzeer ech ter zal menige jonge predi kant een dergelijke leidsman missen. Daarom juist komt zo ontzaglijk veel aan op de houding van de gemeente tegenover haar herder leraar." Overheidssubsidie? Scherpe reactie uit Delft JJITERMATE scherp is de reactie van ds. J. C. Jonkers in de Gereformeerde Kerkbode van Delft, op hetgeen over het subsidievraagstuk is gezegd op de centrale diako- nale conferentie te Rotterdam. Hij meent zelfs dat onze kerken wH drijven in een bepaalde richting. De c heidssubsidie voor de arbeid der Kerk zal geslikt worden." „Het is goed dat men duidelijk begint te spreken. Het wordt ook onzerzijds t\jd om uit te spreken dat, wanneer deze mentaliteit zich zal hebben gekristalliseerd in haar ongeloofsbeslissingen, voor ons de teerling zal geworpen zijn. Wanneer het duidelijk zal zijn dat de Kerk haar eerstgeboorterecht voor een schotel linzemoes bereid prijs te geven, zullen we de plaats verlaten waar we geen grond under de voeten hebben, geen dak boven '-t hoofd, waar het geloof vermoord wordt, het voorgeslacht loochend en het nageslacht verraden. Daarom waarschuwen we, nu het misschien nog tijd is. Men speelt met de eenheid der Kerken, wanneer zich niet ontziet over andermans geweten heen te lopen, wanneer men tactische manoevres uitvoert om anderer overtuiging te verdonkeremanen. Wat ons aangaat: We zien liever onze hand verlammen dan de leugen aan te heffen: wij kunnen niet en ter ver vulling van Christus' opdracht de toevlucht te nemen tot de Staatskassen. Gevelarchitectuur! Het schoren en verfraaien van een gevel waarachter een huis bezig is tot in het gebint te verrotten en in puin te vallen. Wil men toch doorgaan? Men zij gewaarschuwd! Wij zijn niet van zins de gemeente onkundig te laten aan gaande de dingen, die men bez>g is onder ons klaar te maken. Er is al reeds te veel geruisloos gebeurd" Aldus ds. Jonkers. ■iiirtrCriririi-tiiriririrtrtriririr-Crü-^-ü-irtrtrlrirti-it „Wij hebben een School met de Bijbel in Boechout gebouwd. In vtjf maanden tijd werden school, leermiddelen, leer krachten en leerlingen uit de grond ge stampt, zo zegt men. Maar het moest! Wij hadden zelf 30 kinderen. Van de Evangelisatie kregen we er 55 bij. Dat zijn er nu 85, met nog velen in 't ver schiet. Al deze kinderen zullen bij de Bijbel, niet bygeloof, grootgebracht wor den. Al deze kinderen zullen weten wie Jezus 'is. Zoudt Gij ons niet wil len helpen met een bijdrage voor niet willen helpen met een bijdrage voor de school? U moet er niet ver voor gaan. Op elk postkantoor kunt u uw bijdrage storten op de Nederlandse giro rekening 382955 van de School met de Bijbel te Boechout (België). Stel het niet uit tot later. Indien het in uw ver mogen ligt iets te doen. help ons op deze wijze voort te bouwen aan het grote werk dat er in Vlaanderen ge schiedt!" Aldus schrijft ons de heer K. Sluys, voorzitter van de Evangelisatiecommis sie van de Gereformeerde Kerk van Antwerpen voor Boechout irN-üirtrtrtrtrtrtrirü-Ci-ü-tri: 6 ft A ft ft ft Kerk in de wereld De bekende Amerikaanse sportdominee Robert E. Richards is toelating tot de Metbodiatenkerk van Colombo (Ceylon) geweigerd, omdat hy geen bezwaar heeft tegen Zondagasport. Zweden heeft een groot tekort aan pre dikanten. Bisschop Runeatam heeft a.a. leraren gevraagd, na een spoedcuraua predikant te worden. De Noorae spoorweg-evangelisatie legt ieder jaar bybels in de nachtverblijven van de spoormannen. Tot haar vreugde merkte z\j, dat de bybela zeer spoedig versleten z(jn. B Amerikanen onder de 30 jaar mogen meedoen aan een wedstrqd voor het schryven van kerkliederen. Het resul taat moet een nieuw gezangboek wor den. van-de-jeugd-voor-de-jeugd, onder auspiciën van de Nat. Raad van Chr. De Zwitserse theoloog prof. dr. Emil Branner werkt aan de Chr. universiteit van Tokio. Hij deelde mee dat, als hy Japanner was, hy geen lid zou zyn van een der georganiseerde kerken, maar lid van de Mukyokai. Deze groep richt zich tegen de organiaatie van het christelijk geloof en vertegenwoordigt een soort van inheems christendom (50.000 leden) met veel bybelstndie in de gezinnen. I „Zfirirh waarheen?" Onder deze titel wordt in October volgend jaar een groot se xaaiweek gehouden, waarin elke be woner van de stad, tot de laatste toe, be reikt moet worden. Op vele punten en in allerlei zalen tegelijk zullen gemeen teleden van hun geloof getuigen. I De Engelse Kerk heeft dringend hon derd jonge mannen en vrouwen voor het zendingswerk nodig. Die zyn hyna niet te krijgen. Sir Kenneth Grub, pre sident van het Zendingsgenootschap, klaagde: vroeger had de jeugd nogeens durf, maar nu schynt zij liever thuis te blijven. I Het nieuwste uit de States: in verband met „hel herleven van het religieuze ge voel in Amerika" heeft een speelgoed fabriek een pop op de markt gebracht, die nin biddende houding kan knielen" I Ook in de V.S.: de heer Heywood Dor sey uit Cincinnati heeft een aanklacht ingediend tegen Frederick Gray, die een vijfdollarbiljet uit zyn bijbel zou hebben gestolen. Het biljet was verstopt naast de bladzijde, waarop dc Tien Ge boden staan. Terug in Nederland: Een kerkbode schreef: Zr. X, hoewel geen lid van de gemeente, is toch reeds enkele weken ziek

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 9