Honderden Poolse soldaten vielen voor onze bevrijding Het leven van SIR WINSTON CHURCHILL 4 ZONDAGSBLAD 4 SEPTEMBER 1954 TIEN JAAR GELEDEN... En hun nabestaanden denken met droefheid aan het Betuwse dorpje Driel IN het dorpscentrum van Driel staat een straatmuzikant. De zon schit tert in veelvoudige glinstering in zijn instrument. De schetterende koperto- nen van een volksliedje galmen weg over de Rijn, die ondei de blauwe zo merhemel traag voortstroomt. Dan echoën ze terug tegen de donkerbe- boste hoge heuvelrand bij Doorwerth en Oosterbeek. Het wijsje klinkt over de boomgaarden, waar de takken bui gen onder de last van het rijpende fruit. Een paard trekt een bolderende kar door de straten van het vredige dorpje, dat niets dan landelijke rust ademt zoals het daar ligt weggedoken achter de hoge rivierdijk. Even trekt het dier schrikkerig de kop omhoog als het de muziek hoort. Dan zwijgt de trompet en de wagen gaat verder, langs het eenvoudige bakstenen monument met de woorden: „Opgedragen aan de Poolse parachu tisten, die in Driel en omgeving hun leven offerden toen zij voor onze be vrijding streden." Driel, het dorp met zijn Polenmo nument, met het graf van de Britse officier Adams op het kleine kerkhof achter het oude Hervormde kerkje, met'de vele nieuwe huizen, die ver rezen op de plaats waar eens de oude woningen stonden met al de vertrouw de dingen. Het dorp met de open plaatsen in de gezinnen, met de herinnering aan het leed van oorlog en evacuatie in de tijd, toen dagen achtereen kogels en granaten neerregenden, toen huis en haard niet meer telden en alleen het leven waarde had. Tien jaar geleden gebeurde het en speelde Driel zijn rol in de slag om Arnhem. Sedert die onvergetelijke Septemberdagen van 1944 werd de naam van dit dorpje bekend tot ver over onze grenzen en neemt het een onuitwisbare plaats in de harten van Moeder Palka en de vele andere na bestaanden in B* TOi IN in 1939 de Duitse troepen haar 1. nd binnenvielen woonde Moeder Palka met haar man, haar dochter Valeria en haar zoon Wladislaw op een boerderijtje, ergens in Polen. Zij hadden het niet breed, maar zij wa ren tevreden, met elkaar en met hun bedoeninkje. Tot de oorlog kwam. Duitse vlieg tuigen bombardeerden Warschau. Duitse tanks rolden het land van het Westen binnen en Russische legers trokken over de Oostgrens. Weldra was het vaderland van de Palka's on der de voet gelopen en leefden zij in de zone, die door de Russen werd be zet. Alle Polen werden verbannen. Ook het gezin Palka werd uiteengerukt en moest alles achterlaten. Vader en Wladislaw gingen naar Siberië, moe der en Valeria werden naar de Pool- streken verbannen, waar zij in een kamp leefden en bomen moesten vel len. Voor hoe lang? 1939 verstreek. De Duitsers sloten een vriendschaps pact met ide Russen. 1940 kwam en ging. Het werd 1941, 1942. Toen, op een zomerdag, die zelfs het leven in het Russische vrouwenkamp iets dragelijker maakte, kwam de gro te ommekeer. Duitsland en Rusland waren van bondgeno ten plotseling eikaars vijanden geworden en o vreemde loop der historie de onder drukkers en de slaven zouden van toen af een gezamenlijke strijd voeren. De Poolse generaals Anders en Sikorsky reisden cJe Russische kampen af om man schappen te werven voor het Poolse leger, dat zij aan zij met de geallieerde troepen de Nazi's zou bevechten Ook voor moeder Palka en Valeria zwaaiden de prikkel draadhekken van het concentratiekamp open. Haar eerste gedachte was in contact te ko men met Vader en Wladislaw. Zij fcïoorden van de vorming der Poolse bataljons en vernamen dat deze vanuit Perzië naar Engeland zouden worden verscheept om te worden afgericht. Uit het hoge noorden van Rusland trokken de beide vrouwen zuidwaarts. Nu eens konden zij meerijden met een goedwillende boer of in een goederen trein. Dan weer zakten zij met een vlot een rivier af. Maar het grootste deel van de afstand, dwars door het onmetelijk uitgestrekte Rusland, gin gen zij te voet. De Poolse generaal Bor-Komoroivski, die toen zijn landgenoten in ons land sneuvelden zijn verzetsleger leidde tijdens de opstand in Warschau, legt een krans aan de voet van het Poolse monument in Driel. EEN jaar later kwamen de beide vrouwen in Perzië aan en daar, in een havenstad, was ook Wladislaw met zijn groep op »veg naar Engeland. Enkele uren konden zij bij elkaar zijn, al werd de vreugde van het weer zien getemperd door het bericht dat Vader Palka de ontberingen in het Si berische slavenkamp niet had over leefd. Zij scheidden met de afspraak, dat Moeder en Valeria ook naar Engeland zouden gaan. Daar zou Wladislaw wachten. Na de oorlog konden zij dan NCEN, de schoolbanken waren niets voor de jonge Winston. Dat vond hij veel te saai En veel dat hij leren moest achtte hij volkomen nutteloos. Hij snak te naar activiteit, naar déden. Hij vond het jammer, dat hij niet een eeuw eerder geboren was. ,,Wat zouden wij honderd jaar vroeger zo schreef hij zelf een prachtige tijd gehad heb ben! Stel u voor dat ge in 1793 negen tien jaar oud zijt met twintig jaar oor log tegen Napoleon vóór u!" Toen Winston in 1894 de officiersop leiding te Harrow verliet, was 't heel rustig in de uitgestrekte Britse koloniën. Er was voor de Engelse expeditielegers zo goed als niets te doen. Churchill trad in actieve dienst bij Zijner Majesteits Huzaren. Dat beviel hem best: nu deed hij tenminste wat. En bij de troep was het jonge luitenant. Je zeer gezien. Hij leefde met zijn jon gens mee. Wel eiste hij veel van hen. maar van zichzelf nog meer. Men moest in zijn bijzijn nooit beweren, dat iets ..onmogelijk" was. Juist als 't er om fling alle krachten in te spannen was uitenant Churchill op z'n best. Na zeven maanden dienst kreeg Win ston zijn eerste grote verlof. En hij was nauwelijks thuis, toen hij hoorde, dat er in Cuba een opstand was uitgebro ken. Dat was nu juist een kolfje naar zijn hand en Winston stelde aanstonds alle pogingen in 't werk om met de uit te zenden expeditie mee te mogen gaan. Dank zij machtige voorspraak lukte dit. Bovendien wist hij de hoofdredactie van een blad te bewegen hem als oor logscorrespondent aan te stellen. Voor zien van een dubbele functie stapte hij dus aan boord. Erg veel had dit Cubaanse oproer ech ter met te betekenen. Wel werd er veel geschoten en 't verwonderde Winston dat er zo weinig slachtoffers vielen. IN Cuba had hij dus de ..vuurdoop" ondergaan. En wat hij daar had on dervonden schrikte hem allerminst af om op de ingeslagen weg voort te gaan. Altijd heeft Churchill op die eerste ja ren van zijn militaire loopbaan met veel genoegen teruggezien. In zijn boek met jeugdherinneringen schrijft hy dan ook: ..Komaan nu, gij jonge mannen over heel de wereld, gij hebt geen uur te ver liezen. Neemt uw plaatsen in in de gc- vechtslijn van het leven. Twintig tot Zijn tweede reis op 't oorlogspad was naar Brits-Indië, waar de wilde Patha nen, die weer eens tot rebellie waren overgegaan, tot onderwerping moesten worden gebracht. Daar ging 't heel wat wilder toe dan in Cuba. Daar zag hij voor 't eerst makkers vallen en 't scheelde maar heel weinig of Winston had 't door hem zo vurig beminde eilandenrijk nimmer terug gezien. Hij kreeg een eervolle vermelding voor zijn moedig gedrag. Maar tevens had hij de woede gaande gemaakt van de militaire autoriteiten, die zich ge- Jriefd voelden door Winstons vrljmoe- ige artikelen in de Britse pers, waarin hij zelfs critiek gaf op de hoogste le gerleiding. Hij kreeg 't zelfs aan de stok met Kitchener, de machtige sirdar van Egypte, die zcide er niet aan te denken Churchill op te nemen onder zijn officie ren. Ze zouden die schrijvende lancier" wel krijgen! T"\E tyd van rust was voor Enge- land en voor Churchill voorbij. Want in Zuid-Afrika was de oorlog uit gebroken. En Winston zou voor het be kende blad „Morning Post" artikelen schrijven over de strijd tussen Boer en Brit. Hij had overvloedig bewezen over een goede pen te beschikken. Hij wist zijn lezers op ongewone wijze te boeien Zelfs de Prins van Wales schreef hem een vriendelijk briefje, waarin hij ver klaarde niets dan lof te hebben voor Churchills oorlogsbeschouwingen. Toen Winston naar Transvaal vertrok. was hij nog geen 25 jaar. Zijn krant be taalde hem 250 per maand (ongeveer 3000) plus vergoeding van alle onkos ten. Nu hij niet als militair maar als oorlogscorrespondent er op uit trok, zou hij zich nog beter aan zijn reportage® kunnen wijden. Hij kende maar één vrees: dat hij in Zuid-Afrika zou arriveren als de oorlog al was afgelopen. Want zoals alle En gelsen had hij geen hoge dunk van de militaire paraatheid van de Boeren. De Britse legers zouden die ongedisci plineerde breedhoeden in een minimum van tijd klein krijgen. Maar dat pakte heel anders uit. Een paar weken na zijn aankomst in Zuid- Afrika zat Winston reeds als krijgsgevan gene in een schoolgebouw te Pretoria. Hij, de oorlogscorrespondent, was door de Boeren gegrepen, terwijl hij een re volver in de vuist hield. Op zulk een over treding staat in gewone omstandigheden de kogel. Een jonge, forse Boer later bleek het niemand minder dan Louis Botha te zijn! liet Winston echter met andere gevangenen opsluiten. Durban. De Boeren loofden 25 uit aan degene, die de gevangene dood of levend wist terug te brengen. In het signalement werd de vluchteling aldus getekend: slecht fi guur, ronde rug, bleek voorkomen, ros sig haar, vrijwel onzichtbaar snorretje, praat door zijn neus en kan de s niet behoorlijk uitspreken. Zo eindigde de eerste militaire loop baan van de man, die 50 jaar later alle strijders voor vrijheid en recht zou aanvoeren in hun schier wanhopige wor steling tegen de Duitse kolos... Tijdens de Cubaanse opstand. Tegen de wilde Pathanen in Brits-lndië. Winston ontvlucht uit de gevangenis ZONDAGSBLAD 4 SEPTEMBER 1954 met z'n drieën terugkeren naar Va ders boerderijtje in Polen. Nog een laatste omhelzing, een arm zwaai van het vertrekkende troepen schip, dat werd nagewuifd door twee steeds kleiner wordende vrouwenfi guurtjes op de kade. Wladislaw Palka was op weg naar Engeland, waar hij zou worden opgeleid om de Nazis uit zijn vaderland te verdrijven. Daar was hij bijeen met Polen uit de Rus sische kampen, uit Amerikaanse fa brieken, uit de mijnen in Zuid-Afrika, ja uit alle delen der vrije wereld. Een jaar later steeg zijn vliegtuig op van een Engelse basis en koerste naar het oosten. Maar het einddoel was geen Warschau, waar de bevol king onder leiding van Generaal Bor- Komorowski in opstand was gekomen tegen de Duitse overheersing. Het ver zetsleger had dringend behoefte aan versterkingen, maar ondanks aandrin gen van de andere geallieerden wei gerde Ruslartd een luchtlanding toe te staan Boven de Betuwse boomgaarden bij Driel kregen korporaal Palka en zijn vrienden bevel om af te springen. Hier openden zich hun parachutes en begon hun aandeel in de gevechten, die in de geschiedenis bekend zouden worden als: de Slag om Arnhem. B HET was zo goed begonnen op die zonnige Zondagmiddag van de 17e September. Toen de mensen in het be zette Nederlandse gebied uit de kerk kwamen, trok hoog boven hun hoofd de geallieerde luchtarmada over. Bommenwerpers, gevechtsvliegtui gen, transporttoestellen, zweefvliegtui gen en jagers, groep na groep, in schier eindeloze, machtig gonzende Boven de Veluwe ontplooiden zich de valschermen en werden de kabels Ider zweefvliegtuigen gekapt. De ope ratie verliep alsof het een oefening was, ergens in Engeland. Op de heide tussen Heelsum en Wolfheze landden 2000 man. Op hun verzamelpunt, een boerderij bij Heelsum, kwamen zij vol goede moed samen. „Op naar de Rijn brug in Arnhem" was hun devies. Maar de tweede dag ging het al minder vlot. De Duitsers hadden op het lichaam van een gesneuvelde of ficier ide plannen gevonden voor de nieuwe landing. Toen de mannen neer kwamen werden zij verwelkomd door een hagel van kogels. Ook sloeg het weer om. Er kwam mist opzetten, hetgeen slecht zicht voor de volgende landingen betekende. Het begon te regenen, zodat de tanks van het Tweede Leger, dat Nijmegen reeds was gepasseerd, bleven steken in de modder van de Betuwe en geen contact konden maken met de para chutisten. Twee Duitse SS-Pantserdi- visies, die vanuit Frankrijk op weg naar Duitsland waren om daar te wor den gereorganiseerd, werden in aller ijl naar Arnhem gedirigeerd. De tegenstand nam toe. De toestand werd onoverzichteüjker. De vliegers van de R.A.F., die munitie en ver sterkingen aanvoerden, werden vaak gedwongen hun lading boven vijande lijk terrein af te werpen, omdat het gebied steeds van de ene in de andere hanid overging. Toen besloot het geallieerde opper bevel een landing uit te voeren ten Zuiden van de Rijn. De troepen kon den dan naar de andere zijde over steken om daar de positie der para chutisten te versterken. •B- HET was Donderdagmiddag, 21 Sep tember, ongeveer vijf uur. Een naargeestige motregen sijpelde ge staag uit de laaghangende, leigrauwe lucht, toen Wladislaw Palka en zijn vrienden boven de Betuwe neerzweef- den. Achter hen steeg de rook op van de branden in Arnhem en Nijmegen. Voor hen rikketikten de machinege weren van de Duitsers aan de over kant van de Rijn. Zij, die buiten het landingsterrein terecht kwamen, werden opgewacht door Nazitroepen met getrokken ba jonet. Zo landden 1800 Poolse soldaten, met 40 officieren en 3 aalmoezeniers onder leiding van Generaal Sosabows- ki. Zij verzamelden zich bij een boerde rij cn trokken, gedekt door de Rijn dijk, naar Driel, waar een sergeant- majoor de enthousiaste bevolking maande vooral kalm te blijven. Er konden nog hevige gevechten komen. En die kwamen... Een gedeelte van hun zware mate riaal bleek te zijn afgedreven en was in hartden van de vijand gevallen. On ophoudelijk beukte de Duitse artillerie op Driel. De katholieke kerk stortte na vijf en twintig voltreffers in. Het ene huis na het andere brandde uit of veranderde in een in elkaar geschoten puinhoop. Vier en twintig bewoners bivak keerden tot in October onder de to ren van de hervormde kerk. Hun voed sel bestond uit hetgeen zij tijdens levensgevaarlijke sluiptochten konden bemachtigen. Nu eens was het een varken, dat in de kerk wehd geslacht. „Meid, zit j\j aan de grond?' I Geval zonder eind (VIII)' Uil de VOLKSWIJK WAT doet een vrouwals haar manal dan niet patiënt geen cent thuis weet te brengen? Het is een vraag waarmede hoe langer hoe minder mensen zich bezig houden omdat de meeste werknemers in een ziektefonds zijn, waarbij de gezinsinkomsten dan wel kunnen teruglopen, maar meestal niet plotseling totaal op houden. Het is feitelijk enkel een vraag voor de neringdoenden, en voorzover dezen verantwoordelijk heidsgevoel kennen, hebben ze gezorgd dat ook in dagen van onffunst het huishouden tenminste een afzienbare tijd dóór kan gaan. Maar Sjaantje wordt a bout por- tant tegenover dit vraagstuk ge steld en ze weet er waarempel geen raad mee. Goed, ze heeft het voorheen nooit royaal gehad, maar als kind thuis werd er voor haar gezorgd en toen ze ging verdienen, moest ze wel heel wat bij Moeder afdragen, maar er bleef toch altijd nog wel wat over en voorts waren er de jongens, die haar tracteerden op film en ijs en de rest. Maar nu, met een man en een baby, moet ze zelf raad gaan schaffen. Haar eerste poging in die rich ting is een bezoek thuis bij haar ouders. Ze is sinds haar trouwen niet meer over de vloer geweest en ze heeft zelfs met knetterende vloeken gezworen daar nimmer meer te zullen komen. Nood breekt vloeken. Ze gaat er heen, en ze ziet er uit om een cent te geven: zo grauw, zo slap, zo mager, zo verwaarloosd. Ze heeft met zorg het uur uitgekozen waarop Moeder alleen thuis is, maar ze had zich heel de moeite kunnen besparen. Dat wordt haar meteen duidelijk toegevoegd, als ze de kamer binnentreedt, zwakjes „Gedag" zegt, en op een stoel neervalt. Want Moeder, die weet wat er in de wereld te koop is, constateert heel laconiek: „So, nou heb je je sin, hè. Trouwen met die smeer lap. En seker geen droog brood om te eten en geen bed om op te slapen Nou, dat heb ik je van te voren wel gesegd, niet? En verder ken je je de moeite sparen om hier naar toe te komen, want ik heb geen cent Terwijl Moeder dat zegt, dwalen Sjaantjes ogen als vanzelf naar de grote linnenkast tegen de achter wand van de alcoof. Ze weet dat daar wel geld in verborgen zit, en Moeder weet dat Sjaan dat weet. Meteen slaat Moeders toch al niet vriendelijke stem heftig en kwaad aardig uit: „Ach, denk ie daar aan Nou, dan sal ik je alvast maar zeggen, dat als daar ooit een cent aan ontbreekt, ze het op de pelisiepost óók zullen weten. Dan kennen ze daar medeen effe uit zoeken wie onderlaatst die cantine heb leeggehaald Zó is die Moeder. Ze weet kennelijk alles wat er in de wijk gebeurt en ze weet bovendien precies waar Sjar- lie iets mee te maken had. Nadat Sjaantje eerste poging is mislukt, vangt ze aan met een tweede. Ze verkoopt de nalaten schap van Opoe: een tafeltje, een kastje, wat stoelen en nog een mooi bed. Ze verkoopt ze niet aan haar eigen man, maar aan diens concurrent, die er 'n paar guldens voor geeft en 'n bed van mindere W'VWVVVVVVVVWVVOSWWOUW WW) ze doet stom verbaasd als Sjaan ft ten langen leste over haar geld- noden begint: „Meid, zit jij aan de grond? Hoe kan dat nou?" Het ij. geeft Sjaan het gevoel dat ze zowaar nog een lotje uit de loterij jj. trok. toen ze Sjarlie trouwde en alsof ze best in staat zal wezen Jj. om eventuele renten en aflossingen grif te voldoen. Het sust haar in g slaap en wat later staat ze buiten jj- met vijftig gulden, waarvoor ze g een jaar lang elke week twee gul- den zal moeten opbrengen: één gulden aflossing en één gulden rente, want voor niets kan zo'n vrouw dat natuurlijk ook niet doen. Zij neemt toch maar haar risico's, is het niet? Als Sjaan en Sjarlie eens met de Noorderzon weg gingen nou, dan kan zij naar haar geld fluiten Sjaan moest eens weten hoe slecht het mensdom is kwaliteit, dat kort daarna zal blijk geven te leven omdat het met straatvuil werd opgevuld. Maar die paar centen zijn voldoende om weer een week huishuur, electra, gas en voedsel te dekken. Vervolgens gaat Sjaantje naar een vrouw, die bekend staat als bereid tot het geven wan kleine voorschotten. Nou ja, Japie moet toch te drinken hebben, en zelf kunnen ze ook niet op een houtje bijten. Maar haar kleine verstand begrijpt niet dat ze zich inlaat met een woekeraarster, die al ontelbare gezinnen in de afgrond heeft gestort. De vrouw is onge twijfeld innemend en vriendelijk, zo op het eerste gezicht. Ze schenkt een kopje koffie in, ze kwebbelt gezellig over allerlei dingen en Sjaan krijgt dat zeer snel te weten. Met die vijftig gulden kan ze drie weken lang leven en haar schulden betalen, daarna zit ze weer vast. De vrouw weet er wat op: Sjaan moet dan maar voortaan bij haar d'r aardappeltjes en zo kopen. In wezen betekent dit dat Sjaan gedwongen wordt om véél meer te kopen dan ze ooit van plan is geweest, en dat haar schuld met de week verder stijgt. Het betekent ook dat de vrouw nimmer met on verkoopbaar goed blijft zitten: wat ze overheeft, brengt ze by haar schuldenaars thuis en die moeten het tegen heug en meug afnemen en raken verder in het krijt, dieper in de ellende. Ja, het mensdom is slecht I WIJKPREDIKANT. Maar in Engeland hoorden zij de verpletterende tijding, dat Wladislaw daar niet meer was. Zijn laatste aard se rustplaats was aan de overkant van de Noordzee, daar, waar de hoge ber ken om Oosterbeeks dodenakker zacht hun fluisterende klaagzang ruisen over de kille zerken. toch zo veel zeggen: van elke vijf sol daten sneuvelde er één en op iedere vier gelande officieren kwam er één Velen waren vermist, veiidronken in de Rijn of gevangen genomen en door de vijand vermoord. Slechts een klein aantal is begraven op de begraafplaats der luchtlandings troepen bij Oosterbeek, tussen de twee duizend Britse gesneuvelden. Zerken, soms met voor ons bijna onuitspreek bare Poolse namen, merken de laat ste rustplaats van hen, die naar Ne derland kwamen om hierdoor hun en ons land te bevrijden. En op één van die zerken staat de naam: Korporaal W. Palka... ■B \7 ^LERIA en haar moeder waren voortgesjokt van de Perzische ha ven, waar Wladislaw vertrokken was. Terwijl de jaargetijden wisselden, lie pen zij verder. 1943 ging, 1944, 1945. De oorlog eindigde. Overwinnings fanfares klonken over de hele wereld. Ook in Engels Indië, waar zij in 1946 de loopplank betraden van het schip, dat hen zou brengen naar Engeland, het land dat voor de beide vrouwen dezelfde klank had als Wladislaw, want daar was hij immers? Nu zouden zij elkaar spoedig zien. Iedere dag en iedere mijl bracht hen dichter bij elkaar. Zij bespraken hoe zij Wladislaw's aidres te weten moes ten komen en wanneer zij met hem naar hun boerderijtje in Polen zouden kunnen terugkeren. Het Nederla.nds Hervormde kerkje in Driel. Hierin vonden van de Poolse landing tot in October 1944 vier en twintig inwoners van Driel bescherming tegen de Duitse bombardementen op hun dorp. Moeder Palka en Valeria bleven in Engeland. Polen wenste hen en vele anderen niet meer, omdat de bezetter, die eens hun gezinnetje uit elkaar had gerukt, daar weer de scepter zwaaide. (Voor vervolg pag. 3) Dan weer eieren en fruit. Totdat zij in October lopend door de vuurlinie naar het bevrijde zuiden konden vluchten. Reeds de eerste nacht na hun lan ding begonnen de Polen hun overtocht. Aan de andere oever voerden de Duit sers versterkingen aan. Sluipschutters zaten verborgen in ide bomen. Artille rie-officieren in het struikgewas aan de overkant van de Rijn gaven telefo nisch hun orders door aan de bij Heel sum opgestelde kanonnen. Zo was het nacht na nacht. Nu eens ging een landingsvaartuig mid den in de rivier ten onder. Dan weer bijna aan de overzijde of wanneer het nauwelijks de kant had verlaten. De geestelijken stonden op de oever om ide stervenden bijstand te verlenen. Een afgetobde aalmoezenier wankelde een Rode Kruispost in Driel binnen en smeekte de aanwezigen: „Bidden JW* --Wfr»' jullie toch mensen. Blijf toch bidden. Het is zo vreselijk bij de rivier. Ik ben er kapot van." Weer sleepte hij zich naar buiten en zag hoe een soldaat werd getrof fen en snel zonk. Hij begaf zich te wa ter om de jongen in zijn sterven bij te staan. Toen ratelde van de over kant een machinegeweer. Een rauwe kreet van pijn weerklonk. De geestelij ke sloeg zijn arm om de stervende soldaat en samen zonken zij weg in het door oorlogsgeweld opgezwiepte Rijnwater. Zo bereikten van de Poolse strijders slechts 350 soldaten de overkant... Na vijf dagen kwam het bevel om terug te trekken. Als de verlieslijst van het Poolse bataljon wordt opge maakt en voorgelezen, ontbloten de enkele overlevenden het hoofd. Cijfers kunnen zo koel en zakelijk zijn, maar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 14