BONIFAT1US c
D ERASMUS
LEZERS
PELGRIMAGE
Extase en dans in de muziek
Gereformeerden op drift geraakt
vooroorlogse ankers versleten
Ambt van predikant is zwaar
De Bijbel in
Boechout
nieuwe leidsche courant
öesiöeRius er as m us
een humanistisch'en een
histoRisch spe
zijn herinnering als een
historieplaten, als het ware
üoeld om in een klaslokaal van
een gymnasium of lyceum te wor
den opgehangen. Eerste tafereel:
eetkamer in het huis van Thomas
More te Bucklersbury. 1509; twee
de tafereel: de drukkerij van
Johannes Froben, Bazel 1516; der
de tafereel; de werkkamer van
Godscalc Rosemondt. Leuven 1520;
vierde tafereel: een kamer
Erasmus' huis te Bazel. 1
vijfde tafereel: het studeervertrek
van Oecolampadius. Bazel 1529;
zesde tafereel: een kamer in het
huis van Hieronvmus Froben, Ba
zel 1536. Eigenlijk is deze indruk
van een platenserie een compli
ment jegens de auteur, gegeven
de onmogelijkheid van de onder-
nemine. want hii bewijst, dat
Stuiveling met juist begrip be
langrijke kernpunten u;t Erasmu®'
leven heeft gekozen, en dat elk
tafereel een afgesloten eenheid
vormt. Zo is dit soel het
T NDIEN er maar één kunstwerk bestond, zou critiek
daarop onmogelijk zijn. Geen critiek is mogelijk zonder
vergelijking. Vergelijking vereist echter punten van ver
schil bij punten van overeenkomst. Wanneer twee kunst
werken op alle punten van elkaar verschillen, heeft liet
geen zin ze naast elkaar te houden. En dat twee kunst
werken op alle punten met elkaar zouden overeenstem
men, komt eenvoudig niet voor.
Nu weten alle enigszins
ervaren beoordeelaars van
kunst, dat het toeval (in de
zin van Prediker 9 11) dik
wijls de vruchtbaarste ver
gelijkingen aan de hand doet.
Wat op de schrijftafel terecht
komt om besproken te wor-
i den, groepeert zich vaak als
I vanzelf en noopt spontaan
tot onderlinge vergelijking.
De auteurs vinden zulk
een „vergelijkend examen"
meestal niet prettig: het is
te begrijpen, dat ze met hun
1 werk liever het gehele blik
veld vullen. Maar ook dan
ontkomen ze niet aan ver-
j gelijking, hetzij met vorig
werk van hun eigen hand,
hetzij met gelijksoortig werk
van anderen. Hoe saai! Het
Salomonisch „toeval" is vaak
veel oorspronkelijker en
diepzinniger. Zo zijn bv. hier
naast elkaar komen te staan
het „historisch spel" Boni-
fatius van Fedde Schurer en
de tweede druk van het
„spel van het humanisme"
Erasmus van Garmt Stuive-
ling Waarin komen deze ^«"voordeien'
stukken met elkaar over-lheid en gemakkelijkheid van
een? Een historische figuurzegging, maar met de nadelen
van formaat wordt sprekend ,ee" t0' s!|ls.*'
onbekommerdheid in het \oori-
en handelend, zo mogelijkschrij-ven, waardoor soms node
omgeven door eveneens his- j loos rijmdwang ontstaat. Zo
torische bijfiguren, uitge- i wordt er ergens door een .zetter
beeld, met gebruikmakingf" whem-in een bladzijde ge-
toond, om te kunnen rijmen op
van zoveel mogelijk histo-Monseigneur. Op Morus rijmt;
rische gegevens. i„Hoor-es" en „past me" rijmt
°P Erasmus. Het
De bedoeling was te verwaclt-
is de belang- ten dat eigen-1
rijkheid van VflMWnjffSfmy namen van
de bewonderde BEW1»gggiSgillflB hootdlignren
figuur aan- nier of daar aan
schouwelijk te het
maken, o.a. OJYIIWafeen regel te-
door te laten recht zouden
zien waarin die ■fiHBHHHHHHKBHfBHHi komen, maar dr
belangrijkheid hierdoor
Dedmer met zijn vrouw Branda
de voomaamsten van de derde
categorie vormen. Natuurlijk groe
peren de meer historisch getinte
gebeurtenissen zich om het op
treden van Bonifatius en zijn.
aan Elia bij de Karmel herinne
rend, publiek tarten van de voor
naamste afgod, hier Donar gehe
ten. Het zielkundig kernpunt ten
dat is een mooie vondst) wordt
echter gevormd door het kleine
dochtertje van Dedmer en Bran
da, dat volgens de heidense
zede ter dood gebracht had n-
i ten worden. Vtouw Branda,
i een zwaar gewetensconflict ge
raakt, had het kind evenwel bij
de Christen Walraad Wursing
laten verbergen. Men moet er
kennen, dat de opzet van Schu-
rers spel als speelstuk geslaagd
rield
druk i
>r (de
van 1936». He-
s'-ho idealen
de historische
ëëgevéns geen eeweld aan te doen.
Stuiveling heeft kannen orofi
>-en van Huiiin»s*« füne boek ol
Schu-
instiireerd ceweest door d° spelen
van Henriëtte Rolend Holst, aan
wie het spel over Erasmus is op
gedragen.
Wat men in 1954 als een be
zwaar voelt is de versbouw,
die van de tachtigers, met name
Gorters Mei is afgekeken,
vlot-
Stuiveling bespaart ons het ge
zicht op Erasmus' sterfbed, maar
gunt ons wel een kijkje in de
sterfkamer. Bij Schurer krijgen
we de dood van Bonifatius even
min te zien. Een filmregisseur,
zou hierover anders gedacht heb
ben! De terughouding van beide
auteurs op dit punt (die overi
gens op een zeer oud toneelge-
bruik teruggaat) is te prijzen
maar ze vereist een meesterhand
ln de uitvoering. Men is ge
neigd Stuiveling hier
resultaat te prijzen bov
rer. omdat de eerste ons nei
sterven van Erasmus toch van zo
nabij mogelijk doet meemaken
Bij het lezen van beide stukken
is men meer gegrepen door de
dood van Erasmus dan door die
van Bonifatius. Billijkheidshalve
moet toegegeven worden, dat de
i sfeer om een sterfbed heen van-
!- i zelf al sterk suggestief is.
Ook bij Schurer stelt de taal,
van de Nederlandse tekst althans,
enigszins teleur. Voor wie veel
in Friese milieus heeft verkeerd,
heeft het Nederlands van dit spel
een duidelijk Friese kleur. Slecht:
een enkele maal wordt het Ne
derlands door innerlijke span
kracht tot literatuur. Ik denk
hier aan de woorden van vrouw
Tetle aan het begin van hei
derde bedrijf, wanneer ze de
samenzwerende mannen ophits
tot de moord op de bisschop.
Een nieuwe hoop rijst in mijn
oude hart.
'k Zag 't soms met onze man
nen donker in;
Ik dacht, zij allen raakten
Besmet met deze laffe, weke
geest
Die waart over ons land.
Maar Wodan dank
Er z\jn nog kerels hier in
Oostergo.
Doet nu uw best, en laat de
vrouwen zien
Hoe hard een Friese vuist
wel toe kan slaan
Op 't vreemd gebroed dat
ons Tiaar 't leven tast.
Zij wachten u dan straks met
open armen.
Zo warm en teer en wild
s in de bruidsnacht.
Nooit feller mint een vrouw,
dan als haar liefste
Terugkeert uit de strijd, als
overwinnaar,
Met aan zijn huid de rook
van 's vijands bloed.
Gaat heen in deze kracht, en
keert niet zonder
Die dronkenmakende tvond're
geur terug.
Fries auteur
diepste bestaat. De spelvorm
brengt natuurlijk de eis van een
sterke vereenvoudiging mee. alsook
de eis van contrastwerking, wat
per slot ook een soort vereenvou
diging is. Het verschil ligt
hierin, dat de auteur inzake Eras
mus te veel en omtrent Bonifa
tius te weinig levensbijzonder
heden ten dienste staan. Stuive
ling heeft dus sterk moeten schif
ten en Schurer sterk moeten fan
taseren. Het is duidelijk, dat, on
danks de schaarse ge;Vvens. de
dood van Bonifatius een betere
dramatische stof biedt dan
stane rijmdwang zou gemakke
lijk te voorkomen zijn geweest.
Het hoofdbezwaar tegen dit
werk is echter het gebrek aan
zielkundige diepte, zowel in de
conceptie van Erasmus zelf als
van zijn tegenspelers. Wat dit
spel precies mist is de geniale
toets.
Schurer moest onvermijdelijk
om Bonifatius heen drie typen
die heiden blijven, fanatiekelin
gen derhalve; mensen die al
Christen waren voor het stuk
leven en sterven van Erasmus. Dei begon, en „bekeerbare figu:
strijd tussen Christendom en hei-lieden dus. die tot verandering
dendom levert van huis uit fellevan inzicht te bewegen zijn. De
contrasten op. maar Erasmus' leven1 Driester Pelle, en Tetle, boer
(zo geheel anders dan dat van I Dedmers schoonmoeder, behoren
Luther) is voor een spel onge-tot de eerste categorie; Bonifa-
schikt. Na lezing van de zes tafe-jtius' oud-leerling Nuttert en de
reien, waarin het stuk over Eras- christenboer Walraad Wursing
mus is verdeeld, heeft men ze in I tot de tweede groep, terwijl, boer
Jeelden staan
Dat heeft
da Mostra '54, de
de tuin van het Mu-
leuni Boynians te
Botterdam opgesteld
geweest zünde tentoon-
•telling van Italiaanse
plastische kunst, van
de zomer weer bewe-
ten. Geen wonder: God
heeft mens en dier i n
pen. Soms overkomt
bet ons, dat we, geheel
onopzettelijk, dieren of
alsof het plastieken die
waren. Dat ze zich
bewegen ia geen be
letsel: het is de ruim
te om hen heen, die
bun het karakter van
een beeldgroep geeft.
Ach, men behoeft hier
Rilke te denken, de
Oostenrijkse dichte!
heersend, dat haar ge- linkerhand onder h>
"ïedriegen: ze praten gedachteloi
achree
doch
•nheid he-
leven. Ze zitten op de
drempel van een huis
in aanbouw en op de
drempel van het huis
hun liefde. Soms
de negatieve uitkomst
van een leven geeft haar
stem de huiveringwek
kende, schorre, vèr
dragende klank van
grote tragé-
hier
Mat
srkelykheid. Als ik ik achter
•t paar tien a vijftien niets dar
achter mij heb
de i
eruitgang zitten, alsof
:e al speelden wat ze,
ils 't God belieft, over
'eertig jaar zijn zullen,
littend aan de uitgartg
•an hun levenshuis.
Ook deze groep laat
iij. Er is
Beelden in de
ruimte
ijde, glmstere
onkruid
Moeder, weet je nog hoe vroeger
Toen ik klein was, wij tezaam
ledren nacht een liedje, moeder,
Zongen voor het raam?
Moe gespeeld en moe gesprongen,
Zat ik op uw schoot, en dacht,
In mijn nacht-goed kleine jongen,
Aan 't geheim der nacht.
Want als wij dan gingen zingen
't Oude, altijd-eendre lied,
Hoe God alle, alle dingen
Die wij doen, beziet,
Hoe .zijn eeuw'ge, grote wond'ren
Steeds beschermend om ons zijn,
Nimmer zong je, moeder, zonder 'n
Beven dat rejrein
Dan zag ik de sterren flonk'ren
En de maan door wolken gaan,
d'Oude nacht met wijze, donk're
Ogen voor mij staan.
MARTINUS NIJHOFF.
(Uit „Verzameld werk". Uitgave
Daamen N-V./G. A. v. Oorschot).
de vraag, o:
wellicht een
vertaling van
Nederlands i:
het Fries niet
beter resultaat waarborgt dan een
vertaling van het Fries in het
Nederlands. Is het omdat het ge
schreven Fries dichter bij de om
gangstaal staat en het Nederlands
kan profiteren van een veel meer
uitgebreide, geschreven litera
tuur? De eenvoud van Nijhoffs
lekespelen is een eindelijk be
reikte eenvoud, resultaat van veel
verwerpen en zorgvuldig kiezen
uit de overgeleverde dichterlijke
idiomen. Maar het spel is natuur
lijk in het Fries ontworpen en
moet in de eerste plaats als een
Fries werk worden beoordeeld.
Het komt my voor dat dit aan
een geboren Fries moet worden
overgelaten.
ïrd ges
)it artikel i
aanleiding i
ledde Schurer. uon
Spel ln drie bedr
Nederlandse tekst
n
aacjóQ mymerincjen^,
De 's-Gravenhaagse Boekhandelaarsvereniging
had, bij haar honderdjarig bestaan in September
1954. geen beter keus kunnen doen dan de auteur
j F. Bordewijk te vragen een boekje voor haar
I te schrijven dat als geschenk aan de lezer zou
kunnen dienen.
I Wie verwachtte dat Bordewijk in dit sierlijk
uitgegeven geschriftje een extract zou geven
van al hetgeen hij in zijn vele romans over de
I inwoners en de architectuur van de voormalige
Residentie heeft geschreven, bemerkt al lezende
I dat de auteur veeleer aan dit alles nog een en
ander heeft toegevoegd. Het zijn mijmeringen
van een romancier die zestig jaar in Den Haag
heeft gewoond en op zijn eigen, onnavolgbare
wijze het Haagse leven bespiegelt.
In tegenstelling tot Couperus, die zich in
zijn Haagse romans bepaalde tot de aristocratie,
heeft Bordewijk er behagen in gehad de Hage-
naar van alle standen te doorschouwen, van
i Statenkwartier tot Spoorwyk. Het is een ver
rukkelijk boekje geworden, speels, een tikje
weemoedig, maar altijd mannelijk van toon. Als
ge dit boekje gelezen hebt. zult ge de Haagse
Passage. ..een onder architectuur geblazen cham
pagneglas". met andere ogen bekijken en Borde
wijk toegeven dat gr een zekere bekoring kan
liggen in het bemit|b£fl van het onverantwoor
delijke.
Ziehier 75 bladzijden getemperde ironie met
bijzondere waarde voor alle beminnaars van het
boek èn van de goede stad 's-Gravenhage.
P. J. R.
=Tschaikowskv en De Falla
Er was eens een criticus
die heel lelijk schreef bij de
eerste uitvoering van een
nieuw Vioolconcert. Dat was
op 4 December 1881
Wenen, toen de Russische
violist Adolf Brodsky het
Vioolconcert in D-dur van
Tschaikowsky introduceerde.
De even befaamde als be
ruchte criticus Eduard Hans
lick zat in de zaal en luisterde
hoofdschuddend. Algemene
fatsoensnormen weerhielden
hem ervan luid te schreeu
wen: „Waanzin, dat is rom
mel". De andere dag in de
krant, de „Neue Freie Presse",
zou hij wel schreeuwen, met
zijp pen dan, die eerst in gif
was gedoopt.
geleder
halvi
onder de ban
i de door hem ver
eerde Franse beeldhou
wer Rodin Paryse
iitraattypen in poëzie
en proza ala het^
beeld-
gelaten,
man di
wat dat vreemde, ras
pende geluid arhter
hem betekent. Ook ik
versta de wóórden
niet, maar ik weet
zegt: Het ia
bootwerker weer aa
aloffen, leunend op e«
atok. Een vuile jekk.
omgeeft z'n machtige
tors; een ouderwetse
pet dekt zyi
kop. Ei
laat.
En dat
de
eik, die
vallr
nsheeldei
zeldzami
ziet.
kant, terwyl de
ache dubhelgroep naar zie
dat de overkant uitwijkt, lat
uur zitten weer de jonge
ling-bouwvakarbei-
zulkc
ring. her
Hissehie..
de Maasboulevard in
Botterdam te danken
en aan het ruime, fon
telende riviergezicht
met de Nieuw Amster
dam op de achtergrond.
Over de nieuwe brug
in de Rederijstraat
vrouw van gevorderde
leeftijd juift nog on
der de dalende slag-
egeld
wuste verzekerdheid
wijsheid ia hun p'
tend bijeenzijn. M
Hij
knie
trokken, het
dere heen rechtuit,
het hoofd op een hand
gesteundzij heefl
zich half naar hem
toegewend, terwijl haar
Zyn oude, verre ogen
rien me al niet meer.
/.e zoeken het oude
Rotterdam, groot ge
worden door pienter
heid en door lichaams
kracht als de zijne,
het Rotterdam dat niet
meer is. En de prach-
hoge iepen achter het
Waalse kerkje bevesti
gen met een dfoog
ruisen, dat alles voor
l>ygai
C. 1
DAVID OISTRACH
Dat gif is wel niet dodelijk ge-
weest. maar het heeft de com
ponist van het Vioolconcert toch
wel geheel van streek gemaakt.
Of denkt u dat een zin als:
..Tschaikowsky's Violinkonzert
bringt uns zum erstenmal auf
die schauerliche Idee. ob es nicht
auch Musikstücke geben könnte
die man stinken hört" door
Tschaikowsky zo maar voor ken
nisgeving is aangenomen? Het
componeren van dit werk had
■ü-ü-trü-üiriririrïi-trCrtrtrtrtrtrbifCrCrCriri
Via naald
t i
en plaat
hem zo ontzettend veel vreug
de geschonken en met enkele
venijnige woorden werd die
vreugde kapot gemaakt. „Men
vraagt zich bij dit Vioolconcert
af of er misschien ook muziek
is die men hoort stinken"., het
is niet erg vriendelijk. Pijnlijk
voor Hanslick dat de geschiede
nis hem geen gelijk heeft ge
geven. Het Vioolconcert van
Tschaikowsky is ondanks de grote
moeilijkheden (waartegen Hans
lick ook fulmineerde) een der
Eopulairste werken uit de viool-
teratuur geworden.
Het is natuurlijk mogelijk dat
Brodsky het werk in 1881 tech
nisch niet helemaal beheerste
En dan wordt het werk
aangetast. Tegenwoordig staan
de violisten nergens meer voor
en zeker niet de 46-jarige Rus
sische violist David Oistrach,
thans professor aan het Tschai-
kowsky-conservatorium in Mos
kou. Oistrach is niet alleen een
viool-phenoneem, hij is ook een
ras-muzikant, die Tschaikowsky's
muziek in haar volle lyriek en
hartstocht weet uit te zingen op
zijn instrument. De nieuwe gra-
mofoon-opname (Deutsche Gram-
mophon Gesellschaft LPM 18196)
hiervan wel een duidelijk be
wijs. „Zijn kunst is niet alleen
de openbaring van de menselijke
oprechtheid, zij is bijna op de
grens van een overvloedig-exta-
tische zelfdemonstratie", schreef
Alexander Schmuller eens van
rschaikowskv. De opname van
David Oistrach is er nu om deze
woorden waarheid te maken, om
die extase van Tschaikowsky.
die zinnelijke schoonheidsontroe
ring. op de luisteraar over te
dragen De Sachsische Staatska-
pelle Dresden o.l.v. Franz Kon-
tschny speelt de orkestpartij
et dezelfde overtuiging en mu
zikaliteit. Deze plaat toont op
nieuw de grote kwaliteiten van
de klankregisseurs van de Deut-
sche Grammophon Gesellschaft. Eustrati.
Een langspeelplaat die u zeker J timbre.
DIANA EUSTRATI
vond Juist in het buitenland meer
gehoor dan in zijn vaderland
Spanje. Eerst was het Parijs dat
hem gastvrij ontving, daar er in
Spanje geen interesse was voor
de eigen zoon. De eerste wereld
oorlog deed hem terugkeren, af
gezonderd levend in de buurt
van Granada, De burgeroorlog in
1936 deed hem weer verdwijnen
en aLs een balling leefde hij
verder tot zijn- dood op 14
November 1946 in Argentinië.
Maar zijn roem was van Parijs
uit. waar in 1913 al de opera
„La Vida Breve" was gegeven,
al over de gehele beschaafde
wereld doorgedrongen. Wonder
lijk dat deze man eerst later er
kenning vond in zijn vaderland,
daar zijn muziek toch door en
door Spaans is.
Als voorbeeld nemen we nu
de nieuwe opnamen (ook D.G.G.-
langspeelplaat LPM 18177) van
„El amor brujo'.' en de dansen
uit „El Sombrero de tres Picos";
in bet „El amor brujo" (de
liefde als tovenaar) is er de on
vervalste sfeer van tragiek en
vreugde der Spaanse gitanes, die
fascinerende mengeling van hei
dendom en mystiek. En in „El
Sombrero de tres Picos" (de drie
kante steeki is er de sprankcling
dc rode Spaanse wijn er.
verfijning van een Spaanse
schilder als Goya Het is geen
folklore die De Falla geeft, maar
volkomen eigen schepping, waar-
ittemin de wezenselemen-
n het Spaanse leven zijn
Nergens banaal, maar steeds van
/eerstaanbare grandezza.
worden die werken ook
uitgevoerd door het Berlijns
Philharmonisch Orkest, o.l.v. Fritz
Lehmann. In deze vertolkingen
behoudt De Falla's muziek haar
adel. Een speciaal woord van
zzo-sopraan Diana
praentig stern-
zangtechniek
tten moet. I zuivere muzikaljteit de liederen
Kreeg Tschaikowskv buiten de uit „El amor bruio" tot een ver-
grenzen van zijn vaderland veel rukking maken
tegenwerking. Manuel de Falla CORN. BASOSKI
DR. N. J. HOMMES: „INZINKING"
Una Sancta alleen in de verte
ALS GEREFORMEERDEN en als Gereformeerde Kerken
bevinden wij ons in een gevaarlijke situatie, schrijft
dr. N. J. Hommes uit Hillegersberg. „Wij zijn op drift
geraakt. De veilige, vooroorlogse ankers, met de vastig
heden van toen, houden niet meer. Ze zijn versleten of
gebroken, in elk geval te zwak om in de wervel van het
heden stand te houden." Dr. Homme-s schrijft in het Ge
reformeerd Weekblad een serie artikelen, waarvan het
eerste heet: De weg uit de inzinking.
opgroeiende jeugd op volle toerenterkerk vlak
draait, blokkend, zwoegend op ",J J
Mulo en Middelbare scholen en
op avondcursussen voor Midden
standsdiploma's de slagers- en
bakkersjongen incluis en die
het kerkelijke leven ook onder
grote druk zet. Intussen ploeteren
en zwoegen onze Synodes onder
een enorme agendalast voort met
lijvige rapporten en studies, wel
ke zo goed als door geen enkele
kerkeraad meer worden gelezen
en bestudeerd. Niet direct uit on
verschilligheid, maar men heeft er
eenvoudig geen tijd meer voor.
De diakenen zitten aan de grond
en verlegen met het voortdurend
opdringen van Staat en Maat
schappij Synodeleden en prae-
adviseurs worden ongewild steeds
meer de ..managers" der Kerk.
De betekenis van de plaatselijke
Kerk is tanende."
Onzekerheid
..Er heerst een algemene onze
kerheid en onenigheid over de
koers. De dominees en ouderlin
gen hebben handen vol werk i
de dreieende inzinking en
dreigende verval van religie
tal van gezinnen, zoals dai zich
demonstreert in daling van kerk
gang, catechisatiebezoek, kapotte
huwelijken en echtscheidingen.
De rand, die de religie en
Gereformeerde leven als randver
siering neemt, wordt steeds gn
ter. De uitwendige tekenen va
het Gereformeerde leven blijven
nog wel opgericht staan, maar er
is niet meer de rechte geloofsbe-
zieling en inspiratie."
Dr. Hommes concludeert ook
een gevoel van onmacht tegenover
vragen van de dag:
„Wij zijn verdeeld over de Pu
bliekrechtelijke Bedrijfsorganisa
tie. zoals we dat waren over het
Indonesische drama van enkele
jaren. Wij zijn verdeeld over a'
of niet deelnemen aan de Wereld
raad der Kerken, terwijl we ook
de I.C.C.C. afwijzen, waarovet
een kleine meerderheid onder ons
weer enthousiast is. Het schijnt
wel of onze tijd er een soort
genoegen in heeft, ons te c
rompelen met problemen, w
over we blijkbaar vanuit Gods
Woord geen klaar en allen be
vredigend antwoord kunnen vin-
Noch We
reldraad, noch Internationale Raad
kunnen ons uit de inzinking hel-
oen. Het kwaad zit elders en die
per... Zelfs een aanvaardbare
Wereldraad of een aanvaardbare
Internationale Raad van Christe
lijke Kerken zou nog maar een
uiterst pover en zwak noodver
band betekenen."
Wel acht dr. Hommes het ont
wakend katholiciteitsbesef een ver
blijdende winstpost op de kerke
lijke balans, maar hij ziet ook ge
varen. O.a. ..dat men een over
spannen a-historische aandacht
voelt en kweekt, vooral onder in
vloed van de pers. voor de zoge
naamde „wereldwijde" kerk. ter
wijl we onwillig en onwetend wor
den om de honderden vraagstuk-
DR. HOMMES
ken vlak bij huis te doordenken
en aan te snijden, of erger bewust
gaan verdoezelen.
God beware ons voor deze bouw
op een afstand en afbraak bij
Wat doet gemeente voor de pastor?
Ds. H. G. Groenewoud uit Groningen zoekt in het herv.
weekblad De Gereformeerde Kerk een oplossing voor de vraag:
hoe komt het dat zoveel predikanten (gereformeerde en her
vormde) de neiging vertonen, betrekkingen te zoeken, die hen
buiten hun ambt zouden plaatsen? Men spreekt van een zekere
moeheid bij predikanten.
Ongeduld
..De jongerasgeneratie —-.ik doe
niet mee aan'zuchten over haar.
daar ik van mening ben. ór.t de
misère onder ons veel erger is bij
de slaperige middelmatigheid van
de generatie van 40-50 jaar! die
met enthousiasme in deze tijd ge
tuigen wil van Jezus Christus,
wordt ongeduldig. Zij voelt het
bevredigende van de situatie, ter
wijl zij elke dag staat voor een
geconfronteerd worden met de ont
stellende afmetingen van een ont
kerstend leven en van de kerke
lijke verdeeldheid.
Wie onzer voelt ook niet de pijn
lijke verlegenheid als hij in de
kranten leest, hoe een Constella
tion van de K.L.M. enkele Geref.
predikanten, een Chr. Geref. pro
fessor en een dominé var
Geref. Kerken, art. 31 K.O. i
lucht vervoert om in Amerika de
Una Sancta van Bijbelgetrouwe
Kerken en Christenen te vieren,
die dan weldra terugkeren om hier
in Nederland verder rustig op eer
afstand te leven en elkander uil
de weg te gaan, of erger te ne
geren en te veroordelen? Hel
schijnt blijkbaar altijd gemakke
lijker de Una Sancta in de verte
te vieren dan vlak bij huis. Maar
het blijft dan toch maar een
trieste vertoning, en geen wonder
dat men zijn schouders ophaalt
en een tikje spottend spreekt
de klucht der Una Sancta ir
lucht.
Bij huis
Ik heb het gevoel, dat Matth. 5:
24 een pijnlijke boodschap inhoudt
zowel voor de Wereldraad van
Kerken als voor de Internationale
Raad van Christelijke Kerken, nl
Laat daar uw gave voor het al-
Moeheid door jarenlange
betrekkelijk vruchteloze ar
beid onder bepaalde groe.
pen? Een algemene neiging
om op een bepaalde leeftijd
van beroep te willen veran-
..En toch zijn we hiermee
niet klaar. We kunnen ook
trachten ons er van af te
maken met de opmerking,
dat dit verschijnsel zich ra.
tuurli-jk voordoet bij predi
kanten die op een of andere
manier zijn ..vastgelopen".
Toch zij men hiermee
voorzichtig. Het zijn ook wel
predikanten, die om hun ar
beid, hun prediking zowel als
pastorale zorg. in hun ge
meente een goede plaats
nemen, bij wie deze m
heid optreedt."
Veeleisend
Ds. Groenewoud noemt
het ambt van predikant,
hoe ..treffelijk" ook, uiter
mate zwaar. „Vergt reeds
het gewone werk van predi.
king en catechese, jeugdlel-
ding en zielszorg veel. het
die de stempel der moderne
cultuur draagt, en onder het
voorleken van het aposto
laat der kerk, maakt het
nntiaglijk vtal moeizamer
Een predikant die zich be-
bepaaldelijk hierdoor aan
alle aspecten van zijn werk
worden gesteld en die een
sterk besef heeft van z'r
verantwoordelijkheid, ziel
zich geplaatst voor de nood
zaak van een grote activi
teit en daarbij de enorme
taak van studie op velerlei
terrein."
Ook een mens
Dit hele complex moet
volgens de schr. wel span
ningen oproepen, waarvan
het geen wonder is dat ze
menigeen te machtig zijn.
Een predikant is ook maar
een mens... die als ieder lid
der gemeente, en wellicht
juist hij in 't bijzonder,
zielszorg nodig heeft. De
Hervormde kerk heeft niet
een officiële functie van
herder der herders. „Meni
ge jonge predikant dankt in
dit opzicht veel aan een ou.
dere genabuurde collega, of
een consulent. Evenzeer ech
ter zal menige jonge predi
kant een dergelijke leidsman
missen. Daarom juist komt
zo ontzaglijk veel aan op
de houding van de gemeente
tegenover haar herder
leraar."
Overheidssubsidie?
Scherpe reactie uit Delft
JJITERMATE scherp is de reactie van ds. J. C. Jonkers
in de Gereformeerde Kerkbode van Delft, op hetgeen
over het subsidievraagstuk is gezegd op de centrale diako-
nale conferentie te Rotterdam. Hij meent zelfs dat
onze kerken wH drijven in een bepaalde richting. De c
heidssubsidie voor de arbeid der Kerk zal geslikt worden."
„Het is goed dat men duidelijk begint te spreken. Het
wordt ook onzerzijds t\jd om uit te spreken dat, wanneer
deze mentaliteit zich zal hebben gekristalliseerd in haar
ongeloofsbeslissingen, voor ons de teerling zal geworpen
zijn.
Wanneer het duidelijk zal zijn dat de Kerk haar
eerstgeboorterecht voor een schotel linzemoes bereid
prijs te geven, zullen we de plaats verlaten waar we geen
grond under de voeten hebben, geen dak boven '-t hoofd,
waar het geloof vermoord wordt, het voorgeslacht
loochend en het nageslacht verraden. Daarom waarschuwen
we, nu het misschien nog tijd is.
Men speelt met de eenheid der Kerken, wanneer
zich niet ontziet over andermans geweten heen te lopen,
wanneer men tactische manoevres uitvoert om anderer
overtuiging te verdonkeremanen.
Wat ons aangaat: We zien liever onze hand verlammen
dan de leugen aan te heffen: wij kunnen niet en ter ver
vulling van Christus' opdracht de toevlucht te nemen tot
de Staatskassen.
Gevelarchitectuur! Het schoren en verfraaien van een
gevel waarachter een huis bezig is tot in het gebint te
verrotten en in puin te vallen.
Wil men toch doorgaan? Men zij gewaarschuwd! Wij
zijn niet van zins de gemeente onkundig te laten aan
gaande de dingen, die men bez>g is onder ons klaar te
maken. Er is al reeds te veel geruisloos gebeurd" Aldus
ds. Jonkers.
■iiirtrCriririi-tiiriririrtrtriririr-Crü-^-ü-irtrtrlrirti-it
„Wij hebben een School met de Bijbel
in Boechout gebouwd. In vtjf maanden
tijd werden school, leermiddelen, leer
krachten en leerlingen uit de grond ge
stampt, zo zegt men. Maar het moest!
Wij hadden zelf 30 kinderen. Van de
Evangelisatie kregen we er 55 bij. Dat
zijn er nu 85, met nog velen in 't ver
schiet. Al deze kinderen zullen bij de
Bijbel, niet bygeloof, grootgebracht wor
den. Al deze kinderen zullen weten wie
Jezus 'is. Zoudt Gij ons niet wil
len helpen met een bijdrage voor
niet willen helpen met een bijdrage voor
de school? U moet er niet ver voor
gaan. Op elk postkantoor kunt u uw
bijdrage storten op de Nederlandse giro
rekening 382955 van de School met de
Bijbel te Boechout (België). Stel het
niet uit tot later. Indien het in uw ver
mogen ligt iets te doen. help ons op
deze wijze voort te bouwen aan het
grote werk dat er in Vlaanderen ge
schiedt!"
Aldus schrijft ons de heer K. Sluys,
voorzitter van de Evangelisatiecommis
sie van de Gereformeerde Kerk van
Antwerpen voor Boechout
irN-üirtrtrtrtrtrtrirü-Ci-ü-tri: 6 ft A ft ft ft
Kerk in de wereld
De bekende Amerikaanse sportdominee
Robert E. Richards is toelating tot de
Metbodiatenkerk van Colombo (Ceylon)
geweigerd, omdat hy geen bezwaar heeft
tegen Zondagasport.
Zweden heeft een groot tekort aan pre
dikanten. Bisschop Runeatam heeft a.a.
leraren gevraagd, na een spoedcuraua
predikant te worden.
De Noorae spoorweg-evangelisatie legt
ieder jaar bybels in de nachtverblijven
van de spoormannen. Tot haar vreugde
merkte z\j, dat de bybela zeer spoedig
versleten z(jn.
B Amerikanen onder de 30 jaar mogen
meedoen aan een wedstrqd voor het
schryven van kerkliederen. Het resul
taat moet een nieuw gezangboek wor
den. van-de-jeugd-voor-de-jeugd, onder
auspiciën van de Nat. Raad van Chr.
De Zwitserse theoloog prof. dr. Emil
Branner werkt aan de Chr. universiteit
van Tokio. Hij deelde mee dat, als hy
Japanner was, hy geen lid zou zyn van
een der georganiseerde kerken, maar lid
van de Mukyokai. Deze groep richt zich
tegen de organiaatie van het christelijk
geloof en vertegenwoordigt een soort
van inheems christendom (50.000 leden)
met veel bybelstndie in de gezinnen.
I „Zfirirh waarheen?" Onder deze titel
wordt in October volgend jaar een groot
se xaaiweek gehouden, waarin elke be
woner van de stad, tot de laatste toe, be
reikt moet worden. Op vele punten en
in allerlei zalen tegelijk zullen gemeen
teleden van hun geloof getuigen.
I De Engelse Kerk heeft dringend hon
derd jonge mannen en vrouwen voor
het zendingswerk nodig. Die zyn hyna
niet te krijgen. Sir Kenneth Grub, pre
sident van het Zendingsgenootschap,
klaagde: vroeger had de jeugd nogeens
durf, maar nu schynt zij liever thuis te
blijven.
I Het nieuwste uit de States: in verband
met „hel herleven van het religieuze ge
voel in Amerika" heeft een speelgoed
fabriek een pop op de markt gebracht,
die nin biddende houding kan knielen"
I Ook in de V.S.: de heer Heywood Dor
sey uit Cincinnati heeft een aanklacht
ingediend tegen Frederick Gray, die
een vijfdollarbiljet uit zyn bijbel zou
hebben gestolen. Het biljet was verstopt
naast de bladzijde, waarop dc Tien Ge
boden staan.
Terug in Nederland: Een kerkbode
schreef: Zr. X, hoewel geen lid van de
gemeente, is toch reeds enkele weken
ziek