Honderden Poolse soldaten
vielen voor onze bevrijding
Het leven van SIR WINSTON CHURCHILL
4
ZONDAGSBLAD 4 SEPTEMBER 1954
TIEN JAAR GELEDEN...
En hun nabestaanden denken met droefheid
aan het Betuwse dorpje Driel
IN het dorpscentrum van Driel staat
een straatmuzikant. De zon schit
tert in veelvoudige glinstering in zijn
instrument. De schetterende koperto-
nen van een volksliedje galmen weg
over de Rijn, die ondei de blauwe zo
merhemel traag voortstroomt. Dan
echoën ze terug tegen de donkerbe-
boste hoge heuvelrand bij Doorwerth
en Oosterbeek. Het wijsje klinkt over
de boomgaarden, waar de takken bui
gen onder de last van het rijpende
fruit.
Een paard trekt een bolderende
kar door de straten van het vredige
dorpje, dat niets dan landelijke rust
ademt zoals het daar ligt weggedoken
achter de hoge rivierdijk.
Even trekt het dier schrikkerig de
kop omhoog als het de muziek hoort.
Dan zwijgt de trompet en de wagen
gaat verder, langs het eenvoudige
bakstenen monument met de woorden:
„Opgedragen aan de Poolse parachu
tisten, die in Driel en omgeving hun
leven offerden toen zij voor onze be
vrijding streden."
Driel, het dorp met zijn Polenmo
nument, met het graf van de Britse
officier Adams op het kleine kerkhof
achter het oude Hervormde kerkje,
met'de vele nieuwe huizen, die ver
rezen op de plaats waar eens de oude
woningen stonden met al de vertrouw
de dingen.
Het dorp met de open plaatsen in
de gezinnen, met de herinnering aan
het leed van oorlog en evacuatie in
de tijd, toen dagen achtereen kogels
en granaten neerregenden, toen huis
en haard niet meer telden en alleen
het leven waarde had.
Tien jaar geleden gebeurde het en
speelde Driel zijn rol in de slag om
Arnhem. Sedert die onvergetelijke
Septemberdagen van 1944 werd de
naam van dit dorpje bekend tot ver
over onze grenzen en neemt het een
onuitwisbare plaats in de harten van
Moeder Palka en de vele andere na
bestaanden in
B*
TOi IN in 1939 de Duitse troepen haar
1. nd binnenvielen woonde Moeder
Palka met haar man, haar dochter
Valeria en haar zoon Wladislaw op
een boerderijtje, ergens in Polen. Zij
hadden het niet breed, maar zij wa
ren tevreden, met elkaar en met hun
bedoeninkje.
Tot de oorlog kwam. Duitse vlieg
tuigen bombardeerden Warschau.
Duitse tanks rolden het land van het
Westen binnen en Russische legers
trokken over de Oostgrens. Weldra
was het vaderland van de Palka's on
der de voet gelopen en leefden zij in
de zone, die door de Russen werd be
zet. Alle Polen werden verbannen. Ook
het gezin Palka werd uiteengerukt en
moest alles achterlaten. Vader en
Wladislaw gingen naar Siberië, moe
der en Valeria werden naar de Pool-
streken verbannen, waar zij in een
kamp leefden en bomen moesten vel
len. Voor hoe lang? 1939 verstreek.
De Duitsers sloten een vriendschaps
pact met ide Russen. 1940 kwam en
ging. Het werd 1941, 1942.
Toen, op een zomerdag, die zelfs het
leven in het Russische vrouwenkamp
iets dragelijker maakte, kwam de gro
te ommekeer. Duitsland en Rusland
waren van bondgeno
ten plotseling eikaars
vijanden geworden en
o vreemde loop der
historie de onder
drukkers en de slaven
zouden van toen af
een gezamenlijke strijd
voeren.
De Poolse generaals
Anders en Sikorsky
reisden cJe Russische
kampen af om man
schappen te werven
voor het Poolse leger,
dat zij aan zij met de
geallieerde troepen de
Nazi's zou bevechten
Ook voor moeder
Palka en Valeria
zwaaiden de prikkel
draadhekken van het
concentratiekamp open.
Haar eerste gedachte
was in contact te ko
men met Vader en
Wladislaw. Zij fcïoorden
van de vorming der
Poolse bataljons en vernamen dat
deze vanuit Perzië naar Engeland
zouden worden verscheept om te
worden afgericht.
Uit het hoge noorden van Rusland
trokken de beide vrouwen zuidwaarts.
Nu eens konden zij meerijden met een
goedwillende boer of in een goederen
trein. Dan weer zakten zij met een
vlot een rivier af. Maar het grootste
deel van de afstand, dwars door het
onmetelijk uitgestrekte Rusland, gin
gen zij te voet.
De Poolse generaal Bor-Komoroivski, die
toen zijn landgenoten in ons land sneuvelden
zijn verzetsleger leidde tijdens de opstand in
Warschau, legt een krans aan de voet van het
Poolse monument in Driel.
EEN jaar later kwamen de beide
vrouwen in Perzië aan en daar,
in een havenstad, was ook Wladislaw
met zijn groep op »veg naar Engeland.
Enkele uren konden zij bij elkaar
zijn, al werd de vreugde van het weer
zien getemperd door het bericht dat
Vader Palka de ontberingen in het Si
berische slavenkamp niet had over
leefd.
Zij scheidden met de afspraak, dat
Moeder en Valeria ook naar Engeland
zouden gaan. Daar zou Wladislaw
wachten. Na de oorlog konden zij dan
NCEN, de schoolbanken waren niets
voor de jonge Winston. Dat vond hij
veel te saai En veel dat hij leren moest
achtte hij volkomen nutteloos. Hij snak
te naar activiteit, naar déden.
Hij vond het jammer, dat hij niet een
eeuw eerder geboren was. ,,Wat zouden
wij honderd jaar vroeger zo schreef
hij zelf een prachtige tijd gehad heb
ben! Stel u voor dat ge in 1793 negen
tien jaar oud zijt met twintig jaar oor
log tegen Napoleon vóór u!"
Toen Winston in 1894 de officiersop
leiding te Harrow verliet, was 't heel
rustig in de uitgestrekte Britse koloniën.
Er was voor de Engelse expeditielegers
zo goed als niets te doen.
Churchill trad in actieve dienst bij
Zijner Majesteits Huzaren. Dat beviel
hem best: nu deed hij tenminste wat.
En bij de troep was het jonge luitenant.
Je zeer gezien. Hij leefde met zijn jon
gens mee. Wel eiste hij veel van hen.
maar van zichzelf nog meer. Men moest
in zijn bijzijn nooit beweren, dat iets
..onmogelijk" was. Juist als 't er om
fling alle krachten in te spannen was
uitenant Churchill op z'n best.
Na zeven maanden dienst kreeg Win
ston zijn eerste grote verlof. En hij was
nauwelijks thuis, toen hij hoorde, dat
er in Cuba een opstand was uitgebro
ken.
Dat was nu juist een kolfje naar zijn
hand en Winston stelde aanstonds alle
pogingen in 't werk om met de uit te
zenden expeditie mee te mogen gaan.
Dank zij machtige voorspraak lukte dit.
Bovendien wist hij de hoofdredactie
van een blad te bewegen hem als oor
logscorrespondent aan te stellen. Voor
zien van een dubbele functie stapte hij
dus aan boord.
Erg veel had dit Cubaanse oproer ech
ter met te betekenen. Wel werd er veel
geschoten en 't verwonderde Winston dat
er zo weinig slachtoffers vielen.
IN Cuba had hij dus de ..vuurdoop"
ondergaan. En wat hij daar had on
dervonden schrikte hem allerminst af
om op de ingeslagen weg voort te gaan.
Altijd heeft Churchill op die eerste ja
ren van zijn militaire loopbaan met veel
genoegen teruggezien. In zijn boek met
jeugdherinneringen schrijft hy dan ook:
..Komaan nu, gij jonge mannen over
heel de wereld, gij hebt geen uur te ver
liezen. Neemt uw plaatsen in in de gc-
vechtslijn van het leven. Twintig tot
Zijn tweede reis op 't oorlogspad was
naar Brits-Indië, waar de wilde Patha
nen, die weer eens tot rebellie waren
overgegaan, tot onderwerping moesten
worden gebracht.
Daar ging 't heel wat wilder toe dan
in Cuba. Daar zag hij voor 't eerst
makkers vallen en 't scheelde maar
heel weinig of Winston had 't door hem
zo vurig beminde eilandenrijk nimmer
terug gezien.
Hij kreeg een eervolle vermelding
voor zijn moedig gedrag. Maar tevens
had hij de woede gaande gemaakt van
de militaire autoriteiten, die zich ge-
Jriefd voelden door Winstons vrljmoe-
ige artikelen in de Britse pers, waarin
hij zelfs critiek gaf op de hoogste le
gerleiding. Hij kreeg 't zelfs aan de stok
met Kitchener, de machtige sirdar van
Egypte, die zcide er niet aan te denken
Churchill op te nemen onder zijn officie
ren. Ze zouden die schrijvende lancier"
wel krijgen!
T"\E tyd van rust was voor Enge-
land en voor Churchill voorbij.
Want in Zuid-Afrika was de oorlog uit
gebroken. En Winston zou voor het be
kende blad „Morning Post" artikelen
schrijven over de strijd tussen Boer en
Brit. Hij had overvloedig bewezen over
een goede pen te beschikken. Hij wist
zijn lezers op ongewone wijze te boeien
Zelfs de Prins van Wales schreef hem
een vriendelijk briefje, waarin hij ver
klaarde niets dan lof te hebben voor
Churchills oorlogsbeschouwingen.
Toen Winston naar Transvaal vertrok.
was hij nog geen 25 jaar. Zijn krant be
taalde hem 250 per maand (ongeveer
3000) plus vergoeding van alle onkos
ten. Nu hij niet als militair maar als
oorlogscorrespondent er op uit trok, zou
hij zich nog beter aan zijn reportage®
kunnen wijden.
Hij kende maar één vrees: dat hij in
Zuid-Afrika zou arriveren als de oorlog
al was afgelopen. Want zoals alle En
gelsen had hij geen hoge dunk van de
militaire paraatheid van de Boeren.
De Britse legers zouden die ongedisci
plineerde breedhoeden in een minimum
van tijd klein krijgen.
Maar dat pakte heel anders uit. Een
paar weken na zijn aankomst in Zuid-
Afrika zat Winston reeds als krijgsgevan
gene in een schoolgebouw te Pretoria.
Hij, de oorlogscorrespondent, was door
de Boeren gegrepen, terwijl hij een re
volver in de vuist hield. Op zulk een over
treding staat in gewone omstandigheden
de kogel. Een jonge, forse Boer later
bleek het niemand minder dan Louis
Botha te zijn! liet Winston echter
met andere gevangenen opsluiten.
Durban.
De Boeren loofden 25 uit aan degene,
die de gevangene dood of levend wist
terug te brengen. In het signalement werd
de vluchteling aldus getekend: slecht fi
guur, ronde rug, bleek voorkomen, ros
sig haar, vrijwel onzichtbaar snorretje,
praat door zijn neus en kan de s niet
behoorlijk uitspreken.
Zo eindigde de eerste militaire loop
baan van de man, die 50 jaar later
alle strijders voor vrijheid en recht zou
aanvoeren in hun schier wanhopige wor
steling tegen de Duitse kolos...
Tijdens de Cubaanse opstand.
Tegen de wilde Pathanen in Brits-lndië.
Winston ontvlucht uit de gevangenis
ZONDAGSBLAD 4 SEPTEMBER 1954
met z'n drieën terugkeren naar Va
ders boerderijtje in Polen.
Nog een laatste omhelzing, een arm
zwaai van het vertrekkende troepen
schip, dat werd nagewuifd door twee
steeds kleiner wordende vrouwenfi
guurtjes op de kade. Wladislaw Palka
was op weg naar Engeland, waar hij
zou worden opgeleid om de Nazis uit
zijn vaderland te verdrijven. Daar
was hij bijeen met Polen uit de Rus
sische kampen, uit Amerikaanse fa
brieken, uit de mijnen in Zuid-Afrika,
ja uit alle delen der vrije wereld.
Een jaar later steeg zijn vliegtuig
op van een Engelse basis en koerste
naar het oosten. Maar het einddoel
was geen Warschau, waar de bevol
king onder leiding van Generaal Bor-
Komorowski in opstand was gekomen
tegen de Duitse overheersing. Het ver
zetsleger had dringend behoefte aan
versterkingen, maar ondanks aandrin
gen van de andere geallieerden wei
gerde Ruslartd een luchtlanding toe te
staan
Boven de Betuwse boomgaarden bij
Driel kregen korporaal Palka en zijn
vrienden bevel om af te springen.
Hier openden zich hun parachutes en
begon hun aandeel in de gevechten,
die in de geschiedenis bekend zouden
worden als: de Slag om Arnhem.
B
HET was zo goed begonnen op die
zonnige Zondagmiddag van de 17e
September. Toen de mensen in het be
zette Nederlandse gebied uit de kerk
kwamen, trok hoog boven hun hoofd
de geallieerde luchtarmada over.
Bommenwerpers, gevechtsvliegtui
gen, transporttoestellen, zweefvliegtui
gen en jagers, groep na groep, in
schier eindeloze, machtig gonzende
Boven de Veluwe ontplooiden zich
de valschermen en werden de kabels
Ider zweefvliegtuigen gekapt. De ope
ratie verliep alsof het een oefening
was, ergens in Engeland. Op de heide
tussen Heelsum en Wolfheze landden
2000 man. Op hun verzamelpunt, een
boerderij bij Heelsum, kwamen zij vol
goede moed samen. „Op naar de Rijn
brug in Arnhem" was hun devies.
Maar de tweede dag ging het al
minder vlot. De Duitsers hadden op
het lichaam van een gesneuvelde of
ficier ide plannen gevonden voor de
nieuwe landing. Toen de mannen neer
kwamen werden zij verwelkomd door
een hagel van kogels.
Ook sloeg het weer om. Er kwam
mist opzetten, hetgeen slecht zicht
voor de volgende landingen betekende.
Het begon te regenen, zodat de tanks
van het Tweede Leger, dat Nijmegen
reeds was gepasseerd, bleven steken
in de modder van de Betuwe en geen
contact konden maken met de para
chutisten. Twee Duitse SS-Pantserdi-
visies, die vanuit Frankrijk op weg
naar Duitsland waren om daar te wor
den gereorganiseerd, werden in aller
ijl naar Arnhem gedirigeerd.
De tegenstand nam toe. De toestand
werd onoverzichteüjker. De vliegers
van de R.A.F., die munitie en ver
sterkingen aanvoerden, werden vaak
gedwongen hun lading boven vijande
lijk terrein af te werpen, omdat het
gebied steeds van de ene in de andere
hanid overging.
Toen besloot het geallieerde opper
bevel een landing uit te voeren ten
Zuiden van de Rijn. De troepen kon
den dan naar de andere zijde over
steken om daar de positie der para
chutisten te versterken.
•B-
HET was Donderdagmiddag, 21 Sep
tember, ongeveer vijf uur. Een
naargeestige motregen sijpelde ge
staag uit de laaghangende, leigrauwe
lucht, toen Wladislaw Palka en zijn
vrienden boven de Betuwe neerzweef-
den. Achter hen steeg de rook op van
de branden in Arnhem en Nijmegen.
Voor hen rikketikten de machinege
weren van de Duitsers aan de over
kant van de Rijn.
Zij, die buiten het landingsterrein
terecht kwamen, werden opgewacht
door Nazitroepen met getrokken ba
jonet. Zo landden 1800 Poolse soldaten,
met 40 officieren en 3 aalmoezeniers
onder leiding van Generaal Sosabows-
ki.
Zij verzamelden zich bij een boerde
rij cn trokken, gedekt door de Rijn
dijk, naar Driel, waar een sergeant-
majoor de enthousiaste bevolking
maande vooral kalm te blijven. Er
konden nog hevige gevechten komen.
En die kwamen...
Een gedeelte van hun zware mate
riaal bleek te zijn afgedreven en was
in hartden van de vijand gevallen. On
ophoudelijk beukte de Duitse artillerie
op Driel. De katholieke kerk stortte na
vijf en twintig voltreffers in. Het ene
huis na het andere brandde uit of
veranderde in een in elkaar geschoten
puinhoop.
Vier en twintig bewoners bivak
keerden tot in October onder de to
ren van de hervormde kerk. Hun voed
sel bestond uit hetgeen zij tijdens
levensgevaarlijke sluiptochten konden
bemachtigen. Nu eens was het een
varken, dat in de kerk wehd geslacht.
„Meid, zit j\j aan de grond?'
I Geval zonder eind (VIII)'
Uil de
VOLKSWIJK
WAT doet een vrouwals haar
manal dan niet patiënt
geen cent thuis weet te brengen?
Het is een vraag waarmede hoe
langer hoe minder mensen zich
bezig houden omdat de meeste
werknemers in een ziektefonds
zijn, waarbij de gezinsinkomsten
dan wel kunnen teruglopen, maar
meestal niet plotseling totaal op
houden. Het is feitelijk enkel een
vraag voor de neringdoenden, en
voorzover dezen verantwoordelijk
heidsgevoel kennen, hebben ze
gezorgd dat ook in dagen van
onffunst het huishouden tenminste
een afzienbare tijd dóór kan gaan.
Maar Sjaantje wordt a bout por-
tant tegenover dit vraagstuk ge
steld en ze weet er waarempel
geen raad mee. Goed, ze heeft het
voorheen nooit royaal gehad, maar
als kind thuis werd er voor haar
gezorgd en toen ze ging verdienen,
moest ze wel heel wat bij Moeder
afdragen, maar er bleef toch altijd
nog wel wat over en voorts waren
er de jongens, die haar tracteerden
op film en ijs en de rest. Maar nu,
met een man en een baby, moet ze
zelf raad gaan schaffen.
Haar eerste poging in die rich
ting is een bezoek thuis bij haar
ouders. Ze is sinds haar trouwen
niet meer over de vloer geweest
en ze heeft zelfs met knetterende
vloeken gezworen daar nimmer
meer te zullen komen. Nood breekt
vloeken. Ze gaat er heen, en ze
ziet er uit om een cent te geven:
zo grauw, zo slap, zo mager, zo
verwaarloosd. Ze heeft met zorg
het uur uitgekozen waarop Moeder
alleen thuis is, maar ze had zich
heel de moeite kunnen besparen.
Dat wordt haar meteen duidelijk
toegevoegd, als ze de kamer
binnentreedt, zwakjes „Gedag"
zegt, en op een stoel neervalt.
Want Moeder, die weet wat er in
de wereld te koop is, constateert
heel laconiek: „So, nou heb je je
sin, hè. Trouwen met die smeer
lap. En seker geen droog brood om
te eten en geen bed om op te
slapen Nou, dat heb ik je van
te voren wel gesegd, niet? En
verder ken je je de moeite sparen
om hier naar toe te komen, want
ik heb geen cent
Terwijl Moeder dat zegt, dwalen
Sjaantjes ogen als vanzelf naar de
grote linnenkast tegen de achter
wand van de alcoof. Ze weet dat
daar wel geld in verborgen zit, en
Moeder weet dat Sjaan dat weet.
Meteen slaat Moeders toch al niet
vriendelijke stem heftig en kwaad
aardig uit: „Ach, denk ie daar
aan Nou, dan sal ik je alvast
maar zeggen, dat als daar ooit een
cent aan ontbreekt, ze het op de
pelisiepost óók zullen weten. Dan
kennen ze daar medeen effe uit
zoeken wie onderlaatst die cantine
heb leeggehaald Zó is die
Moeder. Ze weet kennelijk alles
wat er in de wijk gebeurt en ze
weet bovendien precies waar Sjar-
lie iets mee te maken had.
Nadat Sjaantje eerste poging is
mislukt, vangt ze aan met een
tweede. Ze verkoopt de nalaten
schap van Opoe: een tafeltje, een
kastje, wat stoelen en nog een
mooi bed. Ze verkoopt ze niet aan
haar eigen man, maar aan diens
concurrent, die er 'n paar guldens
voor geeft en 'n bed van mindere
W'VWVVVVVVVVWVVOSWWOUW WW)
ze doet stom verbaasd als Sjaan ft
ten langen leste over haar geld-
noden begint: „Meid, zit jij aan de
grond? Hoe kan dat nou?" Het ij.
geeft Sjaan het gevoel dat ze
zowaar nog een lotje uit de loterij jj.
trok. toen ze Sjarlie trouwde en
alsof ze best in staat zal wezen Jj.
om eventuele renten en aflossingen
grif te voldoen. Het sust haar in g
slaap en wat later staat ze buiten jj-
met vijftig gulden, waarvoor ze g
een jaar lang elke week twee gul-
den zal moeten opbrengen: één
gulden aflossing en één gulden
rente, want voor niets kan zo'n
vrouw dat natuurlijk ook niet
doen. Zij neemt toch maar haar
risico's, is het niet? Als Sjaan en
Sjarlie eens met de Noorderzon
weg gingen nou, dan kan zij
naar haar geld fluiten Sjaan
moest eens weten hoe slecht het
mensdom is
kwaliteit, dat kort daarna zal blijk
geven te leven omdat het met
straatvuil werd opgevuld. Maar
die paar centen zijn voldoende om
weer een week huishuur, electra,
gas en voedsel te dekken.
Vervolgens gaat Sjaantje naar
een vrouw, die bekend staat als
bereid tot het geven wan kleine
voorschotten. Nou ja, Japie moet
toch te drinken hebben, en zelf
kunnen ze ook niet op een houtje
bijten. Maar haar kleine verstand
begrijpt niet dat ze zich inlaat
met een woekeraarster, die al
ontelbare gezinnen in de afgrond
heeft gestort. De vrouw is onge
twijfeld innemend en vriendelijk,
zo op het eerste gezicht. Ze schenkt
een kopje koffie in, ze kwebbelt
gezellig over allerlei dingen en
Sjaan krijgt dat zeer snel te
weten. Met die vijftig gulden kan
ze drie weken lang leven en haar
schulden betalen, daarna zit ze
weer vast. De vrouw weet er wat
op: Sjaan moet dan maar voortaan
bij haar d'r aardappeltjes en zo
kopen. In wezen betekent dit dat
Sjaan gedwongen wordt om véél
meer te kopen dan ze ooit van plan
is geweest, en dat haar schuld met
de week verder stijgt. Het betekent
ook dat de vrouw nimmer met on
verkoopbaar goed blijft zitten: wat
ze overheeft, brengt ze by haar
schuldenaars thuis en die moeten
het tegen heug en meug afnemen
en raken verder in het krijt, dieper
in de ellende. Ja, het mensdom is
slecht I
WIJKPREDIKANT.
Maar in Engeland hoorden zij de
verpletterende tijding, dat Wladislaw
daar niet meer was. Zijn laatste aard
se rustplaats was aan de overkant van
de Noordzee, daar, waar de hoge ber
ken om Oosterbeeks dodenakker zacht
hun fluisterende klaagzang ruisen over
de kille zerken.
toch zo veel zeggen: van elke vijf sol
daten sneuvelde er één en op iedere
vier gelande officieren kwam er één
Velen waren vermist, veiidronken in
de Rijn of gevangen genomen en door
de vijand vermoord.
Slechts een klein aantal is begraven
op de begraafplaats der luchtlandings
troepen bij Oosterbeek, tussen de twee
duizend Britse gesneuvelden. Zerken,
soms met voor ons bijna onuitspreek
bare Poolse namen, merken de laat
ste rustplaats van hen, die naar Ne
derland kwamen om hierdoor hun en
ons land te bevrijden. En op één van
die zerken staat de naam: Korporaal
W. Palka...
■B
\7 ^LERIA en haar moeder waren
voortgesjokt van de Perzische ha
ven, waar Wladislaw vertrokken was.
Terwijl de jaargetijden wisselden, lie
pen zij verder. 1943 ging, 1944, 1945.
De oorlog eindigde. Overwinnings
fanfares klonken over de hele wereld.
Ook in Engels Indië, waar zij in 1946
de loopplank betraden van het schip,
dat hen zou brengen naar Engeland,
het land dat voor de beide vrouwen
dezelfde klank had als Wladislaw,
want daar was hij immers?
Nu zouden zij elkaar spoedig zien.
Iedere dag en iedere mijl bracht hen
dichter bij elkaar. Zij bespraken hoe
zij Wladislaw's aidres te weten moes
ten komen en wanneer zij met hem
naar hun boerderijtje in Polen zouden
kunnen terugkeren.
Het Nederla.nds Hervormde kerkje in Driel. Hierin vonden van de Poolse
landing tot in October 1944 vier en twintig inwoners van Driel bescherming
tegen de Duitse bombardementen op hun dorp.
Moeder Palka en Valeria bleven in
Engeland. Polen wenste hen en vele
anderen niet meer, omdat de bezetter,
die eens hun gezinnetje uit elkaar had
gerukt, daar weer de scepter zwaaide.
(Voor vervolg pag. 3)
Dan weer eieren en fruit. Totdat zij
in October lopend door de vuurlinie
naar het bevrijde zuiden konden
vluchten.
Reeds de eerste nacht na hun lan
ding begonnen de Polen hun overtocht.
Aan de andere oever voerden de Duit
sers versterkingen aan. Sluipschutters
zaten verborgen in ide bomen. Artille
rie-officieren in het struikgewas aan
de overkant van de Rijn gaven telefo
nisch hun orders door aan de bij Heel
sum opgestelde kanonnen.
Zo was het nacht na nacht. Nu
eens ging een landingsvaartuig mid
den in de rivier ten onder. Dan weer
bijna aan de overzijde of wanneer het
nauwelijks de kant had verlaten.
De geestelijken stonden op de oever
om ide stervenden bijstand te verlenen.
Een afgetobde aalmoezenier wankelde
een Rode Kruispost in Driel binnen
en smeekte de aanwezigen: „Bidden
JW* --Wfr»'
jullie toch mensen. Blijf toch bidden.
Het is zo vreselijk bij de rivier. Ik
ben er kapot van."
Weer sleepte hij zich naar buiten
en zag hoe een soldaat werd getrof
fen en snel zonk. Hij begaf zich te wa
ter om de jongen in zijn sterven bij
te staan. Toen ratelde van de over
kant een machinegeweer. Een rauwe
kreet van pijn weerklonk. De geestelij
ke sloeg zijn arm om de stervende
soldaat en samen zonken zij weg in
het door oorlogsgeweld opgezwiepte
Rijnwater.
Zo bereikten van de Poolse strijders
slechts 350 soldaten de overkant...
Na vijf dagen kwam het bevel om
terug te trekken. Als de verlieslijst
van het Poolse bataljon wordt opge
maakt en voorgelezen, ontbloten de
enkele overlevenden het hoofd. Cijfers
kunnen zo koel en zakelijk zijn, maar