RADIOGRAFISCHE
I Geval zonder eind (I)
Vechtende soldaten, vliegende verpleegsters
Arbeids - en bezigheidstherapie
4
ZONDAGSBLAD 17 JULI 1954
afstandsbediening
ZONDER DAT DE MENS DAARBIJ TE RAS KOMT
Een van de meest tacinerende technieken van onze tijd
HET zich doen bewegen van machines
door middel van onzichtbare stralen
of golven, de zg. radiografische bestu
ring op een afstand heeft iets myste
rieus en zelfs iets angstaanjagends
Reeds vóór 25 jaar hebben onderzoe
kers en amateurs zich bezig gehouden
met de mogelijkheid radiogolven te be
nutten voor energie-overdTacht om daar
mede commando's te geven aan onzicht
bare, ingenieus uitgedachte electroni-
sche apparaten, die op hun beurt weer
andere mechanismen in beweging moes.
ten brengen.
In het prille begin al liet men hier
mede bootjes varen; alleen maar varen,
want men beschikte nog niet over mid
delen om ze te laten keren en wenden,
achteruit te laten varen en nog veel
meer andere bewegingen te laten uitvoe-
De electrische schakelingen beperkten
zich nog tot de conventionele super-re
generatieve schakelingen, waarop ook
de oude radio-ontvangers waren geba
seerd en waarbij slechts één comman
do (schakelwijze voor één handeling)
kon worden overgebracht.
Lange tijd kwamen de proefnemingen
met afstandsbediening met radiogolven
dan ook niet verder dan het amateurs
stadium.
Het koortsachtig zoeken naar electro-
nische middelen om de vijand afdoende
te bestrijden gedurende de laatste oor
log, heeft echter zovele verrassende toe
passingen van de radiotechniek ge
bracht, dat men thans in het stadium
is gekomen van de robot-apparaten.
Apparaten, waarmede op geheimzinni
ge wijze schepen, vliegtuigen, voertui
gen en raketten worden voortbewogen
en gedirigeerd naar plaatsen waar de
mens niet kan komen en zonder dat de
mens deze zelf met handles, wielen en
knoppen behoeft te bedienen.
HET is te betreuren, dat er altijd een
oorlog voor nodig moet zijn om de
mens nieuwe, - vernuftige technische
hulpmiddelen te verschaffen. Gelukkig
denke slechts aan het grote
vliegtuigfabrieken hebben van het be
proeven van klein-model prototypen van
vliegtuigen door middel van radiografi
sche besturing.
Het wetenschappelijk onderzoek der
hogere luchtlagen, teneinde de activiteit
te meten van de natuurkundige ver
schijnselen in de atmosfeer rondom
onze aarde, heeft met het gebruik van
draadloos bestuurde raketten enorm aan
waarde gewonnen. De veiligheid van de
mens is er belangrijk mee gebaat, dat
bij de fabricage van radio-actieve stof
fen het behandelingsproces kan geschie
den met oprafstand-bediende apparaten.
Ook de Nederlandse industrie kan
a) Niet-gemoduleerde draaggolf.
b) Met een laagfrequente span
ning gemoduleerde draaggolf. De
amplitude verhouding B/A heet
de modulatiediepte en is in dit
geval 50
c) Idem als b), maar nu met een
modulatiediepte van 100 Ge
durende elke periode van de l.f.
modulatie wordt de draaggolf een
moment gelijk aan O.
d) Een draaggolf gemoduleerd
met twee gelijke sterke l.f. signa
len ran uiteenlopende frequentie.
Hoewel de draaggolf hier ook
100% is gemoduleerd, is de mo
dulatiediepte van elk der signalen
slechts 50%.
haar productiviteit opvoeren door ge
bruik te maken van electronisch gedre
ven machines, zoals er bijv. onlangs
een is geconstrueerd nL de geheel auto
matisch bestuurde fraismachine.
En zo zijn er vele andere mogelijkhe
den om electromagnetische golven te
benutten om enerzijds de mens tegen
zijn eigen vindingen te beschermen, an
derzijds de efficiëntie te verhogen.
Het principe van de afstandsbesturing
berust op het afstemmen van radio-
ontvanger.s op de door een zender-cen
trale uitgezonden electromagnetische
golf van bepaalde, tevoren vastgestelde,
amplitude, de zg. draaggolf. Men laat
deze draaggolf, die een constante am
plitude (golfhoogte) heeft, variëren in
het rythme van bepaalde laagfrequente
modulaties (wijzigingen van de golfhoog
te) zoals men in bijgaande afbeelding
kan zien.
Deze laagfrequente modulaties nu
brengen de energie, nodig voor bepaalde
handelingen van de ontvanger, versterkt
als signaal over en vertegenwoordigen
dus de over te brengen commando's of
informaties.
De mogelijkheid om op deze wijze een
commando over te brengen noemt men
een kanaal Het aardige is nu, dat men
zo'n kanaal kan gebruiken, onafhanke
lijk of er ook in andere kanalen com
mando's worden gegeven.
De modulaties van de verschillende ka
nalen worden in het ontvangtoestel van
elkaar gescheiden en hebben ieder een
eigen functie. Men is reeds zover dat
men al acht verschillende handelingen
tegelijkertijd kan laten uitvoeren.
BEPALEN we ons, voor een goed in
zicht in de werking van het systeem
der amplitude modulatie, tot het twee
kanalen-systeem, dan kunn«n we daar
voor bijv. een kanaal kiezen van 50 Herz
en een kanaal van 2000 Herz per secon
de (1 herz is 1 golf, zich bewegend tus
sen de nullijn en maximum positief
en maximum negatief (-)). Hiermede
kan men een bootje draadloos besturen.
Om scheiding in de ontvanger moge
lijk te maken, zonder selectiefilters te
gebruiken, is een eenvoudige R-C (weer
stand-capaciteit) filter voldoende. Met
deze twee kanalen kan men drie infor
maties of commando's overbrengen bijv:
a). het veranderen van de stand in
de ene richting;
b). het veranderen van de stand in de
andere richting;
c). het stilstaan in de gekozen stand.
De bewegingen van het object kunnen
worden uitgevoerd door een servomo
tor. Het ene kanaal laat de motor in de
ene richting draaien, het andere in om
gekeerde richting, terwijl de motor stil
staat, als beide kanalen buiten gebruik
Deze twee kanalen zijn echter afhan
kelijke kanalen, d.w.z. men kan er
slechts één tegelijk gebruiken. Door nu
de ontvangbuis in de ontvanger als bi
polair relais, bijv. als anode-gelijkrich-
ter te laten werken, kan men de twee
kanalen ook onafhankelijk van elkaar
benutten.
Hierbij maakt men gebruik van de
signaalsterkte om de vorenbeschreven
handeling te doen uitvoeren. Bij klein
signaal gaat bijv. de motor linksom
draaien, bij groot signaal rechtsom enz.
Deze schakeling stelt echter wel zware
eisen aan de kwaliteit van de ontvan
ger.
MSN kan wel begrijpen, dat er bij het
gebruik van acht kanalen zeer ver
schillende handelingen automatisch kun
nen worden uitgevoerd. Zo kan men bij
een model van een groot schip de vol
gende commando's geven:
1). geluid overbrengen (bijv. muziek,
of e«i bevel van de brug);
2). de linker schroef bedienen;
3). de rechter schroef bedienen;
4). het roer bedienen;
5). vier reddingboten strijken;
6). een hijskraan draaien;
7;. de hijskabel van de kraan bedie-
8).' een katapult-installatie bedienen
om een vliegtuigje weg te schieten.
Van groot voordeel voor de radióbe-
sturing, niet alleen van modellen, maar
ook van in de praktijk toegepaste ap
paraten, is de kleine afmeting van de
tegenwoordige radiobuizen, waardoor de
zender en ontvanger zoveel compacter
kunnen worden gebouwd.
Het zou ons te ver voeren in de fi
nesses op de techniek van de afstands
bediening in te gaan. Zij, die belang
stellen in deze mysterieuze radio-toepas
sing, lezen het bij Philips Technische Bi
bliotheek en de Uitgeverij J. M. Meulen-
hoff N.V. uitgegeven boek „Radiogra
fische afstandsbediening" van A. H.
Bruinsma.
Uit de
VOLKSWIJK
ER zijn wan die gevallen, waar
geen eind aan komt. Meen
niet dat ik me daarover bij voor
baat wil beklagen: het is juist
goed dat deze voorkomen. Ze
houden je nederig; ze bewaren je
ervoor dat je ook maar één dag
zou rondlopen met het gevoel dat
je dank zij je eigen prima metho
de het wondermiddel gevonden
hebt tegen elke denkbare sociale
kwaal en maatschappelijke ver
wording. Dat niet alleen: ze ma
ken dat je je diep afhankelijk
blijft voelen en dus bidden blijft.
Bidden om het zelf vol te houden
en óók bidden dat dergelijke stum
pers de strijd niet zullen opgeven
en er een eigenmachtig eind aan
zullen maken. De gevallen zonder
eind ze vqeren ons tot de uiter
ste grenzen van het mens-zijnze
doen dat in ieder scherp opzicht.
Het zal ditmaal dus een geschie
denis worden zonder eind. Maar
een begin was er wel, en wat voor
'n begin! Drie dagen was ik in de
volkswijk aan het werk. In die
omstandigheden sta je daar als
een kat in een vreemd pakhuis.
Alleen romantische geesten zullen
vermoeden dat hele deputaties van
hulpbehoevenden zo'n nieuwe do
minee staan op te wachten. Dat
zijn bevestiging en intréé, die in
bijkans alle kranten in extenso
werden afgedrukt, dóór gelezen
zullen zijn en de mensen bewogen
hebben om eigener beweging ken
nis te komen maken. De werke
lijkheid is lichtelijk anders. Nie
mand heeft die verslagen inge
zien en niemand staat met span
doek of toespraak gereed. Een
nieuwe predikant? Nou, wat zou
dat?En dus wandelt de pastor
de wijk dóór, en laten we hopen
dat hij ergens een begin maakt.
Het is niet zo gemakkelijk om
een begin te maken. Vooral niet
als overal rond je heen voordeu
ren openstaan, die toegang geven
tot donkere trapportalen, vuil,
vervallen, verwaarloosd. Er i* fe
reel keus uit te weinig opwek
kende mogelijkheden. Het geeft je
bij voorbaat zo'n vermoeid
gevoel: die wetenschap dat er dui
zenden en duizenden gezinnen in
een wijk wonen, en dat al je werk
dus bij voorbaat niet meer zal
zijn als de spreekwoordelijke
druppel op een gloeiende plaat.
Wie aan dergelijk werk moet be
ginnen, wandelt de eerste dagen
op een geestelijke evenwichtslat.
Eén van beiden: hij zal ontdekken
dat zijn taak toch zinvol is en
voortaan dankbaar en blijmoedig
dóórstuntelen, als een examinan
dus, die de eerste vragen tenmin
ste heeft kunnen beantwoorden
óf hij zal de moed snel opge
ven en de wijk de wijk laten. O,
zeldzame kansen en verzoekingen
van zo'n eerste week.
Maar in mijn geval kreeg ik
dan de genade van het geval zon
der eind. Want opeens koos ik zo
maar één dier vele deuren uit en
wandelde er binnen. Waarom juist
die bepaalde deur? Waarom niet de
deur daarnaast, waar ze me weg-
gevloekt zouden hebben of die
deur aan de andere kant, die nooit
opengaat omdat er een mensenha
ter achter schuilt, die met niemand
te maken wil hebben? Ik weet het
niet. Daarom juist spreek ik van de
genade van het geval zonder eind.
Want in het begin weet je nog niet
dat je er nooit mee zult klaar
komen: je weet alleen maar dat er
een diepe en afzichtelijke nood be
staat, en dat je die niet naast je
kunt neerleggen.
Een deur ging dus open. Ge
woonlijk ziet men dan een gange
tje, maar bij dit bezoek was er en
kel een minimaal stukje trappor
taal met opwaarts een trap, die
zich verloor in de duisternis. Maar
op dat portaaltje kwam nog een
tweede deur uit en daardoor ging
ik verder naar binnen. Het was
geen toer om dat te doen, want de
deur stond aan, en een knop was
er kennelijk al tijden geleden afge
rukt geworden. Je hoefde maar
met je knie de deur een duwtje te
geven en hij zwenkte helemaal
open om een verbijsterend inte
rieur te onthullen.
Kamers kunnen je op alle moge
lijke manieren verbijsteren. Door
de wansmaak waarmee ze gemeu
bileerd zijn. Door de tweespalt tus
sen moderne architectuur en ouder
wetse binnenhuiskunst. Door de
overvolheid vanwege stoelen, of
mensen, of huisdieren. Door het ka
baal van radio!s of door de dichte
kruitdampen van pijpjes-smorende
opa's. Maar in dit geval verbijster
de de kamer alleen door een ga
pende leegheid. Men pleegt wel te
spreken van vertrekken waarin een
blind paard nog geen schade zou
kunnen doen. Wel, hier zou een
blind vierspan er nauwelijks in
slagen om dat ene, kleine wiebel-
tafeltje op vier poten van uiteen
lopende levensbeschouwing en die
beide zeer overjarige, rieten tuin
stoeltjes met succes te treffen.
Want verder bevatte deze kamer
niets en totaal niets. Dan, ach ja,
maar dat zag je niet zo direct, ergens
in een hoekje zo'n Sunlight-
zeep-kistje, dat hier overigens noch
aan zonlicht noch aan zeep deed
denken. Maar overigens: totaal
niets. Zelfs eerst geen mens, al
kwam die spoedig naar voren, zij
het ten dele, met hoofd en schou
ders glurend om de hoek van een
beschotje waarachter men de kook
hoek mocht vermoeden. Een jong
hoofd, met donkere prikogen en
warrige permanentkrullen, dat wat
moe en tegelijk een heel klein tik
keltje geïnteresseerd informeer
de: Mot-u?" En dan concluderend:
„O, u komp sekers voor de bed
den?" Zo begon dat geval zonder
eind.
WIJKPREDIKANT
ZONDAGSBLAD 17 JULI 1954
ONZE LUCHTMACHT IN DE PACIFIC-OORLOG (X)
Dacota s met het rood-wit-hlauw op de vleugels
Door KAREL C. SNIJTSHEUVEL
IK kan het me nog goed herinneren.
Ik diende als brenschutter bij de
Rode Olifanten, een Indisch-Nederland-
se tirailleur-eenheid van het KNIL. Het
was Januari van het Jaar 1946. Een
extremistennest in de bergen van Zuid-
Celebes hadden wij met succes aange
vallen. Dat succes hield echter niet in,
dat wij geen verliezen hadden geleden.
Behalve een dozijn doden betreurde ons
bataljon vele gewonden.
Nu was het wel waar, dat wij een
compleet ambulance-opderdeel rijk wa
ren met ervaren verplegers en noest
werkende dokters. Zij konden echter
niet alle gewonden helpen. Drie hun
ner hadden vreselijke brandwonden, ter
wijl nog twee anderen binnen een et
maal een operatie moesten ondergaan,
anders zouden zij er het leven bij in
schieten.
Eén van hen was Jaap Kroese, mijn
slajïie en tevens beste vriend. Jaap leed
verschrikkelijk, en de dosis morfine, die
hij had ingekregen, bereikte reeds het
maximum van wat een gewonde mag
worden toegediend.
,,Ik ga sterven", kreunde hij, ,,de dok
ter kan me niet helpen..."
De jungle strekte zich uit over dui
zenden vierkante kilometers rondom
ons. Indien wij na een dag geforceer
de mars de kust zouden hebben be
reikt, geen schip of het zou twee dagen
nodig hebben om het eerste het beste
hospitaal te bereiken: Makasser. We
vreesden het ergste voor de gewonden.
Ik bad tot God, bijzonderlijk ging me
het lot van Jaap Kroese na aan het
hart...
Onze telegrafisten hadden contact met
het garnizoen te Makasser. Men zou
ons per parachute voorzien van fivres
en ammunitie. Maar dat interesseerde
ons bitter weinig. Eten wisten we wel
uit het oerwoud te verkrijgen, ammuni
tie hadden we nog volop. Het ging om
de gewonden! Die moesten gered wor
den! Hun geroep om hulp en pijnstil
lende middelen sneed ons door de ziel.
En dan nog zij, die binnen een etmaal
gered moesten worden op de operatie
tafel..
Onze kapitein kreeg Goddank een
knap idee. Hij tuurde de omtrek rond.
Het bergplateau werd niet slechts ge
vormd door jungle en struikgewas, maar
ook door savannes;
Celebes is rijk aan savannes...
De kapitein bracht hiermee het com
mando te Makasser op de hoogte en
suggereerde het zenden van een vlieg
tuig om althans de vijf. zwaargewon
den op te halen. Er werd enkele mi
nuten over en weer geconfereerd. Ten
slotte antwoordde de kolonel in het gar
nizoen, dat hij zich in verbinding ging
stellen met het vliegveld te Mandai...
,,Wie weet kunnen onze piloten en
flight-nurses" de gewonden helpen".
En wij wachtten...
UIT de glooiende berghellingen vuur
den enkele nog overgebleven sni
pers. De scherpe knallen der Japanse
King-geweren en karabijnen knetterden
over het berglandschap: de echo rolde
en ratelde terug. Onze scherpschutters
bepaalden de plaats der vijandelijke
schutters en beantwoordden hun vuur
Onderhand leed Jaap Kroese ondraag
lijke pijnen. Er ging een dik uur voor-
De kapitein zat aan het telegraaftoe
stelPlotseling verhief zich boven het
gezoem der wildernis een gestaag ge
brom. We tuurden de luchten af. En
wij juichten als nooit tevoren: een
vliegtuig naderde uit Zuid-Oostelijke
richtingHet vloog over de savanne
heen, cirkelde enkele malen boven ons
en wierp zijn landingsgestel uit. De
landing geschiedde meesterlijk. Na even
taxiën maakte het hall, de motoren
sloegen af
En als de zijdeuren opengingen zagen
we twee personen, zoals wij die sinds
weken patrouillelopen door de jungle
niet gezien hadden: Nederlandse vrou
wen, in het wit gekleed, op de mouw
eenrood kruis...
Het was een Dacota van het 20e
Squadron, met aan boord verplegend
personeel en een dokter. Hun doel was
de vijf zwaar gewonden en zo mogelijk
ook anderen naar Makasser over te vlie
gen. Bovendien brachten zij eten mee:
geblikt voedsel zelfs vers vlees, maggi-
blokjes, kisten sigaretten en... een feli
citatie van de kolonel De Vries voor het
succesvol elimineren van een berucht
extremistenkwartier...
Met rappe hand werden gewonden in het
vliegtuig gedragen. De knappe verpleeg
sters waren meer dan actief: ze waren
echt vrouwelijk bezorgd en zelfs hun
kwinkelerende stemmen werkten medi
terend, meen ik.
De piloten beloofden terug te zullen ko
men om alle gewonden weg te voeren,
ook die van de pelopors. En toen de
Dacota weer lucht had gekozen, voel
den we ons bevrijd. Bevrijd van vrees
en onzekerheid omtrent het lot onzer
rwaargewonden, en bevrijd van de ter-
£ende honger. Want in afwachting op
et warme maal dat onze koks bezig
waren te bereiden, lieten wij ons de ge
conserveerde bruine bonen en nasi go-
reng uitstekend smaken. Daarna een
verkwikkende Raleigh-sigaret.
Ook de honderden extremistische
krijgsgevangenen aten en rookten smek-
kend en snuivend mee. En geen van ons
twijfelde er aan of de snipers op de
berghellingen, die slechts konden toekij
ken, wentelden zich in de bush van
louter jalouzie...
WE zyn nu negen jaar sindsdien ge
vorderd. Ik weet niet wat er van de
andere gewonden terecht is gekomen,
wel dat ze allen gered werden, dank
zij een chirurgisch ingrijpen in het hos
pitaal te Makasser. Mij is ook bekend
waar Jaap Kroese is: hij dient nu als
sergeant-majoor bij het Nederlandse le
ger te Wezep.
Boven beschreven wij een anecdote.
De zegenrijke werkzaamheden van het
19e Squadron zijn vermaard geworden.
We herinneren ons uit een vorig artikel
van deze reeks, dat het 19e Squadron
in het jaar 1943 door de toenmalige
overste Fiedeklij te Australië werd op
gericht uit het personeel van de Ko
ninklijk Nederlands Indische Lucht
vaartmaatschappij (K.N.I.L.M.).
In de Pacific-oorlog stond het hoofd
kwartier in Brisbane. De toestellen be
stonden voor een belangrijk deel uit C-
47's, Dacota's. Later kwam de aanvul
ling van C-45. „Skymasters".
We kennen de Australische woestijn,
de bases Mac Donald en Merauke, en
we hebben kennis gemaakt met de
equatoriale Jungles. Menigmaal hebben
wij U meegenomen op een vlucht met
B.25-Mitchells van overste Fiedeldij en
met Mustangs van overste Mauren-
brecher. Wij werden aangevallen, en
weerden ons: Mitchells en Mustangs
zijn gevechtsvliegtuigen.
Anders de Dacota's. Deze verkeers
vliegtuigen waren zo goed als ongewa
pend en ook zij vlogen boven vijande
lijk gebied. En menigmaal zagen ze
zich geconfronteerd met een vijandelijk
vliegtuig. Na de oorlog vertrok het 19e
naar Indonesië en zette daar zijn werk
zaamheden voort. Ontelbare voedselpak
ketten werden afgewonpen in jungles en
op gebieden waar het KNIL streed voor
orde en rust. In het jaar 1945 boekte
het 19e Squadron het recordaantal van
280 vluchten van Amsterdam naar Ba
tavia vice versa. Dat betekende 679
vluchten met een totaal van 13.460
vlieguren. Niet minder dan 22.584 pas
sagiers werden overgevlogen.
Het 19de Squadron, later omgedoopt in
20e. had ook een groot aandeel in de
politionele acties.
IN het vorig nummer beloofden wij U
met één der vluchten van het 19e
Squadron mee te vliegen. Het kan niet
gemakkelijker dan met die waarbij
schrijver dezes zelf meevloog, naar het
republikeinse Djocja...
December West-Moesson 1948.
Een laaiend hete zon zengde op het
vliegveld van Semarang. Een lange
rij Dacota's van het 19e Squadron draai
de proef. Twee compagnieën grondtroe
pen en parachutisten stonden gereed.
De laatstgenoemden zouden boven het
vliegveld van Djocja gedropt worden
om republikeinse troepen en mijnenvel
den onschadelijk te maken. De rest zou
dan op het vliegveld zelf landen om de
bezetting te voltooien. De para's ver
trokken het eerst... Na een uur volgden
wij, terwijl de telegrafisten het bericht
opvingen dat het vliegveld van Djocja
„gezuiverd" was...
We stapten in de kisten. Het deed ons
vreemd aan. We waren gewend om op
de bonnefooi per Mitchell te worden
overgevlogen, in de bombay's en in de
boordmitrailleurkoepels, als haringen in
een ton. Nu zaten we in een behoorlijke
passagiersruimte, alhoewel het comfort
duchtig belemmerd werd door onze be
wapening, compleet met gevelde bajonet
en een half dozijn handgranaten de
We kregen weer dat merkwaardige ge
voel In onze maag tijdens de start.
Naar buiten turend leek het ons net of
het landschap omlaag zakte en ons toe
stel zich vastbeet aan een onzichtbaar
plafond. De trilling der twee „Oratt en
Whitney Twin Wasp"-motoren plantte
zich voort tot in ons gebeente.
Het bergachtig panorama beneden
ons, waarin zich het rood-bruine Sema
rang als een miniatuurstad nestelde,
zakte als maar dieper. De huisjes leken
ons onwezenlijk klein toe. Onmogelijk,
dachten we, dat waren niet de huizen
waar wij gewend waren in te wonen,
we vlogen nu boven een wondt..land van
lilliputters. De cocospalmen hadden veel
weg van bosvarentjes. En d* reusach
tige waringinbomen van rozestruikjes...
Links en rechts ontwaarden wij wol
ken. We blikten door het ruim naar
het voordek en zagen de vliegers en te
legrafist in de bestuurshut. Eén tuurde
recht voor zich uit, de ander bestudeer
de de aarde, die beneden ons achteruit-
deinde...
De microfoons in de cabines gaven
geregeld de weersveranderingen en wol
kenhoogten door. En na een half uur
waarschuwde ons de sectiecommandant,
dat wij reeds boven Djocja cirkelden.
We tuurden omlaag, onze vuisten knel
den zich vaster om de Tommy-guns en
brens. Wachtte ons daar beneden strijd?
Of alleen een saai bezetten van een ver
laten stad waar de eerst zo hoog van
dc toren blazende pelopors van weg zijn
gelopen?
HET duurde nog geen vijf minuten of
we stonden op het vliegveld te Ma-
goewo. We werden gecommandeerd di
verse objecten te bezetten. We loerden
met geladen geweren naar de boom
groepen rondom: doodstil...
Ondertussen landden de andere Daks.
Twee er van vervoerden ambulance
eenheden. Weer zagen we een glimp van
de vliegende verpleegsters, nu gewa
pend met kleine revolvers. Maar ons
werd slechts tijd gegund om even te
kijken. Het was actie, oorlog, en voor
het bewonderen van vliegende nurses
was het de tijd niet.
Terwijl de Dacota's af en aan ronkten
bezette onze sectie een oude, verlaten!
school. „Merdeka!", stond er op de*
muur, „the Dutch will never make us
again a life-blood of their nation..."
<De Hollanders zullen ons nooit meer
tot het levensbloed van hun land ma
ken.) Wel wel, dachten we, ze hebben
nogal pretenties. Jammer dat ze waren
weggelopen anders hadden we ze graag
gevraagd of ze wel precies de beteke
nis van die mooie woorden kenden.
We stonden op wacht. In Djocja. Onze
geweren roken nog naar de Semarang-
se luchten. Het was nauwelijks een uur
geleden, dat wij onze kop koffie in het
verre garnizoen gebruikten, nu bezetten
wij vijandelijk gebied. Maar natuurlijk
is zoiets mogelijk: we hadden niet voor
niets een 19e Transport-squadron, com
pleet met vliegende verpleegsters, waar
we geen tijd voor hadden om naar te
kijken. Maar onze kleinkinderen zullen
het eens met trots kunnen zeggen: ..Mijn
opa vloog eens mee met een „Dak" van
het vermaarde 19e Squadron
Niet alleen afleiding, maar ook geneeskundig motief
Van
at medische medewerker.
ho-
U heeft ongetwijfeld wel
ren spreken over arbeidstherapie
en bezigheidstherapie, die men in
ziekenhuizen, sanatoria en gestichten
toepast.
Bij het woord arbeidstherapie
denkt men aan het te werk stellen
van patiënten, als onderdeel van de
medische activiteit, die gericht is op
het herstel van de patiënt.
Als wij het woord bezigheidsthera-
als wel de afleiding van de patiënt,
die tijdens de herstelperiode, welke
korter of langer kan duren, nodig is
teneinde dc zieken er geestelijk zo
veel mogelijk boven op te houden.
Toch zijn de grenzen niet zo scherp
te trekken als men oppervlakkig zou
denken.
Wanneer wij ons even tot de bezig
heidstherapie beperken, dan kunnen
wij in het algemeen drie groepen van
patiënten in het oog vatten.
In de eerste plaats denk ik dan
aan kinderen, die gedurende vrij lan
ge tijd het bed moeten houden. Wan
neer zij zich vervelen, gaan zij kat-
tekwaad doen, bezorgen de zusters
moeilijkheden en vele onaangename
gebeurtenissen kunnen er het gevolg
van zijn. Voor deze patiënten is af
leiding hoofdzaak, alhoewel het pae-
dagogische en instructieve element
in de meeste inrichtingen zeker niet
verwaarloosd wordt, daar er momen
teel vaak gelegenheid is om op bed
onderwijs te ontvangen. Soms is het
mogelijk deze kinderen op brancards
naar buiten te rijden, waardoor zij
sportieve demonstraties, kampvuren,
e.d. kunnen bijwonen.
Geldt dus voor kinderen, dat men
zal trachten ze zo veel mogelijk af
leiding te bezorgen en het onderwijs
bij te houden, zodat zij op de school
niet achter komen als zij eenmaal
genezen zijn, voor volwassenen liggen
de verhoudingen in een heel ander
Deze zijn vaak volkomen ingesteld
op hun ziekte en ziek-zijn. Zij zijn er
voortdurend mee bezig, beschouwen
zich soms als onnutte mensen, den
ken dikwijls dat de tijd, die doorge
bracht wordt in ziekenhuizen nf in
richtingen, verloren tijd is, kortom,
door hun ziekte staan zij vaak los
van het gewone leven. Voor deze
mensen is het uitermate belangrijk,
dat de band met het normale leven
van elke dag wordt onderhouden en
de hoop levendig gehouden wordt,
zodat, als de dag, waarop zij ontsla
gen worden, daar is, zij met vreugde
en dankbaarheid hun taak weer op
nemen.
U weet dat er verschillende orga
nisaties zijn, die zich op het terrein
van de bezigheidstherapie hebben
toegelegd. U heeft wel eens rehoord
van he'. Welfarewerk van h^t Nederl.
Rode Kruis, het Prinses irenefonds,
het lectuurdepot van het Rode Kruis,
enz. Verschillende van deze organi
saties zijn met elkaar in overleg ge
treden om haar activiteiten te bun-
Vervolg op pag. 6.)