Gebouwen en kerken als verhaal op een film HET VERHAAL VAN tentje en sSaartje eperneut |5»<i»t>»80t>PSD^>J»«>lC>93t5)ÖSÖfi53DSDS5*>fÖ«^ÖS3^f5S3i?c£>«öl^^^ DOOR G. TH. ROTMAN 33. ..Ja. ik kan er ook niets aan doen!" zei de vrachtrijder, toen hij ons ver haal aangehoord had. Hij stapte op en fietste terug, zeker om een nieuw ca deau te halen. Huilend stonden we onze pot na te kijken. Het duurde niet lang. of hij dreef al midden op de plas. In de verte naderde een man in een boot je. Zou hij de pot zien? Of zou hij er overheen varen? 39. De roeier had de bloempot echter gezien. Hij voer er heen, keek er nieuws gierig naar, bukte zich toen en pikte hem op. Wij schreeuwden uit alle macht, maar hij was te ver weg om ons te verstaan. Of misschien hield hij zioh maar zo, omdat hij de pot liever wilde houden. 45. We gingen naar binnen, maar op ons geroep kwam niemand opdagen. Zonder te bedenken, dat dit toch eigen lijk geen pas gaf, besloten we toen zélf alvast maar naar de pot te gaan zoe ken. We liepen van beneden naar boven en van voor naar achteren door het huis, alle kasten doorsnuffelend; maar van de pot was neggens 'n spoor te bekennen. Wekelijkse bijlage Zaterdag 28 Augustus 1954 -fa Vandaag kan men in Milaan onze trots zien HET ministerie va.n Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft de Voorburgse cineast Rudi Hor- ecker opdracht gegeven tot het ver vaardigen van een film. Drie maan den heeft Homecker nodig gehad om zijn werk te voltooien en het resul taat is een film gewoirden, waarop we als Nederlanders eigenlijk wel een beetje trots kunnen zijn. Dat is nog niet zo veel voorge komen; op een tweetal films van de cineast Herman van der Horst na, hoeft ons land beslist nog geen groot- wrrVi-n M-pleverd. isu is ei ue film van Rudi Hor- necker bijgekomen onder de titel „Moderne architectuur in Neder land", waarvoor niemand minder dan dr. Jan Hulsker, chef van de afd. Kunstzaken van het ministerie van O.K. en W. het scenario het filmverhaal schreef. Het schrijven van zo'n scenario is maar niet gewoon een verhaal tje maken, het is het bijeenbren gen van de bouwstoffen voor de ca meraman, de man die de beelden moet maken. Er moeten scènes, ta ferelen, geschapen worden om een film tot een film te maken en dat doet de scenario-schrijver, die óf zijn stof ontleent aan een bestaand ver haal óf zelf de stof creëert. Zo kan er zelfs een film ontstaan, waarbij geen woord gesproken wordt en toch een scenario-schrijver voor een verhaal heeft gezorgd. Dr. Hulsker heeft nu al voor twee van zulk soort films een scenario geschreven: vorig jaar voor de uit stekende fiLm over het leven van Vincent van Gogh en nu voor de film over de moderne architectuur. Bij beide films wordt natuurlijk wel wat gesproken, maar er wordt geen verhaal verteld. De beelden, de ver schillende taferelen, vormen het ver haal. WAT hebben dr. Jan Hulsker en Rudi Homecker nu samen be reikt met een bewegingloos gegeven als de architectuur? Hoe hebben zij scènes kunnen maken van al die stilstaande gebouwen? Het antwoord is eenvoudiger dan de daad zelf. Zij hebben om het maar simpel te zeggen al die stuk ken architectuur, al die huizen, ge bouwen en kerken, tot figuren van hun spel gemaakt. Niet zo maar achter elkaar als gewone foto's ge projecteerd, maar ze doen leven in een bepaald rhythme door close- ups en fragmenten. Als die fragmenten zo in een be paalde samenhang aan u voorbij gaan op het filmdoek, dan kan dit de suggestie geven van een han deling, van een beweeglijkheid. Als voorbeelden reproduceren we hier twee van zulke fragmenten, ten eer ste een deel van het nieuwe Haag se stadhuis, waarvoor de gebeeld houwde zittende vrouw een levend effect geeft, en ten tweede een in kijk in het Groothandelsgebouw te Rotterdam, waar de beweging van de rijdende auto's net voldoende is om aan het bezien van de construc tie van het gebouw geen schade te doen. Met deze film hebben Hulsker en Homecker eigenlijk nog meer ge daan dan alleen maar architectuur getoond. Zij hebben het verhaal verteld van Nederland met zijn polders en plas sen, met zijn weiden en dijken, met zijn koeien en molens, met zijn op bouw en leven. Het is met enkele simpele woor den een aangrijpend verhaal gewor den, beginnend bij het landelijke karakter van ons land en via oor logsvernietiging en industriële op bouw komend bij de architectonische taal. De oude en karakteristieke Am sterdamse grachten ziet ge en daar na de stijlnavolgingen in de 19e eeuw. Vervolgens de 20ste eeuw met een Berlage (bij wie het accent na tuurlijk op de Amsterdamse Beurs valt), een Grandpré Molière, die de Delftse school maakte, en een Du- dok. Tot slot is er de symbolische opname van een jonge vrouw, die hoog van haar flatbalcon over de stad kijkt... een nieuwe stad. Dan plotseling herontdekt de Ne derlander zijn eigen land. Door deze film herontdekt hij het en hij is er trots op ook. In het lichaam zelf worden de ver brandingsprocessen vooral in de lever en spieren aangezet, terwijl door gro tere activiteit, die zich b.v. openbaart in het rillen, de productie van de warmte opgevoerd wordt. Het omgekeerde vindt plaats wan neer de temperatuur van de buiten lucht zodanig stijgt, dat wij het warm gaan krijgen. Om ons behaaglijk te gevo?' maken wij gebruik van kleren, van de hoeveelheid hevig zijn aan de Wanneer iemand dus last\ warmte heeft, dienen wij schillende zijden onze blik te v Er zijn altijd nog mensen, die ters en 's zomers eender geil gaan en dit zelfs in warmere strëV dan de onze trachten te handhavët Het spreekt vanzelf dat men in d^ eerste plaats moet beginnen met zich zo luchtig mogelijk te kleden. Natuurlijk zal men de zon en de andere warmtebronnen zo veel mo gelijk vermijden. Spierbewegingen ver hogen de warmteproductie in het li chaam. Des te rustiger men zich houdt, des te beter men zich gevoelt als men slecht tegen de warmte kan. Een deel van het nieuwe Haagse Stadhuis Vervolg op pag. 2 DIT zegt eigenlijk al genoeg over de waarde van deze film. Een enkel voorbeeld nog hoe men fil misch een heel sterke werking kan verkrijgen. Als er iets vertoond wordt van de vernietiging van Rotterdam in 1940, van de overgebleven ruïnes en van de kapotte muren van de Laurens- kerk, dan duikt telkens weer heel even dat beeld van Zadkine om hoog: een symbool van de ontredde ring. Op deze wijze is de suggestie van dit beeld wel heel sterk, maar het is tevens een bevestiging van onze overtuiging, dat dit beeld alleen maar gezien kan worden in de ont reddering van een kapotgeslagen stad, niet in een stad van de op bouw, waar geen ontreddering, maar uitzicht is, waaruit het hart niet is weggesneden, doch waarin het klopt met een fel rhythme. De film „Moderne architectuur in Nederland", waarbij de Franse tekst gesproken wordt door G. Slui- zer en waarvoor Rudolf Karsemey- er heel goede muziek schreef, ging naar de Trienale in Milaan, de in ternationale tentoonstelling van toe gepaste industriële kunsten, welke tentoonstelling daar om de drie jaar wordt gehouden. Vandaag werd de ze expositie geopend en zien verte genwoordigers uit alle landen van de wereld, waartoe ons land in stajt is. Daarom wordt de tekst in de Franse taal gesproken. Door middel van deze film kan de gehele wereld kennis maken met ons land, met zijn polders en zijn molens, maar ook met zijn opbouw, zijn tempo en zijn moderne bouw kunst. Met zo'n film kan ons land voor de dag komen en ze is er tevens een bewijs van, dat de filmkunst toch ook wel andere resultatem kan opleveron dan het klatergoud van Hollywood. Warmteregeling van liet lichaam IN AFWACHTING VAN HETE DAGEN (Van onze medische medewerker) IN Juni heb ik reeds een brief ge kregen van een abonnc, die klach. ten had op elke zomerse dag, zich uitend in een spoedige vermoeidheid, slapte in de benen, verminderde klaarheid en scherpte van het den ken. De brief is blijven liggen, maar het wachten op een hittegolf kan niet blij ven voortduren. In afwachting van he te dagen wil ik op de vragen ingaan die in bovengenoemde brief 'gesteld De steller van de brief wil een ver klaring van genoemde klachten en middelen om deze verschijnselen weg te nemen of althans tot aanvaard bare mate te reduceren. Het vraagstuk van de warmterege- ling in het menselijk lichaam heeft veel facetten. De mens is in staat bij sterk uit eenlopende buitentemperaturen een vrijwel constante lichaamstempera tuur te handhaven. De thermostaat van het lichaam is gelocaliseerd in bepaalde zenuwcentra. Daalt de tem peratuur, dan wordt door vernauwing van dc bloedvaten in de huid, de ver mindering van de zweetafscheiding en eventueel het verkleinen van het li chaamsoppervlak door de bekende koude-houding, de afgifte van warmte verminderd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 7