HET VERHAAL VAN Cïïlisnt)s en sSaartje eperneut De komende film „Maarten Luther" DOOR G. TH. ROTMAN 46. Tot we opeens «de huisdeur hoor den opengaan en stemmen in de gang hoorden. Verschrikt gooide ik het kast je dicht, waar ik juist in zocht en ren de naar de achterdeur, terwijl Saar in haar verbouwereerdheid regelrecht te gen een stoel opliep en er mee op de grond vielHalt!" bulderde 'n stem achter ons. 47. Het w zeker had met ,,de vrouw des huizes" achter zien aan, de kamer binnenstapteSaar kon nog gauw overeind krabbelen, bel den holden we de achterdeur uit en hup! in 'n roeibootje, dat daar lag. Want het huis lag óók aan de plas, en alle mensen, die daar woonden hadden een roeiboot. bereikte ook de veldwachter de water kant. ,,Kip, ik heb je!" riep hij, en buk te zich snel om de boot nog te grijpen. In zijn haast deed hij het echter zó on handig, dat hij, in plaats van de boot te pakken, met zijn halve bovenlijf in het water terechtkwam. O foei, wat 'n 49. Daar de veldwachter echter met z'n benen op de kant gebleven was, krabbelde hij spoedig weer overeind. Hij schudde zich uit als 'n poedel, die gezwommen heeft, en stak dreigend de vinger op. „Wacht maar, ik krijg Jullie wel, dieven!" riep hij ons na; „nu weet ik. wie hier de laatste tijd overal de kippen gestolen hebben! Naar het ver beterhuis ga je, zonder pardon!" 50. „Gauw! Gauw! Hij ziet ons voor dieven aan!" zei ik tegen Saar. Ik had haar de riemen overgegeven, want ik had van roeien geen verstand. Nu, Saar kón het; binnen twee minuten waren we een heel eind van de kant. Maar toen zagen we tot onze schrik, dat de veldwachter naar een der andere hui zen was gelopen en daar ook in een bootje sprong! „Hij haalt ons vast in!" jammer de Saar, en wanhopig roeiden we zo hard we konden op een groep bomen toe, die we in de verte zagen. We waren aan die kant van het meer wel nooit geweest, maar we dachten, dat we daar goed zouden kunnen wegschuilen. Pom! Daar vloog het bootje al half op de kant en wij sprongen er haastig uit. 52. De grond waarop we liepen, was week en zacht, en ging bij iedere stap op en neer. Snel verdwenen we tussen het houtgewas en klommen in een der bomen. „Hij heeft vast geen erg, waar we zitten!" zei ik. Maar stil! Op het zelfde ogenblik hoorden we het geknars en geplas van roeiriemen! De veldwach ter naderde! 53. Vijf minuten later hoorden we het struikgewas beneden ons kraken. Jawel, hoor, het was de veldwachter. Hij zocht naar ons met alle ijver, maar daar het hem niet inviel, naar boven te kij ken, vond hij ons natuurlijk niet. Ten slotte gaf hij het dan ook maar op, en we hoorden weldra zijn riemen weer in het water plassen! Wij de boom weer uit! 54. We hadden echter niet gedacht, dat het ergste nog komen moest. Het bleek ons namelijk spoedig, dat We niet aan de vaste wal waren, maar slechts op een eilandje, dat midden in het meèr lag. En het mooiste was. dat de veld wachter ook óns bootje had meegeno men! Dat had de lelijke kerel natuur lijk expres gedaan! Df.N.J. HOMMES: HET EVANGELIE IN DE BIOSCOOP Conflict Rome-Reformatie scherp en aan grijpend vertolkt denis en algemene geschiedenis op onze middelbare scholen kan door deze Lu- therfilm leven en bezieling ontvangen. De jeugd zal stellig geboeid luisteren naar een uiteenzetting over de grote be slissingen, die in de 16e eeuw gevallen Door deze film gaan de dingen voor hen leven, gaan de mensen voor hen leven, die in de boeken zover van hen verwijderd blijven als abstracte groot- Maarten Luther en de non Catharina die in 1523 het klooster ontvluchtte e' Luther in 1525 huwde. EIND October ul de met medewer king van de Amerikaanse Lutherse Kerk vervaardigde film „Maarten Lu ther" in onze bioscopen draaien. Dit is stellig in de annalen van de bioscoopwereld een bijzondere gebeurte- Wij kennen de zogenaamde religieu ze films: ik denk aan Het Woord of De Mantel. Wij kennen zelfs de zogenaam de bijbelse films, de film, waarin een bijbels verhaal is verwerkt. Denk aan zovele misproducten als Da vid en Bathseba, Samson en Delila en de laatste „heerlijkheid" op dit gebied Salome, waartegen van de zijde der kerken hier en daar een begrijpelijk protest werd aangetekend. Het was niet veel meer dan zwoele Hollywood-zwendel, waarbij het bijbel verhaal op geraffineerde wijze werd uit gebuit en verlaagd tot een voorwerp van winstbejag. In vele opzichten was hier een kwetsende miskenning, zo niet een brutaal verraad aan de ernst en de diepte van het Bijbelverhaal. Gelukkig is van dit alles niets aan wezig in deze film „Maarten Luther". Integendeel, nog is geen film bekend, waarin zo gaaf, zo zuiver en zo wel dadig sober, een brok dramatische wor steling om de Bijbelse boodschap der genade, ons voorgespeeld wordt. Het meest beslissende stuk der kerk geschiedenis wordt ons in deze film op talentvolle wijze voor ogen geschil derd. Wie de film ziet, die van begin tot eind boeit door zijn dramatische spanningen, dio komt wel onder de in druk, welk een machtig wapen de film is en in nog veel heviger zin dan de uitvinding der boekdrukkunst een stap ten hemel en ter helle. DE film „Maarten Luther" heeft in het buitenland zeer de aandacht ge trokken en dat zal stellig ook het geval zijn in ons vaderland. Gewoonlijk is het „kerkgaand" en het „bioscoopgaand" publiek in ons vader land een totaal andere groep onzer be volking en veel contact bestaat er meestal niet tussen beide groepen. Het kon met deze film wel eens an ders zijn, wanneer hij in onze biosco pen zal worden vertoond. Deze film zal stellig een niet alledaagse ontmoeting brengen tusseh kerkgangers en bioscoop, gangers. Ja, het is zeer te hopen^ dat het ge wone bioscooppubliek, dat zoveel opper vlakkige rommel zich voorgezet ziet, nu deze film niet voorbijga. De grote waarde van deze film is m.i. dat hij op een eerlijke en historisch ver antwoorde wijze de moderne mens in zijn leeg en ontworteld bestaan confron teert met de grote vragen van het Evangelie, van .oordeel en genade Gods, zoals Luther daarmede heeft geworsteld. TJST is een wonderlijke situatie, waar- in we vandaag leven. De ontkerste ning neemt schrikbarende vormen aan. "Duizenden en duizenden hebben geen vaag besef meer van Kerk en Bijbel. Wat een moeite om enkelen uit die ontwor telde en religieus afge storven massa, via Evan gelisatie weer in contact te brengen met Kerk en Evangelie. De bioscoop, meestal een bedreiging en vijand van Christelijk leven, wordt hier onverwacht een bondgenoot. Ik meen, dat wij hier dankbaar moeten zijn en dat wij deze kans van dit zo onverwachte kort stondige bondgenootschap moeten grijpen! Het zal wellicht lang duren, aleer een film met een zo directe boodschap van het Evangelie op ons Bnm volk wordt losgelaten. Vergeleken met het ge- l met Wie wone peil en de normale „cultuurinhoud" van de. doorsneefilm, Is deze een Naast vele andere verdiensten heeft de film „Maarten Luther" mogelijk ook deze, dat zij Christelijk Nederland de pijnlijke verlegenheid bezorgt door de herinnering aan een nog altijd onop gelost en verwaarloosd filmvraagstuk. Maar dit nu terzijde gelaten, het gro te, het verrassende van deze film is, dat de moderne mens in zijn ontstellen de oppervlakkigheid en geestelijke have loosheid, hier geholpen wordt om eens een ogenblik af te steken naar de diepte. Het is waarlijk te hopen, dat de vaste bioscoopklanten deze film gaan zien. Hier is tenminste eens een laatste ernst aan het woord in een eerlijke worsteling met God en mensen. Een niet alledaags verschijnsel in on ze bioscopen! T*)EZE film is zeer leerzaam en ge- De film wordt fragment uit eer en beslissende e< geschiedenis. Menig lesuur 16e eeuwse kerkgeschie ;en hoogst boeiend der meest bewogen wen van Europa's Frederik de Wijze, de beroemde keurvorst van Saksen, aanhanger en beschermer van Luther. Luther, Staupitz, zijn biechtvader en vicaris der Augustijnerorde, Tetzel, de aflaatkamer, Frederik de Wijze, de keur vorst van Saksen, de jonge Karei V en zovele andere belangrijke personen gaan voor onze leerlingen leven. Ook cultu reel en historisch een belangrijke film. DE film toont ons hoe de jonge Luther afscheid neemt van een wereld van angst en bijgeloof, zoals prof. Huizinga, die meesterlijk getekend heeft in zijn Herfsttij der Middeleeuwen. Het drama herberg afscheid vrienden neemt en in het klooster gaat. Eerste uiting van angst voor het ge richt Gods en van verlangen naar vrede voor zijn benauwde ziel. We zien de jonge Luther voor het al taar van het Augustijnerklooster in Er furt, op d(* grond liggen met de ar men uitgestrekt, overeenkomstig de re gels van zijn orde. Hij neemt van meet- af boetedoening en gebed zeer ernstig, kastijdt zichzelf zo, dat andere orde broeders hem bewusteloos uit zijn cel wegdragen. We zien voor ons de sympathieke Jo- hann von Stapitz, de prior van het klooster. We horen en zien, hoe deze op de jonge Luther een bewogen ziels zorg toepast. Van hem heeft Luther ge leerd, zoals hij dat later zelf uitdrukte, dat een dokter niet elke puist behoeft te onderzoeken om in te zien, dat de pa tiënt aan pokken lijdt. Staupitz is het ook, die zorgt, dat de jonge Luther voor een speciale zending naar Rome gaat, November 1510. We zien hem in gezelschap van een orde broeder over de Alpenpassen trekken, Rome bezoeken, dat hein bitter teleur stelt. Ook hier eenzelfde wereld van bij geloof, reliquieën-verering en schande lijk aflaatmisbruik. Terug naar Wittenberg, waar hij in 1512 promoveert tot doctor. Hij ontdekt heel de waarheid van het Evangelie in Rom. 1 17 „De rechtvaardige zal door het geloof leven". We zien Luther op de rand van zijn Bijbeltekst het woord je „sola", alleen, bijschrijven. De beroemde 95 stellingen zien we de jonge doctor aanslaan aan de deur van de slotkapel te Wittenberg op 31 October 1517 aan de vooravond van Allerheili gen. DE storm steekt op. Prachtig gespeeld is ook de figuur van Frederik de Wijze met zijn verzamelwoede van re- liquieën. We zien de kentering van zijn overtuiging en hoe hij gaandeweg ge heel voor Luther kiest. Kostelijk is de figuur van de oubolli ge Tetzel met zijn aflaatkraam. Een dramatisch hoogtepunt is de Rijks dag te Worms in 1521. Luthers komst in de stad is een triumftooht. Onverge telijk en aangrijpend is de zitting van de Rijksdag. Luther, de eenvoudige inijn- werkerszoon, staande tegenover de 21- jarige Keizer Karei V en de stoet van keurvorsten, marktgraven, bisschoppen en vorsten, (Vervolg op pag. 21. Luther voor de Rijksdag te Worms, staande naast de tafel, waarop zijn geschriften liggen uitgespreid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 11