RADIOGRAFISCHE I Geval zonder eind (I) Vechtende soldaten, vliegende verpleegsters Arbeids - en bezigheidstherapie 4 ZONDAGSBLAD 17 JULI 1954 afstandsbediening ZONDER DAT DE MENS DAARBIJ TE RAS KOMT Een van de meest tacinerende technieken van onze tijd HET zich doen bewegen van machines door middel van onzichtbare stralen of golven, de zg. radiografische bestu ring op een afstand heeft iets myste rieus en zelfs iets angstaanjagends Reeds vóór 25 jaar hebben onderzoe kers en amateurs zich bezig gehouden met de mogelijkheid radiogolven te be nutten voor energie-overdTacht om daar mede commando's te geven aan onzicht bare, ingenieus uitgedachte electroni- sche apparaten, die op hun beurt weer andere mechanismen in beweging moes. ten brengen. In het prille begin al liet men hier mede bootjes varen; alleen maar varen, want men beschikte nog niet over mid delen om ze te laten keren en wenden, achteruit te laten varen en nog veel meer andere bewegingen te laten uitvoe- De electrische schakelingen beperkten zich nog tot de conventionele super-re generatieve schakelingen, waarop ook de oude radio-ontvangers waren geba seerd en waarbij slechts één comman do (schakelwijze voor één handeling) kon worden overgebracht. Lange tijd kwamen de proefnemingen met afstandsbediening met radiogolven dan ook niet verder dan het amateurs stadium. Het koortsachtig zoeken naar electro- nische middelen om de vijand afdoende te bestrijden gedurende de laatste oor log, heeft echter zovele verrassende toe passingen van de radiotechniek ge bracht, dat men thans in het stadium is gekomen van de robot-apparaten. Apparaten, waarmede op geheimzinni ge wijze schepen, vliegtuigen, voertui gen en raketten worden voortbewogen en gedirigeerd naar plaatsen waar de mens niet kan komen en zonder dat de mens deze zelf met handles, wielen en knoppen behoeft te bedienen. HET is te betreuren, dat er altijd een oorlog voor nodig moet zijn om de mens nieuwe, - vernuftige technische hulpmiddelen te verschaffen. Gelukkig denke slechts aan het grote vliegtuigfabrieken hebben van het be proeven van klein-model prototypen van vliegtuigen door middel van radiografi sche besturing. Het wetenschappelijk onderzoek der hogere luchtlagen, teneinde de activiteit te meten van de natuurkundige ver schijnselen in de atmosfeer rondom onze aarde, heeft met het gebruik van draadloos bestuurde raketten enorm aan waarde gewonnen. De veiligheid van de mens is er belangrijk mee gebaat, dat bij de fabricage van radio-actieve stof fen het behandelingsproces kan geschie den met oprafstand-bediende apparaten. Ook de Nederlandse industrie kan a) Niet-gemoduleerde draaggolf. b) Met een laagfrequente span ning gemoduleerde draaggolf. De amplitude verhouding B/A heet de modulatiediepte en is in dit geval 50 c) Idem als b), maar nu met een modulatiediepte van 100 Ge durende elke periode van de l.f. modulatie wordt de draaggolf een moment gelijk aan O. d) Een draaggolf gemoduleerd met twee gelijke sterke l.f. signa len ran uiteenlopende frequentie. Hoewel de draaggolf hier ook 100% is gemoduleerd, is de mo dulatiediepte van elk der signalen slechts 50%. haar productiviteit opvoeren door ge bruik te maken van electronisch gedre ven machines, zoals er bijv. onlangs een is geconstrueerd nL de geheel auto matisch bestuurde fraismachine. En zo zijn er vele andere mogelijkhe den om electromagnetische golven te benutten om enerzijds de mens tegen zijn eigen vindingen te beschermen, an derzijds de efficiëntie te verhogen. Het principe van de afstandsbesturing berust op het afstemmen van radio- ontvanger.s op de door een zender-cen trale uitgezonden electromagnetische golf van bepaalde, tevoren vastgestelde, amplitude, de zg. draaggolf. Men laat deze draaggolf, die een constante am plitude (golfhoogte) heeft, variëren in het rythme van bepaalde laagfrequente modulaties (wijzigingen van de golfhoog te) zoals men in bijgaande afbeelding kan zien. Deze laagfrequente modulaties nu brengen de energie, nodig voor bepaalde handelingen van de ontvanger, versterkt als signaal over en vertegenwoordigen dus de over te brengen commando's of informaties. De mogelijkheid om op deze wijze een commando over te brengen noemt men een kanaal Het aardige is nu, dat men zo'n kanaal kan gebruiken, onafhanke lijk of er ook in andere kanalen com mando's worden gegeven. De modulaties van de verschillende ka nalen worden in het ontvangtoestel van elkaar gescheiden en hebben ieder een eigen functie. Men is reeds zover dat men al acht verschillende handelingen tegelijkertijd kan laten uitvoeren. BEPALEN we ons, voor een goed in zicht in de werking van het systeem der amplitude modulatie, tot het twee kanalen-systeem, dan kunn«n we daar voor bijv. een kanaal kiezen van 50 Herz en een kanaal van 2000 Herz per secon de (1 herz is 1 golf, zich bewegend tus sen de nullijn en maximum positief en maximum negatief (-)). Hiermede kan men een bootje draadloos besturen. Om scheiding in de ontvanger moge lijk te maken, zonder selectiefilters te gebruiken, is een eenvoudige R-C (weer stand-capaciteit) filter voldoende. Met deze twee kanalen kan men drie infor maties of commando's overbrengen bijv: a). het veranderen van de stand in de ene richting; b). het veranderen van de stand in de andere richting; c). het stilstaan in de gekozen stand. De bewegingen van het object kunnen worden uitgevoerd door een servomo tor. Het ene kanaal laat de motor in de ene richting draaien, het andere in om gekeerde richting, terwijl de motor stil staat, als beide kanalen buiten gebruik Deze twee kanalen zijn echter afhan kelijke kanalen, d.w.z. men kan er slechts één tegelijk gebruiken. Door nu de ontvangbuis in de ontvanger als bi polair relais, bijv. als anode-gelijkrich- ter te laten werken, kan men de twee kanalen ook onafhankelijk van elkaar benutten. Hierbij maakt men gebruik van de signaalsterkte om de vorenbeschreven handeling te doen uitvoeren. Bij klein signaal gaat bijv. de motor linksom draaien, bij groot signaal rechtsom enz. Deze schakeling stelt echter wel zware eisen aan de kwaliteit van de ontvan ger. MSN kan wel begrijpen, dat er bij het gebruik van acht kanalen zeer ver schillende handelingen automatisch kun nen worden uitgevoerd. Zo kan men bij een model van een groot schip de vol gende commando's geven: 1). geluid overbrengen (bijv. muziek, of e«i bevel van de brug); 2). de linker schroef bedienen; 3). de rechter schroef bedienen; 4). het roer bedienen; 5). vier reddingboten strijken; 6). een hijskraan draaien; 7;. de hijskabel van de kraan bedie- 8).' een katapult-installatie bedienen om een vliegtuigje weg te schieten. Van groot voordeel voor de radióbe- sturing, niet alleen van modellen, maar ook van in de praktijk toegepaste ap paraten, is de kleine afmeting van de tegenwoordige radiobuizen, waardoor de zender en ontvanger zoveel compacter kunnen worden gebouwd. Het zou ons te ver voeren in de fi nesses op de techniek van de afstands bediening in te gaan. Zij, die belang stellen in deze mysterieuze radio-toepas sing, lezen het bij Philips Technische Bi bliotheek en de Uitgeverij J. M. Meulen- hoff N.V. uitgegeven boek „Radiogra fische afstandsbediening" van A. H. Bruinsma. Uit de VOLKSWIJK ER zijn wan die gevallen, waar geen eind aan komt. Meen niet dat ik me daarover bij voor baat wil beklagen: het is juist goed dat deze voorkomen. Ze houden je nederig; ze bewaren je ervoor dat je ook maar één dag zou rondlopen met het gevoel dat je dank zij je eigen prima metho de het wondermiddel gevonden hebt tegen elke denkbare sociale kwaal en maatschappelijke ver wording. Dat niet alleen: ze ma ken dat je je diep afhankelijk blijft voelen en dus bidden blijft. Bidden om het zelf vol te houden en óók bidden dat dergelijke stum pers de strijd niet zullen opgeven en er een eigenmachtig eind aan zullen maken. De gevallen zonder eind ze vqeren ons tot de uiter ste grenzen van het mens-zijnze doen dat in ieder scherp opzicht. Het zal ditmaal dus een geschie denis worden zonder eind. Maar een begin was er wel, en wat voor 'n begin! Drie dagen was ik in de volkswijk aan het werk. In die omstandigheden sta je daar als een kat in een vreemd pakhuis. Alleen romantische geesten zullen vermoeden dat hele deputaties van hulpbehoevenden zo'n nieuwe do minee staan op te wachten. Dat zijn bevestiging en intréé, die in bijkans alle kranten in extenso werden afgedrukt, dóór gelezen zullen zijn en de mensen bewogen hebben om eigener beweging ken nis te komen maken. De werke lijkheid is lichtelijk anders. Nie mand heeft die verslagen inge zien en niemand staat met span doek of toespraak gereed. Een nieuwe predikant? Nou, wat zou dat?En dus wandelt de pastor de wijk dóór, en laten we hopen dat hij ergens een begin maakt. Het is niet zo gemakkelijk om een begin te maken. Vooral niet als overal rond je heen voordeu ren openstaan, die toegang geven tot donkere trapportalen, vuil, vervallen, verwaarloosd. Er i* fe reel keus uit te weinig opwek kende mogelijkheden. Het geeft je bij voorbaat zo'n vermoeid gevoel: die wetenschap dat er dui zenden en duizenden gezinnen in een wijk wonen, en dat al je werk dus bij voorbaat niet meer zal zijn als de spreekwoordelijke druppel op een gloeiende plaat. Wie aan dergelijk werk moet be ginnen, wandelt de eerste dagen op een geestelijke evenwichtslat. Eén van beiden: hij zal ontdekken dat zijn taak toch zinvol is en voortaan dankbaar en blijmoedig dóórstuntelen, als een examinan dus, die de eerste vragen tenmin ste heeft kunnen beantwoorden óf hij zal de moed snel opge ven en de wijk de wijk laten. O, zeldzame kansen en verzoekingen van zo'n eerste week. Maar in mijn geval kreeg ik dan de genade van het geval zon der eind. Want opeens koos ik zo maar één dier vele deuren uit en wandelde er binnen. Waarom juist die bepaalde deur? Waarom niet de deur daarnaast, waar ze me weg- gevloekt zouden hebben of die deur aan de andere kant, die nooit opengaat omdat er een mensenha ter achter schuilt, die met niemand te maken wil hebben? Ik weet het niet. Daarom juist spreek ik van de genade van het geval zonder eind. Want in het begin weet je nog niet dat je er nooit mee zult klaar komen: je weet alleen maar dat er een diepe en afzichtelijke nood be staat, en dat je die niet naast je kunt neerleggen. Een deur ging dus open. Ge woonlijk ziet men dan een gange tje, maar bij dit bezoek was er en kel een minimaal stukje trappor taal met opwaarts een trap, die zich verloor in de duisternis. Maar op dat portaaltje kwam nog een tweede deur uit en daardoor ging ik verder naar binnen. Het was geen toer om dat te doen, want de deur stond aan, en een knop was er kennelijk al tijden geleden afge rukt geworden. Je hoefde maar met je knie de deur een duwtje te geven en hij zwenkte helemaal open om een verbijsterend inte rieur te onthullen. Kamers kunnen je op alle moge lijke manieren verbijsteren. Door de wansmaak waarmee ze gemeu bileerd zijn. Door de tweespalt tus sen moderne architectuur en ouder wetse binnenhuiskunst. Door de overvolheid vanwege stoelen, of mensen, of huisdieren. Door het ka baal van radio!s of door de dichte kruitdampen van pijpjes-smorende opa's. Maar in dit geval verbijster de de kamer alleen door een ga pende leegheid. Men pleegt wel te spreken van vertrekken waarin een blind paard nog geen schade zou kunnen doen. Wel, hier zou een blind vierspan er nauwelijks in slagen om dat ene, kleine wiebel- tafeltje op vier poten van uiteen lopende levensbeschouwing en die beide zeer overjarige, rieten tuin stoeltjes met succes te treffen. Want verder bevatte deze kamer niets en totaal niets. Dan, ach ja, maar dat zag je niet zo direct, ergens in een hoekje zo'n Sunlight- zeep-kistje, dat hier overigens noch aan zonlicht noch aan zeep deed denken. Maar overigens: totaal niets. Zelfs eerst geen mens, al kwam die spoedig naar voren, zij het ten dele, met hoofd en schou ders glurend om de hoek van een beschotje waarachter men de kook hoek mocht vermoeden. Een jong hoofd, met donkere prikogen en warrige permanentkrullen, dat wat moe en tegelijk een heel klein tik keltje geïnteresseerd informeer de: Mot-u?" En dan concluderend: „O, u komp sekers voor de bed den?" Zo begon dat geval zonder eind. WIJKPREDIKANT ZONDAGSBLAD 17 JULI 1954 ONZE LUCHTMACHT IN DE PACIFIC-OORLOG (X) Dacota s met het rood-wit-hlauw op de vleugels Door KAREL C. SNIJTSHEUVEL IK kan het me nog goed herinneren. Ik diende als brenschutter bij de Rode Olifanten, een Indisch-Nederland- se tirailleur-eenheid van het KNIL. Het was Januari van het Jaar 1946. Een extremistennest in de bergen van Zuid- Celebes hadden wij met succes aange vallen. Dat succes hield echter niet in, dat wij geen verliezen hadden geleden. Behalve een dozijn doden betreurde ons bataljon vele gewonden. Nu was het wel waar, dat wij een compleet ambulance-opderdeel rijk wa ren met ervaren verplegers en noest werkende dokters. Zij konden echter niet alle gewonden helpen. Drie hun ner hadden vreselijke brandwonden, ter wijl nog twee anderen binnen een et maal een operatie moesten ondergaan, anders zouden zij er het leven bij in schieten. Eén van hen was Jaap Kroese, mijn slajïie en tevens beste vriend. Jaap leed verschrikkelijk, en de dosis morfine, die hij had ingekregen, bereikte reeds het maximum van wat een gewonde mag worden toegediend. ,,Ik ga sterven", kreunde hij, ,,de dok ter kan me niet helpen..." De jungle strekte zich uit over dui zenden vierkante kilometers rondom ons. Indien wij na een dag geforceer de mars de kust zouden hebben be reikt, geen schip of het zou twee dagen nodig hebben om het eerste het beste hospitaal te bereiken: Makasser. We vreesden het ergste voor de gewonden. Ik bad tot God, bijzonderlijk ging me het lot van Jaap Kroese na aan het hart... Onze telegrafisten hadden contact met het garnizoen te Makasser. Men zou ons per parachute voorzien van fivres en ammunitie. Maar dat interesseerde ons bitter weinig. Eten wisten we wel uit het oerwoud te verkrijgen, ammuni tie hadden we nog volop. Het ging om de gewonden! Die moesten gered wor den! Hun geroep om hulp en pijnstil lende middelen sneed ons door de ziel. En dan nog zij, die binnen een etmaal gered moesten worden op de operatie tafel.. Onze kapitein kreeg Goddank een knap idee. Hij tuurde de omtrek rond. Het bergplateau werd niet slechts ge vormd door jungle en struikgewas, maar ook door savannes; Celebes is rijk aan savannes... De kapitein bracht hiermee het com mando te Makasser op de hoogte en suggereerde het zenden van een vlieg tuig om althans de vijf. zwaargewon den op te halen. Er werd enkele mi nuten over en weer geconfereerd. Ten slotte antwoordde de kolonel in het gar nizoen, dat hij zich in verbinding ging stellen met het vliegveld te Mandai... ,,Wie weet kunnen onze piloten en flight-nurses" de gewonden helpen". En wij wachtten... UIT de glooiende berghellingen vuur den enkele nog overgebleven sni pers. De scherpe knallen der Japanse King-geweren en karabijnen knetterden over het berglandschap: de echo rolde en ratelde terug. Onze scherpschutters bepaalden de plaats der vijandelijke schutters en beantwoordden hun vuur Onderhand leed Jaap Kroese ondraag lijke pijnen. Er ging een dik uur voor- De kapitein zat aan het telegraaftoe stelPlotseling verhief zich boven het gezoem der wildernis een gestaag ge brom. We tuurden de luchten af. En wij juichten als nooit tevoren: een vliegtuig naderde uit Zuid-Oostelijke richtingHet vloog over de savanne heen, cirkelde enkele malen boven ons en wierp zijn landingsgestel uit. De landing geschiedde meesterlijk. Na even taxiën maakte het hall, de motoren sloegen af En als de zijdeuren opengingen zagen we twee personen, zoals wij die sinds weken patrouillelopen door de jungle niet gezien hadden: Nederlandse vrou wen, in het wit gekleed, op de mouw eenrood kruis... Het was een Dacota van het 20e Squadron, met aan boord verplegend personeel en een dokter. Hun doel was de vijf zwaar gewonden en zo mogelijk ook anderen naar Makasser over te vlie gen. Bovendien brachten zij eten mee: geblikt voedsel zelfs vers vlees, maggi- blokjes, kisten sigaretten en... een feli citatie van de kolonel De Vries voor het succesvol elimineren van een berucht extremistenkwartier... Met rappe hand werden gewonden in het vliegtuig gedragen. De knappe verpleeg sters waren meer dan actief: ze waren echt vrouwelijk bezorgd en zelfs hun kwinkelerende stemmen werkten medi terend, meen ik. De piloten beloofden terug te zullen ko men om alle gewonden weg te voeren, ook die van de pelopors. En toen de Dacota weer lucht had gekozen, voel den we ons bevrijd. Bevrijd van vrees en onzekerheid omtrent het lot onzer rwaargewonden, en bevrijd van de ter- £ende honger. Want in afwachting op et warme maal dat onze koks bezig waren te bereiden, lieten wij ons de ge conserveerde bruine bonen en nasi go- reng uitstekend smaken. Daarna een verkwikkende Raleigh-sigaret. Ook de honderden extremistische krijgsgevangenen aten en rookten smek- kend en snuivend mee. En geen van ons twijfelde er aan of de snipers op de berghellingen, die slechts konden toekij ken, wentelden zich in de bush van louter jalouzie... WE zyn nu negen jaar sindsdien ge vorderd. Ik weet niet wat er van de andere gewonden terecht is gekomen, wel dat ze allen gered werden, dank zij een chirurgisch ingrijpen in het hos pitaal te Makasser. Mij is ook bekend waar Jaap Kroese is: hij dient nu als sergeant-majoor bij het Nederlandse le ger te Wezep. Boven beschreven wij een anecdote. De zegenrijke werkzaamheden van het 19e Squadron zijn vermaard geworden. We herinneren ons uit een vorig artikel van deze reeks, dat het 19e Squadron in het jaar 1943 door de toenmalige overste Fiedeklij te Australië werd op gericht uit het personeel van de Ko ninklijk Nederlands Indische Lucht vaartmaatschappij (K.N.I.L.M.). In de Pacific-oorlog stond het hoofd kwartier in Brisbane. De toestellen be stonden voor een belangrijk deel uit C- 47's, Dacota's. Later kwam de aanvul ling van C-45. „Skymasters". We kennen de Australische woestijn, de bases Mac Donald en Merauke, en we hebben kennis gemaakt met de equatoriale Jungles. Menigmaal hebben wij U meegenomen op een vlucht met B.25-Mitchells van overste Fiedeldij en met Mustangs van overste Mauren- brecher. Wij werden aangevallen, en weerden ons: Mitchells en Mustangs zijn gevechtsvliegtuigen. Anders de Dacota's. Deze verkeers vliegtuigen waren zo goed als ongewa pend en ook zij vlogen boven vijande lijk gebied. En menigmaal zagen ze zich geconfronteerd met een vijandelijk vliegtuig. Na de oorlog vertrok het 19e naar Indonesië en zette daar zijn werk zaamheden voort. Ontelbare voedselpak ketten werden afgewonpen in jungles en op gebieden waar het KNIL streed voor orde en rust. In het jaar 1945 boekte het 19e Squadron het recordaantal van 280 vluchten van Amsterdam naar Ba tavia vice versa. Dat betekende 679 vluchten met een totaal van 13.460 vlieguren. Niet minder dan 22.584 pas sagiers werden overgevlogen. Het 19de Squadron, later omgedoopt in 20e. had ook een groot aandeel in de politionele acties. IN het vorig nummer beloofden wij U met één der vluchten van het 19e Squadron mee te vliegen. Het kan niet gemakkelijker dan met die waarbij schrijver dezes zelf meevloog, naar het republikeinse Djocja... December West-Moesson 1948. Een laaiend hete zon zengde op het vliegveld van Semarang. Een lange rij Dacota's van het 19e Squadron draai de proef. Twee compagnieën grondtroe pen en parachutisten stonden gereed. De laatstgenoemden zouden boven het vliegveld van Djocja gedropt worden om republikeinse troepen en mijnenvel den onschadelijk te maken. De rest zou dan op het vliegveld zelf landen om de bezetting te voltooien. De para's ver trokken het eerst... Na een uur volgden wij, terwijl de telegrafisten het bericht opvingen dat het vliegveld van Djocja „gezuiverd" was... We stapten in de kisten. Het deed ons vreemd aan. We waren gewend om op de bonnefooi per Mitchell te worden overgevlogen, in de bombay's en in de boordmitrailleurkoepels, als haringen in een ton. Nu zaten we in een behoorlijke passagiersruimte, alhoewel het comfort duchtig belemmerd werd door onze be wapening, compleet met gevelde bajonet en een half dozijn handgranaten de We kregen weer dat merkwaardige ge voel In onze maag tijdens de start. Naar buiten turend leek het ons net of het landschap omlaag zakte en ons toe stel zich vastbeet aan een onzichtbaar plafond. De trilling der twee „Oratt en Whitney Twin Wasp"-motoren plantte zich voort tot in ons gebeente. Het bergachtig panorama beneden ons, waarin zich het rood-bruine Sema rang als een miniatuurstad nestelde, zakte als maar dieper. De huisjes leken ons onwezenlijk klein toe. Onmogelijk, dachten we, dat waren niet de huizen waar wij gewend waren in te wonen, we vlogen nu boven een wondt..land van lilliputters. De cocospalmen hadden veel weg van bosvarentjes. En d* reusach tige waringinbomen van rozestruikjes... Links en rechts ontwaarden wij wol ken. We blikten door het ruim naar het voordek en zagen de vliegers en te legrafist in de bestuurshut. Eén tuurde recht voor zich uit, de ander bestudeer de de aarde, die beneden ons achteruit- deinde... De microfoons in de cabines gaven geregeld de weersveranderingen en wol kenhoogten door. En na een half uur waarschuwde ons de sectiecommandant, dat wij reeds boven Djocja cirkelden. We tuurden omlaag, onze vuisten knel den zich vaster om de Tommy-guns en brens. Wachtte ons daar beneden strijd? Of alleen een saai bezetten van een ver laten stad waar de eerst zo hoog van dc toren blazende pelopors van weg zijn gelopen? HET duurde nog geen vijf minuten of we stonden op het vliegveld te Ma- goewo. We werden gecommandeerd di verse objecten te bezetten. We loerden met geladen geweren naar de boom groepen rondom: doodstil... Ondertussen landden de andere Daks. Twee er van vervoerden ambulance eenheden. Weer zagen we een glimp van de vliegende verpleegsters, nu gewa pend met kleine revolvers. Maar ons werd slechts tijd gegund om even te kijken. Het was actie, oorlog, en voor het bewonderen van vliegende nurses was het de tijd niet. Terwijl de Dacota's af en aan ronkten bezette onze sectie een oude, verlaten! school. „Merdeka!", stond er op de* muur, „the Dutch will never make us again a life-blood of their nation..." <De Hollanders zullen ons nooit meer tot het levensbloed van hun land ma ken.) Wel wel, dachten we, ze hebben nogal pretenties. Jammer dat ze waren weggelopen anders hadden we ze graag gevraagd of ze wel precies de beteke nis van die mooie woorden kenden. We stonden op wacht. In Djocja. Onze geweren roken nog naar de Semarang- se luchten. Het was nauwelijks een uur geleden, dat wij onze kop koffie in het verre garnizoen gebruikten, nu bezetten wij vijandelijk gebied. Maar natuurlijk is zoiets mogelijk: we hadden niet voor niets een 19e Transport-squadron, com pleet met vliegende verpleegsters, waar we geen tijd voor hadden om naar te kijken. Maar onze kleinkinderen zullen het eens met trots kunnen zeggen: ..Mijn opa vloog eens mee met een „Dak" van het vermaarde 19e Squadron Niet alleen afleiding, maar ook geneeskundig motief Van at medische medewerker. ho- U heeft ongetwijfeld wel ren spreken over arbeidstherapie en bezigheidstherapie, die men in ziekenhuizen, sanatoria en gestichten toepast. Bij het woord arbeidstherapie denkt men aan het te werk stellen van patiënten, als onderdeel van de medische activiteit, die gericht is op het herstel van de patiënt. Als wij het woord bezigheidsthera- als wel de afleiding van de patiënt, die tijdens de herstelperiode, welke korter of langer kan duren, nodig is teneinde dc zieken er geestelijk zo veel mogelijk boven op te houden. Toch zijn de grenzen niet zo scherp te trekken als men oppervlakkig zou denken. Wanneer wij ons even tot de bezig heidstherapie beperken, dan kunnen wij in het algemeen drie groepen van patiënten in het oog vatten. In de eerste plaats denk ik dan aan kinderen, die gedurende vrij lan ge tijd het bed moeten houden. Wan neer zij zich vervelen, gaan zij kat- tekwaad doen, bezorgen de zusters moeilijkheden en vele onaangename gebeurtenissen kunnen er het gevolg van zijn. Voor deze patiënten is af leiding hoofdzaak, alhoewel het pae- dagogische en instructieve element in de meeste inrichtingen zeker niet verwaarloosd wordt, daar er momen teel vaak gelegenheid is om op bed onderwijs te ontvangen. Soms is het mogelijk deze kinderen op brancards naar buiten te rijden, waardoor zij sportieve demonstraties, kampvuren, e.d. kunnen bijwonen. Geldt dus voor kinderen, dat men zal trachten ze zo veel mogelijk af leiding te bezorgen en het onderwijs bij te houden, zodat zij op de school niet achter komen als zij eenmaal genezen zijn, voor volwassenen liggen de verhoudingen in een heel ander Deze zijn vaak volkomen ingesteld op hun ziekte en ziek-zijn. Zij zijn er voortdurend mee bezig, beschouwen zich soms als onnutte mensen, den ken dikwijls dat de tijd, die doorge bracht wordt in ziekenhuizen nf in richtingen, verloren tijd is, kortom, door hun ziekte staan zij vaak los van het gewone leven. Voor deze mensen is het uitermate belangrijk, dat de band met het normale leven van elke dag wordt onderhouden en de hoop levendig gehouden wordt, zodat, als de dag, waarop zij ontsla gen worden, daar is, zij met vreugde en dankbaarheid hun taak weer op nemen. U weet dat er verschillende orga nisaties zijn, die zich op het terrein van de bezigheidstherapie hebben toegelegd. U heeft wel eens rehoord van he'. Welfarewerk van h^t Nederl. Rode Kruis, het Prinses irenefonds, het lectuurdepot van het Rode Kruis, enz. Verschillende van deze organi saties zijn met elkaar in overleg ge treden om haar activiteiten te bun- Vervolg op pag. 6.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1954 | | pagina 13