P
W:
(3
Pk
ti
s
ti'
a
O
0
S
BIJ HET AFSCHEID VAN DE ZOMER
Het leven van SIR WINSTON CHURCHILL
6
ZONDAGSBLAD 18 SEPTEMBER 1954
IV
Correspondentie betreffende deze
rubriek aan de heer W. Jurg,
Jan Luykenlaan 12, Den Haag.
De ladder weer op
MET deze rubriek, de tweede in
September, is de tijd weer rijp
om de ladderwedstrijd voort te zetten,
dus treft u hier de eerste opgaven
voor de elfde serie aan.
Hoewel de oplossingen van de zo-
mervraagstukken niet behoefden te
worden ingezonden, waren er velen
die dit toch deden. Deze trouwe lief
hebbers onze welgemeende dank!
We herhalen nog even de voornaam
ste bepalingen van de ladderwedstrijd,
vnl. ten gerieve van eventuele nieu
we deelnemers.
1. Er wordt opgelost in 2 groepen:
A voor gevorderden, B voor minder
gevorderden. Men is vrij in de keuze
van de groep, waarvoor men wil in
schrijven.
2. In iedere rubriek plaatsen we 3
problemen. De A-klassers lossen alle
3 vraagstukken op. De B-klassers be
hoeven slechts de oplossingen van 2
vraagstukken (naar keuze) in te zen-
3. Voor een bij-oplossing worden
geen extra punten toegekend. In de
A-klasse wordt alleen de auteursoplos
sing met 2 punten beloond. Geeft men
alleon een winnende bij-oplossing aan
dan ontvangt men 1 punt. In de B-
klasse maken we geen onderscheid
tussen een auteurs- en een bij-oplos
sing. Een winnende oplossing geeft
dus recht op 2 punten.
4. Na iedere serie welke voor
groep A 15 en voor groep B 10 proble
men omvat wordt de stand opge
maakt. Voor de ~2 hoogstaankomenden
van iedere klasse worden dan 2 prij
zen voor de A-klasse van 5 en
voor de B-klasse van 2,50 toege
kend. De punten van de prijswinnaars
vervallen en deze deelnemers kunnen
weer aan de onderste sport van de
ladder beginnen. De overige deelnemers
behouden hun aantal punten en kun
nen dit bij de volgende ser e vergro
ten. Hierbij merken we op, dat na een
onderbreking in de zomermaanden de
wedstrijd normaal wordt voortgezet.
De in de voorgaande periode behaal
de punten blijven dus meetellen.
5. We behouden het recht voor om
bij (naar ons oordeel) daarvoor in
aanmerking komende gevallen een ex
tra prijsie toe te kennen van 2,50.
Dit ten hoogste 1 maal per serie voor
iedere klasse.
We wensen alle oplossers veel ge
noegen en veel succes en starten dus
nu met de eerste problemen. We wijzen
er nog op dat de inzendtermijn zo ge
steld is dat men desgewenst de op
lossingen uit 2 rubrieken gelijktijdig
kan inzenden.
Correspondentie damrubriek
Th. P. Dank voor uw opm. Wordt
uitvoerig vermeld in volgende rubriek.
J. S. Eén uwer problemen geplaatst
ter aanmoediging. Zie t.z.t. commentaar
bij opl. waarom 32 op 33 is gezet. An
dere problemen minder geschikt. Door
gaan met componeren, maar bestu
deert u eens de scherpe regels!
M. D. No. 221 was van goede kwa
liteit. Maar het andere is verwissel
baar (3631 en 4439). Zien gaarne
wel iets van u tegemoet.
De opgaven
Om de B-klassers en vooral de nieu
we deelnemers te helpen de eerste
sport van de ladder zonder hoogte
vrees te kunnen beklimmen, hebben
we deze nieuwe opgaven aan de lich
te kant gehouden, behalve no. 232 van
Avid, dat voor de geroufineerden toch
ook weer geen al te groot struikel
blok zal vormen.
Met no. 230 zet de heer Sant zijn
eerste schrede op het pad der proble
matiek.
Wit: 20. 24, 29, 30, 33. 34, 39, 41.
Oplossingen binnen 3 weken nji
plaatsing in te zenden.
Voor alle 3 geldt: wit begint en
Voor de „keien"
j extra
hebbers van zwaar geschut. Het
door J. A. v. d. Elzen opgedragen aan
J. v. d. Boogaard (in de vorige ru
briek deden we deze auteur een let
ter o te kort) als dank voor het feit
dat deze l.em indertijd er toe heeft
gebracht ook te gaan componeren
Genoemde „aanstichter" is thans
verhuisd naar Rotterdam, hetgeen hem
wel niet zal beletten met zijn prcble-
mistenwerk voort te gaan. In de komen
de, meer moeilijke ladderopga ven, zul
len we de oplossers weer eens van
zijn vraagstukken laten genieten.
No. 233. A. t. d. Eisen. Rosmalen.
Zwart: 1. 6/9, 11/13, 16, 18. 23, 25,
31, 34/36. 40.
Wit: 26, 28, 41, 42, 44/47, 49.
No. 232. G. Arid. Parijs.
Zwart: 7, 12, 13, 17/20, 22, 24, 30. 35.
m
m
—m
IMH
HP
ill
-
m
'jjM
m
-
Wa.
G
S
m
m
Ir*
0
esi
p
ai
G
ÉS
0
1
il
1
m
jsa
m
'S
m
wÈ
14
i
B
li
W'
1.1'££i
P
"7>
SS
1
B
0
0
0
0
s
B
0!
Doorlopend
Kruiswoordraadsel
Wit begint en wint. No. 233 geldt
dus niet voor de wedstrijd. Niettemin
zien we gaarne oplossingen tegemoet.
No. 223. (Arid). Zwart: 2, 7, 11, 18,
22. 29, 33. 35, 36. Wit: 16,27, 38, 41/43,
45, 49. 50. Opl.- 3832. 49—44. 45x1,
16x7. 32—27, 1—40, 50x6. Zeer ele
gant!
Oplossingen
No. 224. (Avid). Zwart: 3. 4, 9. 12,
14. 17, 18, 20, 22, 40. Wit: 21. 25, 27/
29. 31. 33, 37. 43. 49. Opl.: 4349. 28x
8, 49—44. 33—28, 37—32, 28x10, 25x3,
3x42 (en niet 48). zwart 1822 gedw.,
4238 gew.
No. 225 (Scheijen) Zwart: 6, 9, 10,
15, 17, 18, 22, 23. 28. 33. 40. Wit: 16,
20. 24. 26. 27. 31, 34. 37. 42. 43. 45.
Opl.- 16—11, 26—21, 45—40, 40—34,
42—38. 37x48, 43—39. 39—34. 24x4,
4x26 (31—36), 26x42, (3011». 42—37,
4842. Dit probleem was ons door de
auteur opgedragen als herinnering aan
de laatste K.V.D.-reünie. Onze dank!
de Fransman.
HORIZONTAAL: 1 Kledingstuk, rivier
in Rusland, 2 samenklevende massa,
aanw. voornaamswoord, 3 professor,
lijfje. 4 komt van het varken, masker,
huisdier. 5 herkauwer, glazen buisje,
6 verfplankje, deel van het hoofd,
7 huisdier verdriet, 8 gelofte, bevallig
heid van beweging, 9 zetboer. gezinslid,
10 onderricht, gelofte, teerproduct, 11 vis
soort, natie, 12 toegankelijk, verbindings-
kram, 13 ter attentie, traliewerk.
VERTICAAL: 1 Spuitwaterfles, grote
zeevis. 2 sterk. rashond, gezinslid,
3 overal, huis. tooi. 4 vergift, zacht,
scheiding der oomtinenten, voegwoord,
5 getuige, vogel, zangnoot, 6 lidwoord,
voorzetsel, aria, dier, 7 geur. maal,
lichaamsdeel van het dier. 8 oostzijde,
wapen, drank. 9 wapenstilstand, uitge
slapen.
Inzendingen per briefkaart uiterlijk
Donderdagmorgen a.s. aan het bureau
van dit blad. In de linkerbovenhoek
aan de adreszijde vermelden: „Puzzle-
oplossing". Er zijn drie prijzen: 1. f 5;
2. f2.50 en 3. f2.50.
HORIZONTAAL: 1 Schrobber. 6 ma
tinee, 10 bef, 11 sip. 13 re, 14 kil, 16 si,
17 basis 19 krat, 20 buit, 21 hemel,
23 a.g.. 25 r«?l, 26 Co.. 27 tel. 29 gul.
30 mortier, 33 verbannen.
VERTICAAL: 2 Camee. 3 rat, 4 ben,
5 ereis, 7 af. 8 Ibis. 9 es, 10 brokaat,
12 pistool, 14 kater. 15 libel, 17 bah,
18 sul, 22 moot, 24 gemme, 26 curve,
28 L.O., 29 ge. 31 rib. 32 ion.
Zelden kregen we zo weinig zon en warmte
BREEKT eerst Donderdag
23 September des mid
dags om vier minuten vóór
drie officieel de herfst aan
(het tijdstip waarop de zon
passeert), het
Het is niet met weemoed,
waarmee wij komende week
afscheid van de zomer ne
men, want wat is er ge
klaagd en gemopperd op het
Nu mag de mens gauw on
tevreden zijn, en ook al ma
ken wij niet het minste recht
op warm, zonnig en droog
weer, toch was het de afge
lopen zomer erg koud, som
ber en nat.
Zo blijkt bijvoorbeeld, dat
in de drie zomermaanden
Juni, Juli en Augustus te De
Bilt totaal 452 uren zonne
schijn is voorgekomen te
gen normaal 610 uren.
Dit tekort van 158 uren
hebben wij heel goed ge
merkt. Hoevelen zien wij ge
woonlijk in de September
maand niet met mooie bruin
gebrande armen en gezicht
rond lopen, terwijl nu vrijwel
iedereen een wit kleurtje
heeft alsof hij of zij de ge
hele zomer tussen de muren
heeft gezeten.
Er zijn enkele dagen ge
weest in de afgelopen zomer,
die met recht herfstdagen
genoemd mochten worden.
Maximum temperaturen van
12 tot 14 graden Celsius, ko
men soms ook op zeer zachte
winterdagen voor.
Het aantal warme dagen
was deze zomer zeer klein.
In De Bilt kwam het in de
drie zomermaanden totaal tot
twee tegen normaal achttien
Een zo klein aantal zomer
se dagen was de laatste 100
jaar in De Bilt slechts een
maal vaker voorgekomen,
nL in 1907.
Regen is er in het gehele
land meer gevallen dan nor
maal. In De Bilt werd een
regensom van 331 tegen nor
maal 222 mm gemeten.
Hogedrukgebieden soek.
Wanneer wij een oorzaak
voor deze koele en wisselval
lige zomer moeten aanwijzen,
dan komen wij niet terecht
bij atoombommen of andere
menselijke uitvindingen.
Het heeft ons de gehele zo
mer ontbroken aan hogedruk-
gebieden. waarin zoals be
kend zonnig, droog en mooi
weer voorkomt. Deze hogc-
drukgebieden hebben wel vele
weken boven Rusland en de
Azoren gelegen, maar boven
het vaste land van West- en
Noord-Europa schenen zij
geen reden tot bestaan te
Hoe da» ook, het waren de
gehele zomer depressies en
nog eens depressies, terwijl
de hogedrukgebieden op af
stand bleven toezien, hetgeen
De zomer gaat heen
riatie op maken, doet denken
aan „Hogedrukgebieden nicht
erwünscht".
Gaan wij het zomerweer
vergelijken met dat van vele
andere landen, dan hebben
wij nog alle reden tot dank
baarheid.
Grote overstromingen in
Zwitserland, Oostenrijk, In
dia, enz., waarbij vele dui
zenden hectares land zijn ver
woest. Dit ook als gevolg van
de enorm zware regenval.
De landbouw heeft ook in
delen van ons land geleden.
Vooral in Noordoost Overijs
sel, waar een groot deel van
de oogst verloren is gegaan.
Het was een slechte zomer
voor de vacantlegangers en
ook voor de land- en tuin
bouwers. Wij vergeten zo
gauw, dat het verleden jaar
herfst zo buitengewoon zacht
en droog is geweest en ook
dit voorjaar kenmerkte zieh
door droogte.
Het is daarom niet zo'n
groot wonder, dat hierop weer
eens een regenperiode volgt,
die jammer genoeg dit jaar
juist haar stempel op de zo
mer drukte.
Er is echter geen enkele re
den om hierin een grote af
wijking in de natuur, een
klimaatverandering of atoom
bomgevolgen te zien, want...
de zomer van 1907 was in
verschillende opzichten zelfs
nog minder mooi.
fS6ï HaaPMHXdas 81 avissDvawoz
ZONDAGSBLAD 18 SEPTEMBER 1954
[NSTON Churchill begon steeds meer
de aandacht te trekken. Niet alleen in
Engeland, maar ook ver over de gren
zen. Meer dan eens werd de verwach
ting uitgesproken, dat de man, die reeds
op 34-jarige leeftijd werd benoemd tot
kabinetsminister, 't wel heel ver zou
brengen. Deze voorspelling is uitgeko
men. Maar wel niemand zal vermoed
hebben, dat Churchill nog eens een gro
te en beslissende rol in de wereldge
schiedenis zou spelen.
Uit z'n bekende boek ..Grote tijdge
noten" blijkt wel dat de tegenwoordige
Engelse Eerste Minister in zijn lange
carrière de meest bekende grote man
nen in binnen- en buitenland van zeer
nabij heeft gekend. En zijn bekwame
pen stelde hem in staat van deze grote
tijdgenoten een even scherpe als boeien
de karakter- en levensschets te geven.
Op meer dan één foto, waarmee dit
boek werd geïllustreerd, ziet men de
besproken figuur in gezelschap van de
schrijver afgebeeld.
De Duitse keizer Wilhelm II toonde
meer dan eens grote bewondering voor
de geniale jonge Engelsman.
„Ik was zo fortuinlijk zo vertelt
Churchill in zijn genoemd werk tot
de gasten van de keizer te behoren bij
de manoeuvres van het Duitse leger in
1906 en 1908. Hij stond toen op het hoog
tepunt van zijn glorie. Zoals hij zat op
zijn paard, omringd door koningen en
prinsen, terwijl zijn legerscharen voor
hem defileerden in, naar het leek, ein
deloze rijen, vertegenwoordigde hij al
les, wat de wereld in stoffelijk opzicht
kan bieden."
Deze imponerende grootheid verblind
de Churchill echter niet. Zie hier hoe hij
het portret van de opperste krijgsheer
tekende: „Wilhelm wist hoe hij moest
gebaren, spreken en zich een houding
geven overeenkomstig keizerlijke stijl.
Hij kon met de voet stampen en van
zijn ontstemming blijk geven, of knik
ken en glimlachen op de meest theatra
le wijze; maar achter dit alles verborg
zich in werkelijkheid een gewone, ijde-
le, doch over het geheel goed-willende
man, die hoopte eens als een tweede
Frederik de Grote te zullen worden
beschouwd. Hij blonk niet uit in ver
standelijke of geestelijke grootheid. Zijn
onderdanen bezaten in hem geen vorst,
die uitmuntte door voorzichtig staats
manschap, berekening of diepgaand in
zioht... Niet zonder schok bemerkt men,
dat op het woord of een gebaar van
zo'n geestelijk beperkt wezen dertig jaar
lang, onmiddellijk en in volle gehoor
zaamheid, de krachten klaar stonden,
die, wanneer daarop losgelaten, de we
reld konden verwoesten. Het was niet
zijn fout; het was zijn noodlot."
Dit noodlottig ogenblik zou spoedig
aanbreken. Gelukkig, dat Winston Chur
chill dit tijdig inzag.
NA enige jaren verhuisde Churchill van
het departement van Handel naar dat
van Binnenlandse zaken.
In de morgen van 3 Januari 1911
werd hem telefonisch meegedeeld, dat
twee bandieten, die kort te voren een
aantal politieagenten hadden vermoord,
zich ophielden in een huis aan de Sid-
neystraat, gelegen in het beruchte East
End. de Londense armenwijk. Deze
moordenaars waren voorzien van gewe
ren en zelfs van bommen.
Toen de politie hen sommeerde zich
over te geven, begonnen de twee man
nen te schieten. De politie stond mach
teloos. Aan de Home Secretary (zoals
Churehills officiële titel toen was) werd
om militaire hulp gevraagd, die direct
werd toegezegd.
Later erkende de minister, dat hij.
door „levendige nieuwsgierigheid" ge
dreven, besloot persoonlijk naar de
Sidneystraat te gaan, om zich met de
ga-pg van zaken op de hoogte te stellen.
En zo zagen de verbaasde Londenaars
op die wintermorgen een met hoge hoed
getooide minister, vergezeld van een
aantal politieagenten en militairen, zich
in stormpas naar het gevaarlijke huis
spoeden.
Daar aangekomen leek t wel of zij
zich midden in een veldslag bevonden.
De politie had het huis omsingeld en
beschoot het van verschillende zijden,
maar haar vuur werd even heftig be
antwoord. Ten slotte werd besloten het
huis te bestormen en aan het verzet
een einde te maken.
Maar vóór men daartoe kon overgaan
sloegen de vlammen uit de belegerde
vesting. Toen kwam bovendien de brand
weer in actie, die zich in het branden
de pand wikie begeven om bij de vuur
haard te komen. Er ontstoncl een zeer
geanimeerd debat tussen politie- en
brandweerleiding en noch de een noch
de ander wilde toegeven.
Toen hakte Churchill (die zich over
zijn aanwezigheid aan deze plaats toch
niet helemaal op z'n gemak voelde) de
knoop door: om ongelukken te voorko
men moest het huis aan 't vuur wor
den prijsgegeven.
Er bleef slechts een puinhoop over.
Daarin werden twee verkoolde lijken ge
vonden, die werden geïdentificeerd als
de stoffelijke resten van Piet de Schilder
en nog een lid van een anarchistenben
de.
De Londense kranten stonden vol over
het drama in de Sidneystraat. En de
grootste sensatie was dat minister Chur
chill het „beleg" had meegemaakt. Ve
len achtten dit beneden de waardigheid
van een lid van Zijner Majesteits rege
ring.
De conservatieve leider Arthur Bal
four bracht deze zaak zelfs in het La
gerhuis ter sprake. Op z'n bekende dro
ge wijze zei hij: „Met bezorgdheid heb
ben wij kennis genomen van fotogra
fieën in de geïllustreerde bladen, waar
op de Home Secretary in de gevaarlijke
zone is te zien. Ik begrijp wat de foto
graaf daar deed. maar wat de Home
Secretary daar deed begrijp ik niet."
T NTUSSEN werd het Duitse gevaar
■*- steeds dreigender. De man van de
straat had daar zo geen erg in, maar
de ingewijden zo veel te meer. Uit Ber
lijn was het bericht gekomen, dat er
een vloot moest komen, die voor geen
andere ter wereld zou onderdoen.
Dat was duidelijke taal, voor geen
tweeërlei uitlegging vatbaar. De Engelse
vloot moest gereorganiseerd en uitge
breid worden en wel zo spoedig mo
gelijk. Als de Duitser zich sterk genoeg
voelde zou bij 't geringste conflict het
noodweer boven Europa losbarsten.
In October 1911 werd Winston Chur
chill benoemd tot minister van Marine.
Hij kreeg nadrukkelijk de taak (maar
natuurlijk werd dit niet aan de grote
klok gehangen): de vloot in een staat
van onmiddellijke en voortdurende oor
logsgereedheid te brengen in geval En
geland zou worden aangevallen door
Duitsland.
Churchill wist: 't is kort dag. En
hij werk-te voor tien. Verschillende oude
schepen werden naar de afbraakwerven
verwezen. Enkele oude admiraals wer
den door jongere vervangen. Er werd
een oorlogsstaf voor de vloot ingesteld.
Waar mogelijk moest als drijfkracht olie
in plaats van stoom worden gebruikt.
Het luchtwapen werd ook voor de vloot
ingeschakeld. De opleiding tot officier
moest open staan voor alle jongelingen
met aanleg en karakter.
In die jaren heeft Churchill dag en
nacht gewerkt. Maar in 1914 had hij
de Sidneystraat.
De vloot gereed
(Vervolg van pagina 2)
„O!" Mijnheer Stevens keek even op
van de notities welke hij uit zijn tas
gehaald en voor zich op tafel gelegd
had.
„O. die! Zo zo.. Ja. hij is al op
leeftijd hè?"
„We moesten er eens gaan kijken,"
hernam zijn vrouw weer.
„Dat oude vrouwtje zal het er ook
wel moeilijk mee hebben!"
Mevrouw Stevens bewoog zich meer
dan haar man in de gemeente en zij
kende vrouw Kuile daarom ook beter.
Het oude. door reumatische aandoenin
gen gekwelde vrouwtje, dat met haar
kromvergrocide vingers zo dapper en
zo proper haar huishoudentje verzorgde.
Mijnheer Stevens had even de schou
ders opgehaald bij de laatste opmerking
van zijn vrouw.
Niet dat hij geen belang stelde in het
lot van zijn arbeiders, maar zijn vrouw
kon niet begrijpen dat de leiding van
dit steeds groeiend bedrijf hem geheel
opeiste. Je kon er toch de zaak niet
voor verwaarlozen? Maar ja, vrouwen
leven meer uit hun gevoel.
„Nou. wat denk je er van?"
„Och kind. ik kan me toch niet over
al mee bemoeien? Jij hebt er gewoon
weg geen idee van wat er in een be
drijf omgaat!"
„Wanneer je daarmee orders en aan
delen bedoelt, zul Je wel gelijk hebben,
Frits. Maar j - hebt ook mensen in je
bedrijf. En ik ben bang dat jij daar ge
heel van vervreemd ben! Je vader zou
het anders gedaan hebben, geloof Ik."
„Ja, vader..!"
„Stil nou, Frits! Ik weet wel wat je
zeggen wilt. Deze tijd stelt andere eisen.
Maar Gods gebod blijft! En je zult toch
niet willen ontkennen dat Bertus Kuile
Je naaste is?"
V.tOEG in de avond gingen zij.
De mensen in het straatje keken
vreemd op toen de grote glanzende wa
gen voor het huisje van Bertus Kuile
stopte.
Nadat mijnheer Stevens gebeld had.
wachtten zij op het smalle stoepje voor
de deur.
Langzaam ging de deur open en de
gebogen gestalte van vrouw Kuile stond
„Dag
wilden eens bij
komen kijken, als dat kan. Hoe
gaat het er mee?"
De vriendelijke ogen van het oude
mensje glansden eensklaps van blijde
verrassing.
„O. komt u binnen! Dat ik het toch
niet direct zag wie u was! 't Wordt ook
al schemerig, hé?"
Mijnheer Stevens en zijn vrouw gingen
achter het moeizaam voortschuifelende
vrouwtje aan naar het slaapkamertje.
Zonder te spreken staarden zij naar
de zieke, die daar stil en met gesloten
ogen lag in het witte bed.
„Ze hebben een ander ledikant ge
haald." fluisterde vrouw Kuile, „dat
vond de zuster makkelijker om hem te
„Is hij nog niet bij kennis geweest?"
vroeg mijnheer Stevens.
De oude vrouw schudde verdrietig het
hoofd.
„Hij is erg ziek, meneer. En nog zo
gezond de deur uitgegaan vanmorgen."
In de woonkamer bleven ze nog even
praten. Het kopje koffie dat het bedrij
vige vrouwtje hen wilde inschenken,
hadden ze vriendelijk maar beslist af
gewezen.
„Nee nee. u hebt het toch al druk
genoeg. Hebt u verder geen hulp?"
„Ja. de buurvrouw komt af en toe
een handje helpen. En dat is het ergs'e
niet. Als ik hem maar houden mag. Hij
is altijd zo goed voor me geweest. Als
hij thuis kwam deed hij nog zo veel
voor me. want het werk gaat me niet
zo makkelijk meer af. moet u weten."
Stil heten ze het vrouwtje uitpraten.
Mijnheer Stevens zag de oude Bertus
ineens van een andere kant. De man.
die zoveel jaren getrouw zijn taak in
de fabriek had verricht, had ook zijn
zorgen gehad. Was het eigenlijk niet
een kruis voor hem geweest?
Alsof het vrouwtje zijn gedachten ge
raden had, vervolgde ze:
..We waren ook zo rijk gezegend, want
d samen. Alles wr.t
de Here on
geningen, r
niet altijd.."
Zij zweeg even. Er kwamen tranen
in haar kleine, vriendelijke ogen. Langs
een groef in haar gelaat biggelde er
een naar beneden en zij wiste die ter
sluiks weg.
Ze stonden op om heen te gaan. De
troostwoorden welke hij zich voorgeno
men had te zullen spreken, bleven hem
in de keel steken. Er straalde een
warmte van deze vrouw uit, die hem
zijn eigen kilheid deed voelen.
In het smalle gangetje wees vrouw
Kuile naar de kapstok.
„U had uw mantel wel even uit kun
nen trekken, mevrouw. Dat ik daar niet
aan gedacht heb!"
„O nee, dat geeft niet hoor. We kwa
men maar eventjes kijken."
„Die kapstok hebben we nog van uw
vader gehad, meneer, toen m'n man
vijfentwintig jaar op de fabriek was.
Waar blijft dc tijd hè? Mijn man heeft
zo lang bij uw vader gewerkt, hij heeft
het er nog dikwijls over."
Mijnheer Stevens knikte.
In gedachten verzonken staarde hij
naar een simpel tegeltje dat naast de
kapstok aan de geverfde muur hing.
„In deze woning is Jezus Koning",
stond er op.
Hij zag het bordje nog voor zich toen
hij de auto startte.
„Dat oude mensje kan zo niet blijven
tobben." zei z'n vrouw. ,.'k Zal er eens
over praten eo Mientje alvast een paar
uurtjes sturen om haar te helpen."
Hij knikte terwijl hij gas gaf.
De herfst nadert