P W: (3 Pk ti s ti' a O 0 S BIJ HET AFSCHEID VAN DE ZOMER Het leven van SIR WINSTON CHURCHILL 6 ZONDAGSBLAD 18 SEPTEMBER 1954 IV Correspondentie betreffende deze rubriek aan de heer W. Jurg, Jan Luykenlaan 12, Den Haag. De ladder weer op MET deze rubriek, de tweede in September, is de tijd weer rijp om de ladderwedstrijd voort te zetten, dus treft u hier de eerste opgaven voor de elfde serie aan. Hoewel de oplossingen van de zo- mervraagstukken niet behoefden te worden ingezonden, waren er velen die dit toch deden. Deze trouwe lief hebbers onze welgemeende dank! We herhalen nog even de voornaam ste bepalingen van de ladderwedstrijd, vnl. ten gerieve van eventuele nieu we deelnemers. 1. Er wordt opgelost in 2 groepen: A voor gevorderden, B voor minder gevorderden. Men is vrij in de keuze van de groep, waarvoor men wil in schrijven. 2. In iedere rubriek plaatsen we 3 problemen. De A-klassers lossen alle 3 vraagstukken op. De B-klassers be hoeven slechts de oplossingen van 2 vraagstukken (naar keuze) in te zen- 3. Voor een bij-oplossing worden geen extra punten toegekend. In de A-klasse wordt alleen de auteursoplos sing met 2 punten beloond. Geeft men alleon een winnende bij-oplossing aan dan ontvangt men 1 punt. In de B- klasse maken we geen onderscheid tussen een auteurs- en een bij-oplos sing. Een winnende oplossing geeft dus recht op 2 punten. 4. Na iedere serie welke voor groep A 15 en voor groep B 10 proble men omvat wordt de stand opge maakt. Voor de ~2 hoogstaankomenden van iedere klasse worden dan 2 prij zen voor de A-klasse van 5 en voor de B-klasse van 2,50 toege kend. De punten van de prijswinnaars vervallen en deze deelnemers kunnen weer aan de onderste sport van de ladder beginnen. De overige deelnemers behouden hun aantal punten en kun nen dit bij de volgende ser e vergro ten. Hierbij merken we op, dat na een onderbreking in de zomermaanden de wedstrijd normaal wordt voortgezet. De in de voorgaande periode behaal de punten blijven dus meetellen. 5. We behouden het recht voor om bij (naar ons oordeel) daarvoor in aanmerking komende gevallen een ex tra prijsie toe te kennen van 2,50. Dit ten hoogste 1 maal per serie voor iedere klasse. We wensen alle oplossers veel ge noegen en veel succes en starten dus nu met de eerste problemen. We wijzen er nog op dat de inzendtermijn zo ge steld is dat men desgewenst de op lossingen uit 2 rubrieken gelijktijdig kan inzenden. Correspondentie damrubriek Th. P. Dank voor uw opm. Wordt uitvoerig vermeld in volgende rubriek. J. S. Eén uwer problemen geplaatst ter aanmoediging. Zie t.z.t. commentaar bij opl. waarom 32 op 33 is gezet. An dere problemen minder geschikt. Door gaan met componeren, maar bestu deert u eens de scherpe regels! M. D. No. 221 was van goede kwa liteit. Maar het andere is verwissel baar (3631 en 4439). Zien gaarne wel iets van u tegemoet. De opgaven Om de B-klassers en vooral de nieu we deelnemers te helpen de eerste sport van de ladder zonder hoogte vrees te kunnen beklimmen, hebben we deze nieuwe opgaven aan de lich te kant gehouden, behalve no. 232 van Avid, dat voor de geroufineerden toch ook weer geen al te groot struikel blok zal vormen. Met no. 230 zet de heer Sant zijn eerste schrede op het pad der proble matiek. Wit: 20. 24, 29, 30, 33. 34, 39, 41. Oplossingen binnen 3 weken nji plaatsing in te zenden. Voor alle 3 geldt: wit begint en Voor de „keien" j extra hebbers van zwaar geschut. Het door J. A. v. d. Elzen opgedragen aan J. v. d. Boogaard (in de vorige ru briek deden we deze auteur een let ter o te kort) als dank voor het feit dat deze l.em indertijd er toe heeft gebracht ook te gaan componeren Genoemde „aanstichter" is thans verhuisd naar Rotterdam, hetgeen hem wel niet zal beletten met zijn prcble- mistenwerk voort te gaan. In de komen de, meer moeilijke ladderopga ven, zul len we de oplossers weer eens van zijn vraagstukken laten genieten. No. 233. A. t. d. Eisen. Rosmalen. Zwart: 1. 6/9, 11/13, 16, 18. 23, 25, 31, 34/36. 40. Wit: 26, 28, 41, 42, 44/47, 49. No. 232. G. Arid. Parijs. Zwart: 7, 12, 13, 17/20, 22, 24, 30. 35. m m —m IMH HP ill - m 'jjM m - Wa. G S m m Ir* 0 esi p ai G ÉS 0 1 il 1 m jsa m 'S m wÈ 14 i B li W' 1.1'££i P "7> SS 1 B 0 0 0 0 s B 0! Doorlopend Kruiswoordraadsel Wit begint en wint. No. 233 geldt dus niet voor de wedstrijd. Niettemin zien we gaarne oplossingen tegemoet. No. 223. (Arid). Zwart: 2, 7, 11, 18, 22. 29, 33. 35, 36. Wit: 16,27, 38, 41/43, 45, 49. 50. Opl.- 3832. 49—44. 45x1, 16x7. 32—27, 1—40, 50x6. Zeer ele gant! Oplossingen No. 224. (Avid). Zwart: 3. 4, 9. 12, 14. 17, 18, 20, 22, 40. Wit: 21. 25, 27/ 29. 31. 33, 37. 43. 49. Opl.: 4349. 28x 8, 49—44. 33—28, 37—32, 28x10, 25x3, 3x42 (en niet 48). zwart 1822 gedw., 4238 gew. No. 225 (Scheijen) Zwart: 6, 9, 10, 15, 17, 18, 22, 23. 28. 33. 40. Wit: 16, 20. 24. 26. 27. 31, 34. 37. 42. 43. 45. Opl.- 16—11, 26—21, 45—40, 40—34, 42—38. 37x48, 43—39. 39—34. 24x4, 4x26 (31—36), 26x42, (3011». 42—37, 4842. Dit probleem was ons door de auteur opgedragen als herinnering aan de laatste K.V.D.-reünie. Onze dank! de Fransman. HORIZONTAAL: 1 Kledingstuk, rivier in Rusland, 2 samenklevende massa, aanw. voornaamswoord, 3 professor, lijfje. 4 komt van het varken, masker, huisdier. 5 herkauwer, glazen buisje, 6 verfplankje, deel van het hoofd, 7 huisdier verdriet, 8 gelofte, bevallig heid van beweging, 9 zetboer. gezinslid, 10 onderricht, gelofte, teerproduct, 11 vis soort, natie, 12 toegankelijk, verbindings- kram, 13 ter attentie, traliewerk. VERTICAAL: 1 Spuitwaterfles, grote zeevis. 2 sterk. rashond, gezinslid, 3 overal, huis. tooi. 4 vergift, zacht, scheiding der oomtinenten, voegwoord, 5 getuige, vogel, zangnoot, 6 lidwoord, voorzetsel, aria, dier, 7 geur. maal, lichaamsdeel van het dier. 8 oostzijde, wapen, drank. 9 wapenstilstand, uitge slapen. Inzendingen per briefkaart uiterlijk Donderdagmorgen a.s. aan het bureau van dit blad. In de linkerbovenhoek aan de adreszijde vermelden: „Puzzle- oplossing". Er zijn drie prijzen: 1. f 5; 2. f2.50 en 3. f2.50. HORIZONTAAL: 1 Schrobber. 6 ma tinee, 10 bef, 11 sip. 13 re, 14 kil, 16 si, 17 basis 19 krat, 20 buit, 21 hemel, 23 a.g.. 25 r«?l, 26 Co.. 27 tel. 29 gul. 30 mortier, 33 verbannen. VERTICAAL: 2 Camee. 3 rat, 4 ben, 5 ereis, 7 af. 8 Ibis. 9 es, 10 brokaat, 12 pistool, 14 kater. 15 libel, 17 bah, 18 sul, 22 moot, 24 gemme, 26 curve, 28 L.O., 29 ge. 31 rib. 32 ion. Zelden kregen we zo weinig zon en warmte BREEKT eerst Donderdag 23 September des mid dags om vier minuten vóór drie officieel de herfst aan (het tijdstip waarop de zon passeert), het Het is niet met weemoed, waarmee wij komende week afscheid van de zomer ne men, want wat is er ge klaagd en gemopperd op het Nu mag de mens gauw on tevreden zijn, en ook al ma ken wij niet het minste recht op warm, zonnig en droog weer, toch was het de afge lopen zomer erg koud, som ber en nat. Zo blijkt bijvoorbeeld, dat in de drie zomermaanden Juni, Juli en Augustus te De Bilt totaal 452 uren zonne schijn is voorgekomen te gen normaal 610 uren. Dit tekort van 158 uren hebben wij heel goed ge merkt. Hoevelen zien wij ge woonlijk in de September maand niet met mooie bruin gebrande armen en gezicht rond lopen, terwijl nu vrijwel iedereen een wit kleurtje heeft alsof hij of zij de ge hele zomer tussen de muren heeft gezeten. Er zijn enkele dagen ge weest in de afgelopen zomer, die met recht herfstdagen genoemd mochten worden. Maximum temperaturen van 12 tot 14 graden Celsius, ko men soms ook op zeer zachte winterdagen voor. Het aantal warme dagen was deze zomer zeer klein. In De Bilt kwam het in de drie zomermaanden totaal tot twee tegen normaal achttien Een zo klein aantal zomer se dagen was de laatste 100 jaar in De Bilt slechts een maal vaker voorgekomen, nL in 1907. Regen is er in het gehele land meer gevallen dan nor maal. In De Bilt werd een regensom van 331 tegen nor maal 222 mm gemeten. Hogedrukgebieden soek. Wanneer wij een oorzaak voor deze koele en wisselval lige zomer moeten aanwijzen, dan komen wij niet terecht bij atoombommen of andere menselijke uitvindingen. Het heeft ons de gehele zo mer ontbroken aan hogedruk- gebieden. waarin zoals be kend zonnig, droog en mooi weer voorkomt. Deze hogc- drukgebieden hebben wel vele weken boven Rusland en de Azoren gelegen, maar boven het vaste land van West- en Noord-Europa schenen zij geen reden tot bestaan te Hoe da» ook, het waren de gehele zomer depressies en nog eens depressies, terwijl de hogedrukgebieden op af stand bleven toezien, hetgeen De zomer gaat heen riatie op maken, doet denken aan „Hogedrukgebieden nicht erwünscht". Gaan wij het zomerweer vergelijken met dat van vele andere landen, dan hebben wij nog alle reden tot dank baarheid. Grote overstromingen in Zwitserland, Oostenrijk, In dia, enz., waarbij vele dui zenden hectares land zijn ver woest. Dit ook als gevolg van de enorm zware regenval. De landbouw heeft ook in delen van ons land geleden. Vooral in Noordoost Overijs sel, waar een groot deel van de oogst verloren is gegaan. Het was een slechte zomer voor de vacantlegangers en ook voor de land- en tuin bouwers. Wij vergeten zo gauw, dat het verleden jaar herfst zo buitengewoon zacht en droog is geweest en ook dit voorjaar kenmerkte zieh door droogte. Het is daarom niet zo'n groot wonder, dat hierop weer eens een regenperiode volgt, die jammer genoeg dit jaar juist haar stempel op de zo mer drukte. Er is echter geen enkele re den om hierin een grote af wijking in de natuur, een klimaatverandering of atoom bomgevolgen te zien, want... de zomer van 1907 was in verschillende opzichten zelfs nog minder mooi. fS6ï HaaPMHXdas 81 avissDvawoz ZONDAGSBLAD 18 SEPTEMBER 1954 [NSTON Churchill begon steeds meer de aandacht te trekken. Niet alleen in Engeland, maar ook ver over de gren zen. Meer dan eens werd de verwach ting uitgesproken, dat de man, die reeds op 34-jarige leeftijd werd benoemd tot kabinetsminister, 't wel heel ver zou brengen. Deze voorspelling is uitgeko men. Maar wel niemand zal vermoed hebben, dat Churchill nog eens een gro te en beslissende rol in de wereldge schiedenis zou spelen. Uit z'n bekende boek ..Grote tijdge noten" blijkt wel dat de tegenwoordige Engelse Eerste Minister in zijn lange carrière de meest bekende grote man nen in binnen- en buitenland van zeer nabij heeft gekend. En zijn bekwame pen stelde hem in staat van deze grote tijdgenoten een even scherpe als boeien de karakter- en levensschets te geven. Op meer dan één foto, waarmee dit boek werd geïllustreerd, ziet men de besproken figuur in gezelschap van de schrijver afgebeeld. De Duitse keizer Wilhelm II toonde meer dan eens grote bewondering voor de geniale jonge Engelsman. „Ik was zo fortuinlijk zo vertelt Churchill in zijn genoemd werk tot de gasten van de keizer te behoren bij de manoeuvres van het Duitse leger in 1906 en 1908. Hij stond toen op het hoog tepunt van zijn glorie. Zoals hij zat op zijn paard, omringd door koningen en prinsen, terwijl zijn legerscharen voor hem defileerden in, naar het leek, ein deloze rijen, vertegenwoordigde hij al les, wat de wereld in stoffelijk opzicht kan bieden." Deze imponerende grootheid verblind de Churchill echter niet. Zie hier hoe hij het portret van de opperste krijgsheer tekende: „Wilhelm wist hoe hij moest gebaren, spreken en zich een houding geven overeenkomstig keizerlijke stijl. Hij kon met de voet stampen en van zijn ontstemming blijk geven, of knik ken en glimlachen op de meest theatra le wijze; maar achter dit alles verborg zich in werkelijkheid een gewone, ijde- le, doch over het geheel goed-willende man, die hoopte eens als een tweede Frederik de Grote te zullen worden beschouwd. Hij blonk niet uit in ver standelijke of geestelijke grootheid. Zijn onderdanen bezaten in hem geen vorst, die uitmuntte door voorzichtig staats manschap, berekening of diepgaand in zioht... Niet zonder schok bemerkt men, dat op het woord of een gebaar van zo'n geestelijk beperkt wezen dertig jaar lang, onmiddellijk en in volle gehoor zaamheid, de krachten klaar stonden, die, wanneer daarop losgelaten, de we reld konden verwoesten. Het was niet zijn fout; het was zijn noodlot." Dit noodlottig ogenblik zou spoedig aanbreken. Gelukkig, dat Winston Chur chill dit tijdig inzag. NA enige jaren verhuisde Churchill van het departement van Handel naar dat van Binnenlandse zaken. In de morgen van 3 Januari 1911 werd hem telefonisch meegedeeld, dat twee bandieten, die kort te voren een aantal politieagenten hadden vermoord, zich ophielden in een huis aan de Sid- neystraat, gelegen in het beruchte East End. de Londense armenwijk. Deze moordenaars waren voorzien van gewe ren en zelfs van bommen. Toen de politie hen sommeerde zich over te geven, begonnen de twee man nen te schieten. De politie stond mach teloos. Aan de Home Secretary (zoals Churehills officiële titel toen was) werd om militaire hulp gevraagd, die direct werd toegezegd. Later erkende de minister, dat hij. door „levendige nieuwsgierigheid" ge dreven, besloot persoonlijk naar de Sidneystraat te gaan, om zich met de ga-pg van zaken op de hoogte te stellen. En zo zagen de verbaasde Londenaars op die wintermorgen een met hoge hoed getooide minister, vergezeld van een aantal politieagenten en militairen, zich in stormpas naar het gevaarlijke huis spoeden. Daar aangekomen leek t wel of zij zich midden in een veldslag bevonden. De politie had het huis omsingeld en beschoot het van verschillende zijden, maar haar vuur werd even heftig be antwoord. Ten slotte werd besloten het huis te bestormen en aan het verzet een einde te maken. Maar vóór men daartoe kon overgaan sloegen de vlammen uit de belegerde vesting. Toen kwam bovendien de brand weer in actie, die zich in het branden de pand wikie begeven om bij de vuur haard te komen. Er ontstoncl een zeer geanimeerd debat tussen politie- en brandweerleiding en noch de een noch de ander wilde toegeven. Toen hakte Churchill (die zich over zijn aanwezigheid aan deze plaats toch niet helemaal op z'n gemak voelde) de knoop door: om ongelukken te voorko men moest het huis aan 't vuur wor den prijsgegeven. Er bleef slechts een puinhoop over. Daarin werden twee verkoolde lijken ge vonden, die werden geïdentificeerd als de stoffelijke resten van Piet de Schilder en nog een lid van een anarchistenben de. De Londense kranten stonden vol over het drama in de Sidneystraat. En de grootste sensatie was dat minister Chur chill het „beleg" had meegemaakt. Ve len achtten dit beneden de waardigheid van een lid van Zijner Majesteits rege ring. De conservatieve leider Arthur Bal four bracht deze zaak zelfs in het La gerhuis ter sprake. Op z'n bekende dro ge wijze zei hij: „Met bezorgdheid heb ben wij kennis genomen van fotogra fieën in de geïllustreerde bladen, waar op de Home Secretary in de gevaarlijke zone is te zien. Ik begrijp wat de foto graaf daar deed. maar wat de Home Secretary daar deed begrijp ik niet." T NTUSSEN werd het Duitse gevaar ■*- steeds dreigender. De man van de straat had daar zo geen erg in, maar de ingewijden zo veel te meer. Uit Ber lijn was het bericht gekomen, dat er een vloot moest komen, die voor geen andere ter wereld zou onderdoen. Dat was duidelijke taal, voor geen tweeërlei uitlegging vatbaar. De Engelse vloot moest gereorganiseerd en uitge breid worden en wel zo spoedig mo gelijk. Als de Duitser zich sterk genoeg voelde zou bij 't geringste conflict het noodweer boven Europa losbarsten. In October 1911 werd Winston Chur chill benoemd tot minister van Marine. Hij kreeg nadrukkelijk de taak (maar natuurlijk werd dit niet aan de grote klok gehangen): de vloot in een staat van onmiddellijke en voortdurende oor logsgereedheid te brengen in geval En geland zou worden aangevallen door Duitsland. Churchill wist: 't is kort dag. En hij werk-te voor tien. Verschillende oude schepen werden naar de afbraakwerven verwezen. Enkele oude admiraals wer den door jongere vervangen. Er werd een oorlogsstaf voor de vloot ingesteld. Waar mogelijk moest als drijfkracht olie in plaats van stoom worden gebruikt. Het luchtwapen werd ook voor de vloot ingeschakeld. De opleiding tot officier moest open staan voor alle jongelingen met aanleg en karakter. In die jaren heeft Churchill dag en nacht gewerkt. Maar in 1914 had hij de Sidneystraat. De vloot gereed (Vervolg van pagina 2) „O!" Mijnheer Stevens keek even op van de notities welke hij uit zijn tas gehaald en voor zich op tafel gelegd had. „O. die! Zo zo.. Ja. hij is al op leeftijd hè?" „We moesten er eens gaan kijken," hernam zijn vrouw weer. „Dat oude vrouwtje zal het er ook wel moeilijk mee hebben!" Mevrouw Stevens bewoog zich meer dan haar man in de gemeente en zij kende vrouw Kuile daarom ook beter. Het oude. door reumatische aandoenin gen gekwelde vrouwtje, dat met haar kromvergrocide vingers zo dapper en zo proper haar huishoudentje verzorgde. Mijnheer Stevens had even de schou ders opgehaald bij de laatste opmerking van zijn vrouw. Niet dat hij geen belang stelde in het lot van zijn arbeiders, maar zijn vrouw kon niet begrijpen dat de leiding van dit steeds groeiend bedrijf hem geheel opeiste. Je kon er toch de zaak niet voor verwaarlozen? Maar ja, vrouwen leven meer uit hun gevoel. „Nou. wat denk je er van?" „Och kind. ik kan me toch niet over al mee bemoeien? Jij hebt er gewoon weg geen idee van wat er in een be drijf omgaat!" „Wanneer je daarmee orders en aan delen bedoelt, zul Je wel gelijk hebben, Frits. Maar j - hebt ook mensen in je bedrijf. En ik ben bang dat jij daar ge heel van vervreemd ben! Je vader zou het anders gedaan hebben, geloof Ik." „Ja, vader..!" „Stil nou, Frits! Ik weet wel wat je zeggen wilt. Deze tijd stelt andere eisen. Maar Gods gebod blijft! En je zult toch niet willen ontkennen dat Bertus Kuile Je naaste is?" V.tOEG in de avond gingen zij. De mensen in het straatje keken vreemd op toen de grote glanzende wa gen voor het huisje van Bertus Kuile stopte. Nadat mijnheer Stevens gebeld had. wachtten zij op het smalle stoepje voor de deur. Langzaam ging de deur open en de gebogen gestalte van vrouw Kuile stond „Dag wilden eens bij komen kijken, als dat kan. Hoe gaat het er mee?" De vriendelijke ogen van het oude mensje glansden eensklaps van blijde verrassing. „O. komt u binnen! Dat ik het toch niet direct zag wie u was! 't Wordt ook al schemerig, hé?" Mijnheer Stevens en zijn vrouw gingen achter het moeizaam voortschuifelende vrouwtje aan naar het slaapkamertje. Zonder te spreken staarden zij naar de zieke, die daar stil en met gesloten ogen lag in het witte bed. „Ze hebben een ander ledikant ge haald." fluisterde vrouw Kuile, „dat vond de zuster makkelijker om hem te „Is hij nog niet bij kennis geweest?" vroeg mijnheer Stevens. De oude vrouw schudde verdrietig het hoofd. „Hij is erg ziek, meneer. En nog zo gezond de deur uitgegaan vanmorgen." In de woonkamer bleven ze nog even praten. Het kopje koffie dat het bedrij vige vrouwtje hen wilde inschenken, hadden ze vriendelijk maar beslist af gewezen. „Nee nee. u hebt het toch al druk genoeg. Hebt u verder geen hulp?" „Ja. de buurvrouw komt af en toe een handje helpen. En dat is het ergs'e niet. Als ik hem maar houden mag. Hij is altijd zo goed voor me geweest. Als hij thuis kwam deed hij nog zo veel voor me. want het werk gaat me niet zo makkelijk meer af. moet u weten." Stil heten ze het vrouwtje uitpraten. Mijnheer Stevens zag de oude Bertus ineens van een andere kant. De man. die zoveel jaren getrouw zijn taak in de fabriek had verricht, had ook zijn zorgen gehad. Was het eigenlijk niet een kruis voor hem geweest? Alsof het vrouwtje zijn gedachten ge raden had, vervolgde ze: ..We waren ook zo rijk gezegend, want d samen. Alles wr.t de Here on geningen, r niet altijd.." Zij zweeg even. Er kwamen tranen in haar kleine, vriendelijke ogen. Langs een groef in haar gelaat biggelde er een naar beneden en zij wiste die ter sluiks weg. Ze stonden op om heen te gaan. De troostwoorden welke hij zich voorgeno men had te zullen spreken, bleven hem in de keel steken. Er straalde een warmte van deze vrouw uit, die hem zijn eigen kilheid deed voelen. In het smalle gangetje wees vrouw Kuile naar de kapstok. „U had uw mantel wel even uit kun nen trekken, mevrouw. Dat ik daar niet aan gedacht heb!" „O nee, dat geeft niet hoor. We kwa men maar eventjes kijken." „Die kapstok hebben we nog van uw vader gehad, meneer, toen m'n man vijfentwintig jaar op de fabriek was. Waar blijft dc tijd hè? Mijn man heeft zo lang bij uw vader gewerkt, hij heeft het er nog dikwijls over." Mijnheer Stevens knikte. In gedachten verzonken staarde hij naar een simpel tegeltje dat naast de kapstok aan de geverfde muur hing. „In deze woning is Jezus Koning", stond er op. Hij zag het bordje nog voor zich toen hij de auto startte. „Dat oude mensje kan zo niet blijven tobben." zei z'n vrouw. ,.'k Zal er eens over praten eo Mientje alvast een paar uurtjes sturen om haar te helpen." Hij knikte terwijl hij gas gaf. De herfst nadert

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 9